<JUHüENS' PRIJSVERLAGING THANS §o CTS'PER-PCLND/j DE FIJNSTE PLANTENBOTER VOEDZAAM HEER'.UK VOORDEELIO ten gehoor© gebracht, uit de XVIe, XVIIc, XVIlIe en XIXc eeuwen. Daaronder was een hee! mooie „Leys"' en een kerstzang, waarvan de melodieën stammen uit de XIIc en XHIe eeuw, die dus van Gregoriaan- Bchen oorsprong zijn. En niettegen staande de bewerking van na den Re- formatietijd dagteekent,kau ik er mij toch niet jneo vereenigen dat de stijve, koraalachtige interpretatie niets liet vermoeden van de soepele Gregoriaansehe voordrachtwijze die deze zangen hoeft te kenmerken. Hierdoor ging voor mij de charme •van „Christ ist erstanden" en „Gebo ren ist Emanuel" ganseh verloren. Daarentegen werd in do voordrachts- wijzc van Joh. Adam Killer's „Er kommt, er kommt" wel degelijk reke ning gehóuden niet het elegante ka rakter der XVIIIe eeuw. De uitvoe ring van dit nummer leek mij, qua opvatting, dan ook een der best ge slaagde. In „O Haupt voil Blut und Wun- den" dat we te hooren kregen in drie verschillende bewerkingen (Haal er, jCriiger en Bach) werd dooi' 't kwartet vergeefs getracht om een zuiver ensemble te verkrijgen. Dit werd ech ter volkomen gegeven in „Ich will dich lieben" van Balthasar König wat werd dit eenvoudig nummertje schitterend verklankt. Heerlijk was ook de atmosfeer waar in „Christ-Wiegenliedlein" van Fried. Mergnor gehuld werd. En het slot van Alb. Becker's „Erquice mich", door allo stemmen in een wazig mezzavoce gehouden, mankte ook een diepen en tfeffenden indruk Ik zou het de moeite waard achten het Leipzigor solo-quartet eens in een ruimer gebouw te hooren, dan zeker zouden de prachtige qualiteiten van het ensernbic veel meer tot hun recht komen. De uitvoering was ten bate, deels van de noodlijdende Duitsche kinderen en deels voor de Bloemendaajsche Jeugd vereeniging. JOS. DE KLERK, BIJZONDERE VRIJW1LLICE LAND STORM „KENNEMERLAND". Feostvergadering cn prijsuitreiking. De secretaris van do gewestelijke landstormcommissie, do eerete-luite- nant C. Eldermans, opende met een kort woord de bijeenkomst, in gebouw „Zang en Vriendschap", waarin hij onder anderen den corps-commandant kapitein P: S. Hartogh Heys van Zouteveen en den heer Jos. de Lobel voor bun komst en medewerking dank zeide. Don leden van het strijkje „Jan Boon" was hij ze-er erkentelijk, om dat liet zich geheel belangeloos bo- soliikbaarf had gesteld. Vervolgens gaf hij het woord aan den lieer Jos. de Lobel, die begon met te zeggen, dat de landstormers dezen avond be loond moesten worden voor liun pres taties in de schietwedstrijden gehou den in September van dit jaar. Dat beloofde natuurlijk een vroo- lijke gebeurtenis te worden, weL nu. liii zou „het, ernstige" deel van het programma, dan voor zijn reke ning nemen. Spr. had zijn rede ge baseerd op drie vragen lo. Welke is de oorsprong van den landstorm? 2o, Ts de landstorm noodzakelijk? 3o. Welke zijn de plichten van den landstormer Bij de behandeling van punt één Werd het volgende gezegd „In 1918. we herinneren ons, idat jaar nog goed, on6fcond onder den drang van den slechten tijd het revo lutie-gevaar. Mede door onze Ko ningin. die haar kalmte bewaarde, ble ven wij buiten den oorlog. Wij dan ken haar daarvoor. Wij kunnen het ons voorstellen dat er revolutionnairen waren, die den wereldbouw met één slng wilden vernielen. Maar wij weten ook, dat een revolutie het ergste is, wat ons overkomen kan. Zien wij hst niet in Rusland? Werd ons niet eens uit- eeu bericht in dat latjd gezegd „De kinderen spelen hier met meer'"?. Door het besef dus van dat groote re volutie-gevaar. ontstond de land- stormbeweging, en langs ordelijken ,weg moet zii haar mooi doel bereiken. Ên de tweede vraag? Kunnen we. als We vanavond naar tuis paan. niet beter den vrijwilligen landstorm opheffen? Daarop kan ik Antwoorden -. ..Neen. dat kunnen we niet. zoolang er revolutie-idealisten zijn. moet er de landstorm zijn, om deze onzalige beweging tegen te gaan Dat ze onza'ig is zien we in Rusland. Oostenrijk, Hongarije en aan Duitsch- land in zijn revolutiedagen. Welke zijn nu de plichten van den landstoirmer? I-Iet is zijn plicht, langs wettelijken weg d'oor verstandige orde de goede zaak. de vredeszaak te steunen om zoodoende het revolutiegevaar te kee- Dan nog is de landstormer ver plicht iederen man op te wekken lid te worden van „Kennemerland". Want 'door het aantal worden we machtig! Ook de vrouwen hebben we noodig. Ook zii moeten helpen. Zij moeten do mannen aansnoren „Kcnnemerlan- ders" te worden. 1 Na.deze woorden vertelde de lieer INGEZONDEN MEDEDEELINCEN a 60 Ct8. por regel. DE WIJZE WEEGT MET SCHERP GEZICHT ZIJN UITGAAF MET EEN GOUD GEWICHT PLANTA de Lobel van het bezoek der land- stomafgevnardigdeii aan de Koningin. Hij deed dit op een meer dan geestige wijze, waarachter zich echter steeds de diepste ernst verschool. Spreker eindigde met de woorden: „Laten wij ons du6 verschansen in de „Oranje- burcht" en ver beneden ons laten in nevel en mist de vlag der revolution nairen" Met een geweldig applaus werd de heer Jos de Lobel voor zijn geestdrif tige redevoering bo'.oonl. Daarna werd tot de prijsuitdeeling overgegaan. De voorzitter verzocht den heer Itobel daarbij weer het woord te voeren. Een groote hoeveelheid heel mooie prijzen, werd onder de winnaars ver deeld. De commandant van het coTps ..Kennemerland", kapitein P. S. Har- togh Heys van Zouteveen, dankte het bestuur, dat hem in de gelegenheid had gesteld intiem met de leden te ver- keeren. Dat zal zeker aan een uitstekende verstandhouding ten goede komen.. Hii wenschte eiken landstormer met het succes geluk. Het was jammer, dat niet elk lid een herinnering kon ont vangen, want zooiets zou hem altijd aan zijn belofte en plicht herinnerd helbben. Een woord van bijzonderen dank richtte hij tot de heeren C. Elder mans. en Jos. de Lobel, en tot het strijkje „Jan Boon" dat zich zoo kra nig geweerd had. Het zilveren feest van den heer G. i. Kappers De huldiging van schoolbestuur en personeel Wie er nog aan had mogen twijfelen dat de heer G. J. Kappers, het jubilee- rend schoolhoofd van de dr .A. Kuyper- tohoo"., die met zooveel toewijding en eer zich geheel geeft aam zijn zaak, Het vierde cener eeuw do zaak vnm het Dhr. onderwijs gediend hoeft, in broeden kring een algemeen geziene persoonlijkheid is zal dit jut den feestavond van Dinsdag, zeker niet meer doen. Daar is overtuigend gebleken, dat de heer Kappers zich in de algcheelé sym pathie van schoolbestuur, personeel, oud- leerlingen, ouders van leerlingen en die van oud-leerlingen mag verheugen, uit de velerlei hartelijke woorden van waardee- ring en van hulde van zoovele zijden ge sproken. .Maar ook -uit de opkomst zoovelen. De groote zaal van St. Bavo was tjokvol. Onder de aanwezigen merk ten wij op, behalve de lieer G. H. Wa- melsch, hoofd der Groen van Prinsierer school, de heeren H. Bijkerk en J. H. van Leyden, onderscheidenlijk hoofd der Chr. school aan de Bakenessergraeht en van het instituut „Oranje-Nassau" aan de 'assaulaan. Nadat de jubilaris en zijn eohtgenootc onder het zimgeu van psalin 68:11) dooi den voorzitter en den secretaris van het schoolbestuur waren binnengeleid en op net bloemen en groen versierde po dium hadden plaats genomen, opende de heer D. van den E ij k u c ns de vereeniging Groen van Prinsterer namens allen don jubilaris van harte welkom. Wij willen, aldus spr., gedenken do zegeningen Gods aan u geschonken, groote daden door Hem gedaan aan e school en den zegen door u- aan die 'school bewezen. Van God alleen zijn alle dingen. Do hulde dit aan u zal geschieden in alles du tot grondtoon hebben: Soli Deo Gloria! Aanbieding van huldoblijken. Do heer II. B. NVeyiand Jr., spre kend als voorzitter van het schoolbestuur noemde den jubilaris de rechte Ie rechte plaats, zoo hebben wij gezien, zeide spr. De groote gaven stand en geest, waarmede God u sierde en zegende, willen wij gedenken. Met heerlijke toewijding hebt ge gevolgd lcïcnswénsch. Bovenal eeren wij God, den God uws levens. Geen schepselvergodin^ hier. Gij zijt naar Gods bestek de rechte man op do rechte plaats en vervi taak, als staande in uw Goddelijke roe ping. In dien w'eg heeft God u en onze school gezegend, overvloediglijk. Ge waart inder daad door 's Heeren genade de rechte man op de rechte plaats, die u gaajt goh eel uw kunnen aan ons Gereformeerd onderwijs. In die taak gaf God u genade cn eere God roept een ieder tot een eigen taak en plaats om daarin iot een zegen te eijn. Wij leden van 't bestuur wcnschen u ie eeren a'.s de rechte man op de rechte plaats en daarvan uiting te geven aanbieding van een huldeblijk dat de leden van het Bestuur u porsoonlijk bieden. Aanvaard dan dit schrijfbureau blijk van waardeering met den wenscb, dat ge onder den zegen des Heeren u veie jaren aan uw taak moogt wijden evenvee: licht op uw levenspad cn et veel zegen als tot dusver uw deel is! De heer M. Hoek sprak inamc-ns personeel van de beide scholen, zeide- dat het aan het personeel een lust is onder den jubilaris te mogen werken. Bij u. aldus spr, vindon wij een stil gezag en waardeering van onzen arbeid. Gij hob: uw hart aan het onderwijs verpand. Vele ja ren naoogt gij r.og voor uw huis, uw school ca voor ons gespaard blijven en zegen op uw arbeid ondervinden. Dan werd het geschenk van het per soneel aangeboden, een klok met cande Do heer II. W e ij 1 n n d Jr. voorzitter van de commissie van oud-leerlingen -te Haarlem sprak namens de oud-loerlingen wanrdeeremle woorden, waarbij gedacht werd aan den band. gelegd tusschen de jubilaris er. de oud-leerlingen, een band van belangstelling in het levensgeluk van don jubilaris, Ge hebt, ging spr. voort, gearbeid aan ons geestelijk en maatschappelijk wel zijn. Heel uw onderwijs stond in het tee ken van het Kruis van Jezus Christus. Daarom onze dank, onze warme dank. God sehenke u nog veel zegen op uw ar beid en wanneer ge eenmaal uw taak neer legt, veie jaren van welverdiende rust. Het geschenk, dat werd aangeboden, bestond uit «en slaapkamerameublement. ini'.ler van de commissie der oud- liirlingen te Halfweg, de heer \V. van R i j Ti, gewaagde met waardeering van den arbeid van den jubilaris aan de school te Halfweg. Allen achten hem hoog. Mode werd ^ïank gebracht aan mevrouw Kap pers voor de liefde van haar ontvangen. Namens de oud-leerlingen werd aangebo- marmerzuil met een album van de namen der deelnemers en photo'e van de oude woning van den heer Kappers en an oud-leerlingen. Toespraken. Nadat een koor van heeren en dames onder leiding van den heer W. F. van Eek had aangoheven het gezang: Wij lo ven u, o God" werd het woord gevoerd door prof. dr. A. A. v a n Schelvc n, Hoogloeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Spr. deed opmerken, dat aan vankelijk het Chr. onderwijs niet die waar dec-ring genoot als het onderwijs ge geven op „de school, waaraan de natie is gehecht", maar dat nu niet meer een chr. onderwijzer als con man van den 2en rang wordt aangezien, dank zij de onderwijsbevredlging. Do Chr. school, vervolgde spr.. kan nu ademen en leven, dank zij den strijd van velo jaron. Maar nu dient, cohter die Chr. 3chooi in waarheid een school te zijn, ge honwd op een eigen Chr. methodiek. Een taak. die niet gemakkelijk is. Wij willen goed onderwijs, maar g5?n onderwijs dat van de kinderen kleine studenten maakt. Te dien opzichte staan wij tegenover het onderwijs aan den overkant. Maar staan ook tegenover het opvoedingsideaal van dien kant. Tot de liefde van Christus en deil dienst van God moeteu onze kin deren worden opgevoed, maar tevens tot zolfstandige monschen. Het komt aan op ontwikkeling van de persoonlijkheid en tevens 't aangeven van een vasten weg waarlangs te gaan. Daar voor is geduld, verstand en geloof noodig 'J'en aanzien daarvan is mode de taak van den Chr. onderwijzer zwaar. Het kind staat nu in 't midden van de samenle ving. Het is noodig dat allen zich opm; kon voor den school met den Bijbel. Want meer dan eenig ainder instituut is school noodig om ons vo!k te bewaren bij den grondslag van de C-lir. belijdenis. Zieh dan tot den heer Kappers richten de, zeide spr. te hopen, dat God hem inog Ung kracht, gezondheid en ijver mocht geven om -onder Gods kracht zijn arbeid ,Han de school .voort lo zetten en- dat die iirbcid vruchtbaar moge zijn voor God: werk op deze aarde en voor het Rijk Zijner heerlijkheid in de eeuwigheid! Do heer G. II. Wam el ink. hoofd van de Groen van Prinsterer 6chool sprak tot zijn collega vvaardeeiende woorden om hem geluk te wenschen met het groote voorrecht door God herrj heden geschon ken. God heeft u de kracht geschonken om uw arbeid voort te zeiten, ook wei eens onder moeilijke omstandigheden. De arbeid door u aan de Groen v Prin6tererscliool verricht was een m< Ujko. In herinnering bracht spr. dat de school nu vol leermiddelen cn instrumen ten is, dank zij don heer Kappers, die daar bij de kinderen centen inzamelde. Na jareu van arbeid wensclite spr. den jubilaris nog een gezegende rust toe. De heer H. B ij k e r k hoofd der Chr. school aan de Bakenessergraeht, sprak na- de Haarlemsche- collega's om den jubilaris van harte geluk to wenschen mel het groote voorrecht door God hem geschonken. Spr. roemde den uitnemenden geest, die onder de collega's te Haarlem eorscht. Persoonlijk had spr. heel veel van de liefde en van de vriendschap \an den ju bilaris, een man van groote hulpvaardig heid. genoten. Een band van vriendschap beslaat. De collega's leven met ,u mede en zijn met u blijde om den grooten zegen, dien God u in deze dagen schenkt, ging spr. voort. Alléén door de genade van God kondet ge uw zwaren arbeid volhouden, >n genade van God die onuitputtelijk is. De bede van uw collega's is dat ge voortdurend in de goudmijnen van Gods genade moge indalen en nog menige schat uil die goudmijnen moge opdelven, u en uw collega's ten zegen Velo andere toespraken volgden daarna nog. De heer Jansen van Schoten sprak de ouders van leerlingen, do lieer Driel namens den kerkeraad der' Gerei'. Kerk van Haarlem; de lieer Kempff namens de ouders van oud-leerlingen; de heer Kamper namens de Chr. school te Halfweg. Daarmede was het meer officieels ge deelte van den avond geëindigd. Na de dan volgende pauze was hel verder ge deelte van den avond gewijd aan muziek err voordracht. Er werd vertoond een ta- bleau-vivant „Geloof, Hoop cn 'Liefde" en o.m. opgevoerd een tooncelstukje in twee bedrijvenHet oude systeem (de school in de 17e eeuw). Ten stotlo was (ie jubilaris zelf aan hel woord, die aan allen dank bracht, maar bovenal nan God, die hem gesteund cn geschraagd had en zijn arbeid gezegend. Men vraagt ons te me'.den, dat den heer KappeTS, behalve een schemerlamp door de kinderen nog een gouden ketting is aangeboden. FAILLISSEMENTEN. Heden werden in staat van faillissement verklaard lo. de nalatenschapvan wijlen Mevr. A. M. C. RoesonVink, in leven modiste te Zandvoort, Kostverlorenstraat 76. Curator Air. B. Boumnn, alhier. 2o. V. Roarijn. sigarenwinkelier, te Schoten, Sehoterbosoliplcin 15, Curator Mr. F. A. Davidson, alhier. '3o. Barend- Sibie, aannemer, te Haarlem Spaarnwouderslraat 77. Curator Mr. H. Ph. Visser 't, Hooft. 4o. A. van 'Oostveen, rijwielhandelaar, te Zaandam, Westzijde 198. Curator Mr. A. K. 'Vink te Zaandam. 5o. A. M. W. Wamelink, koopman te Heemstede. Zar.dvoortsehelaan 24. Curator Mr. J. Moolenburgh, alhier. 6o. Hendrik Martens, houder van een slrijkinrichtiBg te Wijk aaa'i Zee en Duin, Zeeweg 14B. Curator Mr. P. Donker, te Beverwijk. Opgeheven werden do failli; Jiij arrest van het Gerechtshot te Am sterdam werd vernietigd het faillissement van Adriaan Corneüs Haasnoot, vischhan delaar te Voiendam. Geëindigd is het faillissement van: Jan Kuyper, bloemist te Hillegom, .door hel verbindend worden der uitdeelingsliist. Idem van de N. V. Visscherij Expl. Mij. „Sirius" ie IJimiiden. Idem .van J. B. Jongejans, broodslijter te Velsoroord. MMszsM EEN ONEERLIJKE DIENSTBODE. De 's-Hert. Crt. schrijftMen her innert zich onze berichten over de dienst bode Marie V., die bij verschillende fa milies te, Den Bosch gediend heeft, maar ten slotte bij aile om een of andere min der goede reden moest vertrekken, tot zij tenslotte in dienst kwam bij Mevr. wed.' P., bij wie zij diefstal pleegde, die niet ten volle kon bewezen worden en waarvoor zij ten slotte door de Recht bank tot f 25 boete werd veroordeeld. Daarna probeerde zij nog bij verschil lende families in dienst te komen, doch deze werden nog tijdig gewaarschuwd. Eindelijk kwam zij te Tilburg terecht /andaar ging zij even naar Velp bij Arnhem om een inbraak te plegen bij den rector van Larenstcin, waar zij vroeger gediend had. aWarom zij Üu deed? Om de boete te bcialen, die de Rechtbank haar te Den Bosch had op gelegd! Zoo stond ze te beweren voor de Rechtbank te Arnhem, waar zij Vrij dag heeft terechtgestaan.- Haar was ten laste gelegd, dat ze in den nacht van 20 op 21 September in gebroken. had in het gesticht Laren- stein aan den Velperwcg te Arnhem, waarbij f 214 en een bedrag van f Sooo aan effecten verduisterd werd. liet bleek, dat ze vroeger bij den rec tor van Larcnstein gediend had, maar, evenals in haar latere betrekking, we gens oneerlijkheid omslagen .was. Bij baar verhoor verklaarde zc, dat ze om een geldboete van f 25 wegens een von- nis voor diefstal te voldoen, ingebroken had in liet haar welbekende instituut Larenstcin na oP een tijd, waarop de rector en zijn huishoudster in de kerk waren, in het woonhuis te zijn binnen gedrongen door een ruit te verbrijzelen, nam ze het huishoudgeld uit een tafelia in de keuken mee cn verder uil een ijzeren kistje in de kamer van den rec tor twee bankbiljetten van honderd gul den en voor achtduizend gulden aan effecten. In Nijmegen teruggekeerd, verborg ze de effecten en hel opengebroken kistje netjes in het struikgewas op de Heilige Landstichting, hield de f 25 boete apart cn kocht voor de rest van het geld allerlei mode-artikelen. Bij haar arrestatie bekende ze alles, maar verklaarde niet tc weten waar de effecten gebleven waren; op haar aan wijzingen vond men in het struikgewas wel het ijzeren kistje, doch de effecten bleven zoek. De rector, als getuige gehoord, gaf als zijn meening te kennen, dat bekl. de effecten bij kennissen Ie Tilburg had verstopt om, als ze uit de gevangenis terugkwam er van te kunnen profiteeren. Het O. M„ waargenomen door mr. Lasonder, achtte het bewijs wettig en overtuigend geleverd. Waar bekl. reeds herhaaldelijk voor diefstal veroordeeld was en geen berouw betoonde, eischtc het O. M. een zware straf en wel 2'A jaar gevangenisstraf wegens diefstal met inbraak. Air. Van Embden, als verdediger op tredend, pleitte clamentiepl. meende, dat bekl. 'met de effecten geen raad wist en ze weggegooid had. Burgerlijke Stand HAARLEMMERMEER. Bevallen: A. M. van Leeuwen—Nijssen, d., E. van WoerdenNotenboom, z. Ondertrouwd: W. Sack 22 j. en W. Lam mens, 20 j., J. M. Kool. 25 j., en M. C. van der Hulst. 28 j. A. van der Stelt 25 j. en M. Penne 23 j. OverledenAnno Rozevink 32 j. gehuwd met I Sijtema. SCHOTEN. Bevallen I-I. Bakker— Govers, z. G. M. Th. van der Kuijl— Bottelier, z. E. A. KuipersScholtz, z.. en d. Ondertrouwd W. Kremers en S. Beije- man. F. P. J. Odenthal en E. van den Hurk. GehuwdA. Jansen met G. H. M. Overbeek. J. P. Maarsen met S. A. Bel terman. S. J Warmerdam met F Hiber nian. E. Wijkcr met H. E. de Zwaan. C. de Graaff met H. Dalstra. J. Lampc met J. J. de Vries A. Steeman met M. van der Pad. Het meisje viei op een bank neer f— haar hped. d:e ze had afgezet en in haar hand liicld. ;.:ei op den grond. „Daar!'" riep zc heftig uit. „Nou zie 30 hoe dom ik hen. Kun je- zingen? Na tuurlijk leun je zingen! Ilot staat dui delijk op je gezicht te lezen". „Iedereen met oen heetjo verstand zou aan lieni gezien hebben dat hij zingen kan zonder dat het hem verteld .werd", dacht zc. „Aan allerlei: z'n dunne vingers, ü'n glanzende haar, z'n schitterende oogeu, zijn breede horst, zijn hals en zijn keel; en vooral, je hoort hot dadelijk aan zijn stem, want zelfs als hij spreekt is het het mooiste geluid dut ik ooit gehoord heb". „Wil je wat voor me doeu?" vroeg ze. „Ik zal alles doen wat je maar wilt", zei Sproetncus bereidwillig; „en als ik niet doen kan wat je van me vraagt, zal ik dadelijk aan 't werk gaan, tot dat ik liet kan". „Mooi!" Dat is prachtig!" zei het meisje. „Ga dan daar eens voor dien heg staan, cn zing eens wat. Wat je maar Wilt". Sproetneus stond tegenover het mcis je voor de groene heg. hief zijn gezicht op en zong het. eerste ht t beste wat hem in do gedachte kwam. Het was een kinderliedje over hot. Sprookjes land, dat hij iu het .tehuis vaak had moeten voorzingen en dat hem in de gedachte gekomen was door den uit roep van het meisje van zoo pas. Het liedje gaf hem alle gelegenheid om zijn mooie heldere stem te laten uitkomen. Hij. vergat alles, behalve do trots op zijn stem. Hij zong nu het refrein en zijn engel genoot, toen ze op eens: klip-klap! het scherpe tikken van een harddravend paard hoorden, op het pad dat uit het noorden kwam. Ze sprongen allebei naar den ingang van do kamer toe. „Sproetneus, Spoetneus!" riep do stem van het vogel vrouwtje. „In een oogwenk waren ze op het pad. „Zijn allebei die revolvers geladen?" vroeg ze „Ja", zei Sproetneus. „Kun je ergens dwars het moeras oversteken en zonder lawaai te maken in een paar minuten bij den hollen hoom komen?" „Ja". „Vlug dan", zei de vogolvrouw; „Zet liet meisje achterop m'11 paard, dan zullen wij terugrijden ntiar do plek waar jij het paard had gebracht en daar op je wachten. Ik was in min der dan geen tijd k'.aar met het klei ne vogeltje en rotte hem weer in den boom. Zijn moeder kwam vlak hij en ik dacht 2ekrr det ze ook naai' binnen .-011 gaan. liet licht was prachtig en ik stelde jü, tn bed.kta de uamcia met takken, maakte de lange sluiter er aan vast, en ging op een dertig me ter afstand tusschen de struiken zit ten wachten. Een kleine, dikke man, en een lange donkere gingen zoo vlak langs me, dat ik hen had kunnen aan raken als ik m'n hond had uitgesto ken. Ze droegen een groote zaag op hun schouders. Ze zeiden dat zo tot te gen twaalf uur konden werken en dan moesten ze een poosje ophouden tot jij voorbij was, en dan probeeren op te laden, en in heb donker wegrij den. Ze liepen door, maar bleven in het gezicht en begonnen een boom door te zagen. Meneer Mc Lean heeft me laatst verteld wat er hier waar schijnlijk zou gebeuren, en als ze dien boom vellen, verliest hij zijn wedden schap. Hou zooveel mogelijk den oost en den noordkant, en haast je. „We zullen bij het rijtuig weer bij elkaar komen. Ik ben altijd gewapend. Geef het kind een van je revolvers en lioud zelf do andere. We zullen van drie verschillende kanten op hen toe- sluipend en hen met schoten op de vlucht jagen. Vlug nu!" Zc greep do teugels en reed zoo vlug mogelijk langs liet pad. Het meisje zat zonder hoed en met schitterende oogen achter har.r on het paard. Sproetneus liep zoo hard hij kon. Hij zoclu zorgvuldig zijn weg uit, ver meed hoornen en bosehjes zender ge luid to mak-u, eu ir.p zoo dicht a s hij maar eenigszins durfde- langs do plek waar hij dnoht dat de mannen waren. Terwijl hij liep probeerde hij te denken. Het- was natuurlijk Wessner gebrand op wraak en geholpen door don schrik van do buurt. Mij was al gewend aan do geduchte, dat dit deu een of andoren dag gebeuren moest, maar niet aan het feit dat er uu twee vrouwen bij waren op wie hij 011- uelwij'eld passen noest, niettegen staande het aanbod van de vogel-' vrouw om hem te helpen. Zijn hart deed pijn van het loopep, wat het an ders nooit deed. Hij moest het plan van het vogelvrouwtje volgen en hen bij het rijtuig ontmoeten, maar als zo werkelijk van plan waren om hem to helpen, mocht hij het niet toestaan. Zijn engel een revolver te laten gebrui ken om hem te verdedigen. .Nooit! Niet voor alle boomen in het bosch! Ze zou zichzelf wel eens dood kunnen schie ten! Ze zou kunnen vergeten om goed uit te kijken en misschien tegen een slang aanloopen. Toen hij hij het rijtuig kwam had den de vogelvrouw en liet meisje het paard ingespannen, alles ingepakt en wachtten kalm op hem. De vogel vrouw had een revolver in haar hand, Ze had donkere kleereu aan. Op do lichte jurk van het meisje hadden ze de zwarte insteldoek gespeld. „Geef het kind een van je revolvers, yhig!" zei de vpgelvtpuw. „We zullen er heen sluipen tot we dicht genoeg bij hen zijn om te schieten. De strui ken staan zoo dicht op elkaar en zij' hebben het zoo druk, dat ze ons niet eens zullen zien, als we geen lawaai maken. Jij schiet eerst, clan ik en dan jij, kindje en we moeten heel hoog schieten of heel laag. We moeten zo niet echt raken. Maai' we moeten wel zoo dicht bij de lafaards zien te ko men dat zo bang worden, cn we moe ten doorgaan met schieten tot ze op de vlucht gaan". Sproetneus protesteerde. Het vogelvrouwtje boog zich voor over, nam de kleinste revolver uit zijn riem 011 gaf die aan het meisje. „Kalm blijven, kindlief, kijk uit, waar je je voeten neerzet-, en schiet hoog", zei ze. „Blijf jij maar waar je bent. Wacht tot je Sproetneus het eerst hoort schie ten, en kom dan zoo gauw mogelijk 11a mijn schot, dan weien ze meieen dut wij met meer zijn dan zij. Als je wilt dat Mc Lean zijn weddenschap wint, vooruit dau!" commandeerde ze Sproetneus, die, met een angsligon blik op heb meisje, in oostelijke rich ting liep. De vogelvrouw koos de middelste plek 011 wees, terwijl zo weg liep, nog eens dat het meisje moest gaan liggen en hoog schieten. Door hét struikgewas kroop de vo golvrouw eigenlijk nog dichterbij nun ie eerst van plan was, vond een open plekje, eu wachtte op het schot van Sproetneus. Het wachten was moei lijk. Do mannen gingen even rechtop staan om adem te schepen. Het was geen makkelijk werk, met een hand zaag in de hitte van het moeras. Ter wijl zo oven rustten, nam do groote zwarte kerel een'flrsch uit zijn' zak en goot wat olie op de zaag. ..We moeten ons erg stil houden", zei hij, „en wachten met- vellen tot die ellendige boschwachter is gaan eten". Weer gingen ze aan 't werk. De re volver van Sproetneus knalde. Het, lood sprong op het staal. Het hand vat van de zaag vloog uit Wessner's band en hij wankelde even van den schok. Zwarte Jaap ging rechtop staan en vloekte. Zijn hood vloog van zijn hoofd. Het meisje had niet gewacht op het §chot van het vogel vrouwtje en men kou bezwaarlijk zeggen dat ze iioog geschoten had. Bijna op hetzelf de oogenblik klonk er een derde schot. Zwarte Jaap sprong met oen gil in do lucht, want de kogel nam een hak van zijn laars weg. Sproetneus schoot voor do tweede maal. Nu volgden de schoten vlug op elkaar. Zonder zelfs naar een wapen te grijpen ronden de beide mannen naar de oostgrens, ter wijl de kogels hen nau alle kanten om de ooren floteru (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 10