i JJ De man it Maloba HAARLEM'S DAGBLAD UIT DE WERELD Rubriek voor onze Jeugd ZATERDAG 28 JULI 1923 DERDE BLAD EEN AVONTUURLIJK LEVEN. Ann de schandpaal. Het leven in het bagno, De ontvluchting:. BIJ do Spaansche guerillas. Terug naar Frankrijk. De graaf De Sainte- Hélène. Eon trouw aanhanger van hot koningshuis. Luitenant-kolonel, Een gentleman-Jnbreker. Een noodlottige ontmoeting. Het einde. In hot begin 'Ier vorige eeuw was het in Frankrijk gebruikelijk misdadi gers, die tot de galeien veroordeeld wa ren, gedurende vier uren te kijk te zetten op hetgeen men noemde het kleine schavot .le petit éoliafaud), een stellage, die veel overeenkomst li ad met do kaak bij ons. Deze tentoonostel- lirtg was niet alleen een verzwaring van de straf, maar diende ook om ie der in de gelegenheid te stellen do ge laatstrekken van den veroordeelde goed op te nemen, ten einde hem te herkenenen wanneer het hem mocht gelukken te ontsnappen. Op een lente dag van het jaar 1801 zat op het itleine schavot vóór hot Paleis van Justitie te Parijs een flink gebouwde jonge man van ongeveer dertig jaar. Op het bord, dat boven zijn hoofd aan do schandpaal bevestigd was, stond,ver meld, dat hij Pierre Coignard heette, geboren was te Laugsais en dat hij wegens diefstal oh oplichting veroor deeld was tot 1-5 jaar dwangarbeid. Als jongen bij een hoedenmaker in 'de leer gedaan, had Pierre Coignard in 1792, op 20-jarigen leeftijd, zijn vreedzaam vak vaarwel gezegd en aad dienst genomen ah vrijwilliger in het Repuiblikeinscho leger. Om zijn flinke gestalte was hij opgenomen onder de grenadiers der Nationale Conventie. Ihigelukkigerwijze had hij daar kon- his gemaakt met eenige minder,waar- •lïige sujetten; wa^t het, keurkorps be stond toen lang niet uitsluitend uit echte vaderlanders. Van kwaad was hij tot erger verwallen en heb slot van de historie was geweest d', ver oordeeling tob do galeien. Tu 'fouten kreeg hij tot kettinggenoot* een zeke ren Darius. Iedere galeiboef namelijk werd door middel van een ring om den enkel en een ketting van drie voet vastgeklonken aan een lotge noot. Noch bij dag noch bij nacht werd dat afschuwelijk samenzijn afge broken. I-Iet leven der veroordeelden was een hel: van heb krieken van den dag 'tob het vallen van den avond de zware dwangarbeid, zonder een enke len rustdag, ook des Zondags niet, met geen ander voedsel dan rogge brood en boonensoep, zonder afwisse ling dan stokslagen bij bet minste woord en kromsluiting in het cachot bij bet geringste fceken van verzet- Na vier jaar waagde Coignard er alles aan. Hij zei zijn kameraad Darius vaaawel, sloeg in een onbewaakt oogen blik zijn ketting stuk, wist aan alle vervolging te ontsnappen, trok over de Pyreneeën en bereikte ten slotte veilig en wel Spanje. In dat land gaf hij zich uit voor een Franscli royalist, nam onder den naam Pontjs dienst bij te gue rilla's (ongeregelde troepen), die toen verzameld werden door generaal Mina, onderscheidde zich in menig gevecht tegen de troepen der Fransehe Republiek dermate dat hij in 1810 guerilla-aan- voerder was en ridder in de orde van Alcantara- en van St. Wladimir. Eenigen tijd te voren had hij kon- nis gemaakt met een vroegere dienst-' bode van een naar Spanje uitgeweken Franscli edelman, den Graaf van Sainte-IIélène. Na den dood van haar meester, bleef zij zonder middel van bestaan achter, maar behalve enkele juweelen, had zij een sachet met het wapen van den graaf in haar bezit. Dit cachet bracht Coignard op het denkbeeld zijn nieuwen naam een verlengstuk te geven: liji heette voor taan Commandant Ponbis de Sainte- Hélène. In een gevecht tegen de Fransehe troepen ondér maarschalk Soult ge vangen genomen, werd de drager van den beroemden naam de Sainto-ITélèno voor den maarschalk gebFacht. Een krijgsman, die de wapenen gevoerd had tegen zijn vaderland, verdiende natuurlijk den dood. Maar Coignard speelde zijn rol als vurig royalist uit muntend, liet echter naar alle waar schijnlijkheid doorschemeren, dat hij zijn vaderland nog nicer lief liad dan heb koningshuis, zooveel is in ieder ge val zeker, dat hij, in plaats van den kogel te krijgen, overgeplaatst werd inliet, 100ste Fransehe linie-regiment met behoud van zijn rang als comman dant. Nu opende zich voor hem een nieuwe horizon, niets was meer onbe reikbaar. Hij Icon reeds droom en van den maarschalksstaf, van een nieuwen adellijken titel, dien van graaf, her tog, prins; slechts een weinig geluk en de schitterendste toekomst wachtte liem.,i Maar Napoleons ster verbleekte, de Fransehe troon werd teruggegeven i aan de Bourbons, de oorlog was ten einde. Wat nu te doen? Leven van een zeer bescheiden pensioen? llij dacht er niet aan. Na overleg met Rosa Marcen vestigde hij zich stout weg te Parijs onder den naam -an Graaf van SainteHél&re. Terwijl uit allo oorden van Europa uitgewe ken edelen naar Parijs stroomden en 1,odewijk XVIII smeekten om weer iu het bezit gesteld te worden van liun onder de Republiek verbeurd ver-, klaarde goederen, of dongen, de een naar een betrekking ten hove, de an der naar een rang in liet leger, vroeg do Graaf de Sainte-H-ilène, toen het hem gelukt was een audiëntie 1:e ver werven. geenerlei gunst. Zijn eenigo begeerte, zei liij, was zijn lever, te mogen geven voor den Koning. Lo- dewijik ontving den gewaanden afstam meling van een der oudste Fransehe adellijke geslachten, met gi'oote wel willendheid. Het ral een zonderlinge gewaarwording geweest zijn voor den gevluchten galeislaaf, om daar, do borst schitterend van ordeteekens, zich te bewogen te midden van de vertegenwoordigers der roemrijkste du oudsto adellijke geslachten, in de zalen van hetzelfde kasteel dar Tuilerieën, voor welks deur hij ais grenadier zoo dikwijls op schildwacht gesbdan had, toen heb Comité du ralut public (dé mannen van het Schrikbewind) er :.ijn zetel had. Toen Coignard zen hoog gestegen was, begreep hij dat zijn positie on vast bleef, zoolang hij niet in het be zit. was van identiteitsbewijzen. Rosa Marcen meende zich te herinneren,, dat de werkelijke graaf van Sainte- I-Iélèno geboren was te Saint-Pierre- du Cihemm, een dorpje in de Vendéo. Maar bij onderzoek bleek, dat de naam van Sainte-Hélène niet in het gemeen telijke archief voorkwam. Daar ver neemt hij bij. toeval, dat in Ï8I4 het stadhuis van Soissons door de Pruisen was verbrand en dab alle papieren vernietigd waren. Onmiddellijk ver-' trekt hij naar Soissons, stapt af in heb beste hotel, bestelt een rijken maaltijd en laat de hotelhoudsber komen. Hebt u wel eens gehoord, vraagt liij haar, van een geval, dat vijf en veertig jaar geleden in dit hotel ge beurd is? Daar heeft een voorname dame, die reisde met haan echtgenoot en gevolg, heb leven geschonken aan een zoon. Die dame was mijn moeder, die zoon ben ik. Met verbaasde blikken kijkt de goe de vrouw naar den voornamen heev in zijn schitterend uniform, met zijn. rid derkruis van I.odewijk den Heiligen, zijn Legioen van Eer, en zijn tal van andere ordeteekeiïeii. Achter' den stoel van den Imogen gast staat- eerbiedig? en onbeweeglijkeen prachtig gekleed©, lakei, wiens indrukwekkend voorko men het prestige van zijn heer nosr verhoogt. Zij toont zich hoog vereerd, dat zulk een voornaam heer in 'haar huis het levenslicht aanschouwd heeft, maar moet bekennen dat zij van bet gchealè geval nooit iets vernomen heeft. Ik ben gedoopt in de hoofdkerk, gaat hij voort en ik ben hier gekomen om op heb stadhuis mijn doopakte te lichten, na te gaanwle de beambten waren, die gediend hadden als doop getuigen en ben, als ze nog in leven zijn rijk beloonen. Toen de hotel-houdster antwoordde, dat alle papieren van het stadhuis vernield \vreii, toonde hij zich in hoo- go mate teleur gesteld. Gevólgd door zijn stabigen lakei, begeeft hij zich naar heto stadhuis. Daar speelt hij de zelfde komedie, hij houdt- zich boos, eischt bewijzen, vaart heftig uit tegen iedereen, en komt eerst tot bedaren, toen hem verzekerd wordt, dat hij id entibe-itsbwijzen lean krijgen, mitd hij een notarieel© akte inzendt waarbij zes betrouwbare getuigen verklaren,' dab hij wel degelijk is de Graaf de Sainte-IIélène. Hij vertrekt onmid dellijk- naar Parijs, zendt na een paar dagen de notarieel© akte naar Sois-'- sons cn ontvangt de verlangde identi teitsbewijzen. De fortuin scheen hem toe te lachen, toen ojieens het bericht kwam, dat Napoleon uit Elba ontsnapt was en met snelle dagmarsóhen op Parija aanrukte. Koning Lodewijk vluchtte naar Gent en tot de getrouwen, die hem vergezelden Behoorde de Graaf de Sainte-IIélène. Toen na den slag bij Waterloo Lodewijk de Achttiende voor goed den troon herwonnen had word de trouw van de Sainte-Hélène beloond: hij werd benoemd tot luite nant-kolonel van de Parijsclie Natio- nale Garde. Wanneer 'de oude door do jicht gekwelde koning, op hot balkon van-zijn paleis gezeten, Sainte-IIélène zag defileeren aan het hoofd van.zijn legioen kwam er 'n vriendelijke glim lach op zijn lippen. De luitenant-kolo nel op zijn fier ros liet met edelen zwier den degen zinken en ieder was vol bewondering voor de krachtige, mannelijke gestalte van den held vnn ballooze veldslagen.Oolc Roosa Marcen de vroegere dienstbode, was in rang gestegen: zij heette nu Gravin dej Sainte-IIélène en wanneer iemand zich verwonderde over hot uitheemsche accent en de esnigszins vreemde ma nieren der gravin, gaf haar echtge noot te verslaan, dat zij, hoewel ver want aan heb aloude Fransehe ge slacht der La Feuillade, 'n Spaansche van afkomst was en oen dochter van den onderkoning van Malaga. De graaf de Sainte-IIélène maakt er geen geheim vandab llij in de Re- volutie, al zijn goederen vorloi'en heeft,; hij leeft op waardige wijze, een voudig, maar deftig. De graaf en de- gravin zijn in de hoogste kringen Mei- kom© gasten: hij, onberispelijk gek'eed in zijn uniform, zij met- haar cac'/term- res naar do nieuwste mode en haar prachtige juweelen, en de groote sta tige, laken die mevrouw vergezelt, wanneer ai* uitrijdt, maken atle dm een schitterend figuur. Ma.ar de graaf heeft in Parijs de kennismaking hernieuwd met eonigPt inmiddels vrijgelaten galeislaven en weldra staat hij aan het hoofd van een geoefende dierenbende. Wanneer h'j oj) een of andere soiree met de handen op den rug geleund staat te gen esn meubel eu iijn veldslagen vertelt of de dames met beleefdheden overlaadt, vermoedt niemand dat de gevierde gast door middel van een stuk was den indruk neemt van het sl >t. dat- het meubel afsluit. Een paar weken later, dringen zijn medeplichtigen door middel var. nauw keurig passende sleutels bet vertrek hii,nel, en leggen fieslag ou den rijkui. inncud van kasten, en bureaux. üp zekeren u-g naaiae hij een bru- taua siUit uu. in] was ba.nonet met uen uie-is kwaaas vermoeuenuun af- uouiiigsouei -Dij «et ivimisDene van ooi'iog, den «eer ue öainpigny. Mei cui riemt van iiein, vouf wien lui een aunneveiingsumei" kwam wagen, nezuent luj ciéii mocigen amiitenaar in zijn nuis en toonde zich opgetogen, over het rijke anieuoieineih. „wat aon firad.it! zegt hij. „Mag ik alles ecus aö/ii mijn vrieiud laten zien!" „zener antwoordt a© öampiguy en iilijifc ijverig doorschrijven. Sainte- iieióno en zijn makker bezoeken alle vortrekktei. Y eer tien dagen later o p oen dag, dab de Sampigny audièntie geeft, komt Sainte-Hélène op het Mi nis larie, biijiit <if>n geileden middag iu de wachtkamer, staat or op, uat alle andere bezoekers voorgaan en toen eindelijk de aucnentie was afge- loopen en de Sampigny thuis kwam, vond hij dat alle kostDaarheden, die zijn kasten en meubelen bevatten, spoorloos verdwenen waren. Het kwam geen sterveling in de gedach ten, dat de luitenant-kolonel, die den geheeien namiddag op het Ministerie van Oorlog liad doorgebracht, iets met liet geval te maken had. Mevrouw de gravin was de waardi ge gezellin van haar echtgenoot. Op zekeren dag houdt haar rijtuig, stil voor het huis van den Spaanschen ge neraal Marti. Haar lakei vraagt of de generaal Mevrouw de gravin de Sainte-IIélène kan ontvangen. Het antwoord luidt bevestigend. De reden van baar komst, zoo deelt, zii den hof- fel ijken Spanjaard mee, is hem het adres te vragen van generaal Mina, die tijdelijk te Parijs vertoeft en wien zij iets wenseht te verzoeken. Marti weet het acli'es niet en zendt zijn ka merdienaar op kondschap uit bij de Spaansche ambassade: en terwijl de gravin en de géneraal in ziin salon zitten te keuvelen, neemt haar lakei, die in het voorvertrek staat te wach ten, wasriridrukken in de overige ver trekken. Een kleine drie wöken later, toen de generaal 's avonds thuis kwam, wachtte hem een onaangena me verrassing: zijn fraai geborduurde uniformen, ziijn contanten, zijn zil verwerk len Zijn ordeteelcenen, alles was verdwenen. Maar een onverwachte ontmoeting maakte aan de grootheid van de Sainte-Hélène een einde. Toen hij op zekeren dag in hot jaar 1818 para deerde aan het' hoofd van het 72ste legioen, bij gelegenheid van een wa- pensoliouwing der Nationale Garde, werd hij. herkend door zijn vro e g-aren kettingmakkér Darius. Deze trachtte den tot hooge eer gekomen kameraad gelid af te persen en toon dit misluk te, bracht llij hem aan. Bij generaal Despinois ontboden, die hem zonder omwegen een ontsnapten galeiboef noemde, protesteerde hij op den toon der diepste verontwaardiging. Hij bood. aan; te huis zijn legitimiteits- bewijzen te gaan halen. „Wacht even", zei de generaal. Hij schelde en daar verscheen Darius. Maar Coig nard was op zijn hoede: (hij loochen de brutaal weg, zjij-n laffen aankla ger ooit te voren gezien te hebben. Op last van 'den generaal werd hij nu naar zijn huis vergezeld door een staf officier en twee gendarmen. De gra vin ontving den officier met groote minzaamheid, hoewel zij verontwaar digd. was over de grievende behande ling, die men haar echtgenoot deed ondergaan. Terwijl deze in een ander vertrek de papieren ging halen, bood zij den gast een glas extra-fijnen Ali- cante-wijn aan. Maar de graaf bleef lang weg, en toen eindelijk de offi cier do deur opende, waardoor zéiji gevangene heb vertrek verlaten had, bleek het, dat deze ontsnapt was. Hij had eenvoudig het buis en sohort van zijn broerden kamerdienaar, aange trokken en was met een plumeau on der den arm den trap afgegaan en langs de onverschillig toekijkende gendarmes heen de straat opgeioopen en had zich uit de voeten gemaakt. Hij bleef echter Ïiïeï laag óp vrije voeten. Een maand later werd hij gevat, en door de rechtbank veroor deeld tot levenslange galeistraf. Zijn vrouw werd vrijgesproken, een vijftal medeplichtigen leveneens of wel, zij kregen lichtere straffen. In Toulon werd bij met bewond'ering aange staard door zijn nieuwe makkers, hii ontving dikwijls bezoek en Rosa Car men, die zich metterwoon in Tou.lon gevestigd had, zond hem vaak ronde sommetjes, geschonken door vroegere vrienden. Men noemde hem den ko ning van het bagno. Raadsels (Deze raadsels zijn nlle ingezonden door longens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. Iedere maand worden onder de beste oplossers drie boeken in prachtband ver loot.) 1. (Ingez. door Poesje.) Een bloeiende heester. De vrucht van den eik. Een prodükt van den schoorsteen. Een boom. Een bijwoord. Een medeklinker. ab is ac. 2. (Ingez. door Meiklokje.) Ik- ben een spreekwoord van 38 letters. 29 27 28 2G is een ontkenning 31 30 33 33 is ook een ontkenning. 12 13 18 3 is weer een ontkenning. 12 12 7 6 6 15 38 is een jongensnaam. 2 4 )1 11 6 Jcmnt van een olifant. 19 11 8 17 is een hoofddeksel. 1 is 14 is 34. 9 5 is een meisjesnaam. -10 33 26 is niet mager. 16 20 26 is -niet droog. 21 11 11 15 38 is miet altijd 22 35 27 4 33-14 is geen engel. 23 24 12 is een deel van het jaaT. 19 20 21 22 is een .lichaamsdeel. 26 27 28 25 is een getal." 32 33 is een lidwoord. 34 35 36 37 33 hebben we altijd moodig. 3. (Ingez. door de kleine Spoorman.) Met B ben ik een eiland in de Noord-Zee met G een plaats in Zuid-Holland, met W. een plaats in Friesland. 4. (Ingez. door Klein imaar Dapper). x x x is zeer licht. x x xis een plaats in Overijsel. x x x is van chocolade, x x x is een meisjesnaam, x x x is een deel van een schip. en dig lichaamsdeel. x x x is een vruöht. x x x is een familie-lid. De puntjes moeten een stad noemen in Zeeland. 5. (Ingez. door Volemdammer.) Wie kan -uit den maam Co Holal 'n vloei stof maken! 6. (Ingez. door Vrijer.) De slager verkoopt mij, geef me een ander hoofd en ik behoor tot de Insecten. Raadseloplossingen 1. Zooals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten. 2. Valladolid. 3. Batalk—taibaik—<tak. 4. Welkom thuis, 5. Berlijn. 6. Kinaninpintiinvinzin. Goede oplossingen ontvangen van: Kleine Zonnepit 5, Itappo 5, Theeroosje 4, Gems G Vrijkogel 5 Wilgenroosje 5, Vervolg van wedstrijdnummer III Ylugle gtze débe idek war tjesop desch aaf bank. Eer sthe mma ar hel penhot 'ibro od mo et weg geb org en, het man djeen li elg eld wor denann den bak kerge geven en alsze zich omke ert om den wacht en den man nen het geld teg even, ish et verd wen en. „Ze gJa niklei da arzoo net tweek war tjesneer. Hebje zéo ok ge zi en!" „I kvra agt Jan ver ba as dik we et van niks" En met cm versc-h illig gezicht ga nt hij vo ort meth et do orza genvan eenp lank. „Zo ek da me ens me eszegt vro uw Go over ts. „Wa armo et ik zo eken!" kli nkl he ton vorsch illig. Tochsc huif thij metz ijl etwa tlcrul lenwe gti Itden faam erop, kijk teens hi eren da ar. ma ar zi et ni ets. ,,'kZa lcenp aar ande reha leaver volgtd evi'ou wopver drie tig ent oou. „Zezu 1'1< ori-mo eten ter echt- kom en onde man n- kun nen ni at wacht ende man neuk rij gen hunt ooien ver trek keu met del edig ekarv ro uw Go ver tzo ekten zo cktop al lemog elij keenon mog el ijk ep lek jesma ar he fcge ldbl ij ftwe gna school tijd w- dendek in de rena ati het zo eken geze tje desch ooi ju ffro uw doe ema ar dek war tjes zijn ner nd en. Debe dro ef deo ogen Go over tsspre kene en bc-sch uldi gingu it, di eo ök inm ij nha rtop we! tja nhe eftze ge s tol en!" Ikwi lec'h terze kei beid heb ben enil: den ken denkto tja ikwe et wa tik zaih emo ude pro efs tel vonds om beren stil lat jesb ij eenz it ver t'elik hun wat ik vanzi ns buni zitn oge en sp iks plm ter nie uwen lden. Slra ksza lik he min de wer kpl nee rle gge nen ai sik rnor ge ntio •scho ol gab eni kbe ni en \vd of hije gli gtz oos lecht za lhij to chni et zenri epen Goo verlsen zij nvro uw t ij kwe zu Uea zi ensp De i i sik vro eger wa kker da n; oop teik deng uld enop deb epa al dep lokte rug levin denïk mo est mij wa dwin geua nde rszo uik ar gwa au 0 chhc tge be ur dei mme rsw clme da tik 's mo rg ensv ro eg de nw eg opwa nde Lde. Dek lok mo est no gach la an to en i kuit mij mlc amer kv ga mg do or li ep ende we rekp la ats bei- ei kte., I kwist. da ,tde ba ns re edEom u urna ar eenk .ar weiwa sen Ire tve rl as de mijd us ni etja nal le en a am scha af ban kte zi enk ec-s je zatop zijnsch ou deral Ier leige lui de nuït les to Na een vlu gg enmor geng ro et enon ijnh lik ken pij lsn el na ar het stap el tjep la nk enav aar i kden bli nke nden gu lden faov en oph adg ele gd. Degu lde nw as we gïk ko ntnez elfh aa bed wi ng en. l're u rigke eki kna arja nen ikh oop tei etsv anber o uw ofsch aam teop zij ngez ichtte zul lenle zendo clmi els va mdi ta lies. Flu it enden ni uri end-ver ri chtfc eh ijzij nw erkji ijde eda !so fik erni etw as. 1 km aak tev ro uwgo over tsde el ge ot va n-m ijntre uri geont dek kingwa uden we do enz ij nlcle eren mazo- oke van ken nisge vena and env -aderv anh etg es ti chtin aar al shij to elie enso Idi gwa stick tem deme no gaan ooha lmv ast. mos schi enw asd egu lde jitii ssche ndep lan kongev al leiwna ardï ekw art jes da nlat en weer va navo nde ens metg oov ertso vers pre kenra adeik aanh etwa son seen vera demi ngt oong steld emor genm etja ndeg ehe elew erk pla aism etb ez emen telc enhe tdu urdé la nge erik di ena von dden sla apko nva tien. Ke es jewa sre edsi ndi eper ustto en iktn ijno gdta aid eenke erde. I kha dzo on med el ij dennr etja mento chen lo cheln del ijk sli pik Ja nw ashe tvo onv erp v anm ijnd niik laga an banden envo eten gebo nde nme teen pro pinni ijnm oudon ikz ag du ïde lijkda tja ngek ni eldia gbij hetk abin etjeen meteen fare ébij eerde do urfo ree erde. Hijwa. seen vol le erded ie fenin breit erho ekwa inikto cliin dl eka merof wasfae tmij nka merja da ark wam hij; ko nikma argil lenen omliu Ipro epei Ikvo el deme vols lag en niae hie loosi del ijkd aar op en deik mij no og engel uk kigfae twa sma are en dro omge w stm aoT wa tho orde i kda ar! Jaer bewo ogzi ch-w atin mij' non mii dellij kena bij he idda twa sge en verbe el di ngm etk Iop pen dha rtsi aar deik descli emera chti geru imte. Ikz ogm ijng oud ëriri ngsc hitïe ren oplie Ina chtl.of el j'tewa twa sda terk warne enscha duwv oor. Zouj ant oehi kge ef eeng ilenda arv li egtke esjede kam erdo oren he tha lfgo op endeve nst era ii. Do ormij mg il lenwa rendeb aas ena ijnv ro uwwa kker gew ord ento Ohg een zwar igh ei dvro eg vro uwgoo vert somh et ho ekje va nde de eur. Ikv ert el deha aral les. -a nzi thijb onsin ded akg ootg 1st v loog hijd aaro ok na ar to e. .(Slot volgt.). Brisvenbus Brieven aan Ge Redactie van de Kin» derafdceliug moeten gezonden worded an Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN, d. Vinnestraat 21rood. (In de 1>U3 gooien zonder aanbellen.)) VRIJKOGEL. Je hebt al mooie dagen gehad op Zandvoort. Maar Woensdag was het zeker een regendagje. Hier goot het tenminste. Ik hoop, dat jo wat winnen zult met den Telegraafwedstrijd. Wat ben je van plan te maken! We blijven onge- ev^i laing uit. Ik korn den 21sten Augustus terug. Waar ziin jullie met do ito naar toe geweest! Je raadsel is goed. ZAANDAMMERTJE en BLOEMEN VRIENDINNETJE. Hartelijk dank voor jullie mooie kaarten uit Wijlt ann Zee, Bloemendaal en Zandvoort. Als jo me eens schrijft, zet je adres cr dan bij dan stuur ik je een ansicht uit deze om geving- Zijn jullie alle twee met de klas uitgeweest! Wat w— dat een mooi strandgezicht van Zandvoort. GEMS. Wat kreeg ik van jou een grooten, gezelligen bric-'. Je hebt daar in IJ/nuiden wel plezier gehad. Maar je kwam zeker imet een uat pakje thuis. Of was. het onderweg al weer gedroogd! Hoe komt zoo'u stevige baas nu nog aan hoofdpijn! Heeft rnreder al weer eens voor banketbakker gespeeld! THEEROOSJE. -Tij hebt nu toch ze ker ook al v-a can tic. Als je me weer schrijft, doe dan je adres erbij. Dan stuur ik je een kaart over de post. Wat had je een schitterend rapport. Ik kan me begrijpen, dat ze daar thuis blij meo wa ren. Vandaag, Woensdag, regent het hier onophoudelijk. En i-k 'denk aan al de kin deren, die vandaag nu niet van 't slramd genieten kunnen. We zullen maar hopen op spoedig beter weer. WILGENROOSJE. Ja, kind dat was een faeele gebeurtenis, dat jij mocht zwemmen. En dan nog wel in zee. Is het je''goed bekomen! Wat liad je weer een kranig rapport. Je bent maar een knappe wilgen roos. Heb je. een kaart van me ont vangen! Mevrouw BLOMBERG—ZEEMANt p/a. Mejuffrouw VOERMAN, Rijksstraatweg 5, De Steeg, 28 Juli 1S25. LENTE-IDYLLE. Het gebeurde op een schoonen voor jaarsavond. In den turkooisblauwen he mel was de zon reeds een 'eind naar het Westen gereisd, en goot vandaac haar gouden regen over den kiezelweg. Door het enge venster stak een straal gelijk een gouden kling de kleine kamer iin, waar boer Andrïes 'doodziek te bed lag. Geel als oud ivoor was het verweerde ge laat: het in langen tijd niet gekuipte haar warde er afzichtelijk omheneu, en een wil de grauwe baard bedekte mond en kin. Oogen zag men nauw, gedoken als ze la gen ouder de zware struikige wenkbrau wen en nochtans waren ze voortdurend ge opend, soms blonken ze seconde-kort op met een flauwen gloed als vonkendrijs, dat smeuit cn zoo meteen wel dooveu zal. De enorme knokkige handen rustten op het dele. en zouden levenloos geloken heb ben, indien nu e.n dan een korte, snelle Killing ze niet had beroerd. Dat en het schaarsche, wonderlijke opflitsen der oogen waren de eenige blijken van leven bij den zieken boer. Reeds omstreeks een jaar lag hij zoo, en het taaie lichaam verzette zich daar al dien tijd tegen do sloopendo ziekie. Reeds had de man, die krachtig en bedrijvig altijd was geweest, thans zoo werkeloos en moegepeinsd in zijn droeve alleenheid, zich met den dood verzoend. Het leven, waarin niet gewerkt worden kan, was hem geen leven. Pijm leed hij weinig, lichamelijk althans; langzaam maar zeker voelde hij het leven uit hem wegzinkenElite dag ontstal hem verraderlijk weer telkens wat van zijn laatste kracht; het zou nu wel spoedig met hem gedaan zijn. Vóór hem was de eiken bedsteewand met zijn grillig spel v-an houtnerven, ter rechterzijde rees de geelwitte kalkmuur links huigen de gebloemd sitsen bedgor dijnen, half operi geschoven als een loo- ueelvoorhang. En daarachter, daarachter was het wonderbaarlijk, geheimzinnig tooneel: de kamer met de gele matten, do glanzende mahonie tafel, de rieten stoelen, prenten aan den wand, en mid denin het schoonst van alles: achter een rij van roode geraniums in het kozijn, en terzij geschoven, wit neleldoeksche gordij nen: het landschap, de wereld, het leven, liet kostelijke, zoete, lieve leven. Wat al dagen had hij naar dit wonder F e I Ileton Geautoriseerde vertaling naar het Engclsch van OTTWELL BINNS. Een lange zwart uitziende man, met een geweer in de hand, kwam liet pad af dat naar liet boscii leidde en toen hij de dochter van den hande laar op de veranda zag zitten kwam Hij naar haar t-oe, groette en begon toon op een vraag van het meisje een verhaal met een vloed van woorden- Af en toe viel het meisje hein in de rede. Het gosjjii'ék Word gevoerd in een dialect uat Anthony Dartiiell niet kende, en toen hij naar haar koek, begreep bij uit den ernst van baai- optreden, dab de zwarte man belang rijk nieuws had gebracht. Na een poosje stuurde ze met een handge baar. den iulauder weg cn wendde zicii weer tot Dartnell. „Kon u het gesprek volgen?" „Neen", annvoordde hij en schud de het hoofd. „Ik ken dat dialect niet, maar aan u merkte, ik dat (hij u nog al een belangrijk bericht bracht". „Ik wals wel verbaasd", antwoord de liiet meisje langzaam, alsof z© nog aarzelde in hoeverre ze. bem in haar vertrouwen zou nemen. „Hij1 is een van mijn vaders bedienden, die er voor mij op uitgeweest is II moet weten dat ik totaal niets begreep van de aanvallen op u en uw overleden vriend. De inlanders in dit deel van liet boscli zijn de blanken goed ge zind. en het heele geval was me een raadsel, en daarom stuurde ik dien man het'boscb in om te probeeren of hij er niet wat meer over te weten kon komen. En wat hij me vertelde is nog al vreemd. De inlanders in liet bosdh weten al les van den aanval af, maar zweren dab zij er niets mee te maken hebben gehad. 1-let is gebeurd door menschel! van een stam hier ver vandaan, aan gevoerd door een blanke, die de in landers uit dGzc buurt blijkbaar wel kennen, maar wiens naam ze niet wil len noemen. Er was een jonge blan ke hier, zoo wat twee ma'andc-n voor u kwam.'I-lij was een Engelschrnan en llij is uooit hier in huis geweest, maar llij beeft een heelen tijd daar in de schaduw van de boomen met mijn va der staan praten. Hij kampeerde er gens in het'bosctb. on mijn vader ging bem den volgenden dag opzoe ken Zou llij soms. Maar dat is onmogelijk! Ik hoorde mijn vader zeg gen dat hij op weg naar de kust was. 1-Iet kan ©ven goed uw vriend, die Vernïoord werd, zijn geweest, die la ter van .plan veranderd is". Anthony Dairtnell schudde pein zend li'et 'hoofd. „Neen, hij kan liet niet geweest Zijn, want hij was al maandenlang niet in de bewoonde we reld geweest". Marie Salnovo lachte en keek eens om zich heen. „Noemt u dit de bewoonde wereld?' „Het is er tenminste een voorpost van," zei hij glimlachend. „En gaat u morgen weer naar de beschaving terug?" „Ja", zei hij, morgen moet ik gaan.". Het meisje gaf geen antwoord. Vrij jdotseling stond ze van liaar stoel op en verliet de veranda- Toen ze zich in do deuiropeaiing oog even omkeerde zag bij liaar gezichtje en het gaf liem eeii onrustig gevoeL „Ik meet in ieder geval morgen wog zien te komen", fluisterde llij bij zichzelf. „Ik ben hier al te lang ge weest". De dag was pas aangebroken toen* Anthony Dartnell zijn twee dragers bevel gaf om oj: weg te gaan naar de kust. ITij Iftul afscheid genomen van Marie, die door haar goede zorgen zijn leven gered liad, en toen hij tra nen zag in baar donkere oogen wend de llij onmiddellijk zijn blik af, ©n nam. zich voor niet om te kijken voor hij bij den rand van liet boseh geko men was. Maar juist toen llij van plan was om dat té doen, hoorde hij een lichten stap achter zich en voelde hij een klein bandje op zijn linker arm. Marie was hem gevolgd en haar mooie gezichtje was nu nat van tra nen. „Hoe kunt n. zoo weg gaan?" vroeg ze wanhopig. Hoe leunt u dat doen?" „Ik moet", zei llij en keerde'zijn hoofd om, om den smeekenden blik in huar oogen niet te zien. „Maar u komt toch ml terug?" zei ze. „U komt toch terug?" „Ik zal liet zeker probeeren". ant woordde hij, „ik zal de vriendin aan wie ik mijn leven te danken lieb, niet vergeten". „Ja", zei zo en er klonk triomf in haar stem, „dat is waar. Als ik er niet geweest was... En d'a't zult n altijd onthouden. Wat er ook gebeurt, dat zult u niet kunnen vergelen. Al tijd zult u zich dat herinneren. „Tot weerziens, mijn vriendinne tje", zei hij op gemaakt-luchtigen toon. „Tot weerziens!" llij liep door achter zijn dragers met een strak gezicht, maar bij een bocht iu het boschpad keerde hij zich om en koek achter zich. Het meisje stond nog op de plek waar hij liaar verlaten had, een klein, eenzaam fi guurtje in de sombere schaduwen van liet woud. Het ontroerde hem, om haar daar zoo te zien staan. Een oogen blik was hij geneigd om terug te kee- ren, toen zet hij tegen zichzelf dat het dwaasheid zou. zijn, hij wuifde met de hand, en een seconde later werd ze aan zijn blik onttrokken door dè hoo rnen en kruipende hanen. Vijf minuten later, toen hij zijn dragers weer liati ingehaald was er een ernstige, vastberaden uitdrukking op zijn gezicht, die er op bleef, tot on geveer elf uur, toen ze halt hielden orii eten klaar te maken, en om te groote inspanning in de hitte te ver mijden. Toen de maaltijd was afge- loopen deden de twee dragers een dutje en hij ging roolcen en dacht aan Marie Salnovo, aan wat er gebeurd was voor hij ha.ar ontmoet liad. en aan de toekomst. In den binnenzak van den nieuwen linnen jas die bij op liet handelsstal-ion had gekocht, za ten de papieren,die hij van den an deren Anthony Dartnell had ontvan gen, van den man, die zoo afschuwe lijk vermoord was door ecu ongezio- iien vijand. Vaag maakte luj zijn plannen. Hij zou doeu wat de doode hem aangeraden had. Hij zou naar Engeland gaan, naar den notaris wiens naam op de papieren stond. Hij zou hem zijn naam zeggen, en zijn geschiedenis vertellen en waarschijn lijk. zou de notaris hem wel kunnen helpen om de leemten in zijn levens geschiedenis aan te vullen. Zoo zou llij misschien te weten komen wie 7.ij« vader was, wat. Het geluid van stemmen stoorde hem in zijn overpeinzingen: 1-Iij sprons' overeind, greep liet geweer dab vlak bij hem stond en terwijl hij dit deed kwam er een inlandsclïe drager met een pak op zijn hoofd uit het bosch. Er volgde er nog een, en nog een, tot er ong'.-i eer zes waren en toen kwam er een blanke. Hij zag dadelijk dat liet een zendeling was. Half glimla chend liet hij zijn geweer los en bleef stafu kijken. Zijn eigen bedienden, die nu uit hun dutje waren ontwaakt, keken even naar den zendeling en liepen toen met allerlei uitroepen, naar hem toe en vielen op hun knieën. De zendeling hief de hand op en Dart nell hoorde hom in het Latijn zeg gen; ,,-Beiiedicat vos omnipotons Deus, Pater et Filius, et Spiritus sanctus". De twee dragers stonden weer op en de zendeling keek naar hun meester. De jonge man zag dat hek gezicht van den zendeling vree- seKjk" mager was en dat zijn oogen. abnormaal schitterden. In liet eerst dacht hii cr niet aan om het voorbeeld van zijn dragers to volgen. Zooals lui Marie Salnovo ver- te'd had, voelde hij niet veel vcor zen-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 9