HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
Stadsnieuws
Muziek
F e is i 11 e ton
DERQMASfVANEEN
PRINSES
DINSDAG 18 DECEMBER 1923 TWEEDE BLAD
No. 3265
Nederland in de Oost
Reisindruk Ti en door Mr. M. W. F.
Treuib is de onderl.ilei van difc boek,
dat enkele woken geleden bij de firma
II. D, Tjeenk Willink Zoon te Haar
lem verschenen is. I-Ten boek van de
zen schrijver, oud-hoogleoraar, oud-
minister, is altijd de moeite waard om
er rneor dan do Tien regels van een
Vluchtige aankondiging aan te wij
den, niet zoozeer, omdat hij er din
gen zal hebben gezien, die een ander
niet vóór hem had opgemerkt, maar
omdat hij die met z ij n -oogen hoeft
aangekeken. Toch is het met mogelijk
uit een werk van 25 vel druks meer
dan eenige min of moer onsamenhan
gende opmerkingen over te nemen, al
vind ik liet niet noodig aan het eerste
hoofdstuk „de Zeereis" en aan bet
achtste en laatste „Mooi Indië" bij
zondere aandacht te geven. Iemand
aJs de heer Treuib gaat niet naar In
dië om de zeereis en om het land
schap, hetgeen ook wel blijkt uit, de
titels van de andere hoofdstukken:
„eerste indrukken, de structuur dei-
Indische maatschappij, de groote cul
tures, arbeidsverhoudingen hi heb wes-
ter-sche grootbedrijf, botee-kenis van do
koloniale groolonderneming" daar
ligt zeer duidelijk de betee-kenis van
de reis.
Laat, ik hier een caricatuur opne
men, die onder weg van den schrijver
gemaakt is en die hij zelf in zlju boek
liet opnemen.
Sprekende over de halfbloeds, de
Indo's, maakt de schrijver do opmer
king, dat liet een bakerpraatje is, als
zouden dezen bij hun geboorte de
slechte eigenschappen va-n de twee
rassen hebben meegekregen, wel is hij
van meening, dat de opvoeding van
deze kinderen, evenals die van kinde
ren van Europeeselïe ouders, door ba
boes, verkeerd is. omdat zij zich als
slavinnen door die jeugdige tirannen
laten behandelen; later, wanneer zij
twaalf en dertien jaar oud geworden
zijn, is de vroegrijpheid van de Indi
sche jeugd voor hen een bezwaar.
De groote meerderheid van de Indo-
Europeanen wordt waarschijnlijk ge
vormd door ben, die in Indië zelf
ecnige maar niet een volwaardige op
voeding genoten. Deze middengroep
kan onder zekere omstandigheden het
bindweefsel tussehen de Europeanen
en de inlanders vormen, maar onder
andere condities kan zij juist een
schei dingselemenfc zijn. En vooral
thans is het gevaar niet denkbeeldig,
dat zij veel eer de laatste, dan de
eerst bedoelde rol zullen vervullen.
Haar leden gevoelen zich bij geen der
andere bevolkingsgroepen geheel
thuis en hebben hef meest te lijden
van het vooroordeel van een groot
deel der Europeanen. Door hun halve
of kwart ontwikkeling komen zij even
als alle half ontwikkelden, in welke
maatschappij dezulken ook zijn ge
plaatst, licht tot zelfoverschatting c-u
tob het gevoel, van niet naar hun,
waarde te worden behandeld. Dat
stemt bitter. En in een tijd als wij
beleven vormt zulke bitterheid in vele
gevallen een maar al te gunstigen
1 voedingsbodem voor revolutionaire
tendenzen. De wat heet. gebakerde her
vormers mogen daarmee wel ter dege
rekening houden.
Dit boek heeft geen politieke strek
king, voegt de schrijver aim de bo
venstaande opmerkingen toe. Maar hij
zegt er meteen bij, dat hij er nu en
dan niet geheel buiten zal ku-nnen,
maar zich dan bepalen tot mogelijk
heden en voor de hand liggende con
sequenties, Bij de Javanen, zoo zegt,
hij o.a., zijn, althans bij het niet ge
heel onontwikkeld deel der bevolking,
het saamhoorigheidsgevoel en de
drang naar zelfstandigheid kennelijk
aan het ontwaken.
Maar hij laat meteen een waarschu
wing hooren. „Alleen diegenen nu, die
voor de werkelijkheid geen oog heb
ben, kunnen er blind voor zijn, dat
de Javanen in ontwikkeling en
schiktlieïd voor het voeren v...
heer over groote gebieden, zich voor
eerst met de Nederlanders niet kunnen
meten, Het ontbreekt hun zoowel aan
de vereisohte kennis^als aan de noodi-
ge ervaring. Ook de' kunst van bestu
ren en wetgeven moet. geleerd worden
en waait een volk, dat nog pas in hc-t,
eerste stadium van zijn bewustwording
is, maar niet zonder meer aan Vooi
de groote meerderheid dei' Ja-vanen i:
volksbewustzijn, zoo zij er al van ge
hoord heeft, vooreerst nog een ijdële
klank. Gaf men het land onder die
omstandigheden toch volledig zelfbe
stuur on autonomie, clan zou spoedig
genoeg blijken, dat men de rechten en
belangen van die meerderheid ha-d op
geofferd aan een lenze. Deze zou dan,
zonder het tegenwicht van een Euro-
peesch opperbestuur dat tegen machts
misbruik on knevelarij waakt, aan de
willekeur van den inlandschen adel
stand zijn overgeleverd",
In hoofdstuk IV, de groote cultures
verklaart de schrijver, dat het hoofd
doel van zijn studiereis o-eweest is,
liet- Buropeesche grootbedrijf van nabij
te zien en in het algemeen een indruk
te krijgen van de hoofdstukken van
het economisch leveu in de Oost. Hij
is heb alvast niet eens met, hen, die
zouden willen, dat de aanplant en de
teelt, van het suikerriet aan de suiker
ondernemingen onttrokken en aan de
bevolking overgelaten werd, omdat
deze inlandsche netplanters niet de
zelfde zorg aan de teelt zouden be
steden, niet zóó, als de fabrieken
doen, in voortdurend contact zouden
blijven met liet proefstation, noch de
wetenschappelijke raadgevingen van
die zijde aanvaarden en opvolgen. Het
onvermijdelijke gevolg van de veram
dering zou dus wezen, dat pe,r bouw
minder riet zou worden ge-wonnen, in
qua.ntiteit zoowel als in qualiteit.
De heer Treub maakt over de ruh-
bereultuur deze opmerking, dat zij
zich eerlang wel onafhankelijk zal
maken vöi) den Amerikaanschen tus-
schenbaudela,ar op de wereldmarkt,
door evenals de suikerfabrikanten
ecu gezamenlijke verkoops-coöperatie
te stichten. Op Java. zijn noch de
tabak, noch de rubber zoo goed geor
ganiseerd als op Sumatra. De schrij
ver verwacht, dat door samenwerking
tussehen den ondernemersbond in In
dië en den ondeniemcrsraad voor
N.-I. inNcderland dc zekerheid zal wor
den verkregen, dat de hoofddirecties
hier en de uitvoerders, ginds in alle
belangrijke zaken eer. lijn zullen trek
ken. Óp dit oogenblik is de krocht van
dezen ondernemersbond, zooals blijkt
uit de opmerkingen van den liee-r
Treub, nog niet groot genoeg,
Sprekende over overschatling der
Staatstaak op economisch gebied in
Indië en van wantrouwen tegen liet
particulier initiatief en den particu
lieren ondernemer, geeft de schrijver
zijn meening aldus weer
„Wie de bevolking helpen wil en
Indië economisch weerbaar wil ma-
keu, t.rekko het uitheemsche kapitaal
aan. door liet. behoorlijke winstkansen
te geven. Hii volsre de lijn der ont
wikkeling welke in Indië reeds sedert
jaren is begonnen en bevordere in de
eerste plaats de landbouwnijverheid,
in stede van rechtstreeks of zijdelings
een niet gerechtwaardigden tegenzin
tegen dat. voor Indië zoo gewichtig be
drijf aan fe wakkeren.... Wip de in
dustrialisatie van Indië bople>t en te
gelijk a-an de cultures het leven zuur
maakt, vertrapt het nabijliggende
goed. om het verder verwijderde en
moeilijker te grijpen voordeel na te
jagen",
Over de gouvernenientebemoeiing is
Mr. Treub niet best te spreken. Daar
over ka.n ik niet veel citeercn, maar
hoe hij er over denkt, blijkt wel uit
wat hii zegt over het streven der gou
vernementsdiensten en -bedrijven.
alles in eigen beheer te doen„her-
gene in Europa houdt men er zonder
linger theorieën op na". Of den schrij
ver. toen hij dit op papier bracht, de
blameerende geschiedenis van 's Rijks
posfc-oheque- en girodienst bekend
was, kan ik niet zeggen.
De ervaring in Indië. op het gebied
der staatsexploitatie opgedaan, is be
halve wat de Ombilinkolenmijnen
betreft, droevig.
Ook over havens en spoorwegen
schrijft de heer Treulb. Uit de geschie
denis van den laats ten tijd betreffen
de de groote uitbreidingsplannen van
d© Indische havens. zoo schrijft hij,
blijkt weer eens overduidelijk, hoe
weinig „kaufmannisch." een regee
ring in het algemeen en de Indische
regecring in het bijzonder, pleegt, op
te treden, wanneer zij „zaken" doet.
Er werden hier naa.r alle kanten on
vergefelijke fouten begaan."
Over de spoorwegen zegt hij dit,
dait noch de Staats- noch de particu
liere exploitatie geheel geschikt is-
De particuliere maatschappij niet,
o-mdat zij te weinig rekent met- over
wogingen van algemeen belang, de
Staatsexploitatie niet, omdat zij,
vooral in Indië, te stroef werkt en
'heb kwaad dor ambtenarij... nog
vergroot, „Zoowel uit een financieel
oogpunt, als om overwegingen van
algemeen belang, schijnt, mij do sa
menvoeging der thans verdeelde ex
ploitatie in een gemengd bedrijf, de
beste oplossing."
Met deze beperkingen, dat bedrij
ven, welke geen monopolistisch ka
rakter 'nebben, geheel aan den par
ticulieren ondernemingsgeest moeten
worden overgelaten en die, welke
met een fiscaal doel tot monopolies
werden gemaakt, (zooals in Inrlie
bijv. de zouiregie) aan den Staat,
Uitvoerig gaat de heer Troiib In
op de arbeidsverhoudingen in het
Westersch grootbedrijf, zooals het in
Indië gedreven wordt. Heb is moei
lijk, daaruit te citeer en zonder on
billijk of onvolledig te worden, zoo-,
diat naar dit hoofdstuk alleen worde
verwezen voor hen, die 'neb boek
zelf ter hand nemen. Daarvoor zijn
dan ook deze losse en incomplete aan
halingen hier overgenomen; om de
laandacht op het boek te vestigen.
Voor hen, die het er mee eens zullen
zijn, ook voor hen, die andere prin
cipes zijn toegedaan en daardoor al
licht reclen zullen vinden orn er tegen
op ta komen, hetzij in dit bind ol op
een andere plaats. De groote betee-
kenis van deze boeken over Indië is,
dab zij de belangstelling voor Indië
opwekkeu, die nu in ons land zoo
gering is. Zoo bijna afwezig ter
wijl Nederland zulke groote, belangen
hij Indïè heeft en <le. studie van Indi
sche toesbanden zoo noodig is, we
gens den drang naar de „ethische
richting", die daar kan worden op
gemerkt! Men kan over deze politie
ke, finaucïeele, economische aangele
genheden denken zooals men wil
er onverschillig onder blijven gaat
nielj aan. En tocih is dib.de houding,
die zeven achtste van het, Nederland-
sclie volk er tegen aanneemt Jn-
dië ligt zoo ver, zulk een afstand
haalt hun geestesenergie niet.
Ten slotte. Mr. Treub is ervan over
tuigd, dat, ons land alleen te klein
en te weinig kapitaalkrachtig is, em
Indië aan al het kapitaal te helpen,
dat heb. voor zijn ontwikkeling noo
dig heeft. Staatsrechtelijk is het Ne-
derlandsCh èn moet het Nederlandseh
blijven, maar economisch kan hét
zicll alleen staande houden, als heb
zich op Internationale leest schoeit,.
De wensoh i3 duidelijk. Buiten-
landsoii kapitaal moet toestroomen.
Het ontbreekt er nu al niet,. „Toen
de planters daar zoo vriendelijk wa
ren mij een diner te Medau aan te
bieden, waren de aa.nzjttenden van
Nedorlnndsche nationaliteit er in de
'udërheid. Da.t was niet toevallig.
Het was een symptoom van de ont
wikkeling van dat gewest."
Tob zoover. Wanneer Engelschen
en Amerikanen groote belangen heb
ben in onze Oost, zou misschien de
lieuwe indiening van een vlootwet
oor Indië, zelfs gewijzigd, niet, noo
dig zijn deze opmerking, niet
n den heer Treub, is tocih mis
schien wel de overweging waard.
J. C. P.
het bedrijf onmogelijk zouden maken.
Verder wordt getracht het waarborg
fonds tot een beduidend bedrag op te
voeren en hebben de in die richting
.angewende pogingen reeds zooveel
rc-suitaat, dat welslagen er van rede
lijkerwijze te verwachten is. Dit ge
voegd bij de wijziging ten goede, wel
ke naar men ons verzekert, langza
merhand ten aanzien van den bedrijfs-
toestand van de Hanzebank begint
.n te treden, opent voor haar aandeel
houders e.d. weer beter perspectieven
BOND VAN MED, ONDERWIJZERS.
Zaterdag vergaderde de afd; Haar
lem van den B. v. N. O. De voorzitcr
bracht een woord van hartelijken dank
aan de St. Nicolaas-commissie voor
haar mooie werk, dal met zoo'n' schitte
rend succes bekroond is, Meegedeeld
werd, dat op aandringen van den Bond
een klas voor kandwerksonderwijs is
gesplitst. In Bloemendaal is, mede ten
gevolge van een bondsadres, het ver
volgonderwijs behouden. Met overgroo-
te meerderheid, 3 stemmen tegen., ver
klaarde de afdeeling zich vóór het
voorstel van het Hoofdbestuur om
f 1000 steun te geven aan de stakende
en uitgesloten textielarbeiders in Twen
te. Bovendien werd krachtig opgewekt
op de steunlijsien te ceekenen. Een ge
animeerde bespreking bad plaats over
de voorstellen voor de algemecnc ver
gadering. welke 2s en 20 Dec. te Arn
hem wordt gehouden. Óp een vorige
vergadering was deze bespreking reeds
begonnen. Bijna unaniem verklaarde de
vergadering zich voor aansluiting bij
het N. V. V. Over de toelating der hoof
den waren dc mceningen verdeeld. To.
.afgevaardigden naar de algemecnc
vergadering werden gekozen de hecren
G. Brouwer. E. H. Dik, J. Panman en
C. J. Rijkers; tot plaatsvervanger L. J.
Munnik.
HANDELS VOORLICHTING.
Men schrijft ons
Door het Hoofdbestuur der Neder-
landsche Maatschappij voor Nijver
heid en Handel is een lijst samenge
steld van de verschillende inlichtin
gen, die op het gebied der Haiulels-
voorlichting kunnen worden gevraagd,
met vermelding van die bureaux en
lichamen, welke in elk bijzonder ge
val voor het verstrekken van voor
lichting in aanmerking komen.
Indien ieder belanghebbende zich
aan deze lijst houdt en uitsluitend in
lichtingen vraagt aan het aangewezen
bureau of lichaam, zal onnoodig dub
bel werk worden voorkomen en zoo
doende eenerzijds snellere en betere
voorlichting van belanghebbenden,
anderzijds bezuiniging bevorderd wor
den.
Dat deze lijst gewaardeerd wordt,
bewijst de tweede en verbeterde op
lage, welke thans is verschenen.
gemengdkoörTpolyhymnia"
Door bovengemeld Koor zal op Zon
dagavond, 23 dezer in de Gemeentelij
ke Concertzaal een concert worden
gegeven ter herdenking van liet 25-
jarig jubileum a's koordirigent van
zijn leider, den heer Willem Ilesne.
Als soliste treedt op Mevrouw Ni-
ine Tijssens, sopraan, alhier. De be
geleiding is in handen yan den lieer
Hans Seheffer.
Voorts zal medewerking worden
verleend door de eveneens onder lei
ding van den heer Hespe sitaandc
vereenigingen A Cappella Koor „Gres
condo" en Mannen- en Gemengd Koor.
.Zanglust beide te Amsterdam.
Door de onderscheidene koren zul
len worden 111'tgevoerd o.a. „Een
Slem in Rama" van Lndwig F-
Brandts Buijs, „Palmsonntagmorgen
•an Max. Bruch cn ..de Stal" van C.
an der Linden, terwijl door ongeveer
350 zanceressen en zangers gezame-
lijk zullen worden ten pehoore ge
bracht „Koren" van Alphons Vran-
eken en Ellen" van Isr. J. Olnian,
N.V. HANZEBANK IN HET BIS
DOM HAARLEM.
Men schrijft aan het Hbld.
Nopens het waarborgfonds, be
doeld in de mededeeling van de Han-
zebank-directie, vernemen we dat dit
fonds is te beschouwen als een extra
zekerheid voor die crediteuren, die
door het toevertrouwen van hun gel
den. aan de Hanzebank, do rustige
voortzetting van dit bankbedrijf be
vorderen. Door eenige bepalingen is
er tegen gewaakt, dat eventueel
kwaadwillige crediteuren misbruik
zouden maken van de bedoelingen,
welke bij de deelnemers aan di' waar
borgfonds voorzitten en door faïllisse-
:entsaa-nvrage de voortzetting van
De goede bedoelingen vn.n directeur J.
A. Meng, om door een smaakvol program
ma het publiek to boeien, kalm te houden
en daardoor volle aandacht te verkrijgen
voor de met veel zorg ingestudeerde num
mers van L. 3". Ooslc-r, moesten jamuier
genoeg stranden op do houding van eeu
deel van de bezoekers, voor wie blijkbaar
het bal, niet het concert, doel hunner
komst was. Als ik zeg, dat het er in do
zaal op sommige oogenblikken meer dan
ergerlijk toeging, heb ik niet overdreven.
Oorzaak? De attractie die het „bal na'j
uitoefent op zekere soort jongelui, die van
betajiielijklieidsbegrippen r.iet veel notie
heeft. Een handvol dezer belhamels, vrou-
ijke zoowel als mannelijke, bederven
het dan voor de groote meerderheid, die
welwillend leek, en het programma
aandachtig volgde, voor zoover de rust-
erstoorders daartoe gelegenheid gaven.
Wat gebeurde, is gebeurd. Maar 't is te
hopen dat het bestuur der muzickvereenï
ging de noodigo conclusies uit het geval
zal trekken. Ofwel schorper toezicht in de
zaal, ofwel het wearen van die baldadige
kliek (wat al licol moeilijk zal zijn), ofwel
radicaal het bal afschaffen. Het is abso
luut noodig dat tr krachtig ingegrepen
wordt, waar gaat het toch naar toe ala een
vloliet de beer Leenden de Graaff
na op zeer verdienstelijko wijze de Ro
mance van Lalo gespeeld te hebben (toen
waren ze net even eti!) vergeefs moest
wachten om verdc-t to spelen, tot hel ka
baal, dat achter in de zaal opgestokem wns,
zou ophouden, en eindelijk hot podium
rnaar verliet, daar er van geen kalmeereu
spmko 6choen te zijn.
Niet zonder reden wae' hei dat vele
goedwillige© uit protest de zaal verlieten.
Het kon ons wel spijten voor de goede
intenties -van den heer Meng, voor he'. veel
belovende spel van den violisj en zijn be
geleidster, Mc j. Christian Boesmans, voor
hot zingen van Hugo Post's Dubbel man-
aenkwartet „Euterpe", en niot minder om
het welverzorgde programma vaai de mu-
zk-kverocnigirig. dat al die herrie op hun
prestatie remmend moest werken. Zij kon
don hét niet helpen, en daarom wil ik ten
hunnen opzichte niet al ie bnloorig zijn,
en, voor Zoover mogelijk, do uitvoering be
sproken. L. J. Coster spoelde als hoofd
nummer de suite op „Lo Roi s'aml®" va,n
Dek bos. De wijze waarop dit geschiedde,
verdient ai Ion lof. Hot éCuk was in détail
fijn afgewerkt, en vooral om het elastische
rhythme, moet de directeur geprezen
worden. In I was dc tegenstelling fusseheu
het forscli geïnstrumenteerde tutti en de
passage voor houtwerk en saxophoon
I zeer mooi. Prachtige nuances in de Pa-
vane, 111 werd met muzikale agogick
door bariton en saxophoon gezongen;
IV ging heel aardig, kan echte een pit
tiger tempo lijden. Ook V was iets te
traag, eohler zeer klankz.uïvor en deli
caat. Vf, Pas-iepicd, werd geestig gerhyth-
jmeerd, terwijl het finale best verliep.
Do violist Leeiuieri de Graaff was In de
sonate in E van Hündel aanvankelijk iet
wat gejaagd, maar gaf vender blijk va-n
heel veel aanleg. Zijn spel was voorldu-
reiid zuiver van toon.
Ook liet kwartet „Ruterpe" hield zich
kranig. Alleen werd het den tenoren door
't opdrijven van het diapason soms te
machtig. De A uit volle borst is voor de
tenoren van dit kwartet niet mooi nicer.
Hun heil ligt dnj in liet etabiel houden
van het tnonpeil. Het best van al werd
gezongen in Mkhi'-l Haydm's „Tcnobrao
fncioe sunt", -m veel voortreffelijks had
ook de interpretatie van ,.Der Premden-
leaionaii" van Julius Wengart Slechts
hier en daar is de sonoriteit nog wat ijler
!o houden en- mogen enkele accenten niet
overdreven wórden.
JOS. DE EDEItE.
ALCEMEEN NEDERLANDSCH
VERBOND.
Voor do afdeeling Haarlem en Om
streken van het Algemeen Neder
landseh Verbond hield Prof. Dr. F. A.
Stoelt Maandagavond in de bovenzaal
van „De Kroon" een voordracht over
„Het ontstaan en de geschiedenis on
zer spreek woorden."
de inleiding tot zijn van hu
mor en geest en kennis van onze taal
•n ons volk overvloeiende rede. wekte
jpr. op tot liefde voor en trouw aan
onze moedertaal. Wij moeten die taal
met zorg geibrmlcen; waakzaamheid is
geboden, vooral in onze degen nu ons
land overstroomd wordt door vreem
delingen, wier taal de onze* zeer nabij
konifc en haar'dus gemakkelijk besmet
en bezoedelt en in verschillende veree
nigingen vreemde talen met liefde, hij-
ia met hartstocht worden beoefend.
Jr valt inderdaad te klagen over
lakschheid en onverschilligheid ten op
zichte van een zoo zuiver nationale
zaak als dc kennis en het juisto ge
bruik van onze moedertaal zijn. Wij
moeten allen, zeide spr., in het Ned.
Verbond samenwerken ouder één ba
nier, iets offeren van ons aardsch bezit
en van onze werkkracht, Moge de af
deeling Haarlem een vurige, bezielen-
devlag worden in het Ncd. Verbond
Een der openbaringen van de taal
ts het spreekwoord-
Wat is een spreekwoord 1 Om dat te
weten te komen moeten wij het woord
niet gaan ontleden. Dan komen wij er
niet. Waar zouden wij dan blijven met
een boterbriefje (trouwakte), genees
heer („een heer die geneest"; was 'f
maar altijd waar. zei sp-r.) of met. een
loopjongen dio goed kan fietsen? De
kracht van een woord zit in 't g e-
brui k en zoo is elk spreekwoord c-cn
bijzoudere vorm, waarin het volk het
eigendom van zijn denken of de slot
som van zijn waarnemingen neerlegt-
Tn onze spreekwoorden toont ons
volk zijn vroegere vroomheid, zijn lief
de voor de zee, zijn voorzichtigheid
(langzaam aan, dan breekt het lijntje
niet), zijn geduld (elkon dag een naad
je is een hemdsmouw in het jaar), zijn
behoudendheid (hebben is hebben on
krijgen is de kunst), zijn humor (hij is
boven z'n theewater).
Sommige gezegden zijn altijd ver
keerd verklaard: „Kip. ik heb je!"
heelt niets met een kip te maken,
ar „kippen" beteekende in de 17e
eeuw „pakken". Pluimstrijken komt
niet van strijken over 'de pluim van
een vogel, maar van „liet, wegstrij
ken van een „plumo" (pluisje) van
jas of mouw voor een plasdankje.
De Vlamingen noemen een pluimstrij
ker dan ook nog een „mouwvager",
't. Hoofd in de schoot loggen beteekent
niet het in jo eigen 6choot, maar in
di© van een ander leggen, dus; je over
geven.
INCEZONOEN MEDEDEELINCEN
60 Cts. per rog el
AMSTERDAMSCHE
ANTHRACIET MAATSCHAPPIJ
Vertegenwoordigster der
DOMANIALE MIJNEN
ZUIDER BUITENSPAARNE 46
Tel. 2504, 3511
Vele spreekwoorden ztjn vorlcnoetdf
do jongens van Jan d© Wilt zijn eigen
lijk jongens van Johnnn do Worbr
iemand dio in don SO-jarfjreu oorlog
opklom van gewoon solden), tot veld
maarschalk; zooals hot reilt, en zeilt'
moot zijn: zooals hot rijdt, (een schip
voor anker) 011 zeilt. Zoo licr-fb ook het
volk, doordat het wilde rijmen, spreek
woorden verknoeid: Praatjes vullen
geen gaatjes, luidde vroeger: praatjes
•uilen don huik niet'.
De zin tot rijmen zit zeer diep iri
ons volk; er ontstonden zelfs veel
spreekwoorden op rijm van twee re
gels: Al is dc longen nog zoo snel, do
waarheid achterhaalt haar wel.
Behalv© de ervaring leveren ook hoe-
ken voel spreekwijzen, in do eerste
plaats do Bijbel en dan de werketl van
Cats, die volgens getuigenis van Dr.
A. Kuvper, in zijn vorken „een ver
volg heeft geleverd op Salomo's Spreu
ken".
Na de pauze liiw- -u Spreekwijzen
aan 'dc beurt ontleend aa:i do Folklore
en aan de oud© rechtstoestanden. Tot
do eerste behooren de zoogenaamd©
..exempelspreuken" waarvan Kapitein
Pulver, uit Van T.ennep's „Ferdinand
Iluvck" er zooveel leende: „Alles mot)
mate zei dr kleermaker en hij sloeg
zijn wijf mol een cllcslok". „Een goc-d.
oogje op iemand hebben" herinnert
aan het oud© volksgeloof aan het
kwade oog. Zoo (loof als een kwartel,
zoo blind als een mol zijn uitdrukkin
gen die nog doen denken aan verkeer
de volksdenkbeelden en in Vondel's
beroemd „Waar werd oprechter,
trouw" maakte de rlichLer op meester
lijke wijze gebruik van hot volksge
loof a-an de kuischheid en do trouw
van de tortelduif, die „haar leven
lonk" blijft treuren „om haar bemin
den tortel".
Amy oudo rechtstoestanden herinne
ren uitdrukkingen als: dat kan niet)
loor den heugel, op den schopstoel zit
ten (een straf voor zware misdadigers),
aan dc ka.ak stellen enz. D© goospen-
ning was eigenlijk de godspenning.
Wie dezen „penniug" ontving, moesti
zijn beloften nakomen en gaf dat geld
meestal „ter God", d.wjt.: voor een
liefdadig doel. Vroeger libu men een
zekere bevoegdheid aan ec-n ander
overdragen, door hem een handschoen:
te z.endc-n, vandaar nog: trouwen mot
de handschoen,
liet was een leerzame en aangenama
avond, die Prof. Stoett den leden vani
de afdeeling en gonoodigden bereidde.
Er was zc-er veel belangstelling voor
deze lezing.
De voorzitter, Dr. Knappert, danktd
den spreker 011 sprak ©en woord ter
aanmoediging 0111 te komen tot een'
zoo groot mogelijk aantal leden van
de afd. Haarlem van het Ned Ver
bond.
CABARET MODERN,
Op 7 Dcccnibcr heeft de heer G. J.
•an Hasselt, directeur van het Concert
gebouw „Modern", c©n weldadigheids-
avond georganiseerd ten bate der nood
lijdenden in Duitschland en als resnl-
:aat daarvan een bclangriik bedrag ter
hand gesteld aan dr-n ..Hilfsausschuss
fur Deutscliland", die daarvoor zijn
dank betuigde.
Voor den Politierechter
Koion weggenomen.
In hot beklaagdenbankje komt een:
visscherman uit Zaandam.
Deze heeft in de maand October*
nadat hij mot zijn schoonzoon uit vis
sollen was geweest, dio van dc-z© gele
genheid gebruik had gemaakt eeu
paar paliugfuiken '0 kapen, op weg
naar huis van het terrein van do fa
briek „ckWachter" eenige zakken metj
steenkool weggenomen,
Hoe kwam ie daartoe, informeerde
de Politierechter.
Ik deed het met 't oog op mijn kin
deren. aldus bekl. op lat, ze thuis niet
in de kou zouden zitten. Wat doe ij
eenmaal een arm mensch?
De PolitierechterJa, maar daii
mag nu eenmaal niet.
nel; blijkt, dat bekl. al eens eerder
eenlgo malen wegens strooperij is ver
oordeeld.
Bekl.Dat is al couige jaren gele
den. Op een winterdag doet men dat
wel eons meer. Een konijn loopt in
het wild ©u dan komt liien wol eens
in de verzoeking.
Maar dat is toch eigenlijk niet zich
aan eens anders ©igondom vergrijpen.
Hc-l O. M. vordert f 20 boete of 10
dagen.
Overeenkomstig 'dien eisch wordlj
bekl. veroordeeld.
Naar het Engelsch
van
C. N. en A. M. WILLIAMSON.
1?)
„Maar die heb je niet,!" zei Uzer-
hart meecloogenloos. „liet eerste het
beste schoolmeisje zou je wat wijs
kunnen maken, als ze zich de moeite
er voor wilde neven".
„Dit meisje trekt er zich niets van
aan. Ze weet nauwelijks dat ik besta".
„Hm!" De kanselier keek goedkeu
rend naar het knappe gezicht van zijn
jongeien broer. „Dat is jammer. Je
zou anders kunnen probe:-ron om den
keizer den loef ai te stoken. Haar
fln Uviion mot hem meet op een onple
zierige manier eindigen, terwijl jij,
niettegenstaande al je fouten, met je
knappe gezicht, onze oude familie en
mijn geld, geen kwade partij zou zijn
voor een eerzuchtig meisje"-
„.Touw geld?"
„Ik bedoel, als ik er toe besluiten
zou om jou tot mijn erfgenaam to ma
ken, wat ik zeker doen zou, als ie met
een meisje trouwde, dat mij aan
stond .Wie zijn die Mowbrav9?"
„Ik hen niet nieuwsgierig genoeg
geweest om er naar te vragen", zei
Egou. „Ik weet alleen dat het echte
dames zijn eu dat ze in hun eigen land
nogal 'wat moeten beduiden, andei's
zouden ze nooit de introductiebrie
ven, die ze nu hebben, gekregen heb
ben, en dat meisje is beeldschoon".
„Ik herinner me dat Mecktilde ook
veel praatte over die introductiebrie
ven", (lacht de kanselier hardop.
„Maar Rhaetia is een heel eind weg
van Engeland, en die brieven zouden
wel vervalscht kunnen zijn. Zulke din
gen heb ik meer zien gebeuren. Haal
eens dat groote roode boek, op den
derden plank van onderen, links van
dat raam Zie je het'? Het is de lijst
van den Engelschen adel".
Egon stond onmiddellijk 'op. Zijin
broer had hem een geheel nieuw en
opwindend idee gegeven.
Hij ontdekte al gauw het roode boek
en legde het op het bureau vóór den
kanselier neer, die de bladen omsloeg,
tot hii de bladzijde vond, die hij noo
dig had. Toen hij de lange rij van
Mowbrays zag, veranderde de uit
drukking op zijn barsche gezicht-
Blijkbaar waren de vrouwen geen
avonturiersters, tenminste niet in de
gewone beteelteuis van het woord
Daar stonden ze; zijn vierkante vïn-
g.-rlop drukte hij min of meer driftig
op hun namen
„De moeder van hot meisje is de
weduwe van Reginald, de zesde Baron
Mowbray, mompelde de oude man.
„Ze heeft een zoon, Reginald Edward,
die ongeveer vijftien jaar oud is. Doch
ter, Helen Augusta, acht-en-twintig!
Tha! Een ba.kvisch is ze dus niet meer.
Op dien leeftijd behoorde ze al flink
wat were.ldwnsb.eid te bezitten."
Acht-en-twintig!" antwoordde Egon,
,.m'n kop er af als ze acht-en-twintig
is".
„Ziet er bij daglicht niet naar uit?"
„Geen dag ouder dan negentien. Ze
zou zelfs nog veel jonger kunnen zijn.
Lieve help, ik ben nog nooit zoo ver
baasd geweest over den leeftijd van
een vrouw! Tussehen twee haakjes, ik
hoorde haar gisteren aan Baron von
Lyndal vertellen, a propos van onze
groote Rhactiaansche overwinning,
dat ze elf jaar werd op den dag dat
die plaats vond. Dus dan zou zo nu
ongeveer twintig moeten zijn. Toen
ze dat zei, herinner ik ine, dat ze oven
naar haar moeder keek, alsof ze schrok
Ze hoopte zeker, dat er in Lynda]
berg niet zoo'n groot rood boek zoa
zfijn".
„Misschien heeft ze daar wel aan
gedacht", stemde kanselier toe, ..of
nders...." ITij maakte zijn zin niet
f, en keek strak naar dc open blad
zijde van bet boek.
„Ik zou wel eens willen weten oi
j© werkelijk meende wat je zooeven
'zei over mijn huwelijk", zei Egon,
„Want als je het meende..
„Als ik het meende...."
„Zou ik erg mijn best doen om eeti
vrouw te zoeken, die naar jouw zin
was."
„Verklaar je wat nader. Je bedoelt
dat je wilt probeeren 0111 juffrouw
Mowbray te bewijzen dat een kapitein
van de cavalerie moor waard is dan
een keizer iu de lucht?"
„.Ta. Ik zou er mijn hesto voor
doen. En zooals je zegt, hen ik nog
niet zoo'n slechte partij."
„Dat be.n je ook niet. En ik was
vast vn.n plan om je aan te moedigen
om werk te maken van juffrouw Mow
bray tot je in ij dit roode boek gaf".
M©t zijn grootcn wijsvinger klopte
hij op de bladzijde van de Mowbrays,
en er kwam een min of meer spotten-
do uitdrukking op zijn gezicht.
„En ben je nu van plan veran
derd?" Er kionk teleurstelling in
Egon's stem.
„Dat zeg ik niot. Ik zeg alleen
„Wacht nog even". Wees zoo vriende
lijk tegen het meisje als je maar wilt.
Maar doe geen overhaaste dingen en
reken niet op mijn belofte of mijn gold.
tot je weer bericht van mij hebt. To
gen dien tijd zullen wo weer zien.
Bemoei je veel niet hanr, Maar wacht
eerst nog wni".
„Hoe lang mo:t ik nog wnchtea?
Als ik het doen wil, moet ik het gauw
doen, want in dien tusschentijd maakt
de keizer groote vorderingen."
De kanselier keek weer op van het
rood© boek, en drukte zijn vuist op de
Mowbrays, alsof hij hen wilde vernie
tigen. ,,.Te moet wachten", zei hii,
„tot ik antwoord heb gehad op een
paar telegrammen, die ik vanavond
zal versturen".
HOOFDSTUK X.
I-Ietbeslissende oogenb 1 ik
De eerst© cn de iweedo etensbel wa
ren op Slot I.yndalberg geluid op den
avond van den dag na Egon von
Broitstoin's bezoek aan zijn broer, en
de groothertogin begon ©r zicll oen
beetje ongerust- over te maken waar
haar dochter toch bleef, toen er op dc
deur geklopt Werd.
„Kom binnen!" antwoordde ze, ©n
daar verscheen Virginia, nog steeds
in do witte japon, die ze dien middag
hij het tennissen had gedragen. Ze
bleef een oogenblik staan zonder een
woord te zeggen en ze zag cr zoo
beeldschoon uit, dat hefc haar moeder
toescheen alsof ze van binnen uit ver
licht werd,
Do Groolherlogïn was nn het punt
om liet, meisje ©en standje je geven
voor haar getreuzel, wnnt het was1
een onvergeeflijke bjleediging. 0111 t:
laat aan tafel te komen, in hot huis
waar do keizer was. Maar toon ze
di© schitterende oogen zag, bestierven
de woorden haar pp de lippen".
„Virginia, wat is er? Jo ziet er uit
ja, ik kan niet zeggen hoe je er uit
ziet. Maar mij dunkt, dat, er iets ge
beurd moet zijn.'"'"
Langzaam liep (lc Prinses de kamer
door, glimlachend als iemand, die
slaapwandelt. Nauwelijks beseffend
wat ze deed, ging ze in een luien stool
zitten en liet haar ellebogen op haar
knieëcn rusten eu haar kin in haar
handen.
„Je kunt gaan, Ernestine", zei do
Groothertogin tegen haar kamenier.
„Ik zal wel bellen als ik jc weer noo
dig hob-"
Gelukkig was het ingewikkelde werk
van bet golven cn opmaken van het
haar net klaar gekomen. Ze zat in
een kimono, en do rest van haar toi
let- kon wel wachten lot haar nieuws
gierigheid bevredigd was.
Maar Virginia zat nog te rlrooi»en,
haar gelukkige oogen staarden heci
in dn verte. Dc Groothertog moest
haar twee maal vragen, voordat het
meisje haar hoorde: „Kind, heb jo
mij iets ie vertellen I"
De prinses ging wat reehteron zit
ten. ..Eigenlijk niets, moeder. Behal-
dat |k het gelukkigste meisje ter
„Waarom wat heeft bij dan go-
'gd 1