HAARLEM'S DAGBLAD OVER MONTESSORI Onze laclifiook Bargsriijife «Mand DE VONDELING DINSDAG 27 NOVEMBER 1923 - TWEEDE BLAD Binnenkort zal de nieuwe Montesso- verzocht een artikel over Moniessori te risdhool in hefc H a n riem merk oubpark schrijven, dat hier volgt, in gebruik genomen worden; wij heb- Bij deze gelegenheid drukken wij ben daarom aan Moj. T. A. Dorsman, liet cliché nog eens af. onderwijzeres aan bedoelde sdiool, I WIE IS MONTESSORI? Is het nog noodig een vraag als deze te stellen? Er zullen maar weinigen zijn, die hierop een antwoord schuldig blijven. Zeker niet ouders en opvoeders, die zioh in dezen tijd meer dan ooit re kenschap geven van de gnxioijgobe taak die ze te vervullen hebben, een taak, die ondanks moeiten en teleurstelling zooveel geluk met zich meebrengt. j Volledigheidshalve worden hier' even vermeld ©enig1© bijzonderheden uit het persoonlijk leven van „Mon- tessori". om vervolgens in dit kort bestek de hoofdaandacht op de grond beginselen van c-en onzer nieuwe op- voedings- en onderwijs-methoden te vestigen; Maria Montessori, Italiaansche van Jreboorte, en eenig kind, is de eerste vrouwelijke leerling van een jon gensschool. Docr een helder verstand aangewezen voor universitaire studie, bekwaamt zij zich tot wiskundig in genieur, breekt deze studie echter af, omdat zij zich langzamerhand meer tot de medischewetenschap aange trokken gevoelt. I-Tactisch zien we haar als assisten te in de Psychiatrische Kliniek te Rome werkzaam, waar o.a. achter lijke kinderen verpleegd werden, die haar gelegenheid gaven tot bestudec- J'ing van hot abnormale kind. Het ging er uin die arme kleintjes met hun te kort aan intelligentie te genezen en nog zooveel mogelijk verstandelijk te ontwikkelen. - Maria Montessori trok dag en nacht mot hen op. niet zonder resultaat paste zij le.Eirmiddelen too, die. tot bijzonder doel hadden het zintuiglijk waarnemingsvorm ogen dier kinderen te vergrooten en te verfijnen. In 189S noodigt Bac'celli, Italiaansck Minister van Onderwijs, haar uit, te spreken op hot modisch-paedagogisch congres to Turijn over cle opvoeding "van zwakzinnige kinderen. Daarna werd een opvoedkundig Instituut te Heme opgericht en Montessori als Di rectrice hiervan benoemd. 2 jaar lang onderricht zij er do onderwijzers van Home in het waai-nemen en opvoe den van zwakzinnige kinderen. Zij reist bovendien naar Londen en Pa rijs om.de' pracfijk in de daar be staande scholen te volgen. Vervolgeus laat zij zioh inschrijven aan de philo- sopliische faculteit te Rome on stu deert nog gedurende 4 jaar biologie, psychologie en anthropologic, en ver diept ziehdaarna in de paedagogie van het n o d m a 1 e land. Zij komt in aanraking met Eduaird Talamo, inge nieur en Alg. directeur van de z. g. stichting van vaste .goederen te Ro me. In dien tijd bezat deze stichting een 400-tal huizen, bestemd tot arbei derswoningen en do bedoeling was nu elk gebouwen-complex een eigen schooi te geven, waar kinderen van 37 jaar onder leiding va-n een on derwijzeres zioh zouden bezighouden, een soort kinderbewaarplaats clus, gedurende den tijd, dat de moeders uit werken waren. In dit kinderhuis was volop gelegenheid tot bestudee ring der kinderen en ontstond dan ook haar methode. Als sommige menschen maar de M van Monlesssori hooren, ha.len ze al ongeiooviig lachend cle schouders op .'meestal hebben ze nooit eenige moei te gedaan Montessori uit een barer hoeken nader te leeren kennen) en be weren, dat het iets is, dat wel weer gauw voorbij zal zijn een vlaag, zoo- als zoovele in dezen rustsloozeu tijd: de menschen willen wat anders, wat nieuws, ze hebben geen houvast meer 't Is een kwestie van tijd, dan zijn we die dingen wel weer te boven, en dan: de kinderen maar alles toe te staan, wal ze willenVat moeten dat voor volwassenen worden? Hoe kan een kind nu in 's hemelsnaam weten wat het wil, wij ouderen weten liet nog ternauwernoodI Zelfontwikkeling! Heb worden allen oude mannetjes en vrouwtjes! 't moeten toch kinderen blijven? De menschen loopen thans al zoo uiteen door de steeds uitgebreider vakkennis en hij een differentiatie zooals Montessori tracht te bereiken, staat men nog verder van elkaar. En wat onverstandig allo moeilijkheden uit den weg te ruimenhoe zijn ze dan bestand tegen liet werkelijke le- I ven! Wij volwassenen moeten juist zoo- 'veei doen, wat niet bepaald prettig is hoe moet het dan die kinderen gaan, die maar alles doen wat hun goed 'dunkt? De wereld is zoo geheel and-eis. Deze bezwaren voert" men gewoonlijk aan en uit het volgende zult ge kun nen opmaken, in hoeverre zij gegrond zijn. De methode Montessori rust op drie groote beginselen, n.h le. de z.g. spon tane aandacht; 2e. zelfontwikkeling door zelfwerkzaamheid in vrijheid; 3e. de z.g. gevoelige periode. De opvoeding is ook in 4 voorname deelen te splitsen en wel de spi-orout- wikkeling of motorische opvoeding, do zintuiglijke opvoeding, de opvoeding van het verstand en de zedelijke vor ming of moreele opvoeding. Wat is eigenlijk opvoeden? Welk doel stelt men zich? Tob op zekere hoogt© is dit voor eiken opvoeder het zelfde, en wel invloed ten goede uit oefening direct of indirect. Om 'n goed kweeker te zijn moet men liefde voor en kennis van planten hebben, zoo moet men ook cou kind kennen en be grijpen om eonigszins door uitwendige omstandigheden (voeding, klimaat, omgeving) een bepaalde richting te kunnen geven aan de ontplooiing van zijn leven. Maar het stoffelijk en gees telijk voedsel, dab we heb kind aan te- bieden hebben, werkt in op iets, dab pegoven is (de aanleg). -,Ilet jonge lcind is als een bloemzaad. In kiem zijn vele mogelijkheden aanwezig. De taak van den opvoeder is nu, de omgeving van dat jonge', groeiende organisme zoo kunstig mogelijk te doen zijn, zóó dat het kind zioh bewust kan worden van eigen latente krachten en vermogens. Montessori wil de natuurwetenschap pelijke methode toepassen om het kind gade te slaan in de -verschillende sla-I dia van zijn ontwikkeling. Ze wil fei-': ten, gegevens verzamelen over het ge-I drag van het kind onder be.paa.lde om standigheden, om uit de verschillen de waarnemingen het gemeenschappe lijke op te sporen en zoodoende een conclusie te trekken. Wil dat waarne men van de kinderen aan zijn doel! beantwoorden, dan moet, dé onderwij zer zijn pe.rcoon wegcijferen en ook die van liet kind, geheel objectief moet hij er tegenover staan. Dat wil volstrekt, niet zeggen, dat de liefde tot het kind uitgeschakeld wordt, integendeel is deze manier van doen er het zuivere bewijs van. Zoo danig waarnemen is niet eenvoudig, omdat we met een levend, wezen te doe.n hebben. Een praepa-raat onder de microscoop heeft veel meer kans op de juiste wijze door ons beoordeeld !e worden. Een van de typische ken merken nu van een jongkind is zijn activiteit. Slaagt men er in om die drang tot bedrijvigheid logisch te be-l vredigen, dan is een verdere groei in 1 de' goede richting mogelijk, ton koste van verkeerde neigingen, die het door zijn erfelijken aanleg ook meebrengt. Het goede in het jonge kind wordt versterkt, wanneer v^e van die spon tane drang tot bezig zijn gebruik, maken. I-Iet is als bij de homoeopa- tlsrih© geneeswijze, men moet het ge-, zonde deel van het organisme krachti-! ger maken, zoodat dat deel genoeg anti-stof feu leveren kan ter genezing van het zieke deel. Waar 2ernike sprak van veranderlijkheid en onge durigheid als kenmerken der kinder lijke natuur, vinden we al bij Fröbel de volgende verklaring voor deze eigenschappen, die we inderdaad, zoo veel bij kinderen aantreffen. Hij .zegt dit zijn uiterlijke verschijnselen, de' eigenlijke karaktertrek is de behoefte aan bezigheid, en wordt die niet op passende wijze bevredigd, dan open baart zij zich als veranderlijkheid en ongechiriglieid. Als Montessori ging Fröbel al uitsluitend le rade hij de eischen, die de kindernatuur stelt. De behoefte aan bezigheid moet op ratio- neele wijze gewoed worden. Montes sori noemt het jonge lcind een anti sociaal wezentje, de levensdrang van het kind in zijn eerste levensjaren is zoo sterk, dat hij zich met allé kracht, die in hem is, verweert, om dat de omgevmg in de meeste gev,al len tegen ;hem is, 't is een reuzenwe- reld waarin hij komt en waarin hij in het geheel niet past. Ieder groeiend individu heeft behoefte aan bewoging en het spel van een jong katje met oen klos is geen spelletje zonder moer, het is van biologische» beteekenis, het geeft hem gelegenheid zijn lichaams spieren te oefenen. Het typische van een zuigeling is het overvloedig ge bruik van al zijn spieren. Hij heeft behoefte om te spartelen. Eerst gaat dit in 't wilde weg, ongeordend, later is hij bij machte op tijd de juiste spieren in werking te stellen om een vooraf bepaalde beweging te maken. - Dat beheersehon der spieren, het tuis-, te gebruik op het juiste oogenblik is al een vorm van de hoogste vrijheid. Het kind moet de vrije beschikking krijgen door zelfoefening, Montessori zegt dan ook, de vrijheid moet ver-: overd worden (la libei'té est une cou-| quét-e précise). Zoolang we de luimen en nukken van ons lichaam en van onzen geest volgen, zijn we niet ia lyaarheid vrij, dan zijn we slaaf van onze lagere be geerten. Een begin van vrijheid, dus van behcersehing, zelftucht, wordt ge maakt hij de motorische opvoeding. Voor het hesle kleintje in de wieg be hoeven er nog geen bepaalde oefenin gen bedacht te worden om z'n spier stelsel op te.voeden. Die zijn er in overvloed voor hein en z'n instinct zegt hem die. Langzaam leert hij zich zelf o.m. de oogen bewust vestigen op een bepaald punt, voorwerpen aan pakken, en naar zich toe halen, betas ten met dó lippen, zijn handjes be kijken enz. Grijpt het naar moeders handen, dan is dit het sein, dat het aan zitten toe is, dan gaat het krui pen, staan en tenslotte loopen. Wo zien hem eindeloos herhalen tot' alle mooilijkheden overwonnen zijn. De op voeding van het spierstelsel is dus eigenlijk een voortzetting van wat het kind eerst zelf beoefende. De onder- ijzeres moet het kind verder helpen om te komen tot wat Montessori noemt de muscyla.iro discipline. Bewegingsaroug werd tot nu toe al tijd vereenzelvigd mot verkeerdheid en juist door beweging zegt ook o m. Dr. J. II. Gunning Wzn., moet hot kind trachten iets te weten te komen van cle hem omringende wereld; hij zou te gronde gaan, als de natuur hem niet gewapend had met een onbe dwingbare behoefte aan beweging en; lust 1ot onderzoek. Straks 'komt do tijd, dat bezig zijn een plielit wordt, dan moeten dwang- en kunstmiddelen aangewend worden, om dat van liet kind gedaan te krijgen, wat eenige jaren geleden een lust en genoogen was. 't Gaat dus om liet behoud van de aangeboren behoefte tot zelfwerk zaamheid, de kostelijkste eigenschap, die- de natuur meegeeft .en die 't ge makkelijkst door een onverstandige behandeling verloren gaat. Het kind leert nooit meer dan in zijn eerste levensjaren. Heeft men de leerlust laten kwijnen, door er geen voldoen de en doelmatig voedsel aan te geven, dan brengt men onvermijdelijk in den jeugdigen geest een associatie teweeg tussdhon leeren en dwang, die nood lottig moet werken op de hecle verde re ontwikkeling en die dan door kunstmiddelen bestreden moet worden, 't Is een ramp voor het kind over handigd te worden aan een school, die nog altijd net doet of er geen Fröbel was geweest en geen Rousseau. Verder zegt Gunning in zijn 2e Bundel Paedagogische Opstellen, wat zoo waar is en niet genoeg herhaald 'kan worden: liet kind heeft recht op beweging, een natuurrecht, dat jammerlijk thuis en op school wordt geschonden. „Be- 'Oegt U„Zit stilWelk kind is nu werkelijk een ongehoorzaam, een stout lcind Dat de lieve moeder na tuur of dat zijn onverstandige opvoe ders gehoorzaamt? Drie vierde van alle ondeugendheid spruit voort uit gebrek aan geschikte bezigheid. Door dat de volwassenen liet kind willen binden aan hun regels om niet te zeg gen aan hun luimen en nukken, lee ren veol kindeken a! heel vroeg liet zelf bezig zijn weer af. Spoedig komt de tijd, op .3 a 4-jarigen leeftijd, dat het kind zich zelf niet meer geheel kan bezighouden. Heb is een over gangsperiode, gevaarlijk, want vele kinderen doen dan do gewoonte op, om alleen maar te doen, wat hen be volen wordt, welke gewoon zeer ve len levenslang niet meer afleggen, die dan door het leven slenteren als tra gen en luiaards (die miescliien alleen uit eerzucht tot wat werken kpmenj, terwijl zij toch in hun prille jeugd even nijver en bedrijvig zijn geweest als andero kinderen. Tot de rechten van het kind be hoort dan ook het bezoeken van een goede Fröbelschool, zegt Gunning, vei- der op, terwijl wij thans het bezoek aan een goede Montessor i-school noemen als li e t recht van hot jonge kind. Komen de 3-jarige kleintjes op de Montessorischool, dan moeten ze daar een omgeving vinden, gepropoi - tionneerd aan het kind, dvv.z. lage tafels en stoeltjes, niet te licht, maar die het toch zelf verplaatsen kan, platen langs den wand op oogshoogte, kapstokjes lang aangebracht in den kleedgang, lage deurknoppen enz. Do onderwijzeres leert het kind hoe zijn jasje los te knoopen en op te hangen en op de juiste manier aan zijn tafel tje te zitten. Kinderen willen die din gen graag goed doen cn daarom is een eerste vereiechte de werkjes precies voor te doen. Verder moet al le® in de omgeving een vaste plaats i hebben. In een ordelijke omgeving be staat de grootste kans dat een kind liefde voor de orde behoudt en zich geestelijk en lichamelijk ook ordent- Ervaring leert, dat kinderen, die, moeilijk voor zich zelf on hun omge ving zijn. al rust vindon in do ocle- uingen tot opvoeding van het spier-1 stelsel, de z.g. oefeningen van het] prnctische leven; men kan hem. leeren afstoffen, dweilen, ramen zoemen, doekjes wasschen, tafeltjes boenen, schoenen en koper poetsen enz. Na tuurlijk gaan deze werkjes eerst heel gebrekkig, maar duidelijke lesjes lircn- I gen het kind gauw op streek. Wordt het twaalfuurtje op school gebruikt (liet liefst moeten zo er den geheeten dag kunnen doorbrengen, terwijl zij tevens voldoende van de buitenlucht genieten door tuin arbeid en spel), dari kan het eet- en drinkgerei ook door de kinderen zelf afgewasschcn wor den. Als aan alle voorwaarden voor de natuurlijke ontwikkeling van het kind voldaan is, dan ook de grootste tucht. Vrijheid, zegt Montessori, be staat ook hierin de dingen precies le gebruiken, waarvoor ze zijn. Als top punt van spierhehecrsching, verkre gen door genoemde oefeningen voor het practisohe leven, het zelf aan- en uitkleeden, de oefening op speciale gymnastiekteestellen, liet loopen op een lijn voetje voor voetje, als even wichtsoefening, etc., is het z.g. stil te-stel te beschouwen, dat het kind als 't ware liet onhoorbare laat, hoo ren, floor volkomen onbeweeglijkheid. De Oosterscihe volken zien dit stil zijn als doel, zij willen het kind reeds vroeg tot meditatie brengen, terwijl de Westerling deze zelfinkeer uoodig acht om te komen tot een hooger sta dium vftn activiteit. Stilte en muziek noemt Montessori do musc'ulaire on derwijzeressen van het kind. Da ontwikkeling der zintuigen (,,de poorten van liet verstand", zooals Montessori zegt) houdt gelijken tred met. de ontwikkeling van het intellect. Slaagt men er dus in het kind beter te leeren waarnemen, dus een beter, intenser gebruik te doen maken van jzijn verschillende zintuigen, dan is de kans tot opvoeding van liet verstand ook grooter, d.w.z. bij normale indi viduen. Bij de achterlijken (debielen) en nog erger zwakzinnigen (imbecil- len) is de ontwikkeling der zintuigen hoofddoel, bij normalen middel om te komen tot hoogere psychische func ties. Contact mot de buitenwereld krijgen we door het gebruik onzer zintuigen, door hooren, zien, ruiken, proeven en tasten. Nu leert de ervaring, dat kinderen tUsschen 3 en 5 jaar bijzon-' der dntvankelijk zijn voor indrukken. Montessori geeft hen dan verschillcn- do leermiddelen, die elk zintuig af zonderlijk oefenen en de noodige prik- kels( van grof tot zeer fijn) verschaf fen tot echorping van liet vv&arne- mingsvennogen. Zij maakt dus ge bruik van de z.g „gevoelige periode" voor de ontwikkeling der zintuigen. Het kenmerkende van de M.-methode is nu, dat M. getraobt heeft deze „ge voelige periodes" te doen aansluiten bij de opvoeding. liet tegenwoordig systeem kent het principe der „go*1 voelige periode" niet en houdt er geen rekening mee, zegt Dr. Droogleever Fortuyn in zijn artikel „Montessori cn do Biologie", voorkomend ia het Riologenvakblad van Juli 1920, mot dat gevolg, dat ten koste van veel in spanning buiten de gevoelige periode een bepaalde eigenschap minder goed ontwikkelt dan Montessori met veel minder inspanning binnen die periode bereikt. De intense spontane aa'n- daeht en het herhalen der oefeningen kenmerken die periode. Tot op zekere hoogte heeft men altijd wel rekening met het bestaan hiervan gehouden, b.v. een zuigeling kan nog geen lezen leeren en een analpbaboet op later leeftijd niet moer, zija tijd is zoo goed als voorbij. Dr. Gunning drukt ditzelfde als volgt uil: voor verschillende leerstoffen zijn F'eaailfietoai 'verschillende gemiddelde leeftijden van belangstelling te ontdekken. John Strut ch an (188?) zegt in zijn mooie boekje: Wat is het stel dor kinderenhierover: De onderwijzer zou anders werk op kunnen dringen aan een vermogen, dat op dat oogen blik nog niet werken kon, of nog zóó zwak, dat het geheel onbekwaam wa re de opgelegde taak 1e volbrengen Over de zoo broodnoodige belangstel ling en liefde voor het werk, zegt lhj o.m.: Indien wij den „trek" als gids verwerpen, wolleen anderen gids heb ben wij dan die ons vertrouwen waard is? Zijn de natuurlijke gidsen voor den arbeid van de hersens minder te vertrouwen dan die, welke de working van de maag regelen? P. u cl o 1 p h S t e i n e r spreekt ook in dien geest als hij zegt: Wat men als opvoeder tot het 7c jaar verzuimd heeft bij hc-t kind, kan nooit meer goed gemaakt worden, en ergens an ders: Een kind is zoo te overvoeden, dat het zijn gezond voedingsinstinct verliest, terwijl bij juist gekozen voed sel en goede hoeveelheid op z'n tijd het kind nauwkeurig alles verlangt wat hij onder ziju speciale omstandig heden behoeft en alles afwijst, wat hem schaden kan. En dit ia even zeer toe te passen op het geestelijk voedsel. In plaats van een groote fei tenkennis wil Montessori de vermogens van ieder individu tot hun grootst' .ijk© ontwikkeling opvoeren, ze wil begrippen geven, waar heb kind zelf vorder op voort kan bouwen. Het begint o.a.. met- hel zintuigmnteriual op de juiste manier te leeren gebrui ken, maar daarna moet het hierboven uitstijgen en met zijn verworven be grippen cle hem omringende wereld aanzien, het geleerde toepassen, con clusies trekken, dus aliatroheeren. In een der afleveringen van „Volks ontwikkeling'» ürg. 1920) schreef mcj. L. cle Haan, Hoofd der Openbare Fröbelschool te Utrecht, over „Mon iessori en onze Fröbelscholen'-', hot vol gende: De Montessori-gedachten hebben een frisschen wind door onze tegenwoor dig-:" Fröbel-scholen doen waaien en vorder o.a.; „nu weet ik, nu ervaar ik, dat ik een kind een weldaad be wijs, mot het stil te laten ploeteren, op z'n eigen wijs, en in z'n eigen tijd, mij niet te mensen in z'n probeeren, maar rustig af te wachten tot het slaagt of mijn hulp vraagt". Door de genoemde zinfuigoefenin- gen kunnen de kinderen saherpo waar nemers worden. Tevens verzamelen ze al waarnemend, bouwstoffen voor do pliantasie, die Montessori als de hoog ste menschel ij ke gave vereert, n.h de scheppende pliantasie, het vermogen om de verzamelde herinneringsbeel den in nieuwe, nooit te voren gecom bineerde groepen samen to brengen. De leermiddelen zijn dus niet de ceigo werkjes, maar alleen de trap pen, waarlangs do intelligentie op klimt. Zij leeren het kind vergelijken oordcelen en beslissen, en zoodoende verstand eu wil oefenen, zij leggen grondbegrippen. De taak van-de on derwijzeres is nu op to merken, wat het kincl bovendien noodig heeft, en de mogelijkheid daartoe te verschaf fen. ïnlelleclueelo op- - den beiginne af reeds samen. Montessori begint al heel vroeg met het leeren lezen, schrij ven eu rekenen, ook al om de reeds eerder genoemde „gevoelige periode", die voor het nanleeren van deze kun digheden vóór het 5de jaar ligt. Het betasten van schuurpapieren, "letters en cijfers pakt reeds onze 3J-jarige kleintjes en ook voor de letter- er. cijferklank hebben zij dan al een bij zonder geheugen, en grooter interesse. Het doel der opvoeding is tenslotte ook dit; liet voortbouwen op een ge geven aanleg, dus differentiatie var elk individu. Noodzakelijk echter is hiervoor aller samenwerking. Oos i cd ere groep cellen van het niensdie lijk lichaam heeft haar eigen taak. maar zij gaan te gronde, als er geeii samenwerking tusschen de groepen be staat. Hierover lezen we bij Dr. Rit ter in zijn Paed. Fragmenten (18gG)._Van al lo bezittingen van den mensch is ziin individualiteit do edelste. Geen betere aanwijzing voor liet veld vau zijn ar beid dan de aanwijzing door de indi vidualiteit gegeven. Geen monseli is uiterlijk gelijk, zoo ook niet innerlijk. Eerbied moet de ouder tegenover de individualiteit toonen. 2e openbaart zich alleen, als de vrec-s afwezig is. De individualiteit moet op een hooger plan komen eu wel rijpen tot persoon lijkheid door middel vgn vrijheid. Het levende kind zelf moet ons les gov..n in do, opvoeding, We- verzorgen colt een bloem dusdanig, dat zij zich op z'n schoonst ontwikkelt, naar haren aard, etc. Dat ieder kom© oi> rijn plaats, dan zal er in do maatschappij ook plants komen voor ieder. Over do moreele opvoeding zegt Montessori het volgende We moeten cle slechte neigingen vnn het kincl meedoogenloos (niet hard vochtig) onderdrukken. „I.e monde DAT WAS GEEX VACANTIE. Mcvro u w A. Due je hebt ee maand v&cantio gehad'.' M cvrou w B.Drie weken. D laatste week hebben wij bij fannh vaa mijn xuau gelogeerd l est trop sucré Wij, als ouder en on- der wijzer, moeten het kind hcipou liin verkeerde neigingen te onderdruk ken. Zij ziet do fouten van hu kind niet ais verzet tegen liet gezag, maai de moeilijkheden komen met den groei mee. De wil van het kind uit zich in een daad en van do waarde van do daad hangt af, óf. en in welke nmU» de wilsuiting geëerbiedigd wordt- Als een kind alles kort en klein wil slaan, wordt deze wilsuiting volstrekt1 uict gerespecteerd. Zoo zijn wij tenslotte aan het einde gekomen van onze bespreking over de hoofdbeginselen der Monteseori-motbo- de. Op het oogenblik ie Maria Montes sori in ons land en geeft te Amster dam een serie voordrachten voor a.s. loidors en leidsters, ouders en belang stellenden, waar zij op de haar eigen, charmante, innemende wijze haar principes uiteenzet. Hier te lande vindt zij velo volgelingen, in l'ijpa el ke plaats van bete©k-.:uis bestaat een Montessori-school of doV men frr.s;.:- go pogingen in dio richting. Volledig heidshalve noemen we: Amsterdam, Rotterdam, Den-Haag, Haarlem, Arn hem, Nijmegen Hoorn, Busauin. i>:lt- hoven en Leerdam. Hoofdzakelijk zijn dit nog particu liere scholen, hooWel de gemeenten Amsterdam en Den Haag roods voor gingen en Moiifcsrori-klassen in bo- staande Fröbel-soholrn voorloopig on derbrachten. De gemeente Dril Hang denkt zelfs ernstig over oen Montes- sori-Lager-Ondei-.vijsklasse, evenals to Amsterdam, waar dit echter nog to veel op financieolo bezwaren stuit. Zoo juist lezen we, dat ook Den Haag om diezelfde redenen er nog niet too over kan gaan Haarlemsche Mon'.esso^l-sr:•ool', trekt nu onze bijzondere aandacht. school mag zich in een «lerken bloei verheugen; sinds haar tweejarig bestaan. Thans nog gevestigd nan den Kam- persingel, zal men aan het einde de zer maand reeds het „eigen" gebouw to Heemstede kunnen betrekken. Do Middenlaan passeorend. wordt ons oog al dadelijk getrokken naar het vriendelijk modern gebouwd kinder huis, dat zijn voltooiing zoo goed als genaderd i3. Geen monumentaal, kil schoolgebouw, maar een intiem tehuis do kinderen. „Ilaarlomsch© Montessori ver- eeniging" is 1ot di-n bouw overge gaan wegens de snelle uitbreiding van het leerlingenaantal cn als gevolg hier van het gebrek aun ruimte in de te genwoordige local:teiten, die plaats bieden aan een 50-tal leerlingen, ter- ijl er nu noodgedwongen reeds meer dan GO een plaatsje vinden, en alle andere aanvragen tot do „nieuwer school" inooten wachten. Bovendien voldoen de tegenwoordige lokab-u mna.r ten de cle nan- do eischen, dio men aan een Montessori-school mag stellen, zoadat bestuur en leidsters niet. weinig dankbaar zijn. dat hierin reeds zoo spoedig verbetering komt. TITIA ADR. DORSMAN, November 1923. INGEZONDEN M ED E D EE LI NOEN a 60 Cts. per regel. j BBNNEBHOEK. Overleden; D. Gooson (79 jaar). BEVERWIJK. Gehuwd J. B. van Heusekom en A. Slotemaker; C. C. Ho -k en C. J. Schoenmaker. Bevallen T. van dor Steen- Sohön- feldtg., M. II. van den Ham cl. A. G. Hühl—Kwaak z.. C. M Vèeuboer-r- Tromp d.. .1. E.' van Balen -Vclleiua, z„ M. Plcitin^—Nieten Z.. E. Holt— Korsma.n z.. A. M. van Xoort— de Waard 1.1. d. Vertaling naar het Engelsc.h van GENE STRATTON PORTER. 37) Hij ging naar Chicago, met een groote doos vol bloemen en bladeren die het meisje in de kamer van Sproet neus had geplukt en een klein, lang en smal pakje. Op reis voelde hij een soort van bittere jaloezie. Hij (voir het zichzelf niet eens bekennen, maar hij zag geen kans om langer van Sproet- neus weg te blijveu en hem aan de zorgen van Lord O'More over te la ten. Terwijl Mo Lean een paar minuien moest wachten, vóór hij in de kanier van Sproetnciis toegelaten kon wor den, had Lord O'More vriendelijk met hem gepraat over de spoedige bster- schap- van Sproetneus en hoe blij hij was dot de gestichtsomgeving geen blij\enden invloed op hem had gehad eu dat hij graag nog eens met Sproet- neus haar het bosch wilde gaan, voor ze naar Europa vertrokken; hij sprak de hoop uit dat do vader van liet. meisje haar aan de zorgenvan zijn vrouw zou willen toevertrouwen, zoo- rlat, ze in Parijs haar opvoedir.tr kon voltooien. Hij zei dal z- niks wilden doen om Sproetneus en h-t meisje ge lukkig te maken, omdat zoowel Lady O'More als hij het meisje beschouw den als het aardigste jonge meisje dat ze kenden en als iemand vol 1 tomen waardig om de hooge positie te be- kieeden, die ze door Sproetneus zou krijgen. Ieder woord, dat hij zei, klonk Mc Lean bitter in de ooren. Het bosch was zijn bekoring kwijt zonder Sproet neus en toch, terwijl Lord O'More te gen hem praatte, werischte Mc T.eou dat hij er middenin was. Toeu hij de kamer van Sproet nous binnen kwam, stokte zijn adem. Alles was veranderd. Sproetneus lag naast een raani waardoor hij het Michigan meer kon overzien. Hij zag gi-oot'e, zachte wol ken* golven met wTtfe koppen, glan zende zeilen, en stooinbooleu. Do me?u wen vlogen over het water en scheer den met- hun vleugels langs het schuim Da kamer was vol met allerlei dingen die geld en goede smaak konden ver schaffen. In zijn ziekte scheen het alsof hefc zweet alle bruine kleur van het ge zicht van Sproetneus had afgewas schcn l)e huid was zacht en li)ank en zelfs de sproeten waren veel minder zichtbaar. Wat de verpleegsters en Lady 0 More met zijm haar gedaan hadden begreep Mc Lean heelemaal niet, maar hij had het nog nooit zoo mooi gezien. Het was zoo fijn als zijde en viel in glanzende krullen om zijn bleoke gericht. Ze hadden hem een soort, van licht- blauw la-nid aangetrokken met een witte dar. liet feit dat Sproetneus er zeer anul rekkehik uitzag, zelfs bijna j knap, viel den Baas linur.t niet op, zoo I verbaas:! was hij dat ue manchetten van beide mouwen waren omgeslagen en de rechterarm te zien kwam. Sproet neus gebruikte den verminkten arm, dien hij vroeger altijd verstopte. „0 wat ben ik blij dat ik u zie!" zei Sproetneus, die bijna uit zijn bed rol de toen hij Mc Lean zijn hand toe stale. Vertel me eens gauw, maakt het meisje het goed en is ze. gelukkig? Kan rn'n „kleine kuiken" al naar z'n moe der toe vli;gen en heeft hij een vlucht van twee nieter? Hoe is 't met m'n nieuwen vader, en het vogelvrouwtje, de Duncans, en Nellie? Tante Alice zal den hoed voor me uitzoeken zoo dra ik zoover lien dat ik niet haar mee kan gaan. Hoe is 't met de ploeg? Hebben ze nog meer goede hoornen ge vonden? Ik heb veel nagedacht, me neer, cn ik geloof dat ik er dicht hij dio laalf.en nog wel meer zou kunnen vindon. Tante Alice denkt ook dat het misschien wel zal gaan, en oom Te rence zegt. dat hei erg waarscniinlijk is. Het zijn aardige, deftige menschen lk ben er irotsch op dat ik familie vnn hen bon! Kom eens vlug dichterbij: Ik wou dit gisteren aldoen, maar ik had er zoo'n gevoel van dat u w«l ko men zou, daarom heb ik gewacht. Lk moet den steen voor haar ring uitzoe ken. Den ring die ze voor mij nesteld heeft is klaar en die is me gestuurd om mij gezelschap te houden, /iet u wel? Het is een smaragd net mijn kleur, zegt Lord 0 Mb-.". Sproetneus draaide zijn hand heen eu \y»oi\ ..Is ie mol mooi? Ik ben nog nooit van m ii teren ergens zoo lij -nee ge weest. Alle kleuren rem het moeras kun je er in zien, lk heb het meisje gevraagd om er een klein klaver blaadje in uit te laten snijden, dan kon ik iederen keer, als ik er naar keek, denker aan: de liefde, de moed en de waarheid, uit dat liedje dat ze mij geleerd heeft, h dat geen mooi lied? Den een of anderen dag zal ik het eens zingen. Ik ben er nu eigenlijk nog een beetje ban? voor, maar in m'n hart zing ik Het ieder oogenblik. Wilt u nu hier eens naar kijken? Sproetneus lichtte een hak niet on gezette edelsteenen op. die een on schatbare waaide vertegenwoordigde. J-Iij liet ze Mc. I.ean zien en bewoog ze mot zijn rechterarm „Ik ben erg blij dat ik u zie, rrr- noer", z.ei hij. ..Ik heb geprobeerd oni mijn oom te vertellen wat ik wou, maar hij heeft er eigenlijk niets mee te maken en ik geloof met dat ik het hem duidelijk heb kunnen maken. Ik kon er cle goede woorden niet voor vin oen. schijnt het. Maar u kan ik het wel lertellen, meneer". Mc Lean's hart begon te bonzon. „Vooruit maar, Sproetneus zei .hij gèrustttellend. „Het is dit", zei Sprotneus. ,.lk heb hem verteld, dat ik maar drie hon derd dollar voor haar ring wil beta len. Ik geloof dat hij het een akelig klein beetje vindt, met het oog op wat zij allemaal voor.me gedaan heeft cn 1» celd dat hij vvmr me licff npa.-l gelegd. Ik woei we), dat lui dmikl tint ik er veel mcep winf behoord» te geven, maar ik vind dat ik riten sloor, n oef knopen met ge id dat ik zelf ver diend heb en dit is alles wat ik van m'n loon heb overgehouden. Hot kan mii ntri schelen orn cie mof of de toilet, tafel of die dingen voor juffrouw Dun can van dat andere geld to betalen, en later kan zo alles krijgen wat m'n grootmoeder me heeft nagelaten als z? het hebben wil; maar nu o, i>e- grijpt u niet .dat .k die» ring moet koopeti met het geld uat ik op de bank heb slaan? Ik heb eon gevoel dat ik het niet anders doen Kan, en gelooft u ook niet dat ze liever een steen wil hebben, dien ik gekocht heb met het geld,-dat'ik zelf hab verdiend, dan een veel mooiere, dién ik met ander geld heb betaald?" ..Met andere wouden. Rpioetneus' zei d© baas met heevlie stem, .je wilt don ring voor het meisje niet met goM koopon, Je wilt er remr geven je eersto vreeselijke angst voor liet hosrh. Je wilt er voor betalen met do eenzaam heid en liet. verlangen naar lio'de dat jo daar liebt geleien, met de ondra gelijke koude vau den winter eu do brandende zon van dezen zomer. Jo wil dat liet voor hour vertegenwoor digt ieder uur waarin ie jo leven waagde, om als een eerlijk man j» contract na te komen. Je wilt dat dé prijs van dien steen is, do angst die je gevoeld hebt en het zweet en het bloed van-, je lichaam". Do oogen van Sproetneus stonden vol tranen en z, in gezicht hechte. „O. rn on oei Baas liefkm n.l t ..li" he ik niet hebben want dat heeft zo irij gegeven". I-llj. legde de groene steunen bij een Klein hoopje dat 11ij al had afgekeurd Toen zocht hij er alle parels uit ..Zijn die niei mco!?'' zei li ij. ..Zoo zal ik er later wat voor ha ir koopon. Zo zijn net dauwdruppels in >1© scha duw of ln het maanlicht, maar er zit niet genoeg leven i:t en dot wou In juist hebben in deu steen iio ik nu aan liaa.r wou covor.". Sproetneus legde de parclj' lui de smaragden. Toen keek hij aandachtig naar do diamanten. „Deze dingen zidj y.oo aantrekkelijk dat jo zo haast vóu nemen". hii. „Die von u vonJ ook ahiiil zc-> mooi om nn.tr to kijken, meneer. Don een of anderen dag mort ik ook eens zoo'n groote voor haar kooncn. Ze lij ken op liet bosch in Januari, als het heelemaal niet con ijskorst bedekt Is. en de zon in het westen staat cn er doorheen schijnt, en alles wat Je van do wereld kunt zien tot vuur oti ij3 maakt: maar vuur 011 jjs lijkt nilft o;» .haar". De diamanten werden hij do parels cn do smaragden gelegd. Er bleef een kloiti hoopjo rootle stcénon over en Sproetneus raakt? ze met een zekere teederheid aan. Ziju oogen schitter- „Ik geloof dat dit lmar steen is", zei Hij verrukt „In de or/vteo lilt Ixs'h. r ir do hare 'Vr. Moeten; Hot is kot mod van witdo papavers n van I kardiiiaaldilo. nieu - van het schijnsel van het kampvuur ea van do ondergaando zou bij do

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5