<JUHüENS'
PRIJSVERLAGING THANS §o CTS'PER-PCLND/j
DE FIJNSTE PLANTENBOTER
VOEDZAAM HEER'.UK VOORDEELIO
ten gehoor© gebracht, uit de XVIe,
XVIIc, XVIlIe en XIXc eeuwen.
Daaronder was een hee! mooie
„Leys"' en een kerstzang, waarvan de
melodieën stammen uit de XIIc en
XHIe eeuw, die dus van Gregoriaan-
Bchen oorsprong zijn. En niettegen
staande de bewerking van na den Re-
formatietijd dagteekent,kau ik er mij
toch niet jneo vereenigen dat de
stijve, koraalachtige interpretatie
niets liet vermoeden van de soepele
Gregoriaansehe voordrachtwijze die
deze zangen hoeft te kenmerken.
Hierdoor ging voor mij de charme
•van „Christ ist erstanden" en „Gebo
ren ist Emanuel" ganseh verloren.
Daarentegen werd in do voordrachts-
wijzc van Joh. Adam Killer's „Er
kommt, er kommt" wel degelijk reke
ning gehóuden niet het elegante ka
rakter der XVIIIe eeuw. De uitvoe
ring van dit nummer leek mij, qua
opvatting, dan ook een der best ge
slaagde.
In „O Haupt voil Blut und Wun-
den" dat we te hooren kregen in drie
verschillende bewerkingen (Haal er,
jCriiger en Bach) werd dooi' 't kwartet
vergeefs getracht om een zuiver
ensemble te verkrijgen. Dit werd ech
ter volkomen gegeven in „Ich will
dich lieben" van Balthasar König
wat werd dit eenvoudig nummertje
schitterend verklankt.
Heerlijk was ook de atmosfeer waar
in „Christ-Wiegenliedlein" van Fried.
Mergnor gehuld werd. En het slot van
Alb. Becker's „Erquice mich", door
allo stemmen in een wazig mezzavoce
gehouden, mankte ook een diepen en
tfeffenden indruk
Ik zou het de moeite waard achten
het Leipzigor solo-quartet eens in een
ruimer gebouw te hooren, dan zeker
zouden de prachtige qualiteiten van
het ensernbic veel meer tot hun recht
komen.
De uitvoering was ten bate, deels
van de noodlijdende Duitsche kinderen
en deels voor de Bloemendaajsche
Jeugd vereeniging.
JOS. DE KLERK,
BIJZONDERE VRIJW1LLICE LAND
STORM „KENNEMERLAND".
Feostvergadering cn
prijsuitreiking.
De secretaris van do gewestelijke
landstormcommissie, do eerete-luite-
nant C. Eldermans, opende met een
kort woord de bijeenkomst, in gebouw
„Zang en Vriendschap", waarin hij
onder anderen den corps-commandant
kapitein P: S. Hartogh Heys van
Zouteveen en den heer Jos. de Lobel
voor bun komst en medewerking dank
zeide.
Don leden van het strijkje „Jan
Boon" was hij ze-er erkentelijk, om
dat liet zich geheel belangeloos bo-
soliikbaarf had gesteld. Vervolgens
gaf hij het woord aan den lieer Jos.
de Lobel, die begon met te zeggen,
dat de landstormers dezen avond be
loond moesten worden voor liun pres
taties in de schietwedstrijden gehou
den in September van dit jaar.
Dat beloofde natuurlijk een vroo-
lijke gebeurtenis te worden, weL
nu. liii zou „het, ernstige" deel van
het programma, dan voor zijn reke
ning nemen. Spr. had zijn rede ge
baseerd op drie vragen
lo. Welke is de oorsprong van den
landstorm?
2o, Ts de landstorm noodzakelijk?
3o. Welke zijn de plichten van den
landstormer
Bij de behandeling van punt één
Werd het volgende gezegd
„In 1918. we herinneren ons,
idat jaar nog goed, on6fcond onder den
drang van den slechten tijd het revo
lutie-gevaar. Mede door onze Ko
ningin. die haar kalmte bewaarde, ble
ven wij buiten den oorlog. Wij dan
ken haar daarvoor. Wij kunnen het
ons voorstellen dat er revolutionnairen
waren, die den wereldbouw met één
slng wilden vernielen. Maar wij weten
ook, dat een revolutie het ergste is,
wat ons overkomen kan. Zien wij hst
niet in Rusland? Werd ons niet eens
uit- eeu bericht in dat latjd gezegd
„De kinderen spelen hier met meer'"?.
Door het besef dus van dat groote re
volutie-gevaar. ontstond de land-
stormbeweging, en langs ordelijken
,weg moet zii haar mooi doel bereiken.
Ên de tweede vraag?
Kunnen we. als We vanavond naar
tuis paan. niet beter den vrijwilligen
landstorm opheffen? Daarop kan ik
Antwoorden -. ..Neen. dat kunnen we
niet. zoolang er revolutie-idealisten
zijn. moet er de landstorm zijn, om
deze onzalige beweging tegen te gaan
Dat ze onza'ig is zien we in Rusland.
Oostenrijk, Hongarije en aan Duitsch-
land in zijn revolutiedagen. Welke zijn
nu de plichten van den landstoirmer?
I-Iet is zijn plicht, langs wettelijken
weg d'oor verstandige orde de goede
zaak. de vredeszaak te steunen om
zoodoende het revolutiegevaar te kee-
Dan nog is de landstormer ver
plicht iederen man op te wekken lid te
worden van „Kennemerland". Want
'door het aantal worden we machtig!
Ook de vrouwen hebben we noodig.
Ook zii moeten helpen. Zij moeten do
mannen aansnoren „Kcnnemerlan-
ders" te worden. 1
Na.deze woorden vertelde de lieer
INGEZONDEN MEDEDEELINCEN a 60 Ct8. por regel.
DE WIJZE WEEGT MET SCHERP GEZICHT
ZIJN UITGAAF MET EEN GOUD GEWICHT
PLANTA
de Lobel van het bezoek der land-
stomafgevnardigdeii aan de Koningin.
Hij deed dit op een meer dan geestige
wijze, waarachter zich echter steeds
de diepste ernst verschool. Spreker
eindigde met de woorden: „Laten wij
ons du6 verschansen in de „Oranje-
burcht" en ver beneden ons laten in
nevel en mist de vlag der revolution
nairen"
Met een geweldig applaus werd de
heer Jos de Lobel voor zijn geestdrif
tige redevoering bo'.oonl.
Daarna werd tot de prijsuitdeeling
overgegaan. De voorzitter verzocht
den heer Itobel daarbij weer het
woord te voeren.
Een groote hoeveelheid heel mooie
prijzen, werd onder de winnaars ver
deeld.
De commandant van het coTps
..Kennemerland", kapitein P. S. Har-
togh Heys van Zouteveen, dankte het
bestuur, dat hem in de gelegenheid
had gesteld intiem met de leden te ver-
keeren.
Dat zal zeker aan een uitstekende
verstandhouding ten goede komen..
Hii wenschte eiken landstormer met
het succes geluk. Het was jammer, dat
niet elk lid een herinnering kon ont
vangen, want zooiets zou hem altijd
aan zijn belofte en plicht herinnerd
helbben.
Een woord van bijzonderen dank
richtte hij tot de heeren C. Elder
mans. en Jos. de Lobel, en tot het
strijkje „Jan Boon" dat zich zoo kra
nig geweerd had.
Het zilveren feest van
den heer G. i. Kappers
De huldiging van schoolbestuur
en personeel
Wie er nog aan had mogen twijfelen
dat de heer G. J. Kappers, het jubilee-
rend schoolhoofd van de dr .A. Kuyper-
tohoo"., die met zooveel toewijding en
eer zich geheel geeft aam zijn zaak, Het
vierde cener eeuw do zaak vnm het Dhr.
onderwijs gediend hoeft, in broeden kring
een algemeen geziene persoonlijkheid is
zal dit jut den feestavond van Dinsdag,
zeker niet meer doen.
Daar is overtuigend gebleken, dat de
heer Kappers zich in de algcheelé sym
pathie van schoolbestuur, personeel, oud-
leerlingen, ouders van leerlingen en die
van oud-leerlingen mag verheugen, uit de
velerlei hartelijke woorden van waardee-
ring en van hulde van zoovele zijden ge
sproken. .Maar ook -uit de opkomst
zoovelen. De groote zaal van St. Bavo
was tjokvol. Onder de aanwezigen merk
ten wij op, behalve de lieer G. H. Wa-
melsch, hoofd der Groen van Prinsierer
school, de heeren H. Bijkerk en J. H. van
Leyden, onderscheidenlijk hoofd der Chr.
school aan de Bakenessergraeht en van
het instituut „Oranje-Nassau" aan de
'assaulaan.
Nadat de jubilaris en zijn eohtgenootc
onder het zimgeu van psalin 68:11) dooi
den voorzitter en den secretaris van het
schoolbestuur waren binnengeleid en op
net bloemen en groen versierde po
dium hadden plaats genomen, opende
de heer D. van den E ij k u c
ns de vereeniging Groen van Prinsterer
namens allen don jubilaris van harte
welkom. Wij willen, aldus spr., gedenken
do zegeningen Gods aan u geschonken,
groote daden door Hem gedaan aan
e school en den zegen door u- aan die
'school bewezen. Van God alleen zijn alle
dingen.
Do hulde dit aan u zal geschieden
in alles du tot grondtoon hebben: Soli
Deo Gloria!
Aanbieding van huldoblijken.
Do heer II. B. NVeyiand Jr., spre
kend als voorzitter van het schoolbestuur
noemde den jubilaris de rechte
Ie rechte plaats, zoo hebben wij
gezien, zeide spr. De groote gaven
stand en geest, waarmede God u sierde
en zegende, willen wij gedenken. Met
heerlijke toewijding hebt ge gevolgd
lcïcnswénsch. Bovenal eeren wij God, den
God uws levens. Geen schepselvergodin^
hier. Gij zijt naar Gods bestek de rechte
man op do rechte plaats en vervi
taak, als staande in uw Goddelijke roe
ping.
In dien w'eg heeft God u en onze school
gezegend, overvloediglijk. Ge waart inder
daad door 's Heeren genade de rechte
man op de rechte plaats, die u gaajt
goh eel uw kunnen aan ons Gereformeerd
onderwijs. In die taak gaf God u genade
cn eere God roept een ieder tot een eigen
taak en plaats om daarin iot een zegen
te eijn. Wij leden van 't bestuur wcnschen
u ie eeren a'.s de rechte man op de rechte
plaats en daarvan uiting te geven
aanbieding van een huldeblijk dat de
leden van het Bestuur u porsoonlijk
bieden.
Aanvaard dan dit schrijfbureau
blijk van waardeering met den wenscb,
dat ge onder den zegen des Heeren u
veie jaren aan uw taak moogt wijden
evenvee: licht op uw levenspad cn et
veel zegen als tot dusver uw deel is!
De heer M. Hoek sprak inamc-ns
personeel van de beide scholen, zeide-
dat het aan het personeel een lust is
onder den jubilaris te mogen werken. Bij
u. aldus spr, vindon wij een stil gezag en
waardeering van onzen arbeid. Gij hob: uw
hart aan het onderwijs verpand. Vele ja
ren naoogt gij r.og voor uw huis, uw
school ca voor ons gespaard blijven en
zegen op uw arbeid ondervinden.
Dan werd het geschenk van het per
soneel aangeboden, een klok met cande
Do heer II. W e ij 1 n n d Jr. voorzitter
van de commissie van oud-leerlingen -te
Haarlem sprak namens de oud-loerlingen
wanrdeeremle woorden, waarbij gedacht
werd aan den band. gelegd tusschen de
jubilaris er. de oud-leerlingen, een band
van belangstelling in het levensgeluk van
don jubilaris,
Ge hebt, ging spr. voort, gearbeid aan
ons geestelijk en maatschappelijk wel
zijn. Heel uw onderwijs stond in het tee
ken van het Kruis van Jezus Christus.
Daarom onze dank, onze warme dank.
God sehenke u nog veel zegen op uw ar
beid en wanneer ge eenmaal uw taak neer
legt, veie jaren van welverdiende rust.
Het geschenk, dat werd aangeboden,
bestond uit «en slaapkamerameublement.
ini'.ler van de commissie der oud-
liirlingen te Halfweg, de heer \V. van
R i j Ti, gewaagde met waardeering van den
arbeid van den jubilaris aan de school te
Halfweg. Allen achten hem hoog. Mode
werd ^ïank gebracht aan mevrouw Kap
pers voor de liefde van haar ontvangen.
Namens de oud-leerlingen werd aangebo-
marmerzuil met een album van
de namen der deelnemers en photo'e van
de oude woning van den heer Kappers en
an oud-leerlingen.
Toespraken.
Nadat een koor van heeren en dames
onder leiding van den heer W. F. van
Eek had aangoheven het gezang: Wij lo
ven u, o God" werd het woord gevoerd
door prof. dr. A. A. v a n Schelvc n,
Hoogloeraar aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam. Spr. deed opmerken, dat aan
vankelijk het Chr. onderwijs niet die
waar dec-ring genoot als het onderwijs ge
geven op „de school, waaraan de natie
is gehecht", maar dat nu niet meer een
chr. onderwijzer als con man van den
2en rang wordt aangezien, dank zij de
onderwijsbevredlging.
Do Chr. school, vervolgde spr.. kan nu
ademen en leven, dank zij den strijd van
velo jaron. Maar nu dient, cohter die Chr.
3chooi in waarheid een school te zijn, ge
honwd op een eigen Chr. methodiek. Een
taak. die niet gemakkelijk is. Wij willen
goed onderwijs, maar g5?n onderwijs dat
van de kinderen kleine studenten maakt.
Te dien opzichte staan wij tegenover het
onderwijs aan den overkant. Maar
staan ook tegenover het opvoedingsideaal
van dien kant. Tot de liefde van Christus
en deil dienst van God moeteu onze kin
deren worden opgevoed, maar tevens tot
zolfstandige monschen.
Het komt aan op ontwikkeling van de
persoonlijkheid en tevens 't aangeven van
een vasten weg waarlangs te gaan. Daar
voor is geduld, verstand en geloof noodig
'J'en aanzien daarvan is mode de taak van
den Chr. onderwijzer zwaar. Het kind
staat nu in 't midden van de samenle
ving. Het is noodig dat allen zich opm;
kon voor den school met den Bijbel. Want
meer dan eenig ainder instituut is
school noodig om ons vo!k te bewaren
bij den grondslag van de C-lir. belijdenis.
Zieh dan tot den heer Kappers richten
de, zeide spr. te hopen, dat God hem inog
Ung kracht, gezondheid en ijver mocht
geven om -onder Gods kracht zijn arbeid
,Han de school .voort lo zetten en- dat die
iirbcid vruchtbaar moge zijn voor God:
werk op deze aarde en voor het Rijk Zijner
heerlijkheid in de eeuwigheid!
Do heer G. II. Wam el ink. hoofd
van de Groen van Prinsterer 6chool sprak
tot zijn collega vvaardeeiende woorden
om hem geluk te wenschen met het groote
voorrecht door God herrj heden geschon
ken. God heeft u de kracht geschonken
om uw arbeid voort te zeiten, ook wei
eens onder moeilijke omstandigheden.
De arbeid door u aan de Groen v
Prin6tererscliool verricht was een m<
Ujko. In herinnering bracht spr. dat de
school nu vol leermiddelen cn instrumen
ten is, dank zij don heer Kappers, die daar
bij de kinderen centen inzamelde.
Na jareu van arbeid wensclite spr. den
jubilaris nog een gezegende rust toe.
De heer H. B ij k e r k hoofd der Chr.
school aan de Bakenessergraeht, sprak na-
de Haarlemsche- collega's om den
jubilaris van harte geluk to wenschen
mel het groote voorrecht door God hem
geschonken. Spr. roemde den uitnemenden
geest, die onder de collega's te Haarlem
eorscht.
Persoonlijk had spr. heel veel van de
liefde en van de vriendschap \an den ju
bilaris, een man van groote hulpvaardig
heid. genoten. Een band van vriendschap
beslaat. De collega's leven met ,u mede en
zijn met u blijde om den grooten zegen,
dien God u in deze dagen schenkt, ging
spr. voort. Alléén door de genade van God
kondet ge uw zwaren arbeid volhouden,
>n genade van God die onuitputtelijk is.
De bede van uw collega's is dat ge
voortdurend in de goudmijnen van Gods
genade moge indalen en nog menige schat
uil die goudmijnen moge opdelven, u en
uw collega's ten zegen
Velo andere toespraken volgden daarna
nog. De heer Jansen van Schoten sprak
de ouders van leerlingen, do lieer
Driel namens den kerkeraad der'
Gerei'. Kerk van Haarlem; de lieer Kempff
namens de ouders van oud-leerlingen; de
heer Kamper namens de Chr. school te
Halfweg.
Daarmede was het meer officieels ge
deelte van den avond geëindigd. Na de
dan volgende pauze was hel verder ge
deelte van den avond gewijd aan muziek
err voordracht. Er werd vertoond een ta-
bleau-vivant „Geloof, Hoop cn 'Liefde" en
o.m. opgevoerd een tooncelstukje in twee
bedrijvenHet oude systeem (de school
in de 17e eeuw).
Ten stotlo was (ie jubilaris zelf aan hel
woord, die aan allen dank bracht, maar
bovenal nan God, die hem gesteund cn
geschraagd had en zijn arbeid gezegend.
Men vraagt ons te me'.den, dat den heer
KappeTS, behalve een schemerlamp door
de kinderen nog een gouden ketting is
aangeboden.
FAILLISSEMENTEN.
Heden werden in staat van faillissement
verklaard
lo. de nalatenschapvan wijlen Mevr.
A. M. C. RoesonVink, in leven modiste
te Zandvoort, Kostverlorenstraat 76.
Curator Air. B. Boumnn, alhier.
2o. V. Roarijn. sigarenwinkelier, te
Schoten, Sehoterbosoliplcin 15,
Curator Mr. F. A. Davidson, alhier.
'3o. Barend- Sibie, aannemer, te Haarlem
Spaarnwouderslraat 77.
Curator Mr. H. Ph. Visser 't, Hooft.
4o. A. van 'Oostveen, rijwielhandelaar,
te Zaandam, Westzijde 198.
Curator Mr. A. K. 'Vink te Zaandam.
5o. A. M. W. Wamelink, koopman te
Heemstede. Zar.dvoortsehelaan 24.
Curator Mr. J. Moolenburgh, alhier.
6o. Hendrik Martens, houder van een
slrijkinrichtiBg te Wijk aaa'i Zee en Duin,
Zeeweg 14B.
Curator Mr. P. Donker, te Beverwijk.
Opgeheven werden do failli;
Jiij arrest van het Gerechtshot te Am
sterdam werd vernietigd het faillissement
van Adriaan Corneüs Haasnoot, vischhan
delaar te Voiendam.
Geëindigd is het faillissement van: Jan
Kuyper, bloemist te Hillegom, .door hel
verbindend worden der uitdeelingsliist.
Idem van de N. V. Visscherij Expl. Mij.
„Sirius" ie IJimiiden.
Idem .van J. B. Jongejans, broodslijter
te Velsoroord.
MMszsM
EEN ONEERLIJKE DIENSTBODE.
De 's-Hert. Crt. schrijftMen her
innert zich onze berichten over de dienst
bode Marie V., die bij verschillende fa
milies te, Den Bosch gediend heeft, maar
ten slotte bij aile om een of andere min
der goede reden moest vertrekken, tot
zij tenslotte in dienst kwam bij Mevr.
wed.' P., bij wie zij diefstal pleegde, die
niet ten volle kon bewezen worden en
waarvoor zij ten slotte door de Recht
bank tot f 25 boete werd veroordeeld.
Daarna probeerde zij nog bij verschil
lende families in dienst te komen, doch
deze werden nog tijdig gewaarschuwd.
Eindelijk kwam zij te Tilburg terecht
/andaar ging zij even naar Velp bij
Arnhem om een inbraak te plegen bij
den rector van Larenstcin, waar zij
vroeger gediend had. aWarom zij Üu
deed? Om de boete te bcialen, die de
Rechtbank haar te Den Bosch had op
gelegd! Zoo stond ze te beweren voor
de Rechtbank te Arnhem, waar zij Vrij
dag heeft terechtgestaan.-
Haar was ten laste gelegd, dat ze in
den nacht van 20 op 21 September in
gebroken. had in het gesticht Laren-
stein aan den Velperwcg te Arnhem,
waarbij f 214 en een bedrag van f Sooo
aan effecten verduisterd werd.
liet bleek, dat ze vroeger bij den rec
tor van Larcnstein gediend had, maar,
evenals in haar latere betrekking, we
gens oneerlijkheid omslagen .was. Bij
baar verhoor verklaarde zc, dat ze om
een geldboete van f 25 wegens een von-
nis voor diefstal te voldoen, ingebroken
had in liet haar welbekende instituut
Larenstcin na oP een tijd, waarop de
rector en zijn huishoudster in de kerk
waren, in het woonhuis te zijn binnen
gedrongen door een ruit te verbrijzelen,
nam ze het huishoudgeld uit een tafelia
in de keuken mee cn verder uil een
ijzeren kistje in de kamer van den rec
tor twee bankbiljetten van honderd gul
den en voor achtduizend gulden aan
effecten.
In Nijmegen teruggekeerd, verborg
ze de effecten en hel opengebroken kistje
netjes in het struikgewas op de Heilige
Landstichting, hield de f 25 boete apart
cn kocht voor de rest van het geld
allerlei mode-artikelen.
Bij haar arrestatie bekende ze alles,
maar verklaarde niet tc weten waar de
effecten gebleven waren; op haar aan
wijzingen vond men in het struikgewas
wel het ijzeren kistje, doch de effecten
bleven zoek.
De rector, als getuige gehoord, gaf
als zijn meening te kennen, dat bekl. de
effecten bij kennissen Ie Tilburg had
verstopt om, als ze uit de gevangenis
terugkwam er van te kunnen profiteeren.
Het O. M„ waargenomen door mr.
Lasonder, achtte het bewijs wettig en
overtuigend geleverd. Waar bekl. reeds
herhaaldelijk voor diefstal veroordeeld
was en geen berouw betoonde, eischtc
het O. M. een zware straf en wel 2'A
jaar gevangenisstraf wegens diefstal
met inbraak.
Air. Van Embden, als verdediger op
tredend, pleitte clamentiepl. meende,
dat bekl. 'met de effecten geen raad wist
en ze weggegooid had.
Burgerlijke Stand
HAARLEMMERMEER. Bevallen: A.
M. van Leeuwen—Nijssen, d., E. van
WoerdenNotenboom, z.
Ondertrouwd: W. Sack 22 j. en W. Lam
mens, 20 j., J. M. Kool. 25 j., en M. C.
van der Hulst. 28 j. A. van der Stelt 25 j.
en M. Penne 23 j.
OverledenAnno Rozevink 32 j. gehuwd
met I Sijtema.
SCHOTEN. Bevallen I-I. Bakker—
Govers, z. G. M. Th. van der Kuijl—
Bottelier, z. E. A. KuipersScholtz,
z.. en d.
Ondertrouwd W. Kremers en S. Beije-
man. F. P. J. Odenthal en E. van den
Hurk.
GehuwdA. Jansen met G. H. M.
Overbeek. J. P. Maarsen met S. A. Bel
terman. S. J Warmerdam met F Hiber
nian. E. Wijkcr met H. E. de Zwaan. C.
de Graaff met H. Dalstra. J. Lampc met
J. J. de Vries A. Steeman met M. van
der Pad.
Het meisje viei op een bank neer
f— haar hped. d:e ze had afgezet en
in haar hand liicld. ;.:ei op den grond.
„Daar!'" riep zc heftig uit. „Nou zie 30
hoe dom ik hen. Kun je- zingen? Na
tuurlijk leun je zingen! Ilot staat dui
delijk op je gezicht te lezen".
„Iedereen met oen heetjo verstand
zou aan lieni gezien hebben dat hij
zingen kan zonder dat het hem verteld
.werd", dacht zc. „Aan allerlei: z'n
dunne vingers, ü'n glanzende haar,
z'n schitterende oogeu, zijn breede
horst, zijn hals en zijn keel; en vooral,
je hoort hot dadelijk aan zijn stem,
want zelfs als hij spreekt is het het
mooiste geluid dut ik ooit gehoord
heb".
„Wil je wat voor me doeu?" vroeg
ze.
„Ik zal alles doen wat je maar wilt",
zei Sproetncus bereidwillig; „en als ik
niet doen kan wat je van me vraagt,
zal ik dadelijk aan 't werk gaan, tot
dat ik liet kan".
„Mooi!" Dat is prachtig!" zei het
meisje.
„Ga dan daar eens voor dien heg
staan, cn zing eens wat. Wat je maar
Wilt".
Sproetneus stond tegenover het mcis
je voor de groene heg. hief zijn gezicht
op en zong het. eerste ht t beste wat
hem in do gedachte kwam. Het was
een kinderliedje over hot. Sprookjes
land, dat hij iu het .tehuis vaak had
moeten voorzingen en dat hem in de
gedachte gekomen was door den uit
roep van het meisje van zoo pas.
Het liedje gaf hem alle gelegenheid
om zijn mooie heldere stem te laten
uitkomen. Hij. vergat alles, behalve
do trots op zijn stem. Hij zong nu het
refrein en zijn engel genoot, toen ze
op eens: klip-klap! het scherpe tikken
van een harddravend paard hoorden,
op het pad dat uit het noorden kwam.
Ze sprongen allebei naar den ingang
van do kamer toe.
„Sproetneus, Spoetneus!" riep do
stem van het vogel vrouwtje.
„In een oogwenk waren ze op het
pad.
„Zijn allebei die revolvers geladen?"
vroeg ze
„Ja", zei Sproetneus.
„Kun je ergens dwars het moeras
oversteken en zonder lawaai te maken
in een paar minuten bij den hollen
hoom komen?"
„Ja".
„Vlug dan", zei de vogolvrouw;
„Zet liet meisje achterop m'11 paard,
dan zullen wij terugrijden ntiar do
plek waar jij het paard had gebracht
en daar op je wachten. Ik was in min
der dan geen tijd k'.aar met het klei
ne vogeltje en rotte hem weer in den
boom. Zijn moeder kwam vlak hij en
ik dacht 2ekrr det ze ook naai' binnen
.-011 gaan. liet licht was prachtig en ik
stelde jü, tn bed.kta de uamcia met
takken, maakte de lange sluiter er
aan vast, en ging op een dertig me
ter afstand tusschen de struiken zit
ten wachten. Een kleine, dikke man,
en een lange donkere gingen zoo vlak
langs me, dat ik hen had kunnen aan
raken als ik m'n hond had uitgesto
ken. Ze droegen een groote zaag op
hun schouders. Ze zeiden dat zo tot te
gen twaalf uur konden werken en
dan moesten ze een poosje ophouden
tot jij voorbij was, en dan probeeren
op te laden, en in heb donker wegrij
den. Ze liepen door, maar bleven in
het gezicht en begonnen een boom
door te zagen. Meneer Mc Lean heeft
me laatst verteld wat er hier waar
schijnlijk zou gebeuren, en als ze dien
boom vellen, verliest hij zijn wedden
schap. Hou zooveel mogelijk den oost
en den noordkant, en haast je.
„We zullen bij het rijtuig weer bij
elkaar komen. Ik ben altijd gewapend.
Geef het kind een van je revolvers en
lioud zelf do andere. We zullen van
drie verschillende kanten op hen toe-
sluipend en hen met schoten op de
vlucht jagen. Vlug nu!"
Zc greep do teugels en reed zoo vlug
mogelijk langs liet pad. Het meisje zat
zonder hoed en met schitterende oogen
achter har.r on het paard.
Sproetneus liep zoo hard hij kon.
Hij zoclu zorgvuldig zijn weg uit, ver
meed hoornen en bosehjes zender ge
luid to mak-u, eu ir.p zoo dicht a s
hij maar eenigszins durfde- langs
do plek waar hij dnoht dat de mannen
waren. Terwijl hij liep probeerde hij
te denken. Het- was natuurlijk Wessner
gebrand op wraak en geholpen door
don schrik van do buurt. Mij was al
gewend aan do geduchte, dat dit deu
een of andoren dag gebeuren moest,
maar niet aan het feit dat er uu
twee vrouwen bij waren op wie hij 011-
uelwij'eld passen noest, niettegen
staande het aanbod van de vogel-'
vrouw om hem te helpen. Zijn hart
deed pijn van het loopep, wat het an
ders nooit deed. Hij moest het plan
van het vogelvrouwtje volgen en hen
bij het rijtuig ontmoeten, maar als
zo werkelijk van plan waren om hem
to helpen, mocht hij het niet toestaan.
Zijn engel een revolver te laten gebrui
ken om hem te verdedigen. .Nooit! Niet
voor alle boomen in het bosch! Ze zou
zichzelf wel eens dood kunnen schie
ten! Ze zou kunnen vergeten om goed
uit te kijken en misschien tegen een
slang aanloopen.
Toen hij hij het rijtuig kwam had
den de vogelvrouw en liet meisje het
paard ingespannen, alles ingepakt en
wachtten kalm op hem. De vogel
vrouw had een revolver in haar hand,
Ze had donkere kleereu aan. Op do
lichte jurk van het meisje hadden ze
de zwarte insteldoek gespeld.
„Geef het kind een van je revolvers,
yhig!" zei de vpgelvtpuw. „We zullen
er heen sluipen tot we dicht genoeg
bij hen zijn om te schieten. De strui
ken staan zoo dicht op elkaar en zij'
hebben het zoo druk, dat ze ons niet
eens zullen zien, als we geen lawaai
maken. Jij schiet eerst, clan ik en dan
jij, kindje en we moeten heel hoog
schieten of heel laag. We moeten zo
niet echt raken. Maai' we moeten wel
zoo dicht bij de lafaards zien te ko
men dat zo bang worden, cn we moe
ten doorgaan met schieten tot ze op
de vlucht gaan".
Sproetneus protesteerde.
Het vogelvrouwtje boog zich voor
over, nam de kleinste revolver uit zijn
riem 011 gaf die aan het meisje. „Kalm
blijven, kindlief, kijk uit, waar je je
voeten neerzet-, en schiet hoog", zei ze.
„Blijf jij maar waar je bent. Wacht
tot je Sproetneus het eerst hoort schie
ten, en kom dan zoo gauw mogelijk 11a
mijn schot, dan weien ze meieen dut
wij met meer zijn dan zij. Als je wilt
dat Mc Lean zijn weddenschap wint,
vooruit dau!" commandeerde ze
Sproetneus, die, met een angsligon
blik op heb meisje, in oostelijke rich
ting liep.
De vogelvrouw koos de middelste
plek 011 wees, terwijl zo weg liep, nog
eens dat het meisje moest gaan liggen
en hoog schieten.
Door hét struikgewas kroop de vo
golvrouw eigenlijk nog dichterbij nun
ie eerst van plan was, vond een open
plekje, eu wachtte op het schot van
Sproetneus. Het wachten was moei
lijk. Do mannen gingen even rechtop
staan om adem te schepen. Het was
geen makkelijk werk, met een hand
zaag in de hitte van het moeras. Ter
wijl zo oven rustten, nam do groote
zwarte kerel een'flrsch uit zijn' zak en
goot wat olie op de zaag.
..We moeten ons erg stil houden",
zei hij, „en wachten met- vellen tot die
ellendige boschwachter is gaan eten".
Weer gingen ze aan 't werk. De re
volver van Sproetneus knalde. Het,
lood sprong op het staal. Het hand
vat van de zaag vloog uit Wessner's
band en hij wankelde even van den
schok. Zwarte Jaap ging rechtop staan
en vloekte. Zijn hood vloog van zijn
hoofd. Het meisje had niet gewacht op
het §chot van het vogel vrouwtje en
men kou bezwaarlijk zeggen dat ze
iioog geschoten had. Bijna op hetzelf
de oogenblik klonk er een derde schot.
Zwarte Jaap sprong met oen gil in do
lucht, want de kogel nam een hak
van zijn laars weg. Sproetneus schoot
voor do tweede maal. Nu volgden de
schoten vlug op elkaar. Zonder zelfs
naar een wapen te grijpen ronden de
beide mannen naar de oostgrens, ter
wijl de kogels hen nau alle kanten om
de ooren floteru
(Wordt vervolgd).