DE ROBBEDOES
HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DE WERELD
Rubriek voor onze Jeugd
6 JULI 1923 DERDE BLAD
TRAC1SCH EINDE VAN KAPITEIN SCOTT's POOLTOCHT.
slecht weer. Een angstig vocrgevcel. Wreeile teleurstel-
g. Toch geen maed verloren. Op één uur afstand van de poel. „Wat
nken de vrienden van een sigaret?" De Union Jack geplant SOO Meter
n do Ncorsche vlag. Scott belast zich met een brief van Amundsen voor
ning Haakon. Een edel tegenstander. Do terugtocht aanvaard.
onde, vermoeienis, keu en steeds dreigende honger; Tct overmaat van
te weinig brandstof. Dood van Evans. Edele zelfopoffering van
De drie overgeblevenen gevangen gehouden door den orkaan,
bittere oind. Scctt's laatste gedachte.
ia liet Vertrek van luitc-nanfc Evans
zijn twee tochtgenooten, bleven
is de pooloutdelckers met. vijf man
er: Scott, Oates, dr. Wilson, Bowers
Evans (de onderofficier). Bijna on-
zijn de moeilijkheden,
aarmee zij id kampen [ielbbên,
met onwankelbare vastbera-
mheid zetten zij den tocht voort.
Nog slechts 70 kilometer", sell reef
lobt don 14en Januari in zijn d'ag-
iek. „Kwamen er toch maar een
mooie dagen! Het doel ligt vóór
is, is voor liet grijpen, en liet weer
ons den wegl"
Gelukkig ging het den volgenden
ig iets heter, reeds waren zij tob op
kilometer genaderd, nog t\v ee dag-
arsehen en zij zouden er zijn. Maar
komt verschrikkelijk angstgevoel
Scott: „zouden zij hij tijds ko
en'? Zou de Noorsche vlag niet reeds
de Pool wapperen?" Toch begou-
zij in den morgen, van den I6en
moed en hoop op nieuw den
ichfc; dien morgen legden zij li lei-
meter af. Na de rust en den ver-
erkenden maaltijd trokken zij vroo-
en opgewekt verder. Ze waven
eer ruim een uur op weg. toen Bo
ers' scherpe oogen plotseling, vèr
eg op de eiudelooze witte hoogvlakte
ontdekten dat hij voor een weg-
ijzer hield. „In ademlooze spanning
ïeldeu wij voorwaarts", schreef
cott, „mijn hart klopte of liet uiteen
>u bersten." Er verliep weer een
alfuur. Toen ontdek© Bowers vóór
een zwarte plek. Wij trokken er
een. Wat vonden wij? Een zwarte
bevestigu aan een onderstuk van
m slee. In de nabijheid een verlaten
igerplaats, sporen van komende en
aande sleden en sneeuwschoeneu;
u id el ijk zichtbare indrukken van
ondenpooten. Geen twijfel, de Noren
ons voorgekomen, Aniundsen is
et eerst aan de Pool geweest! Het is
vreeselijke teleurstelling. Maar
iets doet mij daarbij zooveel leed als
e aanblik van mijn arme, trouwe
amevadèn. Alle vermoeienissen, alle.
nbberingen, alle ellenden waar-i
"Voor niets dan ij dele droomen,
■akende droomen, die nu ten einde
Dien nacht werd er in Scott's tent
iet geslapon. Het vreeselijk woord:
e laat! klonk ieder bij voortduring
de ooren. En dan de gedachte aan
en ontzettenden terugreis na c-en
ïislukten tocht!
Na een slapeloozen nacht werd bij
koude vaii 30 graden ouder nul
tegen den pool wind in, des ruor-
ens te lialfacht, de tocht in Zuïdelij-
en richting voortgeezt. Gedurende
2 kilometer daalde het terrein,
ïaar daarna rees het op nieuw. In
e eerste 5 kilometer vond Scott nog
kleine wegwijzers van de No
en. dat. was het eenïge, dab de schrik
elijke eentonigheid van den weg,
ien zij de laatste dagen gevolgd had-
en, verbrak. „Groote God!" schreef
ij, „naar dit ontzettend oord hebben
."ij ons met. moeite voortgesleept en
erkrijgen niet eons tob loon de eer-
geweest te zijn.
Maar Scott was er de man niet
aar,zich zelfs door de bitterste teleur
te laten terneerslaan. „Het is
och nog altijd iets", voegde hij on
middellijk er aan toe, „tot zoover
.oorgedrongen te zijn, en morgen is
misschien de wind ons gunstig. Tróts
en ergernis hebben, we ten
poolragout" (de bij kou en ver-
arbeid zoo heerlijk sma
pemmican „verorberd en voe-
en ons lichamelijk recht behaaglijk,
ils 'extra hadden we een tablet cho-
olade en een cigaret, door Wil-
on met opzet voor dit doel tot hiei'-
meegebracht!"
Den 18en Januari waren zij nog on
6 kilometer van de pool ver-
Ongeveer halverwege, twee
driekwart kilometer van de pool,
agen zij een tent; zij traden er bin
ten en vonden er een kort bericht,
lat Amundsen met vier man daar
ien 16e® December 1911 geweest was,
,De tent is mooi, een klein sterk
dat slechts door één enkele
wordt opgehouden. Een
van Amundsen verzoekt mij een
loor hem achtergelaten brief aan Ko-
iinfï Ilaakon van Noorwegen te be-
lorgen. Ik heb den brief bij mij ge-
token en een bericht achtergelaten,
ik met mijn makkers hier ge
ben-"
Op do plek, waar volgens hun
astronomische waarnemingen zich de
Zuidpool moet bevinden, plantten de
Engclschcn den Union Jack (de Brit-
sr-he vlag zonder wimpel), 9U0 Meter
vaat de plaats ,waar volgens de bere
kening dor Noren de pool zich be
vindt en waar ondanks» dit overigens
zeer gering verschil schreef Scott den
lSen Januari in zijn dagboek: „Er be
staat geenerlei twijfel of onze voor
gangers hebben alle metingen gedaan
om zeker te zijn van de plaats, waar
zij zich bevonden, het is een feit, dat
zij -hun programma, volkomen hebben
afgewerkt."
„Ik meen te kunnen zeggen", zoo
schreef hij verder, „dat de Zuidpool
ongeveer 2900 meter hoog ligt, watt
wel merkwaardig is als men bedenkt,
dat wij op den 88sten breedtegraad
een hoogte van 3209 meter hebben ge
constateerd. Wij hebben nu het trou-
welooz.e doel onzer eerzucht den rug
toegekeerd. Vóór ons ligt een kom
mervolle tocht van 1500 kilometer,
1500 kilometer Iroostelnos sledetrek-
kén, 1500 kilometer ontbering, bongel
en kou. Droom van mijn leven, vaar
wel!"
En de vreeslijke tocht begon, die
zou uitloupeu od den smarrelijken
dood van viif ©iele- mannen. Twee en
een lialve maand waren nGodig ge
weest voor den stijgenden heenweg,
de dalende weg terug kon dus korter
duren maar over zes weken kon reeds
de aanstaande poet!winter invallen.
Zullen de mannen, uitgeput door
maanf'Ênlangen bovenmensc-belijkcn
arbeid in een den mensch vijandelijk
klimaat, de kracht hebben, weerstand
te bieden aan de sneeuwstormen en de
grimmige kou, die hen binnenkort
zullen aanvallen? Hun eenigè kans
op belvoud ligt in een snellen terug
tocht om te ontsnappen aan den ijzi
ge» greep van den winter en zich
buiten bereik te stollen van de geheim
zinnige machten die den mensch,
wiens voet eenmaal de pool betreden
heeft, niet meer schijnen te willen los
laten. Maar zullen zij die snelheid,
waarvan liun leven afhangt, kunnen
bereiken? De. weg stijgt gedurende
160 Kilometer, niet sterk, maar toch
maar al te goed merkbaar voor de rei
zigers. want de rulle sneeuw houdt de
Slede vast. of wel ze vormt golvingen
en rimpels .waarover men de slede
slechts met uiterste krachtsmspan
ning langzaam kan voortbewegen. Eu
dail do wind! Waait die uit liet zui
den, dan gaat alles goed: het zeil
wordt opgezet en de mannen hebben
het niet Ic moeilijk, maar hóe zelden
gebeurt ditMeestal storm en tegen»
wind. toenemende kou. telkens drei
gend gebrek aan voedsel en de daar
mede gepaard gaande vrees of men dc
op verschillende plaatsen langs den
weg achtergelaten depots wel tijdig
zal bereiken. Tot overmaat van ramp
zijn dikwjjls de sporen van den heen
weg versueouwd of verwaaid, zoodat
tijd verloren gaat met zoeken. Daarbii
komt, dat het weerstandsvermogen
begint te verminderen, allen vermage
ren zichtbaar. Evan's gezicht- en han
den beginnen te bevriezen. Wilson is
ten prooi aan een folterende sneeuw
blindheid en wordt eten 30sten Ja
nuari gekwetst .aan den voet. Maar
gelukkig wordt het drie-graien-depot
bereikt, juist bijtijdsde mannen wa
ven aan het eind van hun voorraad.
Maar dc weg ibüiifl slecht, de slede
kleeft vast aan de rulle, zandig©
sneeuw. D© handen van den armen
Evans zien er verschrikkelijk uit, vier
nagels hoeft hij verloren, de builen op
de gezwellen handen breken door.
Scott zelf glijdt den 2den Februari
op een gladde plek uit maakt een
.slag over den Icop" en slaat met den
scbóiuter tegen liet ijs.
Van de vijf man waren er nu drie
invalide. Toch vooruit, steeds vooruit
Den 7den Februari bereiken zij het
depot, op de bovenste hoogvlakte van
den Beardmore-gletseher met bet be
wustzijn. dat zij nog maar net oen
hongerdood ontsnapt zijn. De- levens
middelen, die zïi bij zioh op de slee
hadden waren zoo goed als opindien
een sneeuwstorm of mist hen nog lan
ger had opgehouden, was de dood on
vermijdelijk geweest. Na lang© ontbe
ringen eindelijk weer eens rijkelijk
voedsel en een dag rust! Maar zelfs
die rust lieten deze bewonderenswaar
dige mannen niet ougdbruikt voorbij
gaan den geheelen dag waren zij in
de weer om gesteenten te verzamelen.
Teneinde na hun "thuiskomst de geolo
gen in staat te stellen de samenstel
ling van de poolgcbergten te bestu-
deeren.
Gesterkt door de betrekkelijke rust
en een paar flinke maaltijden zetten
zij den tocht voort, maar na een paar
gunstige dagen, od den Hen Februari
niets dan ellendemist, die Hen doet
verdwalen en negen uren lang een
weg doet Zoeken tussohen seracs (ijs
blokken) en spleten. Allen tuimelen
elk od zijn beurt in den afgrond en
worden met groote inspanniug door
de anderen weer op den beganen
grand gebracht, pen volgenden dag
waren de levensmiddelen op, den ge
heelen dag trekken zij voort met leege
maag. Gelukkig ontdekt© Wilson nog
bijtijds 't tweed© Beardmoredepofc c-n
nog weer waren zij voorshands
gered.
Maar Evans was aan het eind van
zijn krachten gekomen. Even voor liet
eind van den dagmarsch verloor hij
het bewustzijn, zijn vrienden trachten
tevergeefecli hem weer bij te brengen,
tien uren laten ontfermde de dood
zich over hem. Gedurende de laat
ste dagen had hij vreeselijk geleden,
en hij. anders de vroolifkste van het
gezelschap, wa9 vervallen tot een
soort dofheid, afgewisseld door opge
wondenheid, die deed denken aan
verstandsverbijstering.
Eeiiige uren na Evans' dood toe
reikten de vier overgebleven mannen
liet onderste gletscher-depot, dat na
melijk. waar zij de laatste poneys
hadden moeten dodden. Hier vonden
zij een rijken voorraad paardevlecscli
en konden zij eindelijk door een vol
doenden en kraohtigen maaltijd den
in de laatste dagen nooit gehec-1 bevre
digden honger stillen. „Met de rijke
lijker geworden voeding keerde bijna
oogenblikke'.iik nieuw leven in ons
terug." schreef Scott. „maar het op
pervlak der Barrière maakt ons be
zorgd."
Dat was da» ook een van hun groot
ste moeilijkhedende onmogelijkheid
om de sleden t© doen glijden. Het was
of zij een zwaar beladen wagen zon
der wielen mccsten voórfechuiven or
trekken over een hobbelige» weg!
Daarbii kwamen nog aft-ere bezwa
ren de voorboden va» den naderenuen
winter en zijn ontzettende kou. de
tegenwind, die liet gebruik van het
zeil der slede onmogelijk maakte, het
karig voedsel, en dan te weinig
olie! Door eèn onverklaarbare oor
zaak vonden zij aten 2den Maart in
het voedseldepot en later ook in een
volgend, te weinig brandstof, die zij
toch zoo notelig hadden voor de be
reiding van hun maaltijden.
Toen zij het depot bereikten, leed
Oates vreeselijk aan die voeten. De
teeuen waren bevroren! Om zijn ka
meraden niet op te houden had hij de
laatste dagen getracht met hen mee
te loopen, maar eindelijk kon hij niet
meer. Hij smeekte hun hem verder
achter te laten en met hun drieën den
tocht voort te zetten. Maar de trouwe
helden weigerden. Gates' hoop, toen
'hij op d'en avond van dien 15en
Maart insliep, dat hij niet meer zóu
ontwaken, werd niet vervuld. Den
volgenden morgen stond hij met in
spanning van al!e krachten op. „Ik
ga naar buiten en blijf een poosje
weg", zei hij tot zijn vrienden. En hij
ging naar buiten, den ijzige», gieren
den sneeuwstorm in. Hij keerde niet
terugDe edele man had zich opgeof
ferd om zijn makkers niet alle kans
op behoud te benemen. „Onze kame
raad heefc zioh gedragen als_ een
gentleman", schreef Scott. „Wij al
len wenschen ons-zelf evenveel ster
vensmoed toe."
Maar ook voor d© drie overige man
nen naderde liet smartelijk einde. Het
ontzettende noodweer belette kun de
noodige afstanden af t,e leggen, en
de voedselvoorraad en de voor de be
reiding onmisbare brandstof (petro
leum) was bijna ten einde. Den 19en
Maart nam de orkaan zoodanig in
woede toe. dat zij er niet aan.konden
denken hun tent te verlaten. Zij wa
ren toen nog slechts 20 Kilometer,
iets meer slechts dan drie en een lialf
uur gaans verwijderd van het een-tons
idlepot. waar allies in overvloed was,
en zii konden het. niet bereiken Den
23eten Maart hebben zii geen brand
stof meer ©li nog slechts rantsoen voor
een of twee dagen.
Eindelijk, den 29steu, vond Soott
nog de kracht in zijn dagboek te
•schrijven „Sedert den 21 sten heeft
het onophoudelijk uit het zuidwesten,
gestormd. lederen dag wilden wij op
weg gaar. naar het nog slechts 20 Ki
lometer verwijderd depot, maar vóór
de tent is heb geheele landschap één
wervelende sneeuwmassa. Wij kunnen
niet xneer c.ip uitredding hopen. Maar
wii zullen volharden tot het einde, de
dood! kan niet meer vèr-af zijn. Ik
geloof niet, dat ik nog weer kan
schrijven.
R SCOTT.
Om Gods wil. zorgt voor onze na
gelaten betrekkingen."
Hoe lang heeft de ontzettende mar
teling nog geduurd? Wie zal het zeg
gen
Toen men, na 8 maanden ver-
geefsch zoeken eindelijk de omgeko
men helden vond. lagen Wilson en
Bowers in hun slaapzakken. Scott was
blijkbaar het laatst gestorven, had
zijn lotgr-nooten ce laatste eer bewe
zen en zich daarna neergc-zet met den
rug tegen de paal midden in de tent
om den dood af te wachten. De klep
van zijn slaapzak was naar achteren
geworpen en ziin jas geopend.
Op de eerste bladzijde van het laat
ste stuk van zijn dagboek stond het
verzoek „Zendt dit dagboek aan
mijn vrouw. F. Scott."
Het woord ..vrouw" was doorge
schrapt en er boven stond: „wed-u-
Raadsels
•i De raadsslprijzen
voor de maaud
pjunï zijn bij loting
ien deel gevallen
aanTHEEROOSJE
DE KLEINE VO
GELVRIEND le
Santpoort en JUF
FERTJE ONRUST,
die ze Woensdag 11
Juli bij mij mogen
MVR. BLOMBERG— afhalen.
ZEEMAN
(Deze raadsels zijn alle ingezonden door
jongens en meisjes, die „Voor Onze
leugd" lezen.
Iedere maand worden onder de beste
oplossers drie boeken in prachtband ver
loot.)
1. (Ingez. door Verpleegstertje te Heem
stede.)
Ik ben' gereedschap voor werkman en
huisvrouw. Onthoofd me en ik ben een
vergiftig dier.
2. (Ingez. door Moltóboon.)
Ik iben een bekend persoon uit -de Va-
derlimdsoho Geschiedenis en besla uit
15 letters.
11 12 is een groentesoort.
1 5 6 15 is een vlijtig diertje.
7 9 3 11 10 wordt veel in N. Brabant ver
werkt.
.7 2 3 1 13 is niet donker-
3. "(Ingez. door H. F. van H-alem.)
11c besla uit 18 letters en ben de naam
van een man, die het belangrijkste kanaal
in Afrika heeft doen graven.
1 3 7 S 14 is een jongensnaam.
4 16 is een lidwoord.
12 7 8 15 is een wapen uit de oudheid.
77S378923 doen boeven.
'17 13 8 is schrijfgereedschap.
8 7 7 3 10 11 8 is een vestingplaats in
Noord-Holland.
-4:5'6 7 is een verkorte meisjesnaam.
12 5 6 9 It is een boom.
3 5 18 is in oude gebuurten.
4. (Ingez. <ioor Rozemarijn'.je).
He hen een plaats in Noord-Holland,
verander mijn hoofd en ik wordt de naam
van den eersten mensch.
5. (Ingez. door Zeeroover.)
Mijn 1ste is «en groot water, mijn 2de
en 3rle is de naam van een gevaarlijk per
soon. En mijn geheel is de naam van een
Rïibriekerije.
6. (Ingez. door Inklvisch.)
Met b ben ik in het dierenrijk, met
bij de scheepvaart, niet g bij de onver
standiger), met li in tuin en bosc'n, met 1
vaak lastig en gevaarlijk, met n een li
chaamsdeel, met p bij vele vruchten, met
v bij ieder lichaam.
Raadseloplossingen
1. Die. liet varken scheert, krijgt borstels
2. Arnhem
Leeuwarden.
Alkmaar
Breda.
Tilburg
Utrecht
Amersfoort
3. Noordzeekatnaail.
4. Ranja.
5. Inklvisch.
b. 5 maal 1 is 5 en <20 is 25.
e. Een arme kan wel acht ergens óp ge
en. d. de maaltijd.
Goede oplossingen ontvangen van:
Pity 5 Lentebod© 6 Sneeuwballetje 6
Neerland-ia 6 Boschwachter 6 Theeroosje
6 De klein© Vogelvriend 6 De kleine
Violist 6 Bloemenkoningin 6 Theo Jansen
6 Freekenslein 6 Zus en broer 6 - Laatste
kwartier 6 Volendammer 1 Willem III 4
Denappeltje 4 Autoped 4 Vogeltje 4 Vrij-
kogel 5 Bfehangertje 6 De kleine Majoor C
Poesje 5 Wilgenroosje 6 Juffertje Onrust
6 Matroos 4 Gems 5 Jan van Beek 5 Vlie
genier 6 Duinrooske 5 Vosje 5.
Ruilrubriek
Een vriendelijke onbekende dank ik
or de ontvangen postzegels. Verzame
laars mogen er Woensdag wel eens naai
komen kijken.
De uitslag van den
Ketting-wedstrijd
Aan dezen wedstrijd hebben 41 Rubrie
kers meegedaan, waarvan er 24 in Afldee-
ling I en 17 in Af deeling II thuis hooien.
AFDEELING I.
De grootste ketting heeft MBLATTI, oud
13 jaar, gemaakt. Ze had n.-l. 800 nar
Melatti heeft dus recht op den Isten prijs
Zij mag mij den titel van een book opge
ven, dat ze gaarne had.
Op haar volgt VRIJJCOGEL, oud 12 jaar,
met 673 woorden. Hij moet me maar mel
den, wat hij het liefst© heeft: postzegel
album, foto-album, of ansichten-album.
Hij is 2de prijsw,inner.
Dan Jtomb JOFJC1E, oiul 14 jaar met 414
woorden. Joelde krijgt als 3den prijs
penkala-potlood.
Een eervolle vermelding komt toe
DORA, oud 12 jaar en BLOODY FOX, oud
14 jaar, die beiden meer dan 300 woorden
hadden.
Zeer goed was het werk van: Wilgen
katje, Ornates, Montbretia, WoeLwater,
Anemoon, Friezinnetje, Bloemenkoningin
Zanglust, Zwartoogje en Avondklokje, die
allen meer dan 200 woorden hadden.
Goed was het werk vanDuinrooske,
Lentebode.Begonia, Zaandammertje,
Kees de Mopperaar cn Volendammer, die
meer dan 100 worden goed hadden.
AFDEELING IT.
GEMS, oud 9 jaar heeft den Isten prijs
met 386 woorden. Deze mag me dus e
Hierop volgt BLONDKOPJE, oud
ïaar, met 551 woorden. Zij mag kiezen tl
sefcen een handwerkdoos, kleurmap of
briefkaart enalbum
De 3de prijs ontvangt DE KLEINE
ZONNEPIT. oud 10 jaar, met 322 woorden
Hij krijgt een doos postpapier.
Een eervolle vermelding komt toe
Wilgenroosje met 3W woorden. Vriendin
netje, Buitenman, Attalanla en Laatste
Kwartier, allen met meer dan 250 woor
den.
Zeer goed was liet werk van Indramajoe
Theeroosje en Naaistertje met meer dan
200 woorden.
Goed was het werk van: Robinson, Be-
hangertje, Poesje, Goudkopje, Sneeuwbal
letje, en Bloemenvrieudinnetje met i
dan -100 woorden.
Do lsle en 2de prijswinners moeten mij
zoo spoedig mogelijk hun wenschen keu-
baar maken.
Alle prijswinners mogen 11 Juli hun
prijzen bij mij komen halen.
Brievenbus
Brieven aan do Redactie van de Kb
derafdeeling moeten gezonden worden
an Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN,
- d. Vinnestraat 21rood.
(In de bus gooien zender aanbellen.)
MONTBRETIA. Wel gefeliciteerd met
je thuiskomst. "Wat «al dat een blijdschap
zijn geweest. Waren jullie toen al
wo huisIs moeder nu op orde? Hoe
lang kun je nu thuis -blijven? Veel groe
:-n voor de anderen.
LAATSTE KWARTIER. Je hebt- wel
pech in den laatsten tijd. Hoe is het me:
e wondenIk geloof, dat jij een kleine
'üdebras bent. lloe is het Donderdag gc
aan? Kon je de anderen bij houden?
ZUS en BROER. 'c Gaat al wat flink
iet jullie oplossingen. Zoo uitvoerig be
hoeft het mier.
FREBKENSTEIN. Nu hoop ik maar.
lat jij vooreerst niet meer ziek wordt.
Sen je weer maar school geweest en be-
iel het goed?
THEO J. Is moeder weer beter? Het;
hindert .r.:ets, of er eens een raadsel on-
ngelost blijft.
PIEREWIET. - Hartelijk dank voor
je mooie kaart uit Sc-hoorl. Ik zou best
maandje op dat „Rusthof" willen
doorbrengen.
BLOEMENKONINGIN. Mogen jullie
het poesje houden? Als ze zoo klein zijn,
zijn ze zoo omoeaig. Hoe komt het zoo,
dat hij twee moedors heeft? Staan er veel
bloemen in je tuintje? En zorg je er al
leen voor?
DE KLEINE VTOLIST. 'i Is moge
lijk, dat de strikvragen eruit gevallen zijn.
Probeer altijd maar do oplossingen op' één
papiertje te zetten. Als ik in Santpoort
kom, wip ik vast eens -bij je aan.
DE KLEINE VOGELVRIEND. Ben
je niet dolblij met je raadselprijs? Kom je
hem zelf halen? Of zal ik hem per post
zenden? Leuk, dat je nu ook een bal hebt
gefabriceerd.
MEVB. F. 't Is voor een keer zoo
erg niet, ais moeder het werk voltooi;.
Het medeleven der ouders doet me altijd
aangenaam aan.
JAN VAN BEEK. 'k Wensch je heer
lijk weer aan Zandvoort. En zorg
r, dat je als
gen tof ons terugkeert. Heb" je het rn
Wijk aan Zee gezellig gehad?
MEVR. M. DE V. Natuurlijk is -het
goed dat uw jongen alles voor een poosje
l3at rusten. Als het nu maar werkelijk
zomer wordt kunnen zon en zee een goe
den invloed op hem hebben, 'k Hoop er
van hart© het beste van.
GEMS. Dat was een lijn uitstapje. Ja
hebt ook een flink lesje in dc- Vaderlaud-
sche geschiedenis gekregen. Dat zal ja
zeker op school mog wel te pas komen.
Waren je beenea niet moe van het trap
pen klimmen l Was zonnenrinsesje niet
heel blij met je bezoek? Wat zal ze er
naar verlangd hebben, Ö3t je weer terug
kwam. Welk bock heb j© van ZonneprLn-
sesje te leen?
MATROOS. Nu is het eindelijk zwern-
weertje, hè. Hoe li6b je het Donderdag in.'
Leiden gehad? Ben je ook bij de mum
mies wezen kijken? Ik kan me begrijpen,
dat zusje op Zandvoort genoot. Ze plast©
zeker lekker rond op haar bloot© voetjes.
JUFFERTJE IN 'T GROEN en KOS
MOS. Wel bedankt voor jullie mooie
k-aart van. 'i Muiderslot. Zijn jullie er
met de kl"s naar toegewéest? En heb jo
mooi weer gehad?
WILGENROOSJE. Nog van harte ge
feliciteerd met je verjaardag. Je biblio
theek is al weer flink uitgebreid. Wat heb
je veel cadeautjes gekregen, Ben j© nu
goed gezond?
POESJE. Er zullen ©r wel meer ver
langend naar de Rubriek -uitzien. Tot mijn
spijt behoor je niet tot de gelukkigen.
Hierna toeter, zullen we maar zeggen. Mijn
is in de -vaoanlie verschillende wedstrij
den uit te schrijven, dan heeft ieder iets
van zijn gading cn behoeft niemand zich
le vei velen.
DE KLEINE MAJOOR. 'k Had in
lang .niets van je gehoord, maar ik kan
me best toegrijpen, dat het zonnetje je
vaak naar builen roept. Nu is het de tijd
om zwemmen te leeren. Ja, ik krijg ook
het blaadje van hel .Tongcnsgilde en ik
ias juist deze week, dat jullie ook een
Raadselrubriek hebben gekregen. Dat zal
jou wel vlug afgaan.
EEEANGERTJE. Wat krijgen jullie
een late vac-antie. Is je vlieger gereed.'
Fijn, dat vader meegaat om hem op te
iaten. En als moeder d3n met jullie naar
duin gaai, zal je zeker heel prettige daag
jes l
t gaar
VRIJKOGEL. Gefeliciteerd met je
vrijstelling voor de H. B. 5. Nu kan -je
vacarrti© dubbel prettig zijn. Weet j'e al
of je nog uit gaat en waarheen? Is de
kiek goed gelukt? Deze prijs heb je dus
dubbel en -dwars verdiend.
VOLENDAMMER. Veel plezier a.s.
Dinsdag en vooral mooi weer. Zuo'n dagje
in Artis is altijd echt leuk. En als het
mooi weer is, zijn de apen buiten. Dat is
voor jullie toch de grootste attractie. En
wanneer gaan jullie naar Socsldijk? Dat
is bij jullie maar een school van pretjes.
Ik ben benieuwd naar je volgenden brief.
DORA. Gelukkig, dat j© jo leeftijd
nog hebt opgegeven. Nu nooit meer ver
geten boor.
VLIEGENIER. Hoe gaat het met je
duiven-familie? Is hot eitje al uitgeko
men? ICan dat ©en© duifje al beter vlie
gen? Wellicht was hij d'e vliegkunst nog
niet voldoende meester. Had- jo vrij toem
de anderen met het schoolreisje meegin
gen? Jullie hebben schitterende vacant-ie-
piannen. Dat kan morgen ook een heer
lijke dag worden. Ik wensch je allen heel
veel genoegen.
VOSJE. Heb je in Zandvoort ook ge
zwommen? Kun j© 't al los? Ik zou de
lijstjes maar gauw afmaken, want als we
zuo lang aan iets bezig zijn, begint het
vaak te vervelen.
W. BLOMBERG-ZEEMAN,
v. d. Vinnestraat 21rood.
Haarlem, 7 Juli 1925.
Gemengd nieuws.
DUELLEERENDE ADVOCATEN.
Dinsdagmorgen heeft te Paxijs
een duel plaats gehad tussehen perso
nen, van wie men dit in dc laatst©
plaats zou verwachten, n-1. tussehen
advocaten. Twee bekende leden van
de Parïjsc-he balie, nu-. Campincbi en
rar. Barquissau, hadden onaangenaam
heden met elkaar gekregen en be
sloten de veete „uit te vechten". Zoo
gebeurde het, dat Dinsdag in den
vroegen ochtend de advocaten met hun
adjudanten een stille plek in het Bois
de Boulogne opzochten. Het duurde
niet lang, of dc strijd ontbrandde. Mr.
Barquissau werd tweemaal licht ge
wond. Toen vonden de twistenden het
blijkbaar mooi genoeg en sloten vrede
DE HAVENSTAKING IN ENGELAND,
Een spoedig einde verwacht.
Meu meldt nog over het uitbreken de
havenarbeidersstaking dat de leiders, te-
wier wil de staking is uitgebroken,
oordeel zijn, dat de staking bij ge
brek aan stakingsfondsen binnen een 'paar
dagen geëindigd zul zijn. Zij doen daarom
hun best de mannen tot hervatting van
het werk te bewegen.
Vermoedelijk zal de staking tot gevolg
hebben dat een officieel onderzoek wordt
ingesteld naar do wijze, waarop het de-
panement van handel het indexcijfer be-
ekent. De bladen geven over het alge
meen toe dat het cijfer voor de vastellirig
flinke, stevige jon- der loonen niet voldoende betrouwbaar is.
Feuilleton
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsch van
JEFFEKY FAKNOL.
7)
„Heel aardig", zei Liesbeth, „manl
geloot toch dat ilc het maar liever
doe. Wat een vreeselijke naam!"
„Wat doet de naam er nu toe?"
zei ik. „Als je wilt kunnen we liet
schip „do Hoop" noemen en zeggen
dat liet op weg is naar het Land der
Iiartewenschen".
Liesbeth schudde het hoofd, maar
ik 'verbeeldde me een oogenbiik dat ik
liet kuiltje zag.
„Het zou jammer zijn om Louise
teleur te stellen", zei ik. terwijl ik het
katje streelde.
Ja", riep Dorothy uit, „toe, laten
jve gaan, tante!"
„Ter wille van Louise", drong ik
aan en stak mijn armen naar haar
"uit. Liesbeth stond op de bovenste tre
de van dc hap en ik op de onderste,
in precies dezelfde houding als ik in
mijn' droom g:zien had. Ik- zag haar
voet langzaam naar mij toekomen en
toen we-.-r stilstaan; er kwam een glim
lach om haar roodo lippen en kijk!
Daar was liet kuiltje! Dorothy zag
het ook kinderen zijn vreeselijk
vlug met zulke dingen en het vol
gende oogenbiik. zat ze in de boot, met
Louise op haar schoot en bleef er voor
Liesbeth niets anders over dan haar
te volgen.
De Robbedoes ging voorin zitten,
als „uitkijk". Hij vond een eindje
visclisnoer en kondigde aan dat hij de
diepte zou peilen.
Ilc heb verscheidene malen met
Liesbeth paard gereden ze rijdt uit
stekend en vaak met. haar gedanst,
maar ik had nog nooit met haar in
een boot gezeten. Het was een heel
aardige nieuwe gewaarwording, voor
al daar ze zoo dicht hij zat dat ik met
mijn voet «jen zoom van haar rok aan.
kon raken.
„Oom Dick", zei Dorothy, terw-i.il
ze mij met haar groote grijze oogen
aankeek, „waar is het Land der Har-
tew.enaclien?"
„Het ligt achter de Rivier der Droo
men", antwoordde ik.
„Is het ver weg?"
„Ilc vrees van wel, Dorothy".
„O, en moeilijk te bereiken?"
...la, hoewel lmt er heelemnul van
af hangt wie er aan liet; roer zit".
Uésbïlli liepon heel langzaam een
Icno.'p iu hel sluurfcouw te leggen".
„Tante stuurt nu. Zou zij eT ons
heen kunnen brengen?"
„Jawel, dat zou ze wel kunnen, als
ze het wilde".
„O!" riep Dorothy uit Breng ons
als 't u blieft naar het Land der Har-
tevvenschen, tante Liesbeth; het klinkt
zoo mooi en ik geloof dat Louise het
heerlijk zou vinden".
Liesbeth lacht© eens, en maakte nog
eeix knoop in het stuurtouw.
„Het Land der Hartewenschen!"
herhaalde Dorothy. „liet klinkt net
zooals tanto's ver-haal van den Prins
uit het sprookje. Hij heette Trouw
hart".
„En wat was die prins Trouwhart
voor iemand?" vroeg ik.
„Een fijne lcerel!" viel de Robbe
dces bij. „Hij vocht tegen draken!"
„En hij woonde iu een kristallen
paleis", veirvolgde Dorothy, „en hi.i
was zoo goed en zoo vriendelijk dat
alle vogels goede vrienden met hem
warenl"
„En llij had een gouden harnas
en een groote veer op zijn helm!" zei
dc Robbedoes.
„En hij wus natuurlijk verliefd op
de heeldschoono prinses", zei ik.
„Ta", knikte Dorótlty. „Maar hoe
.wist u dat er ecu beeldschoone prin
ses wa s?"
„Oom Dick weet natuurlijk alles",
ant woordde de Robbedoes met nadruk
„Deuk je dat de beeldschoons prin
ses ook op den prins verliefd was,
Dorothy?" vroeg ik, terwijl ik naar
Liesbetli keek.
„Och", antwoordde Dorothy pein
zend, „dat weet ik niet, oom Dick;
zoover is tante nog niet gekomen, ziet
u, maar iedereen is wel eens op
iemand verliefd. Betty onze keuken
meid, Betty zegt dat alle aardige
verhaaltjes eindigen met- trouwen en
„ze leefden lang en gelukkig met el
kaar".
„Dat is zeker waar", zei ik, terwijl
ilc de riemen liet, rusten. „Wat denk
jij er van, Liesbeth?"
Ze leunde achterover en keek me
van onder haar lange wimpers zertlg
aan.
„Ilc denlc", antwoordde ze, „dat
het voel prettiger zou zijn als je door
roeide."
„Nog één vraag", zei ilc. „Vertel
ine eens, heeft die Prins Trouwhart
een snor?"
„Zooals meneer Selwvn?" 'riep de
Robbedoes uit. „Natuurlijk niet. De
prins was een fijne ekrel en hij dood
de draken, weet u!"
„Dat doet me plezier", mompelde
ik, terwijl ilc met mijn vingers langs
mijn geschoren bovenlip wreef
„heel blij".
Liesbeth lachte, maar ik zag dat
ze bloosde en ze lceelc een audern kant
op.
„Hè, het lijkt me zalig om een
draak te dooden!" zuchtte de Robbe
does.
Terwijl hij dt ze. keek ik to ©valig
om mij heen en ik zag in de verte een
man in een hoot, die hard roeide
en die man droeg een panama!
Ik greep onmiddellijk de riemen en
begon te roeien, zóó te roeien als ik
in jaren niet gedaan had, met een
langen, gelij-kmaiigeu slag, zooiat de
wherry vooruit vloog.
Wie leent niet de heerlijke gewaar
wording die goed en snel roeien ons
geeft? Dit was nog veel belangrijker
dan de wedstrijd waarbij ilc slag roei
de voor Cambridge en mijn ploeg ter
overwinning verde. Toen was er al
leen maar een beetje er te behalen, en
nu .1
Ilc zette mijn voelen schrap, maak
te mijn slag noe langer en trolc zoo
hard ik Icon. Liesbet,li ging rechtop
zitten en ilc zag dat ze haar vingers
vaster om het stuurtouw lclemde.
„Je hebt me gcVraagd om door te
roeien hè", zei ilc, in antwoord oj>
haar blik.
„Jo ho!" bromde Roode Sam met
zijn diepste stem. „Alle hens aan dek,
jo-ho!"
In het eerst kwamen we onzen ver
volger een heel eind voor, maar even
later zag ik dat hij omkeek, zijn hoecl
in de boot gooide cn zich gereed maak
le voor den aanval en toen begon
de strijd pas goed!"
Al spoedig begon Liesbeth te mer.
ken dat er iete aan de hand was, het
zij door mijn strakken blik of door
mijn harde roeien, of door allebei. Ze
keek om. Ilc klemde de tanden op el
kaar, terwijl ilc wachtte op een ver
ontwaardigden blik van haar, want
ilc was vastbesloten om in ieder geval
den strijd door te zetten. Maar toen
ze ten slotte weer naar mij keek schit
terden haar oogen. haar wpngen
bloosden en tiaar had je warempel
het kuiltje!
„Stil zitten, kinderen", zei ze. en
dat was alles, maar één oogenbiik
keek ze mij recht in cle oogen.
Er is oj) die rivier al menige race
geroeid, maar nóg nooit ging het zoo
spannend toe als bij deze. Nooit klonk
het geluid van het Water mij mooier
in de ooren, nooit gingen de riemen
zoo glad door het water, terwijl we
sneller en sneller langs de oevers gle
den. Geen zoeroover, die alle zeilen l>ü
spant om te ontsnappen aan zijn ver
volgers, geen smokkelaar, die naar
zijn hol vlucht, met het douanebootje
vlak achter zich aan. heeft ooit op
windender avontuur beleefd dan wij.
(Wordt vervolgd.)'