HET VLOOT MAAi\L£itfi 3 VRIJDAG 12 OCTOBER 1923 bnUOLAU VIERDE BLAD Wat de Raad dost sa Stemman, mijno fcsoren, stcmmon! ftïsn ir.oct ha; ijzer skieden a'.s het hcai Is. - Moties van ordo i test. Mij;n leermeester in li et. schrijven va beschouwingen over gemeentcraadaverg: Seringen vertelde mij het vo'gcnde: zijn yerscüilkiule mogeüjklicdua in lit besturen van ecu gemeente. Ten ceisto de mogelijkheid dat deburgemeester eo: iimk man is, die verstand 'heeii vai meerling door te voeren. Hij kan de ge meentc legeercn en tie raad is maar bij zaak. Verder bestaat de mogelijkheid dat een burgemeester geen krachtig bewin man is, dan knappen knappe wethouders de eaak op. Ton derde komt het wei dat een sterke figuur in den raad de heels osei achter zich aan sleept en zoo dus feitelijk da gemeente regeert. Zco'n raads lid moet als minimum een goed spreker zijn, die bruggen kan bouwen over poli- In Beverwijk verkeert men in &ev*a3 no. 1 vat stof deed opwaaien in het grosnten- s'. ad je, blijkt het dat do burgemeester vrijwel alleen staat in het dageiijksch. be stuur. De eeno wethouder is iemand die veel zegt maar dat zeer slecht doet; de ander, die tegelijk raadslid cn wethouder geworden is, ma^kt vreemde sprongen op net koord van do gemeentepolitiek, door z.elx voorloop: g onbesloten te houden of oppositie ie voeren tegen den burgemees ter. Mn de burgeniesster zegt, wanneer, de wethouders wat heftig in hum redevoe ringen worden: „laten gaan, miet tegen spreken." 1-1 ot is werkelijk een genoegen den burgemeester onderwijzend de raads stukken te Ihooren verklaren en daarna te zien hoe hij de meerderheid maar zij,n meening doet overhellen. Zijn aanmaning om niet te praten, maar 'c stemmen was amusant. Ja de eerste helft van de raadszitting dacht ik dat wethouder Eijking voortaan niet zooveel meer zou praten als toen hij nog gewoon raadslid was. Zulke geval len konten meer voor, men zie siechts maar Schoten, de weihouder Klein is daar veel tammer dan het vroegere raadslid Klein. In de tweede helft van de vergadering bleek het nnj duiiieiijk dat mijn inzicht niet juist was. Maarhet was ook wel heel erg, de burgemeester dreigde zijn 1 neg«nd«Q agent weer te krijgen! Lnfl.n, men heeft het in het verslag kunnen' lozdn, zelfs do zweep der bezuini ging, die Voor deze gelegenheid te voor schijn was gehaald, kon in'iet verhiaido- tch dat da burgemeester genoeg stemmen kreeg om do vacature bij do politie weer te vervuilen. Yv'io even nadeinkt zal moe ten beamen, dat twee man in den nacht dienst voor Beverwijk te weinig is. Men kan wel zeggen: vroeger was er maar één agent voor dag en nacht, vroeger is niet en uen tijd dat de burgemeester mat een dikken stok op uit góng cm t dronken kerel in te rekenen zal geen measela terug willen. De politie in Be- verwek is verder nog lang aan geen 45- o: kCurige werkweek toe, maar maakt soms do 63 rol, zoodat een maceietje meer geen luxe is. Xu is het in Beverwijk zeer wel mo gelijk dat bij de begrooting weer een voor ste! komt om eeu agect minder er op ma houden cn voor Beverwijk zou het niet verwonderlijk zijn 3ls zoo'ta voorstel werd aangenomen I Wij zuilen zien. Voor de zoovcelste maal is aan de ver ordening op de heffing van de plaatse lijke inkomstenbelasting goedkeuring ont houden. Het gaat, zooals meer zich herin- r zal, om den aftTek. Een vurig pro- qaartegen, tegen de aanranding vom do autonomie der gemeenten, keurde de raad niet goed. En toch zit er iets onbe- ipelïjks in dat b.v. Bloemendaal een aftrok van duizend gulden mag toepas- s:-n, terwijl in Beverwijk f 850 teveel wordt gevonden. Men vindt tnu eenmaal een gulden in Bloemendaal evenveel waard als in Beverwijk. Op de publieke tribune wa's het vol. Dat komt natuurlijk niet omdat er plotse ling meer belangstelling in gemeenteza ken is. hi on wil eens .lachen om de mal- Iqotige dingen dio er gedaan worden, b.v. en raadslid voorstelt om een voorstel den voorzitter niet in behandeling te ui. Zooiets is onvriendelijk en onbe leefd -beide. Een der wethouders zag den voorzitter niet ar.ders dan a'.s hoofd van de politie, en sprak hem ook .voortdu rend als zoodanig aan. De gemeentezaken r Beverwijk hebben een vlot verloop, ik ju haast genegen zijl» te zeggen: in weer- il' van den Itaad. Alleen voor een heel komiek stuk zou r.iljn lachavond cms par maand in 1 v. O. TWEEDE KAMER (Vergadering van Donderdag 11 October) I -L >S! Da inferpellatie-Troelsfra De oplossing van dé crisis aan financiën D© eerst© vergadering der TWeed© Kamer, dia niet aan formaliteiten- ge wijd waB, als cle vorige van deze zit ting, kwam al heel spoedig na de ope ning door den voorzitter clrn Jieer Mr. D. A. P. N. Kooien, tot het eigenlijke agenda-punt, de interpollatie-Troal- sfcra „betreffend© de oorzaak en de op lossing der crisis, mede in verband met den financierden toestand van Ne derland en Nedet'landsch-Indië. De heer Troelstra ying aan met te con statceren dat zijne interpellatie eigen lijk overbodig nad moeten zijn, overbo dig, ais de regeering haar plicht had ge daan, door eigener beweging de volks vertegenwoordiging in te lichten, over Mr. P. J. Trcoijtraiiet verloop der mi- nisterieele crisis tijdens het zomerre ces- Sor. meent niet mis te zr.n, wan neer hij zegt, dat de afstand tussc-hen volk ea regeering zelden zoo groot wai als thans het geval is. Daarvan onder vindt de Katholieke partij, moet tij ondervinden de sterke naweeën. Een symptoom er van, dat da S. D. A. P. bij 'haar actie tsgende vlootwet, die de regeeriug wil doordrijven, steunt op grooter groepen, dan alleen haar eige ne partij. Heeft de regeering niet begrepen hoe belangrijk de zaak was van de ministerieel© crisis, dat zij de volks vertegenwoordiging niet heeft inge licht.' Waarom spr. zelve de regeering om inlichtingen moest 'vragen. Ten opzichte van allerlei zaken heeft de nieuwe minister van finan ciën do meest straffe bezuinigingen op vele vitale volksbelangen ingeluid zegt spreker op de werkloosheids- zorg, op do gezondheidsdiensten etc, etc., behalve op één punt, op de vlootwet. lnterpellant leest dan enkele cita ten voor uit het rapport der laatst© vlootwetcommissie, waaruit bleek, hoe deze liecren de noodzakelijkheid van scherpe bezuiniging en de vlootwet van elkaar scheidden, hoe zij eerst donkere toekomst voorspelden, maar daarna de vlootwet desondanks wilden uitvoeren. Daarvan heeft oud-minister de Geer opgemerkt, dat de bezuini ging tot beveiliging van den gulden, plaats maakt© voor een bezuiniging tot beveiliging van de vloot. Vei «'olzens citeert spr. de uitspraak van den lieer Colijn tijdens de alge meens beschouwingen op de staatsbe- grooüng van hst vorige jaar, waarin hij met vepl palhos beweerde, dat op eiken tak van staatszorg, ook dio der defensie, moet bezuinigd .worden. Welke verschil tusschen de opvat ting vóór do crisis, en die n a de crisis! Het is dus noodig, dat wij weten lioe do winding van ministers heeft plaats geh ul, wat daarvan ds oorzaak v. ;;h. hoe de oplossing uitviel Spr. stolt deswege de volgéude vragen. lj Wil de regeering uiteenzetten wat het verschil is geweest tusschen de zienswijzen van minister de Geer. eu de óverige leaeh'-v'ah net .kabinet," >en overzicht geven van de debat ten die daarover in den minis ter- •aad zijn gevoerd, 2) Aanvaardt de regeering de con clusies der staatscommissie-Parijn, vervat in de, paragrafen 140, 141, en 142 van hat verslag dier cominissio 3) .Welke zijn de reden, die 'geleid helmen tot do vervanging van den af getreden minister van financiën door uen tegen woo rdigen' functionaris. Spr. wil de laatst© vraag nador il- lustreeren. En wijst daartoe op de persoonlijkheden der heeren de Geer en Colijn. D© eerst had behalve zijn moreel gezag, de kracht ven zijn per soon, Gie boven elke verdenking ver heven was, dat hij zoude optreaen als vertegenwoordiger van cok maar eeni- ge belangengroep. En de neer Colijn'? Geen schijn of schaduw van smet wil spr. cp een naam des heeren Colijn werpen, maar de politieke kracht v den nieuwen minister moet noodza! lijk verminderd worden door zijn ban den reet groot© financieele, Indisch© groepen. Spr. herinnert aan de pijn lijke Djam bi-debatten, Zijn eerst© daad .was de Vloot wet door te drijven! Spr. gaat uitvoe rig na, mot citaten uit het rapport der staatscommissis-Patijn, hoezeer die vlootwet met het. streven naar be zuiniging in contrast konyt, dat den lieer Colijn heet to moeten kenmerken. En stelt cl© volgende vraag: Erkent do Regeering met de Staats commissie (conclusie 150), dat de fi nancieel© moeilijkheden van het oogen Mik door do verdere uitvoering van de vlootplanncn zullen .worden ver zwaard? Spr. critiseert vervolgens een arti kel uit „de Standaard" waarin de plicht tot verdediging van Nederl. Oo'sb-Indiö werd betoogd en bestrijdt punt voor punt dat artikel, op welke bestrijding spr. zijn nieening grondt, dat er van ©en „plicht" gesnerlei sprake is. In dat artikel wordt een parallel getrokken tusschen de taak van de vloot in de Indische wateren en de taak door ons leger in den groo- ten oorlog vervuld, naar men zegt een taak van preventieve werking. Spr. meent, dat er van een pre ventieve werking van ons leger in den oorlog niet veel is terecht gekomen. Als voorbeeld wijst spr. op de eerste helft van 1917, n' en déplaise Luden- dorff. Spr. vraagt den Kamerleden, die reeds in de vorig© zitting lid der Kamer waren, in gemoed© af of zij met mede meenen dat Ludendorff mot zijn leger, dat destijds aan onz© Oostgrens was samengetrokken, clie grens zou overgetrokken zijn, op het allereerst© gerucht van een Engelsche poging tot forceering van de Schelde- toegang. Spr. wijst met de meeste kracht af het argument uit het vlootwet-mani fest, door d© Anti-Revolutionairen verspreid, dat gelijk ons leger tijdens den oorlog preventieve werking uit- oefende. een vloot in Indië eveneens zoodanig© werking zou kunnen uit oefenen. Dan zegt spr. dat er in ons volk een groot, ongeloof is gerezen aan de verdedigbaarheid van ons land of van geestelijk© stroöaiingen algemeen ge worden, die het maar steeds uitgaan van do onderstelling: „wij leven t© midden van vijanden" onjuist achten, óio gelooven aan groei van don gees telijken monsclt. Stoeds merkt de hoer Troolstra op is het met onze marine in de Kamer treurig gesteld geweest, het bleef steeds „gemier", tusschen minis ters en Kamergroapen, nimmer kwam er strakke lijn. D© actie tegen de vlootwet van thans is het noodzake lijk gevolg van de' gedurende dertig jaren in heb parlement gevoerde actio tegen liet militairisme. Laat de regee ring daarom blijdo zijn ©n zich daar- "tar richten. Spr. wil niet ver op de vlootwet-ma terie ingaan maar acht zich toch ver plicht enkele conclusies over liet vlootplan van verschillende marine- deskundigen voor te lezen. De heer Troelstra citeert dan verschillende sterk-afwïjzend tegenover bet vloct- plan staande uitspraken, o.a. van de heeren De Koning, Van Rossum, Schepp, Van der Toorn. Spr. vervolgt zijn beschouwingen over het manifest der Anti-Revolu tionairen, een bewerkt oud-hoofdar tikel, meent dat het op vaderlijken Icon geschreven is door iemand, „die. zijn Pappenheimers kent", bostrijdt vooral do verge! ij icing in dat stuk ge trokken tuscsheu dcii vlootbouw en de noodzakelijkheid van iemand, die een nietnv dak op zijn huis noodig heeft Spr. acht het niet gewenscht een dak boven zich tahebbcn, waaraan 15 jaar lang gewerkt wordt! (Gelach onder cl© sociaal-demo craten). De in'tevpellar.t meent, dat er, in tegenstelling met liet manifest geti teld „Weg met do leugens", na 12 ja- "en wel degelijk nog geld noodig zal :i,m, en onderwijl zullen allerlei nieu we uitvindingen. heer DUIJS: „De schildklier". (Gelach). A De hoer TROELSTRA: zullen aller lei nieuwe uitvindingen gold vragen. Spr. meent dat heb door den heer Colijn geschrevene (hot manifest) spe culeert op het bekrompen egoïsme van den Nederlandschen burger. Spr. trekt do vergelijking van het dak verder door en meent op grond dier vergeliiking-zelve dat er wel dege lijk op „Marine" ook voor 1924 zal moeten worden toegelegd. Met een be roep op "cijfers, gepubliceerd door den lieer Koolemans Beijnen stelt in- tsrpe.lant dan de volgend© vraag Moet de regeering niet toegeven, dat d© kostenuerekening. voor de uitvoe ring van het vloot Man onvolledig is ©n voor eon inzicht in de <vp Neder land en Nederl.-Indië tè leggen druk niet voldoende is. In de voornaamste plaats wijst 5n- torpellant er op. dat er na zes jaar eerst een halve vlont isliet eind cijfer moet tl us minstens verdubbeld worden. Is dat nu te dragen bij de zware belastingen, waarop de heer Colijn in de rai'lioeuennota het volk heeft voor bereid? De heer De Geer liet zich an ders over vlootwet en belastingen uit. En dan de lasten' op onze koloniën Spr. zou van de regeering de meaning an ccn gouverneur-generaal willen ■'eten. Daarom ook deze vraag Wil de regeering het advies raede- deelen van den gouverneur-generaal .-oyer d© uitvoering'van het vlootplan .Spreker (met een glim laohh-zich- këerendex naar de.u heer Dresselbuijs) meent, dat' cl© woorden van het ant woord op cl© vraag van'den heer Di:cs- s&lhuys een antwoord op zijn vraag niet uitsluit. Want geeft de regeering gelijk zij het den heer Dresselhuijs deed, geen antwoord, dan wekt zij het vermoeden, dat de heer Lock te gen het vlootplan is. s Da verdeeling der lasten tusschen Nederland en Nederl.-Oost-Indië acht spreker voor crïtiek vatbaar, maar ongelimiteerd afzijdig staat spr. tegenover cle verdeeliu? der lasten tus schen groot-kap.itaal en Indische be volking in de koloniën. Spr. verwijst naar cijfers, ten vorig© jare. door den lieer Albania genoemd. Moet niet ge wacht worden op het rapport van de commissie tot Indische belasting-her ziening? vraagt epr. lnterpellant ontraadt ten. sterkste een .beelissing ta nemen, inzake a© vlootwet, alvorens de Kamer ernstig heeft kennis genomen van het niet- voor-pnblicatie-bcstemde, toch gepu bliceerde rappoit van den directeur der gouvernementebedrijven in Indië, den heer Roelof©, die veel merkwaar digs over de buitengewone uitgaven mededeelt. Men wil de buitengewone uitgaven zoo laag mogelijk houden ©n tegelijk gaat men tallooze millioenen aan een improductief dool (-de vlootwet) uifcge- •en! Ten opzichte van de draagkracht der Indisch© maatschappij noemt spr. d© Vlootwet een „stap in het duister". Spreker stelt dus ds volgende vra- eren Acht de Regeeriug der voorwaard© der Staatscommissie (conclusie 155) vervuld, dat geen besluit van verre strekking, als de Vlootwet bevat, do geldmiddelen van Nederland en Ned.- Indië voor de toekomst nog meer vast zal leggen, clan toch reeds het geval is, tenzij (gelijktijdig gedaan wordt, wat noodig is om het geheel verbroken boidgetaire evenwicht te heratellen? Kan mot name d© Regeering de ver antwoordelijkheid od zich nemen voor een verslechtering van dien toestand, in verband iook met het geheel of ge deeltelijk stopzetten van belangrijke sociale en cultureele maatregelen, zoo wel in Nederland,-als in Ned.-Indië, met de weinig eunstge vooruitzichten voor het bodrijfslevc-n en de heer- schende werkloosheid, die mede ver sterkt zal worden door d© ihoog-noo- dige bezuiniging-op het aantal ambte naren. tengevolge der voorgenomen reorganisatie van den Staatsdienst en is de Regeering van meaning, dat het aangaat den belastingdruk op do in- heemsohe bevolking van Indië en d© ambtenaren te verzwarc-n en de Ne- derlandsche bevolking met nieuwe of verhoogde indirecte belastingen zwaarder te drukken, mede met het oog op de loons- en salarisverlagingen, dio aan de orde van den dag zijn? 'Spr. benijdt een regeering- niet, die deze vraag bevestigend zon beantwoor den.. En nu de internationale kant van de kwestie! lnterpellant maakt melding van bericht dat er een comité-generaal gekomen zijn. Spr. weet dat dit bericht onjuist is. Maar spr. zou zich daa: gen ten eenenmale hebben verzet I den boozc. Dc vlootwct-cpmmissic-Patija begint op „den internationalen plicht'' te wijzen tot het bouwen yfan dc vloot. Maar waar in bestaat die plicht? Is de regeering niet zichzclve, is er druk op haar uit geoefend vraagt spr. lnterpellant ge looft het niet, maar cle volksopinie....? Spr. gelooft liet niet, daarin niet weinig gesteund door artikelen van 'den heet Van JJlSdkcnsteijn, dezer dagen in dc „N. 11. Crt." geplaatst, waaruit spr. meerdere citaten voorleest, die ervan ge tuigen, dat grootc haast met het door drijven van dc Vlootwet thans tot twijfel brengt aangaande wat cr in den laatstea tijd op internationaal gebied dan toch gebeurd moet zijn. Verwijzingen als in De Sta ndaard naar het gebeurde in Kor/oe, ïijn een symptoom van het oude sentiment van volkerehstrijö cn volkcrenhaat. Twij felt dan de heer Colijn ten eenenmale aan de grondslagen van de Yol'ienbond- idee? Na Korfoe is dc positie van den Volkenbond sterker geworden meeat spreker. Dan stelt spr. dc volgende en laatste vraag 9. Is cr op de Regeering van buiten- lar.dschc zi;:> eenigv directe of indi recte aandraag geoefend of acht zij zich. met het oog op aangegane verplichtin gen, gehoude*. de onverwijlde aanne ming der ingediende vioolplannen dooi Zoo jn, waarin hesman deze aandrang en dia verplichtingen, zoo neen, welke zijn dan de dv.ir.g-.ade over- en van internationalen aard, die wijlde totstandkoming der vloot- plannen eischen? De VOORZITTER „Is de regeering bereid op de gestelde vragen aanstonds antwoorden? Do heer Ruys B e e r e n- bfouck, minis ter van Binnen in 11 d s c h 0 Z 11- k c n, stemt daarin toe. En gr-at over lot cle beantwoording Spr. kart den in- terpellan': niet in al- les volgen niet kan Do minister Ruya hij mcded<5elen, wat do ccerenbrouck. biunen d„ nlürca vaa !e vergaderzaal des ministuxraads voor- •altslechts het resultaat kan worden bekend gemaakt. de Welling beireft van den Gou- r-Gencianl, siui: spr. zich aan bij twoord van den minister van Ko loniën op dc schriftelijke vragen van den heer Dressclliuys, waarbij spr. ver- ijst naar Uen omvang van ruededce- lïngen der regeering tijdens vroegere interpellaties (o-a. c.:e over Suriname van den heer March.-.nt). De gedachtenv. isse- ling tusschen Gom erneur-Generaal en Minister moet geheim blijven, wat des tijds door den heer .Merchant is toege geven, behoudens een hoogst-enkele uit zondering. En inderdaad, er kuanca om- stand-gheden zijn, waarin publicatie van het landvoogdelijk advies ia 's lands be lang kan zijn, hoewel daaraan voor het vervolg (om het preccden.) bezwaren zijn verbonden. Van den regel kaa dc egecring ook thans niet afwijken. Spr. zou c ch t e r willen vra gen, of er één Gouverneur- a a 1 z o u z ijn, die- w a n, h ij t e g c n dc Vlootwet j n, z e u w e-.n-s-elven- 'm e d e „..-ken a a,n -die- uit v o e ring- En dan is ook in don Volksraad niet ge bleken, dat dc G.-G. tegen de Vloot- Spr. stelt vast in tegenstelling met dsn intcrpcllapt dat.de Vlootwet niet in 1922 is uitgesteld omdat de Staats financiën uitvoering niet toelieten, doch bij de uitvoering rekening te doen den met de gewijzigde omslandighe- den. De heer Dc Geer was aldus' de mi nister inzake dc Vlootwet een andere meening toegedaan dan zijn ambtgenoo- ten, die uitvoering der wet, niet aan vang in 1924, in 's lands belang ten eenenmale noodzakelijk achten. De heer De -Gscr achtte va s 11 e ggn g - van litgavcn vóór jaren niet wenschehjk. De overige leden meenden, dat 11 iet-uitvoe ring der wei de malaise deden toenemen aan ...marine", het stopzetten van den bouw van verkenning svaanuigen zoube- teekenen, het "hfzien vaa aanbo: flotiillevaartuigea, het niet aanbouwen van ccn vlooïbasts. Onze verplichtingen als zelfstandige staat zouden ni vu ld worden, aan de organisatie van het marinepersoneel zou eiken vasten grond slag worden ontnomen. De eerste stap zou gezet worden op den weg, die tot algehcele liquidatie. De SOCIAAL-DEMOCRATEN „Bravo!1' De MINISTER VAN BINNENLAND- SCHE ZAKEN tot algehcele li quidatie der vloot zou leiden. Voorts zal aanbouw dc uilgaven niet verhoogen. Het verschil tusschen den heer De Geer cn dc andere leden van !t Kabinet bleek niet te overbruggen. Slechts één oplos sing bleef over de heer De Geer vroeg zijn ontslag aan IT. M. de Koningin aan. Do regeering berustte daarin, hoezeer het besluit van den heer Dc Geer voor hen een teleurstelling betcekcnt. Dc regeering wcnscht dc begrooting sluitend te maken, en tevens de vloot te bouwen.. In den nieuw opgetreden nister van Financiën zijn beide wen- schcn vcreenigd. (Daverènd gelach aan de linkerzijde.) Het optreden van den tegenwoordlgen minister van Financiën kwam op zoo danig tijdsgewricht, dat er van een scherp omlijnd bezuinigingsplan toen nog geen sprake .kon SÜM Steeds meer worden de plannen omlijnd, ïiare word-t daaraan gewerkt. De heer KETELAAR „alken dag een krantenberichtje." (Gelach.) De MINISTER, behoef- niet te zeg gen, welke grootc. moeilijkheden aan het maken van een vast bezuinigingsplan verbonden zijn wetswijziging, ging van internationale afspraken etc.. Sluitend maken van de begrooting i© noodzakelijk, en z a 1 geschieden, ook al moet oas land een offer zich getroosten voor het behoud onzer Koloniën. Spr. verschilt van meening over de conclusies in de paragrafen 140, 141, 142 en 150 van de Vlootwètcommissie- Patijn vermeld, mot den interpellant. Spr. acht behoud van ons over- zeosch bezit noodzakelijk, daarom heelt ons land plichten, te vergelijken met dc iiiotTnuhöüdi.'ig onzer zeewe- ngcii. Hei opvolgen van d;en plicht i'c regeering doen plaats hebben met zoo weinig mogelijk opleggen van lnstan aan dc bevolking. Dc minister zegt, da' dc ltcslenbe- gedachte cm een rooskleurig licht op de cijfers te doen vallen is niet aan wezig. Alle critiek daarop heeft de regeering niet houdbaar gevonden. De uitvoering van de vlootwet zal op ons land geen lasten leggen, die bij niet-uitvoering van de vlootwet ook niet op ons land zouden rusten. Spr. komt tot do „buiteulandsche" vraag van den heer Iroojstra. (De clectrischo lichten in de Kamer worden ontstoken). STEMMEN„Het licht gaat schij nen". DE MINISTER VAN BIXN. ZA KEN stelt voorop, dat de buitenland- sche politiek van ons land staat op grondslag van onze zelfstandig- beid. De heer Troclstra ziet over het hoofd, dat zoolang de wereld cr biijffc uitzien, zooals zij doet, de poli tieke zelfstandigheid niet mogelijk is, zonder het nakomen van onze inter national© verplichtingen. (Rumoer), Kwamen wij daaraan niet tegemoet, dan zouden onze koloniën opgenomen worden in politieke berekeningen, me de uit zelfbehoud, van andere kolo niale mogendheden. Wij mogen geen bron van verwikkelingen veegen bij de gene, die cr reeds zijn. Nederland zou geen dienst aan den wereldvrede be- wijzen, wanneer het dc economisch en strategisch belangrijke eilanden van den archipel aan zich zelf overliet. Het gevaar ligt in de conflicten tus schen andere mogendheden, wat ons int; mationale plichten, spcci aa 1 0 o r N e d e r 1 a 11 d s c h-ln d 1 :n belangrijk strategisch be- 1 t, oplegt. De regeering vertrouwt dat de we reld nog lang voor conflicten zal worden bewaard, do conferentie van Washington heeft de spanning over de Pacific verminderd. Maar van den dag van morgen zijn wij niet zeker.... (Jok Washington ontheft de regee ring van haar plichten niet, zoolang niet algemeen tot ontwapening wordt niet ten doel te vechten.... buiten den oorlog tc houden. Geen regeerinj- zou zich aan dien plicht en de gevolgen voor vlootbouw kunnen onttrekken... De heer HÜGENHOLTZ: „U spreekt ?oor u zelf". DE MINISTERDe vMgende dagen hoopt de regeering zal 't vloot- -aagstuk tot oplossing zijn gebracht. Dan is het woord nau den heer Colijn. DE MINISTER VAN FINANCIëN, de heer Colijn, zegt, ■•W't) da*. zijn laak be Pcr!it ?s. Spr. wil enkele cijfers geven, fëA: grondslag voor een vruchtbaar de- ■'■■'ty'ïii bat kunnen zijn. Vooraf echter iets (y\ over het gezegde -•>' over den persoon den vau den minister van Financiën. Nu de Minister Go lijn. heor Troelstra zeide geen smec te willen werpen op den persoon vap den nieuwen lunctionaris komt zijn uiting neer op een twjjfeien aan diens gescnikthoid. Spr. wil de Kamer .vragenaf te wachten wat de aatvegeien van den nieuwen minis r zuilen zijn. Thans enkele cijfers! Over Nederland kan spr., na de mil- Eoene-nnota, kort zijn. 1921, 1922 en 1923 leveren te zaaien op den gewo nen dienst een tekort van 112 mill. Flet leeniugsfonds heeft Sen overschot van 121 milüocn. Tot nog toe heeft men dus voor den gewonen dienst nog niet behoeven to leeaen. Voor 1924 en 1925 komen echter groote tekor- Yoikomea zeker kan spr. niets zeggen, maar van de voorgenomen naatregclen verwacht de regeering oor 1525 een siaitciid budget. Wat Nedfcrl.Tiidië betreft, daar is de toestand zeker met ongunstiger dan hier te lande. De verwachte te- :orten zijn zoodanig meegevallen, dat de begrooting voor 1923 waarschijnlijk zal sluiten. Voor 1924 verwacht spre ker mede gunstige cijfers. Wel blijft er een tekort op 1£24, maar dc vlot tende schuld, d:e te consohdeeren is, raamde de Viootwctcommissie «.p 41u ilioen, inderdaad bedraagt zij 30S miliioen. Toch is hiermede over de Indische financiën het laatste .woord niet ge zegd. De heer KETELAARDat zegt de heer de Graat natuurlijk (Gelacn). De MINISTER VAN FINANCIëN maakt, na voortgegaan te zijn met op sommen van cijicrs over de gevolgen van de vlootwet cp Nederland en In dië onderscheid tusschen gewone en ongewone uitgaven. Do totale druk hier wanneer de vlootwet niet wordt aangenomen, bedraagt f 33.076.51., bij invoering van do vlootwet, om al lerlei posten waarmede de Marinebe- grootiug wordt ontlast, wordt dit be drag verminderd inet 83.000. Prac tised gesproken blijft voor 1924 de uitgaaf voor marine gelijk. Voor dc toekomst, gelooft spr. te kunnen uitgaan van de cijfers door de vlootwet'commissio genoemd, waarin uitnemende financiers, verantwoorde lijke mannen zitiing hadden, In 1329 worden de kósten voor ck vlootwet nog 2 1/2 ton minder becij ferd dan 1924. Tot verslechting van den financieelen toestand in Neder land behoeft dc vlootwet niet te lei den. Met Nederlandsch-Indi© staat het eenigszins anders. De heer MARCHANT„Nu al klaar over Nederland De MINISTER VAN FINANCIëN De cijfers in onze Koloniën voor het jaar 1924 zijn zoodanig dat de vloot wet moer kost- dan zonder vlootwet, 3.450.000, welk bedrag geleidelijk stijgt tot 1323 tot f 18.350.100. Niet vergeten mag worden dat echter ook zonder vlootwet de kosten stijgende zouden ziin, als gevolg van de in- dienststelling van nieuw m3teriaal-in- aanbouw. Zijne gegevens samenvattende, zegt- spr., dat noch in de onmioc. den, noch in do toekomst het Neder- landsehe budget zal woruen verzwaard, dat het Nederl.-Indische budget door de b'.sicii door de vlootwet opgelegd, wei iu tamelijk hooge mate ruiieu stij gen, waarvoor middelen geraamd moe ten-worden. Vvelka middelen dc mi nister ni et b c z w a a r 1 ij k voor Ncderlau'jsch Indië noemde. invloed. Dc verschillende aangekon digde maatregelen tot sluitend maken der begrooting zouden ondanks dc vlootwet toch werkelijkheid moeteu worden. De VOORZITTER.Verlangt de heer Troelstra nog het woord De heer TROELSTRA: Mijnbeer de voorzitter, ik zou gaarne de cij fers van den minister van Financiën nader bestudeeren, en wilde u dus vragen mij in de gelegenheid te stci- len op morgen te repliceeren. De "VOORZITTERDan wordt do vergadering tot morgen één uur ver daagd. INGEZONDEN MEDEDEELINCEN a 60 Cts. per rogel. Pers öïerzlc&t CEZINSLOON, „De Nederland©!-" die doet opmer ken, da t de Regeeriiisr d© voorgenomen verlaging van du salarissen van liet Overheidspersoneel met de noodige soepelheid wil toepassen en met ke- paa'de omstandigheden wil rekking houden: zegt, dat hot haar voorkomt, dat een van do eerste factoren, waar mee in de huidige omstandghedeu re kening moet worden gehouden, de gezinsorostandgliede 11 zullen ziju. Het blad schrijft: Volgens artikel 20 van het Bezoldi- ;gmgscesluit genieten do ambtenaren bil wnze van tijdelijke toelage, voor ieder kind benedon IS jaar cm kinder toelage van 2 12 vei van hun salaris, met- een minimum van f 50 per kind en een maximum van f 200 per kind D© vraag rijst nu. of. bij behoud "-°-n het totam liedrag der verlaging on het gezamenlijk© lied rade.- thans uit te becren salariëren, van 10 rei'.. het met gewenscht zou zijn de gezins hoofden, 311 vergelijk tot de ongehuw- den. minder ie korten. Bij iedere salarisactie zijn he! de o.:- huwden. cn© crenst doen a-'s de trek- t? het.saiari:k-.rr:tje hooger o,» t© trekken111 schelle- kleuren wordt dan ge teek end. dat een gezin met het toegekend© salaris niet kan rondko men Laat men. meenen wij. dan ook thans met de gehuwden rekeniuo hon den. We willen ter toelichting van Onz© meening een voorbeeld goven 'en ne men daarvoor twee onderwijzers: een gehuwd onderwijzer niet vijf kinde- ren en een ongehuwd onderwijzer o:' onderwijzeres; we nemen daarbij aan dat beitien, ongeacht pensioenkorlin:.- en ©randplaats.*! ft rek, ccn slamsalans- hebben van f 3000. Op.grond van liet aangehaalde artikel 20 van het Bezol digingsbesluit, ontvangt de gehuwde thans f 3000, henevens 5 maal'2 1/2 pet. kindertoea'ag, d.i. f 3375; de on gehuwde ontvangt f 3000, Wordt, nu op bolden een 10 pet. af trek toegepast, dan ontvangt de onge huwd© f 2700, d.e gehuwde met vijf kinderen f 2700 plus f 337.50 is f 3037.50. De ongehuwd© gaat cue f 300 achteruit -. het gezinshoofd f 337.59. Wiï vragen daarom of het niet redelijk zou zijn dc-n kindertoeslag reeds nvt ingang van l .Tannari 102 on e©n hooger bedrag te l&palen, bij voorbeeld 00 4 potiu ons voorbeeld zou dan het salaris van het gezins hoofd komen cp f 2700 plus 5 maal 4 pet. i© f 3240.' SüüTt ei Weisïrliëan HOCKEY. DE KOCXEY-DAGEN. Het programma der op 13 en 14 Oc tober tc houden hockcy-d-agcn luid: al# volgt: Zaterdag: "Amsterdam IHilversum I. Gooiscke H. C.Bloemendaal. Amsterdam IIHilversum II. HelderBloemendaal II, Vrijbuiters—Amersfoort. Zondag: Utrecht II—H. O. C. Togo IIVictoria I. H. D. M. II—Togo I. Utrecht I—Enschedé I. De drie overblijvende clubs uit de voorranden spelen tegen Arnhem, Y.c- toria II en li D. M, I. DAMES-HOCKEY, DE iNDEELINC DER COM PETITIES. De indeeling der competities van den Dames-Hockeybond luidt als .volgt Eerste klasso Noord Amsterdam, Hilversum. B. D. II. C. I en Rood Wit. Tweede k!ssso Noord N. H. B„ B. D. H. C. II,Leiden, eventueel Saxenburgers of 1L D. M. Ecrs'.c kiasso Zuid H. O. C., H. H. C., Victoria, Togo, eventueel H. D. M. (Ncd. Sport.) fiurgcriü&e Slaul VELSEN. Bevallen: II. Tol-van Vc©n, d.; A. Visser-Smit, <1-M II. H. v. d. Plceg- Steruan, d.; II. Anker-de Vries, z Overleden: Etizaiietii Wiliretinir.a Meijer, oud 71 j-, wed. P. Kramers. Ondertrouwd: W. v. d. Duin en T. Zegel; J. v. d. Struijs eu C. Affourtisj J. de Graaf cn A. v. Leeuwen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 13