Bjk tccKieel liggen ui'.iicn. hos móedeli
had hei heai gericmj, dat hij
meer ecu afdah.a in da: rerlrek, erger,
da: h:j pimbKr mssr daarachter, daar
buiten in de mooie wijde wereld leven
sou.
Xosn hij dit voor hot eerst had begrepen,
wegerde hij ernaar te Iciiken, tón hij het
n:e; meer zien, iag hij koppig van dan
vroegen morgen tol den laten avond met
krampachtig toegonepeii oogen, doch al
lengs vond zijn uitgeputte ziel de kracht
mie; meer om zich te verzetten, kon hij.
op de dagen, dat hij zich betrekkelijk nog
a! wel voelde, met den nandoenüjken
blik der hopcloozen naar die wereld liggi
turen, waarvan hem voor altijd de toe
gang onverbiddelijk was o^izegd. En di
aanblik van het onherroepelijk verlorent
bracht met de afmatting een doffe be-
rust.itig ju het gemoed van den langzaam,
de» moeizaam stervende.
Mair op dezen avond was het hem
wonderlijk te moede. Was het de lauwe
lemezon, die na vele grijss kille dagen
rukken kwant, cu ook zijn '.rage, schier
stilstaande bhed ixt sneller slag en meer
der warmte noopte? Was het de blijde
lichte scïtcoctiiebi, die Aa aard*
goud doopte, en haar begeerlijker dan
ooit maakte f Om het even, hij vóelde
■aanzwellende begeerte in zich. O, hij zou
willen leven. O, hij zou weer zijn dagtaak
willen doen met Jim en Koos. zijn beide
groote jongens, op liet akkerland: hij
weer dan machtigen zonnebrand op zijn
lichaam willen voelen, of den lauw!
gen neemnxslend op zijn litinden; o, hij
zou weer iu den stillen wijden avoi
op den ouden bruin van. het land hui
waarts willen rijden, en na volbrachte
dagtaak in de groote keuken met de k;
aers eten, en 's avonds in de avondstilte
zijn pijp rookend luisteren
nachtegaal. 0, hij zou do weef
leven weer willen ketiucn. met al liet leed
en a! het lief, dat het leven au
gaf. O, hij zou Trillen leven, lev
was hei één jaar. één maand, één dag.
één uur.... hij zou willen leven.
Zacht ritselde de biezen ma'., het dof ge
luid van bewegende rokken klonk, en
ilarretje, de jongste dochter, een blo
zende. tesebttge boerin stond voor h._:
ziekbc-J. Zach: lei ze haar warme hand op
de koude vingers van den sieke, en aaide
die, terwijl ze meewarig vroeg:
„Hebt ge nog iets van doen, vader f"
En als de zieke nauw bespeurbaar va
neen knikte, waarbij het was alsof een
flauwe, windvleug de haren beroerde,
iet kwalijk verholen blijdschap
de ionge volle s
„Da
n om een boodschap in
Koos zijn met hun
tiet dorp. Jan ei
meiskes uit kule.
ie zeggen, dat ge een weinig alleen in het
huis zij;. Maar ik kem seffens weer. Zal
ik dan maar even gaan i"
Hij maakte een schier onmerkbaar ge-
Ksnr snéf het hoofd ten Jiewijze dat ze
heel wel gaan kon. Het meisje- lileef noch
wns de knokkige hand streelen, doch
leeds lichter werd de druk van haar vin
gers, het leek wel of ;-.j in gedachten al
buiten was, weg uit die sombere zieken
kamer, op den w'.ji] open, lichten ïand-
m. ich: dan uit kinderlijke liefde ea zor
gelijkheid zich hier wal ophuuden, zooveel
meer thuis hoorde. Nog eens op en neer
aaide ze de harde bêeuige hand. dan, als
wilde ze naar egoisme voor zich zelve
goedmaken, streek ze eons over de warrige
piekharen van den zieken man. Dan was
het meelijden-de maar jeugdig® gemoed
bevredigd en tippelde dc meid zachtkens
het vertrekje uit.
De oude schudde flauwtjes het hoofd,
en op het uitgeteerde verschrompelde ge
laat kwam «en bittere glimlach even
beven.
Nog een wijl© lag hij verwonderd en
roerloos naar den dag :o turen. De zon
stoof zijn goud naar eenen kant der ka
mer in een straffen stras!, Mijn hemel,
mijn heme", hoe schoon zots daarbuiten
zijn, nu met de lenteZoo dacht de
cieke. Ah, de bcomen in den boomgaard
staan in bloei.de appei- en pereboo-
men, -de piuimcbooaten, de keiseiaars.
Dn dit jaar dragen ze weer meer dan het
vorige; het is hun beurt. 0, ik zou ze
willen zien.En Bits, die goeie sukkel
•van 'n Bits, dien ik wel in '11 jaar lang niet
meer over den kop geaaid heb.en de
ouwe trouwe Vos. en de kippen en
Kokoriko, en de duiven.en de sta], en
de schuur, en het kot, en het huis, en de
tuin en de weg en de heek- wereld.
Een cmtzeuende begeerte was, als een
vuur in de sintels, iu zijn doïidelijk af
gematte ziel aangegloeid, Roerloos lag hij
dis hevige gemoedsaandoening te door
staan. Doch nu en, dan vloeide een sid
dering door het skek'tmngcre lichaam, de
oo'gen begonnen allengs :c herleven.' als
schonk de zon ze vol van haar warme iicht,
en op de bonkige wasgele jukken kwamen
zaehtroode plekken; de handen bewogen
zich of ze zijwaarts wilden uitslaan om
steun; het was of daar in dat afgeleefde,
ledige lichaam plots een motor in wer
king werd gc-ze:; het deinde zaeh'.kens,
korte rukken gingen, erdoor henen als
bij een machine, die stoom gaar: en zoo
dadelijk in haar mnchtigen arbeid uit zal
breken. En ineens, in een ongelooflijk on
beholpen gebaar, zwak en ioeh machtig
we.ke erui: sprak, spreidde de zieke boer
de armen uit, r.utte de bibberende han
den weerszijds op het bed. Hij deed een
wilde poging om ook hol bovenlijf nu op
te richten, maar faalde.
Doch gaandeweg minderde de moeheid,
en naarmate die minderde, kwam een
wonderbare geestkracht den zieke bezielen
En zie, zie, als door «en onzichtbare hand
omhoog getild, rees de machtelooze
overeind. Hij handelde als in extase, moe
heid en zwakte waren henen; iets in hem
gebood, en zóó machtig, zóó machtig, dnt
«ij® bijna vermolmde leden gehoorzaam
den. Ilij sloeg het beddek weg
schier bovenmenschelijk gebaar plaat
hij de voeten op den grond. En het
-ontzettend, dien man, die in een jaar
van zijtn bed geweest was, daar
waggelend en tastend, en met een wt
zinnig starren blik door het vertrek te
zien schrijden. Het geleek wel of hij op
een koord liep, zoo zeer worstelden zijn
armen 0111 evenwicht -voor zijn liohaftm
hij schreed naar het venster, naar dc zon
naar het lokkende, lieve leven, en me
uitgestoken armen van verlangen viel hij
op den bij het raam staanden stoel neer.
Een wijle overmande hem nu een ge
wei van flauwte, van duizeligheid, maar
dan overwon d® kloppende kracht van
het geheimzinnig mechanisme in hem
ophieuw, de moeheid vist van hem ais
doelt; het was als had hij in een
kraehtiuakend, bezielend water gebaad;
hij richtte zich op. en keek door het ven-
naar de wereld. Eu hee'.e tranen zon-
ui; de dooascke holle oogon door de
d.cpe gleuven van de kaken no
>p de borst, die in het geopende hemd
niet veel meer dan armelijk gebeente
Wankelend was hij, toen hij zich
ermand hnd, op de kaïnerdeur toege-
schreden, de keuken door, waar alles
was, goed en gul van aanzicht, Als
vroeger dagen.
Hij opende de plaatsdeur, en sloeg
bijna omver, een vlaag van diepen zvva-
■en geur de geur der aarde, de geur
■an het leven sloeg hem ,cn sc-hior be
dwelmd zonk bij tegen den wand; zijn li-
hield hem niet meer; het was de
inwendige, wonderlijke macht, welke hem
voor neerstorten beveiligde. Langzaam
durfde hij de/ luiienluc-ht cp te snuiven
de zalige zegen doordrong hom als
wilde wijn. Kij kon sich nic: verzadigen,
iie; was alsof hij uit zijn graf herrezen
n nu plotseling in een van de he
lévende cordea der wereld stond.
De boomgaard bloeide, de boomgaard
bloeide; boven den groenen vloer lag
er de witgekalkte stammen, die het als
lilen schoorden, een onafzienbaar bloe-
seindak, welig wollig wit en rose, on
doordringbaar dicht en toch luchtig als
schuim, scli it terend gouddoorschenen
de zinkende avondzon. Hij moest bij
dien aanblik «en wijle de oogon sluiten....
Eensklaps vernam hij don zacht en
vreugdevol gehinnik als een wondere
iac-h. liet was Vos, die zijn grooten kop
over het weihek naar hem toestak, en
als hij naderbij gekomen was, hem niet
den vochten damp van zijn adem als met
ion wind omwoei, en zijn natten
snoet llefkoozend langs eijn hand wreef.
En het vroolijke geluiden leven vr.n hel
erf begon nu eerst recht. Bits, die in den
lenteavond lui had liggen dutten,
spreng wakkergeschrikt door het gehin
nik. dol heen en wee: en rolde robbedoe
zend ain zijn ketting. Da kippen kok-
kokkokten ia den ren, vanuit een kot
klonk dof geknor van de varkeu?, «en
geitje blaatte als eea roepend kind. Boer
'ries was opgestaan. Zijn stemming
1-éin hoog boven de werkelijkheid; de
mach: van zijn lichaam was wel bijna
groot als vóór zijn ziekte, zoo leek
hem. Hij wilde het erf bij den stal op-
loopen om daar alles eens te gaan bekijken,
maar de hevige spanning verslapte reeds
zijn knieën knikten, zijn armen gebaarden
anbcheersolit, hevige pijnslelten doorkor-
plotseling eijn achterhoofd, en een
van misselijkheid kwelde hem bo
ute. I-lij sukkelde weer naar binnen,
zich in de keuken op den eersten
den besten stoel, en daar in die dierbare
omgéving, die hem zoo gemeenzaam was,
werd de lichamelijke benauwdheid weder
van hem genomen. Zija noore gemoeds-
staat bcheerschte zijn ph.ysieke' zwakte
weder gnitseh en al. Hij overpeinsde het
huiselijk geluk, dat hem nog bereid scheen
hief in deze kleine wereld van gezellig
heid mei zijn goede kinderen, die sedert
ïw, nu vele jaren geleden, gè-
storven was, hem me: hartelijke gezel
ligheid omringden. Da; zij gedurende zijn
ziekte wel eens wat onverschillig hem
toegeschenen hadden, schreef hij op reke
ning van zijn egoisme; zij waren gezond,
iiij ziek; dat paste op den duur niet bij'
elknar; in den grond waren zij wel goed
hem geweestHij bon zich in zijn
wonderlijke gestemdheid nu nauwelijks
er voorstellen, zoo ernstig en langdurig
zijn ziek geweest, zoö veilig, zoo goed
gelukkig voelde hij zich nu in dit hem
1 gemeenzame vertrek. En hij had een
behoefte, zich hier weer als vroeger te
aestelen. Nauwelijks gevoelend hoe hot
ilechts een bedriegelijk spel was dat hij
meelde, trnd hij r.aar de groote tafel i-n
den uithoek, waar zij huisden, en wilde,
het slechts even, in zijn ouden rie
ten leunstoel gaan zitten. Maar die was
Hij begreep niet goed waarom,
zoo oud was die sioel toch nog niet, dat
men hem had moeten wegdoen, leek
hem.Hij keek naar de kast, waarop
de standaard mes zijn pijpen 3l!ijd ge
staan had. Ook die was er niet meer.
En hij begreeri sióg niet... Een blik
naar de latafel, waar zijn groote koffie-
kora met het bonte landsc-hap altijd had
gestaan, maar ook die was er niet
£a nog begreep hij niet...Hij trad op de
schap toe, waarop zijn kleine bijbel altijd
egstaan had, Maar ook dié was er niet'
-meer. En nog begreep hij niet. Strompe
lend schoof hij naar de hangkast,
opende die. Zijn kleeren waren er
meer in. Zijn schoenen niet. Zijn hoed
niet. Niets. Niets. En in de plaats d-
van hingen de k'eereu van zija dochter
Marretje er in. Toen begreep hij. Men liad
hem al afgeschreven in zija eigen gezin.
Men leefde al zonder hom voort. Hij
dood voor zijn kinderen. Het leven was
voor de levenden; hij had uitgediend; het
zijne was voorbij.
En een woeste droefenis viel op hem,
Mei de vuisten iu de oogen gedrukt stort
te hij op een stool voor de tafel neer
snikte en snikte, met wilde schokken, die
echter al zeer spoedig in kracht afnamen...
Toen Marretje, die een loopje gemaakt
had, thuis kwam, rond ze haar vader zóó
nood over de tafel liggen.
JOB STEYNEN.
Letteren en Kanst
PASTEUR ALS KUNSTENAAR.
Mr. Paul van Sonsbecck geef', in het
tijdschrift „Op de Hoogte" eecige bij
zonderheden over vroegere leckenproc-
ven van Louis Pasteur.
Hij heeft in het „Instituut Pasteur"
een ao-tal pasteltekeningen, door Pas
teur lusschen zijn 13e en 20e levensjaar
gemaakt, gezien. Aan dit artikel is het
eigende ontleend
„Hei is op 13-jarigen leeftijd dat.
'asteui, zonder het minste teekenondcr-
vijs te hebben genoten, voor het ecist
de teekenslift ter hand neemt. Hij was
daartoe aangezet door het voorbeeld
zijn vader, die in zijn vrije uren
niet onverdienstelijk het penseel hanteer-
le. Hij maakte een potloodtekening
au zijn moeder, zooals hij haar steeds,
weemaal per weck, ter markt zag gaan
n zijn geboortestad, met het eenvou-
É:ge, geplooide mutsje op haar hoofd!
den veelkleuiigen omslagdoek cm dt
schouders. Dit jwitret is niet alleen
technisch van een gaafheid, die bewon
dering afdwingt, wij staan evenzeer ver
baasd over de Ka-aktcruitdrukbing, die
:ijn eers.eiing heeft weten te
leggen; een racnte droefgeestigheid dit
kenmerk van deze vrouw schijnt te
geweest. Dan volgen eenige por
iën van zijn jeugdigen vriend Al
fred Breckct en \an zijn zusters Ar-
tfcenne en Othelie, waarvan men dat der
:ste niet meer terug heef; kuanen vin
den.
Hét vertrek van Pasteur uit zijn ge
boorteplaats naar Parijs, een afscheid
dal hem zoo ontzaglijk veel heeft ge
kost, was hem aanleiding- enkele da
len van te voren het portret van zijn
ader te teekeaen. Dit portret, waar
in hij zoo sterk zijn verdriet over het
heengaan heeft uitgedrukt, was hem ge
heel zijn leven bijzonder dierbaar. Her-
.aldel.jk wees hu Cr op in later ja-
n, hoe dat weccrzijdschc afscheid hem
had aangegrepen cn hoe hij zich r.og
•teeds herinnerde den droeven trek op
:ijn vaders gelaat. Geen wonder dan ook.
iai hij dezen zoo aangrijpend op het
lortret heeft weergegeven. Het grootste
aantal zijner tcckemngcn heef: Pas-
eur gemaakt tusschcn zijn róe cn 20e
cvensjaar.
En hoewel de hier genoemde reeds
ijn groot talent verraden, de thans vol--'
gunde vertoonen een nog meer zekere,
kunstenaarshand. Noem ik slechts 'het
portret van kapitein Barbier, die zoo'
gaarne wenschte afgebeeld te worden in
uniform, maar ten slotte bezweek voor
uitdrukjeeiijken wil henvin het
burger te teekenen.
Het bekoorlijke portret van een knaap-
uit Arbois, is vol eenvoudige aau-
trekkelijkheid cn brengt ons de oude
Italiaansche schilders in herinnering.
Dc portretten Ferdinand Maizur,
Emmanuel Koch, öophie Roch, Hortense
bewijzen ons over welk eea
meesterschap Pasteur beschikte,,hoe hij
tot m de kleinste kleinigheid, ook. het
dierlijk van zijn modellen wist te .ver-
orgea.
Zijn groot taject van waarneming,
«paard aan een zorgvuldige uitvoering,
co ten volle in latere jaren tot uit mg
gekomen, blijken rccós op dien jeugdi
gen leeftijd in dc scheppingen van zijn
kunstzinnigen geest. Treedt vooral ii>
:t portret van Sophie Roch, Pasteur's
Hangen aan het licht tot in de kleinste
ouderdeelen, soms zelfs al te natuurge
trouw een klcedingstuk, hier den fijn
li;tgewerkten kanten kraag, tc reprodu
ceren, in dat van Bcnite Parpandet,
meer bekend onder haar kloosternaam
Soeuc Constance, toont hij zich in zijn
volle kracht. Pasteur heeft deze c-la-
risse, die zioh na de verwoesting van
itrar klooster in 1792 te Poligny, zooveel
moeite heeft gegeven, zelfs met groot
levensgevaar de reliquiecn van de sticht
ster haier orde, Colette de Corbie, te
redden.v aak te Arbonis ontmoet. Het is
in de uitbeelding van deze sterke per
soonlijkheid, die haar tijd met een bijna
legendarische vereering werd omgeven,
da. Pasteur's machtig talent net best tot
uiting komt. Zij had reeds den hoogen
leeftijd van 82 jaren bereikt, toen Pas
teur's teekenslift haar beeltenis maakte.
Niemand zal het betreuren dat Pas
teur de wetenschappelijke loopbaan al?
doel van zijn leven heeft gekozen. Het
is echter niet twijfelachtig of de groote
1, indien hij de kunst was
getrouw gebleven, onder de leiding van
l'iageonlot, den leermeester van Cour-
bet. zelf een meester ïijn geworden. Het
door hem nagelaten jeugdwerk geeft ons
hiervan de zekerheid.
Hij heeft echter van 1842 af het pen
seel niet meer gehanteerd, zich geheel
gegeven aan de weienschap, geleid als
a'.iijd in zijn geheele leven door „la
notion immediate du devoir", gelijk een
zijner tijdgenooten hei uitdrukt"
JS DE OLDENBURGER COLLEC
TIE VOOR ONS LAND TE BEHOU
DEN? Dezer dagen is een mededee-
li»g uit de Duitsche pers opgenomen
omtrent de schilderijen van den voor-
maligcn Groothertog van Oldenburg.
Daarin werd o.a. gezegd, dat een van
de Reinbiandts uit de verzameling, be
nevens de Italiaansche schilderijen aan
liet Rijksmuservi ie Amsterdam verkocht
zouden zijn. Ter rectificatie van du
bericht wordt door de Yereeniging Rem
brandt uiededegedeeld, dat een twee-.al
Amstcrdanxsche kunstvrienden de veer
tig voornaamste stukken uit bovenge
noemde verzameling gekocht cn dc
voor ons land belangrijkste werken aan
de Vettcnlging Rembrandt in handen
gegeven hebben, ten einde te trachten
ze voor ons land te behouden. Onder
deze kcur-collectie bevindt zich het be
roemde jeugdwerk van Rembrandt, voon
Stellende zijn moeder cn bovendien een
supérieur meisjesportret van Verspronck.
De voornaamste beteckcnis ontleent
de collectie echter aan dc Italiaansche
schilderijen, een aanta) meesterwerken
Van de Venetiaanscke, en andere scho
len.
De Vereeniging Rembrandt zal deze
schilderijen, tegelijk met de kuustwer-
ken, welke tot dusverre door hare be
middeling voor ons land behouden bie
ren, ia September a.s. in 't Rijksmu
seum te Amsterdam tentoonstellen, ten
einde de belangstelling op te wekken,
e deze stukken verdienen. Reces het
irig jaar slaagde zij er in een vijftal
irste-rangs kunstwerken van Spaansche
en Italiaansche meesters, waaronder de
beroemde Alcalde van Cortc van Gova.
thans in het Rijksmuseum te verwer
ven. waardoor een kern van buitenland-
sche kuust in ons voornaamste schilde-
ijenniuseum is gevormd.
iiargerijiite btana
HEEMSTEDE. A. Bigeminal eu
A. M. v. Kesteren.
Getrouwd: G- A. Tuyl Schuitemaker
met C'. F. VA Coerien.
BWt.llen: A. Reljngoud-Bouguard .j,
,T Goiien-Kraal 2. J. P. Kooren- link-
kof 7.. V. P. M. Vester-Proiji'le z. li.
Sier.'.rist Blij kef z. E. \V. Brnuns-
Vosi'ot'. z,
Ovt 1 .'ellen: ,T. R. J. pil. Cntuf i j
71 j-
ZANDVOORT.
Gehuwd; J. Beeckman en A. M. D.
E. Wijnmalen. F. C. de Bruiju en
A. Hoogeboom.
WOONWAGENBEWONERS EN
KER.MISVAKGENOOTEN. - Op een
desbetreffend verzoek door don Secre
taris van de Nederl. Vereen, van Iier-
misvakgenóoten „Ons Belang!" aan
den Minister van Justitie gedaan, n.l.
natfegelen te treffen, waardoor mo
gelijk wordt, dat de leden van zijn or
ganisatie, voor zoover zij gebruik ma
ken van woonwagens, bij voi'blijf bin
nen een bepaalde gemeente, niet ge
dwongen worden in z.g. woonwagen
kampen te moeten verblijven, tusschcn
het gres der woonwagen bewoners,
heeft Z.E. geantwoord, dat zijnerz'jds
allen Commissarissen der Koningin is
verzocht de Burgemeesters 'mede le
doelen, dat geen bezwaar beslaat voor
leden O. B. andere standplaatsen be
schikbaar té stellen.
GROOTE BRAND TE SPIJKE-
N1SSE. Te Spijkenisse is door onbe
kende oorzaak brand iiitgebrokeu in da
kapitale bouwmanshoeve, bewoond door
A. Biesheuvel, onder Spijkenisse. De
brand ontstond in een hooischuur. Van
daar sloegen de vlammen over naar een
groote sohuui, om vervolgens den prach-
.igen koestal aan-te tasten.
Toen kwam do tweede groote schuur
aan de beurt. De dorschmachïne cn de
b'.ibehoorende locomobielen, een waar
de vertegenwoordigend van f 12,000,
Werden cloor het vuur vernield. ,Ten
laatste moesten ook 'het koetshuis cn
de groote graanzolders cr aan geloo-
VCil.
De vlammenzee had toen een lengte
gekregen van ongeveer 150 M. Van hein
de cn \cr kwamen belangstellenden toe-
stroomen, Er waren zelfs bewoners van
Zwartewaal, Hellevoetsluïs, Maassluis,
Vlaardingen, Pernis en Chariots op de
vlammenzee afgekomen. Nog nooit heef;
cr in Spijkenisse zoo'n brand gewoed.
De biandspuit kwam, door den groo-
«tn afstand, eerst om half- twaalf op
bet terrein van den brand, doch stond
machteloos tegenover een vuur van zul
ke afmetingen.
Het woonhuis bleef gespaard. De
R.-K. Radboudstichling is eigenaar va;j
da boerderij. AssUiantie dekt de schade.
De huiszoeking te
Staphorst.
Getn wederrechtelijke visitatie?
INGEZONDEN MED EO E ËLIN GEN
k 60 Cts. per regel.
De ministers De Geer en Heemskerk
hebben thans geantwoord op de vra
gen van liet Tweede Kamerlid Duy-
ïuaer van Twist, betreffende de liuis-
toking bij do heeren van M. cu U.
te Staphorst.
De vragen luidden
is het uoii munsters hekend, dat op
Vrijdag 15 Juni 19-23, des vuortniddags
te a 3/4 uur, een opperwachtmeester
van het wapen der Koninklijke mare
chaussee benevens een commies-veri
ficateur en twee kouimiazén 1ste kltts-
der directe belastingen, wonende
de gemeeiïte Staphorst, huiszoeking
hebben gedaan eerst in de woning van
den heer J. P. van H., onderwijzer j
aan de Christelijke school te Stap
horst, jij wien inwonende is de heer
d. R-, directeur der naamiooze ven
nootschap Leder- ei! Aietaalwarenfa
brieken U, cu B- te Aieppel, cn daar
na bij den lieer II. J. U., gedelegeerd
commissaris van genoemde vennoot
schap, beiden wonende in de gemeen
te Staphorst 'I
Zooja, kan dan ook worden mede
gedeeld, welke reden tot deze huis
zoekingen in den vroegen ochtend, ter
wijl de bewoners nog te bed waren,
heeft aanleiding gegeven 'I
Zoo dc vraag, ontkennend moet wor
den beantwoord, zijn de ministers dan
bereid, een onderzoek naar liet ge
beurde in te stellen en bet resultaat
daarvan aan dc Kamer mede te doe
len, waarbij bijzonder prijs zal worden
gesteld op een beantwoording der vra-
i:
e,. of in de machtiging tot huis
king alleen de naam van den heer
de R. was vernield, zoodat, wan
neer dit juist is, wederrechtelijk huis
zoeking is gedaan bij de heeren van
M. en O.
2e. op welken grond bij de huiszoe
king aan de bewoners, zelfs toen dit
gevraagd was, gccu gelegenheid kon
worden gegeven, om zich eerst te
kleeden, cn waarom dit verzoek op ru
we wijze moest worden afgewezen?
Ziehier het antwoord van de beide
BLOC-NQTES
ONZE SPECIALITEIT
Fa. ANTON DE ROOIJ
Anegang 14 Telefoon 560
Op grond van een ernstig vermoe
den, dat in het pand, bewoond door J-
de It. te Staphorst, H. no. 40, in strijd
met art. 2 der wet van 19 Mei 1022 een
disi-illeertoestcl aanwezig was, waar
mede op heimelijke "ijze gedistilleerd
werd vervaardigd, verzocht m ver
kreeg de directeur der directe belastin
gen. invoerrechten en ..ecijazen te
Zwolle van den kantonrechter aldaar
de autorisatie, bedoeld bij art. 200
der algemeene wet van 2-5 Augustus
1922, tot visitatie van d. t pand uoor
belastingambtenaren op 15 Juni 1923,
tusschcn zonsop m zonsondergang.
Door den kantonrechter werd de op
perwachtmeester der marechaussee tc
Meppel aangewezen om de ambtena
ren hierbij te vergezellen.
De visitatie diende re geschieden
zoo spoedig mogelijk na zonsopgang
o.a. omdat men, bij niefc-bevestiging
van het. vermoeden, het voornemen
koesterde, tevens een schuur, in ge
bruik bij don teer H- J. O-, niet
diens woning te yisiteeren cn men
dan wilde voorkomen, dat laatstge
noemde por telefoon werd gewaar
schuw cl.
De heer van M.. lie op het bellen
van- de ambtenaar opendeed, leidde
hen rond, nadat hem de autorisatie
van den kantonrechter was vertoond.
Na de visitatie van het benedengedeel
te, mei uitzondering van de slaapka
mer van het echtpaar De R. stond de
heer van -I.. cp verzoek der ambtena
ren, dezen toe ook liet fcij hem in ge
bruik zijnd bovenhuis te doorzoeken.
Ten slotte werd ook de slaapkamer
van het echtpaar de R. gevisiteerd.
Van wederrechtelijke huiszoeking bij
de heeren van M- en O., wier namen in
de machtiging tot huiszoeking niet
werden genoemd, is geen sprake, daar
de visitatie van het gedeelte van het
pand H. no. 40. bewoond door den
Heer van M., met laatstgenoemdcs
toestemming geschiedde, tc-rwijl de vi
sitatie van de schuur van den heer O.
plaats vond op grond van artikel 196
der gemelde algemeene wet, juncto ar
tikel 23 der wet van 19 Mei 1922. Zoo
ais boven roods -verd medegedeeld,
werd diens woning niet doorzocht.
Vaststaat, dat geen der bewoners de
gelegenheid gevraagd he.eft om zich tc
kleeden en daarom van een afwijzing
geeu sprake is geweest en dus zeker
niet van een afwijzing op een ruwe
wijze.
DE ZUIDERZEEWERKEN.
Aan de driemaandelijkscho mededee-
lingen betreffende de werkzaamheden
voor de afsluiting en droogmaking van
de Zuiderzee is liet volgende ontleend:
Begin April werd met de grondbo
ringen aangevangen, die sedert zoo
veel de weersgesteldheid dit toeliet,
werden voortgezet. De bereids verrich
te boringen hebben in de eerste plaats
ten doel den ondergrond te leeren ken
uen ter plaatse van den afsluitdijk na
bij do Friesclie kust cn van het Ooste
lijk sluizeneotnpiex volgons een nader
onderworpen plan, zoomede do plaat
sen waar do' specie voor don afsluit
dijk zou kunnen worden ontleend. In
verband niet de iu uitvoering zijnde oi
weldra komende werken werden no-
vendiea nog eenige grondboringen ver
richt nabij Van Ewijckssluis en buiten
den Koegraszeedijk.
Met liet doen van peilingen in zee
werd eind April begonnen, waartoe
het opnemmgsvaarlnig Hreezaud we
der in dienst werd gesteld.
De geulen rond de Westzijde van
het. eiland Wieringen werden opgeno-
iei), terwijl een aanvang gemaakt
erd met de opneming van die rond
do Oostzijde van dat eiland.
In den afgeloopeu winter weiden
uil do nieuiv aangelegde Uijks-njs-
rden voor du eerste maal Hol-
lniidsclte rijs en tviitilatten verkregen;
gezien cle daarbij bfihoorende pa
len nog niet uil het jonge hout ver
kregen werden, zijn deze afzonderlijk
aangekocht. Tot nu toe werden op oe
werken aan de Kool eu nabij Van
Ewijcksluïs aangevoerd ongeveer
193-OUÜ bos Hollandsch reis. Ü6.O0O bos
nlatten en 21000 bos YVaïchersclie
staken.
Zoodra de Iossfeiger buiten de Van
Ewijckssluis gereed was werd een aan
vang gemaakt met hel aanvoeren al
daar van Belgische blokstcen volgens
de r.auvullingsüvercjciikoiiisl, vermeld
het bericht van januari 1023.
Het ligt in de bedoeling, hij den
bouw van de sluizen bij De Kooi en
Oostoover een proef te nemen met
oeno bekleeding van het muurweric
uist tifelbasalt (Sbichlstein); in ver-
hand hiermede werd met, de Nod. Ba-
.alt-Maatschappij to Zaandam eene
oiidèrhandsche overeenkomst gesloten
or c-en proeflevering van 900 S.T.
.n deze steen. Een hoeveelheid van
-140 S. T., waarvan 286 S. T. bestemd
is voor de schutsluis bij De Ivool, is
reOds geleverd cn nabij de werken
waarvoor de steen bestemd is gelost.
De aanleg van den beseliermiugs-
dijk om het terrein bestemd voor den
bot tv.- van sluizen beoosten Wieringen
kwam, behoudens het aanbrengen van
enkele vakken der beklcedingcn, ge
reed.
De werken tot aanleg van een ge
deelte ter lengte van 22(10 M. van 'i
kanaal, loopênde van af Vtm Ewijcks
sluis naar Oostoever hij den Helder,
volgens bestek no. G Z.W., werden
voorgezet.
liet maken van rle grondwerken
voor een gedeelte van het tijdelijke
vorbindingsltaiinal bij Je Van E-.vijck-
sluis, ,k\vnm ongeveer.tot N. A. P. ge
reed, terwijl nog een gedeelte van de
daarboven voorgeschreven ophooging
word aangebracht.
Do lossleiger in dc haven te Van
Ewijckssluis kwam in April gereed en
werd terstond in gebruik genomen
voor het lossen van stoenschepen. Het
grondwerk voor den oinringdam voor
den bouw van een schutsluis bij Dc
Koot werd voltooid; dit geschiedde
met den grond, verkregen bij do
thans gi'octendêcls voltooide ontgra-
ving v«n den sluisput. De re eel '.an
gecrcosoteerde dennenhouten perkoen-
palen aan den voel van den- oinring-
dam en het rijsbeslag op dien dam
werden aangebracht.
Met het aanvoeren van basaltstort-
stecn, van den langs 't Xoord-Hol-
lnudsch kanaal nabij De Kooi aanwe
zigen voorraad, voor de bezwaring van
't bovengenoemde rijsbeslag werd aan
gevangen.
Het heiwerk voor het. bovensluishoofd
kwam g reed, met. uitzondering van
het heiwerk voor de schennen achter
de slnïshóp.fdniureu.
Met het heiwerk voor heb beneden-
sluislioofd werdaangevangen.
Voor den aanmaak van de fundeo-
ringsplatcn van gewapend beton onrler
do sluishoofdcn werden de noodige
materialen aangevoerd.
De ttooriige proefmaten van gewa
pend beton werden ingeheid, waarna
de lengte van de palen werd vastge
steld; dis heiwerk geschiedde met een
heiblok van 2G00 K.G. gewicht met
een gewone Hollandsche heistelling,
waarvan ds bokpooten zeor zware af
metingen hadden.
De damwand van gewapend befon
voor de Westelijke schutkollcmuur
werd nagenoeg over de volle muur-
lengte met dezelfde hulpmiddelen in
geheid.
liet te bezigen Saksisch graniet kwam
in de groef nabij Dresden ter verzen
ding gereed.
delingen, misschien oiudat ze zijn
Bcuoüimeesters u aren gevv eest, maar
toen liij üezen man reent, xu ae oogen
keen;, voelcle ixij een vreemde ontroe
ring, Hij Kon er geen verklaring voor
vinden, maar nij voelde net duidelijk,
en terwijl hij daar stond,' zag hij een
voTuaasiib uitüiuKking in do sombere
oogen someu, en een oogenblik later
.warden ze bijna zaent. Lr was iets in
dien biia dat den jongen man aan
trok, en zonder oen woord te zeggen
liep hij naar hem toe en viel op zijn
knie neer. De zendeling Jxief zijn hand
op en voor de tweede maal werd de
suite verbroken door de zegenbede.
Anthony Dartnell ging toen weer
rechtop staan en do zendeling ^oog
her hoofd en liep achter zijn dragers
„Wie wa? dat?" vroeg hij.
„Vader lienry", was hel antwoord.
Toen hij zag dat do dragers op
nieuw wilden gaan slapen gaf hii kort
at bevel om verder te gaan.
Dien avond zat Mar Je Salnovo in
de woonkamer van haar vader's huis
met vader Henry bi? praten. Haar ge
zichtje was heel bleek en èr waren
nog tranen in haar oogon. De zende
ling leeek haar ermtic aan en op zijn
gelaat stond flisp .medegevoel te le
zen, toen ze hein de eelxeiKtenissnn
vun den Iaatstcn tijd vertelde de
dramatische komst van Anthony Dart
nell, zijn Urliaal over den moord op
den man, dien hij in het hosch had
gered, haar eigen onderzoek naar de
ze gciheixnzmmge geschiedenis, en hot
vei trek van den overlevende van dit
voua-uramn op dien vroegen ochtend.
„Dat zul dan de jonge jingeJacnmau
geweest z.ju dien xk op weg hierheen
tegen kwam", zei de zenaeling pein
zend,
„Heeft u hem ontmoet?" vroeg bet
meisje opgewonden.
„ik geioof het wel", antwoordde
Voder Henry. „Ja. mijn kind, hij
moei hot wel geweest zijn. Maar je
schijnt je erg voor hem te interes-
seeren?"
Het meisje bloosde heftig en Va-
j dor Henry wist wat dat boteexende.
ben oogonblik bleef hij zwijgepd zib-
I ten en wachtte, of het meisje oak iets
zeggen zou. Maar Marie zweeg ook en
na een poosje begon de zendeling weer
te spreken.
,,1-Ieb je dien vreemdeling lief?"
vroeg hij.
„Ja. Vader I-Ieni-y", antwoordde
het meisje heel eenvoudig.
„En hij?"
Je zegt dat deze vreemdeling naar
Engeland gaat".
„Ja, Vader lienry".
„Zou hij terug komen?"
„Misschien. Hij zal schrijven
dat heeft hij me beloofd". De zende
ling knikte. Misschien begreep hij den
t-oestand wel beter dan lxet meisje
dacht, want hij begon nu over minder
persoonlijke dingen te spreken,
„Wat weet je van da,t jongmensch,
dat in het bosch werd dood geschoten
Marie?"
„O", zei heb meisje, „dat. is een
heel treurige geschiedenis. Zijn
vriend heeft me verteld dat hij op
weg was naai' Engeland om de erfe
nis te aanvaarden van een groote be
zitting. Hij heette Dartnell, Anthony
Dartnell".
Toen ze dien naam noemde kwam
er een verbaasde uitdrukking op het
gezicht van den zendeling en ioen hij
weer sprak kionk zxjn stem heescli en
onvast.
„Dat is vreemd, heel vreemd!" zei
hij, meer tegen zicnzelf dan tegen liet
meisje.
„!k weet niet waarom u dat zegt,
Vader Henry", zei Maine, „maai als
u dat al vreemd vindt, zult u de rest
nog wel vreemder vinden. De man die
probeerde Ora liem te redden, die hem
nooit van z'u leven gezien had de
man die ik verpleegd heb en die u
vanmorgen gezien beeft heette ook
Anthony Dartnell"
De uitwerking van haar woorden
op den zendeling was omzettend. Hij
stond van zijn stoel op. Zijn gezicht
werd bijna lijkbleek, en zijn donkere,
sombere oogen staarden, alsof hij een
spook had gezien. Het meisje keek
lienx verbaasd en een beetje angstig
aau, Toen streek hij met ,zijix lianci
over zijn oogen, alsof hij iets weg wil
de wrijven wat hem het zien belette.
„Ik wist het wel", mompelde hij
op treurigen toon. „Vanmorgen,.. Ik
wist hetl Mijn instinct heeft me niet
bedrogen Hij wa's hetl"
Hij trilde en zakte plotseling in zijn
stoel in elkaar. Het meisje sprong op
hern toa
„Vader lienry!" riep ze angstig
uit, „u is ziek. Wat scheelt er aan?"
De zendeling keek haar even aau.
„Maak je niet ongerust, kind, het
gaat wel over", zei hij met trillende
stem. „Wat je me verteld© heeft me
o.'eu noen schrikken, dot is ul".
„Maar waarom
„Dut kun ik je nu niet zeggen,
knut. Misschien later wel,Ik zou
je erg dankbaar zijn als je me nu een
poosje alleen wilde laten. Ik moet
&en3 goed over allies nadenken".
Het meisje protesteerde tqcn ze zag
hoe bleek hij zag. Maar ze gehoor
zaamde en zonder iets te zeggen liep
zo cle kamer uit.
HOOFDSTUK V-
1)0 aangespoelde mau.
Aan het einde van een stormachfci-
gen Novemberdag kwam dlelen Ray
mond, die nu in dc I'riory woonde,
terug van de jacht, en naast haar
reed haar neef, John Dartnell Fen-
ningtoji. Het werd al donker oix ze
moesten nog drie mijlen rijden, toen
thet slechte weer, dab den liéelen mid
dag al gedreigd had, losbrakDe wind
die al steeds sterker was geworden,
veianderde mi ïix ten heftigeu storm
eu tegelijkertijd kwamen ook de eer
ste regendroppels, die hen fel in het
gezicht sloegen.
„Het .wordt vrees el ijk weer", riep
Pennington, terwijl lui naar de zee
keek, „we moeten voortmaken".
„Dat gaat niet" lucht© Helen. „De
paarden zijn te mee. Bovendien vind
ik het niet erg als het een beetje
waait en regent".
Pennington kiek haar aan. Ifaar
wungen zagen rood van den wind,
haur oogen straalden van gszonahïid
en een lok van haar blonde haar hing
over haur voorhoofd. Hij nam haar
eens goed op en haar schoonheid
maakte diepen indruk op hein, zooals
het oj) ieilcren man gedaan zou heb
ben; maar hij. vond het nog veel be
langrijker dat ze de meesteressen van
Dartnell Priory was en dut de man,
die met haar trouwde, dat bezit met.
haar zou deelcn. Van het oogenblik
ar van hun eerste ontmoeting iind die
gedachte hem niet meer los gelaten
en in een huwelijk met het meisje, dat
hem heh-t had Dartnell Priory te er
ven, zag h'j de verwezenlijking van
de hóóp, die haar komst eerst vernie
tigd hnd. Nu spoorde de gedachte
hem aan, en hoewel hij du ernst er
van volkomen inzag, lachte hij toch.
„Neen, dat geloof ik ook niet. Je
ziet er int als um wonderbloem".
Hot meisje lachte weer en er kwam
een diepere b os op haur wang n.
„Bedoel je dat ik er teer uit zie?"
„Teer en toch sterk", lachte te-
ï'ug. „Teer en sterk en mooi!"
„O, John", riep ze uit, „ik wist niet
dal je een
Ze maakte haar zin niet af. Er be
gon plotseling een stortbui die hen
in een oogenblik drijfnat "maakte. Ze
konden geen hand voor oogen zien.
Do paarden bogen de koppen en oven
later hield de harde regen op en
kwam de vvir.d er achter aan, een wa
rs orkaan.
Helen keek met gebogen hoofd
j naar de straal water die van den
I rand van haar vilten hoed op den nek
van haar paard droop, en ze hijgde
even naar adem toen do wincl hanr
recht in heb gezicht blies.