Rubriek van den Arbeid. De verborgen documenten Vrijdag 12 October 1923 TWEEDE BLAD Lichamelijke Opvoeding DE CYMNASTIEK IIJ EEN- VOUDIC. In de vorige week heeft Dr. Al- trock. lecraar.aan de Berlijnsclie Hoo- gescliool voor Lichamelijke oefenin gen. twee voordrachten gehouden voor de leerlingen van het Haarlemeclie In stituut voor Lichamelijke Opvoeding en verdere belangstellenden. Op ue eerste voordracht behandelde hij de lichaamsoefeningen voor de vrouw, op de tweede eaf Jiii een overzicht van de geschiedenis der lichaamsoefeningen in verband met ae culturee'e omstan digheden in de verschillende tijdper ken. Het ligt niet in mijn bedoeling, hier nog eens te herhalen, wat de spreker in beide voordrachten in zoo wel gekozen bewoordingen iu het licht heeft gesteld, al moet ik het ook be treuren, dat niet meer personen zich hadden opgemaakt, om zich te scha ren oudor het gehoor van dezen spre ker. Ook voor niel-vakkündigen was hier ic-ts to genieten geweesthoewel de opkomst voor dergelijke bijeenkom sten niet sl'igjit genoemd mag wor den, had ik cle toehoorders toch gaar ne in vqö! grocter aantal aanwezig ge zien, ls het eigenlijk wel waar, dat de lichamelijke opvoeding zich de laatste jaren in zoo groote belangstelling mag verheugen? Aan het bezoek bij dergelijke gelegenheden zou men liet niet zeggen; ook professor Martin, uit Münohen, die hier in het begin van dit jaar lezingen heeft gehouden, had een Rrooter gehoor verdiend. at mij dan in de voordrachten van dr. Altrock in het bijzonder heeft ge troffen. is de nadruk, waarmede hij op beide avonden meermalen naar vo ren bracht, dat de gymnastiek toch vooral eenvoudig moest- zijn. Hij deed dit onder versvijziug naar het feit, dat reeds Plato zich in dien zelfden zin had uitgesproken en de bewoners van het oude Hellas zich steois deze groote en belangrijke waarheid voor oogen gehouden en in toepassing ge bracht hadden. In cle oudheid kende men niet de gymnastiekwerktuigen, die de tegenwoordige evmnastiek-on derwijzer onmisbaar acht. om vrucht dragend onderwijs te kunnen geven. Zii hadden slechts den bodem nm op to staan en toch hebben zij het ge bracht tot 'n lichaamscultuur, die noch te voren, noch daarna door geen enkel volk ter wereld is overtroffen of ge ëvenaard. l)at een dergelijk belangrijk en naar mijn meening zoo juist principe uit den mond van een Duitscher mocht worden vernomen, deed mij daarom zooveel genoegen. omdat wij do groote gekunsteldheid in de gymnas tische oefeningen juist van onze oostelijke buren hebben overgenomen. Men mag den Nederland-sohen gym- nastielconderwijzer het gebrek aan eenvoud in zijn oefenstof niet kwalijk nemenhii is nu eenmaal opgeleid in een methode, dio het gebruik van ve lerlei werktuigen als onmisbaar be schouwt- en waarbij de moeilijkheid der oefeningen steeds in de samenge steldheid is gezocht. De opleiding in die richting houdt weer verband met de eischen, welke op de examens wor den gesteld. A!s uitgangspunt voor een andere, en naar mijn mee ning betere opleiding zou dan een andere lijn gevolgd moeten wor den bij het afnemen der examens; de opleidingen moeten dan vanzelf wel volgen. Er is dus pas verbetering te verwachten, wanneer de voorzitters der examencommissies dat zijn de drie P.ijks-Inspecteurs voor Lichame lijke Opvoeding b>i toerbeurt zich uitsluitend de medewerking van exa minatoren verzekeren, de van meenmg zijn. dat wij nu eindelijk een nieuwen koers moeten volgen. Maar... aanmoe ten dia voorzitters natuurlijk zelf eerst een soortgelijks overtuiging hebben. Het is blijkbaar moeilijk geweest, de oude ideeën omtrent het gymna6- tiekonderricht te laten varen, want ik heb het ook onlangs reeds vermeld het gvmnastiekonderricht heeft in de laatste 25 jaren geen verandering van betc-ekenis ondergaan. Wij maken nog altijd zeer samengestelde yrijo oefeningen, die wij in 4/4 maat ner- halcn den kniedraai- om den ïek- stok en den dwarszit aan de brug willen wij evenmin loslaten. Het riekt toch allemaal wel heel sterk naar de- oude doos. Hoewel iu ons land meer malen gepleit is voor vereenvoudiging speciaal voor eenige beperking in het gebruik van werktuigen, heeft men daar nimmer naar willen luisteren het waren immers slechts leeken, die niet zulke plannetjes 'voor den dag kwamen. Duitschland ging in de oudo richting voort, dus wij hielden ook dcnzelfden koers. Doch nu komt aaar een Duitscher, oen bekwaam gesiu- ileerd Duitscher, die zooals hij mij ver telde. philosofie en medicijnen gestu deerd heeft, on dio naast zijn leeraar- schap aan do hoogeschool voor lichaamsoefeningen nog medische prac tijk uitoefent, hier -pleiten voor een voud in de gymnastiek, nog wel onder verwijzing naar de Zwcedsclie princi pes en dat niet alleen, maar het eer ste plaatje, dat hij op doek brengt, is een reproductie uit een Zvveedsch handboek. En nu vraag ik mij af, of rij nu niet aan het begin staan van en nieuw tijdperk in de ontwikkeling an het gymnastiekonderricht, een tijdperk, waarin het streven naar een voud in 't gymnastiekonderricht tot uitdrukking en toepassing zal geraken. Toen het door Hollanders naar voren werd ge-bracht, heeft men er niet naar willen luisteren thans komt hetzelfde ons over de oostelijke grenzen van ons land. Over het algemeen zijn wij Hollanders, al spoedig ingepakt door al'es. wat uit het buitenland tot ons kemtlaten wii dit nu nog maar eens een keer zijn. Want het zal den voor standers van het principe: „de gym nastiek zii eenvoudig" tenslotte wel 'erscliillig zij», door welke omstan digheden dit- beginsel tot uitgangspunt van liet onderricht wordt gemaakt, als het maar wordt gevolgd. Voor de dei-daad hoopvolik geloof dat wij lichaamsoefeningen zijn de tijden in- nu de goede richting uitgaan. Jn de gymnastiekvereenigingen wordt na tuurlijk een ander uitgangspunt geko zen. Men komt er voor zijn genoegen en doet dus slechts de oefeningen, waarin men de bevrediging van het „gehikken" wil ondervinden, men meet, er zijn geoefendheid af naar de gecompliceerdheid der verrichtingen. Wii behoeven ons daarover niet be zorgd te maken, het turnen in de ver- eenigingen is sport. Ik geloof stellig, dat deze sport door de andere sporten meer en meer verdrongen zal worden niet dat ik zulks wenschelijk of noo- dig vind, doch het ligt in den loop der dingen. Wat de sclioolgvmnastiek betreft, worde en bliivo het principede gymnastiek zij eenvoudig. H- L. WARNIER- Van hier en daar- DE LOONSVZRLACINC IN DE T E XT I EL-INDUSTRIE. Gelijk bekend hebben de Twentsche Textielfabrieken oen loonsverlaging van 10 aangekondigd; nadat de ar beidersorganisaties een werktijdverlen- ging hadden geweigerd. liet Volk had naar aanleiding daar van een onderhoud met eon paar Hoofdbestuurders van den t-extielar- beidersbond „De Eendracht". Dezen deelden mede, dat naar hun moaning het minder do bedoeling is de loonc-n te verlagen dan wol to komen tot werktijdverlenging. Wat denkt ge, zoo werd verder in den loop van het onderhoudge- gevraagd over .de noodzakelijkheid voor de fabrikanten, om, o.a. niet het oog op concurreut'.e-moeilijikheden met de textielindustrie van andere landen, op werktijdverlenging aan te sturen? Wat zal men daarvan zeggen? liet is een argumeut, dat van werkge verszijde geregeld wordt gebruikt, dat om te kunnen concurreeren op de bui- teulandsche markt, hier te lande een langoren arbeidsduur noodig is. De fabrikanten hebben evenwel tot dus verre pertinent geweigerd, dit argu ment met de nocdigo bewijzen te sta- „Fe-it is, dat. in andere, landen, en met name in Engeland, Duitschland en dfe Skandinavisc-ho landen, de toe stand der textielindustrie beslist- ongunstiger is dan hier te lande. Dit wordt trouwens, met name voor den voornaamston concurrent, Engeland, door fabrikanten toege geven. Woordelijk heeft een der -werkge vers gezegd, dat men hier te lande door een verlenging van den werktijd wilde voorkomen, dat de toestand hier zoo slecht werd, als ze in Engeland is. Uil dc-ze bewering volgt, dat de werkgevers hier van de ver onderstelling uitgaan, dat de buiten- landscho fabrikanten zoo maar. kalm weg zoudentoelaten, dat hun afzet gebied door do Nederlnndsche industrie wordt veroverd! Minstens genomen is die veronderstelling o.i. wat naief. Intusschen, de vverktijdve-rlenging is voorloopig van de baan. De fabri kanten komen thans met een voorstel tot loonsverlaging met 10 pCfc., waar door, krijgen ze hun zin, de toch al karige loonen opnieuw verlaagd zullen worden. Hoe staan jullie daartegenover? Wat zal er gebeuren als deze loons verlaging werkelijk doorgevoerd wordt Naar onze meening was het antwoord kunnen deze plannen niet zonder verzet worden aanvaard. Op welke wijze dat verzet eventueel tot uitdrukking komen zal, is nu na tuurlijk nog niet te zeggen. Aan een strijd zijn ontegenzeggelijk groote be zwaren verbonden. Het aantal onge organiseerden is m de toxtiel-industrie is helaas nog zeej; groot, grooter zelfs dan het aantal georganiseerden. Er hebben evenwel met de drie an dere organisaties de Roomsch katho lieke „Un-itas" en de federatieve besprekingen plaats gehad over de ten opzichte der loonsverlaging aan te nemen houding en daarbij is geble ken, dat men ook in die kringen nier. in alle opzichten bereid ls, de textiel fabrikanten hun gang te laten gaan. Dat is ze-er begrijpelijk: de werkgevers in deze industrie zijn rijker, dan in welke andere ook en de levensverhou dingen der arbeiders staan in verschil lend opzicht achter bij die der werk lieden ijl andere t-,ukken van industrie. Van vacantie is geen sprake, de loo nen der slechtst betaalden zijn feitelijk niet meer dan hongerlooncii en het is niet mogelijk, zonder verzet toe te la ten, dat van die loonen nog 10 pGt. wordt afgenomen. DE VERLENC1NC VAN DEN ARBEIDSDUUR. Op een vergadering van de hoofd besturen van de bij hot C. N. V. aan gesloten organisaties to Utrecht ge houden, heeft de Bondssecretaris, de heer II. A. Amelink, gesproken over ,,ons standpuut ten opzichte van ver lenging van den arbeidsduur". Spr. betoogde dat alle invloed moet worden aan,gewend tegen het pogen der wcrkgeve-is om de begrenzing vai den arbeidstijd, die de wet geeft, ver ruimd te krijgen tot 10 uur per dag en 56 uren per week, daar anders el ke rem verdwenen zal zijn. Moeten wij echter, ging spr. voort, afwijzend staan tegen elke werktijds- vcrlenging? Dit kan ons standpunt niet zijn. Dat kan tengevolge -hebben, dat de invloed der arbeiders op den werktijd totaal werd uitgeschakeld, tenzij dan, dat door de vakbeweging telkens opnieuw etrijd zou moeten worden gevoerd voor het behoud dex -48-urige werkweek. Wat daarvan hel resultaat zou zijn, is niet- twijfelach tig. Eerst zal moeten blijken, dat in derdaad vergrooting van het- concur rent ie-vermogen der Nederlnndsche Nijverheid, en dientengevolge uitbrei ding van werkgelegenheid voor de Ne- derlandsche arbeiders, van verlenging van arbeidsduur het gevolg zal zijn- Maar daarvoor moeten ons eerst af doende cijfers en feiten getoond wo den, waarop controle toegelaten, i; Geschiedt dit niet, dan kan de arbe dersbewegir.g niet anders doen, dan zich verzetten, of, als het moet in on macht berusten. Indien mocht blijken, in een be paald geval, dat de wettelijke maxi mal© arbeidsduur het concur rentiever- mogen der Ncderlandsehe Nijverheid belemmert, of misschien erger, zou vernietigen, dan is het dwaasheid, toch ondanks alles aan die bepalinge: vast to houden. DE ARBEIDSOVEREENKOMST jn HET HAVENBEDRIJF. Naar Het Volk vernoemt heeft thans ook de Scheepvaartvcreeniging „Noord" (Amsterdam) aan de organi saties bericht, dat zij de looponde over eenkomst wensciit to beëindigen. De S. V. „Zuid" had dit voornemen reeds eenigen tijd geleden kenbaar gemaakt. Te Rotterdam en Amst-er dam blijven de.'thans geldende ar beidsvoorwaarden tot 1 November a.s. van kracht, DE CHAOS BIJ DEN POSTCHEQUE- EN GIRODIENST. Op uitnoodiging van het bestuur -aai d6n Middenstandsbond beeft zich een ej- mitë gevormd ter bescherming van de be langen van rekeninghouders bij de Po it- cheque- en Girodienst, bestaande uit de heeren mr. J. G. Schürman, lid van ten Raad van Advies van den Middenstands bond te Rotterdam, voorzitter; A. J. ten Hope, industrieel Ie Rotterdam; P. La- gelaar, accountant te Rotterdam; A. Inge nool Jr., directeur van het Bureau van den Middenstandsbond te 's-Gravenhigc en mr. dr. A. Fontein, secretaris, te Rot terdam. Rekeninghouders, die de behar tiging hunner belangen wenschen op te dragen aan dit comité, kunnen met opga ve van na3m, adres, rekeningnummer, en onder toezending van f 2.S0 als bijdrage in de kosten, zich aanmelden bij dan se cretaris, wiens adres is: Korte Hoogstr. 36, te Rotterdam. OPHEFFING CENTRAAL KLEEDING- MAGAZIJN. Naar de „Tel." verneemt, zal het Cen traal magazijn van militaire Weeding te Delft worden opgeheven. Het aldaar werk zaam zijndo personeel zal te werk worden gesteld bij het Centraal magazijn te Am sterdam. Van een geweigerde decoratie Een verklaring van Prof. Dr. Ernest Cohen Prof, dr. Ernst Cohen te Utrecht heeft verzocht, zijn beuoeming tot rid der in de orde van don Ned. Leeuw (d.d. 30 Aug. j.l.) in t-e trekken. De redenen zou hij later bekend maken. Thans deelt prof. Cohon aan wiens verzoek inmiddels bij K, B. is voldaan in cle „N. R. Crt.'* die re denen mede. Zij komen hierop neer. dat prof. Cohen in het onderhavige geval de hem toegedachte onderschei ding, daar zij een beoefenaar der we tenschap gold als niet aan haar doel beantwoordende heeft beschouwd. De professor is van meening, dat bij decoraties de man van wetenschap in den hoogleeraar moet worden ge scheiden van den ambtenaar en dat gevallen, waarin aan een professor cene onderscheiding wegens buitenge wone bekwaamheid wordt toegekend, alleen omdat hij dank zij eene goe de gezondheid gedurende zeker aantal jaren zijnen leeretoel bezet beeft kunnen houden, tot de geschie denis moesten beliooren. Bijkans honderd jaren geleden aldus gaat prof. Cohen voort werd het belichaamd in de Friedensklasse van de-n Ordre pour lc Mérite, in welke alleen beoefenaars van weten schap of kunst worden opgenomen. Werd het thans te onzent, vigeerend systeem in dien zin gewijzigd, menige onbillijkheid zou z.i. worden verine den. Verder maakt prof. Cohen nog deze opmerking: „Terwijl talloozen, met wie men het boven behandelde onderwerp binnens kamers bespreekt, de hier ontwikkelde opvattingen in allen decle onderschrij ven, wijken zij in hun gedrag daar van af, zoodra hun een onderscheiding ten deel valt". „Zoude liet" zoo vraagt hij ten slotto „niet liggen op den weg yau onzen tegemvoordigen minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, die meer dan eens heeft getoond, reorganisatie van minder ge- vvonschte toestanden aan te durven, in dezen het initiatief to nemen, der We tenschap ter eere cn ten heil?" De saiarisvermmdering Het eindadvies der centrale commissie De Centrale Commissie voor geor ganiseerd overleg in ambtenarenza ken. heeft een eind-advie3 uitgebracht, waaraan de Tel. liet navolgende ont leent Wat de juridische zijdo betreft van de voorgenomen intrekking van arti kel 40, deelt zii de moening der regoe- ring, dat haar bevoegdheid daartoe, formeel iuridisch bezien, niet. betwist baar is. wijl een Koninklijk Besluit door een ander Koninklijk Besluit kan worden vervangen. Echter is de Com missie van oordeel, dat eenmaal toege kende salarissen, ook buiten alt. 40 om. gewaarborgd zijn. De Commissie betwiste dat doTtegcoring de bevoegd heid zou bezitten can in die eenmaal toegekende salarissen eenzijdig veran dering to brengen. Indien die Regeering oolc moraiiter de intrekking van art. 40 gerechtigd acht, dan houdo zii ons aldus cle commissie ton goede, in dien wij ons afvragen, sedert wannec-r plechtig afgelegde beloften moreel, hem die zo aflegde, niet meer binden. Do be lofte aan die op 1 Juli 1922 in dienst zijnde ambtenaren gedaan, werd zeer positief namens de Regeeringdoor den toen maligen minister van Financiën afgelegd en cioor de Koningin van haar handteekenng voorzien. De Commissie acht het wel zeer be denkelijk voor de mentaliteit der amb tenaren, indien zij cle overtuiging in zich moeten omdragen, dat zij geen absoluut vertrouwen kunnen hebben in de beloften der Regeerlng. Indien van de zijde der Regeering wordt gewezen up de gevolgen, welke e?n eenzijdige aantasting van de ver plichtingen tegenover de schuld ei-cliers van den Stoat voor het Staats erediet tengevolge zou hebben, dan moge de Commissie vragen, of door de Regeering wel is overwogen, welke moreele gevolgen de intrekking van de door de Regeering plechtig gedane be loften zou opleveren. Indien de Regeeriug dier Commissie dc overtuiging had willen bijbrengen, dat. inderdaad alle middelen, welke kunnen worden aangewend tot dek king van het tekort, zijn uitgeput, dan zou de Commissie het op prijs gesteld hebben, indien haar een finaucieel exposé was gegeven betreffende den financieelen toestand van ons land. Indien dit bewijs was geleverd, dan zou daarmede tevens zijn aangetoond, dat inderdaad, gelijk de oommissie reeds betoogde, de ambtenaren-salaris sen in den gedachtcngaug der Regee ring den sluitpost der begroeting vor men. De Commissie besluit aldus- .Hut" zal u na het bovenstaande niet ver wonderen. dat onze Commissie, welke zich derhalve op het. standpunt blijft stellen, dat een eenzijdige aantasting der salarissen niet mogelijk is, afwij zend meent to moeten adiviseeren ten opzichte van het haar toegezonden ontwerpbesluit, strekkende tot een al gemeen© salariss9iiverlaging van 10 procent. Op de vragen van den heer Ketelaar betreffende het weren der kinderen van een Rijksveldwachter te Roelof- arendsveen van de openbare lagere school te Oude Wetering, antwoordde de Minister van O., K. en W.. Het weren van de kinderen geschiedt niet door den burgemeester, doch-door B. en W. v. Aikeuiade, ter uitvoering van art. 3 van een verordening van den raad dier gemeente van 7 ilaart 1923. Bij K. B. van 27 Se^t. 1923 is cle raad der gemeente Aljcemade niet ontvankelijk verklaard in zijn beroep tegen een besluit van Ged. Staten van Zuid-Holland, waarbij goedkeuring werd onthouden aan 's raads besluit tot opheffing van de O-L.S. te Oudc- Wetering. Ir. verband hiermede heetf de Minister aan B. en W. van Alke made verzocht bij den raad ten spoe digste een voorstel in te dienen tot intrekking van art. 3 der verordening van 7 Maart 1923, hetwelk eerstge noeind college belast met de aanwij zing van de scholen, waarin de leerlin gen het onderwijs zullen volgen. Dit college heeft voor de kinderen van den bedoelden Rijksveldwachter aan gewezen de openbare lagere schooi te Nieuwe Wetering, ofschoon het. zelf heeft toegegeven, dat dc door die kin deren alsdan af te leggen afstand groo ter is dan bij bezoek van de openbare lagere, school to Oude Wetering. Mocht de raad van Alkeronde art. 3 der verordening van 7 Maart 1923 niet intrekken, of B. en W. weigeren een voorstel met die strekking bij den raad in te dienen, dan zou de Minisr. moe ten overwegen, of hij die bepaling aan de Koningin ter vernietiging we gens striicl met het algemeen belang zal voordragen. Op aanstichting van de Afrikaanse Studente-Vereeniging in Utrecht :s in Hotel ties Pays Bas te Utrecht een maaltijd gegeven Ier herdenking van den geboortedag van wijlen President Kriigc-r. Behalve de leden van voornoemde Vereeniging zaten aan Afrikaanédie studenten van auiere universiteiten en hoogescliolen hier te lande, zoomede verscheidene genoodigden. o.a. de hoogleeraren "Casimir. Burgers, Mans- velt. Ponto voorts dr. Steyn. mr. Stof berg. mr. F. Botha, e.m. Geluk wen- sollen waren ingekomen van minister de Visser en ae:i heer Roosings de Bi» schop, uit Pretoria, Dr. W. J. Leyds. oud-staatosecret-a- ris en -gezant van de Zuiö-Afrikaan- scho Republiek, die cp verzoek als hoofd van de tafel, optrad, hield een toespraak. Hii ze.de, dat het een ge lukkige gedachte der Zuid-Afrikaan- who etudënlên dit jaar, in de plaats van het Dingaans-feest. Krüger's jaarfeest te vieren. Het. was ook een gunstig teeken, dial Afrika ners van alle streken afkomstig, opge komen waren, en niet s'f jds uit Transvaal. Want een groot Afrikaner be-hoorcle aan alio Afrikaners. niet slechts alleen nar. die uit eigen -pro vincie. En Kri'gor was iu waarheid een groot man, geweldig al? -persoon lijkheid en als historische figuur. On der do thans levenden zullen er niet velen gevonden worden, die Krüger zoo lang en zoo intiem gekend hebben als spreker, en dus zoo bevoegd tot ge tuigen. Hii verontschuldigde zich a's hii dikwijls persoonlijk in zijn her denking zou wezen, maar herdenking is niet mogelijk zonder herinnering. Zij. die Krüger hier op het laatst van zijn leven gezien hebben, kunnen hein niet naar waarde schatten, want hij was toen een wrak. maar in znn besten tijd imponeerde bij zelfs Bismarek. Hii was een goed en goedig mer.och, vol attenties, gepaard aan karakter en bagaving. zooals die slechts zelden worden gevonden. Ziin geheugen was een wonder. Hii was tróuw aan zijn vrienden en nobel to zijn houding ie genover zijn vijanden. Na de redevoering van dr. Levels voerde prof. Mansvelt bet woord, waarbij hii er aan herinnerde, dst hij rnet Krüger gedurende negen jaren had samengewerkt aan cIp reorganisa tie van het onderwijs. Dank zii die bemoeiingen voor het onderwijs waren er in Nederland toen reeds studenten, die het. jus promovendi hadden. Spre ker schetste Paul Krüger a.'.s iemand, die steeds togen zich zelf gestreden heeft en zichzelf overwonnen had. Prof. Pont, voorzitter der Zuid- Afrikaansolie vereeniging wees er op, dat de herdenking van dezen dag ge tuigde van groot idealisme onder de Afrikaamders. Spreker schetste de Engelsche regeling en daarnaast Paul Onze Lachhoek. JUIST DAAROM. Moeder (verwijtend)Toen :k jong was, dachten de meisjes er niet uau zulke din gen te doen a!s jij aiu doe11 Moderne dochter: El» juist daarom de den zij zo dan ook natuurlijk uictl GEEN COMPLIMENT. Gast (trots)Is dit een eerste klasse restaurant Kellner: Ja, maar wij wil leur u óók wel helpen 1 AL3 Jonge vrouw: Wat jammer, dat we geen ham m huis hebben, anders hadden wo spiegeleieren met ham kunnen bakken, GOED BEVALLEN. Boksleeraar: En hoe bcralt jc de eerste Krüger. Deze dag bestendigt de 'ier heid <ier Afrikaanders. zii voelen nog dat zij een volk zijn geweest met een groot verleden. Prof. Burgers sprak vervolgen? op geestige en opwekkende wijze over de vitaliteit der Afrikaanders cn de toe komst van Zuid-Afrikn. Pro''. Casimir hield een improvisatie op rijm, waarbij hii cn zeer geestige wijze tal van Afri kaanders herdacht. Ver: cliillcr.de sprekers voerden daarna nog het woord, terwijl zang cn muziek den avond aanvulden. Verhooging van den tabaksaccijns. Bezwaren van fabrikanten. De „Vereenig n g van 1 in Nederland" heeft naii zegrt wordt, dat zij me» I dagbladen heef', kennis j besta aldus heet lset in hooger,. De tabaksindusiri het adres heeft zich nog steeds niet hersield van de schokken, veroorzaakt door de invoering van dezen aaeijr.s en het artikel tabak ondervind: in eerste in stantie den terugslag v.*.n Ie groote we-rk- Hei gevolg v.vi den verhoogden accijns zal ongetwijfeld weer z'.jn <-n:slag vzn werkkrachten en daling der loonen. Om deze redenen verzoek', lie: bestuur der genoemde vereeniging den njjr.:c:er ten minste nog twee jaar te wachten m-.t ver hooging van den tabaksaccijns. DE ONDERWIJSPLANNEN DER REGEEniNC. Het „Handelsblad" van Woensdag maakte melding van eer. geruelll dat in parlementaire kringen zou loopen over plannen der regeerlng om van de 'Lagere School een vier-jarige to maken, niet al leen het 7g Ic-crjanr zou worden wegge nomen,' maar ook do leerstof aan de ove rige 6 leerjaren zou zoodanig worden be perkt en samengedrongen, dat met een 4 jarige school kon worden volstaan. Het Ilaagseli Corresjiondcntieburcau meent dat gerucht als bepaald onjuist te kunnen tegenspreken. Wat bij de r?ge-c-riug in overweging is, schijnt niets «r.dcrs te zijn dan de ef fectieven. wat bij dc Lager Onderwijswet van 19£0 reeds in beginsel is vastgelegd, maar lot r.og toe niet ;ot uitvoering is gekomen, de gedachte namelijk om het onderwijs in de lagere leerjaren te doen geven door onderwijzeressen van eenvou diger opleiding. Door deze onderwijzeressen geleidelijk dc plaats te doen innemen van ren deel der tegenwoordige leerkrachten, xa! op dcc. duur een belangrijke 1-csparing kunnen worden verkregen, ook bij dc op'.cidsngs- inrichtkigen. school lagere klassen worden bcroo verandering van .lc I.rerjilich a!s he: Handels bedoeling :«nt da: in <i6 i bestaan. *>u geen i OVERTREDING DER BUSKRUITWET Woensdag heeft de Rijksinspecteur op het vervoer- en opslaan van ontplofbare stoffen beslag gelegd op een grooien voor raad geweer- cn andere natronen, r,pg«- slagen in een pakhuis aan dc SiflgelstcMt :e Delf:. Tegen <U «igahttes de L-m.a M. werd proces verbaal opgemaakt wegens overtreding van de bepalingen van de Buskruilwet. EEN VERZONNEN BEHOOVING. Dezc-ii zomer deed i om and hij de po litie te Montfooii aangifte, dat men hen» des avonds in „Do Waard" had aangevallen, bedwelmd en van f 27 0ü bad beroofd. Thans heeft hii hekend, dat alles verzonnen te hebben, i/mdat hii zijn meisje had verzekerd over dit bedrag te kunnen beschikken en niet iu staat was haar dit te loonen. 'euilleton Naar het Engelsch van A. WILSON BARRETT. (Geautoriseerde vertaling). fflljj heeft haar gevonden'." riep Jell, toen hij Charles het hoofd uit. het portier zag steken. „Ik ook!" l iep Charles lachend. „Ik kem zoo juist bij haar vandaan. Zij is in het- Clai'idge-hotel. waar mijn'va der gelogeerd is, en zij is heel goed met hem bekend. De sluwe vos vertel de mij niet, dat hij rqeds alles wist van Pal zei- en de uitvindingen en haar zelf en al het andere. En nu is hij naar de City en zijn gezicht voorspel de niet veel goeds voor Palzer- Maar jij ziet er uit, alsof je dood op bent. Geen wonder ook! Den heelen nacht met de brandweer bezig, en giste"- avon.l die geschiedenis met Palzer, cn vandaag dio verkoopmg! Kom, hier L een bodega, laten we een flesch cham pagne cn een sandwich nemen, en al les eens bepraten". I-lij trok Jell naar binnen, zocht een rustig hoekje uit, waar zij kouden zit ten, en drong er op aan, dat Jell iets zou gebruiken, eer hij een woord zei- de. „Ja, daar is zij", zeide hij eindelijk, toen Jell opkeek, en zijn oogen helder der stonden en zijn wangen wat meoi' kleur gekregen liucden. „Zij schijnt daar tijdelijk een Betrekking gekre gen te hebben als opzichteres ,Ik weet het. Dat had Stoate al ontdekt", antwoordde Jell. „Wij had den het reeds vroeger kunnen verne men, als wij het niet zoo druk had den gehad met die verkoopïng". „Ja, die verkooping". zeide Char les lachend. ,.Ik dacht nu en dan, dat ik er hij zou bezwijken. Ik geloof dat het jou een leelijken knauw heeft ge geven". „Nu ja", zeide Jell glimlachend. „Toen jij weg waart, en ons geld op raakte, en ik die revolver in mijn zak voelde, en wist, dat ik misschien over een minuut genoodzaakt zou zijn op Palzer te schieten, toen nu, toen viel ik op den grond". „En dat was het beste wat je kon doen, oudo jongen", zeide Charles. „Palzer verdient ten volle een schot, maar zóó zon de rechtbank het niet beschouwd hebben. En nu is alles prachtig gegaan". „O, ja, ik heb nog oenige honderden ponden van je", zeide Jell, een pak bankbiljetten uit zijn zak halend. „Maar die vader van jou is een man! Ik heb al dien tijd over hem hooren praten". „Ja, vader is een beste man", zeide Charles opgewekt. „En hij schijnt het nogal op jou voorzien te hebben, en dus kun je er op rekenen, dat je for tuin gemaakt is. W ant wat vader wil, dat gebeurt, en dan ziet hij op geen geld". „Zou je denken, dat hij mijn tor pedo zou willen zien?" vroeg Jell met schitterende oogen. „Dat zal hij zeker", zeide Charles, ,,en hij zal er mee werken ook, vooral a!s „zij" het hem vraagt. Tenminste, als er iets meo te beginnen is. Apro pos, zij. juffrouw Byron .bedoel ik, heeft hem allerlei goeds van je ier- teld". Jell kleurde tot over zijn ooren. „Daar ben ik haar hcogst dank baar voer", zeide hij. „Ik wou dat ik meer voor haar had kunnen doen". „Jij hebt in ieder geval het groot ste deel van het werk gedaan", zeide Charles. „West je nog wel hoe je dien avond door het raam Ytm de bo venkamer verdween, en hoe je mij la ter niet de taxi naar huis bracht? En vandaag h:b js ons ook gered. Neen, jij hebt werkelijk heel veel gedaan". „Ik vind haar do mooiste jonge da me die ik ooit gezien hel>". zeide Jell bedaard. „En haar vader was ook heel go:d voor mij. Ja, ik weet nog best, hoe ik mij voelde, toen ik door dat raam kwam en die mannen op mij toe sprongen en ik je niet eens kon waarschuwen. Maar vond je het ook met vreemd, dat die oude kerol zich vandaag niel liet zien loen do schrijftafel verkocht werd? Wat zal hij grinniken als hij hoort, wat het ding heeft opgebracht! Maar ik was toch blij, dat hij er niet was. Ik had het geen prettig idee gevonden, dat hij mij ieder oogenblik kon aanklagen." Charles lachte. „Dat zou ondankbaar geweest- zijn, nadat papa zooveel geld had meege bracht". zeide hij. „Maar 't is nu eenmaal een oude gek. Hij weet ech ter onze namen niet, en als hij vader wil aanpakken, als de kooper van do schrijftafel, dan vrees ik, dat hij zijn handen zal branden". Nu lachte Jell ook. „Wij zullen maar hopen, dat wij niets meer van hem zullen vernemen. Hij heeft op mij geschoten, duizenden verdiend aan je vader, en vijf pond aan mij, dus mag hij nu wel tevreden zijn. En nu ga ik naar huis, anders denkt moeder, dot wij de schrijftafel niet gekregen hebben, of dat Palzer ons vermoord heeft". Charles keerde terug naar het ho tel. Daar vond hij zijn vader, pratend met Edith Byron, wier gezelschap hij geen minuut langer wilde missen, dan r.oodig was, en die met een verlegeu glimlach Charles aankeek tpeu hij bin nenkwam. „Heeft u den heer Jell gevonden?" vroeg zij een beetje ondeugend. „Ik hoorde dat u dien armen loopjongen weer weggestuurd heeft „Ik gaf den kleinen deugniet een shilling zeide Charles. „Eu ik had mij 'meer te beklagen over liem dan hij over mij". „Zou u denken?" vroeg juffrouw Byron schalks. Charles wist niet, hoe hij het- had „Wat is dat met dien loopjongen?" vroeg de heer Freek. ..Waar ben je heen geweest, Charles? Als ik gewe ten had. dat jo waart weggeloopen, en deze jonge dame alleen had gela ten, was ik v roeger uit de City terug gekomen". „De jange dame liet mij alleen", zeide Charles, Edith aankijkena. „En nog wel te midden van aou bijzonder interessant gesprek, pietwaar. juf frouw Byron?" „Qpt zal de loopjongen ook wel ge dacht hebben", zeide juffrouw Byron, met een blijden glimlach. „Hij ha/J al een heele poos staan luisteren". „En ik gaf hem esn shilling!" zucht te Charles. Do lieer Freek keek beiden aan, als of hij alles begreep en goedkeurde. „Heb je je vriend Jell nog gespro ken?" vroeg hij eindelijk. ,,Zooeveu", zeide Charles. „Hij is gaan kijken naar zijn verbrande huis en naar een prachtigen torpedo dien hij heeft uitgevonden", „Misschien kan ik binnen kort iets voor hem doeu", zeide de lie r Freek peinzend. „Aaroc Solwcks, de presi dent van de P. en O.-lija, is al reu poos bezig, om dc vrachtpi .zen voor ons te verlioogen, en nu koop ik zelf een lijn, of eigenlijk moest ik zeggen, ik koop er geen, ik ga zelf stcomboo- ten bouwen". „Ik bewonder altijd uw jeugdige geestkracht, vader!" zeide Charles op liefdevollen toon. „En in dat geval", zeide de heer Freek, „zouden je vriend en :k het misschien wel eens kunnen worden. Juffrouw Byron heeft mij veel goeds van hem verleid, en als hij e:n vriend van haar overleden vader was. moet er wel iets in hem zitten. Want in dc City heb ik gehoord, dat do turbi ne van den heer Byron ren gelleele omwenteling iu do scheepvaart zal teweeg brengen. Als de schetsen, die jij in je zak had, werkelijk een ver betering zijn van het patent dat Pal zer bezit, dan zal deze jonga dame zich niet behoeven to bekommeren om het welzijn der gekroonde hoofden, die na ons deze vertrekken zullen bewo nen". fSlot volgt).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5