HAARLEM'S DAGBLAD UIT DE NATUUR Ratiné Winterjas J. A, STAATS, Kleermaker DE VONDELING VRIJDAG 2 NOVEMBER 1923 - TWEEDE BLAD HERFSTWANDELING. Het Naalclenveld en Bentveld, beide gelegen in den Aerdenhout, zijn prach tige terreinen voor een heristwande- ling. Beide zijn grootendeels voor het puoliek opengesteld en heL lijkt wel of in de uitbreiding van ue bouwter reinen een stilstand is gekomen, zoo dat we weer kunnen wandelen zonder, zooals vroeger, telkens tot de ont dekking te moeten komen, dat veel mooie plekjes bebouwd zijn. Ue lezer meene nu niet, dat ik zou willen dat alle natuur gespaard en het „buiten wonen"' onmogelijk gemaakt zou moe ten worden, integendeel. Maar we! acht ik het verkeerd, dat de keuze van de viilaterreinen afhangt van het toe val, van de eigenaars, die bun bezit verkoopen aan exploitatiemaatschap pijen, die al heel weinig rekening hou den met natuurschoon of zcldzamen plantengroei. Die weinige plekken, dikwijls van geringe oppervlakte, behooren „heilig en onschendbaar" te zijn en gelukkig wordt er gewerkt aan een wet, die dit mogelijk maakt. In den Aerdenhout zijn, behalve in .Oosterduin, zulke natuurmonumen- tjes, er nogal goed afgekomen, wat het bebouwen betreft, waarschijnlijk wel omdat een van de eigenaressen een groot natuurliefhebster is. Maar wel hebben deze plekjes erg geleden door de droogte. Zelfs nu, na al den regen, die er gevallen is, staat, er nog geen water in de sloten en het beekje met de Primula's stroomt nog lang niet. Voor een jaar of vier zouden die na zooveel regen tot de randen toe gevuld geweest zijn. Bezien we dergelijke plekken an dere duinstreken, b.v. bij Wassenaar, dan is daar nu heel veel water, te veel soms. Voor dit verschil is m.i. geen andere verklaring, dan dat er in de duinen van de Amsterdarnsche Waterleiding, meer dan bij Wasse naar, door het kanalenstelsel toch al tijd nog veel oppervlakte water weg gepompt wordt, wat misschien noodig is met het oog op de toekomst, maar noodlottig voor den plantengroei. Toch hoop ik dat men er nog eens toe zal komen, het water, dat men aan ons prachtig duinlandschap onttrekt, op andere wijze, b.v. met water van éóu van de groote rivieren, weer aan te vullen, Br zijn ook practische mo tieven, die daarvoor pleiten en het plan is meer dan eens geopperd. Er mag gebrek aan grondwater zijn in de duinen, aan hemelwater is er zeker geen gebrek. Overal zijn zaden gekiemd van de Toorts (Verbascum T'hapsus), die hooge gele plant, waar uit nu zeer decoratieve witwollige ro zetten ontstaan zijn. Ieder haartje draagt een druppel, zoodat zoo'n ro zet glinstert,terwijl alles in het rond mat en half duister is. Ook de paddestoelen geven kleur, oranje en witte Amanita's. Verder bloeien er nog paarsroode Koekoeksbloemen, maar ze zijn flets, door het gemis aan zon. De meest op den voorgrond tre dende kleur in het Naaldenveld is ze ker het donkere Flauwgroen van de Oostenriiksche dennen, die bij duizen den geplant en al meer dan mans hoog zijn. De veel oudere Grove dennen, vor men al heele bosschen, vertoonen een lichter groen en de kruinen zijn alle naar het oosten gewaaid, omdat do jonge knoppen aan de westzijde nog- «al veei te lijden hebben van den zee wind. De Oostenrijker trekt zich daar niets van aan, groeit recht .als een kaars en doet bijna kunstmatig aan, zooals hij opgroeit naast de verwron gen grove dennen, die dan ook een dankbaar motief vormen voor onze duinschilders en etsers, zooals er in onze stad en vooral in Bergen steeds meer komen. Maar wanneer die Oostenrijkers eenmaal een kwart-eeuw oud zijn zoo als op sommige andere plaatsen in de duinen, en ze zijn tijdig gedund en van nature voorzien van een tusschen- beplanting van alle mogelijke duin heesters en -boomen, dan behoeft het toekomstige duinbosch er in het ge heel niet onnatuurlijk uit te. zien en kan integedeel een wijkplaats bieden aan tallooze vogels en een groeiplaats aan tientallen planten soorten. De herfstkleuren zullen nu ook wel op zijn mooist zijn. Komt er storm, dan waait het meeste blad wel af. An dere jaren hadden we om dezen tijd al lichte vorst, die het blad doodde, toen het nog aan de takken zat. Om dat de scheiding tusschen tak en blad steel dan nog niet verbroken was, bleef het blad dan heel lang nog aan de takken zitten en de Eerfstkleuren- pracht was mooier dan ooit. Men zal zich onwillekeurig afvragen hoe «al die kleuren ontstaan en waartoe ze dienen Nu een doel of voordeel voor de plant hebben zij niet, tenminste de gele kleur niet. Het blad bevat deze gele kleurstof, die men xanthophyl noemt, reeds van het voorjaar af, maar ze werd overstemd door de duizenden bladgroenkorreltjes, die de groene kleur aan planten geven, en die het voor de planten zoo belangrijk werk doen het koolzuur uit de lucht om te zetten in zetmeel. We kennen dit zet meel allen, het zit in het brood en in aardappelen. Die bladgroenkorrels be staan in hoofdzaak uit ijzer, zoodat wij door groente te eten veel ijzer tot ons nemen, dat in ons lichaam weer dient voor de vorming van de roode bloedlichaampjes, die de kleur aan het bloed geven. Wondere kringloop in de natuurde planten nemen ijzer op uit den bodem en wij nemen het weer op uit de planten! En wie onvoldoende ijzer opneemt uit de groenten krijgt bloedarmoede en moet het ijzer recht streeks tot zich nemen in den vorm in pillen of in een drankje. De planten zorgen in het najaar ïor de bladeren afvallen, het ijzer (de bladgroenkorrels) uit de bladeren op te nemen zoodat de groene kleur, die eerst alles overstemde verdwijnt en het geel zichbaar wordt. De roode tinten, die vooral bij de Amerikaansche eik en het Kardinaals hoedje zoo mooi uitkomen, hebben wel een nut voor de plant. We weten dat het zonlicht uit verschillende kleuren of stralen bestaat li twee soorten er zijn de paarse ra de ultra violette. Deze belemmeren nu de omzetting zetmeel in suiker, wat juist du zoo noodig is, omdat de plant zijn zet meel alleen in oplosbaren vorm, dus in den vorm van suiker, want. zetmeel is niet oplosbaar^ van de bladeren uit kan vervoeren. Nu worden die, in dit seizoen vooral zoo schadelijke stralen opgevangen door de roode en rood bruine kleur van de bladeren, die den naam draagt van anthocyaan, terwijl ook de warmte uit de zon beter door roodachtige bladeren wordt opgevan gen. Men heeft waargenomen dat een kleine belemmering van de sapstroo- ming, dus een kleine opeenhooping van suiker, direct röódkleuring ten ge volge heeft. Oppervlakkig gerede neerd zou men denken, dat het beter was, wanneer die omzetting van zet meel in suiker dan maar wat achter wege bleef, maar dan zou een kostba re hoeveelheid zetmeel verloren gaan, zoodat omzetting in suiker nog snel Ier moet plaats hebben omdat het onoplosbare zetmeel toch niet te ver voeren is naar den stam of de wortel: Zoo dwingt iedere inrichting ia d natuur, om toch maar niets verloren te laten gaan, ons tot bewondering en wij mensc-hen kunnen cr van lee ren, dat het verloren laten gaan van energie of stof in strijd is met de na tuurwetten. C. SIPKES. VRAAG betreffende een blad een palm. ANTWOORDU w blad was bezet met schildluis. U kunt met een kwast je uw palm behandelen met een zeep spiritus oplossing of met een aftreksel van tabaksstelen of met een van de nicotine-preparaten, zooals ze tegen schadelijke insecten in den handel zijn C.S. De Brusselsche Bank De nasporingen naar de voort vluchtige directeuren Wij lezen in Het Vólk:' Het staat thans vast, dat B. en de J. toen zij ons land ontvluchtten, zich geruimen tijd in Brussel hebben opge houden. Zij hebben een is© dagen, naar later gebleken is. onder valsche namen, iu een hotel aan het Rogier- plein aJdaar, vertoefd. Toen zii bemerkten dat ook aan dc Belgische justitie hun aanhouding was verzocht, vertrokken zij naar Parijs, waar zij in niet-officieele ho tels verblijf hebben gehouden. Ook de heer Stolp, de Amsterdarn sche poütie-inspecteur aan wiens voortvarend awecken het in hoofdzaak te danken is. dat de justitie alles voor bereid vond. om iu deze zwendel-af- faire onmiddellijk krachtig in te grij pen. is onlangs naar Parijs geweest. In de Fransche hoofdstad liep het spoor echter weer dood. zoodat wordt aangenomen, dat de heeren, zich ook daar niet al te veilig meer voelende, hun vlucht naar andere streken heb ben voortgezet. Intusechen zijn d<x>r inspecteur Stolp, daartoe door de justitie ge machtigd, nu ook in het buitenland wijdvertakte maatregelen genomen, die vroeger of later, tot de aanhou ding van de beid© gesienalcerden, zul len moeten leiden. BANDIETEN* In den nacht van Woensdag op Donderdag hadden twee mannen zich toegang Verschaft tot de ling van zekeron P. te Hoofdplaat. Toen een van beiden in de kamer ee komen .wan, waarin P. to bed lag. sprong deze laatste overeind, om den indringer, die vermomd was en een revolver in de hand had, een stevi: pak slaag toe te dienen. Het resultaat .vas dat de mannen het. hazenpad ko- :en, met achterlating van eeiv revol ver. een valsche baard en een zak doek. Toen er op het. hulpgeroep van de dienstbode eenige personen kwa men opdagen, was het tweetal al ver dwenen. De politie heeft met honden onderzoek ingesteld. BtoiilaM De débacle van de Ghr. Amsterdammer Een naspel Wij lezen in de Maasbode: De Commissaris van Politie iu de 3e sectie, bureau Leidscheplein te Am sterdam. verzoekt namens den rechter commissaris, belast met de instructie van strafzaken, den personen, die in dertijd van het kantoor van fta ..N.V. Exploitatie van de Amsterdammer, Chr. Volksdagblad"' giften deden toe komen ten bate van het z.g. Nansen- comité, zich' aan zijn bureau te wil len vervoegen tot het geven van in lichtingen. DE JUBILEUMTENTOONSTELLING. De jubileumtentoonstelling in het Koloniaal Instituut te Amsterdam, die "Woensdag werd gesloten, is door 230.0CO personen bezocht. DE TOESTAND VAN JHR. MR. F. C. VAN PANHUYS. De laatste aan het departement van buitenlandsche zaken ontvangen be richten nopens den gezondheidstoe stand van Hr. Als. gezant te Bern, jtor. mr, F. G. van Paixhuys, luiden zeer bevredigend. GERAFFINEERDE OPLICHTERS- STREEK. Onder dit opschrift schrijft het Hbld.: Woensdagmiddag, omstreeks half vier, kwam in den goudsmidswiinkel van den heer Roelof Citroen. Kalverstraat 1 te Amsterdam, een Duilscho dame die, naar zij voor gaf, voor haar dochtertje een gouden ring wilde koopen. Door den bedien de werden haar verschillende stan daards met ringen voorgezet, er was echter geen keuze bij. Dan moest het maar een cadeau worden voor haar echtgenoot, d.w.z. een van méér ge wicht, want om hel goede gewicht was het haar vooral te doen. Zij zocht en zocht, doch kon blijkbaar nog niet sla gen en drong er telkens óp aan dat de sieraden, die haar aanstonden, wer den gewogen. Dit vertrouwde de eerste bediende niet, hij bleef nauwkeurig letten op het aantal ringen op de standaards, liet een ander wegen. Eindelijk was er keuze gemaakt, en ..ees de dame aan, welk sieraad zij verlangde. Er moesten initiaièn in wor den aangebracht, een uur later zou zij den ring komen halen; de koopster gaf twintig gulden handgeld en ver trok. Toen zij nu, na het verstrijken van het uur, niet was verschenen en het personeel wantrouwend werd, ontdek te het, dat de vrouw een ring die zij droeg had verwisseld voor een der firma Citroen. Ilaar ring geleek zeer veel op het meegenomen sieraad, doch de ring uit den winkel was veel zwaar der en bevatte een diamant van groo te waarde, althans veel kostbaarder dan het eenvoudige steentje van dien welke was achtergelaten. Onmiddellijk werd de firma Spijer in de Kalverstraat opgebeld, want de ervaring heeft geleerd, dat dergelijke oplichtersstreken in den regel worden geprobeerd bij deze beide firma's. De firma Spijer werd gewaarschuwd om er niet in te loopen. Tien minuten la ter meldde zij dat een Duiischer in den winkel was die een gouden ring, als door het personeel van Citroen om schreven. voor 350 te koop aanbood. De heer Visser van de benadeelde firma ging onmiddellijk naar de zaak van Spijer, keek in die buurt rond en zag zijne koopster ijverig aan het be- studeeren van de etalages van Vroom en Dreesman, tegenover de firma Spijer. Inmiddels is, door genomen ma-atregelen vanwege laatstgenoem den juwelier, de Duitscher door de po litie van het bureau Singel gearres teerd. In den loop van den avond werd ook de vrouw, die met hem in relatie in hechtenis genomen en naar' het bureau Pietershal overgebracht. Beiden hebben bekend do poging tot oplichting te hebben gepleegd. Zij zul len ter beschikking der justitie wor den gesteld. De sluiting van den postcèhque- en girodienst Zijn de rechten van de reke ninghouders gekrenkt De gelden opvorderbaar, vermeerderd met rente. In do „Economische Statische Be richten" een beschouwing van prof. mr. B. II. Drucker over de stichting van den girodienst- Prof. Drucker zet uiteen, dat do Staat, deelnemende aan het verkeer, op gelijke lijn met den burger onder-i worpen is aan het burgerlijk recht- De verhouding wordt in casu be- heerscht door de speciale bepalingen der Postwet. naast de wetten van al gemeen© strekking. De rechten van den burger, uit die verhouding voort vloeiend, kunnen in een gewoon pro ces voor den burgerlijken rechter worden geldend gemaakt. „Regelingen bij Koninklijk Besluit gegeven ten aanzien van de verhou ding tusschen Girodienst en rekening houders óhet Girobesluit) berustende op artikel 22 der Postwet, kunnen in beginsel ook als recht worden .aan vaard. Er is echter geen sprake van, dat bij Koninklijk Besluit als „voor waarde" kan worden vastgesteld, da.t de rekeninghouders zich ingeval van geschil over hun saldo hebben neer te leggen bij de beslissing v.m den directeur van den dienst- Wel kan bij Koninklijk Besluit de verhou ding tusschen Girodienst cn rekening houders anders worden geregeld dan zij zou zijn volgens algemc-ene wette lijke beginselen, maar dit brengt niet mede, dat bij K. B. aan de wet ent- leende rechten kunnen worden «aan getast. In zooverre ware het besluit strijdig met de wet en nietig. Regelingen van den directeur, wel ke op materiëole wijze de positie van de rekeninghouders zouden beïnvloe den, zouden neerkomen op zijn be voegdheid deel te nemen aan de wet geving cp het gebied van privaat- echt. Regelingen door den directeur cp- reateld kunnen ook worden be- rhouwd als voorwaarden, deel ultma kend van net contract tusschen dienst en rekeninghouder- Ook zulke voor waarden kunnen echter door den di eet cur van den Girodienst niet een- zijd,g nut rechtskracht worden opge De rekeninghouder onder«verpt zich aan diens voorschriften, maar met aan regelingen,welke zijn positie in materie® jon zm aantasten, liet is trouwens de vraag, of een contract, aurbij de ©ene partij zich zoo vol ledig onderwerpt aan liet goedvinden vaa de andere, rechtskracht zou heb- l>en. Een wet kan aan den Staat uit stel of zelfs ontslag van den betalings plicht geven. Bij K. B. kan dit i.'.et, aangezien daardoor aan de wet. out leende rechten zouden worden aange tast, tenzij behoorlijk gelegenheid gegeven, om zien terug te trelo- iken en zijn saldo op te nemen vóór het in werking treden van het besluit. De gelden blijven dus opeischbaar. De cheques zijn echter slechts betaal baar, als het plaatselijke kantoor advies heeft ontvangen van het cen trale kantoor, en het centrale kan toor zendt. ge;n adviezen door, zoo dat volgens de wettelijke'" regeling geen betaling behosft plaats te heb ben. Ook door dezo tactiek kan nuar het oordeel van prof, Drucker de dienst niet worden geholpen. Over eenkomsten moeten té goeder trouw worden uitgevoerd. Wij kunnen d us ons ge 1 d opvorderen, ermeerderd met rente, De Girodienst had op zich cenomen. ten'behoeve van de rekeninghouders •ersnliil lende bankierswerkzaamhe den te verrichten, waar tegenover de •ekemnghouder genoegen nam met een lage rente over zijn gestort geld. Verzuimt de Girodienst, deze werk zaamheden te bewerkstelligen, dan treden in beginsel de ter zake wanprestatie geldende sancties iu wer king. De Girodienst zou zich op sto ring kunnen beroepen als er staking was uitgebroken of als de gebouwen door brand waren vernield. Ma3r nu, nu het staken van den dienst het ge volg is van de eigen dadeu der di- decüe 1" Prof. Drucker besluit met op te mer ken, dat zijn beschouwingen niet moe ten w orden opgevat als een opwek king, om zooveel mogelijk vorderin gen in te stellen tegen den Girodienst, daar door zulke procedures het be lang van spoedig weder belijoorlij'hj functioxieeren van den dienst niet zou worden bevorderd. Hij meent er echter togen te moéten opkomen, dat de Minister poogt, den rekeninghou ders wijs te maken, dat alles iu orde is en dat hun rechten in het minst niet zijn gekrenkt. Dlngjn die niet Iedereen weet DE SOCIALISTISCHE WETHOUDERS VAN ZAANDIJK. Naar „Het Volk" uit Zaandijk nxeldt, keurde de huishoudelijke ver gadering van de afdeeling Koog-Zaan HET LÉVEN VAN DE ESKIMO's. Hee'. dicht bij dc poolstreken ligt bet sombere, koude, onherbergzame land. Groenland. Het is liet meest 'uitgestrekte Noordpool land in de Noordelijk© IJszee eu ligt ten N.O. van Amerika. Daar is het dat de Eski mo's leven, een volksstam, die door hun zeden, gewoonten en leefwijze, he melsbreed verschillen van alle be schaafde volkeren. Het is een ten deelo nog heidensoh jagers- on vis- schersvoik, dat oo zeer lagen trap van ontwikkeling staat. Zij weten hun lo ven echter u-ondergoed aan te passen aan de onvriendelijke natuur, die daar he-oreclrt. Het t van den Eskimo is middelbaar gioot, donkere huids kleur, breed en plat gelaat met voor uitstekend ka.okbeen, een platteu neus en zwart borstelig baar. Naar onzen smaak zijn ze dus niet bepaald schoon te noemenbovendien zijn zo ook. naar onze begrippen tenmin6te, onzegbaar vies en onzindelijk. In den winter wonen ze, tenmin ste in het hartje van den winter, als het alle dagen donker blijft, in een diop gat in den grond- Een lange, don kere gang onder den grond voert naar deze woning. Het dak is gemaakt van zolen met mos er overheen. Do balkeu die het <iak moeten stutten zijn meest al van walvischbeenderen en het ven eter in het dak is gemaakt van schoongemaakte aan elkaar genaaide darmen. Nauwelijks begint het even wel weer een beetje licht Ie worden, of de familie trekt uit die woning paar een ander fcuis. naar de ..igloe". zooals dit in de Eskimo-taal heet. De ..igloe" wordt opgebouwd van stukken ijs of bevroren sneeuw, die niet. een mes in vierkante blokjes worden ge sneden. Er wordt een mooie roncie koepel van gemaakt met een rondo opening, die als deur moet dienen. Voordat men in het eigenlijke woon- .ertrek komt, moet men door de deur opening door een gang kruipen, die zoo laag is, dat men er zich plat op den buik moet doorwerken. Tegen den wand van de igloe worden breode banken, van sneeuw of ijs gemaakt, welke 's nachts dienen tot slaapplaats van de familie. Daartoe wordt er eerst rncs op gelegd en daarop stukken zeehondenhuid en een paar reudier- vellen. waarvan de dekens ook ge maakt zijn. Rendierhuid en zeehondenvel dienen den Eskimo ook tot kleeding. Gaat hij op de zeehondenjacht. dan trekt hij over ziin kleeding nog een pak van zeehondenvel aan. Het j.?k heeft een kap .die hii over het hoofd kan trek ken. Over de laarzen van rendiervel worden nog een paar sokken van zce- hondenhuid gedaan. Deze in pakker ij heeft een tweeledig doel. ten eerste behoedt het den jager voor nat wor den door de zeeën die over zijn bootje kunnen slaan, ten tweede verschalkt het de zeehonden, die in den naderen den jager een soortgenoot^ meenen te zien. De bootjes van den Eskimo zijn ranke dingetjes, die van boven heele- inaal dicht zijn. Er is een rond gat in waar de ja®er precies tot zijn middel J In Fan' zatteiï. De .kajak" Is bekleed met zeehondenvel, dat om het middel van den jager met een riem kan wor den vastgemaakt. In zijn boot zit hij dus veilig, vast on droog, daar liet water hem zélf niet kan raken. Om op te varen vindt onze vriend het wjiter heel geschikt: liet te gebruiken voor do doeleinden, waartoe liet voor oua onmisbaar ie, kent hii niet. De Eskimo waseht zich namelijk nooit, vandaiy dat alle mogelijke onreinheden zioli op zijn huid nestelen on d.aar eon laag 'vormen op den duur, die bij mogelijke reiniging er inoet worden afgeschrapt ■voor men tot de eigenlijke huid komt. Het vangen van den eersten zee hond bestempelt den Eskimo jongen tot man. Hii moet echter zorgen vóór een bepaalden leeftijd den zeehond ge vangen te hebben, ander* haait hij zich de minachting van de geheele buurt op den hals en moet hii een jaar lang het werk doen van de oude vrouwtjes d.w.z. mosselen en schel pen zoeken. Dat zoo'n jongen liet irn dat jaar lang niet gezellig heeft, laat zich hooren. Heeft lui echter vóór dien leeftijd zijn prooi weten machtig te worden, dan is er feest in de igloe, de buren worden genóodigd en met el kaar smullen cn genieten zo van het heerlijke vleeeoh. dat zoo maar rauw» in groote brokken, genoten wordt, terwijl het warme bloed in groote kommen wordt rondgediend cn opge dronken. Nadut allo aanwezigen flink gegeten cn gedronken hebben, gaan allen naar builen, waar de. vader van den ..man" te zijher oere een dans uitvoert. Is de dans uit. dan .slapt d® verheugde vader vol trots op ziin zoon toe. wrijft met veel kracht zijn neus tegen dien vnn zijn zoon onder luid gesnuif van beiden. Nu eerst., door dien ..kus" is de jongen tot man ge wijd. Als het zomer wordt, in Groenland, dan verhuist de familie weer naar een ander huis. de igloe is gesmolten, z© trekken nu een ..tupic*' op. De tupic wordt gemaakt va» walvischbeende ren. dio in den grond worden gesto ken eu afgedekt met renliervellen banken en slaapplaatsen zijn langs de wand getimmerd. Dat het. iu al di® verblijfplaatsen eer Eskimo's aller- vreeselijkst onsmakelijk ruikt, schijnt; voor hen niet alleen geen bezwaar te zijn. maar benadeelt ook hun ge zondheid niet. De lamp. die bestaat uit een breede. vrij platte kom met olie .uit zeehondenspek gekneed, waar in stukjes walvïsehspek en een pit van ineengedraid mos dient als ver lichting verwarming on kookgele genheid. en draagt het hare er toe bij om <le atmosfeer meer dan walgelijk te maken. Met onze Europeesche be grippen van hygiëne moeten we ons dan ook niet voorstellen een bezoek in een tupic of igloe of in een onder- grondsche Eskimo-woning tc brengen, het zou er ons slecht vergaan. Stel, konden onzen neus cn onzo longen .vennen aan de ntmosfeor. dan zou onze maag ten heftigste protesteeren tegen het aangeboden voedsel. Aioeder Eskimo zal ons een stuk, rauw natuurlijk, vendiervleescli aan bieden. dat z© eens* aflikt. Is ze erg gastvrij, dan krijgen we een stuk ..toodnos". dat is een van de fijnst© fijnigheden, di© zij kennen, het is het et. van het achterdeel van een ren dier. Als extra delicatesse komt dan de maag van het voor oen paar dagen neergelegd rendier te voorschijn. Da maag wordt opengesneden c-n de door het dier genuttigd© planten, di© ~e maag weak geworden zijn, Wat een zelfoverwinning er voor noo- worden rondgediend. Een en ander wordt weggesnoeid met een slok bloed, dig zou ziin om zoo'n maal met een vriendelijk gezicht naar binnen te werken, laat zich begrijpen. Het werkje van N. van Hichtum,- waaraan wij vele bijzonderheden voor dit artikeltje ontleenden, vertelt ons nog meer wetenswaardigheden van do ..rauwvleeech-eters". dijk der S. D. A. P. het goed, dat hei- DE NATIONALE OPERA FAILLIET de wethouders hun mandaat ter be schikking van den raad zullen stellen in verband met het opheffen der zake lijke belasting op het bedrijf, het ver lagen der wethouderssalarissen en van de presentiegelden. VRACHTMOTOR GEZONKEN. Men meldt uit Gorinchem a3n do „Tel.": oensdagochtend G uur kw amen op de Merwede ter hoogte van Woud- richem de zandzuigermotorboot „De Merwedo toebehoorende aan de fir ma Ileuff en Co., alhier, en de met zond geladen vrachlmo;or „Niets be stendig' uit Oudekerk a.d. IJssel in aanvaring. De zandzuiger voer bo venop den vrachtmotor. waardoor zooveel water maakte, dat hij aan den mond van de haven alhier zonk. De opvarenden wisten zich te red den, Het vaartuig zou niet verzekerd zijn. De „Niets bestendig" zit geheel onder water, een gedeelte van den mast steekt alleen boven de opper vlakte van het hoog© vloedwater uit liet gezonken vaartuig ligt niet hin derlijk voor de scheepvaart. VERKLAARD. De Haagsche rechtbank heeft Don derdag het faillissement van de Na tionale Opera uitgesproten. LUCHTVAARTCONFERENTIE. Dé Minister van Waterstaat, de heer Van Swaay, zal ter gelegenhc-iï van de a.s. luchtvaart-conferentie, welke te 's-Gravenhagc over cnk«?Ie dagen zal beginnen, do deelnemers aan die conferentie en andere penoo- digden een receptie aanbieden op Don derdagavond G Nov. in de Rolzaal van de grafelijke zalen op liet Binnen hof. INCEZONDEN MEDEDEELINCEN a 60 Cts. per regel. naar maat f 50. Solide stof, elegante afwerking. Pieter Kiesstraat 34, gesloten huis Feuilleton Vertaling naar het Engelscli van GENE -STRATTON PORTER. 10) „Wat zou ze van mijn stem hebben willen zeggen?" fluisterde hij. Ze kon niets zegeen omdat de vogelvrouw net kwnin. maar te oordeeleu naar haar gezicht, geloof ik, dat hij haar wel aanstond. Misschien wou ze wel zeg gen dat zingen dat groote was, dat ik doen moest. Dat dachten ze in het Tehuis ook allemaal.Nu, als dat zoo is dan zal ik m'n oogen dicht doen aan m'n kamer liier dgnken, aan haar ge zichtje zooals ze naar mij zat te kij ken en dan zullen ze eens wat hoo ren! Van hun stoelen zal ik ze zin gen!" Met deze vreeselijke bedi'eiging knielde Sproetneus neer eu drukte even zijn lippen op de voetstap. Toen stond hij op, met een gezicht alsof hij aan een verfrisschende fontein had gedronken. HOOFDSTUK VIII. Waarin Sproetneus een zakenman ontmoet. „Wel, heb je ooit!"- riep juffrouw Duncon uit.. Sproetneus stond voor haar, met den hoed van het meisje in zijn han den. „Ik heb al zoo lang gedacht dat Duncan of jij in zouden zien dat zon nehoeden niet mooi genoeg waren voor een vrouw zooals ik, en je bent een goede jongen, dat je mij zoo'n mooien hoed brengt". Ze draaide hem rond, bekeek het fijne stroo eii de garneeriug, en streek vol verrukking met haar ruwe vin gers over het z.ichte lint. Terwijl ze er vol bewondering naar keek zog Sproetneus tot zijn verbazing een hee le nieuwe kant van Sara Duncan. Ze maakte gekheid, maar onder haar grapjes schemerde toch duidelijk door het feit dat zij. arm. en afgewerkt als ze was, toch diep iu haar hart dol was op mooie, vrouwelijke dmgeu, en hij voelde diep medelijden fnet haar. Ilij besloot dat hij, als hij in de groo te stad kwam, haar een hoed zou stu ren, al moest het hem ook vijftig dol lar kosten. Aarzelend gaf ze hem den hoed te rug. „Het is er? aardig van je om aan mij te denken zei ze opgewekt, „maar je smaak is toch niet erg goed. Vind je ook niet dat het 't beste zal zijn als je dezen hoed terug stuurt en je koopt er een die een beetje beter past voor ©en vrouw met grijze haren? Dczs is wel een beetje c.rg mooj voor mij. Ik zeg niet, dat ik er zoo een niet graag zou willou hebben, maar ik moet mezelf niet belachelijk maken. Je moest deze maar geven aan een knap joug meisje, van een jaar of zestien. Hoe kom je er aan Sproet neus? Je hebt me niet verteld of er den laatsten tijd nog iets uit de lucht is komen vallen". „Ziet u Iets ttiemels aan dezen hoed?' vroeg Sproetneus, terwijl hij hem in de hoogte stak. Do wind bewoog de linten het eene draaide oin zijn jnouw heen en het andere lag dwars over ziin borst. „Ja", zei Sura Duncan, „liet is erg eenvoudig, maar je kunt zien dat het van prachtig goed gemaakt is. Het is echt wat ik zou noemeu, een liemel- sche lioed". „Ja", zei Sproetneus. „en hij be hoort aan mijn engel!" Toen vertelde hij haar alles van den hoed en vroeg haar wat hij er mee doen zou. „Naar haar terug brengen, natuur lijk!" zei Sara Duncan. „Misschien is het wel de eenige die ze heeft en heeft ze hem ©rg noodig". Sproetneus glimlachte. Hii was er wel van overtuigd dat. dit niet de eeni ge hoed was, dio het. meisje bezat. Maar dit was iels dat- hii graag wil de doen en toch voelde hij zich. niet hee'emaal zeker. „Bedoelt u dat ik hem naar haar huis toe moet breqgen?" zei hij. „Natuurlijk moet je dat doen", zei juffrouw Duncan. „En zonder verder uitstel. Hij is hier nu al twee dagen, en misschien heeft ze hem noodig, en heeft ze het te druk of is ze te bang om zelf te komen", „Maai* hoe kan ik hem haar bren gen? vroeg Sproetneus. „Ga vlug op de fiets. Je kunt het makkelijk doen in een uur tijd". „Muur. als er in dat uur dan eens „Onzin!viel Sara Duncan hem In de.rede. „Je hebt hier langs het bosch geloopen tot je er aan vast gegroeid bent, jongen. Geef mij je laarzen en je knuppel, dan zal ik aan den zuidkant gaan loopen en een oogje op liet oos ten en westen houden pot je terug bdnt „Maar juffrouw Duncan! Dat kunt u toch niet doen!" riep Sproetneus uit. „Waarom niet?" vroeg zij. „Omdat u wel weet dat u vreeselijk bang bent voor slangen en nog een lieeleboel andere dingen in het bosch". „Ik bon wel bang voor slangen"? zei juffrouw Duncan, „maar die zijn misschien niet deze hitte wel het moe- rns ingetrokken. Ik z.al op liet p.ad blijven en de wacht houden, en iij moet je dan maar wat haasten. Het weer is zoo stil, er kon wel eens storm komen. De kinderen kunnen wel zoo lang op den houtstapel spelen tot ik terug kom. Ga jij nu dat lipve meisje je mooien hoed maar brengen". „Zou liet heusch gaan?v roeg Sproetneus. „Denkt u dat Mc Lean het erg zou vinden als hij kwam?" „Neen", zei juffrouw Duucan, „dat denk ik niet. Als jij en ik het cr over eens zijn dat er iets gebeuren moet, vindt Mc Lean het natuurlijk gced. Ik zai den hoed in ©en pupier pakken en jij springt op je fiets eu rijdt hard. Moet je je Zoudagsche kleoren niet aantrekken?" Sproetneus schudde het hoofd. Hij wist wat hem te doen stond, maar hij had zoo'n haast dat hij liet juf frouw Duncan niet allemaal kon uit leggen. Hij verwisselde zijn zware laar zen voor »:hoeuen, t»af haar zijn knup pel, en reed naar de stad. Hij wist tieol goed waar het meisje woonde. Hij had haai- huis vaak gezien en hij ging er nu weer voorbij zonder zijn oogen ook maar van de straat op te slaan en ging regelrecht naar het kantoor van haar vader. Met den hoed in zijn hand liep Sproetneus langs ©en heelo rii kler ken en vroeg, bij de deur van een pri- •vékantoor om den eigenaar tc mogen spreken. Toen hij een oogenblik ge wacht had kwam er een lange, ma gere man met heldere oogen naar hem toe eu vroeg: „Waarmee kan ik u van dienst zijn meneer?" Sproetneus overhandigde hetq het pakje en antwoordde: „Door uw doch tor dezen hoed te overhandigen, dien z© een paar dagen golodèii bij 111111 lieeit latc-n liggen toon ze wat r nastig weg moest. En daar tegen haar ca liet vogelvrouwtje te zeggen dat ik meer dan dankbaar ben eu geen v\oorden kau vinden om ze te bedanken voor wat ze gedaan hebben. Ik ben de boschwachter van Mc Lean, meneer" „Waarom breng ju haar dien hoed niet zelf?" vroeg do zakenmun. Sproetneus kerk den vader van het meisje met heldere oogen aan en hii zei: „Als 11 in mijn plaats was, zou u het tiaar dan zelf brengen? „Neen", zei haar vader onmiddel lijk. „Waarom vraagt u dan waarom ik het niet doe?" vroeg Sproetneus toen weer. „Ileb je ooit!" zei de vader van het meisje. Hij keek naar het pakje en toen naar den jongen, cn toen weer naar het pakje en mompelde toen: „Neem me niet kwalijk!" Sproetneus boog. „U zou me Qsn groot plezier doen als u den hoed en do boodschap wilde overbrengen. Goeden morgen, me neer", en hij keerde zich om". „Een oogenblik", zei de \ader van het meisje. „Als ik jo nu eens verlof gaf om zelf dien hoed terug te bren gen en je dank te betuigen," Een halve minuut dacht Sproet-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5