HAARLEM'S DAGBLAD intrekking art. 40 Bezoldi gingsbesluit ÖEze Lacii&oe Staslsiilews Muziek F' e is i 1 a e t o si DE VONDELING WOENSDAG 31 OCTOBER 1923 - DERDE BLAD Eenigc dagen geleden hadden wij den schrijver van dit artikel, die zich Sphinx noemt, verzocht een be schouwing to geven over wat in onze naa6tc omgeving do ambtenaren den ken over de intrekking van art. 40. Juist toen hij het ons gezonden had, werd dc Vlootwet verworpen en trad het Ministerie af. Wat het volgende kabinet met art. 40 zal doen, is onze ker; bet artikel van Sphinx verloor daardoor min of meer zijn actualiteit. Op verzoek van den schrijver plaat sen wij het evenwel toch. Hij is van oordeel, dat het ouderworp ook op d i t oogenblik, daarvoor belangrijk genoeg is. REDACTIE. Wij zouden kunnen verwijzen naai de \tlc openbare vergadering-*, dio zijn gehouden en nog steeds worden gehouden, eveneens naar wat van ju- r.dische zijde is ge-sciireven uoor man nen als Jhr. de Savomin l.ohman. Jo- seplius Jitta, Prof. Kranenburg, Mr. Marcliant, Prof. Simons, Mr. Mc-ndels, Dr. v. d. Laar en zpovele anderen zoo wel voor- als tegenstanders van ©e in trekking van art. 40. lloe verleidelijk het ook is, die mee ningen van heeren juristen te verge lijken en opmerkingen daarover te maken, meenen wij toch dat niet ie moeten doen, het zou ons to ver voe ren. Alleen vreemd doet bet aan dat eerst nu, en niet tijdens de vaststel ling van liet gewraakte artikel, de juristen tot de conclusie komen, dat het een monstrum is. Wij willen ons bepalen tot do vraag: „Wat leeft er in bet ambtenarencorps?" Op die vraag kunnen wij een positie! antwoord geven. Ongeacht of de amb tenaar is R'.-K., A.-R., S. D. A. P. of V. D., ongeacht in welken vakbond hij is georganiseerd, de ambtenaar leeft in do overtuiging, dat men hezig is, hem groot onrecht aan to doen en dat het werk van den ambtenaar mis kend wordt. Ziedaar liet positieve antwoord op de vraag „wat leeft er in het* ambte narencorps.'" Een antwoord zoo sobe". zoo ontdaan van alle franje en toch zooveel zeggend door die soberheid. De Regeering zal bij intrekking va. art. 40 onrecht doen aan den ambte naar. Waarom en wat zegt art. 40 n de Lekende wijziging? IleL artikel waarborgde aan dm vasten ambtenaar in dienst zijnde op 1 Juli 1922 zijne bezoldiging. Die bezoldiging was tol stand "eko men na een moeilijk overleg. Lan gen tijd daarvoor, waren de loonen ia hei vrije bedrijf bij arbeidscjjntra :c reeds in overeenstemming met den toen geldenden levensstandaard go- braclit, eerst later, veel later kwam regeling voor liet overheidspersoneel in „de centrale commissie voor georga niseerd ovoileg in ambtenaarszaken' tot stand. In zijn oorspronkelijken vorm lu.l de art. 40 aldus: „Wij behouden ons voor om, bij ver mindering van do heeyschende duurte, door wijziging van dit besluit vit daarmede evenredige snlarisverminde- TÏng te doen plaals vinden, behoudens handhaving vnn <te wedden, oio een maal zijn toegekend". Bij kon. besluit van 10 Juni 1927 Stbl. Mo. 400, werd nrt. 40 Bezol.J'- gingsbesluït in dier voego gewijz dab het als volgt kwam te luiden: „Voor de op 1 Juli 1922 ip dienst zijnde ambtenaren blijven de op dit tijdstip genoten wedden ge waarborg 1, behoudens in geval en voor zoover c!iï wedden ingevolge de op ovengenoemde datum bestaande bepalingen - besluit vermindering moeten onder- Intrekking van art. 40 zonder rugwerkende kracli t. daar de Regeeringsgedaehte. Voor de toekomsligfe ambtenaren geen gnrantiebepaliug meer, -oor de in dienst- zijnde functionarissen daar- enlcgen wel, behoudens dan deze, door den Minister uitdrukkelijk ire- maakte, reserve, dat niet worrlen gr vvaaiborgd de periodieke verb.omrin gen na 1 Juli 1922. Alleen de 1 J u 1 i 1922 bereikte t r a p d salarisschaal zou g e g randeerd z ij n. De woorden toch van art. 40 (oud) „wedden, die eenmaal zijn toegekend' werden door den Minister grinterpiv- teerd als tc slaan op liet op een gega ven oogenblik concreet verdiende sola ris en niet als op de voor de ambte naren geldende wedden regeling, het vigeerrndo art. 40 lateu de w< den „genoten wedden" trouwens hier omtrent geen twijfel meer bestaan. Art. 40 waarborgde dus het sala ris van den ambtenaar. Nog dient te worden opgemerkt, dab de salarisseu van de ambtenaren, speciaal voor de met 1914 et vrije be- ijksaiubteuaron tot en jrre beneden die van I drijf stonden. Vast wei-I plachten do ambtenaren in die dugen te zeggen. Het vaste werk en liet uitzicht op pensioen deed den ambtenaar in overheidsdienst blijven. En hoe stond liet salaris na de ieuwe vaststelling iu de Centrale Commissie van Overleg Wij hebben officieele gegevens ter bescnikking: Ken staat van het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft voor Haarlem au: dat als rnen liet looii in Janu- ri 1914 op 100 stelt, dit loon u 1 i 1 9 2 wordt weergegeven door: Beroepen: Timmerman 268, Metselaar 26$, Bakkersgezel 300 (23 jaar). Terwijl voor de ambtenaren hij n verhoudingscijfer van 100 voor het salaris iu 1914. het salaris vve- net bezoldigingsbesluit 1920 be draagt: Voor alle ambtenaren gemid deld 1SG. Voor de lagere ambteuaren gemid deld 21G. Voor de middelbare ambtenarei ,'emiddel'l 184. Voor de hoogere ambtenaren ge middeld 139. Genoemde loonen uit liet vrije be drijf waren alle minimum, geregeld bij arbeidscontract. De ambtenaren gunnen hun colle t's werknemers gaarne dat hoogere loon, de bedoeling is een overzicht t9 geven dat het loon van hst over heidspersoneel wus en bleef beneden .rije bedrijf. Maar hoe staat het .anneer de Regeering haar plan- doorzet. noe zullen dan die loo nen, die vette loonen zijn? Ook hiervan eenige officieele gege vens voor Haarlem. Na 1 Jan. 1925 w anneer de loonen met 20 zullen zijn verminderd, bedraagt dat Soon o.a. voor het postpersoneel: Thans: Wordt: Werklieden 21.11 min. 16.50 min. Bestellers 22.70 min. 17.74 min. I-Ioofdbestellers 30.79 min. 24.06 min. Telegrafist 21.11 min. 16.50 min. Commies tit. 51.91 min. -40.59 min. Commies b./h. Hoofdbestuur P. en T. 49.27 min. 3S.50 min. Wij vragen: welke Kamer van Koophandel, welke" burger zal van die loonen durven beweren dat zij vol doende zijn Van een loon van 17.74 is eenvoudig nier. te leven, die ambte naren zullen dan naar andere mid delen moeten uitzien. We krijgen dan den toestand weer terug, dat zooals in Amsterdam een schrijver 's avonds suppoosten-diensten verrichtte of 's morgens vroeg achter een broodknr b'ep. En toch verlangt men van dien ambtenaar dat liii met lust zijn arbeid zal verrichten. Zelfs vriendelijk zal zijn. .Ta: vriéndelijk met bittere wrok in bet hart. Wij hebben voldoende hiermede aan getoond, dat, gaan de plannen van de Regeering door. die ambtenaren een zorgelijke toekomst tegemoet gaan. Alvorens hiervan af fe stappen, willen wij toch in herinnering brengen dat de vakbonden op liet juiste standpunt staan, n.l. dat een contract of overeen komst geëerbiedigd moei. worden. Vermeldenswaard is, dut toen de loo nen omhoog gingen, leden van een bond in Noord-Brabnnl, waarvan de leden bij contract met. werkgevers c een bepaald loon gebonden wal den lto-nd wilden ontbinden om da door l:oé van het contract te kon om dan opnieuw den Bond te stich ten en hooger loon te kunnen bedil gen. Alle vakcentralen hebben zie daartegen verzet, men achtte dit en zeer terecht geen reëel standpunt Men was doordrongen van liet feit, dat eenmaal gesloten overeenkomst ;r niet zonder meer ongedaan kon i den gemaakt. Men meende, dat. schoon in dit geval het contract wel is waar een beletsel was, men dit ongunstige geval voor lief moest ne men, omdat men teveel waarde hecht te aan een collectief arbeidscontract en men de waarde van dit contract door een dergelijke liandelwij: ontbinding van den Bond, zou verklei nen. Begrijpelijk is het, dat in ambte naarskringen hel voornemen der Re gering ontsteltenis lieeft gebracht. Dc vraag 13 voor hen: waar kan men zich neg aan vasthouden, wat is no; zeker, waarop kunnen wij ons no; verlaten Te meer klemt dit, omdat het motief niet is: de loonen zijn hoog in verband met gewijzigde cco 1 raïsche omstandigheden, doch: er eer: tekort op de begrooting. Stel eeus. dat een gemeenteraad loonen vaststelde naar dezen maatstaf dat daar bijv. de gasfabriek en het. electr. bedrijf winst opleverden. peil gebracht, doch aan die bedrijven, welke verlies opleverden, lager ge steld moesten worden, ook al werd hetzelfde werk verricht. Dat zou on- j'uist zijn. Maar dan is het. zeer on juist, dat de Rogeeiing zegt: zooveel te kort, dan maar de loonen omlaag. We kennen geen voorbeeld dat in liet. tegenovergestelde geval, dus met. een gunstige begroot ing, de Regeering zonder dat de levcnssUhdaard daar toe aanleiding gaf. de loonen verhoog de. En dat geschiedt nu mot algcheelc terzijdeetelling van een eenmaal ge sloten overeenkomst. Nog erger: deze maatregel werd aangekondigd, zon der dat deze zaak om advies aai, de Centrale Commissie van Overleg was gezonden. Dit zijn de nuchtere tenten. Is het dan niet juist 1e spreken van het gevoel dat „onrecht" wordt ge daan? Onrecht omdat men liet zoo geprezen, gewenschtc en gewaardeer de overleg totaal negeerde, onrecht, omdat, men meent een gesloten over eenkomst, schriftelijk bekrachtigd, tc kunnen te niet doen, onrecht, omdat het loon zal worden een loon waar van men eenvoudig niet kan bestaan. Het motief, dat do loonen te hoog zouden zijn in verband met den le vensstandaard, kan niet gelden. Men vergelijke de officieele cijfers? Men komt te kort, dat is liet ecnige motie'. Recht heeft afgedaan, de macht is aan het woord. De ambtenaren verkcereu in een zeer ongunstige positie. De Rogcering komt te kort, de publieke opinie is i geu de ambtenaren. Zij worden mi KcmL Waarom? Onmiddellijk geven wij toe, dat fouten zijn begaan, dat, hier en da; men zuiniger had kunnen zijn. Is men in het particuliere bedrijf ook wvl eens niet wat al te royaal We kun nen voorbeelden noemen, we zullen het niet doen, dut brengt de zaak can de ambtenaren niet vooruit. Wanneer inderdaad blijkt, d it die ■- sten zuiniger kunnen worden beheerd, ganisoerc men die diensten, og geen reden een blaam te op het geheele corps. Heeft men zich wel eens afgevraagd of dc betaling van verantwoordelijke func ties behoorlijk is? Elke waar naar zijn geld. Laten wij eens naar Engeland zien, daar wordt dc Postmaster Ge neral betaald met 10.000 p.st. per jaar, dan kan men eisehen, dat alles goed deldrijvende iuiJicintatnl. Dat Is onbe grijpelijk. Waar heeft de neringdoende •neer profijt van. van den ambtenaar die koopkrachtig is of van kern die c:s meer koopen kan? Waar blijft het verdiende geld van den ambtenaar? Op de banken? Meent men, da: hi: eigendommen daarvoor Icccpt? Dat geld lolt door do handen van slager, kruidenier, bakker, klecr» maker en naar gelang de ambtenaar verdient, zijn ook zijn uitgaven. Dus de handeldrijvcnden hebben belang dat ook de ambtenaar behoort tot liet koop krachtige publiek. De ambtenaar vertoont den laatstcn lijd veel overeenkomst met liet hoofd van Jut. Men weet niet te waardeeren dc vele stille, nijvere mcnschen, die uithoofde van hun ambt, zich daar niet over uitlaten, eenvoudig lum weg gaan, hun werk verrichten, niet aan den weg timmeren cn daardoor missen de waar deering waarop zij aanspraak mogen maken. Ja, later, bij dc groeve, dan hoort men door dc betrokken autoritei ten woorden van waardeering spreken, en hoort men soms den volgenden d; zeggen, door het publick dat nooit ic van het werk van dien ambtenaar hnii gezien „Ik wist niet dat hij zso'n goed ambtenaar was!" Wij- hebben ons niet gevleid met (1c gea= t dit a der dan Dat is r kunnen bijdragen liet voornemen RegeejLng. dat een ramp voor vel' zinnen zal zijn. tc verijdelen, wanneer dit artikel iets weergeeft vat in de hanèn van emzenden ambte naren leeft en er toe hecli mogen leiden dat het publiek beter oordeel over dc „te hooge loonen" heeft gekregen er zat milder tegen het ambtenarencorps wordt gestemd, rijn wij ruimschoots te- •reden. Ten slotte- liet ziel er voor do amb tenaren slecht uit. We kunnen hun één niddcl aan de hand doen: organiseert t enk, behalve in de vakvereeniging, n de Kiesvere niging, welke dan ook. ",:r aan het publick zeggen wij: ..Aangenaam de dooden tc.hoorcn duti u overal heeft", meenen wij te mogen opmerken. ..Natuurlijk" is liet antwoord van Von Winterstein, „dat is een gronte voldoening, maar we spelen toch iiiet heeleinaal bin en vóór succes, we zijn toch per slot van rekening ook inenschen Nee. voor ons zijn die oogenblik- ken inooi, waarop \vo vrij zijn, om eens lieelcmaal van Holland's moois te kunnen genieten. Zoo zagen we vanmiddag het. Frans Halsmuseum. Eu wat was dat prachtig, mooi!" Paul Biensveldt zit bevestigend te knikken, en voegt er aan toe. „Ik zog nog nooit zoo'n mooi museum!" Jc- voelt je daar lieelemaal niet in een museum, je bent daar thuis, liet •is als of je in een oud slot vol „Stiin- nuing" dwalen mug. Jo geniet in die huiselijke sfeer, ongestoord van de kunstwerken van Frans Hals". Toen viel hem Von Winterstein in de rede: „.la, en zoo zie ik ook nu nog de Hollanders, zooals ze vroeger af gebeeld werden, vol leut, en 1 ovens- lust. Kijk maar in do steden, op de straten, bij de cafe's, daar zie jo wat je noemt dc optimistische gezonde le vensblije Hollander." .,Jn. „gesimd" bromt Paul. :,dat ziiii zo bij ons in Diiitscliland niet meer" Het gesprek komt dan op de film waar beide spekvs groote voorstan ders van zijn. eveoais hun lieroeuide collega's. Easscrmann en Wegener, /.ij hebben er dan ook al llccl wat kderen voor gewerkt, bicscoop-deskun OP HET EXAMEN. Professor (geschiedenis exami neerend): Wat kunt u mij vr tellen van den leeftijd van Elizabeth Candid aat: Zij wordt de vol gende maand ncgeutien, Professor! Mevrouw: Ik ga vanmorgen de stad in, man. M e n eo r: Ga jo winkelen? Mevrou w: Neen, tSaaa- lieb ik? geon tijd voor. Ik ga alleen ceu paar noodzakelijke dingen koopen! igen ïten hel functionnèert, de leiding niets tc ensehen overlaat, daarvoor kan men krijgen organiseerende talenten. Is liet daaraan wellicht, toe te schrijven dat. in Engeland, waar zulke góede bezoldigingen worden genoten, dc diensten beter funetionnccrenDc post, dc spoor, alles is naar verliou- betcr en goedkooper dan bij Wij weten en kennen directeu an Maatschappijen hier te lancle, die veel meer verdienen, dan een mi nister. die eenvoudg lachen om de lage bezoldiging van sommige staats ambten. En toch. ook zij meenen dat de sala- ssen omlaag moeien, want. zeggen j„Verminder de koopkracht en de prijzen gaan omlaag". Theorie en prac- lijk. Werden de prijzen lager na-ia: dc loonen van de metaalarbeiders c-aaldcar Nog sterkernadat dc tweede loons- ■erlaging a\as toegepast bij de tcxiiel- irbeiders, werd de katoen duurder! Wij herinneren ons nog den strijd van en bakker in Amsterdam, die zijn prij- n wilde verlagen. Op dit oogenblik moeten de grond prijzen voor de bakkers goedkooper zijn Gaat nu het brood naar beneden? Neen, en dan waren er nog ambtenaren, die dachten dat als de loo nen daalden, de levensstandaard ook :ou dalenl Zij hebben die illusie opge- reven Nogmaals, we gunnen ieder zijn .vinst, zelfs zijn grooie winst, doch torn niet aan het over het algemeen niet ie hooge salaris van den ambtenaar. Dan gaan de heeren instructeurs tan dit euvel mank, dat zij meenen, dat alleen produceerend werk goed betaald moet. worden cn het amble 's werk is in hun oogen geen pro duceerend werk. Toegegeven, doch prof. Kranenburg zegt het. in cie Tele- raaf van 23 October zoo terecht, ,Stel u voor. dut er geen ambtenaren op een bepaald oogenblik waren. Bill een week. binnen oen dag. in één zou liet geheele sociale leven hul peloos gedesorganiseerd zijn", /co is 't. en toch en t-.«;li meent ..the man in the streel" weg die ambtenaren, ze zijn te duur. Rler-f het daarbij nu maar. neen. alle publieke lichamen werpen zich op het slachtoffer, men wordt onbillijk, onwelwillend. Vraag aan de ambtenaren die dagelijks met het publiek iu sanraking komen, hoe liet publiek de ambtenaren behandelt. Zii zullen u zeggen, het publiek mag alles tegen ons zeggen, iiet publiek verliest soms de wellevendheid uit het oog. Waarom? Zijn die ambteuaren dan zoo onwelwillend. onbeleefd! Weineen. laat men eerlijk zijn. dan kan niet anders worden gezegd: de ambtenaren zijn <iver liet algemeen behulpzaam, beleefd, voelen zich dienaren der gemeenschap. En toch is men gebeten op hem en het vreemdste is, dat bij hen, die mee nen dat dc ambtenaar een le hoog sa- heeft en dal daaidoor hun belas- Prettiger c' i levende een Een ontmoeting Een gesprek mat Eduard von Winterstein en Paul Biensveldt, leden van Moïssi's ster-ensemble. loonen bij die bedrijven op behoorlijk- ting zoo hoog is, zich schaart de han- Het leven is toch een aaneenscha keling van toevalligheden. Ik zit in 'n Haarlerasche lunch-rooni togen senemerdonker. Ji Is ei' gezel lig. De vallende donkerte doet warm cn intiem aan na den gurcii Maau- Bezoekers komen en gaan. Da- bezien, jongedames t-u jongens, als lieeren doen. Dut is niets bij zonders. Dut boeit je niet. Maar dan komen twee mannen binnen, die wtl d© aandacht trekken, omdat ze an ders zijn dau de anderen, omdat de een iiüponeerende „figuur is. en de andere zich door buitengewoon le- eudige gelaatstrekkingen onder scheidt. En in ecus weetje het. Die •groote dat is Eduard von Winter stein, en die kleine, ja. dat kan niemand anders dan Paul Biensveldt U kent ze beiden toch. De beken- do DuitscUe tooneolspclers die met 'ssi meekwamen': Dien grooteu, Von Winterstein kunnen we ondei anderen in „der lebende l.eiclinam" als Viktor Michailowitsch Kurenin ba- wonderen, en do kleinste van de twee, Paul Biensveldt, is fijn cn be wonderenswaardig geestig, .ris hij de satan uit „Jedermaun", rood van .nijd, sprankelend van leven, speelt. Eu boe was zijn Kngstrand uit „Gespenster" Zij dio dit Ibscn-drnma verleden jaar zagen spelen, door Moissi, en zijn nienschen zullen de Engstrand-figuur van Paul Biensveldt niet zoo gauw vergeten. Terzake: De gelegenheid was nu le mooi om ze voorbij te laten gaan gaat dus dadelijk op hen af, ma je belittid, als nieuwsgierig verslag gever, wien het in zekere gevallen niet toegestaan is, anderen, d e het druk hebben rust te gunnen. Gelukkig vinden de heeren het lieelemaal niet erg Paul Biensveldt zegt. tenminste al: lachende: „Aha, Sie wollen etwas „praten"! Nu dat kon wel. in dit ge moedelijk bitter-uurtje, vertaald komt het- op het volgende neer: „Och", zoo hegint' Von intersteüi. ..waar moet je nu over praten. Over Holland ja, daar zijn we heel tevreden over, alleen is Jiet verschrikkelijk „schauderhaft", en hopeloos dat we Uiaast altijd in een trein leven- Is het niet zonde dat je een groot gedei.tt van je leven zoo moet verknoeien?" Ja, dat is Paul Bieusveldt volkomen met zijn confrater eens, toch staat, er, zegt luj eën heeleboel goeds tegen over. „Want hoe behulpzaam en mede werkend zijn hier niet al de men sehen met wie je in aanraking komt.', „En vergeet u dan het succes niet Und Herr Moissi vragen we- Nce antwoodt Von Winterstein en nee. schuddebolt Biensveldt. Moissi doet daar niet veel aan, hoewel hij toch ook wel een enkele maal gefilmd erd". Vol lof, en enthousiasme zijn beide itisten, over het. Hollandsche land schap, en stadsbeeld. „Een dorado om te „filmen Holland met zijn buiten-gezicluen, zijn pittoreske, an tieke, straatjes cn sloppen, oude deu- nisters. zijn studs-intcrieur- tjes vol volk en van ongeschonden oude pracht". „Maar weet u wat ik nu absoluut uitt begrijp?" zegt Paul Biensveldt, Ik begrijp niet waarom er nu naast dat woudervolle huis op dc Groote Markt, mc-t dien trap-gevel," (do spre ker begeleidt zijn woorden met vb beschrijvend, en iu den lucht teek uend vingergébaar) „zoo'n yersclni kelijk le&Tijke vierkante kist gezet werd"! (Bedoeld wevd de oudo sociëteit „Trou moet Blijcken"). En wat moet- je daar nu op ant woorden- We begrijpen lietzolf toch ook niet, waarom het stadsbeeld, vroeger zoo dikwijls hopeloos ver knoeid werd Zoo hoor je dus door menschen van smaak, kunstenaars, over Holland tu Haarlem praten. Je liooit ze vertellen van de „wondervolle Renaissance" werken in Nederland, van het mooie postkan toor in Rotterdam, vsn de Hezren- graclit in Amsterdam, een wonder van harmonie, en getuigenis van het oude rijke Holland: zij liebbeu het ook over het lechjke Paleis van Volks vlijt in Amsterdam, cn dan komt weet bet gesprek op dat wat zij iu Holland spelen. „Dc: Lebende Leiclinam", werd met Moissi ontelbare malen opge voerd, ook in Berlijn. Zij hoorden van het stuk. Maar vooral „Jcdermann" seliatten ze zeer hoog, omden eenvoud, de naïveteit en den ongerepten oor spronkelijken zeer zuiveren kuusl- vorn veel aan. Maar welk een beschaafd, fijn, geestig zanger bij do g ui taai' is hij overigens en wat een meester op zijn mooi instrument! Hoe teer „Lu fleur qu' on a jetée", hoe ondeiigend- geestig was „II y a un truc qui oho toujours" en hoe schilderde hij ons in teed ere klank-tinten „L'ne nuit de Chine". Deze hoogstaande uustenaar in zijn genre mag wel als den voornaamste» van dit. pro gramma genoemd geprezen worden.. Willy Chaiidoiiny, de Duitsehe ope rette-diva voldeed ons na dc pnuzo in de aria uit „La Bohëine" en met de P.iprika-marscii en het bekends ..Kuszlied" beter dan daarvóór. Zij beschikt overigens over uitmunten de stemmïddelen en heeft bovoii- de gave. door levendig gebaar en dito gelaatsuitdrukking to kunnen onderstreep' tï" waar liet op aan komt. Ook bij dit programma kan men zich in het Concertgebouw „Modern" weer uitstekend amiiseeren. Hot v.aa niet bijzonder vol. Maandagavond Komaan, bewoners van Haarlem en omstreken, toont dat. ge deze inrich ting van vermaak binnen uwe maren, waar u steed; kleine kunst", maar die op hoog peil riaat. geboden wordt, weet te waardeeren! -Alleen de goede muziek van In t Iioiigaarsche trio I.osro en het piano spel van Jan Tames li rcods ccn gang naar de Raaks waard! GEVONDEN VOORWERPEN. Wijkhuizen, Doelstraat No. il. Arm band; Heerens, Westergi'nclit -.'lid., Kinderbroekjc Paulus, Korte IJveren- straat Grijze ceintuurLindeman,; Zijl weg 23, Blauwo ceintuur; J Sun- dorp, Roiuolenstraat 17, Blauwe duif; Zonneveld, Klarenbeebstrnat 45, Paar dendeken De Rijk. Fr.inkeustraat Ui',- Hondenriem Joh. Reinier. Kruistocht- straat 45, Zilveren halsketting; Do Jong, Vogelenzangschcwcg 94. Gele hondJansen. Vcrspronckweg 45, Glacé handschoen Kennel Fauna.- Parklaan Herdershond, gebracht duur Meijer. Zijlstraat :;U. Amsterdam; Grjjze kat, gebracht door .Muller. Gr. Houtstraat ]]0; Grijs witte kat. ge bracht door Kloos, Spionkopstraat 7 K. Bakker, Begijnhof 2, Xwart-witte kat; Mevr. Schouten. Arnoldla.m Bloemendaai, Zwarte portcmonnaio Aarts, Paul Krugerkadc 7, Bruine iu- derportemonnaieH. v Ni-.!. Park- laan 25, PortemonnaivJ. Has. Oudc- weg t'-Iv., Damesririg M. v. <1. l>r:ft, Spaarnwouderstraat Kria. Zwaï; t.sschjo Gem. Reiniging. Ledic bier vat fG. V.)Toepoel, W Pyrniuiit- stiar.t 52, Gonje zak. ■aakt toc.h zoo langzamerhand uitgepraat. Zoo dadelijk zullen we elkaar even de liaud drukken, en ilan bdhoort de toevallige ontmoeting weer tot dat wat voorbij is. Maar nog even neem je toch in jo op den mooien sprekenden kop, liet forscho profiel van Von Winterstein. Iu lie'c yuartett ftir Jiirchcngesang, want :dt 'uij een monocle geklemd. sporadisch de oogenblikken ook •Solo Qui Leinzi.. Kirchengesanp Ned. Herv. Kerk daal. Bloemen- Voor het ineenvloeien van dc tim bres dus om een goed vocaal geheel te verkrijgen, is het kleine Bloemcn- daalsch kerkje niet de geschiktste plaats, vooral niet, wanneer het daar enboven stampvol met inenschen ge vuld is. Daar moesten wij .Maandag avond vooral rekening mcc houden bij de beoordeeling van het Loipziger Quartett für Kirchcngesaug, want hoo En ook Biensveldt kijken w loops even aan. Zooals hij daar zit, een gebakje brekend, zijn oogen neer geslagen, kijkend naar liet werk dat ie onder handen heeft, herken jc toch, vooral in den trek van den mond. dadelijk in hem „Engst rand", „Kin Trunkenbold" en „Satan". CABARET „MODERN". Even een kleine teleurstelling: Jacques Dutreau, de Hollandsche piano-humorist, was er niet. Hij was ziek. zei de Fransche cabaretier Joan Combes: hij was ergens op eea lief dadigheidsuitvoering, zei de Holland- sclie liederenzanger Hamel die hem verving. Enfin: liij was er in ieder geval niet. Maar daarom niet al te zeer getreurd; m de eerste plaats zal hij er de andere avonden wél zijn en in de. tweede plaats had hij in llaruel een zeer goed vervanger gevonden, die liet verstaat om een treurig, of een ironisch, of een spottend of ook maar een gewoon moppig lied te zin gen bij de guitaar en ook zoo'n klein beetje te „confereeren".Want ja: een goeden conférencier, dien misten wij, nadat Piet Holman ons in Mo dern zoo verwend heeft, wel een 'beetje. De heer Jean Combes, ren dat wij een compleet cnsembie te hooren kregen, toch was het te mer ken dat hel viertal tut uitstekenden sumengang in staat is. Het l- 'atikma- tcriaal van hev kwartet is ontegenzeg gelijk van j lima gehalte. Vr-uuii de sopraar Gertrud Kubtl en dc lus Carl Erankncr beheerschcn schitte rend hunne mooie stemmen. Dc iet wat gevoileerde tenorstem van L'ur6 Taut voldeed ook doorgaans goed in het ensemble, evenals de ait Elisa beth Róihig, doch zoo volkomen bc- heerscht cn toonvast a!s hunne part ners kwamen zij mij niet voor. Wuu- neer lichte zwevingen van het_ toon- peil zieh onenbaarden, was de ooi zaak ervan dan ook steeds in de bin- nenpartijen te zoeken. Maar dat neeir.c niet weg, moge dc eenr Helft, van het kwartet wat voortreffelijker zijn dan het andere, als geheel is het toch vr.a een superieur gehalte, en niet. alleen is het viertal stuk voor stuk de bezitter van een mooi en goed gecultiveerd orgaan, ook een rijpe muzikaliteit, vol zuiver artistiek be grip kleurt hun zingen. Wat aangaat hun samenzang gaven zij de blijken van zeer ernstig werken, van ambitie en tucht. In chronologische volgorde werden een Franschinan, doet er niet een twaalftal Duitsche- kerkzangen Vertaling naar liet Engelscii van GENE STRATTON PORTER. 15) I-loewel liet een lange tocht was, ging 'hij er iederen dag nog een eindje verder naar toe uit angst dat een slang, een havik of een vós het kleine vogeltje gevonden had. Want nu luid hij nog meer dan de oorspronkelijke belunastelling voor zijn kuikens liet meisje zou immers komen om naar hen te kijken. Misschien kon hij nog wel andere onderwerpen vinden, waar de vogel- vrouw belang in stelde. De veerman had gezegd, «int zijn broer er haar iederen keer bij haalde als hij ecu nest vond. Nu. hij had de nesten die hij kende nooit geteld, en misschien wa ren er nog wel meer zeldzame vogels in het hosch. Behalve hun natuurlijke vijanden, was er niets dat de vogels in liet bosch stoorde. Het was hoogst waarschijn lijk. dat er nog wel m er vreemd© vo- cols. zooals «lio ,-warte zouden -a in. Als ze foto's w ide nmken van half vol wassen vogels kou Lij er haar cp ceu ronde wel viijftig aunw ijzen, want hij had ze gevoed, cn gestreeld, zoolang ze hun oogen open hadden. Het heel© voorjaar door had hij ke vers en wormen verzameld, die hij in het gras en op de boschjes zag zitten ze in de eerste de beste open mond, die hij zag, laten vallen. En de vo gels hadden graag dezen derden ver zorger aangenomen. Toen de week out was, was Sproet- neus klaar met zijn kamer, waar hij nieuwe dingen had geplant in all© kleuren van den regenboog. Hij legde op al de natst© plekken van bet pad stukken boomschors neer. liet was midden in Juli. De hitte van dc laatste dagen had hot water in en om hel bosch gedroogd, zoodat het mogelijk was om het te voet in all© mogelijke richtingen te doorkruisen, als men tenminste de richting kende en niet verdwaalde tusschen de dicht op elkaar groeiende planten en struï- En door de hitte gebeurde er nog iets dat Sproetneus, als ccn rechtge aarde Ier. de schrik op In t lijf jaagde. Toen het bosch droog werd. zochten de bosch bewoners de koele plekjes in het moeras op. 2vonden dï hitte niet prettig, maar het kostte hun ook moei ie om de veldmuizen, de ntolleu en jonge konijnen uit hun buurt te ver- het pad kruipen, a's dc hitte te erg werd. Do ratelslangen vergaten hun goede maniereu, want z© vielen aan als er geen enkel© aanleiding toe was en dachten ©r zelfs niet, aan om te ra telen. lederen dag moest Sproetneus groote zwarte slangen van het nest '\an zijn kuikens verdrijven. Soms hoorde hij do ouders angstig krijschen als hij er een heel eind vandaan was eu dan liep hij er hard heen om de «kleine vogelijcs te redden. Hij zag het meisje toen liet karre tje op de open jilek kwam. Ze bleven bij den westelijken ingang staan eu wachtten op hem. Hij zou ben voor gaan op liet pad, want liij bad hen verteld dat dal voor het. paard bet vei ligst was. Ze liepen langs den oost kant lot ecu plek vlak bij dea hollen boom en Sproetneus droeg de camera s en wees do vogelvrouw een pad dat hij daar gemaakt, had. Ilij vertelde haar welk effect d hitte op «le slan gen had, kroop in den hoorn naar het kleine vogeltje toe en haalde hem er uil. Terwijl zij bezie was Itnar caïüeï'a op te stellen, vertelde hij haar over de vogels m het bosch en ze keek h:rr. mei groote oogfu ongeloovig ami. spraken af dat Sproetneus het rijtuig bi- den oostelijk- n iugnn<r zou brei sriiad hel pa r ccn p •kje i het iu liet hosch, icV het vogelvrouwtje klaar was met haar werk en bij hen kwam. ,Dit zal niet lang duren", zei ze. „Ik weet nu, waar ik de camera moet zetten, en 't kleine kuiken is groot ge noeg om stil te zitten en te klein oin weg te loopen of erg leelijk te doen. dus ik kom gauw weer bij je om naar die nesten te gaan kijken. Ik hob lien platen bij me en ik zal er hier zeker met meer dan twee gebruiken, dus nris schien kan ik vanmorgen nog wel een paar'nesten of jonge vogeltjes ne- Sproetncus haastte zich zooveel liij kon, want zijn droom was zoo spoe dig bewaarheid. Ilij liep huig» het pad, en het. meisje volgde hem. 11 ;j verontschuldigde zich doL hij het eer ste ging, omdat luj er zeker van wilde zijn. dat het pad veilig was voor haar. Ze lachtó óm zij» angst ei» zei dal hel ui ieder ge vul brlee'd van hem was. „O", zei -Sproetneus. „dus dat wist je.' Nu. k «jacht niet dat je bet wist en il; was bang dat je denken zou dat ik niet genoeg respev; voor ie had om dat, ik jo voorging!" lfet meisje kerk hem verbaasd aan: toen zag ze op eens de ondeugende uitdrukking Sn zijn oog:n en ze lucïi- boel wist ze de nomen, maar enkele kende ze met, en ze schreven het aan tal en de kleur van do eieren op eu de samenstelling -van het nest, de kleur, de grootte en den vorm van de vogels en gingen ze toen iu liet boek opzoeken. Toen ze in ziju kamer kwamen, klopte het hart van Sproetneus bijna hoorbaar. Het was er nog veel mooier dan een week geleden. Het meisje haalde diep adem en keek eerst naai den ceueu cn toen naar den andoren kant. „Het is net als in een sprookje!" liep ::o opgewonden uit. Toen keerde ze zich om cn keek naar Sproetneus. zoo.-ils ze naar zijn werk gekeken had. „Wat wil je worden vroeg ze laue-, zauin. „Wat meneer Mc Lean voor me be stemd heeft"antwoordde hij. „Wat doe je het meeste?" vroeg ze. „Het bosch bewaken". ..Ik bedoel niet werken'.' ..O! In in n vrijen tijd houd ik m'n kamer :n oule en lees ik in mijn boe- ziec er met naar uit. Je hebt er geen gezicht voor maar er zit wel iots grootsch in, iets prachtigs. Ik zal pio- ueeren om er achter tc komen wat hot is en dun moet jij er voor gaan wer ken, Je vader verwacht veel van je. Dat kun je merken aan do manier waarop hij over je praat. Jo moest maar gauw beginnen. Je hebt al lo veel tijd verknoeid". De arme SproeUieus liet liet hoofd hangen. Hij had nooit een uur in zijn leven verknoeid hij had er ook nooit de gelegenheid toe gehad. Het meisje keek hem strak aan cn las do gedachte op zjn gezicht. ..O, dat bedoel ik niet!riep ze uit, plot seling wanhopig over de uitwerking van haar woorden. ...Natuurlijk ben 1o niet lui! I)at zal niemand deuken, als hij j© ziet. Ik bedoel, dit er zit iets j moois, iets krachtigs in je gezicht. Er I is iets dat je in dezt wereld moet doen, en hoe je nu o^k v Bisteedt je meer tijd aan je kamer cueend# of aan de boeken? in orde te houden en de rest aan dc loefle l:cd,--mc.nl niet beekeu". iifnd muitte. 1 Hi to-u- Het meisje keek hem scherp aan. n: s a mooie nesten en j „Nu. misschien wordt jc nog wel eens het pad, \.au ecu hcele- ceu groot gcLcrdc". zei ic, „maar jo ook me© hebt. het i knoeicu lotdat je i je het allerbeste !- Als j© niets ter hier vost hield, eu •el s nllem jd v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 9