INGEZONDEN MEDED EEL1NCEN
k 60 Cts. per regel.
LIFEBUOY
J heeft, de Vrouwen in
Arnerita' geleerd hoc
zij hare schoonheid
kunnen behouden
Zuivere, ongebleekte I
roode palmolie geeft J
LlFÈÖUOy de
ROODE kleur
e vEfvs^ze e c .T
fabrikanten van La enTwink^
De heer DE BOER (Plattelandspar*
tij) verklaart zich tegen de Vlootwet
hij vreest voor inzinking: van landbouw,
nijverheid en handel. Het ontwerp-
Vlootwet acjjt spr. in tegenspraak met
de millioenennota,
(Heel weinig, leden luisteren naar den
heer De Boer, zoodat de spr. vrijwel
onverstaanbaar is.)
Spr. meent dat de Tcgeering Boor
naieve gedachten wordt geleid. Zal de
vooruitgang van techniek 'niet heel
weinig doen overblijven van het vloot-
plan? vraagt-de spreker.
Spr. gelooft aan uitgroei van de
menschelijke moreel. „Men moet zich
ten oorlog voorbereiden, wil men den
vrede" deïe leuze, meent spr., is een
leugen. Voor 1914 nvas zij dankbaar ge
bruikte munt, maar zij is een valsche
munt.
Spr. gelooft dat liefde de plicht is
van Christenen, dus ook van deze
Christelijke regecring. Wat moet er ge
dacht worden onder de heidenen? Hei
lige cischen zijn aan- de menschheid
gesteld, die moeten wij volgen. Er' moet
cen einde komen aan den oorlog! Dus
gestemd moet worden tegen den oorlog.
Voormannen der kerk, achten 'het noo
dig-, dat deze vragen niet meer alleen
in de studèeitlcamcr worden -behandeld.
Spr. wijst op het congres van den we
reldbond der kerken.
De heer KUIPER (R.-K.)" zegt niet
to staan op het standpunt„Geen man
en geen cent". Spr. meent dat de re
geering in J01S heeft gezegd, dat een
klein land wel eens voor kan gaan op
den weg naar ontwapening.
(De heer Kuiper is bijna onverstaan
baar!)
Uit dit ontwerp-Vlootwet spreekt niet
'de geest van ontwapening. Als het waar
was, dat wij zonder vloot niet kunnen
voor Indië, dan waren wij Indië al
lang kwijt.
De hce'ren HUGENHOLTZ en
DUYS Zeer juist!
De heer KUIPER; Wij kunnen Indië
niet veilig stellen door militaire macht.
Dat wij Indië behouden hebben, ligt
33n cultureele waarden die -wij in het
Gosten hoog houden.- In het Oosten
hebben wij nu eenmaal een hooge cul
tureele positie.
In hetgeen spr.. zegt komt wellicht
een zeker gevoelselement tot uiting.
De heer KLEEREKOPER Dat pleit
Voor u.
De heer KUIPERWij mogen aan
dc goede aspiraties van het volk niet
het zwijgen opleggen.
De heer DUYS Zeer juistl
De heer KUIPER Het geweld fana
tisme bloeit weer, en daaraan geeft de
Vlootwet voedsel.
Spr. meent, dat het wetsontwerp op
een allerongelukkigst tijdstip in be
handeling komt.
Spr. is zich bewust, dat bezuinigin-
zij in het gevoel gegrond
richt in dit opzicht verwij-
'gen noodzakelijk tot diepingrijpen
moeten brengen en spr. wi: zich daar
bij van demagogie verre houden.
Maar met dit pessimistische uitzicht,
mogen wij geen geld geven, om de
thans gebruikelijke defensie-uitgaven
tc-behouden. Twaalf jaar vastleggen
acht spr. absoluut verkeerd met het
uitzicht op de financieele uitzichten.
Spr. wil elk jaar zijn keuze doen over
de verdeeling der Staatsgelden. Spr.
kiest niet voor vlootbouw, tegenover
schade aan cultureele en zedelijke
volkskracht. Daarom verklaart spr.
zichvoorshands tegen de Vlootwet.
Wie geeft spr, do overtuiging, dat
na den eersten bouw van zes jaar,
niet de tweede helft zal o,p stapel ge-
zot worden?
Spr. ziet sukkelen liever op defensie
gebied, dan op sociaal terrein
Spr. hoeft zijn oordeel nog niet vast
gesteld, maar op de hoofdpunten van
zijn. bezwaren, zal de regeering tege
moetkomend zich betoonen moeten, wil
de spr, medegaan.
De heer TROELSTRA (S.D.) komt
er tegen op, dat er in deze dagen
smalond over het gevoelsleven wordt
gespreken. Spy. méént dat weten
schappelijke woorden dan eerst zullen
slr.g.u, als zi'
zijn-
ten t*,fc rechts.
Voor het .politieke leven is het ge
voel ook de motor. Wat klinkt de
rede des heeren Nolens dor en droog
tegen de massale gevoelsuiting van
het Nederlandsche volk tegen de Vloot"
wet.
En hoe juist heeft de heer Kuiper
het pessimistische economische uit
zicht geteckend. Hoe dikwijls is aan
regceringszijde tegen sociale voorzie
ningen niet gezegd om de geldvraag:
„Het kan nietThans zeggen w ij
„het i n niet".
Spr. meent dat er geen geld mag
w-orden uitgegeven. Ook tot. handha
ving van neutraliteit. Spr. komt dan
nog eens uitvoerig terug op de samen
trekking van het Duitsche leger aan
onze Oostgrens. Spr. zal als gevolg
van overdenkingen toen bij spr. op
gekomen, nimmer meer stemmen vóór
de gelden voor een mobilisatie
En dan de indruk in het buitenland,
waarover de heer Nolens sprak, Geldt
die indruk van ons serieus te kunnen
verdedigen, ook niet bij het volk. Dat-
is de noodlottige illusie, die door het
militarisme op een koopje, moet wor
den gewekt. Dat is volksbedrog
Spr. geeft den heer Nolens z",n
theoretische redeneeringen cadeau
Dat wij oorlogsgevaar kunnen afwe
ren met oDze vloot, dat is een praatje
voor de vaak. Het volle wil zijn geld
besteden aan zaken, die het brood-
noodig heeft.
Het antwoord der regecring over
het vastleggen op de vragen der heeren
Van Schaick en Kuiper kan niet be
vredigend zijn, meent spr.
Dan houdt spr. allereerst enkele in-
ternationaal-politieke beschouwingen.
Met het aannemen van de Vlootwet
is de regeering van de zaak niet af.
Agitaties zullen niet uitblijven, omdat
elke bewapening in het Oosten rea-
geeren moet rondom do Pacific.
Spr. gaat uit een brochuro de sa-
lenstelling van de vloot .van Indië
na tijdens den oorlog.
De heer HUGENHOLTZZou het
niet goed zijn, als do minister van ma
rine luisterde? (De heer Westerveld
is in gesprek met den heer Schokking).
De héér TROELSTRAEr blijkt uit
de brochure wel hoe slecht de toestand
der vloot toen was. En met die vloot
is 't toch gegaan in den oorlog: do
neutraliteit is niet gesehonden.
Spr. kondigt aan dat hij hij de
Staatsbegrooting nader-en in het bij
zonder over den Volkenbond met de
regeering wil discussieeren.
Spr. vergelijkt de Katholieke pro
grams van 1018 en 1922 met elkaar,
waarin oen opvallend verschil te con-
sLaleeiren valt. De passus van ontwa
pening is in het eerste opgenomen
onder „Defensie"' in het tweede pro
gram onder „Buitenlandsche Zaken".
Het klinkt aldus de heer Troclstra
zoo prachtig, als men zegt de ont
wapening moet internationaal ge
schieden. Maar dat geeft elke regee
ring het recht tot bewapenen. Dan
wördt de ontwapeningsleus illusoir ten
volle. De ontv
de, dank zij c
nigingspolitiek. Dat moet groeien. En
daarom is de vlootwet anti nationaal.
Men vergeet wel eens, dat de at
moapheer in de Kamer niet altijd is
de atmospheee in het volk. Dat moet
zich eens wreken, als de regeering niet
volgt het ethische streven van het
volk. Wij hebben de zaken van de
groote massa te behandelen zooals zij
dat wil.
Dc regeering discrediteert het parle
mentaire stelsel. Van 't gevaar' daar
voor kan 't goede gedeelte uit de R.K.
partij ons redden, de sociaal-vooruit
strevende groep. De regoering speelt
hoog spel met de gevoelens in het Ka
tholieke volk.
Daarbijde eenheid onder de ka
tholieken is zoek
De regecring speelt boog apel
Waarom geen' uitstel, waarom ver-
hooging van schuldenlast, waarom de
eigen bezuinigingspolitiek gesabo
teerd? Hebben wij hier te doen met
een wanhoopsdaad? fff me; een daad
van krachtsbetoon als van cen kracht
patser, die hier een fascistisch regee-
ringsbeleid wil vestigen? Ik zoek
zege spr. naar argumenten.
Dergelijke raadselen hebben zich hij
militaire wetten altijd voorgedaau.
Spr. herinnert aan minister Eland,
aan de kustverdedigingswet.
De heer DÜlóS (lachend). Ja!.!
De heer TROELSTRA citeert dc
rede van den heer de Beaufort bij de
behandeling der laatstgenoemde wet
een man met een Iijne neus, zeg!,,
spr. een web, tlio ook in vergetel
heid Was geraakt, toen zij plotseling
weer ter sprake kwam.
Er schijnen krachten Luiten of bo
ven do regeering!
Welke zijn cua geheime machten.
Zijn zi.j van politieke of economische
niachtl Hebben de officieren de,r ma
rine de l-'rotéscautsche partij-en Weten
,de overmachtigen voor hun eigen
stand, denkende dat nu alles kan. Heb
ben wij to doen mot vrienden van den
heer Colïjn, die do motor- van deze
plannen met bun benzine stoken.
Spr. weet geen antwoord.
Maar zijn zulke machten er niet,
dan toont z'ij gemis.aan politiek besef,
aan samenhang met het volk.
Wat vraagt spr. dan zullen de
gc\olgen zijn van verwerping van do
vlootwet? Hij verwijst naar de rede
van den heer Merchant.
Er wordt gesproken van nieuwe
verkiezingen, na -onLbindiug der Ka
mer. Maar er is hier geen verschil fcus-
schen de Kamer en do kiezers, maar
tussohen de regeering en de kiezers!
Wil de regeering aftreden, dan
wachten wij dat met de meeste ge
rustheid af- wij hebben geen advies to
geven zegt spr. Wij zullen onze
propaganda voeren.
Spr. meent dat men zich gaat wre
ken, dat men de kiezers op een z-ijde-
lingsch program heeft vereenigd, Maar
nog eens dat moet do regeering
zelvo weten,
Men heeft de stoute kindertjes in de
coalitie altijd gedreigd met terecht
komen bij Troelstra zeg? .spr.
welke die tegenstelling niet begrijpen
kan. Van welk beginsel is de heer
Ruijs toch de belichaming'? Wij heb
ben den heer Ruvs gezien hier in al
lerlei evoluties, b.v. bij de grondwets
herziening, waarbij hij de radicale ge
dachten van 1918 losliet.
De heer Ruijs is gekomen in de mi
litaristische gdachten van het Pro
testantse he rechtsche deel. Spreekt
men over den heer Ruijs. dan moet
men eerst vragen: „Welke Ruijs".
Voorts wijst spr. op den acht-uren-
dag.
De VOORZITTER wijst er den heer
Troelstra op, dat wij met de Vlootwet
bezig zijn.
Do lieer TROELSTRA meent dat de
Kamer al heel veel over de Vlootwet
heeft gehoord.
De VOORZITTER: „Ik zou er gaax-
ne mec-1' van hooren. Mijn bedoeling is
slechts, dat u niet te ver afdwaalt.
Do heer TROELSTRA. De heer Ruijs
heeft zich aanvankelijk eon vriend der
ambtenaren getoond. En thans'?
Wat is Ruijs? Ik weet :t niet zegt
spreker.
Dan de tegenstelling Ruijs-Troel-
stra, waarvan de heer Ma,reliant sprak
Het conflict waarin wij ons thans be
vinden, -gaat over de bezuinigingspo
litiek in verband met het bewape
ningsvraagstuk. Spr. heef.t in dat ver
band le doen met zijn partij met de.'
beweging die spr. vertegenwoordigt
Bij verwerping van de Vlootwet zal
de S. D. A. P. de verantwoordelijk
heid voor die verwerping aanvaarden.
Al haiigt die verwerping zeer in de
lucht. De S. D. A. P. gaat niet uit den
weg voor haar verantwoordelijkheid.
De actie zegt spr. met liet pe
titionnement is niet opgezet uit par-
tij-nolit'ieke overwegingen.
Spr. ziet bij de vlootwet weer, dat
mannen die tegen die „wet zijn toch
om liet ministerie vóór stemmen.
Ieder moet weten wat iliii doet! Spr.
wil niet als rechter over zijn medele
den optreden.
Toch wil spr. 2eggen, dat liet aan
nemen van do Vlootwet het sein zal
zijn tot. een krachtige actie, tot agita-
üe!
De lieer FRUIJTIER (R.-K.) sluit
zich aan bij den lieer v. Schaick. Spr.
is niet gerust dat de vastlegging lot in
kleine onderdóelen, goed kan samen
gaan met het financieele plan.
Spr. wil hespreken de financieele
lasten, aan de vlootwet verbonden,
waarbij spr. zeer kort wil zijn. Spr. is
niet geheel gerust, vooral met het oog
op 'de vlootwet. Spr. meent, dat do
vioot nimmer als één geheel zal wor
den gezien, omdat in 1929 reeds een
onderzeeboot uit het verband zal zijn
verdwenen.
Spr. oefent geen critiek op het aan
nemen van het vlootplan. Spr. meent
toch dat de financieele opzet niet ge
heel voldoende is. Wat spr. in détails
tracht aan te toonen.
Spr. meent dat de Kamer do finan
cieele gevolgen van de vlöotwet niet
kan overzien. Spr. is het oeus mot den
heer van Schaick en niet met den heer
van Vuuren, Over de bedrijfskosten
van de vloot blijft de Kamer haar oor-"
deel voorbehouden.
Spr. acht het onbillijk clat wij Indië
voor de helft laten medebetalen in on
ze luist'-":--1 bulging.
De heer DECKERS (R.-K.) meent
dal; op en-ze maritieme -verdediging een
stolsellooze verwarring lieersclile, die
niet mag worden voortgezet. Wordt
de Vlootwet aangenomen, dan wordt
één stelsel gekozen. Eén plan moet
men kiezen, ook al is er onder deskun
digen de gebruikelijke verdeeldheid.
Orde moet gebracht worden, waar
die thans niet is, en toch onontbeer
lijk.
Spr. meent dab er in de Vlootwet
nog wel eenige verbeteringen zijn aan
te brengen. Daar is b.v. de personeels-
vraag. Spr. wil de nieuwe maritieme
organisatie benutten voor een belang
rijke nieuwe bezuiniging. De eerste
stap is gedaan in splitsing tussohen
Nederland en Indië wat het materiaal
betreft, ide tweede stap moet zijn
scheiding' tussohen het personeel 'in
Nederland en Indië. Hei beroepsper-
sonoel moet zoo klein mogelijk worden.
Do eerste stap is gedaan, in de vloot
wet. de tweede sohijnt tot aarzelen
aanleiding te geven.
Sj>r, werkt in détails zijn ziens
wijze uit.
Niet onmiddellijk kunnen twee per-
soncelsoi'gauisaties in heb leven geroe
pen worden, maar wel kan thans die
weg worden ingeslagen. Ook bij do
marine is eenvoud noodzakelijk.
Mevr. BRONSVELD-VITRINGA zou
zich niet verantwoord achten mede te
werken aan een daad, die het ideaal
van algemeena ontwapening steeds
verder weg brengt.
Vrees voor economisolia -ontredde
ring, mao- geen reden zijn om het
ideaal uit het oos te verliezen I Het
ideaal van Paus Benedictus XV van
Augustus 1917.
Is onze regoering vervuld met de
sedaohte de defensie tot liet lioognoo-
dige te beperken. Met dit ontwerp
had moeten samengaan een radicale
reorganisatie van leger en 'vioot.
Overal is nog een teveel.
Als de regeering meende dat een
'vlootwet noodig was. dan had zij di
rect moeten ingrijpen op leger en
vloot.
Spr. acht zich niet verantwoord
voor te 3temmen nu zij niet zeker Ss,
dat de regeering niet den oorlog wil
maar den vrede. De regecring heeft
geen bewijs gegeven dat het haar
pijnlijk is niet met ontwapening te
komen. Anders had zij bezuiniging op
dé huidige begroetingen' van Oorlog
en Vloot aangebracht.
ÏNCEZONDEN MEDEDEELINCEW a 60 Cts. per regel.
die tetón
Véi&ciltiTUj (pmen
örnjicf* vooa wiiHi&cfuncjte 6eW<in,fet(>jicie Mange Handt
De heer SCHOKÏvING (C.-H.) be
spreekt het manifest der Clu\-Histo
rische partij, bij de laatsto verkie
zingen. Spr. wijst op die gedeelten uit
het C.-H. program, waarin er op ge
wezen wordt d'ab arbitrage en andere
vredelievende middelen verre de voor
keur verdienen hoven de middelen van
oorlog.
Spr. meent dat degenen die van
volkssouvei'cinit-eib spreken, minder
waardieering hebben voor liet volk dan
endereu die graae- het volk voorlich
ten zooals het moet. Er is, zegt
spr. de gedachte gegeven, dat zij
die vóór do Vlootwet zijn, niet tegen
den oorlog zijn. Die voorstelling wil
spreker nog eens afwijzen. Sehoone
schijn is het, wanneer men meent dat
afwijzing van do vicotwet den wereld
geest verandert, zooals de heer Al-
barda meent, Oorzaak en gevolg keert
die oppositie om.
Heel eenvoudig ie 't niet, niet zóó
eenvoudig alsof de wereldgeest be
paald wordt doov afstemmen van de
Vlootwet. De wereldgeest wordt door
gansch andere factoren bepaald. Do
behandeling van de vlootwet nu,
wordt niet zakelijker wanneer door
links het bcginselsverschil wordt naai'
voren gebracht. Den heer v. R.ave-
steijn bestrijdt 9pr. in zijn -opmerkin
gen over het Protestantisme, over dc
beide Ch-r. Prot. partijen, waarvan hij
zeide dat zij vóór den oorlog zouden
zijn. De heer Van Ravesteijn ver
gist zich deerlijkde geschiedenis mag
rdet, eenzijdig worden nagegaan. Laat
hij de„Archieven" maar nagaan,waar
uit blijkt, d-at onze z.g. „Oorlogshel
den" hun leven hebben veil gehad
voor geestelijke goederen. Wij tarten,
zegt spr. elk onderzoek hier. De
heer v. Ravesteijn meent bij rechts
minacht ing voor de mensehen te vin
den. De heei- v. Ravesteijn zegt
spr. weet beter. Wij zijn van mee-
ning dat het gebod„Gij zult, niet
dooden" dc enkelen, noch de Volke
ren, niet is overbodig geworden. Ook
wanneer het leven van een volk in
gevaar is. Wij kunnen dat, gebod niet
uitschakelen. Spr. wijst op wat do
„Action Erancaïsö" dezer .dagen
sohreef. Spr. w i 1 niet laatdunkend
ever het Vredespaleis spreken, maar
aneb het gebouw alleen komen wij er
niet. Spr. zegt te moeten afwijken van
wat mevrouw Bronsveldv. Asinga
heeft gezegd. Wanneer het spr. was
gebleken dat het do regeering 9m
oorlog, om versterking van den mili-
baric-tiöchen stand te doen was, dan
zouden spr. en de zijnen tegenstem
men. Spr. heeft- in dit opzicht het
volle vei'trouwen in de regeering. Het
is om vrede te doen 1 W-ant om oorlog
te voeren' is ónze ec-lieepsmacM toch to
onbeduidend, gelijk de heeren Dvessei-
fciirj! u Hiügenho-ltz -overduidelijk
aangetoond hebben.
Wordt de oor-log gesterkt door dit
ontwerp 1 Ieder weet toch,- dat Ne-
1 de Wand- geen- oorlog w i 1. Daarvan
zijn toch' vele bewijzen voorhanden.
Het is niet onschuldig die voorstel
ling te wekken, omdat er daardoor
schade wordt gedaan aan den roep
dien ons volk in de wereld liec-ft.
In Indié kan met een landleger met
worden volstaan.Het blijft van belang
steecis te herinneren aan wat ons le
ger heeft gedaan voor onze neutrali
teit in den oorlog. Ileefb de heer
Hugenholtz ook niet gezegd, dat hij.
voorzich zelfsprekende bij nieu
we mobilisatie weer de credieten zou
goedkeuren. Dat teekenb to oh wel de
eenheid in ons volk in tijden van
gevaren.
Niet steeds uitstellen, maar wan
neer het blijkt dat steeds te lang is
uitgesteld dan komt het er op aan
den zedelijken moed te hebben, voor
stellen te doen, de uitgaven te votee-
ren. Omdat wij vooruit zien moeben.
Spr. wijst op net leerboek van
Prof. de Louter over het stellig vol
kenrecht. op de gedeelten daarvan
e over neutraliteit handelen.
Spr. meent dat er dingen zijn, die
niet behoeven voorgeschreven te wor
den daaronder is ook de plicht der
neutraliteit, die ligt in den aard der
zaak.
Wanneer zich mocht voltrekken
wat de heer Troelstra opmerkte, dat
ilijde regeering mede wil aanvaarden,
dan kan ook hij voor dien pliont niet
uit den weg gaan, gelijk Duitsoh-
land en Zweden dat niet hebben ge
daan.
Spr. meent dat links de zaak meer
kwaad dan góed doet wanneer zij te
genstellingen schept tusschen het
handhaven va.n de neutraliteitspliiht
en de volkenbondsgedachbe.
De vraag is van beteekenis, hoe de
Volkenbond zich in 't algemeen zal
ontwikkelen, de meerlingen zijn zeer
verschillend.
De kleine volkeren de afgeloo-
pen vergadering van den Volkenbond
heeft liet bewezen zijn van groote
beteekenis. De kleine volken moeten
zic-h rekenschap geven van hun recht
op bestaan, om hun taak te kunnen
vervullen.
Waar ligt meer huldiging van heb
recht, bij degenen die buigen willon
voor de macht- der groote volken, dan
hij hen die liet recht der kleine volken
willen verdedigen.
Spr. meent dab de lieer van Schaick
goed deed, toen hij opmerkte dat er
nog zoo iets is als bekwaamheid,
naast het getal. Maar er is nog één
factor. De factor van weer en win
den. Een is er die leidt Weer en
wind, gelijk onze geschiedenis het
leert, dat menschelijke berekeningen
faalden.
Dat kan alleen geschieden, wan
neer wij niet- ten o'orlog willen gaan.
De kleine staten hebben een roeping
tegen het imperialisme. De kleine sta
ten moeten zich zelve zijn, zij zijn
niet aan 't noodlot overgelaten, ge
lijk de heer Marchaut zegt.
En heeft men niet gezegd: „Omdat
wij niet alles doen, moeten wij maar
niets doen". De Vrijheidsbond zegt
ook dat de vlootwet niet genoeg doet.
Dan moet men méér willen, of men
moet maar berecht komen .bij de
genen, die inderdaad niets willen.
Wannéér er \a.ininderd is, bij de
aanvankelijke voorstellen van de
eerste commissie-1912, dan is dit toch
oen tegemoetkoming aan wat links
heeft aan te merken.
Spr. ziet 'ook wel schaduwzijden,
b.v. clie van den heer Van Schaick.
Spr. meent dat die bezwaren niet zoo
zwaar wegen, als de heer Van Schaick
het voorstelt. Voorts volgt spr. hier
gaarne den heer Van Vuuren.
Wanneer de regeering thans, in een
tijd hls de onze, het ontwerp voor
legt, dan steunt de Clir. Ilist. fractie
haar daarmede gaafine, aldus eindigt
de heer Schokking.
De VOORZITTER sluit de verga
dering- te kwart over zessen, na te
hebben medegedeeld, dat de eerst
volgende spreker is do heer Rutgers.
Rubriek voor Vragen.
VRAAG: Hoe kan mén suiker liet
beste bewarend In een baal wordt de
massa vochtig.
ANTWOORD: Suiker wordt door
gaans in halen verpakt, Als 't voch
tig wordt, moeb ge het in glazen of
steenen potten of in bussen doen die
goed afgesloten moeten worden.
Als ge dit wat lastig vindt probeer
dan nog eens door in de kast of an
dere bergplaats der suiker wat onge-
blusclite kalle te leggen.
VRAAG: Hoe moet men een rib
fluweelen japon wasschen?
ANTWOORD: Als de kleur der ja
pon donker is in houtzeep, anders in
ammoniak zeep.
Het groote vraagstuk voor den emi-'
grant is begrijpelijkerwijze hoe hij te
werk moet gaan om zoo gauw moge
lijk een werkkring te vinden. Wel is
Waar verbiedt een der Amerikaansche
immigratiewetten het landen onder
contract van arbeid zoodat men niet,
vóór Holland1 ie verlaten, werk in do
Voreenigdo Staten aan kan nemen,
maar gelukkig is het a?m den slag
gaan in Amerika een veel eenvoudiger
kwestie dan hel lijkt.
Nu spréék ik speciaal voor den ion-
gen man, den ongehuwde. Deze kan
van den trein stappen en binnen da-ie
uur oen werk hebben als hij het vol
gende in- acht wil nemen. Gaat niet
naar Amerika in het najaar 01 in den
winter, maar in Mei, tenminste als
ge naar het Westen of Zuid-Westen
.gaat. Met het Westen bedoel ik Cali-
fornie, niet Oregon of Washington;
•met liet Zuid-Westen Arizona. De
Staten vorder Noord- of Oostwaarts
gelegen hebben een langoren winter
en dientengevolge een laten oogst.
Maar in Californië en Arizona begint
men in April met hot snijden van do
eerste der vier of vijf luzerne oogsten
en in Mei is dit. werk in vollen gang
en duurt zonder ophouden tot Septem
ber. Daarenboven begint in Juni,
soms vroeg, soms laat in de maand,
afhangend van een warm of minder
warm voorjaar, do gerst- en tarwe
oogst en is bovendien het plukken
van abrikozen op heb hoogtepunt, het-
welk op zijn beurt weer wordt ge
volgd door do perziken. De hooi- en
graanoogst is 't vroegst. Soms rasp.
in Maart en Mie, in de Imperial Val
ley, die voor een groot gedeelte, in
sómmige plaatsen zelfs 14ö> voet onder
den zeespiegel ligt en door bergen is
omringd. Déze kom, zoo groot dat. half
Nederland er in kan, vangt dus spe
ciaal vee! zonnehitte en ligt tevens
goed beschut legen Oosten en Noorden
wind. Maar hier is het wel wat heel
warm voor den Hollander die nog niet.
geacriimatiseerd is, en deze doet be
ter mot zich 1o beperken tot de Snn
.loaquin Valley, de grootste van Cali
fornië met een lengsie en breedte van
ongeveer 400 bij bX) Kilometer. Niet
dit het hier koel ie. want ItO graden
in de schaduw is geen uitzondering
gedurende den zomer. Maar de hitto
1$ droog en best .tc verdragen. Ik lieb.
er nooit gehoord van ziekte door de
warmte of van zonnesteek en vele hon
derden Hollanders hebben er zich ge
vestigd. Oregon on Washington zijn
natuurlijk veel koeler, maar daar
heeft men jaarlijks een ellendig lange
periode van regen te doorstaan.
Aangenomen nu dat ge geen fami
lie hebt met wien ge u wilt vestigen
en dat ge dadelijk aan den slag wilt
onder Amerikanen in Californié, 'dan
rijdt ge kalm tot uw spoorkaartje ten
'ernde is. Of gehet neemt in Holland
tegelijk met uw boatticket of dab ge
het koopt in New-York, een eindpunt
zit er aan en het maakt weinig ver
schil of dat eindpunt San Francisco,
Los Angelos, Fresno, Madera of Cor
coran heet. Werk is er overal in den
zomer, alleen de methode van vork-
vinden is 111 de gro-ote plaatsen eenigs-
zins anders dan dae in de kleine. Voor
mijzelf prefereer ik de dorpen, omda.t
men daar direct onderhandelt met
eventueele werkgevers, terwijl men in
de groote en kleinere sleden vrijwel
altijd een arbeidsbureau in den arm
moet nemen en dikwijls zijn toekom-
stigen baas niet ziet tot men op de
plaats van bestemming is aangeko
men. Wel zal het arbeidsbureau u de
hoedanigheid cn de tijdlengte van,
zpowel als het loon vóór de 'door u to
verrichten arbeid mededeelen, maar
do persoonlijkheid van uw baas, het
feit of hij u al dan niet een kamertje
en bed verschaft en meer dergelijke
dingen kunt ge natuurlijk alleen be-
oorrkelen en te weten komen als ge
zelf even met den man spreekt. Bij
sommigen moet go uw eigen dekens
medebrengen, andoren verschaffen
beddegoed. Krijgt ge een vaste positie
ergo liet jaar rond, <lan kunt ge na
tuurlijk relt enen op ee.n fatsoenlijke
slaapplaats, een kamertje in huis of
in het z.g. „bunkhouse", het huis
voor do werklui. Komt ge echter alleen
om bij den oogst te helpen, dan zult
ge, indien het bunkhouso vol is, uw
ledikant 111 cen schuur of buiten moe
ten plaatsen, wat dikwijls_ aangena
mer en frisseher is dan binnenshuis.
In allen gevalle zou ik u ra-den dekens
mede te nomen, wollen dekens, die
111 Amerika schromelijk duur zijn, ten
minste als ge er voor mo-et betalen in
guldens, dadelijk na uw nankomsi.
oer cen ledikant zorgt u\y baas wel.
Arbeidswetten zijn streng in Califor
nië en in alle geschillen uw arbeid
betreffend kunt ge u wenden tot den
State-Laborcommissioner en een
rechtvaardige uitspraak verwachten.
Do Hollander die niet gewiekst' ge
noeg is om een Employment-Office te
vinden en zich een baantje te -koopen,
kan zich 'b.v. wend-en tot don Hol-
landschen Consul om hulp -in deze.
Maak u echter niet zenuwachtig en
neem kalm cen kamer in een eenvou
dig hotel. Dit zal u niet meer dan 1.
of 1.50 dollar kosten per nacht. Wan
del op uw gemak rand en verken de
slad eens. Schrijf -hot adres van uw
hotel op. De agenten zullen u den weg
wel wijzen. Ze zijn veel beleefder eu
behulpzamer dan in Holland, over het
algemeen. Laat u naar de Employ
ment Offices verwijzen, Do voornaam
ste zijn alle bij elkaar in dezelfde
siraat, tenminste in San Francisco en
in Los Angelos. In 'deze arbeidsbu
reaus kunt ge vrij in en uitloopen en
ue eigenaar of een der bedienden zal
u te woord staan. Zij gaan dagelijks
om met zooveel verschillende nationa
liteiten clat ze vrijwel alles verstaan
of tenminste begrijpen, De staat Ca
lifornië heeft ook haar eigen Empioy-
raent-kantoren. -Hier kunt ge koste
loos terecht. Ze vertollen u precies
waar 1o gaan en hoe, en als ge de
deur uitgaat, hebt go uw baantje in
den zak en kan niemand anders het
krijgen binnen een zekeren tijd.
Maar zooals gezegd, do kleinere
plaatsen zijn te prefcreeren, Alles wat
ge te doen hebt is „overalls" aan 'te
trekken en langs de trottoirs te slen
teren of te staan kijken. Ook kan heel
dikwijls de barbier u helpen omdat
hij zooveel werkgevers onder het mes
krijgt die terloops opmerken dat ze
een of meier man noodiig hebben. De
barbier, die onveranderlijk ook tabak
en sigaren verkoopt en er biljnrd-
tafels op nahoudt, maakt zich' dus den
tusschenpersoon voor haas en arbei
der en verwacht wederkeerig de gunst,
van beiden. Maar heel dikwijls ook
wordt ge op straat aangesproken,
tenminste als ge er uitziet als een
werkman met vacant'ie. Schoons over
alls cn uw aanwezigheid op(Ie trot
toirs gedurende da werkuren stempe
len u als zoodanig. De overalls zijn
cca .donkorblauwc .wcfkbrpek vu 11
sterke stof met frwee zij- en twee heup-
zakken. Ook zijn er met een vierkant
stuk dat over do borst opkomt tot
een handbreedte onder 'de kin. Dit
vierkante stuk dat een zakje voor hor
loge en potlood heeft is van hoven
linies en rechts voorzien van ringetjes
waarin do haken van de bretels die do
geheele geschiedenis ophouden, wor
den bevestigd. Het is vooral in dit
warme land een comfortabel kleediug-
stuk.
De landbouwer draagt er gewoon
lijk geen; andere broek onder, zelfs
dikwijls geen onderkleeren en dus
hangt alles van do schouders, wat veel
koeler is dan een pantalon, die om
het middel sluit. Het aannemen van
werk is een kwestie van enkele minu
ten en wederzïjdsch vertrouwen is de
grondslag van de overeenkomst. Ge
tuigschriften zijn onbekend. 'Beloften
om to blijven tot do oogst 'ten einde is,
vraagt de werkgever niet en uwe
persoonlijke aangelegenheden hebben
geen belang voor hem. Zijn eenige
vraag is of ge wilt werken en van uwe
zijde, antwoordt ge met een vraag
naar het soort werk. Ge moot niet to
eerlijk zijn en werk dat ge niet, of
niet goed ku<nt doen, dadelijk van de
hand wijzen. Zeg ronduit, clat ge er
niet zoo heel ervaren in zijt, als dat
het geval is, maar 'dat ge het wel wilt
probeeren, en go zult negen van do
tien maal toch worden aangenomen en
het loon zal er niet minder o.m zijn,
Stélt ge belang in den ge-offreerden ar
beid, dan vraagt ge'wat hij betaalt en
hij zegt u het dagloon. Tenzij het vast
werk betreft, hetgeen altijd per maand
wordt verrekend, wordt alle ranch-
arbeid bij 'den dag betaald en kunt
ge vrijwel te allen tijde cl uw geld of
een gedeelte ervan opvragen. Dagloon
in den hooi- en -graanoogst varieert
natuurlijk naar gelang van het groo-
ter of kleiner tekort aan arbeidskrach
ten Ook hangt het voel af van het
soort werk dat men doel- Het laagste
loon dat ik ooit meemaakte was 1 dol
lar per dag en voeding, maar toen
waren de tijden slecht. Sindsdien heeft
het gc-ioöpén van 2.— tot 3.50 dollar
voor gewoon werk waar geen speciale
ervaring voor noodig is. De kleine, ai-
gëlëgén valleien „en hooivelden in Ne
vada en*het Noorden van Californië
fectulcn iels meer prudat hun lig;
niet zoo gunstig is en de arbeiders
door 'middel van dit extra loon van
de groote valleien weg moeten woi'den
gelokt. Specialiteiten verdienen na
tuurlijk meer dan zij clie geen bepaal
de ervaring voor hun werk behoeven.
Zoo zijn er in den hooi-oogst de'
„stackers'' die onder den blooxen he
mel de groote hooibergen bouwen,
welke liefst zóó moeten zijn, dat ze
naar boven breeder worden en toch
niet omvallen of verzakken. Om zulk
een hooiberg van een meter of tien
hoogte goed te bouwen en mooi van
'orm te maken, zoodat het regenwa-,
er in den winter er niet indringt,
moet men routine hebben. 'En routine
wordt steeds goed betaald in Amerika.
Met maaimachines, tweepaardsharken
enz. kan een kind na een uur van stu
die al omgaan en hiervoor wordt dan
ook ongeveer hetzelfde betaald als
voor het gewone werk met den kooi-
'ork. In den graanoogst zijn voel meer
experts. Daar is b.v de „separator-
mail", de man die zorgt dat de dorsch-1
machine zijn werk behoorlijk verricht;
dat het graan.heel en zonder kaf iu
zakken komt-»en dat gedurende de bë:
werking geen -graan verloren gaat.
Hij verdient van 15 tot 20 dollar per
dag. Zij die zakken dichtnaaien 5
dollar. Dc „tractorman" 6 dollar enz.
Aan tafel zult ge niet tekort komen,
want ranchers, vooral zij .die vele
krachten huren, zijn trotsch op hun
reputatie van „good feeders" te zijn
en dit zijn dan ook de ranches die
niet spoedig werkvolk tekort komen,
zelfs wanneer krachten schaars zijn.
De Hollandsche hoer met een eigen
bedrijf in Amerika zou 111 zijn eigen
belang wel doen met op dat punt aan
den Amerikaan een voorbeeld te ne
men.
Nu nog oen goede raad. Jaag de
hoóge loonen niet 11a. Drie of vier dol
lars per dag voor landarbeid mag
aanlokkelijk schijnen maar die prij
zen worden alleen betaald voer sei
zoenwerk, niet list lieele jaar 1'ond.
En wat op den duur betaalt is alleen
een vaste positie. Werk een oogst inee
cn raak ©enigszins beleend met de
gewoonten en do taal. Maar houdt in-
tussehen de oogen open voor een jaar-
rond baantje. En als ge ervan hoort
of liet wordt u aangeboden, neem het
tn houd liet vast al is liet loon mo
menteel minder dan was de dagar
beider maakt. Aan het eind van het
jaar zijt ge stellig beter af. Breng
van de 40 tot 60 dollar die ge iede
re maand boven kost en huisvesting
krijgt, al het mogelijke naar do Bank.
De bankier zal blij zijn u persoonlijk
ie ontmoeten en hij stolt belang in uw
welvaart. Go kunt geen beteren vriend
hebben dan een dhéque-book, vooral
in Amerika en dan* zal na een jaar
of wat, van gestadig werk 'de groote
dag komen dat ge voor u-zelf een
plaats lvuurb'of op termijnen koopt en
uw opgedane ervaring kunt beproeven
zoowel als uw eigen oordeel. Begin
op kleine schaal, maar degelijk.
Neem niet meer land dan ge zelf kunt
bewerken. Huur geen hulp want uw
eerste werkman neemt al uw winst.
Oordeel voorzichtigen laat u niet
overmoedig maken door succes. Laat;
uw energie niet verslappen omdat ge
u reeds op den weg naar rijkdom
\vaant. Menig man kraait veel t-e vroeg
victorie. Koop een nieuwe ploeg als
uw buurman met een nieuwe auto
thuis komt. De kansen zijn d-at hij
over een paar jaar bij u als arbeider
dienst neemt. De derde cn laatsto stap
is het koopen van een eigen plaats.
De voorvvaarden waarop ge land kunt
koopen zijn in Amerika zoo onvergelij
kelijk veel gemakkelijker dan in Hol
land en de termijnen waarop ge kunt
afbetalen zóó redelijk dat aan het
eventueel absolute bezit van een farm
geen noemens.waardige hinderpaal in
den weg staat.
Het meest ideale is weldatmen
voor zichzelf beginne zonder schuld
cn met een reserve-sommetje, maar de
meesten hebben daa-r natuurlijk geen
geduld voor en laten zich overhalen
door de gemakkelijke betalingsvoor
waarden van landagenten en Me bei
reichvilligheid der banken om een veel
belovend man geld te leenen.
Ik eindig met té zeggen dat hij, die
pessimistisch gezind is jegens hei idee
van naar Amerika te emig-reeren, of
liet land niet kent, of zijn eigen erva
ringen ter, onrechte wijt a-an de daar
heerschendo omstandigheden en dén
moed niet iies'ft tc bekennen, dat hij
zelf z'n kansen heeft verknoeid en na
liet profijt te trekken van de vele
voordeel en die Amerika den werkman
aanbied^ H, G. D.