HAARLEM'S DAGBLAD Parijsche Brieven Rubriek van den Arbeid. Antwoord aan Mr. Fockema De Internationale Arbeidsconferentie Een vakcentrale voor R. K. hoofdarbeiders? De man uit laloöa Donderdag 16 Augustus 1923 TWEEDE BLAD (Van onzen correspondent.) NAAR HET LAND. PARIJS, 9 Augustus. Er schuilt eenige waarheid in het fameus© gezegd© van den minister van Landbouw, ITenry Chéron: d© franc moet worden gered door het koren. Want hoe minder men op het buiten land en vooral op landen met een hooig© valuta is aangewezen voor den aankoop van levensmiddelen, hoe min der vat de buitenlanders op het geld hebben. Helaas, zijn we nog ver van zoo'n idealen toestand af. 'n Onmo gelijkheid om'het zoover te brengen? Geenszins. Frankrijk en de koloniën zijn rijk genoeg om zichzelf van alles te voorzienen als ze dat niet doen, dan i9 dat in hooTdzuak de schuld van den genoemden minister, die schoone phrasen fabriceert niet om het land, maar om z'n eigen poli tiek leven te redden. Dat ik Chéron citeer beschouw© men dan ook niet als een stille hulde aan den algemeen - disons 1© mpt verafschuwden minister, maar eenvoudig als de juis te typeering van de gedachte, welke ons moet leiden om tot beter© en ge zonder toestanden te geraken; inte gendeel: het citeeren zij een dubbele blamage voor hem, die weet wat de kwaal is en waar zij schuilt en die met opzet de remedies achter slot en grendel houdt. In Frankrijk doet zich hetzelfde verschijnsel voor als in En geland. Do smaak in het groote-stads- leven is te sterk ontwikkeld na den vijfjarigen veldtocht en het veld ligt. verlaten en verwaarloosd. Liever twin tig francs verdiend in een stads-ach- terbuurt, dan tien in het open veld, Zietdaar d© waanzin, welk© de mees ten te pakken heeft. Maar in de meeste gevallen is er zelfs geen sprake van eenige verdiensten en zijn zij die het land vaarwel zegden, armlastig geworden. Vadertje Staat heeft een jweek hart en is goed voor hen. Er zij avonturiers genoeg, maar in plaats 'dat ze fortuin gaan zoeken in Indo- chine, Madagascar of Marokko, be proeven ze hun geluk op den grooteu boulevard of in de uitgestrekt© Can- lieve, op de-buiten-boulevards of des avonds in Montmartre. Het is meer waard om dhasseur in Montmartre te zijn, dan daglooner in Casablanca, koopman in Saigon of mijnwerker in Madagascar. D© moedige jongens ver kiezen te leven in het schemerdonker van dó samenleving inplaats van ln den zonneschijn. Cabarets, cinema's hebben meer aantrekkingskracht dan de op-kamer van de boerderij. De groote schat ligt niet in den grond verbórgen, maar wordt op de beurs verhandeld. En wij, geboren en gelo gen in do stad, we klagen over het ge brek aan licht en lucht, w© verwen- schen ons bestaan van haringen-m- een-ton, we draaien ons om-en-om gedurende lange, slapelooze nach ten en w© kennen maar één ge neesmiddel: naar buiten, naar het land! - Maar vooral in Parijs hoopt men op elkaar, kliekt men bijeen in de ka zerne-woningen van zeven-verdiepin gen en steeds komen weor nieuwe hor den aangezet, die strijden voor hun plaatsje, ten kost© van anderen, die op anderen klimmen en op hun beurt weer worden vertrapt door hen die ia- ter komen. En langzaam breidt de stad zich uit naar oost en naar west, doi'pen en steden in den omtrek wol- deu opgeslokt ©n over 'dat alleswente- len de stinkende rookzuilen en vergif tige dampen en verlaten ligt het veld. Spoor van Roubaix naar Mar seille, van Metz naar Bordeaux of van Straatsburg naar Brest en ge ziet links en rechte de verlaten velden, laissés a 1'abandon, sedert het uitbre ken van den oorlog. Een enkel© oude man en wat kinderen, die ploeteren om nog iets uit het veld te trekken, maar hun krachten schieten te kort om den zwaren grond om t© werken tot vruchtbaren akker. Het militaris- me is er niet onschuldig aan. In hoe veel gevallen zijn zelfs in dezen vre destijd de jonge krachten weggeroe pen! Een period© van streng© disci pline en dan il faut guo jcunesse se pass© de lust om „Paname" te veroveren, Zijn er niet millioeneu ge slaagd? Waarom zij dan niet? Zeker, z© vinden hun plaatsje, wel. Maar wat voor één en ten koste van zichzelf en ten kost6 van hun mede- men5chen. Terug naar het land! Het is de roep welk© sterker en sterker klinkt- La ten we prozaïsah blijven: geen Deen- sahe boter meer ad tien francs het pond ak jo zo voor de helft krijgen kan, geen Engelsch koren voor waan zinnig hoog© prijzen, geen buitenlnnd- scIig vruchten welke w© voor een kwart van den prijs kunnen krijgen als we ze zelf verbouwen. Geen dwaas medelijden met de avonturiers en leeg loopers van den grooten boulevard, de deserteurs van bet land, d© ondermij- ners van do welvaart. En ook geen veldtochten of na-campagnes meer om den smaak aan te kwedken. De band aan den ploeg! Hij heeft mooi schreeuwen van ach- ter_z'n schrijftafel. Maar je kan toch niet een stuk rijksstraatweg gaan eul- tiveeren, je moet land hebbèn om te verbouwen en als je op andermans grond bent krijg je den waakhond of den koddebeier aan je broek. Zeker, maar 't gebrek aan land is minder overheerscihend dan dat aan l'liuk© werkkrachten en vooral nu de Staat op groot© schaal terreinen' en veiden heeft opgekocht om te laten verbou wen. Niet de slechtste streken liggen braak, met zorg is de bodemgesteld heid en het achterland benevens de transportmogelijkheid onderzocht al vorens men tot aankoop overging. Het is heel moeilijk om van den Staat iets los t© krijgen, doch om dit bezwaar te onderscheppen Irgeft men het beheer van de gronden en de gunning aan, particulieren gegeven, zoodat ieder die 't ernstig meent kans heeft om in korten tijd en onder zeer aanlokke lijke voorwaarden een terrein te vin den om er zijn krachten op te beproe ven. De genoemde particulieren dat zijn de diverse caisse-s de crédit agri- cole waarvan men mij het nuttig© werk heeft getoond. Want het is he&l mooi om „gratis" een veld te krijgen maa.r er is zooveel' Toe noodig om het t© exploiteeren, dat slechts een rijk aard er aan zou kunnen donken om met de exploitatie te beginnen. En 't zijn juist de sans-sous die men door aanlokkelijke voorwaarden naar het land moet trekken. De eerst© leening welk© de Caisse d© Credit geeft is voor 't aanschaffen van landbouw gereedschap, zaden, een hoenderhof en voor het bouwen van een boerderij met model-installatie. Op bet geleende wordt slechte 2 pet. genomen (voor oud-militairen of oorlogsslachtoffers 'één pet.) en eerst na drie jaar begint men met gedeeltelijk© aflossing» van de schulden. D© Staat komt nu een tweede jaar te hulp om het bedrag uit te breiden en geeft een leening van ten hoogste 40-000 francs, onder ■dezelfde condities, een som welke' eerst na 25 jaar geheel moet zijn af betaald. Hij die aldus het land be werkt wordt geheel eigenaar van het land en alles wat er op staat, wan neer het laatste geld gerembouseerd is. Vóór den oorlog waren de condi ties veel zwaarder, wat niet wegneemt dat velen van de toen aangeboden gelegenheid gebruik hebben gemaakt- en er profijt van liebben getrokken. Men yerteldeme verschillende gevallen waarin d© leeuers van toen groot grondbezitter zijn geworden. Met niets begonnen in 1902 of 1903 zi jn ze, zon der onderscheid, thans bezitter van een terrein dat op 200.000 francs mag worden geschat, Maar nog was dit niet voldoende en vandaar dat meh nu de leeningstermijn van 5 op 25 jaar heeft gebracht. In totaal hebben tot dusver 15.000 ondernemers gebruik gemaakt, van het aanbod van liet Cré dit Agricole. Men hoopt dat, dank zij de opofferingen dit, ciifer spoedig ver-tiendubbeld, zal zijn. De welvaart van land en voik eischt bet. HENRY A. TH. LESTURGEON. WERKLOOSHEID TEN PLATTE LAND E, Onlangs namen wij een deel over van hetgeen door Mr. Fockema te Baarn in de N. Rott. Ct. was geschre ven over gemis aan arbeiders ten plat- telande. Mr. F. schreef dit gemis o.a. toe aan de steunverieeuing aan werk- loozen in de steden. „Het Volk" cliënt tJhans Mr. F. van antwoord. liet blad schrijft: „Mr. Fockema is niet tevreden met liet antwoord van den minister op de vragen van den heer Braat, want het vorig jaar heeft een hoer van de Zuid- Holiandsche eilanden hem verteld dat zijn bietenoogst verloren dreigde t© gaan, omdat hij geen personeel voor bet rooien kon krijgen. D© arbeiders van zijn dorp „vertrokken op zekeren dag naar eon groot© gtad omdat zij to beginnen met dien dag daar als werkiooz© bouwvakarbeiders recht hadden op uitkeering van de work- loozenkas." Mr .F. is nog zoo. onnoozel geweest in een paar steden te onderzoeken of tegen dergelijk© misbruiken wordt ge waakt. Hij begrijpt dus niet eens, dat geen enkele vakbond er aan denkt dergelijke" plattelanders, die niet al leen voor de overheid, maar evenzeer voor de bondskas, bijeengebracht van de oenten der arbeiders zelf, niet an ders dan de allersieontste risico's zijn, maar dadelijk in te schrijven ©n ben maar te gaan uitkeeren. liet is te begrijpen, dat mr. F., die ,nog geloof slaat aan dergelijke klets praatjes van een Zuid-Hollaiidseheo, boer, niet tevreden is met het ant woord van den minister. Hij schijnt nog ,van meening te blijven dab er op het platteland gebrek aan arbeiders is, als gevolg van de overdreven werk- loozenzorg in de steden, en hij roept in het belang van hen zelf, van ons vaderland en van de arbeiders, de boe ren van de IJpolders en de Holland- sehe eilanden op, om niet sprekende feiten over het bovenomschreven mis bruik voor den dag te komen. Wij vermoeden dat mr. F. hierbij tenslotte wel oen figuur zal slaau als de bekende roepende in de woestijn. Over een tekort aan arbeiders op bet platteland, willen wij hem, wat Zeeland aangaat, wel het A'olgende meedeelen: In den loop van het vorig jaar is door ons mee-r dan eens, en ook weer in het begin van dit jaar, in alle dee- len van Zeeland een ouderzo&k inge steld naar de werkloosheid der land arbeiders. Van alle zijden kregen we bericht dat er in geen jaren zooveel werkloozen waren geweest, bijna overal liepen, zelfs in den druksten tijd waarin vroeger wel eens een te kort aan arbeiders was, nu nog land arbeiders zonder werk; alleen bij den laten oogst had men bier en daar wat meer arbeiders kunnen plaatsen. Wat Zeeland betreft- kan do heer Fockema dus gerust zijn; deze pro vincie wordt nog niet ontvolkt dooi de. aaiitrckkelijkiieid van het grool- steedscbe luilekkerland, speciaal voor de werkloozen. Natuurlijk gaan er ook van het Zeeuwscüe platteland arbeiders naar do steden, maar niet omdat zij do Verwachting hebben maar dadelijk van een steunregeling te trekken (hier voor moet men veelal minstens een jaar in oen gemeente wonen) of dade lijk van de rijstenbreiberg der werkloo zenuitkoering' te kunnen gaan smul len. Want daartoe krijgen zij, of inr.F. dit nu wil gelooven of niet, geen kans. Het zijn echter de-telkens lagere loonen del' laatste jaren, die de land arbeiders van het land verjagen. In Zeeland zijn de dagloonen 's winters van f 1.50 tot f 2, zomers van f 2 tot f 2.50 per dag, terwijl een groot aan tal -dagen van het jaar niet wordt ge werkt en dus geen loon ontvangen- Het is hieruit to verklaren dat vele. land arbeiders, al is het veelal tevergeefs, op hoop van zegen naar de steden trfekken om daar een beter bestaan te 'zoeken. Wie echter bekend is met den tegeu- woordigen stand der werkloozenverze- kering, en weet welke opofferingen de arbeiders zelf zich hierbij moeten getroosten, begrijpt dat ook iu dit geval weer mr. F. den bal mis heeft geslagen; terwijl .zijn critiek alleen de strekking heeft de werkloozenzorg nog slechter te maken dan zo do laa.tste jaren reeds is geworden. DE AFGEVAARDIGDEN DER VAK- GENTRALEN NAAR DE INT. ARBEIDSCONFERENTIE. Gelijk reeds werd medegedeeld, is door de arbaidersvakcentralen overeen stemming verkregen inzake 'het aan wijzen van den arbeidersafgevaardig de naar de vijfde Internationale Ar beidsconferentie, die in October a.s. te, Genéye wordt gehouden. Aan don Mi nister is voorgesteld, dit keer als afge vaardigde te benoemen een bestuurder van het Christelijk Nationaal Vak verbond. Door dit bestuur is thans voorgedragen de beer ,T. Nauta, te Amsterdam, 2e secretaris van het C. N. V. en penningmeester van het Int. Verbond van Kantoor- en Haudelsbe- De minister heeft aan de vakcentra- ten medegedeeld, dat het onderwerp der agenda liem geen termen aanwe zig doet achten aan den afgevaardig de een technisch adviseur toe te voegen. VAKCENTRALE VOOR R.-K. HOOFDARBEIDERS? Naar „De Volkskrant" verneemt, is door den R.-K. Bond van Handelsrei zigers „St. Chi'istoffel" een uitnoodi- ging gericht aan den Ned. R.-K. Bond van Po3t-, Telegraaf- en Telefoonper soneel „St. Petrus", R.-K. Bond van Onderofficieren „St. Martinus", R.-K. Apothekers-assistenten „St. Lucas" de A. R.-K. A., R.-K. Bond van Handels- Kantoor- en Winkelbedienden „St. Franciscus van Assisië", R.-K. Wei'k- meestersbond, R.-K. Bond van Tech nici, „St. Raphael" vakgroep I, Fede ratie van algemeene diocesane veree- nigingen van R.-K. bijzondere onder wijzers in Nederland, Vereeniging van R.-K. directeuren van Van Gend en Loos, Bond van R.-K. Vakschool- leeraren bij het nijverheidsonderwijs, voor een vergadering op 25 Augustus te Utrecht. Van hier en daar. KLEERMAKERS. Op dezo vergadering zullen bespre kingen worden genouden over de standsjirgamsatie voed' den werkue- inenden middensband, de stichting van een R.-K. Volkcentrale voor hoofdar beiders, voorts de vertegenwoordiging van deze groepen in den verkiezuigs- raad bedoeld in het rapport-Barge. In de Dinsdag te Doetincbem gehou den vergadering van den Geld.-Over- ijselschen Bond van- Kleermakerspa troons werd uitvoerig gesproken over den toestand, dobr de malaise ont staan, waardoor verschillende kleer makers weer in loon werken tegen prijzen, die noodzakelijk naar de vroe gere wantoestanden in liiet vak moeten terugvoeren. STAKING VAN BOUWVAK- A RBEIDERS. Besloten werd ten deze te trachten tot samenwerking te komen met da Noordelijke Bonden van Kleermakers- patroons. Vijftig timfnerlieden, werkzaam bij den bouw van het gymnasium aan de Xeuhuiskade te 's Gravenhago hebben het werk gestaakt. Het betreft een loongescliil. Stadsnieuws Het Middelbaar Onderwijs te Haarlem. Een poging om de rijkssubsidie toch aan Haarlem toegekend te krijgen. De buitenlaerlingen. Over de houding der regeering In ons vorig nummer is reeds ge meld, dat belanghebbenden uit Haar- lcinnierliede c.a. een adresbeweging aan den Minister van Onderwijs op touw gezet hebben. Het adres luidt Ondergcteekenden, allen ouders of verzorgers van leerlingen die het onder wijs volgen aan inrichtingen voor Mid delbaar- en. Voorbereidend Hooger On derwijs der gemeente Haarlem, wenden zich tot Uwe Excellentie met het eer biedig verzoek bet daarheen të leiden, dat aan de gemeente Haarlem voor het jaar 19:3/24 het gewone Rijkssubsidie voor "hare onderwijsinrichtingen blijft verzekerd onder dezelfde vooiwaarden als voorheen. Het niet toestaan van dit subsidie heeft voor .ondergeteelcenden zoodanige gevolgen, dat zij hunne kinderen van de onderwijsinrichtingen zouden moeten wegnemen, omdat het Gemeentebestuur van Haarlem voornemens is om van de ouders der buitenlecriingen een school geld té heffen, gelijk aan den kosten- den prijs van het onderwijs. Na een onderhoud met den Wethom der van Onderwijs der gemeente Haar lem is bij hen de indruk gevestigd, dat het voorhemen in de circulaire uitge drukt tot uitvoering zal worden gebracht, hoewel men toegeeft dat daarmede velen worden gedupeerd. Onder de belangheb benden komt thans een zenuwachtige spanning, onder meerderen radeloos heid, welke toestand iederen dag verer gert. Slechts 'weinige dagen scheiden van den dag waarop de cursussen aan vangen. Daarbij komt dat de besturen van "de buitengemeenten niet zoo spoe dig een regeling kunnen treffen, te meer waar de Raden en de Colleges van Bur gemeester en Wethouders binnenkort wijziging zullen ondergaan in verbaDd met de dit jaar gehouden verkiezingen. Daarom durven meerdere ouders geen boeken aan te schaffen en tot groote schade van de leveranciers werden reeds bestelde boeken geweigerd, alles met het oog op de onzekerheid. Daarbij komt nog dat de gelegenheid tot inschrijving op andere onderwijs inrichtingen reeds lang is gesloten en dê Directeuren met vacantie zijn, zoodat overleg niet wel doenlijk is. Dit alles maakt het voor ondergetee- kenden noodzakelijk om Uwe Excellen tie eerbiedig te verzoeken met het oog' op de bijzondere omstandigheden om INGEZONDEN MEDEDEELINGEN h 60 Cts. per regel. I GILHO^STRAAI 165| den korten tijd van overgang, te bepa len, respectievelijk te bevorderen, dat bepaald wordt, dat in ieder geval voor 1923/24 het subsidie blijft gehandhaafd op dezelfde voorwaarden als voor den cursus 1922/23, Gaarne ontvingen de ondergetecken- den per ommegaande, zoo mogelijk tele grafisch berioht van uw besluit, zoodat zij kunnen weten waarop zij met den nieuwen cursus hebben rekening te hou den. Het is de bedoeling dat het adres ge- teekend wordt door belanghebbenden te Haarlemmerliede c.a., Schoten, Hillegom, Bloemendaal, 'Heemstede, fBennebroek en Haarlemmermeer. Het adres ligt ter teekening bij de boekhandelaren Gebrs. Van Brederode, Groote Markt, Vernout, Warmoesstraat. Klein, Cronjéstraat, Schoten, cn De Vries, Gcd. Oude Gracht. De Haagsche redacteur van 't Al gemeen Handelsblad schrijft o.a. Eenige weken geleden hebben wij medegedeeld, dat de regeering de mo gelijkheid overwoog de besluiten der ge meenteraden van Haarlem en 's-Graven- itage te vernietigen, volgens welke deze gemeenten met verbeuring van -het sub sidie van het Rijk, zouden afzien van de invoering van de jongste wijzigingen in de salarisregeling der leeraren bij 'het middelbaar en voorbereidend hoogei derwijs. Beide gemeenten wenscheen de bestaande (gunstiger) regeling te houden. Wij hebben thans nadeie inlichtin gen ontvangen, waaruit in de cc plaats blijkt, dat de regeering vernieti ging dier besluiten zoekt, omdat zij onaangename gevolgen voor het Rijk vreest. "Zoo zullen, indien in beide ge meenten de oude salarisregelingen blij ven gehandhaafd, de besturen der bij zondere burgerscholen ongetwijfeld toe stemming vragen bet voorbeeld der ge meentebesturen te mogen volgen. En de Regcering zal, groote ongelijkheid tus- schen het openbaar en het bijzonder middelbaar onderwijs in eenzelfde ge meente willende voorkomen, moeilijk haar toestemming kunnen weigeren. Voorts is er kans, vooral wanneer meer gemeenten het voorbeeld van Haarlem en 's-Gravenhage volgen, dat het Rijk op den duur minder goede onderwijs krachten overhoudt. Voor de regeering is het dus van be lang op de een of andere wijze de be sluiten van Haarlem en 's-Gravenhage ongedaan tc maken. Maar hoe? Eerst •heeft zij overwogen dit le doen op 'grond van strijd met het algemeen landsbe lang. Maar zij beeft deze gedachte laten varen, omdat Amsterdam en Rotterdam stonde af aan het rijkssubsidie- heb ben geweigerd en de regeering zich daartegen toen niet heeft verzet. Het zou groote inconsequentie zijn de beslui- van Haarlem en 's-Gravcnhagc te vernietigen, terwijl Amsterdam en Rot terdam in dezelfde bevoorrechte positie bleven, I-Iét departement van Onderwijs pleegt i nog" overleg met het departement van Binnenlandsche Zaken over de vraag, ot de gemeentebegrootingen van Haarlem s-Gravenhagc straks zullen kunnen worden vernietigd, om op deze wijze oering va'n de raadsbesluiten onmo gelijk te maken. Maar op grond waar van zou dit kunnen geschieden? Alleen op grond van het feit, dat in de be grootingen niet voorkomt een rijkssub sidie voor het middelbaar en voorberei dend hooger onderwijs. En men kan een gemeentebegrooting toch niet vernieti gen, omdat daaruit blijkt, dat een ge meentebestuur niet van een rijkssubsidie gediend is! Dit zou te zeer strijden met de beginselen der gemeentelijke autono. mie. Intu5schen schijnt het overleg tus- schen Onderwijs en Binnenlandsche Za ken nog niet tot eenigerlei beslissing hebben geleid. De groote moeilijkheid voor de regce ring is, dat zij geen sanctie heeft om de gemeentebesturen te dwingen de nieu we salarisrcgeling ook voor bet ge meentelijk onderwijs van toepassing te -erklaren. In de wetswijziging, welke de njeuwe salarisregeling bevat, staat al leen, dat gemeentebesturen, die haar niet invoeren, het rijkssubsidie zullen verbeuren. Welnu, dat is juist wat Haarlem en i-Gravenhage. willen los van het Rijk! Er zou voor de regeering dus wel niet anders opzitten, zoo deelde men ons mede 'in bevoegde leringen, dan stil te berusten en af te wachten, of de onge lijkheden, die het gevolg zullen zijn van de weigering van het rijkssubsidie in erschillende gemeenten, zich zoodanig uilen laten gevoelen, dat herziening an de jongste wetswijziging moet wor den overwogen. Een mooi werk van Huisvlijt. Van een bekend Haarlemmer Een ieder kent den heer II. C. R. van Wijk. Wel niet bij naam, maar zeker van gezicht. Het typische kleiuo manneke uit de Jansstraat, dat steeds in gezelschap van zijn hondjo door de straten loopt, meestal met ten groote sigaar in het hoofd. Do heer van Wijk heeft zich thans aan zijn stadgöuooteu ontpopt als een goedo beoefenaar van huisvlijt. Het kleine mannetje heeft zelfs een groot stuk werk tot stand gebracht. In de étalage van den heer Van Es, sigarenwinkelier» aan de Groote Hout straat, trekt het tie aandacht van honderden menschen. Het is een siga renkist of liever een sigarenhuis, dat met, bijzondere zorg en zeer kunstvol is geconstrueerd! Naar aanleidiug van dit werkstuk hebben we eens met deu heer van Wijk gesproken. Hij vertel- dat de kast geheel van papier is gemaakt en dat er zich een zestal la den in bevinden. Alles aan de kast is papier en toch zit ze goca stevig in elkaar. Vier jaren heeft de heer van Wijk aan de kast gewerkt. Wat een geduld en wat een energie zijn er voor noodig iets dergelijks tot stand te breu ;en. Want behalve de kast liet do heer v. Wijk ons meer voorwerpen zien, door hem gemaakt. Hij deelde mede, dat hij de kast wel wilde vei- koopen, maar niet voor minder dan honderd gulden. Vier jaren voor hon derd gulden te werken is zuinig be taald. Als een uurloon gerekend werd, zou het bedrag in de duizenden loe pen. Op de kast in de étalase staut het portret van deu lieer v. Wijk mee zijn onafscheidelijk hondje. Ilij vertelde dat hij G8 jaar wordt. Maar hij draagt, de last zijner jaren nog met een groote gemakkelijkheid. Eigenaardig is, dat al zijn broers en zusters stierven, voor zo één jaar oud waren. Zijn vader dacht ook, dat hij zou sterven, „maar ik zei", aldus de heer Van Wijk, „neen ouë, ik blijf"* We wenschen hem toe, dat het hem gegeven mogo zijn, nog vele voorwer pen te maken. FEESTEN RECEERINCS- JUBILEUM. De Ilaarlemscke Chr. Besturenbond is, in combinatie met den Chr. Vrouwen bond, voornemens op 3 September eea avondfeestvergadering te (houden in St. Bavo, voor leden, huisgenooten en geestverwanten. Gezien de medewerking die reeds verkregen is, belooft het een mooie avond te worden. O.a. zullen op treden twee sprekers, 40 Duitsche dames zullen zingen. Verder is qr declamatie, tableaux voorstellende de Ned. Maagd, de Ned. Vlag, de Elf Provinciën, Oost en West-Indic. Ook is voor muziek, ge zorgd. - 1 r MosgemM UITSPRAKEN. B. J, K. vrijspraak. J. K. vrijspraak. J. H. W. geen zorgdragen voor bet' cnspbadelijk houden van een gevaar lijk dier f 3 subs. 3 dagen hechtenis. C. C. R. T. langs een stilstaande tram rijden, aan die zijde, waar passagiers in- of uitstappen X1 subs. 1 week tuchtschool. J. K. op een rijwiel gezeten zich vasthouden aan een voertuig f 2 subs. 1 week tuchtsohood. C. L., overtreding Motor- en rijwiel reglement 2 subs. 1 week tuchtschoolS. v. B., overtre ding Arbeidswet f 4 subs. 4 dagen hechtenis; J. K. id. f 10 &ub6. 10 da gen hechtenisL. W. F. N., overtre ding 'Arbeidswet 2 maal f 4 subs. 4 dagen hechtenisTL Ph. Ph. id. f 4 subs. .4 dagen hechtenis; A. 13. P. J.| Z., id. 2 maal f 3 subs. 3 dagen hech tenis voor elke boete; M.L.Z. id. 2 maal f 4 subs, 4 dagen hechtenis voor elke 'boete. M. L. Z., idem, 2 maal f 4 subs. 4 da gen hechtenis voor, elke boete; A. K., overtreding Jachtwet f S subs. S dagen hechtenis A. D., overtreding Leerplicht wet, f 6 subs. 6 dagen hechtenis J. v. S., overtreding Trekhond-en wet, 3 maal f 2 subs. 3 dagen hechtenis voor elke boete 1. J. V,, 2. A. S., overtreding Vei. ligheidswet, 3 maal f 4 subs. 5 dagen hechtenis voor elke boete W. H. T., in een voertuig gaan, tervi.il de trein in beweging is, f 5 subs. 5 dagen hechte- C. O. overtreding der wet van 23 ApriL 1880 (S. 67) hef nis ondernemer van een openbaar middel van vervoer niet zorgen, dat deze op de aangege ven uren vertrekt en aankomt f 8 sub. 8 dagen hechtenis. Th. E. J. het to Haarlem verkoopen op den openharen weg, zulks op ureti waarop dit ingevolge verord, op de winkelsluiting verboden is f 3 sub. 3 dagen hechtenis. H. Th. K. overtreding van de ver ordening op de winkelsluiting t 5 sub. 5 dagen hechenis. M. B., overtreding Bouw- eu Wo ningverordening Velsen f 5 subs. 5 da- hechtenis. F*©isilletc»!ï Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van OTTWELL BINNS. „Straks!" 'bromde Salnovö. „Ik heb geen zin om hier nog langer te praten. Ik heb het koud. Haal de au to-1" Hij bewoog zich in het donker, en even later streek hij een lucifer aan en zonder op Pennington te letten, wilde hij een sigaret aansteken- De ander kwam naar liem toe en blies het vlam metje uit „Waarom doet u dat?" riep Salnó- vo. „Geen aardigheden als 't u blieft. Ik heb een revolver bij me, en ik zal hem gebruiken als „Doe niet zoo dwaas", viel Penning- ton hem in de rede. „Ik heb de luci fer uitgeblazen omdat ik niet wil dat de een of andere rondloopende bosch wachter ons hier vindt. Als je rooken wilt, ga dan naar den weg, en wacht op me op de bank vlak voovbij het hekje. Ik zal dwars door het park loopen en over een paar minuten met de auto terug komen." „Goed", bromde Salvono, „maar hoe ik het in donker moet vinden, weet ik niet." „Ik zal je er heen brengen. Blijf maar dicht bij me Hij keerde onmiddellijk om, en ging hem voor, het boschje uit. Salnovo volgde hem en binnen drie minuten stonden ze bij de bank waarover Pen nington had gesproken. „Het zal het beste zijn als je hier rustig blijft zitten", zei Pennington langzaam._ Als je heen PT, weer gaat loojDen, vinden we elkaar nooit meer in de mist. Ik kom zoo gauw mogelijk terug.'' „Best", zei Salvono, inaar voor ie dere minuut die u me laat waohten moet u meer betalen. Ik houd niet van rheumatiek.'' Hij ging zitten en zonder te antwoor den keerde Pennington zich om en liep weer naar het hekje. Hij liep dwars door 'hét* boschje en maakte er veel la waai bijl De man op de bank hoorde het lawaai cn grinnikte. „Ik benijd meneer Baum zijn wande ling niet! Ik blijf nog liever hier zit ten. Hij zal morgen wel vol blauwe plek ken zitten." Hij stak een. sigaret, op en ging zit ten tooken. Af en toe grinnikte liij weet, cn toen de sigaret op was, stak hij zijn' hand in de zak van zijn overjas, haalde er een veldflesch uit, cn nam er een flinke slok uit. De alcohol verwarmde hem en toen hij de flcsch weer in zijn zak stak, lachte hij zachtjes bij zichzelf; toen sprong hij plotseling overeindhij hac( aan den anderen kant van het hek ach ter zich een geluid gehoord. Zijn rech ter hand verdween in een andere zak, cn een seconde later stond hfj met een revolver in de hand. Lichte voetstappen, en toen het geschreeuw van een konijn stelden hem gerust en hij ging weer óp de bank zitten en glimlachte over zijn eigen angst. „Het was niets," mompelde hij. „Maat tóch vertrouw ik dien lieven Pennington heelemaal niet. Ik dacht dat hij Terug gekomen was. Het is maar beter om me gereed te houden." Hij bleef met de revolver in de.hand zitten rooken en na een poosje gooide bij zijn sigaret weg en stak weer een nieu we op, terwijl hij het wapen op zijn knieën liet liggen. Toen hij de lucifer aanstak, dook er aan den anderen kant van het hek een zwijgende gedaante op. Zijn cene arm hield hij wat achteruit en het licht van de lucifer scheen op een lang, dun stalen lemmet. Toen schoot de arm naar voren, en met een scherpe, vreesclijke kreet sprong Sal novo plotseling overeind, draaide zich half om en viel toen op don weg néér. Een seconde later sprong PcnningLon over het hek, viel op zijn knieën bij den man neer en liet het licht van een zak lantaarn op zijn gezicht schijnen. Hij zag dadelijk wat hij weten wilde, en be gon toen haastig in de zakken van den doóden man te zoeken.- Binnen een -hal ve minuut had hij gevonden wat hij zocht een lange envelope met papie ren er in. Hij stak hem in zijn zak en stond toen op. Terwijl hij dit deed, hoorde hij haas tige voetstappen op den weg aanko men. Dadelijk keerde hij om, klom weer over het hek en rende door liet boschje. Op een oogenblik merkte hij, dat het veel lichter werd en hij hoorde gekraak achter zich. Toen hij omkeek zag hij gele vlammen opslaan uit het drog» •hakhout bij het hek. Dadelijk begreep hij wat er gebeurd was. De brandende lucifer was uit Salnovo's banden ge vallen toen hij opsprong, en had het zoo zeer ontbrandbare materiaal aan gestoken. De vlammen werden in de enkele oogenblikken dat hij er naar stond te kijken, veel grooter, maar hij wist, dat hij niet kon blijven om uit te dooven. Het boschje zou uitbranden misschien, maar het licht zou een aan. wijzing ziju voor dongene die op den weg liep en die waarschijnlijk Salnovo's gil had gehoord. 'Hij mocht niet in de buurt van de misdaad gevonden worden en hij rende door. Vier minuten later liep hij, buiten adem van het harde loopen, het hek van I de I'riory uit, eu toeu hij dit deed bots te hij' tegen iemand aan die op den weg liep. „Hè, zeg, wat is dat.."--begon een stem, Tiet licht van een zaklantaarn scheen op kern, en even later klonk dezelfde stem verontschuldigend „Neem me niet kwalijk, meneer Pennington. Ik ben vreeselijk van u geschrokken. Ik zag u niet aankomen, meneer,, en ik liep hard. Ik heb daarnet een schreeuw ge boord - m'n hart stond er van stil.' Heeft u ook iets gehoord, meneer?" „Ja," antwoordde Pennington,- diep ademhalend. ,Jk heb de schreeuw ge hoord. Het klonk alsof er iemand erg gewond was. Ik was juist oP weg naar de Priory toen ik het hoorde en ik kwam aanloópen om te zien of ik ook helpen kon. Als er iets gebeurd is, was het hier op den weg." De veldwachter aarzelde even.. „Mis schien wilt u wel met me meegaan, me neer, Ik hoor dien gil nog en ik ben wel niet bang, maar het zou kunnen zijn dat er hulp noodig was, en met z'n tweeën. „Ja, zeker, ik ga mee," antwoordde Pennington dadelijk, en ging onmid dellijk den i'.eg op. ..Ik zal 'm'n lantaarn aanhouden." zei de veldwachter. „Dat zal ons helpen cn misschien zullen we dan beter kun nen zien wat cr aan de hand is." Ze liepen vlug en na een paar minu ten zagen ze een vreemd schijnsel in den mist. De veldwachter snoof als eca hond. „Er schijnt ergens brand te zijn." „Het lijkt er wel op, zeker," ant woordde Pennington. „Het ruikt hiei- erg branderig." ,Ik denk dat er een landlooper ia het bosch heeft gelegen en het hakhout in brand heeft gestoken, en zichzelf mis schien ook wel. Die schreeuw klonk ten minste als van iemand die in doods angst was." „Het lijkt me heel waarschijnlijk, 'Ar- cott" antwoordde Pennington. Het volgende oogenblik greep de veldwachter hem bij zijn arm. „Mijn hemel, meneer, kijk daar eens!" Pennington spunJo zoh in om kalm te blijven en keek. Eerst viel zijn oog op liet brandende hout aan den eeneu kant van den weg, waar liet bosehjo vvais en waarheen hij als bij instinct het eerste had gekeken. Maar de veld wachter wees naar ..den andereu kant van den weg en even later keek Pen nington dus.daar heen. Hij zog een mail op zijn knieën liggen naast het lijk van Salnovo, en deze was zoo druk bezig- dat liij lien niet eens hoorde aankomen. De veldwachter liep er haastig naar toe. ,,\Vut doet u daar?" vtoeg hij. Do man s!oM 'onmiddellijk op. Tiet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5