HAARLEM'S DAGBLAD I N FLATI E di"S' De Marionetten DONDERDAG 29 NOVEMBER 1923 TWEEDE BLAD Een vraagstuk dat voor ieder van belang is. Het gevaar voor inflatie nog steeds niet van de lucht De invloed van de hoog-conjunctuur Over de gevolgen van inflatie Welke maatregelen zijn te nemen? Eén der onderwerpen, waarover men in de laatste jaren zeer veel geschre ven, en nog meer gesproken heeft, is wel dat, hetwelk men aanduidt met „inflatie". Deze belangstelling is ze ker niet misplaatst. Er zijn vele na tionale problemen, die voor een klei nere of grootero groep onzer bevol king, van het hoogste gewicht zijn, maar het ,,inflafcie"-vraagstuk is voor iedereen van belang, al is ook zijn in vloed op de verschillende categorieën onzer economische samenleving niet dezelfde. Het vraagstuk is sedert korten tijd in een nieuw stadium gekomen immers „de vlucht voor den gulden" en de daarmede in verband staande „veiligstelling" uitdrukkingen, die wij in den laatsten tijd dagelijks hoo- ren of lezen zijn het bewijs, dat het gevaar van „inflatie" nog steeds niet van de lucht is. Het is onze bedoeling, in het kort uiteen te zetten, ten eerstewat in flatie" is; ten tweede: waardoor zij ontstaatten derdewat hare gevol gen zijn en ten vierde welke maat regelen tegen haar zijn te nemen. Wat is „inflatie"? Inflatie is een algemeen© prijsstij ging der goederen, waarvan de oor zaak niet bij de goederen, doch bij het ruilmiddel ligt. Deze definitie cischt nadere toe lichting. Wij gaan uit van de .eenvoudige veronderstelling, dat or in een wille keurig land een zekere hoeveelheid goederen is en een zekere hoeveelheid geld, zoodat er tusschen beide hoe veelheden een bepaalde verhouding bestaat. Die verhouding wordt uitge drukt in den prijs der goederen. Ver dubbelen wij du de hoeveelheid goe deren. terwijl do hoeveelheid geld dezelfde blijft, dan zal de verhouding dus de prijs veranderen en wel dalen. Als daarentegen de hoeveelheid goe deren vermindert( terwijl de hoeveel heid geld dezelfde blijft, dan zal de prijs stijgen. Ook kunnen wij ons voorstellen, dat dc hoeveelheid goederen dezelfde blijft, en dat cle hoeveelheid geld gi ooter of kleiner wordthet zal duidelijk zijn, dat in die gevallen cle onderlinge verhouding eveneens gewij zigd wordt .en de prijs der goederen respectievelijk zal stijgen of dalen. Het geval dat de hoeveelheid goc doren, zoowel als de hoeveelheid geld gróoter wordt en wel in die mate dat de verhouding zich niet wijzigt, is eveneens denkbaar de prijs der goederen zal dan constant blijven. Na deze inleiding zal onze definitie voor een ieder begrijpelijk zijnwij zullen dus van inflatie mogen -preken, als dc verhouding tusschen de hoe veelheid geld en de hoeveelheid- goe deren zich wijzigt in dien zin, dat de hoeveelheid goederen constant blijft, terwijl de hoeveelheid geld grooter wordt, waarvan_ het gevolg zal zijn, dat een eenheid geld, go meten in een eenheid goederen, min der waard wordt, of wel dat een een heid der goederen, gemeten in het geld, meer waard wordt, m. a. w. prijsstijging, waarvan de_ oorzaak lag bij de geldvoorraad, die immers groo ter werd. Daar wij in onze definitie spraken van ruilmiddel en in ons voorbeeld geld, dient te worden opgemerkt, dat dit geen principieel verschil uit maakt, doch waar in onze maatschap pij naast het geld vele andere midde len zijn, om aan zijne financieele ver plichtmgcn te voldoen (cheque, giro, bankcrediet) moet in de definitie het woord „geld" wijken voor het veel ruimere begrip „Ruilmiddel". De woordelijke vertaling van het woord „inflatie" met „opblazing uitzetting' zal nu ook zonder meer duidelijk zijn het is het ruilmiddel. dat in meer dan normale wijze in •culatie gebracht wordt, daardoor in karde daalt, waardoor de prijzen dei- goederen, in dat minderwaardige ruil middel uitgedrukt, stijgen. De oorzaken van inflatie. Dat inflatie een ramp mag worden genoemd, zal worden uiteengezet, als de gevolgen van de inflatie besproken worden, doch allereerst zullen wij de vraag beantwoorden, hoe het dan toch mogelijk is, dat de hoeveelheid ruil middelen zich uitbreidt, niettegen staande degenen, die de leiding van de Nederlandsche financieele politiek in handen hebben, bekend zijn met de funeste gevolgen van deze uitbrei Evenals in tal van andere gevallen, is het zoo gemakkelijk achteraf te zeggen, hoe men had moeten doen, maar de groote moeilijkheid is, dat men de diagnose van de „infiatie"- zielcte meestal eerst kan vaststellen, «als de patient, reeds met één been i het graf staat. Toen gedurende de oorlogsjaren de goederen prijzen in de hoogte gingen, waren velen maar al te zeer geneigd f als oorzaak hiervan te noemen het groote tekort, tengevolge van gebrek van aanvoer en de grootere "vraag. Ook depreciéerde ons ruilmiddel niet, aldus redeneerde men daar op de internationale wisselmarkt onze gulden steeds meer steeg, ten opzich te van frame, mark, kroon en roe bel; waarbij men echter vergat, dat de wisselkoersen steeds relatief zijn en de oene valuta sterker kan daion dan de andere, hetgeen niet weg neemt, dat de laatste "zich eveneens in dalende richting beweegt. De oorzaken van de buitengewone uitbreiding dor hoeveelheid ruilmid delen gedurende de oorlogsjaren is te wijten aan de abnormale groote cio die.L vraag van verschillende zijden ie. van de Staat. "Voor vie financiering van de mobi isal.e, distributie en andere gevo'gen van den oorlog had de Regeering ka pitalen noodig, welke, aanvankaVjk op korten termijn geleend, van tijd tot tijd geconsolideerd werden. 2a. van de Gemeenten. Do ontzaggelijke wij mogen wel zeggen, onverantwoordelijke uit .ding vi-.ii de schuldenlast der ge •nten wns van dien aard. dot de hr-r 1 ispoi-ing, President der Ne iiulsche Bank, meende t'ücén de voir do crodietwaardigheid der Nederlandsche gemeenten zon gevaar li.jlce .politiek, zijn waarschuwende stem te moeten doen hooren. 3e. van particuliere zijde, in het bij zonder van handel en industrie. Door de hoog-conjunctuur werd tot versnelde uitbreiding van nista'latie en materiaal overgegaan, welke ex pansie slechts gefinancierd kun wol- den door beroep -op de kapitaalmarkt. De samenwerking van deze drie fac toren, waarbij als vierde factor de credietverleening aan het buitenland zou kunnen worden genoemd, was oor zaak, dat de circulatie in die mate werd uitgebreid, dat de gocderenprij zen .de invloed ervan ondergingen, terwijl deze prijsstijging op haar beurt weer tengevolge had, dab meer geld noodig was om zaken to doen, m. a. w. het kwaad woekerde in versneld tempo voort. De natuurlijke rem op desa onge- wonschtc uitzetting der circulatie is verhooging van den prijs van geleend geld, dat wil dus zeggen, verhooging van het disconto, waardoor het ge bruik van crediet voor velen te duur zal worden en dus tot aflossing zal worden overgegaan. Dc Nederlandsche Bank heeft inder daad dit middel toegepast, maar ten gevolge van eenigc, zeer bijzondere, omstandigheden waren de resultaten miet van dien aard, als in normale om standigheden verwacht mocht worden. De Nederlandsche Staat geniet, zoo als bekend, een aanzienlijk deel der winst, die de Nederlandsche Bank, onze eenige circulatiebank maakt hetgeen tot gevolg neeft, dat nis de Nederlandsche Bank haar disconto verhoogt, haar grootste cliënt de Staat weliswaar ook meer moet betalen, doch aangezien zij het groot ste deel van hetgeen zij aan rente méér betaalt, aan liet einde van het jaar in den vorm van winst terugont vangt, mist het aandraaien van de discontoschroef op dezen inflatie-ver wekker ten eenenmale zijn invloed. Bovendien waren vele credieten ge blokkeerd, d.vv.z. waren de debiteuren in de feitelijke onmogelijkheid om het geld torus- te betalen, daar het vastge legd was in fabrieken, of schepen en de conjunctuur-omslafi aan de ver wachtingen den bodem had ingesla gen, zoodat ook hier de disconto-ver- hooging vruchteloos bleek. □e gevolgen van Inflatie. Welke is nu de werking van deze algemeen© prijsstijging op de verschil lende groepen van bevolking? Terwijl er een tijdelijke invloed is, die van geheel verschillend karakter is map de algeheele invloed zonder, meer funest genoemd worden. Ge durende de pc.\—le van depreciatie van het betaalmiddel, dus van stijging der prijzen, zullen Handel en In dustrie winst boeken. De aanwezige voorraden stijgen met den dag in prijs en men wordt slapende rijk, d.w.z. men verdient ge'd als water, al is het dan ook met recht „verwaterd geld", daar men, om opnieuw in te koopen. zelf ook meer moot betalen met zijn, iumiddels-tvoortdurend-minder-waard- wordend-geLd. De arbeiders-klasse zal hoogere g e 1 dloonen kunnen afdwingen vnn de schijnbaar welvarende nijverheid, maar daar de prijzen der levensmid delen enz, ook stijgen, zal haar werke lijk inkomen ongeveer constant blij ven. Zij. die een vast inkomen hebben, zooals Staqts-beambten, onderwijzers e.a. zullen de nadeelen der prijsstij ging oudervinden, terwijl dit nadeel eerst eenige maanden later zal wor den gecompenseerd, door salaris-ver hooging. Het ergst lijden onder de inflatie die genen, die leven van een pensioen of van vaste-ronle dragende effecten, dus in het algemeen de crediteuren, die, naaet de nadeelen der algcfneone prijsstijging, hun inkomen in guldens uitgedrukt, constant zien blijven, en dientengevolge de koopkracht van dat- inkomen dagelijks zien dalen. Hiertegenover staan de debiteuren, die indertijd volwaardige guldens le» leen ontvingen en na de inflatie met hetzelfde n a n t a 1 guldens, .doch thans minderwaardig geworden, aan hunne verplichtingen kunnen vol doen, In verband hiermede is liet niet on aardig te wijzen op hét Duitsebe spoorwegnet, dat, evenals in alle an dere landen, met behulp van enorme leeningen is tot stand gebracht en in 1914 nog gebukt ging onder een Jin- tengewoon groote rentelast, doch dat nu in de gelieele wereld het eenige net is, voor hetwelk de, hypotheken en de daaraan verbonden rentelast geen punt. van overweging meer behoeven uit te maken. De opbrengst van het der raak een internationaal karakter dragen en bij de eerste teekenen van een naderende depreciatie zich we derom zullen verplaatsen, waardoor zij de positie van den gulden een la biliteit geven, die zeer ongewenscht is. Wij zijn hiermede gekomen aan de vraag: Welke maatregelen zijn tegen Inflatie te nemen? Het zou voor de hand liggen „de flatie te foroeeren, m.a.w. krachtda dige inperking van het ruilmiddel, zoo dat het scliaarsoh, dus duur wordt, waardoor de goederen-prijzen zullen dalen. Laten wij Voorop stellen, dat dit middel erger dan de kwaal is. Immers zullen door de prijsdaling handel en industrie zeer gevoelig wor den getroffen, waardoor ontwrichting van het gelieele economische leven zal ontstaan, en de gevolgen een zelfde beeld'zullen te zien geven als thans in Nederland is te aanschouwen, al is ook de oorzaak der huidige malaise een gansch andere dan geforceerde de flatie. Bovendien zal hot meestal onmoge lijk zijn, om een gedeprecieerde munt door inflatie wederom luar vroegere intrinsieke waarde terug te geven, waarbij wij willen wijzen op de ouoi- krachten, die in het leven zouden moeten worden geroepen om b.v. de Duitsche mark wederom op goiidpart- teit, te brengen. Het middel, waarbij de minste be langen geschaad worden is. „stabili teit". m.a.w. verdere' inflatie voorko- cn het prijsniveau niet wederom trachten te verlagen, doch aanvaar den. Dit zal mogelijk zijn als men de va luta „safe" acht, wat practisch hier op neerkomt, dat de Staat in de uitingen van z ij n finan cieele politiek alsmede de leiding die deNeder- landsche Bank aan ons reizigers-vervoer van een uur s thans pldoende om de geheele schuldenlast van'vóór 1914 af te lossen. Het meest ingrijpende gevolg van in flatie is nóg meer inflatie, omdat waar wij'de ellendige gevolgen voor den crediteur reeds uiteen gezet heb- I ben, het geen verwondering kan wek- I ken, dat deze, indien hij inflatie vreest zich zal ontdoen van zijn vordering m de bedreigde munt laten wij zeggen de gulden door b.v. zijn Nederland sche Sta als-Obligaties te verknopen en in plaats daarvan sohuldeischer van de Ver. Staten te worden, door eenige dollarpapieren te koopen. Duze omzetting van Hollandschc vor deringen in die in builenlandsche va luta noemt men zeer karakteristiek „de vlucht voor den gulden" en hot zal duidelijk zijn dat dit aanbod van guldens, gepaard aan vraag naar dol lars, de gulden nog meer zal-doen da len ten opzichte van zijn Amerikaan- sohe collega, waardoor het vertrou wen nog meer zal worden geschokt en de vlucht in een paniek zal ontaar den. De psychologische factor speelt hidF ook een zeer belangrijke rol, meer speciaal bij dat "gedeelte van hot be leggend Nederland, dat bijzonder ge voelig is voor sensationeelo beursbe richten e.d. De positie van Nederland wordt nog aanzienlijk gevaarlijker doordat in ons land groote kapitalen belegd zijn van buitenlanders, die in den gulden meer vertrouwen stelden dan in hun eigen munt, welke kapitalen uit den aard geldwezen geeft, hei al-' gemeens vertrouwen moet genieten. En de Staat zal dit vertrouwen ge nieten, niet alleen in het binnenland, maar ook over de grenzen, als hij de nationale huishouding weet te voeren met een sluitende begrooting. Zoolang de uitgaven do inkomsten overtreffen, zal het saldo tokort, geleend moeten worden, waardoor wederom uitbrei ding van crediet plaats vindt. Duitsch land met zijn bankbiljettenpers is ook hier wederom een leerzaam voorbeeld en al gaat het gelukkig in ons land niet om bedragen, die een merkbare inflatie zullen veroorzaken, dan moot- niet vergeten worden, dat juist de eer ste echrcde op den weg van inflatie, de gevaarlijkste is en dat het vooral de psychologische factor is, die het ver trouwen in de valuta van een land, dat met tekorten werkt, ondermijnt. Hesumeerende, dat waarom het in laatste instantie gaat, willen wij her halen hetgeen wij reeds eerder op merkten, nml. dat inflatie een ramp is die betrekkelijk gemakkelijk te voor komen, doch vrijwel niet te genezen n>. Er dient algemeen ingezien te wor. den. dat wij boven onze kracht hebben geleefd, dat wij geld hebben verleerd, dat geen zuiver inkomen was, doch dat wij geleend hebben van ons kapi taal, van ons Nationaal Vermogen, en dat dit ingeteerde kapitaal wederom zoo spoedig mogelijk geremplaceerd moet worden, hetgeen slechts te berei ken is door hard werken en door so berheid. Wanneer op deze wijze Regecrinff en Volk samenwerken naar het gemeen schappelijk doel. zal hot buitengeslo ten zijn, dat ook ons moest waardevol le bezit, een goed georganiseerd geld wezen, door eigen schuld verloren gaat. Vergadering van den Haarlemschen Gemeenteraad IN HANDEN VAN B. EN W. OM PRAEADVIES CESTELD EEN VOOR STEL DER LEDEN JOOSTEN c.S. TOT WIJZIGING VAN DE VERORDE NING OP DE HEFFINC EENER ZAKELIJKE BELASTINC Op HET BEDRIJF. DE RAAD VEREENIGT ZICH MET HET PRAE-ADVIES VAN 'B. EN W. OP DE VOORSTELLEN DER LEDEN CERRITSZ c.s. INZAKE DE WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN DE STEUN R EC E LI N C. MEDEDEELINCEN EN INCE- KOMEN STUKKEN. Ingekomen is een verzoekschrift van Dr. M. Mauritz, om te worden herbe noemd tot gemeente-geneeskundige. Gesteld worden in handen van B. cn W, ter afdoening re. een verzoek van A. G. Elfrink, bewoner van het woonschip „Op Hoop van Zegen" om gebruik te mogen ma ken van de scheepshelling der .ge meente teneinde zijn woonschip ;c kunnen herstellen sc. een schrijven van A. \V. Thomson, waarin wordt geklaagd over het .ru moer. dat heërscht in het gebouw van den Haarlemschen Kegelbond, en waar in wordt verzocht ingrijpende maat regelen te treffen, waardoor in dczca z. i. onhoudbaren toestand verbetering Wordt gebracht. Gesteld worden in handen va.m B, en \V. om prae-advisa ie. een verzoek van het Nederlandse!» Olympisch Comité om een klein be drag te schenken, teneinde het mogelijk te maken, dat Nederland ler gelegen-, heid van de Olympische Spelen te Pa rijs. in 1924 op waardige wijze wordt vertegenwoordigd 2c. een verzoekschrift van de verecrii- ging „Groen van Pfinstercr" om- dc voor de verrichte verbouwing in dc school aan de Jansstraat benoodigde gelden alsnog beschikbaar te stellen 3e, een voorstel van de liëeren Kcesen c.s. tot aanmerkelijke verlaging van de prijzen van gascokes bestemd voor huisbrand 4e. een voorstel van de.heeren Joos- tcn e. a. lot wijziging van de verorde ning op de heffing ecner zakelijke be lasting op het bedrijf. Na de nu volgende zitting met geslo- ten deuren is aan de orde PUNT 1. DE WERKLOOSHEIDSVERZEKE RING EN DE STEUNREGELING. Behandeling van hefc voorstel Ger rtlsz c.s. inzake de werkloosheidszorg (voor zooveel betreft de punten ver zekering en steunregeling). le. Voorstel om B. en W. uit to noodigen tot den minister van Arbeid het verzoek tc richten zoo spoedig mogelijk mede to deelen welke bepa lingen voor werkloozenkassen welke meer dan 10D subsidie zullen ont vangen voor 1924 zullen gelden, daar de gemeente zoowel met het samen stellen van haar begroeting nis met liet inrichten van dc steunregeling, daarmede tijdig rekening zal hou den. 2e. Voorstel om te besluiten de com missie voor' den steun met één lui uit te breiden, opdat ook een lid der soc.-dem. raadsfractie in de commis sie kan worden vertegenwoordigd. 3e. Voorste! om te besluiten V van C van het raadsbesluit van 13 Deo. 1922 te vervangen door de volgende woorden.; „dat indien de commissie het Poodig acht, aan hen. die volgens het raadsbesluit voor steun in aan meriting komen, een bijzondere weke- Hjksche toeslag of een toeslag in eens verleend kan worden, hetzij voor de aanschaffing van branclsroffën, Lctzij voor bet betalen van een deel van de huur, hetzij wegens langdurige werkloosheid, i.-urij 111 cotrge andere dergelijke reden" Ton aanzien van 1c' merken B. on VV. op dat. daar blijkt dat dc minister van plan is te doen wat dc voorstel lers wenschen, het. hun overbodig lijkt een verzoek in dezen tot den minis ter te richten. Ten 'aanzien van 2c zeggen B. en W. dat bij hen bezwaar is tegen uit breiding der commissie niet een lid. Inmiddels heeft, een lid der commis sie bedankt. Ten aanzien van 3e stellen B. en W. voor te besluiten onderdeel 5 van mint c van het raadsbesluit van 12 December 1922 te vervangen door dc volgende, woorden .,d.it, indien de commissie het. noodig acht, aan hén, die volgens dit besluit voor steun in aanmerking komen, een bijzondere wckeüjksche toeslag of een toeslag in eens verleend kan' worden". De heer G e r r i t s z brengt dank aan den Voorzitter, dat door hen» gevolg is gegeven aan het verzoek om nu deze voorstellen aan de orde te stellen, als is het clan jammer dat nu niet het com plex- van voorstellen kan worden behan deld. Onze Lacbfioek EEN MOEILIJKHEID. Jantje, vi«r jaar oud, moest naar bed, maar zong h« liedje van verlangen. „Fooi jantje", tei sün «enigsun» cor pulente tante, „wat ben jo tooi» kinder achtig. Ik ben nu al eoo oud «n ik ga altijd met de kippen maar bedt" Jantje monsterde zijn tante eens goed on zei toon: „Maar dan begrijp ik niet, hoe u op den stok komtl" TROOST. Hij had haar gevraagd en zij had zijn aanzoek afgeslagen. Toen kreeg zij meJo- lijden mot hem, omdat hij zoo wanhopig keek en om hem te troosten zei zijl „Kom, trek het je niet zoo aan. Er zijn nog reel aardiger meisjes dan ik, zooals Kitty en Marie on Netty „Dat wee: ik," antwoordde hij somber, ..maar die heb ik allen al gevraagd voor ik jou vroeg!" Spr., die dan komt op het pracadvles van B. en W„ zegt met dat gedeelte er van dat handelt over punt ie. zich te kunnen vcrecnigcn. Maar anders staat het met het prae-advies ten aanzien vaa de voorstellen inzake de steunverlec- uing. Het is niet noodig dat de Commissie voor Steun op eenzelfde manier werk; als wanneer het geldt bedeeling. Deze commissie kan geheel zelfstandig wer ken. Die tijdelijk onderstand behoeven, moeten op een andere manier worden behandeld dan de anderen die vanwege het Armbestuur ondersteuning genie ten. Spr. stelt er prijs op. dat de Com missie voor Steun aan de crisiswerk- loozcn geheel zelfstandig optreedt. Daarom is spr. er tegen dat de com missie aan den Armenraad vraagt t Stelt gij voor mij het onderzoek in. Iets anders is l»ct indien de commissie aaa den Armenraad om gegevens vraagt, die dc Armenraad reeds heeft. Maar de commissie mag een onderzoek niet uit handen geven en de ambtenaren van den Armenraad mogen geen nieuw on derzoek instellen. Indien die ambtenaren dat doen, dan komen personen als armlastig te bock te staan die maar tijdelijk werkloos zijn cn dat is ten nadecle van die personen. Gaarne had spr. van den Voorzitter do toezegging dat de commissie nog wil overwegen het onderzoek in eigen han den te houden. Een tweede punt is de quaestie van het teekenen door de uitgctrokkene.n, die echter altijd nog lid van de vak organisatie en van de werkloozenkassen zijn. Waarom moeten die menschcn op een afzonderlijke plaats teekenen. Kan dat teckcncn niet geschieden op dezelf de plaats als het tcekenen van de lijs ten der vakorganisatie. Deze categorie van mcnschen moet op dezelfde manier als de andere categorieën behandeld worden. Ten opzichte van de samenstelling der commissie voor steun doet spr; een beroep op de distributieve rechtvaar-, diglieid van den raad, opdat ook eet* lid van een groote fractie als de so».- dem. in de commissie wordt vertegen- woordigd. Wat aangaat dc uitbreiding van de taak der .commissie, kan spr. ge heel Dredcgaan met do wijziging die B. en W. in het voorstel der soc.-dem- voorstellen. Ten slotte doet spr. een beroep op B. en W. om te maken dat er een pro gram van werkzaamheden komt aan gaande de werkloosheidsbestrijding. Do heer Peper merkt op; dat; verleden jaar de heer Gerritsz stem de tegen een voorstel vnn spr. dat nu door hem zelf is ingediend en dat nu B. en W. overnemen. Inmiddels is het de vrïlag of er nu nog veel van is te wachten. Toch indien er een raads besluit komt, dan knnnen de ner'k- loozen maken, dab van de uitbreiding van de taak der commissie nog wat voor hen terecht komt. De heer W o 1 z a k betoogt dat de armenraad wèl heb aangewezen lichaam is om aan de commissie voor steun inlichtingen t© geven. De heer Gerritsz heeft er bezwaar tegen dat personen op een register van den ar menraad worden ingeschreven, wat zal geschieden indien ambtenaren een onderzook instellen. Maar wat is daartegen? Op dio lijjt staan toch zeer fatsoenlijke menschcn ook. Er is gezegd dat 't hier geldt per sonen die maar tijdelijk onderstand van noode hebben, maar onder die menschcn zijn er die al een jaar on dersteuning ontvangen. Wordt 't dan niet tijd dat die menschon onder een andere categorio worden gerang schikt? De voorzitter antwoordt derf heer Gerritsz, dat hij er op zal aan dringen hij de commissie dat in nieu* we gevallen in 't algemeen niet aan' Feuilleton Uit het Amerikaansc-h van O. HENRY. Chandlers volgende woorden* stel den hem gerust. ,Waar... zóu- - heb wezen", luvg- de'huj, „anders dan in de brand kast?' Hij keek naar een hoek der kamer, waar de dokter nu voor het eerst een kleine, ijzeren brandlkasb gewaar werd, half verborgen door een gor dijn, dat voor een dier ramen hing. Hij stond 'op en voelde nogmaals den pols van den zieke. Het was aeu zware, ongelijke slag. „Til uw arm op zei dokter James. "l' weet dat ik mij niet bewegen kan dokter". De dokter begaf zich naa.r de hall deur en luisterde. Alles was stil In huis. Zonder -verder dralen liep hij naar de safe en bekeek die eens. De safe was van hoogst eenvoudig maak sel, de ihoud was alleen veilig vont bedienden met lange vingers, *uor hem was zij niet meer dan een stUK speelgoed, een dingetje van stroo en carton. Hij had het geld zoo goed als in handen. In twee minuten- kon h'j de kast open hebbon, misschien zelfs wel in éen minuut. Hij ging on zijn kni.'ën liggen, leg de zijn oor tegen de kast en tirannie Duurzaam dui knop om. H-t was. zv>. als hij reeds vermoed had. do kast wan slechts op den nummer gesloten. Zn scherpe gehoor Ting een zachten to!; op, het handvat draaide om. Qe deur was open. De sate was ledig, geheel ledig geen strookje papier zelfs lag er in. Dokten* James' stond op en liep naar het bed. Het doodzweet stond den zieke op het voorhoofd, snaar een glimlach speelde om zijn mond', ook zijn oogen lachten spottend. „Dat had ik nog nooit gezien, dok ter en inbreken- tegelijk. Levert die combinatie u nog al goed wat op, waarde dokter?" Toen gaf dokter James het bewijs ran zijn groote kalmte en tegenwoor digheid van geest. Hij behield volko men zijn waardigheid, nam »>jn hor loge »n de hand en wachtte, totdat de man dc-n laatsten adem zou uitbla zen. ,U leek mij een beetje al te bezorgd over dat grid. Het kon echter geen kwaad. Het is veilig in den zak van Iemand anders. A. Amy's geld twintig duizend dollar. Ik heb het alles bij de wedrennen verloren. Ik ben laiïg geen heilige geweest, inbreker, dokter, bedoel ik Maar bedrogen heb ik nooit- Ik geloofniet dat ik ooit zoo n achttien karaats schurk ontmoet heb, als u dokter, neen nooit. Is het misschien tegen de regels van uw bende, inbreker, om uw slachtof fer. pardon uw patient wal water te geven?" Dokter James bracht hein een cl as. Hij kon echter nauwelijks nver drin ken. De reactie van het sterke hn.vl- middri begon: maar de stervende trachtte toch noc een enkel woord c'en moordenaar toe te werpen ..Ik hen een speler een dronkaard een verkwister ge weest maar geen dokter in breker!" De dokter keurde hem sleohts ien antwoord waardig. Zich over Chand ler heenbuigend wees hij naar de deur van de slapende vrouw met een ge baar zoo gestreng en beteekenisvol, dat de stervende het hoofd half op hief en dien kant uitkeek. Hij zag niets, maar ving nog de koude, snij dende woorden van den dokter op de laatste woorden, die hij hooren zou. „Ik heb nog nooit een vrouw gesla gen". Met zou vergeefs zijn, te trachten zulke menschen te begrijpen of te door gronden. We weten alleen, dat ze. be staan; we kunnen hen gadeslaan en elkaar meedeelen, wat we hen eb ben zien doen, zooals kinderen naar de marionetten kijken en er vnn ver tellen. liet was een vreemd schouwspel, de eeii een moordenaar en roover, gebukt over zijn slachtoffer, de ander hoewel een minder groote overtreder der wet, verafschuwd zelfs door zijn moorde naar. In de andere kamer de vrouw, die hij vervolgd had, wier leven hij bedorven had, de vrouw die hij zelfs geslagen had. Do een een Uwer, de ander eeü wolfshond, en beiden ver ontwaardigd over eikaars slechtheid; en zich van uit het modder»? slïik, waarin zij wegezonken waren, beroe mende op hun eigen gedrag, al was het dan niet op hun oer. Die enkele woorden vnn dokter -Tnmcs traven den ander dei» genade slag. Een diepe blos van schaamte overloojr zijn eelnnt en zonder ook maar c-n enkel- trilling blies hij den 'aatsten adem uit. Op hetzelfde oogenblik kwam ,de negerin terug met het geneesmiddel. Met zachte hand sloot de dokter de oogen van den overledene en deelde haar mee, dat alles voorbij was. Met was geen droefheid, dib haar even een zucht deed slaken. Toen klonk het: „Het is de hand des hemels. Hij oor deelt den oveiriredor en steunt dege nen, die in droefheid zijn. Hij zal ons ondersteunen. Cindy heeft het laatste geld. dat in huis was, uitgegeven voor het geneesmiddel, en nu is het niet eens meer noodig", „Begrijp ik je goed? Bedoel je, dat mevrouw Chandler geen geld heeft?" „Gold, men'.er? Weet u, hoe het kwam, dat zij flauw viel? Het was door gebrek. Wij hebben niets in huis dan een paar oudbakken biscuits. Maanden geleden al heeft die engel haar horloge en haar ringen verkocht. Dit mooie huis met zijn prachtige meu beien is maar gehuurd; eu de huur is in lang niet betaald. Die ellendeling heeft alles opgemaakt. Het stilzwijgen van den dokter moe digde haar aan, om voort te gaan. Het was de oude .geschiedenis, illusie, eigenzinnigheid, ellende, wreedheid en trots, maar daar tusschendoor ver nam hij tevens uit het onsamenhan gende verbaal van de oude Cindy, welk een 'ideaal huis de jonge vrouw had achtergelatenin het Zuiden; hoe spoedig haar huvvelij khaar teleurstel ling had gebracht: hoe zo behandeld was geworden; en hoe nog kort gele den or bevrijding scheen aangebroken van nl haar zorgen en haar armoede door een erfenis van fwint.m duizend dollar; hoe echter de wolfshond alles 'ii twee maanden had opgemaakt. Een zilveren draad Hen cM-r door het geheolo vgrliaal, on dat was de liefde eu toewijding van de oude ne gerin, dio haar meesteres steeds ge- \olgd was door ajjes heen tot het ein de toe. Toen zij eindelijk zweeg, vroeg do doktor haar, of er soms whiskey of iets dergelijks in huis was. Ja, er was nog een halve fle-scli brandewijn van d.en wolfshond over, vertelde zij hem. Ze stond in het buf fet. „Maak dan gauw een glas klaar en roep jo mevrouw. Daarna kun je haar zeggen, wat er gebeurd is". Ongeveer tien minuten later trad mevrouw Chandler de kamer binnen, gesteund door de oude Cindv. Haar slaap en hefc opwekkende middel had den haar schijnbaar wel ©enig goed gedaan. Dokter James h'ad het lijk met een laken bedekt. Mevrouw Chandler wierp ©ven een half nngstigen blik er heen en klem de zich daarop nog vaster aan haar beschermster. Haar oogen waren droog en schitterden onnatuurlijk. Dokter James stond bij do tafel met zijn jas aan en zijn tasch in de hand. Zijn gelaat was kalm en onbewogen hij was gewend gemakt aan het lijden der xnenschheid. Zijn oogen al leen drukten het medegevoel 'van den dokter uit. Ilij sprak vriendelijk en zei, dat hij wegens het late uur on de moeite, die het hun dus zou kosten hulp te vin den. wel iemand zou sturen, om het lijk af t© leggen. „Ik moet u ook nog den ding mee- deolen". zei hij daarop, wijzende op de geopondo brandkast, „uw man, me- vvomy Chandler, verzocht mij. toen hij zijn einde voelde naderen, deze te openen. Ilij gaf mij liet nummer op. Voor het geval, dat 11 haar zon willen gebruiken, meet u onthouden, dat het nummer een en veertig Is. Eerst moei u verscheidene keereu naar rechts, daarop eenmaal naar links draaien en ophouden bij een en veertig. Ilij wild© niet, dat ik u wekken zou. „In die brandkast", zei Ilij, bad hij een som gelds gelegd, geen groot© som maar genoeg, om u in staat t© stellen, zijn laatsten wensch te vervullen. Die wenech was, dat u naar uw ouderlijk huis terug zoudt keeron, eu in later dagen, als het kon, hem ook de vel© zonden vergeven zoudt, die hij jegens u bedi'oven heeft". Hij wees naar de tafel, waar eenige bankbiljetten en een paar stapeltjes goud geld lagen, „Tlier ligt liet geld acht honderd dertig dollars. Ik »nng u misschien mijn kaartje wel achterlaten, voor hot, geval ii mijn hulp eens later mocht noodig hebben". Dus had hij toch nog aan haar ge dacht op liet laatst! Zoo laat pas! En toch blies de leugen het laatsto vonkje van'teederheid aan, dat in haar hart over was, hoewel zij zich niet bewust was geweest, dat het nog bestond. Een luide kreet ontsnapte haar. „Bob. Rob!" liep ze. en liet zich toon in de armen der oude vrouw vallen, terwijl zij in snikken uitbarstte. Toen zij eindelijk, ©enigszins ver. troost, door do liefkoozingen der nc. gerin, het hoofd weer ophief, was do dokter verdwenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1923 | | pagina 5