Rubriek van den Arbeid.
De verborgen
documenten
Vrijdag 12 October 1923
TWEEDE BLAD
Lichamelijke Opvoeding
DE CYMNASTIEK IIJ EEN-
VOUDIC.
In de vorige week heeft Dr. Al-
trock. lecraar.aan de Berlijnsclie Hoo-
gescliool voor Lichamelijke oefenin
gen. twee voordrachten gehouden voor
de leerlingen van het Haarlemeclie In
stituut voor Lichamelijke Opvoeding
en verdere belangstellenden. Op ue
eerste voordracht behandelde hij de
lichaamsoefeningen voor de vrouw, op
de tweede eaf Jiii een overzicht van de
geschiedenis der lichaamsoefeningen
in verband met ae culturee'e omstan
digheden in de verschillende tijdper
ken. Het ligt niet in mijn bedoeling,
hier nog eens te herhalen, wat de
spreker in beide voordrachten in zoo
wel gekozen bewoordingen iu het licht
heeft gesteld, al moet ik het ook be
treuren, dat niet meer personen zich
hadden opgemaakt, om zich te scha
ren oudor het gehoor van dezen spre
ker. Ook voor niel-vakkündigen was
hier ic-ts to genieten geweesthoewel
de opkomst voor dergelijke bijeenkom
sten niet sl'igjit genoemd mag wor
den, had ik cle toehoorders toch gaar
ne in vqö! grocter aantal aanwezig ge
zien, ls het eigenlijk wel waar, dat de
lichamelijke opvoeding zich de laatste
jaren in zoo groote belangstelling
mag verheugen? Aan het bezoek bij
dergelijke gelegenheden zou men liet
niet zeggen; ook professor Martin, uit
Münohen, die hier in het begin van
dit jaar lezingen heeft gehouden, had
een Rrooter gehoor verdiend.
at mij dan in de voordrachten van
dr. Altrock in het bijzonder heeft ge
troffen. is de nadruk, waarmede hij
op beide avonden meermalen naar vo
ren bracht, dat de gymnastiek toch
vooral eenvoudig moest- zijn. Hij deed
dit onder versvijziug naar het feit,
dat reeds Plato zich in dien zelfden
zin had uitgesproken en de bewoners
van het oude Hellas zich steois deze
groote en belangrijke waarheid voor
oogen gehouden en in toepassing ge
bracht hadden. In cle oudheid kende
men niet de gymnastiekwerktuigen,
die de tegenwoordige evmnastiek-on
derwijzer onmisbaar acht. om vrucht
dragend onderwijs te kunnen geven.
Zii hadden slechts den bodem nm op
to staan en toch hebben zij het ge
bracht tot 'n lichaamscultuur, die noch
te voren, noch daarna door geen enkel
volk ter wereld is overtroffen of ge
ëvenaard.
l)at een dergelijk belangrijk en naar
mijn meening zoo juist principe uit
den mond van een Duitscher mocht
worden vernomen, deed mij daarom
zooveel genoegen. omdat wij do
groote gekunsteldheid in de gymnas
tische oefeningen juist van onze
oostelijke buren hebben overgenomen.
Men mag den Nederland-sohen gym-
nastielconderwijzer het gebrek aan
eenvoud in zijn oefenstof niet kwalijk
nemenhii is nu eenmaal opgeleid in
een methode, dio het gebruik van ve
lerlei werktuigen als onmisbaar be
schouwt- en waarbij de moeilijkheid
der oefeningen steeds in de samenge
steldheid is gezocht. De opleiding in
die richting houdt weer verband met
de eischen, welke op de examens wor
den gesteld. A!s uitgangspunt voor
een andere, en naar mijn mee
ning betere opleiding zou dan
een andere lijn gevolgd moeten wor
den bij het afnemen der examens; de
opleidingen moeten dan vanzelf wel
volgen. Er is dus pas verbetering te
verwachten, wanneer de voorzitters
der examencommissies dat zijn de
drie P.ijks-Inspecteurs voor Lichame
lijke Opvoeding b>i toerbeurt zich
uitsluitend de medewerking van exa
minatoren verzekeren, de van meenmg
zijn. dat wij nu eindelijk een nieuwen
koers moeten volgen. Maar... aanmoe
ten dia voorzitters natuurlijk zelf eerst
een soortgelijks overtuiging hebben.
Het is blijkbaar moeilijk geweest,
de oude ideeën omtrent het gymna6-
tiekonderricht te laten varen, want
ik heb het ook onlangs reeds vermeld
het gvmnastiekonderricht heeft in
de laatste 25 jaren geen verandering
van betc-ekenis ondergaan. Wij maken
nog altijd zeer samengestelde yrijo
oefeningen, die wij in 4/4 maat ner-
halcn den kniedraai- om den ïek-
stok en den dwarszit aan de brug
willen wij evenmin loslaten. Het riekt
toch allemaal wel heel sterk naar de-
oude doos. Hoewel iu ons land meer
malen gepleit is voor vereenvoudiging
speciaal voor eenige beperking in het
gebruik van werktuigen, heeft men
daar nimmer naar willen luisteren
het waren immers slechts leeken, die
niet zulke plannetjes 'voor den dag
kwamen. Duitschland ging in de oudo
richting voort, dus wij hielden ook
dcnzelfden koers. Doch nu komt aaar
een Duitscher, oen bekwaam gesiu-
ileerd Duitscher, die zooals hij mij ver
telde. philosofie en medicijnen gestu
deerd heeft, on dio naast zijn leeraar-
schap aan do hoogeschool voor
lichaamsoefeningen nog medische prac
tijk uitoefent, hier -pleiten voor een
voud in de gymnastiek, nog wel onder
verwijzing naar de Zwcedsclie princi
pes en dat niet alleen, maar het eer
ste plaatje, dat hij op doek brengt, is
een reproductie uit een Zvveedsch
handboek. En nu vraag ik mij af, of
rij nu niet aan het begin staan van
en nieuw tijdperk in de ontwikkeling
an het gymnastiekonderricht, een
tijdperk, waarin het streven naar een
voud in 't gymnastiekonderricht tot
uitdrukking en toepassing zal geraken.
Toen het door Hollanders naar voren
werd ge-bracht, heeft men er niet naar
willen luisteren thans komt hetzelfde
ons over de oostelijke grenzen van
ons land. Over het algemeen zijn wij
Hollanders, al spoedig ingepakt door
al'es. wat uit het buitenland tot ons
kemtlaten wii dit nu nog maar eens
een keer zijn. Want het zal den voor
standers van het principe: „de gym
nastiek zii eenvoudig" tenslotte wel
'erscliillig zij», door welke omstan
digheden dit- beginsel tot uitgangspunt
van liet onderricht wordt gemaakt,
als het maar wordt gevolgd. Voor de
dei-daad hoopvolik geloof dat wij
lichaamsoefeningen zijn de tijden in-
nu de goede richting uitgaan. Jn de
gymnastiekvereenigingen wordt na
tuurlijk een ander uitgangspunt geko
zen. Men komt er voor zijn genoegen
en doet dus slechts de oefeningen,
waarin men de bevrediging van het
„gehikken" wil ondervinden, men
meet, er zijn geoefendheid af naar de
gecompliceerdheid der verrichtingen.
Wii behoeven ons daarover niet be
zorgd te maken, het turnen in de ver-
eenigingen is sport. Ik geloof stellig,
dat deze sport door de andere sporten
meer en meer verdrongen zal worden
niet dat ik zulks wenschelijk of noo-
dig vind, doch het ligt in den loop der
dingen.
Wat de sclioolgvmnastiek betreft,
worde en bliivo het principede
gymnastiek zij eenvoudig.
H- L. WARNIER-
Van hier en daar-
DE LOONSVZRLACINC IN DE
T E XT I EL-INDUSTRIE.
Gelijk bekend hebben de Twentsche
Textielfabrieken oen loonsverlaging
van 10 aangekondigd; nadat de ar
beidersorganisaties een werktijdverlen-
ging hadden geweigerd.
liet Volk had naar aanleiding daar
van een onderhoud met eon paar
Hoofdbestuurders van den t-extielar-
beidersbond „De Eendracht". Dezen
deelden mede, dat naar hun moaning
het minder do bedoeling is de loonc-n
te verlagen dan wol to komen tot
werktijdverlenging.
Wat denkt ge, zoo werd verder
in den loop van het onderhoudge-
gevraagd over .de noodzakelijkheid
voor de fabrikanten, om, o.a. niet het
oog op concurreut'.e-moeilijikheden
met de textielindustrie van andere
landen, op werktijdverlenging aan te
sturen?
Wat zal men daarvan zeggen?
liet is een argumeut, dat van werkge
verszijde geregeld wordt gebruikt, dat
om te kunnen concurreeren op de bui-
teulandsche markt, hier te lande een
langoren arbeidsduur noodig is. De
fabrikanten hebben evenwel tot dus
verre pertinent geweigerd, dit argu
ment met de nocdigo bewijzen te sta-
„Fe-it is, dat. in andere, landen, en
met name in Engeland, Duitschland
en dfe Skandinavisc-ho landen, de toe
stand der textielindustrie beslist-
ongunstiger is dan hier te
lande. Dit wordt trouwens, met name
voor den voornaamston concurrent,
Engeland, door fabrikanten toege
geven.
Woordelijk heeft een der -werkge
vers gezegd, dat men hier te lande
door een verlenging van den werktijd
wilde voorkomen, dat de toestand
hier zoo slecht werd, als ze in
Engeland is. Uil dc-ze bewering volgt,
dat de werkgevers hier van de ver
onderstelling uitgaan, dat de buiten-
landscho fabrikanten zoo maar. kalm
weg zoudentoelaten, dat hun afzet
gebied door do Nederlnndsche industrie
wordt veroverd! Minstens genomen is
die veronderstelling o.i. wat naief.
Intusschen, de vverktijdve-rlenging is
voorloopig van de baan. De fabri
kanten komen thans met een voorstel
tot loonsverlaging met 10 pCfc., waar
door, krijgen ze hun zin, de toch al
karige loonen opnieuw verlaagd
zullen worden.
Hoe staan jullie daartegenover?
Wat zal er gebeuren als deze loons
verlaging werkelijk doorgevoerd
wordt
Naar onze meening was het
antwoord kunnen deze plannen
niet zonder verzet worden aanvaard.
Op welke wijze dat verzet eventueel
tot uitdrukking komen zal, is nu na
tuurlijk nog niet te zeggen. Aan een
strijd zijn ontegenzeggelijk groote be
zwaren verbonden. Het aantal onge
organiseerden is m de toxtiel-industrie
is helaas nog zeej; groot, grooter zelfs
dan het aantal georganiseerden.
Er hebben evenwel met de drie an
dere organisaties de Roomsch katho
lieke „Un-itas" en de federatieve
besprekingen plaats gehad over de
ten opzichte der loonsverlaging aan
te nemen houding en daarbij is geble
ken, dat men ook in die kringen nier.
in alle opzichten bereid ls, de textiel
fabrikanten hun gang te laten gaan.
Dat is ze-er begrijpelijk: de werkgevers
in deze industrie zijn rijker, dan in
welke andere ook en de levensverhou
dingen der arbeiders staan in verschil
lend opzicht achter bij die der werk
lieden ijl andere t-,ukken van industrie.
Van vacantie is geen sprake, de loo
nen der slechtst betaalden zijn feitelijk
niet meer dan hongerlooncii en het is
niet mogelijk, zonder verzet toe te la
ten, dat van die loonen nog 10 pGt.
wordt afgenomen.
DE VERLENC1NC VAN DEN
ARBEIDSDUUR.
Op een vergadering van de hoofd
besturen van de bij hot C. N. V. aan
gesloten organisaties to Utrecht ge
houden, heeft de Bondssecretaris, de
heer II. A. Amelink, gesproken over
,,ons standpuut ten opzichte van ver
lenging van den arbeidsduur".
Spr. betoogde dat alle invloed moet
worden aan,gewend tegen het pogen
der wcrkgeve-is om de begrenzing vai
den arbeidstijd, die de wet geeft, ver
ruimd te krijgen tot 10 uur per dag
en 56 uren per week, daar anders el
ke rem verdwenen zal zijn.
Moeten wij echter, ging spr. voort,
afwijzend staan tegen elke werktijds-
vcrlenging? Dit kan ons standpunt
niet zijn. Dat kan tengevolge -hebben,
dat de invloed der arbeiders op den
werktijd totaal werd uitgeschakeld,
tenzij dan, dat door de vakbeweging
telkens opnieuw etrijd zou moeten
worden gevoerd voor het behoud dex
-48-urige werkweek. Wat daarvan hel
resultaat zou zijn, is niet- twijfelach
tig. Eerst zal moeten blijken, dat in
derdaad vergrooting van het- concur
rent ie-vermogen der Nederlnndsche
Nijverheid, en dientengevolge uitbrei
ding van werkgelegenheid voor de Ne-
derlandsche arbeiders, van verlenging
van arbeidsduur het gevolg zal zijn-
Maar daarvoor moeten ons eerst af
doende cijfers en feiten getoond wo
den, waarop controle toegelaten, i;
Geschiedt dit niet, dan kan de arbe
dersbewegir.g niet anders doen, dan
zich verzetten, of, als het moet in on
macht berusten.
Indien mocht blijken, in een be
paald geval, dat de wettelijke maxi
mal© arbeidsduur het concur rentiever-
mogen der Ncderlandsehe Nijverheid
belemmert, of misschien erger, zou
vernietigen, dan is het dwaasheid,
toch ondanks alles aan die bepalinge:
vast to houden.
DE ARBEIDSOVEREENKOMST jn
HET HAVENBEDRIJF.
Naar Het Volk vernoemt heeft thans
ook de Scheepvaartvcreeniging
„Noord" (Amsterdam) aan de organi
saties bericht, dat zij de looponde over
eenkomst wensciit to beëindigen. De
S. V. „Zuid" had dit voornemen
reeds eenigen tijd geleden kenbaar
gemaakt. Te Rotterdam en Amst-er
dam blijven de.'thans geldende ar
beidsvoorwaarden tot 1 November
a.s. van kracht,
DE CHAOS BIJ DEN POSTCHEQUE-
EN GIRODIENST.
Op uitnoodiging van het bestuur -aai
d6n Middenstandsbond beeft zich een ej-
mitë gevormd ter bescherming van de be
langen van rekeninghouders bij de Po it-
cheque- en Girodienst, bestaande uit de
heeren mr. J. G. Schürman, lid van ten
Raad van Advies van den Middenstands
bond te Rotterdam, voorzitter; A. J. ten
Hope, industrieel Ie Rotterdam; P. La-
gelaar, accountant te Rotterdam; A. Inge
nool Jr., directeur van het Bureau van
den Middenstandsbond te 's-Gravenhigc
en mr. dr. A. Fontein, secretaris, te Rot
terdam. Rekeninghouders, die de behar
tiging hunner belangen wenschen op te
dragen aan dit comité, kunnen met opga
ve van na3m, adres, rekeningnummer, en
onder toezending van f 2.S0 als bijdrage
in de kosten, zich aanmelden bij dan se
cretaris, wiens adres is: Korte Hoogstr.
36, te Rotterdam.
OPHEFFING CENTRAAL KLEEDING-
MAGAZIJN.
Naar de „Tel." verneemt, zal het Cen
traal magazijn van militaire Weeding te
Delft worden opgeheven. Het aldaar werk
zaam zijndo personeel zal te werk worden
gesteld bij het Centraal magazijn te Am
sterdam.
Van een geweigerde
decoratie
Een verklaring van Prof. Dr.
Ernest Cohen
Prof, dr. Ernst Cohen te Utrecht
heeft verzocht, zijn beuoeming tot rid
der in de orde van don Ned. Leeuw
(d.d. 30 Aug. j.l.) in t-e trekken. De
redenen zou hij later bekend maken.
Thans deelt prof. Cohon aan
wiens verzoek inmiddels bij K, B. is
voldaan in cle „N. R. Crt.'* die re
denen mede. Zij komen hierop neer.
dat prof. Cohen in het onderhavige
geval de hem toegedachte onderschei
ding, daar zij een beoefenaar der we
tenschap gold als niet aan haar doel
beantwoordende heeft beschouwd.
De professor is van meening, dat
bij decoraties de man van wetenschap
in den hoogleeraar moet worden ge
scheiden van den ambtenaar en dat
gevallen, waarin aan een professor
cene onderscheiding wegens buitenge
wone bekwaamheid wordt toegekend,
alleen omdat hij dank zij eene goe
de gezondheid gedurende zeker
aantal jaren zijnen leeretoel bezet
beeft kunnen houden, tot de geschie
denis moesten beliooren.
Bijkans honderd jaren geleden
aldus gaat prof. Cohen voort werd
het belichaamd in de Friedensklasse
van de-n Ordre pour lc Mérite, in
welke alleen beoefenaars van weten
schap of kunst worden opgenomen.
Werd het thans te onzent, vigeerend
systeem in dien zin gewijzigd, menige
onbillijkheid zou z.i. worden verine
den. Verder maakt prof. Cohen nog
deze opmerking:
„Terwijl talloozen, met wie men het
boven behandelde onderwerp binnens
kamers bespreekt, de hier ontwikkelde
opvattingen in allen decle onderschrij
ven, wijken zij in hun gedrag daar
van af, zoodra hun een onderscheiding
ten deel valt".
„Zoude liet" zoo vraagt hij ten
slotto „niet liggen op den weg
yau onzen tegemvoordigen minister
van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, die meer dan eens heeft
getoond, reorganisatie van minder ge-
vvonschte toestanden aan te durven, in
dezen het initiatief to nemen, der We
tenschap ter eere cn ten heil?"
De saiarisvermmdering
Het eindadvies der centrale
commissie
De Centrale Commissie voor geor
ganiseerd overleg in ambtenarenza
ken. heeft een eind-advie3 uitgebracht,
waaraan de Tel. liet navolgende ont
leent
Wat de juridische zijdo betreft van
de voorgenomen intrekking van arti
kel 40, deelt zii de moening der regoe-
ring, dat haar bevoegdheid daartoe,
formeel iuridisch bezien, niet. betwist
baar is. wijl een Koninklijk Besluit
door een ander Koninklijk Besluit kan
worden vervangen. Echter is de Com
missie van oordeel, dat eenmaal toege
kende salarissen, ook buiten alt. 40
om. gewaarborgd zijn. De Commissie
betwiste dat doTtegcoring de bevoegd
heid zou bezitten can in die eenmaal
toegekende salarissen eenzijdig veran
dering to brengen.
Indien die Regeering oolc moraiiter
de intrekking van art. 40 gerechtigd
acht, dan houdo zii ons aldus cle
commissie ton goede, in dien wij
ons afvragen, sedert wannec-r plechtig
afgelegde beloften moreel, hem die
zo aflegde, niet meer binden. Do be
lofte aan die op 1 Juli 1922 in dienst
zijnde ambtenaren gedaan, werd zeer
positief namens de Regeeringdoor den
toen maligen minister van Financiën
afgelegd en cioor de Koningin van
haar handteekenng voorzien.
De Commissie acht het wel zeer be
denkelijk voor de mentaliteit der amb
tenaren, indien zij cle overtuiging in
zich moeten omdragen, dat zij geen
absoluut vertrouwen kunnen hebben
in de beloften der Regeerlng.
Indien van de zijde der Regeering
wordt gewezen up de gevolgen, welke
e?n eenzijdige aantasting van de ver
plichtingen tegenover de schuld
ei-cliers van den Stoat voor het Staats
erediet tengevolge zou hebben, dan
moge de Commissie vragen, of door de
Regeering wel is overwogen, welke
moreele gevolgen de intrekking van de
door de Regeering plechtig gedane be
loften zou opleveren.
Indien de Regeeriug dier Commissie
dc overtuiging had willen bijbrengen,
dat. inderdaad alle middelen, welke
kunnen worden aangewend tot dek
king van het tekort, zijn uitgeput, dan
zou de Commissie het op prijs gesteld
hebben, indien haar een finaucieel
exposé was gegeven betreffende den
financieelen toestand van ons land.
Indien dit bewijs was geleverd, dan
zou daarmede tevens zijn aangetoond,
dat inderdaad, gelijk de oommissie
reeds betoogde, de ambtenaren-salaris
sen in den gedachtcngaug der Regee
ring den sluitpost der begroeting vor
men.
De Commissie besluit aldus- .Hut"
zal u na het bovenstaande niet ver
wonderen. dat onze Commissie, welke
zich derhalve op het. standpunt blijft
stellen, dat een eenzijdige aantasting
der salarissen niet mogelijk is, afwij
zend meent to moeten adiviseeren ten
opzichte van het haar toegezonden
ontwerpbesluit, strekkende tot een al
gemeen© salariss9iiverlaging van 10
procent.
Op de vragen van den heer Ketelaar
betreffende het weren der kinderen
van een Rijksveldwachter te Roelof-
arendsveen van de openbare lagere
school te Oude Wetering, antwoordde
de Minister van O., K. en W.. Het
weren van de kinderen geschiedt niet
door den burgemeester, doch-door B.
en W. v. Aikeuiade, ter uitvoering van
art. 3 van een verordening van den
raad dier gemeente van 7 ilaart 1923.
Bij K. B. van 27 Se^t. 1923 is cle
raad der gemeente Aljcemade niet
ontvankelijk verklaard in zijn beroep
tegen een besluit van Ged. Staten van
Zuid-Holland, waarbij goedkeuring
werd onthouden aan 's raads besluit
tot opheffing van de O-L.S. te Oudc-
Wetering. Ir. verband hiermede heetf
de Minister aan B. en W. van Alke
made verzocht bij den raad ten spoe
digste een voorstel in te dienen tot
intrekking van art. 3 der verordening
van 7 Maart 1923, hetwelk eerstge
noeind college belast met de aanwij
zing van de scholen, waarin de leerlin
gen het onderwijs zullen volgen. Dit
college heeft voor de kinderen van
den bedoelden Rijksveldwachter aan
gewezen de openbare lagere schooi te
Nieuwe Wetering, ofschoon het. zelf
heeft toegegeven, dat dc door die kin
deren alsdan af te leggen afstand groo
ter is dan bij bezoek van de openbare
lagere, school to Oude Wetering.
Mocht de raad van Alkeronde art. 3
der verordening van 7 Maart 1923 niet
intrekken, of B. en W. weigeren een
voorstel met die strekking bij den raad
in te dienen, dan zou de Minisr. moe
ten overwegen, of hij die bepaling
aan de Koningin ter vernietiging we
gens striicl met het algemeen belang
zal voordragen.
Op aanstichting van de Afrikaanse
Studente-Vereeniging in Utrecht :s in
Hotel ties Pays Bas te Utrecht een
maaltijd gegeven Ier herdenking van
den geboortedag van wijlen President
Kriigc-r.
Behalve de leden van voornoemde
Vereeniging zaten aan Afrikaanédie
studenten van auiere universiteiten en
hoogescliolen hier te lande, zoomede
verscheidene genoodigden. o.a. de
hoogleeraren "Casimir. Burgers, Mans-
velt. Ponto voorts dr. Steyn. mr. Stof
berg. mr. F. Botha, e.m. Geluk wen-
sollen waren ingekomen van minister
de Visser en ae:i heer Roosings de Bi»
schop, uit Pretoria,
Dr. W. J. Leyds. oud-staatosecret-a-
ris en -gezant van de Zuiö-Afrikaan-
scho Republiek, die cp verzoek als
hoofd van de tafel, optrad, hield een
toespraak. Hii ze.de, dat het een ge
lukkige gedachte der Zuid-Afrikaan-
who etudënlên dit jaar, in de
plaats van het Dingaans-feest.
Krüger's jaarfeest te vieren. Het. was
ook een gunstig teeken, dial Afrika
ners van alle streken afkomstig, opge
komen waren, en niet s'f jds uit
Transvaal. Want een groot Afrikaner
be-hoorcle aan alio Afrikaners. niet
slechts alleen nar. die uit eigen -pro
vincie. En Kri'gor was iu waarheid
een groot man, geweldig al? -persoon
lijkheid en als historische figuur. On
der do thans levenden zullen er niet
velen gevonden worden, die Krüger
zoo lang en zoo intiem gekend hebben
als spreker, en dus zoo bevoegd tot ge
tuigen. Hii verontschuldigde zich a's
hii dikwijls persoonlijk in zijn her
denking zou wezen, maar herdenking
is niet mogelijk zonder herinnering.
Zij. die Krüger hier op het laatst van
zijn leven gezien hebben, kunnen hein
niet naar waarde schatten, want hij
was toen een wrak. maar in znn besten
tijd imponeerde bij zelfs Bismarek.
Hii was een goed en goedig mer.och,
vol attenties, gepaard aan karakter
en bagaving. zooals die slechts zelden
worden gevonden. Ziin geheugen was
een wonder. Hii was tróuw aan zijn
vrienden en nobel to zijn houding ie
genover zijn vijanden.
Na de redevoering van dr. Levels
voerde prof. Mansvelt bet woord,
waarbij hii er aan herinnerde, dst hij
rnet Krüger gedurende negen jaren
had samengewerkt aan cIp reorganisa
tie van het onderwijs. Dank zii die
bemoeiingen voor het onderwijs waren
er in Nederland toen reeds studenten,
die het. jus promovendi hadden. Spre
ker schetste Paul Krüger a.'.s iemand,
die steeds togen zich zelf gestreden
heeft en zichzelf overwonnen had.
Prof. Pont, voorzitter der Zuid-
Afrikaansolie vereeniging wees er op,
dat de herdenking van dezen dag ge
tuigde van groot idealisme onder de
Afrikaamders. Spreker schetste de
Engelsche regeling en daarnaast Paul
Onze Lachhoek.
JUIST DAAROM.
Moeder (verwijtend)Toen :k jong was,
dachten de meisjes er niet uau zulke din
gen te doen a!s jij aiu doe11
Moderne dochter: El» juist daarom de
den zij zo dan ook natuurlijk uictl
GEEN COMPLIMENT.
Gast (trots)Is dit een eerste klasse
restaurant
Kellner: Ja, maar wij wil leur u óók wel
helpen 1
AL3
Jonge vrouw: Wat jammer, dat we geen
ham m huis hebben, anders hadden wo
spiegeleieren met ham kunnen bakken,
GOED BEVALLEN.
Boksleeraar: En hoe bcralt jc de eerste
Krüger. Deze dag bestendigt de 'ier
heid <ier Afrikaanders. zii voelen nog
dat zij een volk zijn geweest met een
groot verleden.
Prof. Burgers sprak vervolgen? op
geestige en opwekkende wijze over de
vitaliteit der Afrikaanders cn de toe
komst van Zuid-Afrikn. Pro''. Casimir
hield een improvisatie op rijm, waarbij
hii cn zeer geestige wijze tal van Afri
kaanders herdacht. Ver: cliillcr.de
sprekers voerden daarna nog het
woord, terwijl zang cn muziek den
avond aanvulden.
Verhooging van den
tabaksaccijns.
Bezwaren van fabrikanten.
De „Vereenig n g van 1
in Nederland" heeft naii
zegrt wordt, dat zij me» I
dagbladen heef', kennis j
besta
aldus heet lset in
hooger,.
De tabaksindusiri
het adres heeft zich nog steeds niet
hersield van de schokken, veroorzaakt
door de invoering van dezen aaeijr.s en
het artikel tabak ondervind: in eerste in
stantie den terugslag v.*.n Ie groote we-rk-
Hei gevolg v.vi den verhoogden accijns
zal ongetwijfeld weer z'.jn <-n:slag vzn
werkkrachten en daling der loonen.
Om deze redenen verzoek', lie: bestuur
der genoemde vereeniging den njjr.:c:er ten
minste nog twee jaar te wachten m-.t ver
hooging van den tabaksaccijns.
DE ONDERWIJSPLANNEN DER
REGEEniNC.
Het „Handelsblad" van Woensdag
maakte melding van eer. geruelll dat in
parlementaire kringen zou loopen over
plannen der regeerlng om van de 'Lagere
School een vier-jarige to maken, niet al
leen het 7g Ic-crjanr zou worden wegge
nomen,' maar ook do leerstof aan de ove
rige 6 leerjaren zou zoodanig worden be
perkt en samengedrongen, dat met een
4 jarige school kon worden volstaan.
Het Ilaagseli Corresjiondcntieburcau
meent dat gerucht als bepaald onjuist te
kunnen tegenspreken.
Wat bij de r?ge-c-riug in overweging is,
schijnt niets «r.dcrs te zijn dan de ef
fectieven. wat bij dc Lager Onderwijswet
van 19£0 reeds in beginsel is vastgelegd,
maar lot r.og toe niet ;ot uitvoering is
gekomen, de gedachte namelijk om het
onderwijs in de lagere leerjaren te doen
geven door onderwijzeressen van eenvou
diger opleiding.
Door deze onderwijzeressen geleidelijk
dc plaats te doen innemen van ren deel
der tegenwoordige leerkrachten, xa! op dcc.
duur een belangrijke 1-csparing kunnen
worden verkregen, ook bij dc op'.cidsngs-
inrichtkigen.
school
lagere klassen worden bcroo
verandering van .lc I.rerjilich
a!s he: Handels
bedoeling
:«nt da: in <i6
i bestaan.
*>u geen i
OVERTREDING DER BUSKRUITWET
Woensdag heeft de Rijksinspecteur op
het vervoer- en opslaan van ontplofbare
stoffen beslag gelegd op een grooien voor
raad geweer- cn andere natronen, r,pg«-
slagen in een pakhuis aan dc SiflgelstcMt
:e Delf:. Tegen <U «igahttes de L-m.a M.
werd proces verbaal opgemaakt wegens
overtreding van de bepalingen van de
Buskruilwet.
EEN VERZONNEN BEHOOVING.
Dezc-ii zomer deed i om and hij de po
litie te Montfooii aangifte, dat men
hen» des avonds in „Do Waard" had
aangevallen, bedwelmd en van f 27 0ü
bad beroofd. Thans heeft hii hekend,
dat alles verzonnen te hebben, i/mdat
hii zijn meisje had verzekerd over dit
bedrag te kunnen beschikken en niet
iu staat was haar dit te loonen.
'euilleton
Naar het Engelsch
van
A. WILSON BARRETT.
(Geautoriseerde vertaling).
fflljj heeft haar gevonden'." riep
Jell, toen hij Charles het hoofd uit. het
portier zag steken.
„Ik ook!" l iep Charles lachend. „Ik
kem zoo juist bij haar vandaan. Zij
is in het- Clai'idge-hotel. waar mijn'va
der gelogeerd is, en zij is heel goed
met hem bekend. De sluwe vos vertel
de mij niet, dat hij rqeds alles wist
van Pal zei- en de uitvindingen en haar
zelf en al het andere. En nu is hij
naar de City en zijn gezicht voorspel
de niet veel goeds voor Palzer- Maar
jij ziet er uit, alsof je dood op bent.
Geen wonder ook! Den heelen nacht
met de brandweer bezig, en giste"-
avon.l die geschiedenis met Palzer, cn
vandaag dio verkoopmg! Kom, hier L
een bodega, laten we een flesch cham
pagne cn een sandwich nemen, en al
les eens bepraten".
I-lij trok Jell naar binnen, zocht een
rustig hoekje uit, waar zij kouden zit
ten, en drong er op aan, dat Jell iets
zou gebruiken, eer hij een woord zei-
de.
„Ja, daar is zij", zeide hij eindelijk,
toen Jell opkeek, en zijn oogen helder
der stonden en zijn wangen wat meoi'
kleur gekregen liucden. „Zij schijnt
daar tijdelijk een Betrekking gekre
gen te hebben als opzichteres
,Ik weet het. Dat had Stoate al
ontdekt", antwoordde Jell. „Wij had
den het reeds vroeger kunnen verne
men, als wij het niet zoo druk had
den gehad met die verkoopïng".
„Ja, die verkooping". zeide Char
les lachend. ,.Ik dacht nu en dan, dat
ik er hij zou bezwijken. Ik geloof dat
het jou een leelijken knauw heeft ge
geven".
„Nu ja", zeide Jell glimlachend.
„Toen jij weg waart, en ons geld op
raakte, en ik die revolver in mijn zak
voelde, en wist, dat ik misschien over
een minuut genoodzaakt zou zijn op
Palzer te schieten, toen nu, toen
viel ik op den grond".
„En dat was het beste wat je kon
doen, oudo jongen", zeide Charles.
„Palzer verdient ten volle een schot,
maar zóó zon de rechtbank het niet
beschouwd hebben. En nu is alles
prachtig gegaan".
„O, ja, ik heb nog oenige honderden
ponden van je", zeide Jell, een pak
bankbiljetten uit zijn zak halend.
„Maar die vader van jou is een man!
Ik heb al dien tijd over hem hooren
praten".
„Ja, vader is een beste man", zeide
Charles opgewekt. „En hij schijnt het
nogal op jou voorzien te hebben, en
dus kun je er op rekenen, dat je for
tuin gemaakt is. W ant wat vader wil,
dat gebeurt, en dan ziet hij op geen
geld".
„Zou je denken, dat hij mijn tor
pedo zou willen zien?" vroeg Jell met
schitterende oogen.
„Dat zal hij zeker", zeide Charles,
,,en hij zal er mee werken ook, vooral
a!s „zij" het hem vraagt. Tenminste,
als er iets meo te beginnen is. Apro
pos, zij. juffrouw Byron .bedoel ik,
heeft hem allerlei goeds van je ier-
teld".
Jell kleurde tot over zijn ooren.
„Daar ben ik haar hcogst dank
baar voer", zeide hij. „Ik wou dat ik
meer voor haar had kunnen doen".
„Jij hebt in ieder geval het groot
ste deel van het werk gedaan", zeide
Charles. „West je nog wel hoe je
dien avond door het raam Ytm de bo
venkamer verdween, en hoe je mij la
ter niet de taxi naar huis bracht? En
vandaag h:b js ons ook gered. Neen,
jij hebt werkelijk heel veel gedaan".
„Ik vind haar do mooiste jonge da
me die ik ooit gezien hel>". zeide Jell
bedaard. „En haar vader was ook
heel go:d voor mij. Ja, ik weet nog
best, hoe ik mij voelde, toen ik door
dat raam kwam en die mannen op
mij toe sprongen en ik je niet eens
kon waarschuwen. Maar vond je het
ook met vreemd, dat die oude kerol
zich vandaag niel liet zien loen do
schrijftafel verkocht werd? Wat zal hij
grinniken als hij hoort, wat het ding
heeft opgebracht! Maar ik was toch
blij, dat hij er niet was. Ik had het
geen prettig idee gevonden, dat hij mij
ieder oogenblik kon aanklagen."
Charles lachte.
„Dat zou ondankbaar geweest- zijn,
nadat papa zooveel geld had meege
bracht". zeide hij. „Maar 't is nu
eenmaal een oude gek. Hij weet ech
ter onze namen niet, en als hij vader
wil aanpakken, als de kooper van do
schrijftafel, dan vrees ik, dat hij zijn
handen zal branden".
Nu lachte Jell ook.
„Wij zullen maar hopen, dat wij
niets meer van hem zullen vernemen.
Hij heeft op mij geschoten, duizenden
verdiend aan je vader, en vijf pond
aan mij, dus mag hij nu wel tevreden
zijn. En nu ga ik naar huis, anders
denkt moeder, dot wij de schrijftafel
niet gekregen hebben, of dat Palzer
ons vermoord heeft".
Charles keerde terug naar het ho
tel. Daar vond hij zijn vader, pratend
met Edith Byron, wier gezelschap hij
geen minuut langer wilde missen, dan
r.oodig was, en die met een verlegeu
glimlach Charles aankeek tpeu hij bin
nenkwam.
„Heeft u den heer Jell gevonden?"
vroeg zij een beetje ondeugend. „Ik
hoorde dat u dien armen loopjongen
weer weggestuurd heeft
„Ik gaf den kleinen deugniet een
shilling zeide Charles. „Eu ik had
mij 'meer te beklagen over liem dan
hij over mij".
„Zou u denken?" vroeg juffrouw
Byron schalks.
Charles wist niet, hoe hij het- had
„Wat is dat met dien loopjongen?"
vroeg de heer Freek. ..Waar ben je
heen geweest, Charles? Als ik gewe
ten had. dat jo waart weggeloopen,
en deze jonge dame alleen had gela
ten, was ik v roeger uit de City terug
gekomen".
„De jange dame liet mij alleen",
zeide Charles, Edith aankijkena. „En
nog wel te midden van aou bijzonder
interessant gesprek, pietwaar. juf
frouw Byron?"
„Qpt zal de loopjongen ook wel ge
dacht hebben", zeide juffrouw Byron,
met een blijden glimlach. „Hij ha/J
al een heele poos staan luisteren".
„En ik gaf hem esn shilling!" zucht
te Charles.
Do lieer Freek keek beiden aan, als
of hij alles begreep en goedkeurde.
„Heb je je vriend Jell nog gespro
ken?" vroeg hij eindelijk.
,,Zooeveu", zeide Charles. „Hij is
gaan kijken naar zijn verbrande huis
en naar een prachtigen torpedo dien
hij heeft uitgevonden",
„Misschien kan ik binnen kort iets
voor hem doeu", zeide de lie r Freek
peinzend. „Aaroc Solwcks, de presi
dent van de P. en O.-lija, is al reu
poos bezig, om dc vrachtpi .zen voor
ons te verlioogen, en nu koop ik zelf
een lijn, of eigenlijk moest ik zeggen,
ik koop er geen, ik ga zelf stcomboo-
ten bouwen".
„Ik bewonder altijd uw jeugdige
geestkracht, vader!" zeide Charles op
liefdevollen toon.
„En in dat geval", zeide de heer
Freek, „zouden je vriend en :k het
misschien wel eens kunnen worden.
Juffrouw Byron heeft mij veel goeds
van hem verleid, en als hij e:n vriend
van haar overleden vader was. moet
er wel iets in hem zitten. Want in
dc City heb ik gehoord, dat do turbi
ne van den heer Byron ren gelleele
omwenteling iu do scheepvaart zal
teweeg brengen. Als de schetsen, die
jij in je zak had, werkelijk een ver
betering zijn van het patent dat Pal
zer bezit, dan zal deze jonga dame
zich niet behoeven to bekommeren om
het welzijn der gekroonde hoofden, die
na ons deze vertrekken zullen bewo
nen".
fSlot volgt).