HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DE NATUUR
Ratiné Winterjas
J. A, STAATS, Kleermaker
DE VONDELING
VRIJDAG 2 NOVEMBER 1923 -
TWEEDE BLAD
HERFSTWANDELING.
Het Naalclenveld en Bentveld, beide
gelegen in den Aerdenhout, zijn prach
tige terreinen voor een heristwande-
ling. Beide zijn grootendeels voor het
puoliek opengesteld en heL lijkt wel
of in de uitbreiding van ue bouwter
reinen een stilstand is gekomen, zoo
dat we weer kunnen wandelen zonder,
zooals vroeger, telkens tot de ont
dekking te moeten komen, dat veel
mooie plekjes bebouwd zijn. Ue lezer
meene nu niet, dat ik zou willen dat
alle natuur gespaard en het „buiten
wonen"' onmogelijk gemaakt zou moe
ten worden, integendeel. Maar we!
acht ik het verkeerd, dat de keuze van
de viilaterreinen afhangt van het toe
val, van de eigenaars, die bun bezit
verkoopen aan exploitatiemaatschap
pijen, die al heel weinig rekening hou
den met natuurschoon of zcldzamen
plantengroei.
Die weinige plekken, dikwijls van
geringe oppervlakte, behooren „heilig
en onschendbaar" te zijn en gelukkig
wordt er gewerkt aan een wet, die dit
mogelijk maakt.
In den Aerdenhout zijn, behalve in
.Oosterduin, zulke natuurmonumen-
tjes, er nogal goed afgekomen, wat
het bebouwen betreft, waarschijnlijk
wel omdat een van de eigenaressen
een groot natuurliefhebster is. Maar
wel hebben deze plekjes erg geleden
door de droogte. Zelfs nu, na al den
regen, die er gevallen is, staat, er nog
geen water in de sloten en het beekje
met de Primula's stroomt nog lang
niet. Voor een jaar of vier zouden
die na zooveel regen tot de randen
toe gevuld geweest zijn.
Bezien we dergelijke plekken an
dere duinstreken, b.v. bij Wassenaar,
dan is daar nu heel veel water, te
veel soms. Voor dit verschil is m.i.
geen andere verklaring, dan dat er
in de duinen van de Amsterdarnsche
Waterleiding, meer dan bij Wasse
naar, door het kanalenstelsel toch al
tijd nog veel oppervlakte water weg
gepompt wordt, wat misschien noodig
is met het oog op de toekomst, maar
noodlottig voor den plantengroei.
Toch hoop ik dat men er nog eens toe
zal komen, het water, dat men aan
ons prachtig duinlandschap onttrekt,
op andere wijze, b.v. met water van
éóu van de groote rivieren, weer aan
te vullen, Br zijn ook practische mo
tieven, die daarvoor pleiten en het
plan is meer dan eens geopperd.
Er mag gebrek aan grondwater zijn
in de duinen, aan hemelwater is er
zeker geen gebrek. Overal zijn zaden
gekiemd van de Toorts (Verbascum
T'hapsus), die hooge gele plant, waar
uit nu zeer decoratieve witwollige ro
zetten ontstaan zijn. Ieder haartje
draagt een druppel, zoodat zoo'n ro
zet glinstert,terwijl alles in het rond
mat en half duister is.
Ook de paddestoelen geven kleur,
oranje en witte Amanita's.
Verder bloeien er nog paarsroode
Koekoeksbloemen, maar ze zijn flets,
door het gemis aan zon.
De meest op den voorgrond tre
dende kleur in het Naaldenveld is ze
ker het donkere Flauwgroen van de
Oostenriiksche dennen, die bij duizen
den geplant en al meer dan mans
hoog zijn.
De veel oudere Grove dennen, vor
men al heele bosschen, vertoonen een
lichter groen en de kruinen zijn alle
naar het oosten gewaaid, omdat do
jonge knoppen aan de westzijde nog-
«al veei te lijden hebben van den zee
wind. De Oostenrijker trekt zich daar
niets van aan, groeit recht .als een
kaars en doet bijna kunstmatig aan,
zooals hij opgroeit naast de verwron
gen grove dennen, die dan ook een
dankbaar motief vormen voor onze
duinschilders en etsers, zooals er in
onze stad en vooral in Bergen steeds
meer komen.
Maar wanneer die Oostenrijkers
eenmaal een kwart-eeuw oud zijn zoo
als op sommige andere plaatsen in de
duinen, en ze zijn tijdig gedund en
van nature voorzien van een tusschen-
beplanting van alle mogelijke duin
heesters en -boomen, dan behoeft het
toekomstige duinbosch er in het ge
heel niet onnatuurlijk uit te. zien en
kan integedeel een wijkplaats bieden
aan tallooze vogels en een groeiplaats
aan tientallen planten soorten.
De herfstkleuren zullen nu ook wel
op zijn mooist zijn. Komt er storm,
dan waait het meeste blad wel af. An
dere jaren hadden we om dezen tijd
al lichte vorst, die het blad doodde,
toen het nog aan de takken zat. Om
dat de scheiding tusschen tak en blad
steel dan nog niet verbroken was,
bleef het blad dan heel lang nog aan
de takken zitten en de Eerfstkleuren-
pracht was mooier dan ooit. Men zal
zich onwillekeurig afvragen hoe «al die
kleuren ontstaan en waartoe ze dienen
Nu een doel of voordeel voor de plant
hebben zij niet, tenminste de gele
kleur niet. Het blad bevat deze gele
kleurstof, die men xanthophyl noemt,
reeds van het voorjaar af, maar ze
werd overstemd door de duizenden
bladgroenkorreltjes, die de groene
kleur aan planten geven, en die het
voor de planten zoo belangrijk werk
doen het koolzuur uit de lucht om te
zetten in zetmeel. We kennen dit zet
meel allen, het zit in het brood en in
aardappelen. Die bladgroenkorrels be
staan in hoofdzaak uit ijzer, zoodat
wij door groente te eten veel ijzer tot
ons nemen, dat in ons lichaam weer
dient voor de vorming van de roode
bloedlichaampjes, die de kleur aan het
bloed geven. Wondere kringloop in de
natuurde planten nemen ijzer op uit
den bodem en wij nemen het weer op
uit de planten! En wie onvoldoende
ijzer opneemt uit de groenten krijgt
bloedarmoede en moet het ijzer recht
streeks tot zich nemen in den vorm
in pillen of in een drankje.
De planten zorgen in het najaar
ïor de bladeren afvallen, het ijzer
(de bladgroenkorrels) uit de bladeren
op te nemen zoodat de groene kleur,
die eerst alles overstemde verdwijnt
en het geel zichbaar wordt.
De roode tinten, die vooral bij de
Amerikaansche eik en het Kardinaals
hoedje zoo mooi uitkomen, hebben wel
een nut voor de plant. We weten dat
het zonlicht uit verschillende kleuren
of stralen bestaat li twee soorten er
zijn de paarse ra de ultra violette.
Deze belemmeren nu de omzetting
zetmeel in suiker, wat juist du
zoo noodig is, omdat de plant zijn zet
meel alleen in oplosbaren vorm, dus
in den vorm van suiker, want. zetmeel
is niet oplosbaar^ van de bladeren uit
kan vervoeren. Nu worden die, in dit
seizoen vooral zoo schadelijke stralen
opgevangen door de roode en rood
bruine kleur van de bladeren, die den
naam draagt van anthocyaan, terwijl
ook de warmte uit de zon beter door
roodachtige bladeren wordt opgevan
gen.
Men heeft waargenomen dat een
kleine belemmering van de sapstroo-
ming, dus een kleine opeenhooping
van suiker, direct röódkleuring ten ge
volge heeft. Oppervlakkig gerede
neerd zou men denken, dat het beter
was, wanneer die omzetting van zet
meel in suiker dan maar wat achter
wege bleef, maar dan zou een kostba
re hoeveelheid zetmeel verloren gaan,
zoodat omzetting in suiker nog snel
Ier moet plaats hebben omdat het
onoplosbare zetmeel toch niet te ver
voeren is naar den stam of de wortel:
Zoo dwingt iedere inrichting ia d
natuur, om toch maar niets verloren
te laten gaan, ons tot bewondering en
wij mensc-hen kunnen cr van lee
ren, dat het verloren laten gaan van
energie of stof in strijd is met de na
tuurwetten.
C. SIPKES.
VRAAG betreffende een blad
een palm.
ANTWOORDU w blad was bezet
met schildluis. U kunt met een kwast
je uw palm behandelen met een zeep
spiritus oplossing of met een aftreksel
van tabaksstelen of met een van de
nicotine-preparaten, zooals ze tegen
schadelijke insecten in den handel zijn
C.S.
De Brusselsche Bank
De nasporingen naar de voort
vluchtige directeuren
Wij lezen in Het Vólk:'
Het staat thans vast, dat B. en de
J. toen zij ons land ontvluchtten, zich
geruimen tijd in Brussel hebben opge
houden. Zij hebben een is© dagen,
naar later gebleken is. onder valsche
namen, iu een hotel aan het Rogier-
plein aJdaar, vertoefd.
Toen zii bemerkten dat ook aan dc
Belgische justitie hun aanhouding
was verzocht, vertrokken zij naar
Parijs, waar zij in niet-officieele ho
tels verblijf hebben gehouden.
Ook de heer Stolp, de Amsterdarn
sche poütie-inspecteur aan wiens
voortvarend awecken het in hoofdzaak
te danken is. dat de justitie alles voor
bereid vond. om iu deze zwendel-af-
faire onmiddellijk krachtig in te grij
pen. is onlangs naar Parijs geweest.
In de Fransche hoofdstad liep het
spoor echter weer dood. zoodat wordt
aangenomen, dat de heeren, zich ook
daar niet al te veilig meer voelende,
hun vlucht naar andere streken heb
ben voortgezet.
Intusechen zijn d<x>r inspecteur
Stolp, daartoe door de justitie ge
machtigd, nu ook in het buitenland
wijdvertakte maatregelen genomen,
die vroeger of later, tot de aanhou
ding van de beid© gesienalcerden, zul
len moeten leiden.
BANDIETEN* In den nacht van
Woensdag op Donderdag hadden twee
mannen zich toegang Verschaft tot de
ling van zekeron P. te Hoofdplaat.
Toen een van beiden in de kamer ee
komen .wan, waarin P. to bed lag.
sprong deze laatste overeind, om den
indringer, die vermomd was en een
revolver in de hand had, een stevi:
pak slaag toe te dienen. Het resultaat
.vas dat de mannen het. hazenpad ko-
:en, met achterlating van eeiv revol
ver. een valsche baard en een zak
doek. Toen er op het. hulpgeroep van
de dienstbode eenige personen kwa
men opdagen, was het tweetal al ver
dwenen. De politie heeft met honden
onderzoek ingesteld.
BtoiilaM
De débacle van de Ghr.
Amsterdammer
Een naspel
Wij lezen in de Maasbode:
De Commissaris van Politie iu de 3e
sectie, bureau Leidscheplein te Am
sterdam. verzoekt namens den rechter
commissaris, belast met de instructie
van strafzaken, den personen, die in
dertijd van het kantoor van fta ..N.V.
Exploitatie van de Amsterdammer,
Chr. Volksdagblad"' giften deden toe
komen ten bate van het z.g. Nansen-
comité, zich' aan zijn bureau te wil
len vervoegen tot het geven van in
lichtingen.
DE JUBILEUMTENTOONSTELLING.
De jubileumtentoonstelling in het
Koloniaal Instituut te Amsterdam, die
"Woensdag werd gesloten, is door
230.0CO personen bezocht.
DE TOESTAND VAN
JHR. MR. F. C. VAN PANHUYS.
De laatste aan het departement van
buitenlandsche zaken ontvangen be
richten nopens den gezondheidstoe
stand van Hr. Als. gezant te Bern, jtor.
mr, F. G. van Paixhuys, luiden zeer
bevredigend.
GERAFFINEERDE OPLICHTERS-
STREEK. Onder dit opschrift
schrijft het Hbld.: Woensdagmiddag,
omstreeks half vier, kwam in den
goudsmidswiinkel van den heer Roelof
Citroen. Kalverstraat 1 te Amsterdam,
een Duilscho dame die, naar zij voor
gaf, voor haar dochtertje een gouden
ring wilde koopen. Door den bedien
de werden haar verschillende stan
daards met ringen voorgezet, er was
echter geen keuze bij. Dan moest het
maar een cadeau worden voor haar
echtgenoot, d.w.z. een van méér ge
wicht, want om hel goede gewicht was
het haar vooral te doen. Zij zocht en
zocht, doch kon blijkbaar nog niet sla
gen en drong er telkens óp aan dat
de sieraden, die haar aanstonden, wer
den gewogen.
Dit vertrouwde de eerste bediende
niet, hij bleef nauwkeurig letten op
het aantal ringen op de standaards,
liet een ander wegen.
Eindelijk was er keuze gemaakt, en
..ees de dame aan, welk sieraad zij
verlangde. Er moesten initiaièn in wor
den aangebracht, een uur later zou
zij den ring komen halen; de koopster
gaf twintig gulden handgeld en ver
trok.
Toen zij nu, na het verstrijken van
het uur, niet was verschenen en het
personeel wantrouwend werd, ontdek
te het, dat de vrouw een ring die zij
droeg had verwisseld voor een der
firma Citroen. Ilaar ring geleek zeer
veel op het meegenomen sieraad, doch
de ring uit den winkel was veel zwaar
der en bevatte een diamant van groo
te waarde, althans veel kostbaarder
dan het eenvoudige steentje van dien
welke was achtergelaten.
Onmiddellijk werd de firma Spijer
in de Kalverstraat opgebeld, want de
ervaring heeft geleerd, dat dergelijke
oplichtersstreken in den regel worden
geprobeerd bij deze beide firma's. De
firma Spijer werd gewaarschuwd om
er niet in te loopen. Tien minuten la
ter meldde zij dat een Duiischer in
den winkel was die een gouden ring,
als door het personeel van Citroen om
schreven. voor 350 te koop aanbood.
De heer Visser van de benadeelde
firma ging onmiddellijk naar de zaak
van Spijer, keek in die buurt rond en
zag zijne koopster ijverig aan het be-
studeeren van de etalages van Vroom
en Dreesman, tegenover de firma
Spijer. Inmiddels is, door genomen
ma-atregelen vanwege laatstgenoem
den juwelier, de Duitscher door de po
litie van het bureau Singel gearres
teerd.
In den loop van den avond werd ook
de vrouw, die met hem in relatie
in hechtenis genomen en naar'
het bureau Pietershal overgebracht.
Beiden hebben bekend do poging tot
oplichting te hebben gepleegd. Zij zul
len ter beschikking der justitie wor
den gesteld.
De sluiting van den
postcèhque- en girodienst
Zijn de rechten van de reke
ninghouders gekrenkt
De gelden opvorderbaar, vermeerderd
met rente.
In do „Economische Statische Be
richten" een beschouwing van prof.
mr. B. II. Drucker over de stichting
van den girodienst-
Prof. Drucker zet uiteen, dat do
Staat, deelnemende aan het verkeer,
op gelijke lijn met den burger onder-i
worpen is aan het burgerlijk recht-
De verhouding wordt in casu be-
heerscht door de speciale bepalingen
der Postwet. naast de wetten van al
gemeen© strekking. De rechten van
den burger, uit die verhouding voort
vloeiend, kunnen in een gewoon pro
ces voor den burgerlijken rechter
worden geldend gemaakt.
„Regelingen bij Koninklijk Besluit
gegeven ten aanzien van de verhou
ding tusschen Girodienst en rekening
houders óhet Girobesluit) berustende
op artikel 22 der Postwet, kunnen in
beginsel ook als recht worden .aan
vaard. Er is echter geen sprake van,
dat bij Koninklijk Besluit als „voor
waarde" kan worden vastgesteld,
da.t de rekeninghouders zich ingeval
van geschil over hun saldo hebben
neer te leggen bij de beslissing v.m
den directeur van den dienst- Wel
kan bij Koninklijk Besluit de verhou
ding tusschen Girodienst cn rekening
houders anders worden geregeld dan
zij zou zijn volgens algemc-ene wette
lijke beginselen, maar dit brengt niet
mede, dat bij K. B. aan de wet ent-
leende rechten kunnen worden «aan
getast. In zooverre ware het besluit
strijdig met de wet en nietig.
Regelingen van den directeur, wel
ke op materiëole wijze de positie van
de rekeninghouders zouden beïnvloe
den, zouden neerkomen op zijn be
voegdheid deel te nemen aan de wet
geving cp het gebied van privaat-
echt.
Regelingen door den directeur cp-
reateld kunnen ook worden be-
rhouwd als voorwaarden, deel ultma
kend van net contract tusschen dienst
en rekeninghouder- Ook zulke voor
waarden kunnen echter door den di
eet cur van den Girodienst niet een-
zijd,g nut rechtskracht worden opge
De rekeninghouder onder«verpt
zich aan diens voorschriften, maar
met aan regelingen,welke zijn positie
in materie® jon zm aantasten, liet is
trouwens de vraag, of een contract,
aurbij de ©ene partij zich zoo vol
ledig onderwerpt aan liet goedvinden
vaa de andere, rechtskracht zou heb-
l>en. Een wet kan aan den Staat uit
stel of zelfs ontslag van den betalings
plicht geven. Bij K. B. kan dit i.'.et,
aangezien daardoor aan de wet. out
leende rechten zouden worden aange
tast, tenzij behoorlijk gelegenheid
gegeven, om zien terug te trelo-
iken en zijn saldo op te nemen vóór
het in werking treden van het besluit.
De gelden blijven dus opeischbaar.
De cheques zijn echter slechts betaal
baar, als het plaatselijke kantoor
advies heeft ontvangen van het cen
trale kantoor, en het centrale kan
toor zendt. ge;n adviezen door, zoo
dat volgens de wettelijke'" regeling
geen betaling behosft plaats te heb
ben. Ook door dezo tactiek kan nuar
het oordeel van prof, Drucker de
dienst niet worden geholpen. Over
eenkomsten moeten té goeder trouw
worden uitgevoerd. Wij kunnen
d us ons ge 1 d opvorderen,
ermeerderd met rente,
De Girodienst had op zich cenomen.
ten'behoeve van de rekeninghouders
•ersnliil lende bankierswerkzaamhe
den te verrichten, waar tegenover de
•ekemnghouder genoegen nam met
een lage rente over zijn gestort geld.
Verzuimt de Girodienst, deze werk
zaamheden te bewerkstelligen, dan
treden in beginsel de ter zake
wanprestatie geldende sancties iu wer
king. De Girodienst zou zich op sto
ring kunnen beroepen als er staking
was uitgebroken of als de gebouwen
door brand waren vernield. Ma3r nu,
nu het staken van den dienst het ge
volg is van de eigen dadeu der di-
decüe 1"
Prof. Drucker besluit met op te mer
ken, dat zijn beschouwingen niet moe
ten w orden opgevat als een opwek
king, om zooveel mogelijk vorderin
gen in te stellen tegen den Girodienst,
daar door zulke procedures het be
lang van spoedig weder belijoorlij'hj
functioxieeren van den dienst niet
zou worden bevorderd. Hij meent er
echter togen te moéten opkomen, dat
de Minister poogt, den rekeninghou
ders wijs te maken, dat alles iu orde
is en dat hun rechten in het minst
niet zijn gekrenkt.
Dlngjn die niet Iedereen weet
DE SOCIALISTISCHE WETHOUDERS
VAN ZAANDIJK.
Naar „Het Volk" uit Zaandijk
nxeldt, keurde de huishoudelijke ver
gadering van de afdeeling Koog-Zaan
HET LÉVEN VAN DE ESKIMO's.
Hee'. dicht bij dc poolstreken ligt
bet sombere, koude, onherbergzame
land. Groenland. Het is liet meest
'uitgestrekte Noordpool land in de
Noordelijk© IJszee eu ligt ten N.O.
van Amerika. Daar is het dat de Eski
mo's leven, een volksstam, die door
hun zeden, gewoonten en leefwijze, he
melsbreed verschillen van alle be
schaafde volkeren. Het is een ten
deelo nog heidensoh jagers- on vis-
schersvoik, dat oo zeer lagen trap van
ontwikkeling staat. Zij weten hun lo
ven echter u-ondergoed aan te passen
aan de onvriendelijke natuur, die daar
he-oreclrt. Het t van den Eskimo
is middelbaar gioot, donkere huids
kleur, breed en plat gelaat met voor
uitstekend ka.okbeen, een platteu
neus en zwart borstelig baar. Naar
onzen smaak zijn ze dus niet bepaald
schoon te noemenbovendien zijn zo
ook. naar onze begrippen tenmin6te,
onzegbaar vies en onzindelijk.
In den winter wonen ze, tenmin
ste in het hartje van den winter, als
het alle dagen donker blijft, in een
diop gat in den grond- Een lange, don
kere gang onder den grond voert naar
deze woning. Het dak is gemaakt van
zolen met mos er overheen. Do balkeu
die het <iak moeten stutten zijn meest
al van walvischbeenderen en het ven
eter in het dak is gemaakt van
schoongemaakte aan elkaar genaaide
darmen. Nauwelijks begint het even
wel weer een beetje licht Ie worden,
of de familie trekt uit die woning
paar een ander fcuis. naar de ..igloe".
zooals dit in de Eskimo-taal heet. De
..igloe" wordt opgebouwd van stukken
ijs of bevroren sneeuw, die niet. een
mes in vierkante blokjes worden ge
sneden. Er wordt een mooie roncie
koepel van gemaakt met een rondo
opening, die als deur moet dienen.
Voordat men in het eigenlijke woon-
.ertrek komt, moet men door de deur
opening door een gang kruipen, die
zoo laag is, dat men er zich plat op
den buik moet doorwerken. Tegen
den wand van de igloe worden breode
banken, van sneeuw of ijs gemaakt,
welke 's nachts dienen tot slaapplaats
van de familie. Daartoe wordt er
eerst rncs op gelegd en daarop stukken
zeehondenhuid en een paar reudier-
vellen. waarvan de dekens ook ge
maakt zijn.
Rendierhuid en zeehondenvel dienen
den Eskimo ook tot kleeding. Gaat hij
op de zeehondenjacht. dan trekt hij
over ziin kleeding nog een pak van
zeehondenvel aan. Het j.?k heeft een
kap .die hii over het hoofd kan trek
ken. Over de laarzen van rendiervel
worden nog een paar sokken van zce-
hondenhuid gedaan. Deze in pakker ij
heeft een tweeledig doel. ten eerste
behoedt het den jager voor nat wor
den door de zeeën die over zijn bootje
kunnen slaan, ten tweede verschalkt
het de zeehonden, die in den naderen
den jager een soortgenoot^ meenen te
zien. De bootjes van den Eskimo zijn
ranke dingetjes, die van boven heele-
inaal dicht zijn. Er is een rond gat in
waar de ja®er precies tot zijn middel J
In Fan' zatteiï. De .kajak" Is bekleed
met zeehondenvel, dat om het middel
van den jager met een riem kan wor
den vastgemaakt. In zijn boot zit hij
dus veilig, vast on droog, daar liet
water hem zélf niet kan raken. Om op
te varen vindt onze vriend het wjiter
heel geschikt: liet te gebruiken voor
do doeleinden, waartoe liet voor oua
onmisbaar ie, kent hii niet. De Eskimo
waseht zich namelijk nooit, vandaiy
dat alle mogelijke onreinheden zioli op
zijn huid nestelen on d.aar eon laag
'vormen op den duur, die bij mogelijke
reiniging er inoet worden afgeschrapt
■voor men tot de eigenlijke huid komt.
Het vangen van den eersten zee
hond bestempelt den Eskimo jongen
tot man. Hii moet echter zorgen vóór
een bepaalden leeftijd den zeehond ge
vangen te hebben, ander* haait hij
zich de minachting van de geheele
buurt op den hals en moet hii een
jaar lang het werk doen van de oude
vrouwtjes d.w.z. mosselen en schel
pen zoeken. Dat zoo'n jongen liet irn
dat jaar lang niet gezellig heeft, laat
zich hooren. Heeft lui echter vóór
dien leeftijd zijn prooi weten machtig
te worden, dan is er feest in de igloe,
de buren worden genóodigd en met el
kaar smullen cn genieten zo van het
heerlijke vleeeoh. dat zoo maar rauw»
in groote brokken, genoten wordt,
terwijl het warme bloed in groote
kommen wordt rondgediend cn opge
dronken. Nadut allo aanwezigen flink
gegeten cn gedronken hebben, gaan
allen naar builen, waar de. vader van
den ..man" te zijher oere een dans
uitvoert. Is de dans uit. dan .slapt d®
verheugde vader vol trots op ziin zoon
toe. wrijft met veel kracht zijn neus
tegen dien vnn zijn zoon onder luid
gesnuif van beiden. Nu eerst., door
dien ..kus" is de jongen tot man ge
wijd.
Als het zomer wordt, in Groenland,
dan verhuist de familie weer naar een
ander huis. de igloe is gesmolten, z©
trekken nu een ..tupic*' op. De tupic
wordt gemaakt va» walvischbeende
ren. dio in den grond worden gesto
ken eu afgedekt met renliervellen
banken en slaapplaatsen zijn langs de
wand getimmerd. Dat het. iu al di®
verblijfplaatsen eer Eskimo's aller-
vreeselijkst onsmakelijk ruikt, schijnt;
voor hen niet alleen geen bezwaar te
zijn. maar benadeelt ook hun ge
zondheid niet. De lamp. die bestaat
uit een breede. vrij platte kom met
olie .uit zeehondenspek gekneed, waar
in stukjes walvïsehspek en een pit van
ineengedraid mos dient als ver
lichting verwarming on kookgele
genheid. en draagt het hare er toe bij
om <le atmosfeer meer dan walgelijk te
maken. Met onze Europeesche be
grippen van hygiëne moeten we ons
dan ook niet voorstellen een bezoek
in een tupic of igloe of in een onder-
grondsche Eskimo-woning tc brengen,
het zou er ons slecht vergaan. Stel,
konden onzen neus cn onzo longen
.vennen aan de ntmosfeor. dan zou
onze maag ten heftigste protesteeren
tegen het aangeboden voedsel.
Aioeder Eskimo zal ons een stuk,
rauw natuurlijk, vendiervleescli aan
bieden. dat z© eens* aflikt. Is ze erg
gastvrij, dan krijgen we een stuk
..toodnos". dat is een van de fijnst©
fijnigheden, di© zij kennen, het is het
et. van het achterdeel van een ren
dier. Als extra delicatesse komt dan
de maag van het voor oen paar dagen
neergelegd rendier te voorschijn. Da
maag wordt opengesneden c-n de
door het dier genuttigd© planten, di©
~e maag weak geworden zijn,
Wat een zelfoverwinning er voor noo-
worden rondgediend. Een en ander
wordt weggesnoeid met een slok bloed,
dig zou ziin om zoo'n maal met een
vriendelijk gezicht naar binnen te
werken, laat zich begrijpen.
Het werkje van N. van Hichtum,-
waaraan wij vele bijzonderheden voor
dit artikeltje ontleenden, vertelt ons
nog meer wetenswaardigheden van
do ..rauwvleeech-eters".
dijk der S. D. A. P. het goed, dat hei- DE NATIONALE OPERA FAILLIET
de wethouders hun mandaat ter be
schikking van den raad zullen stellen
in verband met het opheffen der zake
lijke belasting op het bedrijf, het ver
lagen der wethouderssalarissen en
van de presentiegelden.
VRACHTMOTOR GEZONKEN.
Men meldt uit Gorinchem a3n do
„Tel.":
oensdagochtend G uur kw amen
op de Merwede ter hoogte van Woud-
richem de zandzuigermotorboot „De
Merwedo toebehoorende aan de fir
ma Ileuff en Co., alhier, en de met
zond geladen vrachlmo;or „Niets be
stendig' uit Oudekerk a.d. IJssel in
aanvaring. De zandzuiger voer bo
venop den vrachtmotor. waardoor
zooveel water maakte, dat hij
aan den mond van de haven alhier
zonk.
De opvarenden wisten zich te red
den, Het vaartuig zou niet verzekerd
zijn. De „Niets bestendig" zit geheel
onder water, een gedeelte van den
mast steekt alleen boven de opper
vlakte van het hoog© vloedwater uit
liet gezonken vaartuig ligt niet hin
derlijk voor de scheepvaart.
VERKLAARD.
De Haagsche rechtbank heeft Don
derdag het faillissement van de Na
tionale Opera uitgesproten.
LUCHTVAARTCONFERENTIE.
Dé Minister van Waterstaat, de
heer Van Swaay, zal ter gelegenhc-iï
van de a.s. luchtvaart-conferentie,
welke te 's-Gravenhagc over cnk«?Ie
dagen zal beginnen, do deelnemers
aan die conferentie en andere penoo-
digden een receptie aanbieden op Don
derdagavond G Nov. in de Rolzaal
van de grafelijke zalen op liet Binnen
hof.
INCEZONDEN MEDEDEELINCEN
a 60 Cts. per regel.
naar maat f 50.
Solide stof, elegante afwerking.
Pieter Kiesstraat 34, gesloten huis
Feuilleton
Vertaling naar het Engelscli van
GENE -STRATTON PORTER.
10)
„Wat zou ze van mijn stem hebben
willen zeggen?" fluisterde hij. Ze kon
niets zegeen omdat de vogelvrouw net
kwnin. maar te oordeeleu naar haar
gezicht, geloof ik, dat hij haar wel
aanstond. Misschien wou ze wel zeg
gen dat zingen dat groote was, dat
ik doen moest. Dat dachten ze in het
Tehuis ook allemaal.Nu, als dat zoo is
dan zal ik m'n oogen dicht doen aan
m'n kamer liier dgnken, aan haar ge
zichtje zooals ze naar mij zat te kij
ken en dan zullen ze eens wat hoo
ren! Van hun stoelen zal ik ze zin
gen!"
Met deze vreeselijke bedi'eiging
knielde Sproetneus neer eu drukte
even zijn lippen op de voetstap. Toen
stond hij op, met een gezicht alsof
hij aan een verfrisschende fontein had
gedronken.
HOOFDSTUK VIII.
Waarin Sproetneus een
zakenman ontmoet.
„Wel, heb je ooit!"- riep juffrouw
Duncon uit..
Sproetneus stond voor haar, met
den hoed van het meisje in zijn han
den.
„Ik heb al zoo lang gedacht dat
Duncan of jij in zouden zien dat zon
nehoeden niet mooi genoeg waren
voor een vrouw zooals ik, en je bent
een goede jongen, dat je mij zoo'n
mooien hoed brengt".
Ze draaide hem rond, bekeek het
fijne stroo eii de garneeriug, en streek
vol verrukking met haar ruwe vin
gers over het z.ichte lint. Terwijl ze
er vol bewondering naar keek zog
Sproetneus tot zijn verbazing een hee
le nieuwe kant van Sara Duncan. Ze
maakte gekheid, maar onder haar
grapjes schemerde toch duidelijk door
het feit dat zij. arm. en afgewerkt als
ze was, toch diep iu haar hart dol
was op mooie, vrouwelijke dmgeu, en
hij voelde diep medelijden fnet haar.
Ilij besloot dat hij, als hij in de groo
te stad kwam, haar een hoed zou stu
ren, al moest het hem ook vijftig dol
lar kosten.
Aarzelend gaf ze hem den hoed te
rug.
„Het is er? aardig van je om aan
mij te denken zei ze opgewekt,
„maar je smaak is toch niet erg goed.
Vind je ook niet dat het 't beste zal
zijn als je dezen hoed terug stuurt en
je koopt er een die een beetje beter
past voor ©en vrouw met grijze haren?
Dczs is wel een beetje c.rg mooj voor
mij. Ik zeg niet, dat ik er zoo een niet
graag zou willou hebben, maar ik
moet mezelf niet belachelijk maken.
Je moest deze maar geven aan een
knap joug meisje, van een jaar of
zestien. Hoe kom je er aan Sproet
neus? Je hebt me niet verteld of er
den laatsten tijd nog iets uit de lucht
is komen vallen".
„Ziet u Iets ttiemels aan dezen
hoed?' vroeg Sproetneus, terwijl hij
hem in de hoogte stak.
Do wind bewoog de linten het
eene draaide oin zijn jnouw heen en
het andere lag dwars over ziin borst.
„Ja", zei Sura Duncan, „liet is erg
eenvoudig, maar je kunt zien dat het
van prachtig goed gemaakt is. Het is
echt wat ik zou noemeu, een liemel-
sche lioed".
„Ja", zei Sproetneus. „en hij be
hoort aan mijn engel!"
Toen vertelde hij haar alles van
den hoed en vroeg haar wat hij er mee
doen zou.
„Naar haar terug brengen, natuur
lijk!" zei Sara Duncan. „Misschien is
het wel de eenige die ze heeft en
heeft ze hem ©rg noodig".
Sproetneus glimlachte. Hii was er
wel van overtuigd dat. dit niet de eeni
ge hoed was, dio het. meisje bezat.
Maar dit was iels dat- hii graag wil
de doen en toch voelde hij zich. niet
hee'emaal zeker.
„Bedoelt u dat ik hem naar haar
huis toe moet breqgen?" zei hij.
„Natuurlijk moet je dat doen", zei
juffrouw Duncan. „En zonder verder
uitstel. Hij is hier nu al twee dagen,
en misschien heeft ze hem noodig, en
heeft ze het te druk of is ze te bang
om zelf te komen",
„Maai* hoe kan ik hem haar bren
gen? vroeg Sproetneus.
„Ga vlug op de fiets. Je kunt het
makkelijk doen in een uur tijd".
„Muur. als er in dat uur dan eens
„Onzin!viel Sara Duncan hem In
de.rede. „Je hebt hier langs het bosch
geloopen tot je er aan vast gegroeid
bent, jongen. Geef mij je laarzen en je
knuppel, dan zal ik aan den zuidkant
gaan loopen en een oogje op liet oos
ten en westen houden pot je terug
bdnt
„Maar juffrouw Duncan! Dat kunt
u toch niet doen!" riep Sproetneus
uit.
„Waarom niet?" vroeg zij.
„Omdat u wel weet dat u vreeselijk
bang bent voor slangen en nog een
lieeleboel andere dingen in het bosch".
„Ik bon wel bang voor slangen"?
zei juffrouw Duncan, „maar die zijn
misschien niet deze hitte wel het moe-
rns ingetrokken. Ik z.al op liet p.ad
blijven en de wacht houden, en iij
moet je dan maar wat haasten. Het
weer is zoo stil, er kon wel eens storm
komen. De kinderen kunnen wel zoo
lang op den houtstapel spelen tot ik
terug kom. Ga jij nu dat lipve meisje
je mooien hoed maar brengen".
„Zou liet heusch gaan?v roeg
Sproetneus. „Denkt u dat Mc Lean
het erg zou vinden als hij kwam?"
„Neen", zei juffrouw Duucan, „dat
denk ik niet. Als jij en ik het cr over
eens zijn dat er iets gebeuren moet,
vindt Mc Lean het natuurlijk gced.
Ik zai den hoed in ©en pupier pakken
en jij springt op je fiets eu rijdt hard.
Moet je je Zoudagsche kleoren niet
aantrekken?"
Sproetneus schudde het hoofd. Hij
wist wat hem te doen stond, maar
hij had zoo'n haast dat hij liet juf
frouw Duncan niet allemaal kon uit
leggen. Hij verwisselde zijn zware laar
zen voor »:hoeuen, t»af haar zijn knup
pel, en reed naar de stad. Hij wist
tieol goed waar het meisje woonde.
Hij had haai- huis vaak gezien en hij
ging er nu weer voorbij zonder zijn
oogen ook maar van de straat op te
slaan en ging regelrecht naar het
kantoor van haar vader.
Met den hoed in zijn hand liep
Sproetneus langs ©en heelo rii kler
ken en vroeg, bij de deur van een pri-
•vékantoor om den eigenaar tc mogen
spreken. Toen hij een oogenblik ge
wacht had kwam er een lange, ma
gere man met heldere oogen naar hem
toe eu vroeg: „Waarmee kan ik u
van dienst zijn meneer?"
Sproetneus overhandigde hetq het
pakje en antwoordde: „Door uw doch
tor dezen hoed te overhandigen, dien
z© een paar dagen golodèii bij 111111
lieeit latc-n liggen toon ze wat r nastig
weg moest. En daar tegen haar ca liet
vogelvrouwtje te zeggen dat ik meer
dan dankbaar ben eu geen v\oorden
kau vinden om ze te bedanken voor
wat ze gedaan hebben. Ik ben de
boschwachter van Mc Lean, meneer"
„Waarom breng ju haar dien hoed
niet zelf?" vroeg do zakenmun.
Sproetneus kerk den vader van het
meisje met heldere oogen aan en hii
zei: „Als 11 in mijn plaats was, zou
u het tiaar dan zelf brengen?
„Neen", zei haar vader onmiddel
lijk.
„Waarom vraagt u dan waarom ik
het niet doe?" vroeg Sproetneus toen
weer.
„Ileb je ooit!" zei de vader van het
meisje. Hij keek naar het pakje en
toen naar den jongen, cn toen weer
naar het pakje en mompelde toen:
„Neem me niet kwalijk!"
Sproetneus boog.
„U zou me Qsn groot plezier doen
als u den hoed en do boodschap wilde
overbrengen. Goeden morgen, me
neer", en hij keerde zich om".
„Een oogenblik", zei de \ader van
het meisje. „Als ik jo nu eens verlof
gaf om zelf dien hoed terug te bren
gen en je dank te betuigen,"
Een halve minuut dacht Sproet-