HAARLEM'S DAGBLAD
intrekking art. 40 Bezoldi
gingsbesluit
ÖEze Lacii&oe
Staslsiilews
Muziek
F' e is i 1 a e t o si
DE VONDELING
WOENSDAG 31 OCTOBER 1923
- DERDE BLAD
Eenigc dagen geleden hadden wij
den schrijver van dit artikel, die zich
Sphinx noemt, verzocht een be
schouwing to geven over wat in onze
naa6tc omgeving do ambtenaren den
ken over de intrekking van art. 40.
Juist toen hij het ons gezonden had,
werd dc Vlootwet verworpen en trad
het Ministerie af. Wat het volgende
kabinet met art. 40 zal doen, is onze
ker; bet artikel van Sphinx verloor
daardoor min of meer zijn actualiteit.
Op verzoek van den schrijver plaat
sen wij het evenwel toch. Hij is van
oordeel, dat het ouderworp ook op
d i t oogenblik, daarvoor belangrijk
genoeg is.
REDACTIE.
Wij zouden kunnen verwijzen naai
de \tlc openbare vergadering-*, dio
zijn gehouden en nog steeds worden
gehouden, eveneens naar wat van ju-
r.dische zijde is ge-sciireven uoor man
nen als Jhr. de Savomin l.ohman. Jo-
seplius Jitta, Prof. Kranenburg, Mr.
Marcliant, Prof. Simons, Mr. Mc-ndels,
Dr. v. d. Laar en zpovele anderen zoo
wel voor- als tegenstanders van ©e in
trekking van art. 40.
lloe verleidelijk het ook is, die mee
ningen van heeren juristen te verge
lijken en opmerkingen daarover te
maken, meenen wij toch dat niet ie
moeten doen, het zou ons to ver voe
ren. Alleen vreemd doet bet aan dat
eerst nu, en niet tijdens de vaststel
ling van liet gewraakte artikel, de
juristen tot de conclusie komen, dat
het een monstrum is. Wij willen ons
bepalen tot do vraag: „Wat leeft er
in bet ambtenarencorps?"
Op die vraag kunnen wij een positie!
antwoord geven. Ongeacht of de amb
tenaar is R'.-K., A.-R., S. D. A. P. of
V. D., ongeacht in welken vakbond
hij is georganiseerd, de ambtenaar
leeft in do overtuiging, dat men hezig
is, hem groot onrecht aan to doen en
dat het werk van den ambtenaar mis
kend wordt.
Ziedaar liet positieve antwoord op
de vraag „wat leeft er in het* ambte
narencorps.'" Een antwoord zoo sobe".
zoo ontdaan van alle franje en toch
zooveel zeggend door die soberheid.
De Regeering zal bij intrekking va.
art. 40 onrecht doen aan den ambte
naar. Waarom en wat zegt art. 40 n
de Lekende wijziging?
IleL artikel waarborgde aan dm
vasten ambtenaar in dienst zijnde op
1 Juli 1922 zijne bezoldiging.
Die bezoldiging was tol stand "eko
men na een moeilijk overleg. Lan
gen tijd daarvoor, waren de loonen ia
hei vrije bedrijf bij arbeidscjjntra :c
reeds in overeenstemming met den
toen geldenden levensstandaard go-
braclit, eerst later, veel later kwam
regeling voor liet overheidspersoneel
in „de centrale commissie voor georga
niseerd ovoileg in ambtenaarszaken'
tot stand.
In zijn oorspronkelijken vorm lu.l
de art. 40 aldus:
„Wij behouden ons voor om, bij ver
mindering van do heeyschende duurte,
door wijziging van dit besluit vit
daarmede evenredige snlarisverminde-
TÏng te doen plaals vinden, behoudens
handhaving vnn <te wedden, oio een
maal zijn toegekend".
Bij kon. besluit van 10 Juni 1927
Stbl. Mo. 400, werd nrt. 40 Bezol.J'-
gingsbesluït in dier voego gewijz
dab het als volgt kwam te luiden:
„Voor de op 1 Juli 1922 ip dienst
zijnde ambtenaren blijven de op dit
tijdstip genoten wedden ge waarborg 1,
behoudens in geval en voor zoover c!iï
wedden ingevolge de op ovengenoemde
datum bestaande bepalingen -
besluit vermindering moeten onder-
Intrekking van art. 40 zonder
rugwerkende kracli t.
daar de Regeeringsgedaehte.
Voor de toekomsligfe ambtenaren
geen gnrantiebepaliug meer, -oor de
in dienst- zijnde functionarissen daar-
enlcgen wel, behoudens dan deze,
door den Minister uitdrukkelijk ire-
maakte, reserve, dat niet worrlen gr
vvaaiborgd de periodieke verb.omrin
gen na 1 Juli 1922. Alleen de
1 J u 1 i 1922 bereikte t r a p d
salarisschaal zou g e g
randeerd z ij n.
De woorden toch van art. 40 (oud)
„wedden, die eenmaal zijn toegekend'
werden door den Minister grinterpiv-
teerd als tc slaan op liet op een gega
ven oogenblik concreet verdiende sola
ris en niet als op de voor de ambte
naren geldende wedden regeling,
het vigeerrndo art. 40 lateu de w<
den „genoten wedden" trouwens hier
omtrent geen twijfel meer bestaan.
Art. 40 waarborgde dus het sala
ris van den ambtenaar. Nog dient te
worden opgemerkt, dab de salarisseu
van de ambtenaren, speciaal voor de
met 1914
et vrije be-
ijksaiubteuaron tot en
jrre beneden die van I
drijf stonden. Vast wei-I
plachten do ambtenaren in die
dugen te zeggen. Het vaste werk en
liet uitzicht op pensioen deed den
ambtenaar in overheidsdienst blijven.
En hoe stond liet salaris na de
ieuwe vaststelling iu de Centrale
Commissie van Overleg Wij hebben
officieele gegevens ter bescnikking:
Ken staat van het Centraal Bureau
voor de Statistiek geeft voor Haarlem
au: dat als rnen liet looii in Janu-
ri 1914 op 100 stelt, dit loon
u 1 i 1 9 2 wordt weergegeven door:
Beroepen: Timmerman 268,
Metselaar 26$, Bakkersgezel 300 (23
jaar).
Terwijl voor de ambtenaren hij
n verhoudingscijfer van 100 voor
het salaris iu 1914. het salaris vve-
net bezoldigingsbesluit 1920 be
draagt:
Voor alle ambtenaren gemid
deld 1SG.
Voor de lagere ambteuaren gemid
deld 21G.
Voor de middelbare ambtenarei
,'emiddel'l 184.
Voor de hoogere ambtenaren ge
middeld 139.
Genoemde loonen uit liet vrije be
drijf waren alle minimum, geregeld
bij arbeidscontract.
De ambtenaren gunnen hun colle
t's werknemers gaarne dat hoogere
loon, de bedoeling is een overzicht t9
geven dat het loon van hst over
heidspersoneel wus en bleef beneden
.rije bedrijf. Maar hoe staat het
.anneer de Regeering haar plan-
doorzet. noe zullen dan die loo
nen, die vette loonen zijn?
Ook hiervan eenige officieele gege
vens voor Haarlem. Na 1 Jan. 1925
w anneer de loonen met 20 zullen
zijn verminderd, bedraagt dat Soon
o.a. voor het postpersoneel:
Thans: Wordt:
Werklieden 21.11 min. 16.50 min.
Bestellers 22.70 min. 17.74 min.
I-Ioofdbestellers 30.79 min. 24.06 min.
Telegrafist 21.11 min. 16.50 min.
Commies tit. 51.91 min. -40.59 min.
Commies b./h.
Hoofdbestuur
P. en T. 49.27 min. 3S.50 min.
Wij vragen: welke Kamer van
Koophandel, welke" burger zal van die
loonen durven beweren dat zij vol
doende zijn Van een loon van 17.74
is eenvoudig nier. te leven, die ambte
naren zullen dan naar andere mid
delen moeten uitzien. We krijgen dan
den toestand weer terug, dat zooals in
Amsterdam een schrijver 's avonds
suppoosten-diensten verrichtte of
's morgens vroeg achter een broodknr
b'ep. En toch verlangt men van dien
ambtenaar dat liii met lust zijn arbeid
zal verrichten. Zelfs vriendelijk zal
zijn. .Ta: vriéndelijk met bittere wrok
in bet hart.
Wij hebben voldoende hiermede aan
getoond, dat, gaan de plannen van de
Regeering door. die ambtenaren een
zorgelijke toekomst tegemoet gaan.
Alvorens hiervan af fe stappen, willen
wij toch in herinnering brengen dat
de vakbonden op liet juiste standpunt
staan, n.l. dat een contract of overeen
komst geëerbiedigd moei. worden.
Vermeldenswaard is, dut toen de loo
nen omhoog gingen, leden van een
bond in Noord-Brabnnl, waarvan de
leden bij contract met. werkgevers c
een bepaald loon gebonden wal
den lto-nd wilden ontbinden om da
door l:oé van het contract te kon
om dan opnieuw den Bond te stich
ten en hooger loon te kunnen bedil
gen. Alle vakcentralen hebben zie
daartegen verzet, men achtte dit en
zeer terecht geen reëel standpunt Men
was doordrongen van liet feit, dat
eenmaal gesloten overeenkomst ;r
niet zonder meer ongedaan kon i
den gemaakt. Men meende, dat.
schoon in dit geval het contract wel
is waar een beletsel was, men dit
ongunstige geval voor lief moest ne
men, omdat men teveel waarde hecht
te aan een collectief arbeidscontract
en men de waarde van dit contract
door een dergelijke liandelwij:
ontbinding van den Bond, zou verklei
nen.
Begrijpelijk is het, dat in ambte
naarskringen hel voornemen der Re
gering ontsteltenis lieeft gebracht.
Dc vraag 13 voor hen: waar kan men
zich neg aan vasthouden, wat is no;
zeker, waarop kunnen wij ons no;
verlaten Te meer klemt dit, omdat
het motief niet is: de loonen zijn
hoog in verband met gewijzigde cco
1 raïsche omstandigheden, doch: er
eer: tekort op de begrooting.
Stel eeus. dat een gemeenteraad
loonen vaststelde naar dezen maatstaf
dat daar bijv. de gasfabriek en het.
electr. bedrijf winst opleverden.
peil gebracht, doch aan die bedrijven,
welke verlies opleverden, lager ge
steld moesten worden, ook al werd
hetzelfde werk verricht. Dat zou on-
j'uist zijn. Maar dan is het. zeer on
juist, dat de Rogeeiing zegt: zooveel
te kort, dan maar de loonen omlaag.
We kennen geen voorbeeld dat in liet.
tegenovergestelde geval, dus met. een
gunstige begroot ing, de Regeering
zonder dat de levcnssUhdaard daar
toe aanleiding gaf. de loonen verhoog
de. En dat geschiedt nu mot algcheelc
terzijdeetelling van een eenmaal ge
sloten overeenkomst. Nog erger: deze
maatregel werd aangekondigd, zon
der dat deze zaak om advies aai, de
Centrale Commissie van Overleg was
gezonden. Dit zijn de nuchtere tenten.
Is het dan niet juist 1e spreken van
het gevoel dat „onrecht" wordt ge
daan? Onrecht omdat men liet zoo
geprezen, gewenschtc en gewaardeer
de overleg totaal negeerde, onrecht,
omdat, men meent een gesloten over
eenkomst, schriftelijk bekrachtigd, tc
kunnen te niet doen, onrecht, omdat
het loon zal worden een loon waar
van men eenvoudig niet kan bestaan.
Het motief, dat do loonen te hoog
zouden zijn in verband met den le
vensstandaard, kan niet gelden. Men
vergelijke de officieele cijfers? Men
komt te kort, dat is liet ecnige motie'.
Recht heeft afgedaan, de macht is aan
het woord.
De ambtenaren verkcereu in een
zeer ongunstige positie. De Rogcering
komt te kort, de publieke opinie is i
geu de ambtenaren. Zij worden mi
KcmL Waarom?
Onmiddellijk geven wij toe, dat
fouten zijn begaan, dat, hier en da;
men zuiniger had kunnen zijn. Is men
in het particuliere bedrijf ook wvl
eens niet wat al te royaal We kun
nen voorbeelden noemen, we zullen
het niet doen, dut brengt de zaak can
de ambtenaren niet vooruit.
Wanneer inderdaad blijkt, d it die ■-
sten zuiniger kunnen worden beheerd,
ganisoerc men die diensten,
og geen reden een blaam te
op het geheele corps. Heeft
men zich wel eens afgevraagd of dc
betaling van verantwoordelijke func
ties behoorlijk is? Elke waar naar zijn
geld. Laten wij eens naar Engeland
zien, daar wordt dc Postmaster Ge
neral betaald met 10.000 p.st. per jaar,
dan kan men eisehen, dat alles goed
deldrijvende iuiJicintatnl. Dat Is onbe
grijpelijk. Waar heeft de neringdoende
•neer profijt van. van den ambtenaar
die koopkrachtig is of van kern die
c:s meer koopen kan?
Waar blijft het verdiende geld van
den ambtenaar? Op de banken? Meent
men, da: hi: eigendommen daarvoor
Icccpt? Dat geld lolt door do handen
van slager, kruidenier, bakker, klecr»
maker en naar gelang de ambtenaar
verdient, zijn ook zijn uitgaven. Dus de
handeldrijvcnden hebben belang dat
ook de ambtenaar behoort tot liet koop
krachtige publiek.
De ambtenaar vertoont den laatstcn
lijd veel overeenkomst met liet hoofd
van Jut. Men weet niet te waardeeren
dc vele stille, nijvere mcnschen, die
uithoofde van hun ambt, zich daar niet
over uitlaten, eenvoudig lum weg gaan,
hun werk verrichten, niet aan den weg
timmeren cn daardoor missen de waar
deering waarop zij aanspraak mogen
maken. Ja, later, bij dc groeve, dan
hoort men door dc betrokken autoritei
ten woorden van waardeering spreken,
en hoort men soms den volgenden d;
zeggen, door het publick dat nooit ic
van het werk van dien ambtenaar hnii
gezien „Ik wist niet dat hij zso'n goed
ambtenaar was!"
Wij- hebben ons niet gevleid met (1c
gea=
t dit a
der
dan
Dat is r
kunnen bijdragen liet voornemen
RegeejLng. dat een ramp voor vel'
zinnen zal zijn. tc verijdelen,
wanneer dit artikel iets weergeeft
vat in de hanèn van emzenden ambte
naren leeft en er toe hecli mogen leiden
dat het publiek beter oordeel over dc
„te hooge loonen" heeft gekregen er
zat milder tegen het ambtenarencorps
wordt gestemd, rijn wij ruimschoots te-
•reden.
Ten slotte- liet ziel er voor do amb
tenaren slecht uit. We kunnen hun één
niddcl aan de hand doen: organiseert
t enk, behalve in de vakvereeniging,
n de Kiesvere niging, welke dan ook.
",:r aan het publick zeggen wij:
..Aangenaam de dooden tc.hoorcn
duti u overal heeft", meenen wij te
mogen opmerken.
..Natuurlijk" is liet antwoord van
Von Winterstein, „dat is een gronte
voldoening, maar we spelen toch
iiiet heeleinaal bin en vóór succes, we
zijn toch per slot van rekening ook
inenschen
Nee. voor ons zijn die oogenblik-
ken inooi, waarop \vo vrij zijn, om
eens lieelcmaal van Holland's moois
te kunnen genieten. Zoo zagen we
vanmiddag het. Frans Halsmuseum.
Eu wat was dat prachtig, mooi!"
Paul Biensveldt zit bevestigend te
knikken, en voegt er aan toe. „Ik zog
nog nooit zoo'n mooi museum!"
Jc- voelt je daar lieelemaal niet in
een museum, je bent daar thuis, liet
•is als of je in een oud slot vol „Stiin-
nuing" dwalen mug. Jo geniet in die
huiselijke sfeer, ongestoord van de
kunstwerken van Frans Hals".
Toen viel hem Von Winterstein in
de rede: „.la, en zoo zie ik ook nu nog
de Hollanders, zooals ze vroeger af
gebeeld werden, vol leut, en 1 ovens-
lust. Kijk maar in do steden, op de
straten, bij de cafe's, daar zie jo wat
je noemt dc optimistische gezonde le
vensblije Hollander."
.,Jn. „gesimd" bromt Paul. :,dat
ziiii zo bij ons in Diiitscliland niet
meer"
Het gesprek komt dan op de film
waar beide spekvs groote voorstan
ders van zijn. eveoais hun lieroeuide
collega's. Easscrmann en Wegener,
/.ij hebben er dan ook al llccl wat
kderen voor gewerkt, bicscoop-deskun
OP HET EXAMEN.
Professor (geschiedenis exami
neerend): Wat kunt u mij vr tellen
van den leeftijd van Elizabeth
Candid aat: Zij wordt de vol
gende maand ncgeutien, Professor!
Mevrouw: Ik ga vanmorgen de
stad in, man.
M e n eo r: Ga jo winkelen?
Mevrou w: Neen, tSaaa- lieb ik?
geon tijd voor. Ik ga alleen ceu paar
noodzakelijke dingen koopen!
igen
ïten
hel
functionnèert, de leiding niets tc
ensehen overlaat, daarvoor kan men
krijgen organiseerende talenten. Is
liet daaraan wellicht, toe te schrijven
dat. in Engeland, waar zulke góede
bezoldigingen worden genoten, dc
diensten beter funetionnccrenDc
post, dc spoor, alles is naar verliou-
betcr en goedkooper dan bij
Wij weten en kennen directeu
an Maatschappijen hier te lancle,
die veel meer verdienen, dan een mi
nister. die eenvoudg lachen om de
lage bezoldiging van sommige staats
ambten.
En toch. ook zij meenen dat de sala-
ssen omlaag moeien, want. zeggen
j„Verminder de koopkracht en de
prijzen gaan omlaag". Theorie en prac-
lijk. Werden de prijzen lager na-ia: dc
loonen van de metaalarbeiders c-aaldcar
Nog sterkernadat dc tweede loons-
■erlaging a\as toegepast bij de tcxiiel-
irbeiders, werd de katoen duurder!
Wij herinneren ons nog den strijd van
en bakker in Amsterdam, die zijn prij-
n wilde verlagen.
Op dit oogenblik moeten de grond
prijzen voor de bakkers goedkooper zijn
Gaat nu het brood naar
beneden? Neen, en dan waren er nog
ambtenaren, die dachten dat als de loo
nen daalden, de levensstandaard ook
:ou dalenl Zij hebben die illusie opge-
reven Nogmaals, we gunnen ieder zijn
.vinst, zelfs zijn grooie winst, doch torn
niet aan het over het algemeen niet ie
hooge salaris van den ambtenaar.
Dan gaan de heeren instructeurs
tan dit euvel mank, dat zij meenen,
dat alleen produceerend werk goed
betaald moet. worden cn het amble
's werk is in hun oogen geen pro
duceerend werk. Toegegeven, doch
prof. Kranenburg zegt het. in cie Tele-
raaf van 23 October zoo terecht,
,Stel u voor. dut er geen ambtenaren
op een bepaald oogenblik waren. Bill
een week. binnen oen dag. in één
zou liet geheele sociale leven hul
peloos gedesorganiseerd zijn", /co is
't. en toch en t-.«;li meent ..the man in
the streel" weg die ambtenaren, ze
zijn te duur. Rler-f het daarbij nu
maar. neen. alle publieke lichamen
werpen zich op het slachtoffer, men
wordt onbillijk, onwelwillend. Vraag
aan de ambtenaren die dagelijks met
het publiek iu sanraking komen, hoe
liet publiek de ambtenaren behandelt.
Zii zullen u zeggen, het publiek mag
alles tegen ons zeggen, iiet publiek
verliest soms de wellevendheid uit het
oog. Waarom? Zijn die ambteuaren
dan zoo onwelwillend. onbeleefd!
Weineen. laat men eerlijk zijn. dan
kan niet anders worden gezegd: de
ambtenaren zijn <iver liet algemeen
behulpzaam, beleefd, voelen zich
dienaren der gemeenschap.
En toch is men gebeten op hem en
het vreemdste is, dat bij hen, die mee
nen dat dc ambtenaar een le hoog sa-
heeft en dal daaidoor hun belas-
Prettiger c'
i levende een
Een ontmoeting
Een gesprek mat Eduard von
Winterstein en Paul Biensveldt, leden
van Moïssi's ster-ensemble.
loonen bij die bedrijven op behoorlijk- ting zoo hoog is, zich schaart de han-
Het leven is toch een aaneenscha
keling van toevalligheden.
Ik zit in 'n Haarlerasche lunch-rooni
togen senemerdonker. Ji Is ei' gezel
lig. De vallende donkerte doet warm
cn intiem aan na den gurcii Maau-
Bezoekers komen en gaan. Da-
bezien, jongedames t-u jongens,
als lieeren doen. Dut is niets bij
zonders. Dut boeit je niet. Maar dan
komen twee mannen binnen, die wtl
d© aandacht trekken, omdat ze an
ders zijn dau de anderen, omdat de
een iiüponeerende „figuur is. en
de andere zich door buitengewoon le-
eudige gelaatstrekkingen onder
scheidt. En in ecus weetje het. Die
•groote dat is Eduard von Winter
stein, en die kleine, ja. dat kan
niemand anders dan Paul Biensveldt
U kent ze beiden toch. De beken-
do DuitscUe tooneolspclers die met
'ssi meekwamen': Dien grooteu,
Von Winterstein kunnen we ondei
anderen in „der lebende l.eiclinam"
als Viktor Michailowitsch Kurenin ba-
wonderen, en do kleinste van de
twee, Paul Biensveldt, is fijn cn be
wonderenswaardig geestig, .ris hij de
satan uit „Jedermaun", rood van .nijd,
sprankelend van leven, speelt. Eu boe
was zijn Kngstrand uit „Gespenster"
Zij dio dit Ibscn-drnma verleden jaar
zagen spelen, door Moissi, en zijn
nienschen zullen de Engstrand-figuur
van Paul Biensveldt niet zoo gauw
vergeten.
Terzake: De gelegenheid was nu le
mooi om ze voorbij te laten gaan
gaat dus dadelijk op hen af, ma
je belittid, als nieuwsgierig verslag
gever, wien het in zekere gevallen niet
toegestaan is, anderen, d e het druk
hebben rust te gunnen. Gelukkig
vinden de heeren het lieelemaal niet
erg Paul Biensveldt zegt. tenminste
al: lachende: „Aha, Sie wollen etwas
„praten"! Nu dat kon wel. in dit ge
moedelijk bitter-uurtje, vertaald komt
het- op het volgende neer:
„Och", zoo hegint' Von intersteüi.
..waar moet je nu over praten. Over
Holland ja, daar zijn we heel tevreden
over, alleen is Jiet verschrikkelijk
„schauderhaft", en hopeloos dat we
Uiaast altijd in een trein leven- Is het
niet zonde dat je een groot gedei.tt
van je leven zoo moet verknoeien?"
Ja, dat is Paul Bieusveldt volkomen
met zijn confrater eens, toch staat,
er, zegt luj eën heeleboel goeds tegen
over. „Want hoe behulpzaam en mede
werkend zijn hier niet al de men
sehen met wie je in aanraking komt.',
„En vergeet u dan het succes niet
Und Herr Moissi vragen we-
Nce antwoodt Von Winterstein en
nee. schuddebolt Biensveldt. Moissi
doet daar niet veel aan, hoewel hij
toch ook wel een enkele maal gefilmd
erd".
Vol lof, en enthousiasme zijn beide
itisten, over het. Hollandsche land
schap, en stadsbeeld. „Een dorado
om te „filmen Holland met zijn
buiten-gezicluen, zijn pittoreske, an
tieke, straatjes cn sloppen, oude deu-
nisters. zijn studs-intcrieur-
tjes vol volk en van ongeschonden
oude pracht".
„Maar weet u wat ik nu absoluut
uitt begrijp?" zegt Paul Biensveldt,
Ik begrijp niet waarom er nu naast
dat woudervolle huis op dc Groote
Markt, mc-t dien trap-gevel," (do spre
ker begeleidt zijn woorden met vb
beschrijvend, en iu den lucht teek
uend vingergébaar) „zoo'n yersclni
kelijk le&Tijke vierkante kist gezet
werd"!
(Bedoeld wevd de oudo sociëteit
„Trou moet Blijcken").
En wat moet- je daar nu op ant
woorden- We begrijpen lietzolf toch
ook niet, waarom het stadsbeeld,
vroeger zoo dikwijls hopeloos ver
knoeid werd
Zoo hoor je dus door menschen van
smaak, kunstenaars, over Holland tu
Haarlem praten.
Je liooit ze vertellen van de
„wondervolle Renaissance" werken in
Nederland, van het mooie postkan
toor in Rotterdam, vsn de Hezren-
graclit in Amsterdam, een wonder
van harmonie, en getuigenis van het
oude rijke Holland: zij liebbeu het
ook over het lechjke Paleis van Volks
vlijt in Amsterdam, cn dan komt
weet bet gesprek op dat wat zij iu
Holland spelen.
„Dc: Lebende Leiclinam", werd
met Moissi ontelbare malen opge
voerd, ook in Berlijn. Zij hoorden van
het stuk. Maar vooral „Jcdermann"
seliatten ze zeer hoog, omden eenvoud,
de naïveteit en den ongerepten oor
spronkelijken zeer zuiveren kuusl-
vorn
veel aan. Maar welk een beschaafd,
fijn, geestig zanger bij do g ui taai' is
hij overigens en wat een meester op
zijn mooi instrument! Hoe teer „Lu
fleur qu' on a jetée", hoe ondeiigend-
geestig was „II y a un truc qui
oho toujours" en hoe schilderde
hij ons in teed ere klank-tinten „L'ne
nuit de Chine". Deze hoogstaande
uustenaar in zijn genre mag wel
als den voornaamste» van dit. pro
gramma genoemd geprezen worden..
Willy Chaiidoiiny, de Duitsehe ope
rette-diva voldeed ons na dc pnuzo
in de aria uit „La Bohëine" en met
de P.iprika-marscii en het bekends
..Kuszlied" beter dan daarvóór. Zij
beschikt overigens over uitmunten
de stemmïddelen en heeft bovoii-
de gave. door levendig gebaar en
dito gelaatsuitdrukking to kunnen
onderstreep' tï" waar liet op aan
komt.
Ook bij dit programma kan men
zich in het Concertgebouw „Modern"
weer uitstekend amiiseeren. Hot v.aa
niet bijzonder vol. Maandagavond
Komaan, bewoners van Haarlem en
omstreken, toont dat. ge deze inrich
ting van vermaak binnen uwe maren,
waar u steed; kleine kunst", maar
die op hoog peil riaat. geboden
wordt, weet te waardeeren!
-Alleen de goede muziek van In t
Iioiigaarsche trio I.osro en het piano
spel van Jan Tames li rcods ccn gang
naar de Raaks waard!
GEVONDEN VOORWERPEN.
Wijkhuizen, Doelstraat No. il. Arm
band; Heerens, Westergi'nclit -.'lid.,
Kinderbroekjc Paulus, Korte IJveren-
straat Grijze ceintuurLindeman,;
Zijl weg 23, Blauwo ceintuur; J Sun-
dorp, Roiuolenstraat 17, Blauwe duif;
Zonneveld, Klarenbeebstrnat 45, Paar
dendeken De Rijk. Fr.inkeustraat Ui',-
Hondenriem Joh. Reinier. Kruistocht-
straat 45, Zilveren halsketting; Do
Jong, Vogelenzangschcwcg 94. Gele
hondJansen. Vcrspronckweg 45,
Glacé handschoen Kennel Fauna.-
Parklaan Herdershond, gebracht duur
Meijer. Zijlstraat :;U. Amsterdam;
Grjjze kat, gebracht door .Muller. Gr.
Houtstraat ]]0; Grijs witte kat. ge
bracht door Kloos, Spionkopstraat 7
K. Bakker, Begijnhof 2, Xwart-witte
kat; Mevr. Schouten. Arnoldla.m
Bloemendaai, Zwarte portcmonnaio
Aarts, Paul Krugerkadc 7, Bruine iu-
derportemonnaieH. v Ni-.!. Park-
laan 25, PortemonnaivJ. Has. Oudc-
weg t'-Iv., Damesririg M. v. <1. l>r:ft,
Spaarnwouderstraat Kria. Zwaï;
t.sschjo Gem. Reiniging. Ledic bier
vat fG. V.)Toepoel, W Pyrniuiit-
stiar.t 52, Gonje zak.
■aakt toc.h zoo langzamerhand
uitgepraat. Zoo dadelijk zullen we
elkaar even de liaud drukken, en ilan
bdhoort de toevallige ontmoeting
weer tot dat wat voorbij is. Maar
nog even neem je toch in jo op den
mooien sprekenden kop, liet forscho
profiel van Von Winterstein. Iu lie'c yuartett ftir Jiirchcngesang, want
:dt 'uij een monocle geklemd. sporadisch de oogenblikken ook
•Solo Qui
Leinzi..
Kirchengesanp
Ned. Herv. Kerk
daal.
Bloemen-
Voor het ineenvloeien van dc tim
bres dus om een goed vocaal geheel
te verkrijgen, is het kleine Bloemcn-
daalsch kerkje niet de geschiktste
plaats, vooral niet, wanneer het daar
enboven stampvol met inenschen ge
vuld is. Daar moesten wij .Maandag
avond vooral rekening mcc houden
bij de beoordeeling van het Loipziger
Quartett für Kirchcngesaug, want hoo
En ook Biensveldt kijken w
loops even aan. Zooals hij daar zit,
een gebakje brekend, zijn oogen neer
geslagen, kijkend naar liet werk
dat ie onder handen heeft, herken jc
toch, vooral in den trek van den
mond. dadelijk in hem „Engst rand",
„Kin Trunkenbold" en „Satan".
CABARET „MODERN".
Even een kleine teleurstelling:
Jacques Dutreau, de Hollandsche
piano-humorist, was er niet. Hij was
ziek. zei de Fransche cabaretier Joan
Combes: hij was ergens op eea lief
dadigheidsuitvoering, zei de Holland-
sclie liederenzanger Hamel die hem
verving. Enfin: liij was er in ieder
geval niet. Maar daarom niet al te
zeer getreurd; m de eerste plaats zal
hij er de andere avonden wél zijn en
in de. tweede plaats had hij in llaruel
een zeer goed vervanger gevonden,
die liet verstaat om een treurig, of
een ironisch, of een spottend of ook
maar een gewoon moppig lied te zin
gen bij de guitaar en ook zoo'n klein
beetje te „confereeren".Want ja:
een goeden conférencier, dien misten
wij, nadat Piet Holman ons in Mo
dern zoo verwend heeft, wel een
'beetje. De heer Jean Combes,
ren dat wij een compleet cnsembie te
hooren kregen, toch was het te mer
ken dat hel viertal tut uitstekenden
sumengang in staat is. Het l- 'atikma-
tcriaal van hev kwartet is ontegenzeg
gelijk van j lima gehalte. Vr-uuii de
sopraar Gertrud Kubtl en dc lus
Carl Erankncr beheerschcn schitte
rend hunne mooie stemmen. Dc iet
wat gevoileerde tenorstem van L'ur6
Taut voldeed ook doorgaans goed in
het ensemble, evenals de ait Elisa
beth Róihig, doch zoo volkomen bc-
heerscht cn toonvast a!s hunne part
ners kwamen zij mij niet voor. Wuu-
neer lichte zwevingen van het_ toon-
peil zieh onenbaarden, was de ooi
zaak ervan dan ook steeds in de bin-
nenpartijen te zoeken. Maar dat
neeir.c niet weg, moge dc eenr Helft,
van het kwartet wat voortreffelijker
zijn dan het andere, als geheel is het
toch vr.a een superieur gehalte, en
niet. alleen is het viertal stuk voor
stuk de bezitter van een mooi en goed
gecultiveerd orgaan, ook een rijpe
muzikaliteit, vol zuiver artistiek be
grip kleurt hun zingen. Wat aangaat
hun samenzang gaven zij de blijken
van zeer ernstig werken, van ambitie
en tucht.
In chronologische volgorde werden
een Franschinan, doet er niet een twaalftal Duitsche- kerkzangen
Vertaling naar liet Engelscii van
GENE STRATTON PORTER.
15)
I-loewel liet een lange tocht
was, ging 'hij er iederen dag
nog een eindje verder naar toe
uit angst dat een slang, een havik of
een vós het kleine vogeltje gevonden
had. Want nu luid hij nog meer dan
de oorspronkelijke belunastelling voor
zijn kuikens liet meisje zou immers
komen om naar hen te kijken.
Misschien kon hij nog wel andere
onderwerpen vinden, waar de vogel-
vrouw belang in stelde. De veerman
had gezegd, «int zijn broer er haar
iederen keer bij haalde als hij ecu nest
vond. Nu. hij had de nesten die hij
kende nooit geteld, en misschien wa
ren er nog wel meer zeldzame vogels
in het hosch.
Behalve hun natuurlijke vijanden,
was er niets dat de vogels in liet bosch
stoorde. Het was hoogst waarschijn
lijk. dat er nog wel m er vreemd© vo-
cols. zooals «lio ,-warte zouden -a in.
Als ze foto's w ide nmken van half vol
wassen vogels kou Lij er haar cp ceu
ronde wel viijftig aunw ijzen, want hij
had ze gevoed, cn gestreeld, zoolang
ze hun oogen open hadden.
Het heel© voorjaar door had hij ke
vers en wormen verzameld, die hij in
het gras en op de boschjes zag zitten
ze in de eerste de beste open mond,
die hij zag, laten vallen. En de vo
gels hadden graag dezen derden ver
zorger aangenomen.
Toen de week out was, was Sproet-
neus klaar met zijn kamer, waar hij
nieuwe dingen had geplant in all©
kleuren van den regenboog. Hij legde
op al de natst© plekken van bet pad
stukken boomschors neer.
liet was midden in Juli. De hitte
van dc laatste dagen had hot water in
en om hel bosch gedroogd, zoodat het
mogelijk was om het te voet in all©
mogelijke richtingen te doorkruisen,
als men tenminste de richting kende
en niet verdwaalde tusschen de dicht
op elkaar groeiende planten en struï-
En door de hitte gebeurde er nog
iets dat Sproetneus, als ccn rechtge
aarde Ier. de schrik op In t lijf jaagde.
Toen het bosch droog werd. zochten de
bosch bewoners de koele plekjes in het
moeras op. 2vonden dï hitte niet
prettig, maar het kostte hun ook moei
ie om de veldmuizen, de ntolleu en
jonge konijnen uit hun buurt te ver-
het pad kruipen, a's dc hitte te erg
werd. Do ratelslangen vergaten hun
goede maniereu, want z© vielen aan
als er geen enkel© aanleiding toe was
en dachten ©r zelfs niet, aan om te ra
telen. lederen dag moest Sproetneus
groote zwarte slangen van het nest
'\an zijn kuikens verdrijven. Soms
hoorde hij do ouders angstig krijschen
als hij er een heel eind vandaan was
eu dan liep hij er hard heen om de
«kleine vogelijcs te redden.
Hij zag het meisje toen liet karre
tje op de open jilek kwam. Ze bleven
bij den westelijken ingang staan eu
wachtten op hem. Hij zou ben voor
gaan op liet pad, want liij bad hen
verteld dat dal voor het. paard bet vei
ligst was. Ze liepen langs den oost
kant lot ecu plek vlak bij dea hollen
boom en Sproetneus droeg de camera s
en wees do vogelvrouw een pad dat
hij daar gemaakt, had. Ilij vertelde
haar welk effect d hitte op «le slan
gen had, kroop in den hoorn naar het
kleine vogeltje toe en haalde hem er
uil. Terwijl zij bezie was Itnar caïüeï'a
op te stellen, vertelde hij haar over de
vogels m het bosch en ze keek h:rr.
mei groote oogfu ongeloovig ami.
spraken af dat Sproetneus het
rijtuig bi- den oostelijk- n iugnn<r zou
brei
sriiad
hel pa
r ccn p
•kje
i het
iu liet hosch, icV
het vogelvrouwtje klaar was met haar
werk en bij hen kwam.
,Dit zal niet lang duren", zei ze.
„Ik weet nu, waar ik de camera moet
zetten, en 't kleine kuiken is groot ge
noeg om stil te zitten en te klein oin
weg te loopen of erg leelijk te doen.
dus ik kom gauw weer bij je om naar
die nesten te gaan kijken. Ik hob lien
platen bij me en ik zal er hier zeker
met meer dan twee gebruiken, dus nris
schien kan ik vanmorgen nog wel een
paar'nesten of jonge vogeltjes ne-
Sproetncus haastte zich zooveel liij
kon, want zijn droom was zoo spoe
dig bewaarheid. Ilij liep huig» het
pad, en het. meisje volgde hem. 11 ;j
verontschuldigde zich doL hij het eer
ste ging, omdat luj er zeker van wilde
zijn. dat het pad veilig was voor haar.
Ze lachtó óm zij» angst ei» zei dal hel
ui ieder ge vul brlee'd van hem was.
„O", zei -Sproetneus. „dus dat wist
je.' Nu. k «jacht niet dat je bet wist
en il; was bang dat je denken zou dat
ik niet genoeg respev; voor ie had om
dat, ik jo voorging!"
lfet meisje kerk hem verbaasd aan:
toen zag ze op eens de ondeugende
uitdrukking Sn zijn oog:n en ze lucïi-
boel wist ze de nomen, maar enkele
kende ze met, en ze schreven het aan
tal en de kleur van do eieren op eu
de samenstelling -van het nest, de
kleur, de grootte en den vorm van de
vogels en gingen ze toen iu liet boek
opzoeken.
Toen ze in ziju kamer kwamen,
klopte het hart van Sproetneus bijna
hoorbaar. Het was er nog veel mooier
dan een week geleden. Het meisje
haalde diep adem en keek eerst naai
den ceueu cn toen naar den andoren
kant.
„Het is net als in een sprookje!"
liep ::o opgewonden uit. Toen keerde
ze zich om cn keek naar Sproetneus.
zoo.-ils ze naar zijn werk gekeken had.
„Wat wil je worden vroeg ze laue-,
zauin.
„Wat meneer Mc Lean voor me be
stemd heeft"antwoordde hij.
„Wat doe je het meeste?" vroeg ze.
„Het bosch bewaken".
..Ik bedoel niet werken'.'
..O! In in n vrijen tijd houd ik m'n
kamer :n oule en lees ik in mijn boe-
ziec er met naar uit. Je hebt er geen
gezicht voor maar er zit wel iots
grootsch in, iets prachtigs. Ik zal pio-
ueeren om er achter tc komen wat hot
is en dun moet jij er voor gaan wer
ken, Je vader verwacht veel van je.
Dat kun je merken aan do manier
waarop hij over je praat. Jo moest
maar gauw beginnen. Je hebt al lo
veel tijd verknoeid".
De arme SproeUieus liet liet hoofd
hangen. Hij had nooit een uur in zijn
leven verknoeid hij had er ook nooit
de gelegenheid toe gehad.
Het meisje keek hem strak aan cn
las do gedachte op zjn gezicht. ..O,
dat bedoel ik niet!riep ze uit, plot
seling wanhopig over de uitwerking
van haar woorden. ...Natuurlijk ben 1o
niet lui! I)at zal niemand deuken, als
hij j© ziet. Ik bedoel, dit er zit iets
j moois, iets krachtigs in je gezicht. Er
I is iets dat je in dezt wereld moet
doen, en hoe je nu o^k v
Bisteedt je meer tijd aan je kamer
cueend# of aan de boeken?
in orde te houden en de rest aan dc
loefle l:cd,--mc.nl niet beekeu".
iifnd muitte. 1 Hi to-u- Het meisje keek hem scherp aan.
n: s a mooie nesten en j „Nu. misschien wordt jc nog wel eens
het pad, \.au ecu hcele- ceu groot gcLcrdc". zei ic, „maar jo
ook me© hebt. het i
knoeicu lotdat je i
je het allerbeste !-
Als j© niets ter
hier vost hield, eu
•el s
nllem
jd v