INGEZONDEN MEDED EEL1NCEN k 60 Cts. per regel. LIFEBUOY J heeft, de Vrouwen in Arnerita' geleerd hoc zij hare schoonheid kunnen behouden Zuivere, ongebleekte I roode palmolie geeft J LlFÈÖUOy de ROODE kleur e vEfvs^ze e c .T fabrikanten van La enTwink^ De heer DE BOER (Plattelandspar* tij) verklaart zich tegen de Vlootwet hij vreest voor inzinking: van landbouw, nijverheid en handel. Het ontwerp- Vlootwet acjjt spr. in tegenspraak met de millioenennota, (Heel weinig, leden luisteren naar den heer De Boer, zoodat de spr. vrijwel onverstaanbaar is.) Spr. meent dat de Tcgeering Boor naieve gedachten wordt geleid. Zal de vooruitgang van techniek 'niet heel weinig doen overblijven van het vloot- plan? vraagt-de spreker. Spr. gelooft aan uitgroei van de menschelijke moreel. „Men moet zich ten oorlog voorbereiden, wil men den vrede" deïe leuze, meent spr., is een leugen. Voor 1914 nvas zij dankbaar ge bruikte munt, maar zij is een valsche munt. Spr. gelooft dat liefde de plicht is van Christenen, dus ook van deze Christelijke regecring. Wat moet er ge dacht worden onder de heidenen? Hei lige cischen zijn aan- de menschheid gesteld, die moeten wij volgen. Er' moet cen einde komen aan den oorlog! Dus gestemd moet worden tegen den oorlog. Voormannen der kerk, achten 'het noo dig-, dat deze vragen niet meer alleen in de studèeitlcamcr worden -behandeld. Spr. wijst op het congres van den we reldbond der kerken. De heer KUIPER (R.-K.)" zegt niet to staan op het standpunt„Geen man en geen cent". Spr. meent dat de re geering in J01S heeft gezegd, dat een klein land wel eens voor kan gaan op den weg naar ontwapening. (De heer Kuiper is bijna onverstaan baar!) Uit dit ontwerp-Vlootwet spreekt niet 'de geest van ontwapening. Als het waar was, dat wij zonder vloot niet kunnen voor Indië, dan waren wij Indië al lang kwijt. De hce'ren HUGENHOLTZ en DUYS Zeer juist! De heer KUIPER; Wij kunnen Indië niet veilig stellen door militaire macht. Dat wij Indië behouden hebben, ligt 33n cultureele waarden die -wij in het Gosten hoog houden.- In het Oosten hebben wij nu eenmaal een hooge cul tureele positie. In hetgeen spr.. zegt komt wellicht een zeker gevoelselement tot uiting. De heer KLEEREKOPER Dat pleit Voor u. De heer KUIPERWij mogen aan dc goede aspiraties van het volk niet het zwijgen opleggen. De heer DUYS Zeer juistl De heer KUIPER Het geweld fana tisme bloeit weer, en daaraan geeft de Vlootwet voedsel. Spr. meent, dat het wetsontwerp op een allerongelukkigst tijdstip in be handeling komt. Spr. is zich bewust, dat bezuinigin- zij in het gevoel gegrond richt in dit opzicht verwij- 'gen noodzakelijk tot diepingrijpen moeten brengen en spr. wi: zich daar bij van demagogie verre houden. Maar met dit pessimistische uitzicht, mogen wij geen geld geven, om de thans gebruikelijke defensie-uitgaven tc-behouden. Twaalf jaar vastleggen acht spr. absoluut verkeerd met het uitzicht op de financieele uitzichten. Spr. wil elk jaar zijn keuze doen over de verdeeling der Staatsgelden. Spr. kiest niet voor vlootbouw, tegenover schade aan cultureele en zedelijke volkskracht. Daarom verklaart spr. zichvoorshands tegen de Vlootwet. Wie geeft spr, do overtuiging, dat na den eersten bouw van zes jaar, niet de tweede helft zal o,p stapel ge- zot worden? Spr. ziet sukkelen liever op defensie gebied, dan op sociaal terrein Spr. hoeft zijn oordeel nog niet vast gesteld, maar op de hoofdpunten van zijn. bezwaren, zal de regeering tege moetkomend zich betoonen moeten, wil de spr, medegaan. De heer TROELSTRA (S.D.) komt er tegen op, dat er in deze dagen smalond over het gevoelsleven wordt gespreken. Spy. méént dat weten schappelijke woorden dan eerst zullen slr.g.u, als zi' zijn- ten t*,fc rechts. Voor het .politieke leven is het ge voel ook de motor. Wat klinkt de rede des heeren Nolens dor en droog tegen de massale gevoelsuiting van het Nederlandsche volk tegen de Vloot" wet. En hoe juist heeft de heer Kuiper het pessimistische economische uit zicht geteckend. Hoe dikwijls is aan regceringszijde tegen sociale voorzie ningen niet gezegd om de geldvraag: „Het kan nietThans zeggen w ij „het i n niet". Spr. meent dat er geen geld mag w-orden uitgegeven. Ook tot. handha ving van neutraliteit. Spr. komt dan nog eens uitvoerig terug op de samen trekking van het Duitsche leger aan onze Oostgrens. Spr. zal als gevolg van overdenkingen toen bij spr. op gekomen, nimmer meer stemmen vóór de gelden voor een mobilisatie En dan de indruk in het buitenland, waarover de heer Nolens sprak, Geldt die indruk van ons serieus te kunnen verdedigen, ook niet bij het volk. Dat- is de noodlottige illusie, die door het militarisme op een koopje, moet wor den gewekt. Dat is volksbedrog Spr. geeft den heer Nolens z",n theoretische redeneeringen cadeau Dat wij oorlogsgevaar kunnen afwe ren met oDze vloot, dat is een praatje voor de vaak. Het volle wil zijn geld besteden aan zaken, die het brood- noodig heeft. Het antwoord der regecring over het vastleggen op de vragen der heeren Van Schaick en Kuiper kan niet be vredigend zijn, meent spr. Dan houdt spr. allereerst enkele in- ternationaal-politieke beschouwingen. Met het aannemen van de Vlootwet is de regeering van de zaak niet af. Agitaties zullen niet uitblijven, omdat elke bewapening in het Oosten rea- geeren moet rondom do Pacific. Spr. gaat uit een brochuro de sa- lenstelling van de vloot .van Indië na tijdens den oorlog. De heer HUGENHOLTZZou het niet goed zijn, als do minister van ma rine luisterde? (De heer Westerveld is in gesprek met den heer Schokking). De héér TROELSTRAEr blijkt uit de brochure wel hoe slecht de toestand der vloot toen was. En met die vloot is 't toch gegaan in den oorlog: do neutraliteit is niet gesehonden. Spr. kondigt aan dat hij hij de Staatsbegrooting nader-en in het bij zonder over den Volkenbond met de regeering wil discussieeren. Spr. vergelijkt de Katholieke pro grams van 1018 en 1922 met elkaar, waarin oen opvallend verschil te con- sLaleeiren valt. De passus van ontwa pening is in het eerste opgenomen onder „Defensie"' in het tweede pro gram onder „Buitenlandsche Zaken". Het klinkt aldus de heer Troclstra zoo prachtig, als men zegt de ont wapening moet internationaal ge schieden. Maar dat geeft elke regee ring het recht tot bewapenen. Dan wördt de ontwapeningsleus illusoir ten volle. De ontv de, dank zij c nigingspolitiek. Dat moet groeien. En daarom is de vlootwet anti nationaal. Men vergeet wel eens, dat de at moapheer in de Kamer niet altijd is de atmospheee in het volk. Dat moet zich eens wreken, als de regeering niet volgt het ethische streven van het volk. Wij hebben de zaken van de groote massa te behandelen zooals zij dat wil. Dc regeering discrediteert het parle mentaire stelsel. Van 't gevaar' daar voor kan 't goede gedeelte uit de R.K. partij ons redden, de sociaal-vooruit strevende groep. De regoering speelt hoog spel met de gevoelens in het Ka tholieke volk. Daarbijde eenheid onder de ka tholieken is zoek De regecring speelt boog apel Waarom geen' uitstel, waarom ver- hooging van schuldenlast, waarom de eigen bezuinigingspolitiek gesabo teerd? Hebben wij hier te doen met een wanhoopsdaad? fff me; een daad van krachtsbetoon als van cen kracht patser, die hier een fascistisch regee- ringsbeleid wil vestigen? Ik zoek zege spr. naar argumenten. Dergelijke raadselen hebben zich hij militaire wetten altijd voorgedaau. Spr. herinnert aan minister Eland, aan de kustverdedigingswet. De heer DÜlóS (lachend). Ja!.! De heer TROELSTRA citeert dc rede van den heer de Beaufort bij de behandeling der laatstgenoemde wet een man met een Iijne neus, zeg!,, spr. een web, tlio ook in vergetel heid Was geraakt, toen zij plotseling weer ter sprake kwam. Er schijnen krachten Luiten of bo ven do regeering! Welke zijn cua geheime machten. Zijn zi.j van politieke of economische niachtl Hebben de officieren de,r ma rine de l-'rotéscautsche partij-en Weten ,de overmachtigen voor hun eigen stand, denkende dat nu alles kan. Heb ben wij to doen mot vrienden van den heer Colïjn, die do motor- van deze plannen met bun benzine stoken. Spr. weet geen antwoord. Maar zijn zulke machten er niet, dan toont z'ij gemis.aan politiek besef, aan samenhang met het volk. Wat vraagt spr. dan zullen de gc\olgen zijn van verwerping van do vlootwet? Hij verwijst naar de rede van den heer Merchant. Er wordt gesproken van nieuwe verkiezingen, na -onLbindiug der Ka mer. Maar er is hier geen verschil fcus- schen de Kamer en do kiezers, maar tussohen de regeering en de kiezers! Wil de regeering aftreden, dan wachten wij dat met de meeste ge rustheid af- wij hebben geen advies to geven zegt spr. Wij zullen onze propaganda voeren. Spr. meent dat men zich gaat wre ken, dat men de kiezers op een z-ijde- lingsch program heeft vereenigd, Maar nog eens dat moet do regeering zelvo weten, Men heeft de stoute kindertjes in de coalitie altijd gedreigd met terecht komen bij Troelstra zeg? .spr. welke die tegenstelling niet begrijpen kan. Van welk beginsel is de heer Ruijs toch de belichaming'? Wij heb ben den heer Ruvs gezien hier in al lerlei evoluties, b.v. bij de grondwets herziening, waarbij hij de radicale ge dachten van 1918 losliet. De heer Ruijs is gekomen in de mi litaristische gdachten van het Pro testantse he rechtsche deel. Spreekt men over den heer Ruijs. dan moet men eerst vragen: „Welke Ruijs". Voorts wijst spr. op den acht-uren- dag. De VOORZITTER wijst er den heer Troelstra op, dat wij met de Vlootwet bezig zijn. Do lieer TROELSTRA meent dat de Kamer al heel veel over de Vlootwet heeft gehoord. De VOORZITTER: „Ik zou er gaax- ne mec-1' van hooren. Mijn bedoeling is slechts, dat u niet te ver afdwaalt. Do heer TROELSTRA. De heer Ruijs heeft zich aanvankelijk eon vriend der ambtenaren getoond. En thans'? Wat is Ruijs? Ik weet :t niet zegt spreker. Dan de tegenstelling Ruijs-Troel- stra, waarvan de heer Ma,reliant sprak Het conflict waarin wij ons thans be vinden, -gaat over de bezuinigingspo litiek in verband met het bewape ningsvraagstuk. Spr. heef.t in dat ver band le doen met zijn partij met de.' beweging die spr. vertegenwoordigt Bij verwerping van de Vlootwet zal de S. D. A. P. de verantwoordelijk heid voor die verwerping aanvaarden. Al haiigt die verwerping zeer in de lucht. De S. D. A. P. gaat niet uit den weg voor haar verantwoordelijkheid. De actie zegt spr. met liet pe titionnement is niet opgezet uit par- tij-nolit'ieke overwegingen. Spr. ziet bij de vlootwet weer, dat mannen die tegen die „wet zijn toch om liet ministerie vóór stemmen. Ieder moet weten wat iliii doet! Spr. wil niet als rechter over zijn medele den optreden. Toch wil spr. 2eggen, dat liet aan nemen van do Vlootwet het sein zal zijn tot. een krachtige actie, tot agita- üe! De lieer FRUIJTIER (R.-K.) sluit zich aan bij den lieer v. Schaick. Spr. is niet gerust dat de vastlegging lot in kleine onderdóelen, goed kan samen gaan met het financieele plan. Spr. wil hespreken de financieele lasten, aan de vlootwet verbonden, waarbij spr. zeer kort wil zijn. Spr. is niet geheel gerust, vooral met het oog op 'de vlootwet. Spr. meent, dat do vioot nimmer als één geheel zal wor den gezien, omdat in 1929 reeds een onderzeeboot uit het verband zal zijn verdwenen. Spr. oefent geen critiek op het aan nemen van het vlootplan. Spr. meent toch dat de financieele opzet niet ge heel voldoende is. Wat spr. in détails tracht aan te toonen. Spr. meent dat de Kamer do finan cieele gevolgen van de vlöotwet niet kan overzien. Spr. is het oeus mot den heer van Schaick en niet met den heer van Vuuren, Over de bedrijfskosten van de vloot blijft de Kamer haar oor-" deel voorbehouden. Spr. acht het onbillijk clat wij Indië voor de helft laten medebetalen in on ze luist'-":--1 bulging. De heer DECKERS (R.-K.) meent dal; op en-ze maritieme -verdediging een stolsellooze verwarring lieersclile, die niet mag worden voortgezet. Wordt de Vlootwet aangenomen, dan wordt één stelsel gekozen. Eén plan moet men kiezen, ook al is er onder deskun digen de gebruikelijke verdeeldheid. Orde moet gebracht worden, waar die thans niet is, en toch onontbeer lijk. Spr. meent dab er in de Vlootwet nog wel eenige verbeteringen zijn aan te brengen. Daar is b.v. de personeels- vraag. Spr. wil de nieuwe maritieme organisatie benutten voor een belang rijke nieuwe bezuiniging. De eerste stap is gedaan in splitsing tussohen Nederland en Indië wat het materiaal betreft, ide tweede stap moet zijn scheiding' tussohen het personeel 'in Nederland en Indië. Hei beroepsper- sonoel moet zoo klein mogelijk worden. Do eerste stap is gedaan, in de vloot wet. de tweede sohijnt tot aarzelen aanleiding te geven. Sj>r, werkt in détails zijn ziens wijze uit. Niet onmiddellijk kunnen twee per- soncelsoi'gauisaties in heb leven geroe pen worden, maar wel kan thans die weg worden ingeslagen. Ook bij do marine is eenvoud noodzakelijk. Mevr. BRONSVELD-VITRINGA zou zich niet verantwoord achten mede te werken aan een daad, die het ideaal van algemeena ontwapening steeds verder weg brengt. Vrees voor economisolia -ontredde ring, mao- geen reden zijn om het ideaal uit het oos te verliezen I Het ideaal van Paus Benedictus XV van Augustus 1917. Is onze regoering vervuld met de sedaohte de defensie tot liet lioognoo- dige te beperken. Met dit ontwerp had moeten samengaan een radicale reorganisatie van leger en 'vioot. Overal is nog een teveel. Als de regeering meende dat een 'vlootwet noodig was. dan had zij di rect moeten ingrijpen op leger en vloot. Spr. acht zich niet verantwoord voor te 3temmen nu zij niet zeker Ss, dat de regeering niet den oorlog wil maar den vrede. De regecring heeft geen bewijs gegeven dat het haar pijnlijk is niet met ontwapening te komen. Anders had zij bezuiniging op dé huidige begroetingen' van Oorlog en Vloot aangebracht. ÏNCEZONDEN MEDEDEELINCEW a 60 Cts. per regel. die tetón Véi&ciltiTUj (pmen örnjicf* vooa wiiHi&cfuncjte 6eW<in,fet(>jicie Mange Handt De heer SCHOKÏvING (C.-H.) be spreekt het manifest der Clu\-Histo rische partij, bij de laatsto verkie zingen. Spr. wijst op die gedeelten uit het C.-H. program, waarin er op ge wezen wordt d'ab arbitrage en andere vredelievende middelen verre de voor keur verdienen hoven de middelen van oorlog. Spr. meent dat degenen die van volkssouvei'cinit-eib spreken, minder waardieering hebben voor liet volk dan endereu die graae- het volk voorlich ten zooals het moet. Er is, zegt spr. de gedachte gegeven, dat zij die vóór do Vlootwet zijn, niet tegen den oorlog zijn. Die voorstelling wil spreker nog eens afwijzen. Sehoone schijn is het, wanneer men meent dat afwijzing van do vicotwet den wereld geest verandert, zooals de heer Al- barda meent, Oorzaak en gevolg keert die oppositie om. Heel eenvoudig ie 't niet, niet zóó eenvoudig alsof de wereldgeest be paald wordt doov afstemmen van de Vlootwet. De wereldgeest wordt door gansch andere factoren bepaald. Do behandeling van de vlootwet nu, wordt niet zakelijker wanneer door links het bcginselsverschil wordt naai' voren gebracht. Den heer v. R.ave- steijn bestrijdt 9pr. in zijn -opmerkin gen over het Protestantisme, over dc beide Ch-r. Prot. partijen, waarvan hij zeide dat zij vóór den oorlog zouden zijn. De heer Van Ravesteijn ver gist zich deerlijkde geschiedenis mag rdet, eenzijdig worden nagegaan. Laat hij de„Archieven" maar nagaan,waar uit blijkt, d-at onze z.g. „Oorlogshel den" hun leven hebben veil gehad voor geestelijke goederen. Wij tarten, zegt spr. elk onderzoek hier. De heer v. Ravesteijn meent bij rechts minacht ing voor de mensehen te vin den. De heei- v. Ravesteijn zegt spr. weet beter. Wij zijn van mee- ning dat het gebod„Gij zult, niet dooden" dc enkelen, noch de Volke ren, niet is overbodig geworden. Ook wanneer het leven van een volk in gevaar is. Wij kunnen dat, gebod niet uitschakelen. Spr. wijst op wat do „Action Erancaïsö" dezer .dagen sohreef. Spr. w i 1 niet laatdunkend ever het Vredespaleis spreken, maar aneb het gebouw alleen komen wij er niet. Spr. zegt te moeten afwijken van wat mevrouw Bronsveldv. Asinga heeft gezegd. Wanneer het spr. was gebleken dat het do regeering 9m oorlog, om versterking van den mili- baric-tiöchen stand te doen was, dan zouden spr. en de zijnen tegenstem men. Spr. heeft- in dit opzicht het volle vei'trouwen in de regeering. Het is om vrede te doen 1 W-ant om oorlog te voeren' is ónze ec-lieepsmacM toch to onbeduidend, gelijk de heeren Dvessei- fciirj! u Hiügenho-ltz -overduidelijk aangetoond hebben. Wordt de oor-log gesterkt door dit ontwerp 1 Ieder weet toch,- dat Ne- 1 de Wand- geen- oorlog w i 1. Daarvan zijn toch' vele bewijzen voorhanden. Het is niet onschuldig die voorstel ling te wekken, omdat er daardoor schade wordt gedaan aan den roep dien ons volk in de wereld liec-ft. In Indié kan met een landleger met worden volstaan.Het blijft van belang steecis te herinneren aan wat ons le ger heeft gedaan voor onze neutrali teit in den oorlog. Ileefb de heer Hugenholtz ook niet gezegd, dat hij. voorzich zelfsprekende bij nieu we mobilisatie weer de credieten zou goedkeuren. Dat teekenb to oh wel de eenheid in ons volk in tijden van gevaren. Niet steeds uitstellen, maar wan neer het blijkt dat steeds te lang is uitgesteld dan komt het er op aan den zedelijken moed te hebben, voor stellen te doen, de uitgaven te votee- ren. Omdat wij vooruit zien moeben. Spr. wijst op net leerboek van Prof. de Louter over het stellig vol kenrecht. op de gedeelten daarvan e over neutraliteit handelen. Spr. meent dat er dingen zijn, die niet behoeven voorgeschreven te wor den daaronder is ook de plicht der neutraliteit, die ligt in den aard der zaak. Wanneer zich mocht voltrekken wat de heer Troelstra opmerkte, dat ilijde regeering mede wil aanvaarden, dan kan ook hij voor dien pliont niet uit den weg gaan, gelijk Duitsoh- land en Zweden dat niet hebben ge daan. Spr. meent dat links de zaak meer kwaad dan góed doet wanneer zij te genstellingen schept tusschen het handhaven va.n de neutraliteitspliiht en de volkenbondsgedachbe. De vraag is van beteekenis, hoe de Volkenbond zich in 't algemeen zal ontwikkelen, de meerlingen zijn zeer verschillend. De kleine volkeren de afgeloo- pen vergadering van den Volkenbond heeft liet bewezen zijn van groote beteekenis. De kleine volken moeten zic-h rekenschap geven van hun recht op bestaan, om hun taak te kunnen vervullen. Waar ligt meer huldiging van heb recht, bij degenen die buigen willon voor de macht- der groote volken, dan hij hen die liet recht der kleine volken willen verdedigen. Spr. meent dab de lieer van Schaick goed deed, toen hij opmerkte dat er nog zoo iets is als bekwaamheid, naast het getal. Maar er is nog één factor. De factor van weer en win den. Een is er die leidt Weer en wind, gelijk onze geschiedenis het leert, dat menschelijke berekeningen faalden. Dat kan alleen geschieden, wan neer wij niet- ten o'orlog willen gaan. De kleine staten hebben een roeping tegen het imperialisme. De kleine sta ten moeten zich zelve zijn, zij zijn niet aan 't noodlot overgelaten, ge lijk de heer Marchaut zegt. En heeft men niet gezegd: „Omdat wij niet alles doen, moeten wij maar niets doen". De Vrijheidsbond zegt ook dat de vlootwet niet genoeg doet. Dan moet men méér willen, of men moet maar berecht komen .bij de genen, die inderdaad niets willen. Wannéér er \a.ininderd is, bij de aanvankelijke voorstellen van de eerste commissie-1912, dan is dit toch oen tegemoetkoming aan wat links heeft aan te merken. Spr. ziet 'ook wel schaduwzijden, b.v. clie van den heer Van Schaick. Spr. meent dat die bezwaren niet zoo zwaar wegen, als de heer Van Schaick het voorstelt. Voorts volgt spr. hier gaarne den heer Van Vuuren. Wanneer de regeering thans, in een tijd hls de onze, het ontwerp voor legt, dan steunt de Clir. Ilist. fractie haar daarmede gaafine, aldus eindigt de heer Schokking. De VOORZITTER sluit de verga dering- te kwart over zessen, na te hebben medegedeeld, dat de eerst volgende spreker is do heer Rutgers. Rubriek voor Vragen. VRAAG: Hoe kan mén suiker liet beste bewarend In een baal wordt de massa vochtig. ANTWOORD: Suiker wordt door gaans in halen verpakt, Als 't voch tig wordt, moeb ge het in glazen of steenen potten of in bussen doen die goed afgesloten moeten worden. Als ge dit wat lastig vindt probeer dan nog eens door in de kast of an dere bergplaats der suiker wat onge- blusclite kalle te leggen. VRAAG: Hoe moet men een rib fluweelen japon wasschen? ANTWOORD: Als de kleur der ja pon donker is in houtzeep, anders in ammoniak zeep. Het groote vraagstuk voor den emi-' grant is begrijpelijkerwijze hoe hij te werk moet gaan om zoo gauw moge lijk een werkkring te vinden. Wel is Waar verbiedt een der Amerikaansche immigratiewetten het landen onder contract van arbeid zoodat men niet, vóór Holland1 ie verlaten, werk in do Voreenigdo Staten aan kan nemen, maar gelukkig is het a?m den slag gaan in Amerika een veel eenvoudiger kwestie dan hel lijkt. Nu spréék ik speciaal voor den ion- gen man, den ongehuwde. Deze kan van den trein stappen en binnen da-ie uur oen werk hebben als hij het vol gende in- acht wil nemen. Gaat niet naar Amerika in het najaar 01 in den winter, maar in Mei, tenminste als ge naar het Westen of Zuid-Westen .gaat. Met het Westen bedoel ik Cali- fornie, niet Oregon of Washington; •met liet Zuid-Westen Arizona. De Staten vorder Noord- of Oostwaarts gelegen hebben een langoren winter en dientengevolge een laten oogst. Maar in Californië en Arizona begint men in April met hot snijden van do eerste der vier of vijf luzerne oogsten en in Mei is dit. werk in vollen gang en duurt zonder ophouden tot Septem ber. Daarenboven begint in Juni, soms vroeg, soms laat in de maand, afhangend van een warm of minder warm voorjaar, do gerst- en tarwe oogst en is bovendien het plukken van abrikozen op heb hoogtepunt, het- welk op zijn beurt weer wordt ge volgd door do perziken. De hooi- en graanoogst is 't vroegst. Soms rasp. in Maart en Mie, in de Imperial Val ley, die voor een groot gedeelte, in sómmige plaatsen zelfs 14ö> voet onder den zeespiegel ligt en door bergen is omringd. Déze kom, zoo groot dat. half Nederland er in kan, vangt dus spe ciaal vee! zonnehitte en ligt tevens goed beschut legen Oosten en Noorden wind. Maar hier is het wel wat heel warm voor den Hollander die nog niet. geacriimatiseerd is, en deze doet be ter mot zich 1o beperken tot de Snn .loaquin Valley, de grootste van Cali fornië met een lengsie en breedte van ongeveer 400 bij bX) Kilometer. Niet dit het hier koel ie. want ItO graden in de schaduw is geen uitzondering gedurende den zomer. Maar de hitto 1$ droog en best .tc verdragen. Ik lieb. er nooit gehoord van ziekte door de warmte of van zonnesteek en vele hon derden Hollanders hebben er zich ge vestigd. Oregon on Washington zijn natuurlijk veel koeler, maar daar heeft men jaarlijks een ellendig lange periode van regen te doorstaan. Aangenomen nu dat ge geen fami lie hebt met wien ge u wilt vestigen en dat ge dadelijk aan den slag wilt onder Amerikanen in Californié, 'dan rijdt ge kalm tot uw spoorkaartje ten 'ernde is. Of gehet neemt in Holland tegelijk met uw boatticket of dab ge het koopt in New-York, een eindpunt zit er aan en het maakt weinig ver schil of dat eindpunt San Francisco, Los Angelos, Fresno, Madera of Cor coran heet. Werk is er overal in den zomer, alleen de methode van vork- vinden is 111 de gro-ote plaatsen eenigs- zins anders dan dae in de kleine. Voor mijzelf prefereer ik de dorpen, omda.t men daar direct onderhandelt met eventueele werkgevers, terwijl men in de groote en kleinere sleden vrijwel altijd een arbeidsbureau in den arm moet nemen en dikwijls zijn toekom- stigen baas niet ziet tot men op de plaats van bestemming is aangeko men. Wel zal het arbeidsbureau u de hoedanigheid cn de tijdlengte van, zpowel als het loon vóór de 'door u to verrichten arbeid mededeelen, maar do persoonlijkheid van uw baas, het feit of hij u al dan niet een kamertje en bed verschaft en meer dergelijke dingen kunt ge natuurlijk alleen be- oorrkelen en te weten komen als ge zelf even met den man spreekt. Bij sommigen moet go uw eigen dekens medebrengen, andoren verschaffen beddegoed. Krijgt ge een vaste positie ergo liet jaar rond, <lan kunt ge na tuurlijk relt enen op ee.n fatsoenlijke slaapplaats, een kamertje in huis of in het z.g. „bunkhouse", het huis voor do werklui. Komt ge echter alleen om bij den oogst te helpen, dan zult ge, indien het bunkhouso vol is, uw ledikant 111 cen schuur of buiten moe ten plaatsen, wat dikwijls_ aangena mer en frisseher is dan binnenshuis. In allen gevalle zou ik u ra-den dekens mede te nomen, wollen dekens, die 111 Amerika schromelijk duur zijn, ten minste als ge er voor mo-et betalen in guldens, dadelijk na uw nankomsi. oer cen ledikant zorgt u\y baas wel. Arbeidswetten zijn streng in Califor nië en in alle geschillen uw arbeid betreffend kunt ge u wenden tot den State-Laborcommissioner en een rechtvaardige uitspraak verwachten. Do Hollander die niet gewiekst' ge noeg is om een Employment-Office te vinden en zich een baantje te -koopen, kan zich 'b.v. wend-en tot don Hol- landschen Consul om hulp -in deze. Maak u echter niet zenuwachtig en neem kalm cen kamer in een eenvou dig hotel. Dit zal u niet meer dan 1. of 1.50 dollar kosten per nacht. Wan del op uw gemak rand en verken de slad eens. Schrijf -hot adres van uw hotel op. De agenten zullen u den weg wel wijzen. Ze zijn veel beleefder eu behulpzamer dan in Holland, over het algemeen. Laat u naar de Employ ment Offices verwijzen, Do voornaam ste zijn alle bij elkaar in dezelfde siraat, tenminste in San Francisco en in Los Angelos. In 'deze arbeidsbu reaus kunt ge vrij in en uitloopen en ue eigenaar of een der bedienden zal u te woord staan. Zij gaan dagelijks om met zooveel verschillende nationa liteiten clat ze vrijwel alles verstaan of tenminste begrijpen, De staat Ca lifornië heeft ook haar eigen Empioy- raent-kantoren. -Hier kunt ge koste loos terecht. Ze vertollen u precies waar 1o gaan en hoe, en als ge de deur uitgaat, hebt go uw baantje in den zak en kan niemand anders het krijgen binnen een zekeren tijd. Maar zooals gezegd, do kleinere plaatsen zijn te prefcreeren, Alles wat ge te doen hebt is „overalls" aan 'te trekken en langs de trottoirs te slen teren of te staan kijken. Ook kan heel dikwijls de barbier u helpen omdat hij zooveel werkgevers onder het mes krijgt die terloops opmerken dat ze een of meier man noodiig hebben. De barbier, die onveranderlijk ook tabak en sigaren verkoopt en er biljnrd- tafels op nahoudt, maakt zich' dus den tusschenpersoon voor haas en arbei der en verwacht wederkeerig de gunst, van beiden. Maar heel dikwijls ook wordt ge op straat aangesproken, tenminste als ge er uitziet als een werkman met vacant'ie. Schoons over alls cn uw aanwezigheid op(Ie trot toirs gedurende da werkuren stempe len u als zoodanig. De overalls zijn cca .donkorblauwc .wcfkbrpek vu 11 sterke stof met frwee zij- en twee heup- zakken. Ook zijn er met een vierkant stuk dat over do borst opkomt tot een handbreedte onder 'de kin. Dit vierkante stuk dat een zakje voor hor loge en potlood heeft is van hoven linies en rechts voorzien van ringetjes waarin do haken van de bretels die do geheele geschiedenis ophouden, wor den bevestigd. Het is vooral in dit warme land een comfortabel kleediug- stuk. De landbouwer draagt er gewoon lijk geen; andere broek onder, zelfs dikwijls geen onderkleeren en dus hangt alles van do schouders, wat veel koeler is dan een pantalon, die om het middel sluit. Het aannemen van werk is een kwestie van enkele minu ten en wederzïjdsch vertrouwen is de grondslag van de overeenkomst. Ge tuigschriften zijn onbekend. 'Beloften om to blijven tot do oogst 'ten einde is, vraagt de werkgever niet en uwe persoonlijke aangelegenheden hebben geen belang voor hem. Zijn eenige vraag is of ge wilt werken en van uwe zijde, antwoordt ge met een vraag naar het soort werk. Ge moot niet to eerlijk zijn en werk dat ge niet, of niet goed ku<nt doen, dadelijk van de hand wijzen. Zeg ronduit, clat ge er niet zoo heel ervaren in zijt, als dat het geval is, maar 'dat ge het wel wilt probeeren, en go zult negen van do tien maal toch worden aangenomen en het loon zal er niet minder o.m zijn, Stélt ge belang in den ge-offreerden ar beid, dan vraagt ge'wat hij betaalt en hij zegt u het dagloon. Tenzij het vast werk betreft, hetgeen altijd per maand wordt verrekend, wordt alle ranch- arbeid bij 'den dag betaald en kunt ge vrijwel te allen tijde cl uw geld of een gedeelte ervan opvragen. Dagloon in den hooi- en -graanoogst varieert natuurlijk naar gelang van het groo- ter of kleiner tekort aan arbeidskrach ten Ook hangt het voel af van het soort werk dat men doel- Het laagste loon dat ik ooit meemaakte was 1 dol lar per dag en voeding, maar toen waren de tijden slecht. Sindsdien heeft het gc-ioöpén van 2.— tot 3.50 dollar voor gewoon werk waar geen speciale ervaring voor noodig is. De kleine, ai- gëlëgén valleien „en hooivelden in Ne vada en*het Noorden van Californië fectulcn iels meer prudat hun lig; niet zoo gunstig is en de arbeiders door 'middel van dit extra loon van de groote valleien weg moeten woi'den gelokt. Specialiteiten verdienen na tuurlijk meer dan zij clie geen bepaal de ervaring voor hun werk behoeven. Zoo zijn er in den hooi-oogst de' „stackers'' die onder den blooxen he mel de groote hooibergen bouwen, welke liefst zóó moeten zijn, dat ze naar boven breeder worden en toch niet omvallen of verzakken. Om zulk een hooiberg van een meter of tien hoogte goed te bouwen en mooi van 'orm te maken, zoodat het regenwa-, er in den winter er niet indringt, moet men routine hebben. 'En routine wordt steeds goed betaald in Amerika. Met maaimachines, tweepaardsharken enz. kan een kind na een uur van stu die al omgaan en hiervoor wordt dan ook ongeveer hetzelfde betaald als voor het gewone werk met den kooi- 'ork. In den graanoogst zijn voel meer experts. Daar is b.v de „separator- mail", de man die zorgt dat de dorsch-1 machine zijn werk behoorlijk verricht; dat het graan.heel en zonder kaf iu zakken komt-»en dat gedurende de bë: werking geen -graan verloren gaat. Hij verdient van 15 tot 20 dollar per dag. Zij die zakken dichtnaaien 5 dollar. Dc „tractorman" 6 dollar enz. Aan tafel zult ge niet tekort komen, want ranchers, vooral zij .die vele krachten huren, zijn trotsch op hun reputatie van „good feeders" te zijn en dit zijn dan ook de ranches die niet spoedig werkvolk tekort komen, zelfs wanneer krachten schaars zijn. De Hollandsche hoer met een eigen bedrijf in Amerika zou 111 zijn eigen belang wel doen met op dat punt aan den Amerikaan een voorbeeld te ne men. Nu nog oen goede raad. Jaag de hoóge loonen niet 11a. Drie of vier dol lars per dag voor landarbeid mag aanlokkelijk schijnen maar die prij zen worden alleen betaald voer sei zoenwerk, niet list lieele jaar 1'ond. En wat op den duur betaalt is alleen een vaste positie. Werk een oogst inee cn raak ©enigszins beleend met de gewoonten en do taal. Maar houdt in- tussehen de oogen open voor een jaar- rond baantje. En als ge ervan hoort of liet wordt u aangeboden, neem het tn houd liet vast al is liet loon mo menteel minder dan was de dagar beider maakt. Aan het eind van het jaar zijt ge stellig beter af. Breng van de 40 tot 60 dollar die ge iede re maand boven kost en huisvesting krijgt, al het mogelijke naar do Bank. De bankier zal blij zijn u persoonlijk ie ontmoeten en hij stolt belang in uw welvaart. Go kunt geen beteren vriend hebben dan een dhéque-book, vooral in Amerika en dan* zal na een jaar of wat, van gestadig werk 'de groote dag komen dat ge voor u-zelf een plaats lvuurb'of op termijnen koopt en uw opgedane ervaring kunt beproeven zoowel als uw eigen oordeel. Begin op kleine schaal, maar degelijk. Neem niet meer land dan ge zelf kunt bewerken. Huur geen hulp want uw eerste werkman neemt al uw winst. Oordeel voorzichtigen laat u niet overmoedig maken door succes. Laat; uw energie niet verslappen omdat ge u reeds op den weg naar rijkdom \vaant. Menig man kraait veel t-e vroeg victorie. Koop een nieuwe ploeg als uw buurman met een nieuwe auto thuis komt. De kansen zijn d-at hij over een paar jaar bij u als arbeider dienst neemt. De derde cn laatsto stap is het koopen van een eigen plaats. De voorvvaarden waarop ge land kunt koopen zijn in Amerika zoo onvergelij kelijk veel gemakkelijker dan in Hol land en de termijnen waarop ge kunt afbetalen zóó redelijk dat aan het eventueel absolute bezit van een farm geen noemens.waardige hinderpaal in den weg staat. Het meest ideale is weldatmen voor zichzelf beginne zonder schuld cn met een reserve-sommetje, maar de meesten hebben daa-r natuurlijk geen geduld voor en laten zich overhalen door de gemakkelijke betalingsvoor waarden van landagenten en Me bei reichvilligheid der banken om een veel belovend man geld te leenen. Ik eindig met té zeggen dat hij, die pessimistisch gezind is jegens hei idee van naar Amerika te emig-reeren, of liet land niet kent, of zijn eigen erva ringen ter, onrechte wijt a-an de daar heerschendo omstandigheden en dén moed niet iies'ft tc bekennen, dat hij zelf z'n kansen heeft verknoeid en na liet profijt te trekken van de vele voordeel en die Amerika den werkman aanbied^ H, G. D.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 6