Het Vlootwet-debat
HAARLEM'S DAGBLAD
Wat een der leden der firma
van Tubergen ons van de
bloembollenteelt en den bloem-
bollenhandel vertelde
DE VONDELING
DONDERDAG 25 OCTOBER 1923 TWEEDE BLAD
Interessante bijzonderheden over de
verschillende bloembollen
Op historischen grond.
Toen we bij den lieer Th. M. Hoog kwa
men en hem vroegen, of hij ons eens iets
vertellen wilde van de teelt van dahlias eu
andere bolgewassen, schudde hij veruaasj
lijn hoofd.
„Waf moet ik u daarvan vertellen?
Waar moet ik beginnen f Wat wilt li
eigenlijk weten? Daar is zoo reusachtig
veel vaar te zeggen....."
Kuiut U iets van de dahlia vertellen,
u heeft daar zoom pracht-collectie aan
den Koninginneweg l
Kou, schrijft u maar eens op: „Iedere
pl&nt,, die ons variaties kan opleveren-
heeft reden varn bestaan. Het publiek
krijgt genoeg wam die altijd weerkce-in
de natuurproducten, zooals bijvoorbeeld
de bladsicrplamten. Keen, het wil al.ijl
weer wat anders, steeds wat nieuws. Daar
om heeft de bloemist zoo'n succes met la
thyrus en dahlia's. We moeien voor afwis
seling, voor -verrassingen zorgen. Eu dat
de dahlia gewild is, was op de tentoon
stellingen te zien. Steeds nieuwere soor
ten, altijd grooter kleur-versclieidenheid,
steeds tnieuwe rassen. Het mooiste en
nieuwste wordt vertegenwoordigd door de
decoratieve dahlia, en de pioemdahlia.
Vroeger was de bloem onder lof verbor
gen; nu koznt ze breed uit boven het
groen, prijkt hoog op een grooten sten
gel. Een nouveauté is ook de collar-retle-
dahlia (collar is kraag), midden in de
bloem prijkt een kraagvonnig hartje. De
dahliah-amdel is zeer uitgebreid. Met
moeite kun slechts aan de geweldige
vraag voldaan worden.
'U heeft w~el de dahlia's in onze tuinen
gezien? Dat is onze voorraad. Die plan
ten, de moederplanten, leveren ons de
stekken, die stekken moeten verkoopkiaar
gemaakt worden. We zetten ze daarom in
potten en kweekeu ze daarin verder. Op
die manier krijgen we van één moeder
plant ongeveer 65 jopge planten, bestemd
voor den handel.
it: neb u nu iete van de dahlia de po
pulaire bloem verteld, maar van meer
belang is toch wel de tulp. Het parool is
n-aturlijk ook hier weer: „Zoek variaties,
het publiek is verwend" en er is niet voor
niets gezocht. We vonden exemplaren die
voor den broei geschikt zijn, d.w.z. die
aan gcforcee-rde temperatuur blootgesteld
kur-nen worden. Want het publiek wil nu
eenmaal wij kunnen het ook niet hel
pen in liet voorjaar de bloemen zien,
die in de warme zomermaand Augustus
thuis faooretn en 's zomers willen ze hun
huizen versieren niet wintorbodeu. Maar
laten we niet vam ons onderwerp afdwa
len. De tulp moet staan, boven op een
langen, dikken etengel, die met buigt. Zoo
zien we de Darwin-tulp graag. Als de
stengel buigt, is de bloem niets waard.
.Wondcrschoona kleuren riepen we te
voorschijn bij de Darwin-tulpenteelt. De
oorspronkelijke kleuren beperkt in
aantal werden verre* overtroffen, dooi
de meest exquise tinten. Engeland vraagt
veel zoogenaamde cottage-tulpen-, die
hebben, iin tegenstelling met de Darwin-
tulp, een meer eivormig model. Ook de
leliebloemige tulp vind; veel aftrek. Haar
bloembladeren krullen naar buiten om.
Hoewel onze zegsman ons dringend ver
zocht heeft cr voor te zorgen, dal. er in
dit artikel geen reclame voor de firma v.
Tubergen gemaakt wordt, kunnen we toch
niet nalaten melding te maken, van de
Zwanenburg tulp. Di; is de eenigsle ab
soluut witte tulp, die alleen door deze
firma gekweekt werd.
Van -het bolgewas crocus valt ook nog
wel wat te vertellen. Van de oudere soor
ten onderscheidt- zich, door blad en kleu
renrijkdom, zeker wel de Ideaal-Crocus.
Men kan van den vooruitgang in de bol
lenteelt een idee krijgen, als bedacht
wordt dat uit één crocusbol soms 6 bloe
men getrokken worden. Vroeger ging dat
absoluut niet. In de matuur zien we op
zijn allerhoogst één bol twee bloemen
voortbrengen.
Ook do Begonia's verdienen onze aan
dacht. U kent ze wel zoo vervolgde
de heer Tubergen de groote bloemen,
rechtop staand in het groen. Mooier zijn
de hangbegania's ten minste voor man
den. In den tuin wil men ze niet hebben,
omdat de bloemen dan in de modder
zouden hangen. De stengel van do h.rag-
begonia is natuurlijk buigzaam en slap.
Er is veel voor noodig geweest, om een
staande- tot een hangende soort te ma
ken. Maar mooi zijn ze, vol elegance van
een chrysantemuin-aclitlge eigenaardig
heid.
Een stroom van nieuwigheden bracht
ons de marcis. We hebben daarin de be
kende „kopen-schotel" en de mooie, teere
fijn gestyleerde poeticus. Do poeticus
bood eon dankbaar terrein voor de onder
zoekers. 3Iiddcn in de bloem bevindt zich
liet oorspronkelijke groene hartje met den
oranjo rand. Wij noemen dat „het kroon
tj'e" en het et reven van de b'.ocmkweekers
is nu, op het absoluut-scharlaken-rood
krijgen van dat kroontje gericht, en zij
zijn daar heel aardig iin geslaagd.
De poeticus is oorspronkelijk stervor
mig, maar door kruisingen hebben wc
haar als het ware tot een platte ronde
seliijf weten te hervormenomdat de
bloemist het zoo wilde. De bloembladeren
liggen nu over elkaar geschoven. Uit de
„kop-en-schote! of trompetnarcis en uit
de poeticus wisten we een tussckenvorm
de poeticus-incomparabilus in het leven
te roepen. We krijgen nu de wonderlijk
ste bloemen. De „trompet" werd gehal
veerd, en waar zoeken wij nu naar? Wel.
onder invloed van het roode kroontje van
de poeticus, willen we de halve trompet
van de poeticus incomparabilus schar
laken rood doen worden 1 En daar zijn er
al, die de „kop" over een gedeelte van
-twee centimeter fel-rood hebben. Mooi
nietwaar? Natuurlijk zijn dat nog enke
lingen. Eugclsclie liefhebbers gaven dïar
hooge sommen voor, soms gingen ze tot
2£>I pond sterling (voor één bol).
Ka o we bij dien lussclienvorm. mei
geforceerde temperatuur werken? Nee,
nee, hier laten we de vrije matuur haar
gMig gaan. Een temperatuur van b.v. 80
gr. Fahrenheit zou geen intense kleuren
geven. Jle koele bosch-tcmperatuur moet
ons helpen!
Vooral Sassenheim en ook Ilillegom le-
iggelii
den engros handel. Daar krijgen we
voornamelijk de „emperor", „emjiress"
en „golden Spoot" narcissen vandaan.
Do iris behoort tot de belangrijkste bol-
producten en bij deze teelt is een facior
van beteekenis in het spel. Spanje en
Holland leveren mooie irissen. Tusschcn
den bloeitijd van tulp, nareis omstreeks
Mei en de Spannsclie iris maakten wc
vroeger een bloemloos tijdperk mee, dat
we nu weten te vullen niet de Holland-
sche iris. U -voelt dal dit van groote eco
nomische beteekenis is. Het Hollamdsclie
exemplaar hec-ft dezelfde kleuren als de
Spnaosehe bloem, maar de cc-rste soort is
van buitengewone grootte en zeer bloem
rijk. Ik sprak juist van de economische
beteekenis van de iris. Ik wil daar toch
nog wel even meer van verteilen. Door dat
bloemlooze tijdperk, moest de kweeker
stoken, veel stoken, om den bloei van an
dere gewassen, een dag of veertien te ver
vroegen. Dat bracht veel onkosten met
zich mede. Met de Hollandsche iris spaart
neii veertien dagen stoken uit.
Nu komen de hyacinthen aaai de beurt,
niet omdat zeeen minder gewichtige
plaats innemen in de kweekerij. Deze cul
tuur heeft een zeer hooge trap bereikt.,
daarom is het moeilijk geworden, er
steeds nieuwe variaties in te brengen.
U zult in 'net voorjaar wel gemerkt heb
ben, dat een Itloeïènd liyaeïnihenveld, met
zijn zachte, vervagende kleuren het oog
aangenaam streelt.
Anders is het met de tulpen nietwaar?
Zij zijn fel in hun kleurenpracht. Wat
volgt daaruit? Dal de kweeker moet zoe
ken naar liyaeinthen die anders zijn dan
de anderen, naar hyacinUien me', harde
sprekende kleuren. Het publiek wil aitijd
wat buitengewoons. En we wisten het
nieuwtje te brengen.
De Tubergen-scarlet het kon niet an
ders, ili moet de firmanaam weer gebrui
ken is van fel-ioode kleur, die tot nog
toe bij de hyacinth niet bestond.
Nu wil ik iets vertellen van het interes
sante proces, dat wij ..prepareeren" noe
men, in December van het jaar 1922, heeft
u op de -tentoonstelling ia gebouw St. Bavo
een inzending bloeiende hyacinthen kun
nen bewonderen. Midden in den winter
bloeiende hyacinlhen 1 Van zoo iets was
in vroeger dogen geen sprake. De practi-
sclie uitvoering komt op het volgende
Als u den bol in de lengte doorsnijdt,
dan zult u, heel klein, de jonge plant
zieu. Brengen we nu de bollen in ruimten
waar een temperatuur heerschl van on
geveer 80 gr. Fahrenheit, dam wordt de
groei zeer versneld. I-n principe is dit de
grondslag van het proces. In ieder geval
kregen we de bollen midden in den kou
den winter al aan het bloeien. Het was
alsof de lente haar winterverblijf in ge
bouw „Sint Bavo" gevonden had.
De hieronder volgend» ruwe schetsjes
van eèa geprepareerde^ af ëèïi öngeprc
pareerden bol illustreeren het boven
6'aazido duidelijk.".
Geprepareerde bol.
Toen de heer v. Tubergen zoo ver met
zijn verhaal gevorderd was en over
gaan tot een praatje over den boUcnhan-
del, bemerkte hij plotseling tot zijn groo
ten schrik, dat hij de gladiolus nog ver
geten had. „Stel je voor! De gladiolus,
die ons zulke schitterende aanwinsten
bracht, die vergeet ik maar heelemoal."
Het was nog niet te laat do lezing werd
s met de gladiolus voortgezet:
.Vroeger, beweerde men dat een - mooie
gladiolus alleen maar uit het buitenland
komen. De- Hollandsche kweekers
lieten het daar gelukkig niet bij zitten,
:n mu? Ons Hollandje staat in deze bratn-
he aan de spits. We onderscheiden twee
hoofdgroepen. Do oudste. de grootbloe-
ge. stijve, boeTsche, rechte gladiolus en
nieuwere soort, het buigzame, elegante
priraulinus, me; zijn kleine sierlijke,
losjes aan den stengel geplaatste bloem
kelken. Die zijn -vooral ook heel geschikt
„geforceerd" te worden. De kleuren
worden dtui fijn, de stengels dun, slank
legant. Die nieuwe gladiolus is voor
al heel mooi voor bouquet- en vaas werk."
jiu kondon we zonder gewetenswroe
ging over den handel gaan praten. Een
belangrijke kwestie, omdat liet wel en wee
n vele menscben die in Haarlem en
tsfreken wonen er mee gemoeid is.
.De oorlog bracht den bollenhandel een
aren slag toe, een slag, dien Rusland,
Oostenrijk en Duitsclilamd niet te boven
zijn gekomen. Nu is de toestond in Ne
derland, Engeland. Frankrijk, Zweden
bevredigend, maar zoo goed. al® in
1913 het gouden jaar wordt het niet
Toch gaat do bloembollencultuur weer
;n betere toekomst tegemoet, wc krij
gen nog goede orders van Engeland, dat
zoo graag zijn ..cottages" en „parco" spe
eifiek Hollandsche bloemen siert. De kern
van den hendel zit echter in Amerika.
Daar gaat alles zoowa; naar toe, en een
geweldige schade werd veroorzaakt, door
beperkende bepalingen aldaar uitge
vaardigd. Bepalingen, die de Amerikaa-n-
scke cultuur zou moeten beschermen
oor ziekte brengende parasieten, in-aar
ie inderdaad vim politieken aard waren
n het Amerikaanselie cultuurproduct
ïoestcn beschermen. Wij mogen er nu
lechls Unpen, hyacinthen, marcissen, cro-
ussen, lelies, en mog eenige andere bol-
ewassen invoeren. Maar liet zwaard van
Damocles hangt ons boven het hoofd,
vamt binnen één of twee jaar wordt het
'erbod vaii marcisseninvocr verwacht. Ik
verzeker u dat da; een catastrophe zal
iroorzaken. Arm Sassemlicim
We volgden den heer Tubergen dan
aar de loodsen, waar we zagen, hoe de
bestellingen voor Australië en andere
erre landen uitgevoerd werden. De bollen
gaam in kleine, papieren, met boekwijt-
doppen gevulde zakjes, terwijl do zakjes
in kisten en manden worden ver
pakt. Dan weiden we ineens midden in
de romantiek geplaatst. We traden name
met een soort van eerbied, de koe
pel binnen, die aam de Beidsche vaart
aat, de koepel waar Buikje, Hilde-
'StuI'r Buikje, uit de Camera Obscura
zij-n ouden vriend ging opzoeken.
Buikje, de man van „Hoe vèr het was,
i hoe warm het wa*". Nu was het koud
guur, de luch; was grijs van groote
wolken en im den koepel zelf hing een
stemming half duister. Voor do Tarnen
toch, waar eertijds die „jongejuffrouw"
zat, hingen mu lichtwerende lappen. Het,
er zeer warm en vochtig. Toch leefde
daar nog wat. Ziet u eens de onderstaan
de teekening aan,
grond in. 'Als tiet zomer is geworden zijd
de bolletjes al aardig groot geworden. Ze
worden gerooid en afzonderlijk weer uit-
geplant. Na twee jaar ia de jonge bol vol
wassen. Eén bol leverde 25—30 nieuwe
bollen op.
Di; noemt men de vegetatieve vermenig
vuldigingsmethode, die natuurlijk niets
met de geslachtelijke voortplanting te ma-,
ken beeft.
Een óögênblik later Kïöfi'defi w6 -weer
buiten. In den tuin waar de kinderen uit
Hildebrand's Novelle speelden; en dach
ten aam den zonderlingen loop dor dtn
gen, aan de bollen die hier, je zou baast
zeggen „gefabriceerd" worden, en die
verzonden worden naar alle deelen van de
wereld.
TWEEDE KAMER
Twee en dertig sprekers voerden het woord.
De regeering spreekt.
De portefeuille-kwestie door heel de regeering
gesteld.
Wijzigingen in de Vlootwet.
De, aan vochtige,
blootgestelde bol,
wortelkrans ontifomen is.
Het is een schetsje van een hyacLnthen-
ol, wanruit de wortelkrans, met een
klem gebogen mesje weggesneden werd.
Door de warme vochtige temperatuur om;
stonden aan den ouden bol een groot aan
tal jonge bolletjes. Eind October gaat de
moederbol met al haar kinderen den
De behandeling van de Vlootwet
■ordfc voortgezet.
Do heer RUT
GERS meent,
ddt, >Je pacifis
tische strek-
kin? van onze
landsdefensio
met twijfe-lacli-
tig is. Do
wensch, om
buiten eiken
oorlog te blij
ven, maakt
ook de ne ti-
tralifceiiehaud-
having voor
Indië van zoo
groote belrc .-renis, Bij den heer Troel-
st.ra is een zoeken te vindien naar do
ui eest-ongunstige uitlegging van de
motieven zijner politieke tegensüm-
f; In cle,11 °°rl°e van a,l« kanten
Duitschland en Engeland (Chur
chill in de ..Times") onze neutrali
teit geëerbiedigd; onze neutraliteit
bleek dus doeltreffend. Onze vloot is
do beschermster van liet recht; schen
ding van neutraliteit te onrecht.
Schending daarvan is schending van
tractaten. elke houding zal tegen
zoodanige schennis door neutralen
mo;-len worden ingenomen. Spr. er
kent den plicht tot strijd voor het
recht. Hij citeert uitvoerig den oud
minister van buitenlaudselie zaken,
den heer de Beaufort, waar deze
spreekt ovor de plichten der neutra-
Ion. na de tweede vredesconferentie.
De heer de Beaufort wijst vooral op
'■et handhaven van de neutraliteit
er zee. Hij wijst op art. 25 van de
Rechten en verplichtingen ecner
neutrale mogendheid ter zee", waar
staat, dat neutraliteitsliandhaving
verplicht is met tic middelen die men
heeft.
Hi; stelt vast. dat .zelfstandig
heid beteekentwij mogen ons gebied
openstellen. Dit is een eisch. lie
staat die het recht op neutraliteit ge
niet. moet zijn gebied buiten den
.strijd- houden. Spr. citeert des lieereu
Troe'^stra's „Democratie en ontwape
ning", waarin ook deze on interna
tionale plichten wijst. Gelukkig, dat
de lieer Troelstra in den oorlog die
plichten heeft erkend, anders had hij
thans niet kunnen verklaren bereid
te zijn dc regeering over te nemen. Ts
de lieer Troelstra bekeerd, dan had
hij toch moeten zeggen, waarom hij
die plichten niet meer erkent.
Zou de lieer Troelstra ie regee
ring aanvaarden, dan zou hij tocïi ook
oor de defensie, voor de neutrali
teit moeten zorgen.
I« het, vervullen van de neutraK-
teitsplichf, voor ons land onmogelijk?
Spreker vijst op het wisselen van
de»( „krijgskans". Onverwachte din-
ren komen voor. Spr. vijst bijv. <>p
Turkije. Menigvuldig zijn de gevallen
waarin schennis van neutraliteit voor
komt. Voorspellingen zijn onmoge
lijk. De verklaring, dat neutraliteit
voor ons land toch niet te handhaven
is, ma-akt den indruk van gemaakt te
zijn ..pour besoin de la cause". Hoe
dacht de heer H-ugenholtz over de
waarde van onze defensie in 1014
Spr. citeert meerdere gedeelten uit do
redevoeringen van dien afgevaardigde
in dat jaar, waaruit blijkt, dat de heer
Hugenholtz toen voorspelde in de
toe-komst met minder geringschatting
te zullen spreken over wat met kleine
middelen liereikt kan worden.
De staatkunde van den heer Troel
stra is ecu staatkunde van den dag,
OP impulsen berustend. Is de toe
stand van de wereld zoo, is de veilig
heid zoo groot, dat thans lot ontwa
pening gekomen kan worden. Men
wijst op den Volkenbond, Maar wordt
de Volkenbond- in de Kamer niet ge
bruikt als niacin ne voor de politiek?
De heer Marehaut wees op Brantmg
de Nederiandsche delegatie hij de
laatste volkenbondsvergadering voor
den vrede heeft evenzeer groote din
gen gedaan maar Branting denkt
Feuilleton
niet, als de heer Merchant het voor
stelt.
Er zijn vele vrienden van den Vol
kenbond. bijv. Lord Grey, die de
critiek op den Volkenbond onderschrij
ven.
De lieer Rutgers erkent de moeilijk
hei-: door den heer van Schaik ge
noemd. Twee dingen strijden tegen
elkaarde noodzakelijkheid van
conlinu'teit eu het inzicht van den
dag. Waar schuilt het grootste ge
vaar Blijkbaar in gebrek aan conti
nuïteit. Bii het „inzicht van den dag"
scharen zich naast degenen, die iet?
anders willen, degenen die niete wil
len. Spr. meent., dat er wel wegen zijn
om een overtuiging van een meerder
heid der Kamer tot geldigheid te bren
gen. De beteekenis van een mol ie is
groot, ook de heer Van Schaik stelt die
eer hoog. Gevaarlijke koersverande-
'ing moet vermeden worden
Aanneming van de vlootwet i?
's lands belang. Het petitionnement.
:eefi. geenerlei steun bii de beslissing
•an de Kamer. Spr, wijst op liet pe
titionnement van 1878. voor de -ge
dachte waarvan het volk, daarvan
■oorst ander, reeds offers had ge
bracht.
De heer KETELAAR„Dat kau
hier toch niet I"
Dc heer RUTGERS bestrijdt het
petitionnement uitvoeriger. De
beschouwing, die men heeft van den
menscli ligt ten grondslag aan de
ed.ichten over de landsdefensio. Hij
litis eert de uitingen van den heer
Albai'da. Ondanks allen vooruitgang
van den menscli. is zijn hart afge
keerd van Goj. Alle bouwen op den
menscli, is bouwen op den menscli.
Dat leoren de Bijbel en de geschiede
nis. Ilii komt op voor den Volken
bond. strijdt daarvoor. Maar vrede op
aarde komt, niet in deze bedeeline;.
ook niet door den Volkenbond, 'lot
éénmaal, bij Christus' wederkomst.
Tot zoolang zal de Staat tegen onrecht
dienen en te komen.
Mejuffrouw KATZ (C.-1T.), spreekt
over den strijd der vrouwen voor den
rede. Alles yafc vreedzame beslech
ting der geschillen nader kan brengen,
vindt steun bii tallooze Christelijke
vrouwen. Maar waar is nu den scha
kel tussohen den ontwapcniugseisch
en de vlootwet.? Of heeft nu het- vrou
welijk sentiment parten gespeeld?
Gelach aan de linkerzijde.
De heer Tf 1EMSTRA ,,'t Is wat
mooiö
De VOORZITTER: Wil do hoer
Hiemstra zwijgen?
Do heer HIEMSTRA blijft mompe-
De VOORZITTER: Ik roep den heer
Hiemstra tot de orde.
Mej. KATZ de uitingen van Prof.
Slotcmaker de Bruine nagaande,-door
mej. Groeneweg geciteerd, meent dat
Prof. Slotcmaker eveneens gezegd
heeft dat het recht en de macht moe
ten samengaan, gelijk gisteren Je heer
Nolens zoo uitmuntend heeft uiteenge
zet, dat recht zonder macht niet be
staanbaar is.
Do heer WIJNKOOP: „Dat is het
toppunt".
Mej. KATZ wees er op, dat in za
ken van defensie vrouwen meer het
gevoel laten spreken. Als er geen
volksbestaan is. kau er geen cultureel
leven zijn dit moeten de vrouwen
beseffen. Noch man, noch vrouw mo
gen eenzijdig invloed oefenen. S a
men hebben zij to overleggen. De
stukken moeten bestudeerd worden.
Dat de oorlog door ontw apening kan
voorkomen dat moet nog bewezen
worden. Dat de Vlootwet oorlog tnu
willen, liet is niet waar, mnar het is
niet onschuldig wanneer men zegt Jat
de Vlootwet oorlog propageert.
Ij de Vlootwet noodig voor Indië'.1
De weermacht is daar desolaat in, wij
hebben een slechte vloot. Van een be
wuste bewapening, daarom alleen
reeds, is geen sprake.
Hebben de vrouwen de zaak wel zui
ver gesteld'? Dat dient men, wil men
INCEZ0NOEN MEDEDEELINCEM
60 Cts. per regel.
D. Wijr.fccop.
de besprekingen niet vertroebelen,-
zich a£ te vragen.
Nua3t idealen nastreven, moeten wij
de realiteit blijven zien, ten bate van
ons volk.
Aan Nederlandsch-Indië heeft ons
gansche volk veel te danken. Ook daar
is handhaving van neutraliteit noodig
de landsdefensio moet voorzien wer
den.
M i. moet do Kamer vragen: „Wat is
recht"? Is noutraUtejtsbandhaving
recht? Zoo ja, dan moeten wij doen,
w-at wij kunnen. Ook België heeft in
den oorlog toch zijn zelfstandigheid
behoud i-n?
En de eigen historie wijst ook zeer
veel uit!
De nieuwe banen! Nooit zal men die
bewandelen kunnen, wanneer men te
kort schiet in de verantwoordelijke
plicht. Het buitenland mag geen ver
keerde conclusie trekken.
Voor wijzigingen is toch ook in deze
wet ruimte, de realiteit moet geziea
worden. De vloot moet preventief wer
ken voor de naaste toekomst.
Daarom zal zij voor do vlootwet
stemmen.
De heer DUYS applaudisseert.
De heer WIJN
KOOP zoekt de
oorzaak van de
Vlootwet in Enge
land en in de hoog
ovens- en staalfa
brieken hier te
lando. Dit staal
bedrijf is een der
factoren van het
drijven naar de
Vlootwet. Voorts
is de olie de drij
vende kracht.Dat
heeft niets persoonlijks. Als de heer
Colijn niet in de olie was, dan wus een
ander in de olie. 1.G e 1 a c h).
Het is absoluut noodzakelijk, dut de
zijas inziens z.g. vertegenwoordiging
des volks wordt ingelicht over inter
nationale vragen. Hij gelooft in geen
ontwapening, als liet kapitalisme niet
ontwapend is. lie Sovjet-republiek zal
blijven doorgaan door onderhande
ling steeds nicer de wereld naar opt-
wapening te brengen. Do eenige moe
der in de Kamer is mevr. Bronsveld-
Vit: inca: wat zij gezegd heeft, moet
de katholieken wel afhouden vau poli
tiek voorstemmen. Spr. heeft gehoord
van de tegenstelling Ruijs-Troelstra.
Maas wie isRuijs'? Ruijs is een flictie,
een schim, zeker geen boeman. De te
genstelling Ruijs-Troelstra is niet goed
zij moet zijn Coïijn-Wibaut of nog he
ter Nolens, Colijn-W'ibaut, nog juister
Nok-ns-Wibaut. Het is de stok van Co-
lijn. w aaronder de heer Nolens gebukt
gaat thans. Do leider der Kath. staats
partij gaat onder den stok van het
meest zelfzuchtige, eigengereide kapi
talisme.
Nolens en Schokking gaan samen
onder 't juk van Colijn. De Katholie
ken. die strijders zijn voor het behoud
der huidige maatseiinpp ij vormen, zul
len dat blijven, ook bii 't- samengaan
met Troelstra. Do heer Troelstra ia tij-
dons den oorlog bekeerd op defensie
gebied, maar spr. twijfelt toch. Gran
ting is de realiteit-
Is de zelfstandigheid van België niet
een aanfluiting. Wiï wijlen zoo bieren
daar slechts hel een en onder cOnsta-
teeren. O.a. constateercn dat indië een
vulkaan is. Ons Indië! Er is van ons
niets bij. (Gelach'). Waarom bréngt
men op die vulkaan het fort van de
vlootwet'?
Daarmede wordt Japan geprovo
ceerd. En militair gesproken heeft de
wet geenerlei beteekenis.
Over de kwestie van wat God ge
daan heeft in do historie spreekt de
heer Wijnkoop niet
Ten slotte. Wat zal er gebeuren, als
de wet niet wordt aangenomen? En als
de wet wel wordt aangenomen? Ook
spr. geeft een antwoord.
Als de Vlootwet wordt aangenomen
zal de agitatie niet ophouden. Spr.
vraagt den heer Troelstra hem mede
werking te vcrleenen bij de vorming
van de eenheid in de actie. Er moet
ren aanvang gemaakt worden. Als ge
lijke moet men optreden, samen na-
gaan de mom p.jkheden in den strijd.
Wij moeten zorgen dat hft personeel
niet op de vloot komt. Samen zorgen!
Door he gehectle Nederiandsche prole
tariaat.
De staking moet mede een overwe
ging vormen.
Do heer SCHOUTEN (A.-R/) houdt
enkele fiuancieeie beschouwingen. Spr.
meent dat de gebondenheid der Kamer
niet verder gaat dan de financiering
van hot thans voorgegstelde vloct-
plan. In 1920 komt een nieuwe beslis-
Vertaling naar het Engelsch van
GENE STRATTON PORTER.
101
Eindelijk sprong Sproet neus op en
ging achteruit. „Tijd!" gilde hij. ,Sta
maar op, meneer Wessner, en wees
maar niet bang om me pijn te doen.
Je mag een hand meer gebruiken don
ik en toch zal ik je lekker op je kop
geven. Ileb je niet gehoord wat ik
zei? Sta je niet op?"
Wessner leek wel een slagveld toen
hij opstond, want- zijn kleereu Waren
aan flarden eu het bioed stroomde
van zijn gezicht en zijn handen af.
„Ik -- ik geloof dat ik wel genoeg
heb mompelde hij.
„Zoo?" brulde Sproetneus. „Maar
jij li-eot hier niets ever te zeggen. Je
bent op mijn terrein gekomen, hebt
gelogen ov'er m'n Baas, on me willen
aanzetten om hem ic bestelen. Sta
nou op wil je je m idicijiuin inne
men als een man, of moet ik ze in je
keel gieten, als hij een klein kind. Ik
heb neg niet. gelioeg! Dit is nog jnnar
het a gin. Kijk uit1"
Hij sj rong op Wessner a' c'. gooide
hem op den grond. Weer viel hij hem
aai. t hij stil bleef liggen en Sproet-
neus geen kracht meer had ooi zijn
arm op te lichten. Hij r.jjoud cp en
hijgde naar adem. Zoodra hi) weer ge-
uiid kon geven riep hij: „TijtilMaar
Wessner bleef liggen.
SjO'oetneus keek hem oplettend aan
en zag toen, dat hij volkomen uitge
put vas ITij boog zich over hem Leen,
greep hem bij zijn kraag en sjorde net
oolang tot hij op zijn knieën lag.
W essuer keek hem aan als oen gesla
gen hond, werd bang «lat hij nog meer
afgestraft zou worden en barstte iu
snikken uit, terwijl zijn -anen kleine
boekjes maakten tusschen het vuil en
net bloed. Sproethei s ging achteruit,
en keek woedend naar Wessner, manr
liolseling verdween de hoogrood©
kleur en de nijdige uitdrukking van
zijn gezicht. Hij veegde zijn slaap af,
waar uit ecu klein wondje wat bloed
l.o voorschijn kw am. Zijn gezicht kreeg
weer do gewone onschuldige uitdruk
king en zijn stom leek op het gekir
van een broedend duifje, maar er
glom iets ondeugends in z jn oogen.
Hij koel; even om z:ch heen tot hu
zijn knuppel zag, greep hem en stak
i hem rechtop iu dm grond; toen lie.]»
iiii op do teenen naar Wessner, met
j stijve passen, als een pop aan een
touwtje. Hij hoog zich over hem heen,
I slox; z:jn nr:n om Wessuer's middel,
tn h'elp h:n: o'. cr.ïud.
„Voorzichtig", waarschuwde liij.
„voorzichtig, Freddie, anders zou je
me pijn doen".
Hij haalde oen zakdoek uit zijn ach-
terzaJc en veegde Wessner s oogen en
neus wat af.
„Kom, Freddy, kind", vermaande
hij, „het is tijd voor kleino jongens
om naar huis te gaan. Ik heb m'n
werk nog en kan je vandaag niet ver
der bezig houden. Kom morgen maar
terug, als je er nog niet genoeg van
hebt, dan zullen we do voorstelling
herhalen. Staar me niet zoo woest
aan! Ik zou ja wel op willen eten,
maar dat kan ik niet. Ik verdien m'n
geld eerlijk, maar langzaam eu ik kan
geen geld verknoeien aan de emmers-
vol medicijnen die ik in dat geval noo
dig zou hebben!"
Mc* Lean liad moeite om zich goed
to houden. Sproemeus ging op zij,
toen Wessner zwaaiend als een dron
ken man het pad af liep. Hij zag er
werkelijk uit, alsof hij door wilde kat
ten was aangevallen.
Ilii gooide den knuppel hoog in de
lucht, ving hem weer op. en volgde
Wessner langs het pad. Omdat»Sproet-
neus een Ier was. w as het hein onmo
gelijk om het stilzwijgend te doen en
na een poosje klonk zijn heldere tenor,
af en toe onderbroken, omdat hij niet
veel meer over had.
Wessner keerde zich om en mom
pelde; „Waarom loop je wc achterna?
Wat ga je met mo doen?"
Sproetneus riep het bosch ten getui
ge. „Wat zeg je me nou van zoo n on
dankbaren hond? En nou doe ik nog
wei alle moeite om hem met militaire
eer van het terrein af te brengen!"
Toen -veranderde hü lieelemaal van
toon en voegde er bij: „Misschien is
het wel hierom Freddy. Zie je, de
Baas kan ieder oogenblik langs dit pad
komen aanrijden en zijn merrie is zoo
schichtig, dat ze er Mc Lean gewoon
af zou gooien, als ze jou zag, zooals
je er nu uit ziet. Waarmee ik niets on
aardigs over de merrie wil zeggen!"
voegde hij er haastig bij.
Wessner vloekte vreeselijk, en
Sproetneus lachte vroolijk.
„Daar heb je nou weer een voor
beeld hoe een edelmoedige daad be
loond wordt", venolgde hij.
„Ik verwaarloos m'n werk oni je
netjes uitgeleide te doen en nou zeg iij
zulke vreeselijke woorden, Freddy",
zei hij streng, „maak nou dat je weg
komt. Je beseft het waarschijnlijk
niet, maar als je in dezen toestand
Mc Lean tegen zon komen, zonder dat
ik er bij was om een verklaring te ge
ven, zou het leelijk met je afloopen".
Wessner werd bleek onder al het
vuil en liep weg zoo hard liij kou.
„Wat een manieren toch!" zei
Sproetneus klagend. „Hij vaat zoo
maar weg, zonder .-dank je" te s- j
gen, en nou heb ik mo nogal zoo'n
moeite gegeven om het een beetje aar
dig voor hem te maken!"
Sproetneus zwaaide met zijn stok eu
stond als een soldaat „in d: houding"
tol Wessner verdwenen was, maar liet
was het laatste, wat hij doen kon.
Toen de jongen zich omkeerde, zag hij
er doodziek uit, en zijn boenen trilden.
Hij strompelde naar de kist, maakte
hem open eu nam er een doek uit. Die
doopte hij m het water, en veegde het
bloed en vuil van zijn gezicht, terwijl
Zijn adem af en toe stokte. Hij rilde
van pijn en opwinding. Hij knoopte
zijn rechtermouw los sloeg hem terug
en daar kwam zijn verminkte arm te
voorschijn, vol builen en roode plek
ken en er was eetj heel© serie kleine
ronde gaatjes waar het bloei lang
zaam uit kwam. Daar bad Wessner i
zijn tanden in gezet. Toen Sproetneus
dat zag, vergaf hij zich zolf don trap 1
in Wessner s maag en hij gromde luid
en hartgrondig.
„Sproetneus, Sproetneus zei Mc
Lean's stem.
Sprostneus schoof zijn mouw weer
naar beneden eu stond op.
„Neem me niet kwalijk meneer", zei
hij. „Ik dacht dat ik alleen was".
Mc Lean duwde hem weer terug op
de bank, boog zich over hem heen en
mankte een étui open dat hij altijd hij j
zich had. want wonden en dergelijke
kwamen dagelijks voor bii do nloeg l
H'j ei op den gewonden arm. alosg
de mouw terug en wascllts eu verbond
de wonden. Hij onderzocht het hoofd
en het- lichaam van den jongen en
overtuigde er zich \au dat het alles
van •■oorbijgaauden aard was, hoewel
hij rilde, toen hij zag, hoe vreeselijk
de arme jongen was toegetakeld. Toen
deed hij liet étui dicht, stak het in
zijn zak eu ging naast Sproetneus zit
ten. liet wus prachtig mooi om hem
iteen, maar'Mc Lean zag alleen maar
het gewonde gezicht van den jongen,
die gc-i'.eugeld had naar wat het weten
wild© als een diplomaat, geredeneerd
had als een rechter, gevochten had
als oen sheik en getriomfeerd had als
een furie.
Toen do pijn minder werd en Sproet
neus weer beter kon ademhalen ©n
zijn hart niet meer zoo snel klopte,
keek hij den Baas eens \anui: zijn oog
hoek aan. Uoo was Mc Lean daar ge
komen.' Eu lioe lang was hij er ai ge
weest. Sproetneus durfde het niet te
vragen. Eindelijk stond hij op, liep
naar de Ki t, linaUlo er zijn revolver
en het reparatie-in t. mnent voor de
afrastering uit, en deed de deur weer
op si-Mi. Toen wend !e lui fielt tot Mc
Lean.
,1 leeft, u nog iets te bevelen, me-
nee vroeg hij.
„Ja!" zei Mc Lean, „en jo moet tn'n
hevelen let!orlijk opvolgen. Geef dat
ii-.vnuncnt aan mij en ga regelrecht
naar lmi;. Neem hel heetste bad dat