Gouë Jaap
Letteren ei Kunst
ttenouw Boschboom had geétf handen'
genoeg om al die uitgestoken handen ie
drukken.
„Wai heeft u licit o? den hals ge
haald." sprak notaris Huysc-r hoofd
schuddend.
,;Eea groote dosis levensvreugde en le
vensgenot,was het vrooiijke antwoord.
..Maar waar is Sientje
„Natuurlijk bij Aai," riepen de jon-
geus.
Daar stak Sientje juist haar glunder ge
zicht om den hoek der kamerdeur.
„Welkom hier, Sten. Meid, wat doet
do Haarlcinsche lucht je goed," sprak
„Ze zit nergens liever dan in dan Hout,"
spotte Gerard.
„Daar is 't wat fijn bij de muziek," ver
volgde Flip die 't alleen maar van hooren
zeggen had, maar natuurlijk zijn vriend
moest- bijvallen.
Mevrouw Boschboom stoeide met de
blonde, stevige baby. „Een schatje, niet
waar mevrouw?" vroeg Sien.
„Je moet onze Gcrda eieai," poohto n
Aal,,* dio zich eerst bescheiden op de.
achtergrond gehouden had.
„Ons kindje is veel fijner en teerder,
beweerde mevrouw Boschboom. Aal trok
met een boos gezicht naar de keuken.
(Wordt vervolgd.)
Brievenbus
Brieven a.ta ze Redactie van do Kin
derafdeelicg moeten gezonden worder
aan Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN,
VOSJE.
Deed
e genoegen ook
3 hooren. Is het
Haagsche vriendinnetje gearriveerd I Dan
gaan jullie er zeker alle dagen heerlijk
op u:t. Gefeliciteerd met je overgang naar
de M. D. L. O. Ja, nu zal wel een tijd
van werken en siudeeren voor je worden.
Maar eonder moeite kom: men er niet.
Is de wandeling naar Kraantje Lek nog
doorgegaan. Voed je de omgeving iniet
heel mooi?
WILLEM v. d. L. Zoo, hen jij weer
op honk En ik begreep wel ui: je schrij
ven, dat je heel wat genoten hebt. Zijn
de anderen ook -voldaan over hun uit
stapje? Ben je met moed weer aan "t
werk gegaan Na zoo'n rusttijd valt het
ir. 't begin vaak wai zwaar. Zet er maar
dapper je schouders onder.
LAATSTE KWAST IER. Het weer is
hier
zich i
schen kan. Jij hebt net maar gezellig hij
tante. BUji je er de vaeanhe uit? 't Was
zeker wel een aardig dagje, toen vader ea
moeder je kwamen opzoeken. En hoe was
het op de bruiloft van de grootouders?
5ö jaar getrouwd, wai een -.ijd 1
THEEROOS. Gelukkig maar. dat die
nare kiespijn weer geleden is. Zijn de ge
droogde bloemen goed uitgevallen? Ben
je nog aan wedstrijd 4 begonnen I .Te moet
maar zoo denken: Wie niet waagt, wie
ANGELIQUE S- Je bent hartelijk
welkom als nieuw Eubriekertje. Wat je
schuilnaam betreft, kies zelf maar tu's
schen Tuinierster en Vionwke. Is veel
aardiger, als je zeif een naam kiest, dan
wanneer ik het voor je doe. Heb je al
een onderwerp uit wedstrijd IV uitgeko
zen? Ga je im Haarlem op school of in
Zand voort f Hoe is het met den gewonden
vinger.' Wat scheelde er aan?
M. C. S. Hartelijk dank voor dat
leuke strandgezicht van Wijk aam Zee.
'LENTEBODE en SNEEUWBALLETJE.
Ook aan jullie mijn -vriendelijke dank
voor je kaart vaai de Enkhuizerboot. Zijn
jullie nog eeeziek geweest? En hoe be
valt het je in 't vrije land der Friezen
Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN,
p/a.: Mejuffrouw VOERMAN,
Rijksstraatweg 5,
De Steeg.
11 Augustus 1923.
Tot den Haag toe h'ad ik alleen ge
reisd. Daar stapte echter op het laat
ste nippertje nog een robuste oude
man in.
Goedendag, groette hij min of
meer joviaal.
De man zag er zoo gezellig uit, dat
ik besloot het er op te wagen en hem
teruggroette.
Slecht weer, zei hij toen.
Ja, mooi is het niet, antwoordde
ik.
Handig en genoeglijk opende hij nu
een gesprek over ieze aangelegenheid,
en met belangstelling luisterde ik.
Sommige heden veilden gesprekken
over het weer banaal. Ik niet. Ze zijn
goed en vredig. Gesprekken over
kunst, politiek, wijsbegeerte hebben
het menschdom al sincis eeuwen tot
.vijandschap, doodslag, zenuwkoort
sen en velerhande klinieken gevoerd.
Gesprekken over het weer zijn de ge
moedsrust en de wereldvrede en de ge
zondheid zelve......
Ze dienen echter gewoonlijk slechte
als inleiding tot andere, en zooge
naamd veeizijdiger conversatie. Dit
was ook het geval met mijn plezanten
overbuurman. Van het weer daalde hij
naar de duurte der levensmiddelen, de
verschrikking der belastingen, en zoo
kwam hij allengs terecht op ouze he*
dendaagsche zedqn, in vergelijking met
die onzer ouders en grootouders.
Als oudere mensclieri zulk een ver
gelijking ter sprake brengen, valt
zij steeds in het- voordeel van ons
voorgeslacht uit. Ik bereidde er mij
dus op voor, het thans levende ge
slacht door mijn reismakker t-ot in het
weerzinwekkende te liooreu kleinee-
ren als hoovaardig, lichtzinnig, ver-
spil2uehtig en erger, waartegen onze
voorvaderen en moeders dan als vlek
keloos reine zielen zouden afsteken.
En ik was niet weinig verbaasd, toen
ik mijn overbuur hoorde verklaren,
dat liet in zijn jeugd nu ook niet zoo'n
algemeene braafheid geweest was als
sommige bejaards lieden bet wilden
doen voorkomen. Ik stond ervan te
kijken- Zoo'n renegaat. Die man had
nu ook geen korrel korpsgeest, om
zoo opzienbarend zijn eigen tijdgenoo-
ten te gaan afkammen. Do gezellig*
aard knipoogde eens, als had hij mijn
overdenkingen begrepen, beproefd, en
geschikt bevonden om er den draak
moe te stelcun.
Vieux jeu, sprak'hij, vieux
jeu, mijn beste mijnheer; mijn vader
zaliger sneed tegen mij al net zoo
goed op over den tijd van zijn jeugd.
Dat is altijd zoo geweest, en ïuet de
beste bedoelingen gedaan, maar je
moet het allemaal met gelooven. Toen
ik een jongen was, had je evengoed
lichtzinnige raenschen als tegenwoor
dig-. Bent u bekend in.... (hij
noemde een dorp in den omtrek.)
Ilc antwoordde ontkennend.
Nu, dan zult u ook de geschie
denis van Jaap, gouc Jaap met ken-
Dat was me anders iets, voegde hij
erbij met een leutig knipoog, wat zoo
veel beduidde als dat hij klaar lag om
van wal te steken. Eén woord van mij
was voldoende om hem te doen beslui
ten. En mijn genoeglijke reiskame
raad begon te verhalen
Jaap was schippersknecht. Maar
niet een van de keurige, propere soort
zooais je er tegenwoordig aantreft
menschen, die, als ze passagieren, met
hun blauw serge pakuen en sportpet-
ten voor den fijnsten mijnheer niet
onder doen. Nee, iuj was iiet soort,
zooals je vroeger aantrof, die waar ze
ook gaan een doordringende lucht van
teer en zeildoek meebrengen, en een
half ons Oldenkott tegelijk m den
mond steken. Kerels, die broeken dra,-
gen, vanonder zoo w ijd dat ze wappe
ren op hun schoenen en je naar vos
ten compleet zot-ken moetkerels in
hardblauwe boezeroenen en met stug
ge zwarte flambards opin één
woord onvervalschtc schippersknechts
met- al hun ap- en dependenties. Hij
verdiende een weekloon van .:ji gul
den en als het bar druk. was kwam er
vijf en veertig cents voor overwerk
bij. Hij had nooit meer verdiend, wel
jarenlang minder, maar hij had toch
kans gezien, daarvan een vrouw cn
een heel husje kinderen te onderhou
den, en behalve dat zoowaar ook nog
in de staatsloterij te spelen- En tame
lijk grof ook! Hij was begonnen met
twintigjes. Later tientjes. En toen hij
er jarenlang met eigen' geld of kleine
prijsjes was uitgekomen, had hij den
moed een heel lot te nemen. Daar had
de man alles op gezet. Daar leefde hij
voor. De gedachte aan de kans, dat
hij nog eens een fiksthen prijs zou
trekken, bezielde hem, zoo te zeggen,
bij zijn zware dagtaak, cn gaf hem op
oorhand al een. soort van bedekte lioo
.aardigheid tegenover zijn baas en
andere menschen die zich b'cter dan
hij konden roeren. Op een ochtend,
clat hij aan het laden was en a'door
•an den wal groote zakken steenkool
aan boord sjouwde, zag hij ineens zijn
vrouw naar do wallekanb rennen.
Jaap, Jaap, schreeuwde ze of'ze be
zeten was en ze zwaaide mefr haav ar
men van. geweld. Toen, hij* opkeek-
schreeuwde ze koortsig: ,",Gooi weg
dio zak! Gooi weg! We bennen rijk.
We hebben de honderduizend:''
Als ik zeg dat Jaap oen beroerte van
blijdschap kreeg, dan lieg ik. Maar als
ik zeg dat hij géén beroerte kreeg,
dan lieg ik ook. Want de schipper, die
het bijwoonde, vertelde dat Jaaps bee-
nen een paar seconden lang onder hem
heen en weer golfden, en den zak steen
kolen op zijn nek een soort bibbera-
tie kreeg. Maar dat was alles. Hij
heeft dus mogelijk een korte attaque
van. een beroerte gehad, een soort-
instantané, om -zoo te spreken. Toen
smeet hij den zak steenkolen neer of
het een vod zonder waarde was. loog
tegen zijn vrouw dat hij er geen let
ter van geloofde, was echter binnen
een seconde overtuigd, danste als een
malloot met zijn vrouw op de keien,
maakte een langen neus tegen zijn
baas cn ging op een holletje naar
huis.
Met zijn vrouw samen ging hij in
de stad het geld halen en met die par
tij lapjes in zijn zak voelde hij zich
ra.-.r te moede. Hij vertrouwde geen
een voorbijganger hij verbeelde ztèh,
dat ze allemaal naar zijn borstzak
keken, waar de portefeuille met- geld
zat. Voor ik-weet niet-wat had hij zijn
jas Dog niet losgeknoopt Hoorde hij ie
mand achter hem pralen, dan schrok
hij, en ging langzamer loopen om hém
voorbij te laten dan kon hij hem ten
minste i:i de gaten houden. Kort en
goed, de kerel voelde zich met al dat
geld bij zich verre van op zijn gemak
tusschen al die...... „armoedzaaiers,"
zooals hij ze noemde, cn alleen het zien
van een politieagent hier en daar gaf
hem wat rust. Maar toen hij een kof
fiehuis was binnengegaan en zichzelf
en zijn vrouw w at had verkwikt, kreeg
hij meer moed. .lij gingen naar een
grooten kleerwinkel cn lieten zich
daar allebei in bet pak steken. Bij het
betalen gaf hij den kassier tien gul
den fooi. De man schrok, maar be
dankte fluisterend. Ook werden er
mooie schoenen gekocht, hoeden, en
hoewel er geen vuiltje aan de lucht
was, ook voor elk een paraplue. Daar
na namen zo een rijtuigje, en lieten
zich naar een restaurant brengen
naar een groot en schitterend restau
rant, want met de kleeren hadden ze
ook den durf aangetrokken, zeg maar.
Zo aten twee diners, van de duurste
natuurlijk cn knapten een fleschje, Do
vingerkommen,die na een vischgo-
recht werden neergezet, dronken ze
leeg, want visch moest zwemmen
meende Jaap. Zo sneden een wasfi
guur van een keurig opgemaakt on
schotel aan, denkend dat het eetbaar
was, slikten elk een paar dozijn sleep-
nsperges door met huid 011 haar, en
lieten zich, slaperig van voldaanhoid,
naar een heel duur hotel brengen,
waar ze op de bovenste verdieping een
kamer kregen wat -Jaap wel beviel,
want hij lv«d altijd een hekel aan bo
venburen gehad, en trouwens, het kon
hem ook niet hoog cn voornaam gc-
den eersten roes 7.00 royaal toe
ging Nee, hoor, het is altijd zoo ge
weest, dag in dag uit. Verhuizen de
den ze nietzc bleven hun kleine wo
ninkje aanhoudenze waren zolf toch
zelden thuis. Op de enkele dagen dat
ze er waren, kwamen de fijnste diners
van den kok. De kinderen, die alle
maal getrouwd waren, trokken met hun
kudden kinderen naar de vetpotten
van vader Jaap, goue Jaap, zooals
men hem nu noemde. Ze konden daar
voor vaders rekening net 2ooveel eten
en drinken besteilen als hun inviel, 011
er stond altijd een spoelkom vol gul
dens en rijksdaalders op ds kast, waar
uit de bezoekers bij het afscheid een
greep mochten doen.
De echt-geaooteii aten en dronken,
snoepten en knabbelden den heeleu
dag. Als ze niet aten en dronken, za-
ren ze in een bakje, onderweg naar de
stad of dik cn voldaan op de huisreis.
Slapen deden ze weinig, want daar kon
de grootste armoedzaaier zich ook wel
mee amuseereu, zei Jaap. Het gebruik
te linnengoed werd niet gevrassehen,
maar weggesmeten. Ec 1 japon, waar
van de stootkant was iosgetrapt, of
een jas, die een knoop kwijt was, werd
opgeruimd- Het was een roes, mijn
heer, een complete roes, die jaren
duurde. En nog niet eens zoo heel
veel jaren. En toen de roes uit
kwam Jaap tot zichzelven op zijn vroe
gere schuit. En alles verder was ook
hetzelfde De baas, dis hem uit goed
hartigheid weer had aangenomen,
toen hij hem op een dag met nauwe
lijks Idem-en aan zijn lijf aantrof de
schuit, waarop hij vyeer sjouwde met
laden en lossen alsof hij nooit 's levens
vreugdebeker en de vingerkommen ge
ledige! had tot op den bodemhet
weekgeld, dat weer vijf gulden was
en vijftig cent voor overwerk op druk
ke tijden-En weer zag de verdui
velde kerel kans, daarvan in de lote
rij te sjieTen. Maar nn'oit heeft hij meer
orijzeh van beteekenis gewonnen, en
toen hij, ourlér gewórden, eindelijk
beelemaal niet meer werken kon, was
er, zoo te zeggen, niemand meer onder
al dio kinderen, behuvvdkinderen,
kindskinderen en vrinden, die zich bij
de grootsüo -herseninspanning ook nog
maar iets van de reuze maaltijden en
van den spoelkom met rijksdaalders
kon herinne'ren. Om kort te gaaiili ij
is nog van de armen begraven, die
zelfde Gouc Jaap.
JOB STEYNEN.
Ssof! ea ïïedsïrüSen
LUCHTVAART NIEUWS.
DE VLIEGTOCHT DER HOLLAN
DERS NAAR G0THEN3URG.
Een der deelnemers aan den vlieg
tocht der Hollanders naar Gothenburg
does aan de Telegraaf het volgende
erhaal van dezen tocht:
Vrijdagmorgen om S uur begonnen
we onze reis in Soesterberg. Zooals ie
doen gebruikelijk is, was alles wat
iets met vliegerij te maken heett. aan
wezig om ons te zien vetrekken- Lang
heeft men ons beslist niet kunnen vol
gen, want de wolken hingen zeer laag.
Een drietal onzer collega's doen ons
in de lucht uitgeleide. Eén zie ik bij
Apeldoorn rechtsomkeert maken, den
volgenden wuif ik goeden dag Doven
Deventer, de derde houdt vol tot bij
de Duitsche grens, dan zijn we einde
lijk „onder ons" en voor het eerst
steekc een Hollandsclie militaire es
cadrille haai neus boven de grenzen
van het dierbare vaderland. Het weer
wordt iets beter, we behoeven nu niet
meer op 100 meter té vliegen. Na een
beetje geharrewar, omdat de éen iets
meer Zuid wil houd.en en de ander
denkt dat we meer Noord moeten,
hebben we toch snel den goeden koers
le pakken en bereiken recht oyer Bre
men Hamburg, waar op het viiegveld
bij Fuhlsüttel lïchtkogels worden af
geschoten om onze aandacht te trek
ken. We landen daar om half elf, wor
den zeer vriendelijk ontvangen en hef
tig benijd door Duitsche piloten, die
geen toestellen en geen brandstoffen
machtig kunnen worden. Benzine en
olie worden bijgevuld, alsmede onze
magen. Dit laatste kost ons eeu hand
vol groot- bankpapier. Na een harte
lijk afscheid zetten we koers naar de
Dcensche eilanden. Een belangrijk
verschilhot Deensche landschap en
het Duitsche. Naar het Duitsche kijk
jo al gauw niet meer, het is min of
tueer groezelig, het Deensche daaren
tegen is één en al opgewektheidgroo-
boerderijen met heldere roode daken
on onderstukken in aie.-'ei kleur, uit
gestrekte wei- en bouwlanden alles
geeft een indruk van levendigheid en
Lrischheid- Het land ziet er uit, zoo-
als het yolk is. Joviaal, gezellig,
vriendelijk.
Na 1 1/2 uur komt Kopenhagen in
zicht on wij sluiten aan om boven de
stad te munouvreeren. We zien de
menschen blijven staan in de straten.
Kopenhagen is een pracht-stad om te
zien uit de luchtruim, groot, veel
bosch, veel parken. Tivoli trekt direct
jo aandacht. Dan landen we op het
militaire vliegterrein op Amager dat
prachtig gelegen is aan de Sont. aan
den zelfkant van de stad. Wij springen
uit onze toestellen, blij dat we de eer
ste étappe achter den rug hebben en
worden door Deensche vliegerofficie-
reu afwisselend in de drie moderne ta
len begroet. Werkelijk een bijzonder
hartelijke ontvangst- Ik vraag zoo
langs mijn neus weg, waaraan we die
bijzonder hartelijkheid eigenlijk te
danken hebben en dan krijg ik ten ant
woord, dat de Hollanders eens (het
moet geweest zijn in 1600 en zooveel)
de Denen hebben geholpen tegen de
Zweden en sindsdien kunnen wij Hol
landers bij de Denen geen kwaad meer
doen.
Dan komen ook de secretarissen van
den gezant en van den consul-gene
raal c-ns verwelkomen, alsmede vele
leden van de pers. Den volgenden
morgen voor ons vertrek vinden
dan ook uitgebreide verslager, in alle
kranten met ouze portretten. De bla
den schijnen zeer opgetogen over
cn ons eseadriüevliegen voor zoi
ik het kan vertalen, Fees ik o.s. in écn
blad, dat onze evoluties zoo juist en
zeker waren, alsof we waren „de vijf
vingers van een hand''.
Den volgenden ochtend om kwart na
twaalf starten we in een halven storm
met regenbuien. Maar overigens was
het helder en goed zicht, zoodat we
rustig door konden gaan. Nauwelijks
zijn we echter bij Helsingfors overge
stoken 01 we worden door de bewol
king al lager en lager gedrukt. Van
teruggaan was geen sprake meer cn
terreinen om te landen vindt je niet.
Hoe noordelijker we komen, hoe la
ger de wolken en hoe rotsachtiger en
ongelijker het terrein. Ilct meest fu
neste was, dat de kale rotsen hier
overal plotseling uit de wei oprijzen,
zoodat je nooit weet, wanneer je zoo'n
brok steen, dat half in den mist ligt,
voor je neus krijgt. We volgen de lust
tot Kun^sbacka op ongeveer 29 K.M.
van Gothenburg welke kust een
prachtig gezicht oplevert met zija iele
diepe insnijdingen dan gaan we
meer landwaarts om door het dal van
•Lindome Gothenburg-te bereiken, Dit
was het kwaadste van alles. Met zijn
vjjfen in een nauw dal, met steile rots
wanden cn wolken op 50 M. of minder
geen van ons 'had wat je noemt „een
droge draad." En wat het ergste was,
we mochten elkaar niet loslaten, v,aiit
maar één van ons had een kaart, en
zonder kaart had ieder van ons een
prachtkans om glansrijk t". vei dwalen.
Gelukkig gaat allees goed en zitten we
plotseling boven de stad Gothenburg,
waar vooral de tentoonstellingsgebou
wen de aandacht trekken. Voel gele
genheid om deze onderweg te bewon
deren hebben we niet, want in plaats
•an tusschen de rotsen zitten we nu
tusschen de torens en -s uitkijken de
boodschap. Maar wij zijn bij ons doel
en dat geeft verlichting. Van Gothen
burg naar het vliegterrein Toi'slanda
een quaestie van nog een p-iar mi-
uten volhouden en dan landen we alle
ijf, als de eerste vreemdelingen, die
aankomen, tot groote verbazing van
de Zweden, die ons geenszins vei wacht
hadden met dat weer.
Drickei.
OVERZICHT.
De Haarlem speiers zijn er dan in ge
slaagd om de Amsterdammers met
een nederlaag naai- huis te starenin
derdaad een iraaie prestatie, die ech
ter vrijwel uitsluitend te danken is
sn het eminente spel van den vete-
tan Bert- Healy. Zoowel mot het bat
Is met den bal deed hij prima werk,
scoorde n.i. 5ö runs en ruimde 9 Am-
-rdainsehe wickets op voor slechts
49 runs.
De reserve-teams onzer Haarlem-
6che vereeniging, wisten beide uit
twee wedstrijden twee punten te be
machtigen. Zoo verloor Haarlem op
besliste wijze de belangrijke ontmoe
ting tegen V.V.V. 2 waardoor deze
DUITSCHE TOESTANDEN.
OïDètffA*
Het slatparkthcatci' te Steglitz, een
Voorstadje van Berlijn, negeert liet „v.kl-
je papier", dot Mark heet, en vraagt
voor de billijkstc plaats2 eieren,
terwijl een stalles-plaats 1 pond boter
kost. Voorloopig mag het nog ia Mar
ken worden betaald (naar den dagprijs,
die voor eieren 15.00Q Mark per stuk co
voor boter 300I000 Marlt per pond be
draagt), maar de directie behoudt zich
het recht voor, zich weldra uitsluitend
„in natura" te laten betalen.
laatste vereeniging beslag legde op de
eerste plaats in Afd, B-, en won Zon
dag gemakkelijk van A.C.C.
Itood en Vit daarentegen won Za
terdag tc-gen V.R.A. 2 en verloor den
volgenden dag, dank zij verschillende
foutieve Bcheidsreclitelijke oesüssin-
gen, zeer onverdiend van de Haagsche
reserves.
Voor a.s. Zondag zijn \veer eenige
zeer belangrijke wedstrijden vastge
steld- Zoo z/i! de ontmoeting V.V.V.—
Rood en Wit van belang zijn voor het
bezetten van de fatale laatste plaats.
Het 2al dan ook aan de Kruis laan
geducht spannen. Een overwinning
van onze stadgenooten brengt hen
voorloopig uit de gevaarlijke zóne
wij vertrouwen dan ook dat dit zai
gelukken, temeer nog daar de Haar-
femmers aan den Spanjaardslaan heb
ben bewezen de meerdere van V.V.V.
te zijn.
Haarlem gaat met een zeer gebro
ken combinatie naar Rotterdam om
V.O.C. partij te geven. Daa- vooral
het gemis van Schmeink duchtig zal
worden gevoeld, geven wij onzen stad
genooten al heel weinig kans, het tot
een overwinning te brengen-
A;t do Spanjaardslaan is ve.-de- nog
een aardige wedstrijd tusschen de
Rood cn Wit- cn V.V.V.-reserves, ter
wijl reeds a.s. Zaterdag do ontmoe
ting Haarlem 2V.R.A. 2 op Schoten
wordt gespeeld. De voor a-s. Zondag
vastgestelde wedstrijd Haarlem 2—H.
C.G. 2 is op verzoek van laatstge
noemde vereeniging uitgesteld.
UMPIRE.
feit en Schooi
ONDERWIJS AAN SCHIPPERS
KINDEREN.
Thans is door de Advies-commissie
voor het Lager Onderwijs aan Schip
perskinderen, ingesteld door het On
derwijsfonds, waarin zitting hebben
•ertegen w-oord igers van alle ondenvij-
zersorganisaties hier te lande, rapport
,au het Bestuur van het Onderwijs
fonds uitgebracht.
Aan dit rapport, dat bij de regeo-
ring zal worden ingediend, ontleenen
ij heb volgende:
In afwachting eener afdoende rege
ling voor het onderwijs aan schippers
kinderen in gunstiger tijdsomstandig
heden, worde thans door het Rijk
een Maatregel van Bestuur genomen,
waarbij het onderwijs aan schippeis-
kinderen met ingang van 1 Januari
1924 wordt ondergebracht bij het bui
tengewoon lager onderwijs.
Dit onderwijs kan zijn:
a. ligplaats-onderwijs;
b. onderwijs aan scholen met inter
naat.
Het ligplaatsonderwijs worde gege-
3U in exira-uren, in afzonderlijke
klassen, verbonden aan een school
voor G. L. O. of U. L. O. en in af
zonderlijke scholen.
Het rapport bevat een uitgewerkte-
regeling voor het aantal leerlingen!
in extra uren, in afzonderlijke klassen,
in afzonderlijke scholen en in scholen!
met internaat, evenals een regeling!
"oor de leerkrachten.
Het rapport behandelt verder d6
-ergoedingsregeling van het Rijk aan
gemeenten of rechtspersoonlijkheid-be-
zittende vereenigiugen of instellingen,
welke onderwijs doan geven overeen-1
komstig do ontworpen regeling.
Teneinde tot uniformiteit in liet on-
lierwijs voor schipperskinderen to ko
men, wordt voorgesteld, dat door den
Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen een commissie wordt
ingesteld, die in overleg met den in
specteur de methode en leergang vast
stelt voor het aanvankelijk leesondei-
wijs, het rekenonderwijs, het elemen
tal! schrijfonderwijs, het onderwijs in
de Nederlandsche taal en brt onder
wijs inde aardrijkskunde.
Bij het rapport is een uitvoerige toe
lichting gevoegd.
Daaruit blijkt, dat beoogd wordt
onderwijs voor het varende schippers
kind aan den wal op alle plaatsen,
waar een kind vertoeft.
Daarvoor is het noodig, dat in die
plaatsen van 011s land, waar schip
pers komen, doch te weinig om scho
len te stichten, onderwijzers worden
aangewezen om de kinderen geduren
de hun verblijf in die plaatsen te on
derwijzen. Opdat het onderwiis overal
kan worden genoten, is uniformiteit
noodig.
De Commissie verklaart, dot de door
haar voorgestelde regeling het mini
mum is, dat, gezien den grooten ach
terstand van het onderwijs voor schip
perskinderen, kan worden tot stand
gebracht-
Met 't oog op den stand van 's lands
financiSii durfde de commissie geen
verdergaande voorstellen doen.
NIEUWE UITGAVEN.
Bij II. D. Tjeend Willink en Zoon
tr Haarlem: Het Protesbantismo in
Hongarije door prof. dr. G. von Anlal.
I11 dit geschrift wordt een overzicht
van het verleden en het hoden van het
Hongaarsche Protestantisme gegeven.
Bij do N.V. Boekhandel v.h. N. P.
van Stockum en Zoon te den Haag:
I.ord Robert Cecil's weg naar interna
tionalen vrede en ontwapening. Op
roep omtrent het waarborgverdrag
met geschiedkundig overzicht.
Bij G. B. van Goor Zonen te Gou
da: J. Schrijver, Brievenboek voor
iedereen. Een verzameling brieven
over de meest uiteenloopende onder
werpen, getuigschriften, verzoekschrif
ten enz.
Bij W, J. Thieme en Cie. te Zutphen:
Lager Onderwijswet 1920, zooals dié
is gewijzigd hij de wet van den 5den
Mei 1922 en den 23 Juni 1923, benevens
do voor school- en gemeentebesturen
en onderwijzers belangrijkste kon. be
sluiten en een tabel aanwijzende de
gemeenten, die tot elke inspectie be
lmoren door J. Bos, Eerste ambtenaar
ten bureel© van de inspectie van liet
lager onderwijs te Zutphen.
Bij W. J. Thieme en Cie. te Zutphen:
3. A. Beekman, schets onzer staats
regeling. Leidboek voor onderwijs-in-
richtïngem Deze nieuwe druk is geheel
in overeenstemming gebracht, met de
Grondwetsherziening van 1922 en ve
lerlei wetswijzigingen van den laatsteu
tijd.
Verder ontvingen wij:
Gids voor Helder, uitgave van het
gemeentebestuur van Ilelder, met me
dewerking van de commissie voor de
economische ontwikkeling van Helder
en de vereeniging voor vreemdelingen
verkeer „Helders Belang'-.
De autobus-dienstregeliugen van per
sonen- en vrachtautobussen in Noord-
Holland. Een uitgave van Xoord-
Hollandsch Dagblad te Alkmaar.
aan de moeilijkheden die dit nu weer
gaf. Vader Bantock sou 'a morgens bij
haar va-Jei komen en hem vragen j...
ue papieren die, daar was ze zeker
van, Vader Henry toebehoorden, llij
zou to laat komen, en hij zou onmo-
gelijk de papieren in hanuen kunnen
krijgen, voor haar vader zo gebruikt
had. Daar was ze van overtuigd, want
ze begreep dat de reis naar Piynioujh
met die papieren in verband stond. Zo
wist niet wat ze doen moest, maar
voor de maaltijd was afgeloopen, haJ
ze een plan gemaakt.
„Ik ga nog een paar uur uit", zoi
haar vauer. Heb je lust 0111 mee te
gaan, Marie? We kunnen naar den
een of anderen schouwburg gaan".
Zo zag dadelijk dat- ze een goede
kans had 01a haar plan ten uitvoer
te mengen, als hij uit was, -en ze
scaudde het hoofd.
„Neen, lie\ er niet. Ik ga rusten".
Haar vadér knikte. „Zooals je wilt.
1-Iet zal wel verstandig van je zijn oin
to rusten. Wat mij betreft, ik kan Liet
niet. Ik ben zoo lang in de wildernis
geweest, dat de lucht van de stad me
t& pakken heeft. Ik voel dat ik ergens
heen moet iels meet zien of ino t
deen", üii Ine ie. „Het zijn dineren
dio ik vijf-cn-twintig jaar lang ge
mist heb. Maar jij bent zoo niet en
j:j rust liever! Ja, dat is verstandig
van je".
Mario antwoordde niet. Bijna 011-
I geduldig wachtte ze tot hij vertrok-
ken was, toen trok zo eon mantel, aan,
liep vlug naar Uiet dichtstbijzijnde
pjstkantoor en stuurde een telegram
met betaald'antwoord aan Vader Bau-
toek:
„Vt'ij gaan met den nachttrein naar
Plymouth. Stuur mij bericht of u van
avond komen kunt".
MARIE SALNOVO.
Toen ze dal, gedaan had gin»: ze-
naar Jiet hotel terug. Ze nam een book,
maar haar gedachten dwaalden on
vermijdelijk telkens weer ol' naar Va
der Henry on Anthony Dartnell on de
papieren, die, daar was ze zeker, "an,
met allebei te maken hadden. Waar
zouden de papieren zijn? Nauwelijks
was die vraag b i hasr opgekomen oi
haar cogeu I ogonneji al door do ka
mer te dwalen. Als ze ze maar vinden
kon. Als zij ze rustig kon lezen, zou
zo niet, langer twijfelen. Door een
plotselinge ingeving gedreven, stond
ze van haar stoel op, en begon te zoe
ken...
j HM duurde niet lang of ze had aUe
mogelijk© - plekjes, waar ze in de ho-
telknmer konden zijn. doorzocht, en
tenslotte hui n'-- papieren niet ge
vonden. Z- draaide het licht uil on
I te z ©ken. Ze voelde wet dat, wat ze
deed, niet iti d:n haak was, maar -Jai
kou haar niet schelen. Ze daoht al
leen maar aan Vader Henrv, die ja
renlang eigenlijk meer en beter voor
haar had gezorgd dan haar vader
aan Vader Henry e-n aan Anthony
Dartnell, en zo bracht haar geweten
tot zwijgen met de gedachte dat z
dit terwille van hen en niet ter wille
van zichzelf deed- Tevergeefs zocht
za in laden en koffers cn ten slotte,
bijna wanhopig, nam ze een kiene
liandbasc-h op, die vol papieren bleek
te zitten.
„Eindelijk!" fluisterde ze bij zich
zelf en stak haar hand uit naar rje
papieren.
Op dat oogenblik hoorde zc heel
duidelijk de deur van do zitkamer
open gaan en een seconde later bet ge
luid van liet electrisch licht dat word
opgedraaid. Zo werd doodsbang. Er
was iemand in de kamer gekomen
Waai'icnijnl ijk was haar vader onver
wacht terug gekomen. Bang, dut, ze
gesnapt zou worden, sloot, ze haastig
de taatih; liep op haar toerien naar
het knopje, draaide het licht uit, f-u
liep toen zachtjes naar de andere deur,
dia in haa;- tigen komer nil kwam.
Ze cïranide nej licht aan en begon
een tnsch te pakken, zooals baar va
der har.r had opgedragen. Ze ver
wachtte lede? oogenbli dat li': de
dcir ©pen ion doen om te vcrtelbu
dat hij terug was, maar toen hij dit
niet deêd, hield ze na een poosje op
met pakken, liep naar de verbindings-
deur cn luisterde.
Uit de zitkamer hoorde ze zachte
geluiden, als van iemand die zich
voorzichtig beweegt. Ze boord© dui
delijk. een lade open en adicht gaan,
en toon een half onderdrukt gekuch.
Ze schrok. Dat was haar vader niet,
dat wist ze heel zeker. Ze stond een
oogenblik besluiteloos. Er was iemand
in de zitkamer, iemand dio heen en
weer liep, en blijkbaar naar iets zocht,
en het was niet haar vader. Ze wist
niet wat: ze doen moest en bleef be
sluiteloos staan, tob ze voetstappen
flloordo bij de (leur, die in haar vader's
kamer uit kwam. Verschrikt draaide
zo lin-jr Licht uil, en deed haar eigen
deur dicht.
Zo luisterde en hoorde hoe do knoop
van de andere deur voorzichtig werd
omgedraaid en het licht aangestoken
Toen ging ze op haar knieen liggen,
wachtte tot een geluid in de andere
kamer haar een goede gelegenheid
gaf, en haalde toen.de sleutel uit liet
slot. Zo keek door het sleutelgat. Men
kan op die manier niet veel zien, maar
z j zag vlak tegenover zich hoofd en
schouders van een man. Z-in gelaat
hield 11 ij afgewend, dus dat kon z-
n».-f- zien, nutav te oordeelen naaf wat
ze van hem zag was hij jong en gord
gekleed. Hat was duidelijk, dat hij
j geen gewone inbreker was cn z© ver
baasde er zich juist over, wat hij
toch wilde, toen ze opeens papieren
hoorde ritselen, I-let volgende oogen
blik stond do man op en keerde zich
naar het licht, en z© zag dat hij 111
zijn haiid do tnscll met papieren had
die zo zelf wilde gaan bekijken, tien
hij binnengedrongen was.
Ze kon nog steeds zijn gezicht niet
zien, maar wel de papieren in zijn
hand, en liet was gemakkelijk te ra
den dat hij ze buitengewoon aandach
tig bekeek.
„Waar zoekt; hij naar?"
Toon die vraag bij haar op kwam
dacht zo onmiddellijk aan de papieren
die ze zelf gezocht had. Als hij eens...
Ze stond rechtop. Ze was niet Lang
meer. De liefde maakte haar dapper-
Als deze indringer zocht naar de pa
pieren die betrekking hadden on An
thony iJniT'nell, wus het meer dan
waarschijnlijkdut hij niets goeds tegen
hem in den zin had. Hij mocht ze
niet vinden en in geen geval mocht
hij ze meenemen.
Ze hoorde den man heen en weer
loopen, en overlegde wat ze doen zou.
Tenslotte besloot dat za de deur open
zou doen, de kanier door loopen en al
arm maken. Juist toen zo"dit beslo
ten had werd er hord geklopt op de
gangdeur. Ze hoorde don man in de
•V-idare kaïn ,r iets mompelen, toen
het geluid van een haastige beweging
en da lichtstraal die door liet sleu
telgat scheen, verdween. Stil draaide
ze haar eigen licht weer op, en toen
er nog harder geklop», werd, stak zo
den sleutel in t slot, draaide hem
om, deed de deur open, liep haar va
der s kamer door en was in een oogen-
blik in de zitkamer. Ze draaide daar
het licht op en liep regelrecht naar
de deur. Er stond een piccolo met
een telegram.
Zo nam het van hem aan, maakte
het open, en las:
„Vader Bantoelc is uit. Komt pas
laat terug".
„Is er nog geen antwoord mee te
geven, juffrouw?'1 vroeg de jongen.
„Neen, antwoordde ze. „Geen
antwoord".
I De jongen liep weg en wel een mi.
nuut lang bleef het meisje daar staan,
niet wetend wat te doen.
Zo weifelde tusschen twee dingen.
Zou ze alarm maken en den man la
ten arresteeren of zou ze eerst pro
beeren om er achter te komen wie hij
was, en wat hij wilde? Eenmaal doe-1
zo een stap de gang in alsof ze het
eerst wilde doen, maar toen stond
ze weer stil en keerde langzaam om.
Zo was erg. nieuwsgierig en besloot
eerst naar den indringer toe te gaan,
voor ze alarm maakte. Misschien was
ïiii wel e. 11 vriend van Anthony Da.:t-
nell; misse..ieu de gedachte donj
naar hort sneller kloppen was hij
Anthony zelf wel.
(Wordt vervolgd,)