HAARLEM'S DAGBLAD
Parijsche Brieven
Rubriek van den Arbeid.
Antwoord aan Mr. Fockema
De Internationale Arbeidsconferentie
Een vakcentrale voor R. K. hoofdarbeiders?
De man uit laloöa
Donderdag 16 Augustus 1923
TWEEDE BLAD
(Van onzen correspondent.)
NAAR HET LAND.
PARIJS, 9 Augustus.
Er schuilt eenige waarheid in het
fameus© gezegd© van den minister van
Landbouw, ITenry Chéron: d© franc
moet worden gered door het koren.
Want hoe minder men op het buiten
land en vooral op landen met een
hooig© valuta is aangewezen voor den
aankoop van levensmiddelen, hoe min
der vat de buitenlanders op het geld
hebben. Helaas, zijn we nog ver van
zoo'n idealen toestand af. 'n Onmo
gelijkheid om'het zoover te brengen?
Geenszins. Frankrijk en de koloniën
zijn rijk genoeg om zichzelf van alles
te voorzienen als ze dat niet
doen, dan i9 dat in hooTdzuak de
schuld van den genoemden minister,
die schoone phrasen fabriceert niet
om het land, maar om z'n eigen poli
tiek leven te redden. Dat ik Chéron
citeer beschouw© men dan ook niet
als een stille hulde aan den algemeen
- disons 1© mpt verafschuwden
minister, maar eenvoudig als de juis
te typeering van de gedachte, welke
ons moet leiden om tot beter© en ge
zonder toestanden te geraken; inte
gendeel: het citeeren zij een dubbele
blamage voor hem, die weet wat de
kwaal is en waar zij schuilt en die
met opzet de remedies achter slot en
grendel houdt. In Frankrijk doet zich
hetzelfde verschijnsel voor als in En
geland. Do smaak in het groote-stads-
leven is te sterk ontwikkeld na den
vijfjarigen veldtocht en het veld ligt.
verlaten en verwaarloosd. Liever twin
tig francs verdiend in een stads-ach-
terbuurt, dan tien in het open veld,
Zietdaar d© waanzin, welk© de mees
ten te pakken heeft. Maar in de
meeste gevallen is er zelfs geen sprake
van eenige verdiensten en zijn zij die
het land vaarwel zegden, armlastig
geworden. Vadertje Staat heeft een
jweek hart en is goed voor hen. Er zij
avonturiers genoeg, maar in plaats
'dat ze fortuin gaan zoeken in Indo-
chine, Madagascar of Marokko, be
proeven ze hun geluk op den grooteu
boulevard of in de uitgestrekt© Can-
lieve, op de-buiten-boulevards of des
avonds in Montmartre. Het is meer
waard om dhasseur in Montmartre te
zijn, dan daglooner in Casablanca,
koopman in Saigon of mijnwerker in
Madagascar. D© moedige jongens ver
kiezen te leven in het schemerdonker
van dó samenleving inplaats van ln
den zonneschijn. Cabarets, cinema's
hebben meer aantrekkingskracht dan
de op-kamer van de boerderij. De
groote schat ligt niet in den grond
verbórgen, maar wordt op de beurs
verhandeld. En wij, geboren en gelo
gen in do stad, we klagen over het ge
brek aan licht en lucht, w© verwen-
schen ons bestaan van haringen-m-
een-ton, we draaien ons om-en-om
gedurende lange, slapelooze nach
ten en w© kennen maar één ge
neesmiddel: naar buiten, naar het
land! -
Maar vooral in Parijs hoopt men
op elkaar, kliekt men bijeen in de ka
zerne-woningen van zeven-verdiepin
gen en steeds komen weor nieuwe hor
den aangezet, die strijden voor hun
plaatsje, ten kost© van anderen, die
op anderen klimmen en op hun beurt
weer worden vertrapt door hen die ia-
ter komen. En langzaam breidt de
stad zich uit naar oost en naar west,
doi'pen en steden in den omtrek wol-
deu opgeslokt ©n over 'dat alleswente-
len de stinkende rookzuilen en vergif
tige dampen en verlaten ligt het
veld. Spoor van Roubaix naar Mar
seille, van Metz naar Bordeaux of
van Straatsburg naar Brest en ge
ziet links en rechte de verlaten velden,
laissés a 1'abandon, sedert het uitbre
ken van den oorlog. Een enkel© oude
man en wat kinderen, die ploeteren
om nog iets uit het veld te trekken,
maar hun krachten schieten te kort
om den zwaren grond om t© werken
tot vruchtbaren akker. Het militaris-
me is er niet onschuldig aan. In hoe
veel gevallen zijn zelfs in dezen vre
destijd de jonge krachten weggeroe
pen! Een period© van streng© disci
pline en dan il faut guo jcunesse
se pass© de lust om „Paname" te
veroveren, Zijn er niet millioeneu ge
slaagd? Waarom zij dan niet? Zeker,
z© vinden hun plaatsje, wel. Maar
wat voor één en ten koste van
zichzelf en ten kost6 van hun mede-
men5chen.
Terug naar het land! Het is de roep
welk© sterker en sterker klinkt- La
ten we prozaïsah blijven: geen Deen-
sahe boter meer ad tien francs het
pond ak jo zo voor de helft krijgen
kan, geen Engelsch koren voor waan
zinnig hoog© prijzen, geen buitenlnnd-
scIig vruchten welke w© voor een
kwart van den prijs kunnen krijgen
als we ze zelf verbouwen. Geen dwaas
medelijden met de avonturiers en leeg
loopers van den grooten boulevard, de
deserteurs van bet land, d© ondermij-
ners van do welvaart. En ook geen
veldtochten of na-campagnes meer om
den smaak aan te kwedken. De band
aan den ploeg!
Hij heeft mooi schreeuwen van ach-
ter_z'n schrijftafel. Maar je kan toch
niet een stuk rijksstraatweg gaan eul-
tiveeren, je moet land hebbèn om te
verbouwen en als je op andermans
grond bent krijg je den waakhond of
den koddebeier aan je broek. Zeker,
maar 't gebrek aan land is minder
overheerscihend dan dat aan l'liuk©
werkkrachten en vooral nu de Staat
op groot© schaal terreinen' en veiden
heeft opgekocht om te laten verbou
wen. Niet de slechtste streken liggen
braak, met zorg is de bodemgesteld
heid en het achterland benevens de
transportmogelijkheid onderzocht al
vorens men tot aankoop overging. Het
is heel moeilijk om van den Staat iets
los t© krijgen, doch om dit bezwaar te
onderscheppen Irgeft men het beheer
van de gronden en de gunning aan,
particulieren gegeven, zoodat ieder die
't ernstig meent kans heeft om in
korten tijd en onder zeer aanlokke
lijke voorwaarden een terrein te vin
den om er zijn krachten op te beproe
ven. De genoemde particulieren dat
zijn de diverse caisse-s de crédit agri-
cole waarvan men mij het nuttig©
werk heeft getoond. Want het is he&l
mooi om „gratis" een veld te krijgen
maa.r er is zooveel' Toe noodig om het
t© exploiteeren, dat slechts een rijk
aard er aan zou kunnen donken om
met de exploitatie te beginnen. En 't
zijn juist de sans-sous die men door
aanlokkelijke voorwaarden naar het
land moet trekken. De eerst© leening
welk© de Caisse d© Credit geeft is
voor 't aanschaffen van landbouw
gereedschap, zaden, een hoenderhof
en voor het bouwen van een boerderij
met model-installatie. Op bet geleende
wordt slechte 2 pet. genomen (voor
oud-militairen of oorlogsslachtoffers
'één pet.) en eerst na drie jaar begint
men met gedeeltelijk© aflossing» van
de schulden. D© Staat komt nu een
tweede jaar te hulp om het bedrag
uit te breiden en geeft een leening
van ten hoogste 40-000 francs, onder
■dezelfde condities, een som welke'
eerst na 25 jaar geheel moet zijn af
betaald. Hij die aldus het land be
werkt wordt geheel eigenaar van het
land en alles wat er op staat, wan
neer het laatste geld gerembouseerd
is. Vóór den oorlog waren de condi
ties veel zwaarder, wat niet wegneemt
dat velen van de toen aangeboden
gelegenheid gebruik hebben gemaakt-
en er profijt van liebben getrokken.
Men yerteldeme verschillende gevallen
waarin d© leeuers van toen groot
grondbezitter zijn geworden. Met niets
begonnen in 1902 of 1903 zi jn ze, zon
der onderscheid, thans bezitter van
een terrein dat op 200.000 francs mag
worden geschat, Maar nog was dit
niet voldoende en vandaar dat meh
nu de leeningstermijn van 5 op 25
jaar heeft gebracht. In totaal hebben
tot dusver 15.000 ondernemers gebruik
gemaakt, van het aanbod van liet Cré
dit Agricole. Men hoopt dat, dank
zij de opofferingen dit, ciifer spoedig
ver-tiendubbeld, zal zijn. De welvaart
van land en voik eischt bet.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
WERKLOOSHEID TEN PLATTE
LAND E,
Onlangs namen wij een deel over
van hetgeen door Mr. Fockema te
Baarn in de N. Rott. Ct. was geschre
ven over gemis aan arbeiders ten plat-
telande. Mr. F. schreef dit gemis o.a.
toe aan de steunverieeuing aan werk-
loozen in de steden.
„Het Volk" cliënt tJhans Mr. F. van
antwoord.
liet blad schrijft:
„Mr. Fockema is niet tevreden met
liet antwoord van den minister op de
vragen van den heer Braat, want het
vorig jaar heeft een hoer van de Zuid-
Holiandsche eilanden hem verteld dat
zijn bietenoogst verloren dreigde t©
gaan, omdat hij geen personeel voor
bet rooien kon krijgen. D© arbeiders
van zijn dorp „vertrokken op zekeren
dag naar eon groot© gtad omdat zij
to beginnen met dien dag daar als
werkiooz© bouwvakarbeiders recht
hadden op uitkeering van de work-
loozenkas."
Mr .F. is nog zoo. onnoozel geweest
in een paar steden te onderzoeken of
tegen dergelijk© misbruiken wordt ge
waakt. Hij begrijpt dus niet eens, dat
geen enkele vakbond er aan denkt
dergelijke" plattelanders, die niet al
leen voor de overheid, maar evenzeer
voor de bondskas, bijeengebracht van
de oenten der arbeiders zelf, niet an
ders dan de allersieontste risico's zijn,
maar dadelijk in te schrijven ©n ben
maar te gaan uitkeeren.
liet is te begrijpen, dat mr. F., die
,nog geloof slaat aan dergelijke klets
praatjes van een Zuid-Hollaiidseheo,
boer, niet tevreden is met het ant
woord van den minister. Hij schijnt
nog ,van meening te blijven dab er op
het platteland gebrek aan arbeiders
is, als gevolg van de overdreven werk-
loozenzorg in de steden, en hij roept
in het belang van hen zelf, van ons
vaderland en van de arbeiders, de boe
ren van de IJpolders en de Holland-
sehe eilanden op, om niet sprekende
feiten over het bovenomschreven mis
bruik voor den dag te komen.
Wij vermoeden dat mr. F. hierbij
tenslotte wel oen figuur zal slaau als
de bekende roepende in de woestijn.
Over een tekort aan arbeiders op
bet platteland, willen wij hem, wat
Zeeland aangaat, wel het A'olgende
meedeelen:
In den loop van het vorig jaar is
door ons mee-r dan eens, en ook weer
in het begin van dit jaar, in alle dee-
len van Zeeland een ouderzo&k inge
steld naar de werkloosheid der land
arbeiders. Van alle zijden kregen we
bericht dat er in geen jaren zooveel
werkloozen waren geweest, bijna
overal liepen, zelfs in den druksten
tijd waarin vroeger wel eens een te
kort aan arbeiders was, nu nog land
arbeiders zonder werk; alleen bij den
laten oogst had men bier en daar wat
meer arbeiders kunnen plaatsen.
Wat Zeeland betreft- kan do heer
Fockema dus gerust zijn; deze pro
vincie wordt nog niet ontvolkt dooi
de. aaiitrckkelijkiieid van het grool-
steedscbe luilekkerland, speciaal voor
de werkloozen.
Natuurlijk gaan er ook van het
Zeeuwscüe platteland arbeiders naar
do steden, maar niet omdat zij do
Verwachting hebben maar dadelijk
van een steunregeling te trekken (hier
voor moet men veelal minstens een
jaar in oen gemeente wonen) of dade
lijk van de rijstenbreiberg der werkloo
zenuitkoering' te kunnen gaan smul
len. Want daartoe krijgen zij, of inr.F.
dit nu wil gelooven of niet, geen
kans. Het zijn echter de-telkens lagere
loonen del' laatste jaren, die de land
arbeiders van het land verjagen. In
Zeeland zijn de dagloonen 's winters
van f 1.50 tot f 2, zomers van f 2 tot
f 2.50 per dag, terwijl een groot aan
tal -dagen van het jaar niet wordt ge
werkt en dus geen loon ontvangen- Het
is hieruit to verklaren dat vele. land
arbeiders, al is het veelal tevergeefs,
op hoop van zegen naar de steden
trfekken om daar een beter bestaan te
'zoeken.
Wie echter bekend is met den tegeu-
woordigen stand der werkloozenverze-
kering, en weet welke opofferingen
de arbeiders zelf zich hierbij moeten
getroosten, begrijpt dat ook iu dit
geval weer mr. F. den bal mis heeft
geslagen; terwijl .zijn critiek alleen de
strekking heeft de werkloozenzorg nog
slechter te maken dan zo do laa.tste
jaren reeds is geworden.
DE AFGEVAARDIGDEN DER VAK-
GENTRALEN NAAR DE INT.
ARBEIDSCONFERENTIE.
Gelijk reeds werd medegedeeld, is
door de arbaidersvakcentralen overeen
stemming verkregen inzake 'het aan
wijzen van den arbeidersafgevaardig
de naar de vijfde Internationale Ar
beidsconferentie, die in October a.s. te,
Genéye wordt gehouden. Aan don Mi
nister is voorgesteld, dit keer als afge
vaardigde te benoemen een bestuurder
van het Christelijk Nationaal Vak
verbond. Door dit bestuur is thans
voorgedragen de beer ,T. Nauta, te
Amsterdam, 2e secretaris van het C.
N. V. en penningmeester van het Int.
Verbond van Kantoor- en Haudelsbe-
De minister heeft aan de vakcentra-
ten medegedeeld, dat het onderwerp
der agenda liem geen termen aanwe
zig doet achten aan den afgevaardig
de een technisch adviseur toe te
voegen.
VAKCENTRALE VOOR R.-K.
HOOFDARBEIDERS?
Naar „De Volkskrant" verneemt, is
door den R.-K. Bond van Handelsrei
zigers „St. Chi'istoffel" een uitnoodi-
ging gericht aan den Ned. R.-K. Bond
van Po3t-, Telegraaf- en Telefoonper
soneel „St. Petrus", R.-K. Bond van
Onderofficieren „St. Martinus", R.-K.
Apothekers-assistenten „St. Lucas" de
A. R.-K. A., R.-K. Bond van Handels-
Kantoor- en Winkelbedienden „St.
Franciscus van Assisië", R.-K. Wei'k-
meestersbond, R.-K. Bond van Tech
nici, „St. Raphael" vakgroep I, Fede
ratie van algemeene diocesane veree-
nigingen van R.-K. bijzondere onder
wijzers in Nederland, Vereeniging van
R.-K. directeuren van Van Gend en
Loos, Bond van R.-K. Vakschool-
leeraren bij het nijverheidsonderwijs,
voor een vergadering op 25 Augustus
te Utrecht.
Van hier en daar.
KLEERMAKERS.
Op dezo vergadering zullen bespre
kingen worden genouden over de
standsjirgamsatie voed' den werkue-
inenden middensband, de stichting van
een R.-K. Volkcentrale voor hoofdar
beiders, voorts de vertegenwoordiging
van deze groepen in den verkiezuigs-
raad bedoeld in het rapport-Barge.
In de Dinsdag te Doetincbem gehou
den vergadering van den Geld.-Over-
ijselschen Bond van- Kleermakerspa
troons werd uitvoerig gesproken over
den toestand, dobr de malaise ont
staan, waardoor verschillende kleer
makers weer in loon werken tegen
prijzen, die noodzakelijk naar de vroe
gere wantoestanden in liiet vak moeten
terugvoeren.
STAKING VAN BOUWVAK-
A RBEIDERS.
Besloten werd ten deze te trachten
tot samenwerking te komen met da
Noordelijke Bonden van Kleermakers-
patroons.
Vijftig timfnerlieden, werkzaam bij
den bouw van het gymnasium aan de
Xeuhuiskade te 's Gravenhago hebben
het werk gestaakt. Het betreft een
loongescliil.
Stadsnieuws
Het Middelbaar
Onderwijs te Haarlem.
Een poging om de rijkssubsidie
toch aan Haarlem toegekend te
krijgen.
De buitenlaerlingen.
Over de houding der regeering
In ons vorig nummer is reeds ge
meld, dat belanghebbenden uit Haar-
lcinnierliede c.a. een adresbeweging aan
den Minister van Onderwijs op touw
gezet hebben.
Het adres luidt
Ondergcteekenden, allen ouders of
verzorgers van leerlingen die het onder
wijs volgen aan inrichtingen voor Mid
delbaar- en. Voorbereidend Hooger On
derwijs der gemeente Haarlem, wenden
zich tot Uwe Excellentie met het eer
biedig verzoek bet daarheen të leiden,
dat aan de gemeente Haarlem voor het
jaar 19:3/24 het gewone Rijkssubsidie
voor "hare onderwijsinrichtingen blijft
verzekerd onder dezelfde vooiwaarden
als voorheen.
Het niet toestaan van dit subsidie
heeft voor .ondergeteelcenden zoodanige
gevolgen, dat zij hunne kinderen van de
onderwijsinrichtingen zouden moeten
wegnemen, omdat het Gemeentebestuur
van Haarlem voornemens is om van de
ouders der buitenlecriingen een school
geld té heffen, gelijk aan den kosten-
den prijs van het onderwijs.
Na een onderhoud met den Wethom
der van Onderwijs der gemeente Haar
lem is bij hen de indruk gevestigd, dat
het voorhemen in de circulaire uitge
drukt tot uitvoering zal worden gebracht,
hoewel men toegeeft dat daarmede velen
worden gedupeerd. Onder de belangheb
benden komt thans een zenuwachtige
spanning, onder meerderen radeloos
heid, welke toestand iederen dag verer
gert. Slechts 'weinige dagen scheiden
van den dag waarop de cursussen aan
vangen. Daarbij komt dat de besturen
van "de buitengemeenten niet zoo spoe
dig een regeling kunnen treffen, te meer
waar de Raden en de Colleges van Bur
gemeester en Wethouders binnenkort
wijziging zullen ondergaan in verbaDd
met de dit jaar gehouden verkiezingen.
Daarom durven meerdere ouders geen
boeken aan te schaffen en tot groote
schade van de leveranciers werden reeds
bestelde boeken geweigerd, alles met
het oog op de onzekerheid.
Daarbij komt nog dat de gelegenheid
tot inschrijving op andere onderwijs
inrichtingen reeds lang is gesloten en
dê Directeuren met vacantie zijn, zoodat
overleg niet wel doenlijk is.
Dit alles maakt het voor ondergetee-
kenden noodzakelijk om Uwe Excellen
tie eerbiedig te verzoeken met het oog'
op de bijzondere omstandigheden om
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
h 60 Cts. per regel.
I GILHO^STRAAI 165|
den korten tijd van overgang, te bepa
len, respectievelijk te bevorderen, dat
bepaald wordt, dat in ieder geval voor
1923/24 het subsidie blijft gehandhaafd
op dezelfde voorwaarden als voor den
cursus 1922/23,
Gaarne ontvingen de ondergetecken-
den per ommegaande, zoo mogelijk tele
grafisch berioht van uw besluit, zoodat
zij kunnen weten waarop zij met den
nieuwen cursus hebben rekening te hou
den.
Het is de bedoeling dat het adres ge-
teekend wordt door belanghebbenden te
Haarlemmerliede c.a., Schoten, Hillegom,
Bloemendaal, 'Heemstede, fBennebroek
en Haarlemmermeer.
Het adres ligt ter teekening bij de
boekhandelaren Gebrs. Van Brederode,
Groote Markt, Vernout, Warmoesstraat.
Klein, Cronjéstraat, Schoten, cn De
Vries, Gcd. Oude Gracht.
De Haagsche redacteur van 't Al
gemeen Handelsblad schrijft o.a.
Eenige weken geleden hebben wij
medegedeeld, dat de regeering de mo
gelijkheid overwoog de besluiten der ge
meenteraden van Haarlem en 's-Graven-
itage te vernietigen, volgens welke deze
gemeenten met verbeuring van -het sub
sidie van het Rijk, zouden afzien van de
invoering van de jongste wijzigingen in
de salarisregeling der leeraren bij 'het
middelbaar en voorbereidend hoogei
derwijs. Beide gemeenten wenscheen de
bestaande (gunstiger) regeling te
houden.
Wij hebben thans nadeie inlichtin
gen ontvangen, waaruit in de cc
plaats blijkt, dat de regeering vernieti
ging dier besluiten zoekt, omdat zij
onaangename gevolgen voor het Rijk
vreest. "Zoo zullen, indien in beide ge
meenten de oude salarisregelingen blij
ven gehandhaafd, de besturen der bij
zondere burgerscholen ongetwijfeld toe
stemming vragen bet voorbeeld der ge
meentebesturen te mogen volgen. En de
Regcering zal, groote ongelijkheid tus-
schen het openbaar en het bijzonder
middelbaar onderwijs in eenzelfde ge
meente willende voorkomen, moeilijk
haar toestemming kunnen weigeren.
Voorts is er kans, vooral wanneer meer
gemeenten het voorbeeld van Haarlem
en 's-Gravenhage volgen, dat het Rijk
op den duur minder goede onderwijs
krachten overhoudt.
Voor de regeering is het dus van be
lang op de een of andere wijze de be
sluiten van Haarlem en 's-Gravenhage
ongedaan tc maken. Maar hoe? Eerst
•heeft zij overwogen dit le doen op 'grond
van strijd met het algemeen landsbe
lang. Maar zij beeft deze gedachte laten
varen, omdat Amsterdam en Rotterdam
stonde af aan het rijkssubsidie- heb
ben geweigerd en de regeering zich
daartegen toen niet heeft verzet. Het zou
groote inconsequentie zijn de beslui-
van Haarlem en 's-Gravcnhagc te
vernietigen, terwijl Amsterdam en Rot
terdam in dezelfde bevoorrechte positie
bleven,
I-Iét departement van Onderwijs pleegt
i nog" overleg met het departement van
Binnenlandsche Zaken over de vraag, ot
de gemeentebegrootingen van Haarlem
s-Gravenhagc straks zullen kunnen
worden vernietigd, om op deze wijze
oering va'n de raadsbesluiten onmo
gelijk te maken. Maar op grond waar
van zou dit kunnen geschieden? Alleen
op grond van het feit, dat in de be
grootingen niet voorkomt een rijkssub
sidie voor het middelbaar en voorberei
dend hooger onderwijs. En men kan een
gemeentebegrooting toch niet vernieti
gen, omdat daaruit blijkt, dat een ge
meentebestuur niet van een rijkssubsidie
gediend is! Dit zou te zeer strijden met
de beginselen der gemeentelijke autono.
mie. Intu5schen schijnt het overleg tus-
schen Onderwijs en Binnenlandsche Za
ken nog niet tot eenigerlei beslissing
hebben geleid.
De groote moeilijkheid voor de regce
ring is, dat zij geen sanctie heeft om de
gemeentebesturen te dwingen de nieu
we salarisrcgeling ook voor bet ge
meentelijk onderwijs van toepassing te
-erklaren. In de wetswijziging, welke de
njeuwe salarisregeling bevat, staat al
leen, dat gemeentebesturen, die haar
niet invoeren, het rijkssubsidie zullen
verbeuren.
Welnu, dat is juist wat Haarlem en
i-Gravenhage. willen los van het Rijk!
Er zou voor de regeering dus wel niet
anders opzitten, zoo deelde men ons
mede 'in bevoegde leringen, dan stil te
berusten en af te wachten, of de onge
lijkheden, die het gevolg zullen zijn van
de weigering van het rijkssubsidie in
erschillende gemeenten, zich zoodanig
uilen laten gevoelen, dat herziening
an de jongste wetswijziging moet wor
den overwogen.
Een
mooi werk van
Huisvlijt.
Van een bekend Haarlemmer
Een ieder kent den heer II. C. R.
van Wijk. Wel niet bij naam, maar
zeker van gezicht. Het typische kleiuo
manneke uit de Jansstraat, dat steeds
in gezelschap van zijn hondjo door de
straten loopt, meestal met ten groote
sigaar in het hoofd.
Do heer van Wijk heeft zich thans
aan zijn stadgöuooteu ontpopt als een
goedo beoefenaar van huisvlijt. Het
kleine mannetje heeft zelfs een groot
stuk werk tot stand gebracht.
In de étalage van den heer Van Es,
sigarenwinkelier» aan de Groote Hout
straat, trekt het tie aandacht van
honderden menschen. Het is een siga
renkist of liever een sigarenhuis, dat
met, bijzondere zorg en zeer kunstvol
is geconstrueerd! Naar aanleidiug van
dit werkstuk hebben we eens met deu
heer van Wijk gesproken. Hij vertel-
dat de kast geheel van papier is
gemaakt en dat er zich een zestal la
den in bevinden. Alles aan de kast is
papier en toch zit ze goca stevig in
elkaar. Vier jaren heeft de heer van
Wijk aan de kast gewerkt. Wat een
geduld en wat een energie zijn er voor
noodig iets dergelijks tot stand te breu
;en. Want behalve de kast liet do
heer v. Wijk ons meer voorwerpen
zien, door hem gemaakt. Hij deelde
mede, dat hij de kast wel wilde vei-
koopen, maar niet voor minder dan
honderd gulden. Vier jaren voor hon
derd gulden te werken is zuinig be
taald. Als een uurloon gerekend werd,
zou het bedrag in de duizenden loe
pen. Op de kast in de étalase staut
het portret van deu lieer v. Wijk mee
zijn onafscheidelijk hondje.
Ilij vertelde dat hij G8 jaar wordt.
Maar hij draagt, de last zijner jaren
nog met een groote gemakkelijkheid.
Eigenaardig is, dat al zijn broers en
zusters stierven, voor zo één jaar oud
waren. Zijn vader dacht ook, dat hij
zou sterven, „maar ik zei", aldus de
heer Van Wijk, „neen ouë, ik blijf"*
We wenschen hem toe, dat het hem
gegeven mogo zijn, nog vele voorwer
pen te maken.
FEESTEN RECEERINCS-
JUBILEUM.
De Ilaarlemscke Chr. Besturenbond
is, in combinatie met den Chr. Vrouwen
bond, voornemens op 3 September eea
avondfeestvergadering te (houden in
St. Bavo, voor leden, huisgenooten en
geestverwanten. Gezien de medewerking
die reeds verkregen is, belooft het een
mooie avond te worden. O.a. zullen op
treden twee sprekers, 40 Duitsche dames
zullen zingen. Verder is qr declamatie,
tableaux voorstellende de Ned. Maagd,
de Ned. Vlag, de Elf Provinciën, Oost
en West-Indic. Ook is voor muziek, ge
zorgd. - 1 r
MosgemM
UITSPRAKEN.
B. J, K. vrijspraak. J. K. vrijspraak.
J. H. W. geen zorgdragen voor bet'
cnspbadelijk houden van een gevaar
lijk dier f 3 subs. 3 dagen hechtenis.
C. C. R. T. langs een stilstaande tram
rijden, aan die zijde, waar passagiers
in- of uitstappen X1 subs. 1 week
tuchtschool.
J. K. op een rijwiel gezeten zich
vasthouden aan een voertuig f 2 subs.
1 week tuchtsohood. C. L., overtreding
Motor- en rijwiel reglement 2 subs.
1 week tuchtschoolS. v. B., overtre
ding Arbeidswet f 4 subs. 4 dagen
hechtenis; J. K. id. f 10 &ub6. 10 da
gen hechtenisL. W. F. N., overtre
ding 'Arbeidswet 2 maal f 4 subs. 4
dagen hechtenisTL Ph. Ph. id. f 4
subs. .4 dagen hechtenis; A. 13. P. J.|
Z., id. 2 maal f 3 subs. 3 dagen hech
tenis voor elke boete; M.L.Z. id. 2
maal f 4 subs, 4 dagen hechtenis voor
elke 'boete.
M. L. Z., idem, 2 maal f 4 subs. 4 da
gen hechtenis voor, elke boete; A. K.,
overtreding Jachtwet f S subs. S dagen
hechtenis A. D., overtreding Leerplicht
wet, f 6 subs. 6 dagen hechtenis J. v.
S., overtreding Trekhond-en wet, 3 maal
f 2 subs. 3 dagen hechtenis voor elke
boete 1. J. V,, 2. A. S., overtreding Vei.
ligheidswet, 3 maal f 4 subs. 5 dagen
hechtenis voor elke boete W. H. T., in
een voertuig gaan, tervi.il de trein in
beweging is, f 5 subs. 5 dagen hechte-
C. O. overtreding der wet van 23
ApriL 1880 (S. 67) hef nis ondernemer
van een openbaar middel van vervoer
niet zorgen, dat deze op de aangege
ven uren vertrekt en aankomt f 8 sub.
8 dagen hechtenis.
Th. E. J. het to Haarlem verkoopen
op den openharen weg, zulks op ureti
waarop dit ingevolge verord, op de
winkelsluiting verboden is f 3 sub. 3
dagen hechtenis.
H. Th. K. overtreding van de ver
ordening op de winkelsluiting t 5 sub.
5 dagen hechenis.
M. B., overtreding Bouw- eu Wo
ningverordening Velsen f 5 subs. 5 da-
hechtenis.
F*©isilletc»!ï
Geautoriseerde vertaling naar
het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
„Straks!" 'bromde Salnovö. „Ik
heb geen zin om hier nog langer te
praten. Ik heb het koud. Haal de au
to-1"
Hij bewoog zich in het donker, en
even later streek hij een lucifer aan en
zonder op Pennington te letten, wilde
hij een sigaret aansteken- De ander
kwam naar liem toe en blies het vlam
metje uit
„Waarom doet u dat?" riep Salnó-
vo. „Geen aardigheden als 't u blieft.
Ik heb een revolver bij me, en ik zal
hem gebruiken als
„Doe niet zoo dwaas", viel Penning-
ton hem in de rede. „Ik heb de luci
fer uitgeblazen omdat ik niet wil dat
de een of andere rondloopende bosch
wachter ons hier vindt. Als je rooken
wilt, ga dan naar den weg, en wacht
op me op de bank vlak voovbij het
hekje. Ik zal dwars door het park
loopen en over een paar minuten met
de auto terug komen."
„Goed", bromde Salvono, „maar
hoe ik het in donker moet vinden,
weet ik niet."
„Ik zal je er heen brengen. Blijf
maar dicht bij me
Hij keerde onmiddellijk om, en ging
hem voor, het boschje uit. Salnovo
volgde hem en binnen drie minuten
stonden ze bij de bank waarover Pen
nington had gesproken.
„Het zal het beste zijn als je hier
rustig blijft zitten", zei Pennington
langzaam._ Als je heen PT, weer gaat
loojDen, vinden we elkaar nooit meer
in de mist. Ik kom zoo gauw mogelijk
terug.''
„Best", zei Salvono, inaar voor ie
dere minuut die u me laat waohten
moet u meer betalen. Ik houd niet van
rheumatiek.''
Hij ging zitten en zonder te antwoor
den keerde Pennington zich om en liep
weer naar het hekje. Hij liep dwars door
'hét* boschje en maakte er veel la
waai bijl
De man op de bank hoorde het lawaai
cn grinnikte.
„Ik benijd meneer Baum zijn wande
ling niet! Ik blijf nog liever hier zit
ten. Hij zal morgen wel vol blauwe plek
ken zitten."
Hij stak een. sigaret, op en ging zit
ten tooken. Af en toe grinnikte liij weet,
cn toen de sigaret op was, stak hij zijn'
hand in de zak van zijn overjas, haalde
er een veldflesch uit, cn nam er een
flinke slok uit.
De alcohol verwarmde hem en toen
hij de flcsch weer in zijn zak stak,
lachte hij zachtjes bij zichzelf; toen
sprong hij plotseling overeindhij hac(
aan den anderen kant van het hek ach
ter zich een geluid gehoord. Zijn rech
ter hand verdween in een andere zak,
cn een seconde later stond hfj met een
revolver in de hand. Lichte voetstappen,
en toen het geschreeuw van een konijn
stelden hem gerust en hij ging weer óp
de bank zitten en glimlachte over zijn
eigen angst.
„Het was niets," mompelde hij. „Maat
tóch vertrouw ik dien lieven Pennington
heelemaal niet. Ik dacht dat hij Terug
gekomen was. Het is maar beter om
me gereed te houden."
Hij bleef met de revolver in de.hand
zitten rooken en na een poosje gooide bij
zijn sigaret weg en stak weer een nieu
we op, terwijl hij het wapen op zijn
knieën liet liggen. Toen hij de lucifer
aanstak, dook er aan den anderen kant
van het hek een zwijgende gedaante op.
Zijn cene arm hield hij wat achteruit
en het licht van de lucifer scheen op
een lang, dun stalen lemmet. Toen
schoot de arm naar voren, en met een
scherpe, vreesclijke kreet sprong Sal
novo plotseling overeind, draaide zich
half om en viel toen op don weg néér.
Een seconde later sprong PcnningLon
over het hek, viel op zijn knieën bij den
man neer en liet het licht van een zak
lantaarn op zijn gezicht schijnen. Hij
zag dadelijk wat hij weten wilde, en be
gon toen haastig in de zakken van den
doóden man te zoeken.- Binnen een -hal
ve minuut had hij gevonden wat hij
zocht een lange envelope met papie
ren er in. Hij stak hem in zijn zak en
stond toen op.
Terwijl hij dit deed, hoorde hij haas
tige voetstappen op den weg aanko
men. Dadelijk keerde hij om, klom weer
over het hek en rende door liet boschje.
Op een oogenblik merkte hij, dat het
veel lichter werd en hij hoorde gekraak
achter zich. Toen hij omkeek zag hij
gele vlammen opslaan uit het drog»
•hakhout bij het hek. Dadelijk begreep
hij wat er gebeurd was. De brandende
lucifer was uit Salnovo's banden ge
vallen toen hij opsprong, en had het
zoo zeer ontbrandbare materiaal aan
gestoken. De vlammen werden in de
enkele oogenblikken dat hij er naar
stond te kijken, veel grooter, maar hij
wist, dat hij niet kon blijven om uit
te dooven. Het boschje zou uitbranden
misschien, maar het licht zou een aan.
wijzing ziju voor dongene die op den
weg liep en die waarschijnlijk Salnovo's
gil had gehoord. 'Hij mocht niet in de
buurt van de misdaad gevonden worden
en hij rende door.
Vier minuten later liep hij, buiten
adem van het harde loopen, het hek van
I de I'riory uit, eu toeu hij dit deed bots
te hij' tegen iemand aan die op den weg
liep.
„Hè, zeg, wat is dat.."--begon een
stem,
Tiet licht van een zaklantaarn scheen
op kern, en even later klonk dezelfde
stem verontschuldigend „Neem me niet
kwalijk, meneer Pennington. Ik ben
vreeselijk van u geschrokken. Ik zag
u niet aankomen, meneer,, en ik liep
hard. Ik heb daarnet een schreeuw ge
boord - m'n hart stond er van stil.'
Heeft u ook iets gehoord, meneer?"
„Ja," antwoordde Pennington,- diep
ademhalend. ,Jk heb de schreeuw ge
hoord. Het klonk alsof er iemand erg
gewond was. Ik was juist oP weg naar
de Priory toen ik het hoorde en ik kwam
aanloópen om te zien of ik ook helpen
kon. Als er iets gebeurd is, was het
hier op den weg."
De veldwachter aarzelde even.. „Mis
schien wilt u wel met me meegaan, me
neer, Ik hoor dien gil nog en ik ben
wel niet bang, maar het zou kunnen
zijn dat er hulp noodig was, en met z'n
tweeën.
„Ja, zeker, ik ga mee," antwoordde
Pennington dadelijk, en ging onmid
dellijk den i'.eg op.
..Ik zal 'm'n lantaarn aanhouden."
zei de veldwachter. „Dat zal ons helpen
cn misschien zullen we dan beter kun
nen zien wat cr aan de hand is."
Ze liepen vlug en na een paar minu
ten zagen ze een vreemd schijnsel in
den mist. De veldwachter snoof als eca
hond.
„Er schijnt ergens brand te zijn."
„Het lijkt er wel op, zeker," ant
woordde Pennington. „Het ruikt hiei-
erg branderig."
,Ik denk dat er een landlooper ia het
bosch heeft gelegen en het hakhout in
brand heeft gestoken, en zichzelf mis
schien ook wel. Die schreeuw klonk ten
minste als van iemand die in doods
angst was."
„Het lijkt me heel waarschijnlijk, 'Ar-
cott" antwoordde Pennington.
Het volgende oogenblik greep de
veldwachter hem bij zijn arm. „Mijn
hemel, meneer, kijk daar eens!"
Pennington spunJo zoh in om kalm
te blijven en keek. Eerst viel zijn oog
op liet brandende hout aan den eeneu
kant van den weg, waar liet bosehjo
vvais en waarheen hij als bij instinct
het eerste had gekeken. Maar de veld
wachter wees naar ..den andereu kant
van den weg en even later keek Pen
nington dus.daar heen. Hij zog een
mail op zijn knieën liggen naast het
lijk van Salnovo, en deze was zoo druk
bezig- dat liij lien niet eens hoorde
aankomen.
De veldwachter liep er haastig
naar toe. ,,\Vut doet u daar?" vtoeg
hij.
Do man s!oM 'onmiddellijk op. Tiet