HAARLEM'S DAGBLAD
I N FLATI E
di"S'
De Marionetten
DONDERDAG 29 NOVEMBER 1923
TWEEDE BLAD
Een vraagstuk dat voor ieder van belang is.
Het gevaar voor inflatie nog steeds niet van de lucht
De invloed van de hoog-conjunctuur
Over de gevolgen van inflatie
Welke maatregelen zijn te nemen?
Eén der onderwerpen, waarover men
in de laatste jaren zeer veel geschre
ven, en nog meer gesproken heeft, is
wel dat, hetwelk men aanduidt met
„inflatie". Deze belangstelling is ze
ker niet misplaatst. Er zijn vele na
tionale problemen, die voor een klei
nere of grootero groep onzer bevol
king, van het hoogste gewicht zijn,
maar het ,,inflafcie"-vraagstuk is voor
iedereen van belang, al is ook zijn in
vloed op de verschillende categorieën
onzer economische samenleving niet
dezelfde.
Het vraagstuk is sedert korten tijd
in een nieuw stadium gekomen
immers „de vlucht voor den gulden"
en de daarmede in verband staande
„veiligstelling" uitdrukkingen, die
wij in den laatsten tijd dagelijks hoo-
ren of lezen zijn het bewijs, dat
het gevaar van „inflatie" nog steeds
niet van de lucht is.
Het is onze bedoeling, in het kort
uiteen te zetten, ten eerstewat in
flatie" is; ten tweede: waardoor zij
ontstaatten derdewat hare gevol
gen zijn en ten vierde welke maat
regelen tegen haar zijn te nemen.
Wat is „inflatie"?
Inflatie is een algemeen© prijsstij
ging der goederen, waarvan de oor
zaak niet bij de goederen, doch
bij het ruilmiddel ligt.
Deze definitie cischt nadere toe
lichting.
Wij gaan uit van de .eenvoudige
veronderstelling, dat or in een wille
keurig land een zekere hoeveelheid
goederen is en een zekere hoeveelheid
geld, zoodat er tusschen beide hoe
veelheden een bepaalde verhouding
bestaat. Die verhouding wordt uitge
drukt in den prijs der goederen. Ver
dubbelen wij du de hoeveelheid goe
deren. terwijl do hoeveelheid geld
dezelfde blijft, dan zal de verhouding
dus de prijs veranderen en wel
dalen.
Als daarentegen de hoeveelheid goe
deren vermindert( terwijl de hoeveel
heid geld dezelfde blijft, dan zal de
prijs stijgen.
Ook kunnen wij ons voorstellen,
dat dc hoeveelheid goederen dezelfde
blijft, en dat cle hoeveelheid geld
gi ooter of kleiner wordthet zal
duidelijk zijn, dat in die gevallen cle
onderlinge verhouding eveneens gewij
zigd wordt .en de prijs der goederen
respectievelijk zal stijgen of dalen.
Het geval dat de hoeveelheid goc
doren, zoowel als de hoeveelheid
geld gróoter wordt en wel in die
mate dat de verhouding zich niet
wijzigt, is eveneens denkbaar de prijs
der goederen zal dan constant blijven.
Na deze inleiding zal onze definitie
voor een ieder begrijpelijk zijnwij
zullen dus van inflatie mogen -preken,
als dc verhouding tusschen de hoe
veelheid geld en de hoeveelheid- goe
deren zich wijzigt in dien zin, dat
de hoeveelheid goederen constant
blijft, terwijl de hoeveelheid geld
grooter wordt, waarvan_ het gevolg
zal zijn, dat een eenheid geld, go
meten in een eenheid goederen, min
der waard wordt, of wel dat een een
heid der goederen, gemeten in het
geld, meer waard wordt, m. a. w.
prijsstijging, waarvan de_ oorzaak lag
bij de geldvoorraad, die immers groo
ter werd.
Daar wij in onze definitie spraken
van ruilmiddel en in ons voorbeeld
geld, dient te worden opgemerkt, dat
dit geen principieel verschil uit
maakt, doch waar in onze maatschap
pij naast het geld vele andere midde
len zijn, om aan zijne financieele ver
plichtmgcn te voldoen (cheque, giro,
bankcrediet) moet in de definitie het
woord „geld" wijken voor het veel
ruimere begrip „Ruilmiddel".
De woordelijke vertaling van het
woord „inflatie" met „opblazing
uitzetting' zal nu ook zonder meer
duidelijk zijn het is het ruilmiddel.
dat in meer dan normale wijze in
•culatie gebracht wordt, daardoor in
karde daalt, waardoor de prijzen dei-
goederen, in dat minderwaardige ruil
middel uitgedrukt, stijgen.
De oorzaken van inflatie.
Dat inflatie een ramp mag worden
genoemd, zal worden uiteengezet, als
de gevolgen van de inflatie besproken
worden, doch allereerst zullen wij de
vraag beantwoorden, hoe het dan toch
mogelijk is, dat de hoeveelheid ruil
middelen zich uitbreidt, niettegen
staande degenen, die de leiding van
de Nederlandsche financieele politiek
in handen hebben, bekend zijn met de
funeste gevolgen van deze uitbrei
Evenals in tal van andere gevallen,
is het zoo gemakkelijk achteraf te
zeggen, hoe men had moeten doen,
maar de groote moeilijkheid is, dat
men de diagnose van de „infiatie"-
zielcte meestal eerst kan vaststellen,
«als de patient, reeds met één been
i het graf staat.
Toen gedurende de oorlogsjaren de
goederen prijzen in de hoogte gingen,
waren velen maar al te zeer geneigd
f als oorzaak hiervan te noemen het
groote tekort, tengevolge van gebrek
van aanvoer en de grootere "vraag.
Ook depreciéerde ons ruilmiddel niet,
aldus redeneerde men daar op
de internationale wisselmarkt onze
gulden steeds meer steeg, ten opzich
te van frame, mark, kroon en roe
bel; waarbij men echter vergat, dat
de wisselkoersen steeds relatief zijn
en de oene valuta sterker kan daion
dan de andere, hetgeen niet weg
neemt, dat de laatste "zich eveneens
in dalende richting beweegt.
De oorzaken van de buitengewone
uitbreiding dor hoeveelheid ruilmid
delen gedurende de oorlogsjaren is te
wijten aan de abnormale groote cio
die.L vraag van verschillende zijden
ie. van de Staat.
"Voor vie financiering van de mobi
isal.e, distributie en andere gevo'gen
van den oorlog had de Regeering ka
pitalen noodig, welke, aanvankaVjk op
korten termijn geleend, van tijd tot
tijd geconsolideerd werden.
2a. van de Gemeenten.
Do ontzaggelijke wij mogen wel
zeggen, onverantwoordelijke uit
.ding vi-.ii de schuldenlast der ge
•nten wns van dien aard. dot de
hr-r 1 ispoi-ing, President der Ne
iiulsche Bank, meende t'ücén de
voir do crodietwaardigheid der
Nederlandsche gemeenten zon gevaar
li.jlce .politiek, zijn waarschuwende
stem te moeten doen hooren.
3e. van particuliere zijde, in het bij
zonder van handel en industrie.
Door de hoog-conjunctuur werd tot
versnelde uitbreiding van nista'latie
en materiaal overgegaan, welke ex
pansie slechts gefinancierd kun wol-
den door beroep -op de kapitaalmarkt.
De samenwerking van deze drie fac
toren, waarbij als vierde factor de
credietverleening aan het buitenland
zou kunnen worden genoemd, was oor
zaak, dat de circulatie in die mate
werd uitgebreid, dat de gocderenprij
zen .de invloed ervan ondergingen,
terwijl deze prijsstijging op haar beurt
weer tengevolge had, dab meer geld
noodig was om zaken to doen, m. a.
w. het kwaad woekerde in versneld
tempo voort.
De natuurlijke rem op desa onge-
wonschtc uitzetting der circulatie is
verhooging van den prijs van geleend
geld, dat wil dus zeggen, verhooging
van het disconto, waardoor het ge
bruik van crediet voor velen te duur
zal worden en dus tot aflossing zal
worden overgegaan.
Dc Nederlandsche Bank heeft inder
daad dit middel toegepast, maar ten
gevolge van eenigc, zeer bijzondere,
omstandigheden waren de resultaten
miet van dien aard, als in normale om
standigheden verwacht mocht worden.
De Nederlandsche Staat geniet, zoo
als bekend, een aanzienlijk deel der
winst, die de Nederlandsche Bank,
onze eenige circulatiebank maakt
hetgeen tot gevolg neeft, dat nis
de Nederlandsche Bank haar disconto
verhoogt, haar grootste cliënt de
Staat weliswaar ook meer moet
betalen, doch aangezien zij het groot
ste deel van hetgeen zij aan rente
méér betaalt, aan liet einde van het
jaar in den vorm van winst terugont
vangt, mist het aandraaien van de
discontoschroef op dezen inflatie-ver
wekker ten eenenmale zijn invloed.
Bovendien waren vele credieten ge
blokkeerd, d.vv.z. waren de debiteuren
in de feitelijke onmogelijkheid om het
geld torus- te betalen, daar het vastge
legd was in fabrieken, of schepen en
de conjunctuur-omslafi aan de ver
wachtingen den bodem had ingesla
gen, zoodat ook hier de disconto-ver-
hooging vruchteloos bleek.
□e gevolgen van Inflatie.
Welke is nu de werking van deze
algemeen© prijsstijging op de verschil
lende groepen van bevolking?
Terwijl er een tijdelijke invloed is,
die van geheel verschillend karakter
is map de algeheele invloed zonder,
meer funest genoemd worden. Ge
durende de pc.\—le van depreciatie
van het betaalmiddel, dus van stijging
der prijzen, zullen Handel en In
dustrie winst boeken. De aanwezige
voorraden stijgen met den dag in prijs
en men wordt slapende rijk, d.w.z.
men verdient ge'd als water, al is het
dan ook met recht „verwaterd geld",
daar men, om opnieuw in te koopen.
zelf ook meer moot betalen met zijn,
iumiddels-tvoortdurend-minder-waard-
wordend-geLd.
De arbeiders-klasse zal hoogere
g e 1 dloonen kunnen afdwingen vnn
de schijnbaar welvarende nijverheid,
maar daar de prijzen der levensmid
delen enz, ook stijgen, zal haar werke
lijk inkomen ongeveer constant blij
ven.
Zij. die een vast inkomen hebben,
zooals Staqts-beambten, onderwijzers
e.a. zullen de nadeelen der prijsstij
ging oudervinden, terwijl dit nadeel
eerst eenige maanden later zal wor
den gecompenseerd, door salaris-ver
hooging.
Het ergst lijden onder de inflatie die
genen, die leven van een pensioen
of van vaste-ronle dragende effecten,
dus in het algemeen de crediteuren,
die, naaet de nadeelen der algcfneone
prijsstijging, hun inkomen in guldens
uitgedrukt, constant zien blijven, en
dientengevolge de koopkracht van dat-
inkomen dagelijks zien dalen.
Hiertegenover staan de debiteuren,
die indertijd volwaardige guldens le»
leen ontvingen en na de inflatie met
hetzelfde n a n t a 1 guldens, .doch
thans minderwaardig geworden, aan
hunne verplichtingen kunnen vol
doen,
In verband hiermede is liet niet on
aardig te wijzen op hét Duitsebe
spoorwegnet, dat, evenals in alle an
dere landen, met behulp van enorme
leeningen is tot stand gebracht en in
1914 nog gebukt ging onder een Jin-
tengewoon groote rentelast, doch dat
nu in de gelieele wereld het eenige
net is, voor hetwelk de, hypotheken en
de daaraan verbonden rentelast geen
punt. van overweging meer behoeven
uit te maken. De opbrengst van het
der raak een internationaal karakter
dragen en bij de eerste teekenen van
een naderende depreciatie zich we
derom zullen verplaatsen, waardoor
zij de positie van den gulden een la
biliteit geven, die zeer ongewenscht is.
Wij zijn hiermede gekomen aan de
vraag:
Welke maatregelen zijn
tegen Inflatie te nemen?
Het zou voor de hand liggen „de
flatie te foroeeren, m.a.w. krachtda
dige inperking van het ruilmiddel, zoo
dat het scliaarsoh, dus duur wordt,
waardoor de goederen-prijzen zullen
dalen. Laten wij Voorop stellen, dat
dit middel erger dan de kwaal is.
Immers zullen door de prijsdaling
handel en industrie zeer gevoelig wor
den getroffen, waardoor ontwrichting
van het gelieele economische leven zal
ontstaan, en de gevolgen een zelfde
beeld'zullen te zien geven als thans
in Nederland is te aanschouwen, al is
ook de oorzaak der huidige malaise
een gansch andere dan geforceerde de
flatie.
Bovendien zal hot meestal onmoge
lijk zijn, om een gedeprecieerde munt
door inflatie wederom luar vroegere
intrinsieke waarde terug te geven,
waarbij wij willen wijzen op de ouoi-
krachten, die in het leven zouden
moeten worden geroepen om b.v. de
Duitsche mark wederom op goiidpart-
teit, te brengen.
Het middel, waarbij de minste be
langen geschaad worden is. „stabili
teit". m.a.w. verdere' inflatie voorko-
cn het prijsniveau niet wederom
trachten te verlagen, doch aanvaar
den.
Dit zal mogelijk zijn als men de va
luta „safe" acht, wat practisch hier
op neerkomt, dat de Staat in de
uitingen van z ij n finan
cieele politiek alsmede
de leiding die deNeder-
landsche Bank aan ons
reizigers-vervoer van een uur
s thans
pldoende om de geheele schuldenlast
van'vóór 1914 af te lossen.
Het meest ingrijpende gevolg van in
flatie is nóg meer inflatie, omdat
waar wij'de ellendige gevolgen voor
den crediteur reeds uiteen gezet heb-
I ben, het geen verwondering kan wek-
I ken, dat deze, indien hij inflatie vreest
zich zal ontdoen van zijn vordering m
de bedreigde munt laten wij zeggen
de gulden door b.v. zijn Nederland
sche Sta als-Obligaties te verknopen
en in plaats daarvan sohuldeischer
van de Ver. Staten te worden, door
eenige dollarpapieren te koopen.
Duze omzetting van Hollandschc vor
deringen in die in builenlandsche va
luta noemt men zeer karakteristiek
„de vlucht voor den gulden" en hot
zal duidelijk zijn dat dit aanbod van
guldens, gepaard aan vraag naar dol
lars, de gulden nog meer zal-doen da
len ten opzichte van zijn Amerikaan-
sohe collega, waardoor het vertrou
wen nog meer zal worden geschokt en
de vlucht in een paniek zal ontaar
den. De psychologische factor speelt
hidF ook een zeer belangrijke rol, meer
speciaal bij dat "gedeelte van hot be
leggend Nederland, dat bijzonder ge
voelig is voor sensationeelo beursbe
richten e.d.
De positie van Nederland wordt nog
aanzienlijk gevaarlijker doordat in ons
land groote kapitalen belegd zijn van
buitenlanders, die in den gulden meer
vertrouwen stelden dan in hun eigen
munt, welke kapitalen uit den aard
geldwezen geeft, hei al-'
gemeens vertrouwen
moet genieten.
En de Staat zal dit vertrouwen ge
nieten, niet alleen in het binnenland,
maar ook over de grenzen, als hij de
nationale huishouding weet te voeren
met een sluitende begrooting. Zoolang
de uitgaven do inkomsten overtreffen,
zal het saldo tokort, geleend moeten
worden, waardoor wederom uitbrei
ding van crediet plaats vindt. Duitsch
land met zijn bankbiljettenpers is ook
hier wederom een leerzaam voorbeeld
en al gaat het gelukkig in ons land
niet om bedragen, die een merkbare
inflatie zullen veroorzaken, dan moot-
niet vergeten worden, dat juist de eer
ste echrcde op den weg van inflatie, de
gevaarlijkste is en dat het vooral de
psychologische factor is, die het ver
trouwen in de valuta van een land,
dat met tekorten werkt, ondermijnt.
Hesumeerende, dat waarom het in
laatste instantie gaat, willen wij her
halen hetgeen wij reeds eerder op
merkten, nml. dat inflatie een ramp is
die betrekkelijk gemakkelijk te voor
komen, doch vrijwel niet te genezen
n>. Er dient algemeen ingezien te wor.
den. dat wij boven onze kracht hebben
geleefd, dat wij geld hebben verleerd,
dat geen zuiver inkomen was, doch
dat wij geleend hebben van ons kapi
taal, van ons Nationaal Vermogen, en
dat dit ingeteerde kapitaal wederom
zoo spoedig mogelijk geremplaceerd
moet worden, hetgeen slechts te berei
ken is door hard werken en door so
berheid.
Wanneer op deze wijze Regecrinff en
Volk samenwerken naar het gemeen
schappelijk doel. zal hot buitengeslo
ten zijn, dat ook ons moest waardevol
le bezit, een goed georganiseerd geld
wezen, door eigen schuld verloren
gaat.
Vergadering van den Haarlemschen Gemeenteraad
IN HANDEN VAN B. EN W. OM PRAEADVIES CESTELD EEN VOOR
STEL DER LEDEN JOOSTEN c.S. TOT WIJZIGING VAN DE VERORDE
NING OP DE HEFFINC EENER ZAKELIJKE BELASTINC Op HET
BEDRIJF.
DE RAAD VEREENIGT ZICH MET HET PRAE-ADVIES VAN 'B. EN
W. OP DE VOORSTELLEN DER LEDEN CERRITSZ c.s. INZAKE DE
WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN DE STEUN R EC E LI N C.
MEDEDEELINCEN EN INCE-
KOMEN STUKKEN.
Ingekomen is een verzoekschrift van
Dr. M. Mauritz, om te worden herbe
noemd tot gemeente-geneeskundige.
Gesteld worden in handen van B. cn
W, ter afdoening
re. een verzoek van A. G. Elfrink,
bewoner van het woonschip „Op Hoop
van Zegen" om gebruik te mogen ma
ken van de scheepshelling der .ge
meente teneinde zijn woonschip ;c
kunnen herstellen
sc. een schrijven van A. \V. Thomson,
waarin wordt geklaagd over het .ru
moer. dat heërscht in het gebouw van
den Haarlemschen Kegelbond, en waar
in wordt verzocht ingrijpende maat
regelen te treffen, waardoor in dczca
z. i. onhoudbaren toestand verbetering
Wordt gebracht.
Gesteld worden in handen va.m B, en
\V. om prae-advisa
ie. een verzoek van het Nederlandse!»
Olympisch Comité om een klein be
drag te schenken, teneinde het mogelijk
te maken, dat Nederland ler gelegen-,
heid van de Olympische Spelen te Pa
rijs. in 1924 op waardige wijze wordt
vertegenwoordigd
2c. een verzoekschrift van de verecrii-
ging „Groen van Pfinstercr" om- dc
voor de verrichte verbouwing in dc
school aan de Jansstraat benoodigde
gelden alsnog beschikbaar te stellen
3e, een voorstel van de liëeren Kcesen
c.s. tot aanmerkelijke verlaging van de
prijzen van gascokes bestemd voor
huisbrand
4e. een voorstel van de.heeren Joos-
tcn e. a. lot wijziging van de verorde
ning op de heffing ecner zakelijke be
lasting op het bedrijf.
Na de nu volgende zitting met geslo-
ten deuren is aan de orde
PUNT 1.
DE WERKLOOSHEIDSVERZEKE
RING EN DE STEUNREGELING.
Behandeling van hefc voorstel Ger
rtlsz c.s. inzake de werkloosheidszorg
(voor zooveel betreft de punten ver
zekering en steunregeling).
le. Voorstel om B. en W. uit to
noodigen tot den minister van Arbeid
het verzoek tc richten zoo spoedig
mogelijk mede to deelen welke bepa
lingen voor werkloozenkassen welke
meer dan 10D subsidie zullen ont
vangen voor 1924 zullen gelden, daar
de gemeente zoowel met het samen
stellen van haar begroeting nis met
liet inrichten van dc steunregeling,
daarmede tijdig rekening zal hou
den.
2e. Voorstel om te besluiten de com
missie voor' den steun met één lui uit
te breiden, opdat ook een lid der
soc.-dem. raadsfractie in de commis
sie kan worden vertegenwoordigd.
3e. Voorste! om te besluiten V van
C van het raadsbesluit van 13 Deo.
1922 te vervangen door de volgende
woorden.; „dat indien de commissie
het Poodig acht, aan hen. die volgens
het raadsbesluit voor steun in aan
meriting komen, een bijzondere weke-
Hjksche toeslag of een toeslag in eens
verleend kan worden, hetzij voor de
aanschaffing van branclsroffën, Lctzij
voor bet betalen van een deel van
de huur, hetzij wegens langdurige
werkloosheid, i.-urij 111 cotrge andere
dergelijke reden"
Ton aanzien van 1c' merken B. on
VV. op dat. daar blijkt dat dc minister
van plan is te doen wat dc voorstel
lers wenschen, het. hun overbodig lijkt
een verzoek in dezen tot den minis
ter te richten.
Ten 'aanzien van 2c zeggen B. en
W. dat bij hen bezwaar is tegen uit
breiding der commissie niet een lid.
Inmiddels heeft, een lid der commis
sie bedankt.
Ten aanzien van 3e stellen B. en
W. voor te besluiten onderdeel 5 van
mint c van het raadsbesluit van 12
December 1922 te vervangen door dc
volgende, woorden .,d.it, indien de
commissie het. noodig acht, aan hén,
die volgens dit besluit voor steun in
aanmerking komen, een bijzondere
wckeüjksche toeslag of een toeslag
in eens verleend kan' worden".
De heer G e r r i t s z brengt dank aan
den Voorzitter, dat door hen» gevolg is
gegeven aan het verzoek om nu deze
voorstellen aan de orde te stellen, als is
het clan jammer dat nu niet het com
plex- van voorstellen kan worden behan
deld.
Onze Lacbfioek
EEN MOEILIJKHEID.
Jantje, vi«r jaar oud, moest naar bed,
maar zong h« liedje van verlangen.
„Fooi jantje", tei sün «enigsun» cor
pulente tante, „wat ben jo tooi» kinder
achtig. Ik ben nu al eoo oud «n ik ga
altijd met de kippen maar bedt"
Jantje monsterde zijn tante eens goed
on zei toon: „Maar dan begrijp ik niet,
hoe u op den stok komtl"
TROOST.
Hij had haar gevraagd en zij had zijn
aanzoek afgeslagen. Toen kreeg zij meJo-
lijden mot hem, omdat hij zoo wanhopig
keek en om hem te troosten zei zijl „Kom,
trek het je niet zoo aan. Er zijn nog reel
aardiger meisjes dan ik, zooals Kitty en
Marie on Netty
„Dat wee: ik," antwoordde hij somber,
..maar die heb ik allen al gevraagd voor
ik jou vroeg!"
Spr., die dan komt op het pracadvles
van B. en W„ zegt met dat gedeelte er
van dat handelt over punt ie. zich te
kunnen vcrecnigcn. Maar anders staat
het met het prae-advies ten aanzien vaa
de voorstellen inzake de steunverlec-
uing.
Het is niet noodig dat de Commissie
voor Steun op eenzelfde manier werk;
als wanneer het geldt bedeeling. Deze
commissie kan geheel zelfstandig wer
ken. Die tijdelijk onderstand behoeven,
moeten op een andere manier worden
behandeld dan de anderen die vanwege
het Armbestuur ondersteuning genie
ten. Spr. stelt er prijs op. dat de Com
missie voor Steun aan de crisiswerk-
loozcn geheel zelfstandig optreedt.
Daarom is spr. er tegen dat de com
missie aan den Armenraad vraagt t
Stelt gij voor mij het onderzoek in. Iets
anders is l»ct indien de commissie aaa
den Armenraad om gegevens vraagt,
die dc Armenraad reeds heeft. Maar
de commissie mag een onderzoek niet
uit handen geven en de ambtenaren van
den Armenraad mogen geen nieuw on
derzoek instellen.
Indien die ambtenaren dat doen, dan
komen personen als armlastig te bock
te staan die maar tijdelijk werkloos zijn
cn dat is ten nadecle van die personen.
Gaarne had spr. van den Voorzitter do
toezegging dat de commissie nog wil
overwegen het onderzoek in eigen han
den te houden.
Een tweede punt is de quaestie van
het teekenen door de uitgctrokkene.n,
die echter altijd nog lid van de vak
organisatie en van de werkloozenkassen
zijn. Waarom moeten die menschcn op
een afzonderlijke plaats teekenen. Kan
dat teckcncn niet geschieden op dezelf
de plaats als het tcekenen van de lijs
ten der vakorganisatie. Deze categorie
van mcnschen moet op dezelfde manier
als de andere categorieën behandeld
worden.
Ten opzichte van de samenstelling
der commissie voor steun doet spr; een
beroep op de distributieve rechtvaar-,
diglieid van den raad, opdat ook eet*
lid van een groote fractie als de so».-
dem. in de commissie wordt vertegen-
woordigd. Wat aangaat dc uitbreiding
van de taak der .commissie, kan spr. ge
heel Dredcgaan met do wijziging die
B. en W. in het voorstel der soc.-dem-
voorstellen.
Ten slotte doet spr. een beroep op
B. en W. om te maken dat er een pro
gram van werkzaamheden komt aan
gaande de werkloosheidsbestrijding.
Do heer Peper merkt op; dat;
verleden jaar de heer Gerritsz stem
de tegen een voorstel vnn spr. dat nu
door hem zelf is ingediend en dat nu
B. en W. overnemen. Inmiddels is het
de vrïlag of er nu nog veel van is
te wachten. Toch indien er een raads
besluit komt, dan knnnen de ner'k-
loozen maken, dab van de uitbreiding
van de taak der commissie nog wat
voor hen terecht komt.
De heer W o 1 z a k betoogt dat de
armenraad wèl heb aangewezen
lichaam is om aan de commissie voor
steun inlichtingen t© geven. De heer
Gerritsz heeft er bezwaar tegen dat
personen op een register van den ar
menraad worden ingeschreven, wat
zal geschieden indien ambtenaren een
onderzook instellen. Maar wat is
daartegen? Op dio lijjt staan toch
zeer fatsoenlijke menschcn ook.
Er is gezegd dat 't hier geldt per
sonen die maar tijdelijk onderstand
van noode hebben, maar onder die
menschcn zijn er die al een jaar on
dersteuning ontvangen. Wordt 't dan
niet tijd dat die menschon onder een
andere categorio worden gerang
schikt?
De voorzitter antwoordt derf
heer Gerritsz, dat hij er op zal aan
dringen hij de commissie dat in nieu*
we gevallen in 't algemeen niet aan'
Feuilleton
Uit het Amerikaansc-h
van
O. HENRY.
Chandlers volgende woorden* stel
den hem gerust.
,Waar... zóu- - heb wezen", luvg-
de'huj, „anders dan in de brand
kast?'
Hij keek naar een hoek der kamer,
waar de dokter nu voor het eerst een
kleine, ijzeren brandlkasb gewaar
werd, half verborgen door een gor
dijn, dat voor een dier ramen hing.
Hij stond 'op en voelde nogmaals
den pols van den zieke. Het was aeu
zware, ongelijke slag.
„Til uw arm op zei dokter James.
"l' weet dat ik mij niet bewegen
kan dokter".
De dokter begaf zich naa.r de hall
deur en luisterde. Alles was stil In
huis. Zonder -verder dralen liep hij
naar de safe en bekeek die eens. De
safe was van hoogst eenvoudig maak
sel, de ihoud was alleen veilig vont
bedienden met lange vingers, *uor
hem was zij niet meer dan een stUK
speelgoed, een dingetje van stroo en
carton. Hij had het geld zoo goed als
in handen. In twee minuten- kon h'j
de kast open hebbon, misschien zelfs
wel in éen minuut.
Hij ging on zijn kni.'ën liggen, leg
de zijn oor tegen de kast en tirannie
Duurzaam dui knop om. H-t was. zv>.
als hij reeds vermoed had. do kast wan
slechts op den nummer gesloten. Zn
scherpe gehoor Ting een zachten to!;
op, het handvat draaide om. Qe deur
was open.
De sate was ledig, geheel ledig
geen strookje papier zelfs lag er in.
Dokten* James' stond op en liep naar
het bed.
Het doodzweet stond den zieke op
het voorhoofd, snaar een glimlach
speelde om zijn mond', ook zijn oogen
lachten spottend.
„Dat had ik nog nooit gezien, dok
ter en inbreken- tegelijk. Levert die
combinatie u nog al goed wat op,
waarde dokter?"
Toen gaf dokter James het bewijs
ran zijn groote kalmte en tegenwoor
digheid van geest. Hij behield volko
men zijn waardigheid, nam »>jn hor
loge »n de hand en wachtte, totdat de
man dc-n laatsten adem zou uitbla
zen.
,U leek mij een beetje
al te bezorgd over dat
grid. Het kon echter geen
kwaad. Het is veilig in den
zak van Iemand anders. A.
Amy's geld twintig duizend
dollar. Ik heb het alles
bij de wedrennen verloren.
Ik ben laiïg geen heilige
geweest, inbreker, dokter, bedoel ik
Maar bedrogen heb ik nooit-
Ik geloofniet dat ik ooit
zoo n achttien karaats schurk
ontmoet heb, als u dokter,
neen nooit. Is het misschien
tegen de regels van uw
bende, inbreker, om uw slachtof
fer. pardon uw patient wal
water te geven?"
Dokter James bracht hein een cl as.
Hij kon echter nauwelijks nver drin
ken. De reactie van het sterke hn.vl-
middri begon: maar de stervende
trachtte toch noc een enkel woord c'en
moordenaar toe te werpen
..Ik hen een speler een
dronkaard een verkwister ge
weest maar geen dokter in
breker!"
De dokter keurde hem sleohts ien
antwoord waardig. Zich over Chand
ler heenbuigend wees hij naar de deur
van de slapende vrouw met een ge
baar zoo gestreng en beteekenisvol,
dat de stervende het hoofd half op
hief en dien kant uitkeek. Hij zag
niets, maar ving nog de koude, snij
dende woorden van den dokter op
de laatste woorden, die hij hooren
zou.
„Ik heb nog nooit een vrouw gesla
gen".
Met zou vergeefs zijn, te trachten
zulke menschen te begrijpen of te door
gronden. We weten alleen, dat ze. be
staan; we kunnen hen gadeslaan en
elkaar meedeelen, wat we hen eb
ben zien doen, zooals kinderen naar
de marionetten kijken en er vnn ver
tellen.
liet was een vreemd schouwspel, de
eeii een moordenaar en roover, gebukt
over zijn slachtoffer, de ander hoewel
een minder groote overtreder der wet,
verafschuwd zelfs door zijn moorde
naar. In de andere kamer de vrouw,
die hij vervolgd had, wier leven hij
bedorven had, de vrouw die hij zelfs
geslagen had. Do een een Uwer, de
ander eeü wolfshond, en beiden ver
ontwaardigd over eikaars slechtheid;
en zich van uit het modder»? slïik,
waarin zij wegezonken waren, beroe
mende op hun eigen gedrag, al was
het dan niet op hun oer.
Die enkele woorden vnn dokter
-Tnmcs traven den ander dei» genade
slag. Een diepe blos van schaamte
overloojr zijn eelnnt en zonder ook
maar c-n enkel- trilling blies hij den
'aatsten adem uit.
Op hetzelfde oogenblik kwam ,de
negerin terug met het geneesmiddel.
Met zachte hand sloot de dokter de
oogen van den overledene en deelde
haar mee, dat alles voorbij was.
Met was geen droefheid, dib haar
even een zucht deed slaken. Toen klonk
het:
„Het is de hand des hemels. Hij oor
deelt den oveiriredor en steunt dege
nen, die in droefheid zijn. Hij zal ons
ondersteunen. Cindy heeft het laatste
geld. dat in huis was, uitgegeven voor
het geneesmiddel, en nu is het niet
eens meer noodig",
„Begrijp ik je goed? Bedoel je, dat
mevrouw Chandler geen geld heeft?"
„Gold, men'.er? Weet u, hoe het
kwam, dat zij flauw viel? Het was
door gebrek. Wij hebben niets in huis
dan een paar oudbakken biscuits.
Maanden geleden al heeft die engel
haar horloge en haar ringen verkocht.
Dit mooie huis met zijn prachtige meu
beien is maar gehuurd; eu de huur is
in lang niet betaald. Die ellendeling
heeft alles opgemaakt.
Het stilzwijgen van den dokter moe
digde haar aan, om voort te gaan.
Het was de oude .geschiedenis, illusie,
eigenzinnigheid, ellende, wreedheid
en trots, maar daar tusschendoor ver
nam hij tevens uit het onsamenhan
gende verbaal van de oude Cindy,
welk een 'ideaal huis de jonge vrouw
had achtergelatenin het Zuiden; hoe
spoedig haar huvvelij khaar teleurstel
ling had gebracht: hoe zo behandeld
was geworden; en hoe nog kort gele
den or bevrijding scheen aangebroken
van nl haar zorgen en haar armoede
door een erfenis van fwint.m duizend
dollar; hoe echter de wolfshond alles
'ii twee maanden had opgemaakt.
Een zilveren draad Hen cM-r door
het geheolo vgrliaal, on dat was de
liefde eu toewijding van de oude ne
gerin, dio haar meesteres steeds ge-
\olgd was door ajjes heen tot het ein
de toe.
Toen zij eindelijk zweeg, vroeg do
doktor haar, of er soms whiskey of
iets dergelijks in huis was.
Ja, er was nog een halve fle-scli
brandewijn van d.en wolfshond over,
vertelde zij hem. Ze stond in het buf
fet.
„Maak dan gauw een glas klaar en
roep jo mevrouw. Daarna kun je
haar zeggen, wat er gebeurd is".
Ongeveer tien minuten later trad
mevrouw Chandler de kamer binnen,
gesteund door de oude Cindv. Haar
slaap en hefc opwekkende middel had
den haar schijnbaar wel ©enig goed
gedaan. Dokter James h'ad het lijk
met een laken bedekt.
Mevrouw Chandler wierp ©ven een
half nngstigen blik er heen en klem
de zich daarop nog vaster aan haar
beschermster. Haar oogen waren
droog en schitterden onnatuurlijk.
Dokter James stond bij do tafel met
zijn jas aan en zijn tasch in de hand.
Zijn gelaat was kalm en onbewogen
hij was gewend gemakt aan het
lijden der xnenschheid. Zijn oogen al
leen drukten het medegevoel 'van den
dokter uit.
Ilij sprak vriendelijk en zei, dat hij
wegens het late uur on de moeite, die
het hun dus zou kosten hulp te vin
den. wel iemand zou sturen, om het
lijk af t© leggen.
„Ik moet u ook nog den ding mee-
deolen". zei hij daarop, wijzende op de
geopondo brandkast, „uw man, me-
vvomy Chandler, verzocht mij. toen
hij zijn einde voelde naderen, deze te
openen. Ilij gaf mij liet nummer op.
Voor het geval, dat 11 haar zon willen
gebruiken, meet u onthouden, dat het
nummer een en veertig Is. Eerst moei
u verscheidene keereu naar rechts,
daarop eenmaal naar links draaien
en ophouden bij een en veertig. Ilij
wild© niet, dat ik u wekken zou.
„In die brandkast", zei Ilij, bad hij
een som gelds gelegd, geen groot© som
maar genoeg, om u in staat t© stellen,
zijn laatsten wensch te vervullen. Die
wenech was, dat u naar uw ouderlijk
huis terug zoudt keeron, eu in later
dagen, als het kon, hem ook de vel©
zonden vergeven zoudt, die hij jegens
u bedi'oven heeft".
Hij wees naar de tafel, waar eenige
bankbiljetten en een paar stapeltjes
goud geld lagen,
„Tlier ligt liet geld acht honderd
dertig dollars. Ik »nng u misschien
mijn kaartje wel achterlaten, voor hot,
geval ii mijn hulp eens later mocht
noodig hebben".
Dus had hij toch nog aan haar ge
dacht op liet laatst! Zoo laat pas!
En toch blies de leugen het laatsto
vonkje van'teederheid aan, dat in
haar hart over was, hoewel zij zich
niet bewust was geweest, dat het nog
bestond.
Een luide kreet ontsnapte haar.
„Bob. Rob!" liep ze. en liet zich toon
in de armen der oude vrouw vallen,
terwijl zij in snikken uitbarstte.
Toen zij eindelijk, ©enigszins ver.
troost, door do liefkoozingen der nc.
gerin, het hoofd weer ophief, was do
dokter verdwenen.