HAARLEM'S DAGBLAD Stadsnieuws De Maatschappij voor Handel en Nijverheid en het paviljoen Welgelegen te Haarlem De belasting op de vermakelijkheden Giize LacMioek Het Toonee! De laatste Avonturen van den Roeden Pimpernel DONDERDAG 17 JANUARI 1924 - TWEEDE BLAD DE CESCHIEDENIS VAN HET PAVILJOEN EN HOE DE MAAT- SCHAPPIJ HET N BEZIT KREEG. Wij ontleenen daaraan dat de Maat- boratorïum tot ontwikkeling heeft ge schappij reeds in haar jeugd groote belangstelling had voor de landbouw nijverheid in onze ovcrzeesche bezit tingen en dat na de opening het mu seum meer en meer het kaï'afeter kreeg van een centrale inrichting voor het verstrekken van inlichtingen over tropische producten. Herinnerd werd aan het verschijnen van het Bulletin en aan d^n arbeid van mannen als de heer F. W van Eedcn en dr. M. Greshoff, welke laatste mede het la- bracht. Wetenschap en practijk gin gen hand aan hand ter bereiking van het gestelde doelbevordering van Koloniale belangen. Tenslotte staaft het Tijdschrift dat het een groote eer voor de Maat schappij is dat hare verzamelingen in het Paviljoen en het goede inzicht van den Drecteur dr. Greshoff tot de stichting vr.n het Koloniaal ïn- stituut den stoot hebben gegeven. ZULLEN OOK DE VERZAMELING KUNSTNIJVERHEID EN DE ZETEL DER MAATSCHAPPIJ NAAR AMSTERDAM CAAN? DE SCHOOL VOOR BOUWKUNDE, VERSIERENDE KUNSTEN EN KUNSTAMBACHTEN BLIJFT IN HET PAVILJOEN. VAN DE SLUITING VAN HET KOLONIAAL MUSEUM. Zooals recto is gemeld bestaan cr plannen om dc provinciale griffie in het Paviljoen in den Hou: tc vestigen. Naar aanleiding daarvan geeft het Tijd- schrft der Ned. Maatsch. voor Handel cn Nijverheid een overzicht van de ge schiedenis van het Paviljoen en van dc wijze waarop de instellingen van de Maatschappij er in werden gevestigd. Het volgende is daaraan ontleend Het gebouw is gesticht door den j Arnsterdamschcn bankier Henry Hope, deels als zomerverblijf, deelt als mu seum voor zijn schilderijen, welke hij in Italië had verzameld. In 17S8 werd jiet gebouw voltooid. Het ontwerp was van den Italaan Friqucttic, toenmaals con sul van Sardinië te Amsterdam cn uit voerder was dc bouwkundige Dubois, uit Dendermonde. Het gemeentebestuur van Haarlem gaf verlof den I-Iout zoodanig ie verplanten dat het bosch met het lust hof cén harmonisch geheel vormde, een \viize daad waarvan wij nu nog genieten. Bij de omwenteling van 1705 week de heer Hope naar Engeland uit en werden de schilderijen eveneens daarheen over gebracht cn er later verkocht. In 180S keent koning 1.odewijk Napoleon de hof stede „Welgelegen" met nog 10 andere in de nabiïhcld gelegen perceelcn voor ƒ300.000. Hij koos het Paviljoen voor zomerverblijf, doch genoot er slechts kort van. van: twee jaren later deed hij afstand van den troon ten behoeve van zijn zoon en ontvluchtte hij Holland (2 Juli 1S10). Napoleon I lijfde daarna Holland bij Frankrijk in. Bn decreet van 10 October jSi T werd hetPaviljoen gerangschikt onder de domeinen van de Fransche kroon. Na de herwinning onzer onaf hankelijkheid werd het gebouw eigen dom van den Staat der Nederlanden. In >Si4 werd het Paviljoen ter. gebruike af gestaan aan dc Prinses Douairière van Oranje-N'assau. geboren Fredcrika. prin ses van Pruisen, die het des zomers met haar dochter, de hertogin Douairière van BrunswijkLunenburg, geboren Fredcrika, prinses van Oranjc-Nassau, tot haar overlijden in 1S30 bewoonde; Daarna werd- het op initiatief van ko ning Willem i aangegeven voor een galerij voor kunstwerken van levende meesters. Ten gevolge van de politieke troebelen kwam dit echter eerst op 10 Augustus 1S37 tot stand. In 1SS5 werd deze kunstverzameling naar het Rijks museum te Amsterdam overgebracht. In- tussc'nen hadden rich naast de schildc- rijenvcizameling een collectie geologi sche voorwerpen en de Indische verza meling genesteld. De laatstgenoemde op aanstichting der Maatschappij. In 1S65 beschikte minister T'norbecke gun stig op een verzoek om «enige lokalen van het Paviljoen af te staan voor een op te richten koloniale verzameling. In 1S71 kon het Koloniaal Museum voor het publiek worden opgcngcsleld. Inmiddels had in 1868 dc Maatschappij de vrije beschikking gekregen over den Noörd-Westelijken ingang en over al de ledige vertrekken van den rechtervleu gel. In 1S73 ontving de Maatschappij het gebruik van de „blauwe kamer", de „raadkamer'", de vestibule en de mar ren trap om ter gelegenheid van het 100- jarig bestaan der Maatschappij naast het Koloniaal Museum een verzameling van kunst, toegepast op het ambacht, tc kunnen stichten, onder dc leuze „Ver edeling van het handwerk door de kunst". Het ging, zooals men ziet, van een leien dakje. In April 1876 kwam er cc nier een kink in den kabel. De lieer Koster, di- recieur-coussrvahor van liet Paviljoen had op eigen houtje, zooals later bleek eenïsrë kamers aan de Maats.afgestaan Toen Jhr. de Stuers dit in de gaten krees, dwong hij de Maatschappij hoewel (leze al kosten voor de iurieh- ting had gemaakt, de zalen te ont ruimen. Op een later door de Maats, aan minister Heemskerk gedaan ver zoek om haar het geheele gebouw in gebruik te geven, kwam een besliste weigering. Als een pleister op de won de kreeg" de Maats, in .Tuli 1S76 het gebruik van een deel van den tuin en van dc-11 zolder Loven den stal. I11 Februari Ibid \roeg dj Maats, twee vertrekken aan voor een cursus van kunst toegepast op nijverheid. Maar miuisier Kuppeyne weigertio bet, waardoor de cursus tijdelijk in oen particuliere woning moest gehóu den worden. Maar 111 187b treedt het geluk terug. Van de Pruisische legee- ring waren ten geschenke ontvangen afgiets Is van anti k-Grieksciie beel den. nf.-;om?tig van opgravingen te Oiympia. Dit was een mooie aanlei ding tot een nieuw verzoek. Het luk te: de concertzaal kwam er b'.i en i> V'-ns een hetere ingang. In januari IfvO werd eveneens toestemmend lts slist 011 era vraag 0111 beelden ie mo gen plaatsen in dca tuin. In Juni van dat jaar is de Maats, al even geluk kig met een. verzoek 0111 e.iiige ver trekken voor den nieuwen conservator van bet -museum voer kunstnijver heid, den heer Von Snher. In 1SS3 kreeg de Mualsehapnij ver gunning om de StaJfJebouwen tc sloo- pc-ri. en verrees daar ter plaatse de meuve school vcor kunstnijverheid. In dat jaar ontving c'.-e Maatschappij ecu belaag!-;ik dool van öe Rijks in zendingen ter koloniale tentooostc'- hng re Amsterdam. In 1S84 kreeg re Maatschappij bericht dat zoodra de sehi'derijen naar het nieuwe Rijks museum te Amsterdam zullen ziin overgebracht, zij do vrije beschikking Mil krijgeuover de rotonde met de middenzaal en de aa.n weerszijden ge legen zijzalen. Wat daarna volgde" is da hedendaags olie geschiedenis. De vor- greoting va,11 03 kunstnijverheids school 0-1 de stichting van het labora torium in den tuin. En daarna, gaat het. artikel voori. de „tropische" ontwikkeling van het koloniaal Museum, sedert 1913, waar voor L..-U groot paleis te Amsterdam werï oouwd. Eerst zagen wij dus de schild er-jon naar Amsterdam gaan, toen v-dgde de Indische verzameling zal de verzameling kunstnijverheid nu ook dit voorbeeld volgen? Het arti kel nu'ihore-i'it, dat indien de plannen van den Rijksgebouwendienst door gaan. ook de kunstverzameling eon ander onderdak zal moeten zoeken eu dat dan de Maatschappij mede haar zetel zal verliezen, ha.re kantoren in bet Paviljoen eu haar mooie vergader- zalen. Intni :dels zal men ncode wedèr een instelling van groote cultureele betee kenis naar Amsterdam zien verhui zen. liet- artikel voegt daaraan toe liet hoofdbestuur heeft in de direc tie vergade rine ook aan de consequen ties va.11 het vendalen van het Paviljoen gedacht en overwogen dat, hoezeer ook voor de traditie gevoeld, de be langen van de Maatschappij zeker den doorslag mee ten geven. Amsterdam trekt, omdat men daar de zoozeer ge- wenschte aanraking met handel en nijverheid gemakkelijker ka.u vinden. Haarlem blijft vasthouden omdat de Maatschappij er is gebot en er aangenaam en zuinig lieeft kun nen werken. Intusschen besluiten kunnen nog niet worden genomen. want eerst moet de minister van Binncnlandsche Zaken liet plan van de afdeeling Landsgebouwen goedkeuren. Wij heb ben dus nog den tijd het voor en tegen te' overwegen. Do school voor Bouwkunde, versierende kunsten en kunstambachten blijft gelukkig waar zij is. In epn ander artikel herinnert het Tijdschrift er aan dat Zaterdag 13 December LI. het Koloniaal Museum in het Paviljoen definitief voor het publiek is gesloten. Inmiddels was toen reeds geruimen tijd de verhui zing naar het gebouw van het Kolo niaal Instituut te Amsterdam begon nen. Reeds op 4 Januari 1913 hnd de eigenlijke overdracht plaats met een rede van den heer J. van Hasselt aan den voorzitter van het Koloniaal In stituut de heer J. T. Cremer. De rede, die dc heer Cremer hield bij dc aan vaarding van het geschenk drukt het Tijdschrift af. Een uiteenzetting van de door B. en W. voorgestelde nieuwe verordening. 1 verband met. het feit, dat de bepalingen uit liet concept voor c<-n nieuwe verordening op de belasting op vermakelijkheden aan velen niet duidelijk ziin, nebben wij aan den wethouder van financiën. Mr. M.« Slingenberg, oin nadere inlichtin gen gevraagd. Namens den wethou der werden ons de volgende uiteen zettingen gegeven, die ook een verge lijking bevatten tusscrtlen net oude en het nieuwe stelsel. Bij wijzigiug van de Gemeentewet .-li 13 December 1320 uwrd uit art. 240 j, totreffende belasting op ver- akelijltneden, liet woord „opeii- ire" geschrapt. Hiermede werd, oals loen ook in de Kamer gezegd is, „een bron van ontduiking wegge nomen." Deze ontduiking bestond hierin d.ab men aan de een of andere ver makelijkheid het openb nr karakter ontnam, zoodat die vermakelijkheid dan buiten de heffing viel. Men werd lid van een tooneelvereeniging 0111 verschillend© tooneeluitvocringen bij wonen en betaalde voor die n t- ringen ren gezamenlijk entree: de contributie cn was dus vrij van belasting terwijl een ander. die. mis schien maar één maal per jaar e n concert of een looneelnitvoering ging bijwonen, belasting moest belalen. ~it. was een onbillijkheid, die nog al at stof Recti doen opwaaien en aaraan genoemde wetswijziging nu een einde maakte. e gemeenteverordening moest nu met de wet in overeenstemming wor den gebracht. Dij de nieuwe .veror dening van '10 Augustus 1021 stelden m 'W. Zich evenwel niet. in na volging vnn I10I Rijk. tevreden ir/et schrapping van het woord „open baar". want dan zouden zelfs fami liefeesten onder de verordening vol len en dit zou dus geen juistou toe stand scheppen. B. en W. gaven dus '11 de verordening van 10 Augustus ion de bestaande verordening can ïrdere omschrijving, zoodat vereeni- gingen, wier doel was vermakelijk heden voor haar leden te organisec- ren. onder de heffing vielen. Art. 3 der verordening splitste de vereenigingen in: le vereenigingen die (en doei had den heb geven van vermakelijkheden voor haar leden: 2© vercer.igiTigeii die 't geven van vermakelijkheden voor haai' leden niet ten doel .hadden. De leden van vereenigingen der eerste soort betaalden een onlrée in eens (de contributie) eu do belasting werd berekend over de contributie. Voor de vereenigingen der 2de soort werd de belasting berekend naar de oppervlakte dei- gebruikte zaal, zoo als vóór de genoemde wijziging der Gemeentewet reeds geschiedde. Tegen deze verordening kwam veel oppositie. Er' werd een request aan den Raad gezonden; er werd gezegd dab vele vereenigingen nu ten doodc waren opgeschreven. Tot nu tos i3 van dat verdwijnen van vereenigin gen,. na twee jaar, nog- niets ge bleken. Nu is het waar. dat door dit stel sel een ongelijkheid ontstond: de grondslag der belasting was voor de beide soorten vereenigingen niet de zelfde. Maar in deza ongelijkheid stond Haarlem niet alleen. B. en W. hebben do ongelijkheid willen opheffen en een ander stelsel willen toepassen, zoodat ieder, die een vermakelijkheid bezocht, onge acht of dez© vermakelijkheid wordt gegeven door een vereeniging, esn onderneming of een ondernemer of door de gemeente, precies op dezelfde wijze belast wordt. Dit stelsel wordt nu in liet jongste ontwerp voor een verordening toegepast. Dc fiscus heeft daarbij dus niets meer tc ma ken met do vereeniging, inaav met de vermakelij k h e i d den b e z 0 e k e r. De belasting wordt nu ri.l. berekend alleen naar het entreegeld. De moeniug is nu ontslaan, dat do verschillende vereenigingen belas ting zullen moeiten betalen naar de contributies. Deze meening is onjuist. Uit art- 4. 2e lid, van liet ontwerp blijkt dat indien een ver makelijkheid wordt- gegeven door een vereeniging, de leden eenvoudig worden beschouwd als gewone bezoekers, dus niet belasting be luien over de contributies, maar over de waarde van het toegangsbiljet, dat aan de bezoekers is verstrekt. Ur wordt dus alleen belasting geëïscht van de als toeschouwers aan wezige leden, niet van de w e r- kende leden, óók niet yan de le den, die de vermaken niet. bijwo. nen, t e n z ij het bcstu 11 r d e r vereeniging hel v e r k i o s- 1 ij kor vindt de belast i 11 g tc Letale n o v er de c n t r i- b 11 t i e s Bh de nieuws vcrorde- umir is dit lactate n.l. aan de cenigingen toegestaan, in navolging van de Amsterdamsdie verordening", aan de vereenigingen wordt de keus geleien. Dat van dit laatste in de meeste gevallen door da vereenigin gen seen gebruik zal worden ge maakt omdat liet- betalen over dc •oiitribnties meestal duurder zal uit komen dan over de loegaugsbcwij- Z"n. is duidelijk. Om een en ander nog oeii3 met een voorbeeld duidelijk te maken: Stel: een toonvel ver-een icing heeft 200 leden. Tic-u daarvan zijn werken leden. Blijtt een aantal van 100. Zijn deze liX) leden allen op een voor stelling als toeschouwers aanwezig, dan wordt- belasting lx-taald ever 190 toegangsbewijzen. Zijn er maar 30 aanwezig, dan wordt de belasting berekend over 30 toegangsbewijzen. Op dezelfde wijze wordt ook do be lasting voor een zang vereeniging be rekend. Daar het aantal werkende leden cener znngvereeniging groot, is zal d© belasting, die gevorderd wordt, uit den aard der zaak laag zijn, zoodat van een heffing over con tributie geen sprake kan wezen. Hoofdzakelijk is iets nieuws de waardebepaling van het toegangsbe wijs: daarop berust- in het ontwerp voor de verordening de geheele be lastingheffing. Deze waardebepa ling staat nog niet vast maar /al zeer zeker ïii<: hoog zijn. Voor zoo ver bekend wordt te Amsterdam do waarde van een toegangsbewijs voor een tooneelnitvoering gesur.a: op ge middeld f 1.50 en voor een zangvv.r- ©oiuging ep f 1, ook wel '-ens op f0.75. Wordt de verordening doi-r H. cn W. op de boven omschreven wijze toe gepast dan kan er van verzwaring vnn do lasten der vereenigingen v ei- 'hig sprake zijn. De Am sterdam sell© verordening is gevolgd, omdat, zij een gel ijker maat staf voor heffing waarborgt dan hot tof nu toe hier gevolgde systeem. Uit de Amsterdamse)te verordening is niet overgenomen do bepaling be treffend© vermakelijkheden, waarbij dranken worden verkocht voor ge bruikte plaatsen legen prijzen, die meer dan een 1/4 booger zijn dan 111 koffiehuizen en restaurants /on der vermakelijkheid. Een eenvoudi ger omschrijving is opgenomen on der art. 3, laatste lid. ter voorko ming van onnoodigeii administratie ven omslag. Geheel uien w is nog het vol gende. Tot heden werden de toegangsbe wijzen die afgestempeld werden aan do afdeeling belastingen, verstrekt door de ondernemers. (Het aantal 'toega,uitbewijzen, dat werd a/go- stempold. bedroeg over 1923 iets min der dan twee mjllioen.) Men kan hierbij drie stolsels volgen: lc: de ondernemers verstrekken de t c-egan gsbe w ijaen voor hun kosten (dit geschiedde tot nu toe to Haar lem): 2e: de gemeente drukt do toe gangsbewijzen en verstrekt die aan de ondernemers tegen den kostenden prijs; 3e: de gemeente verstrekt de toe gangsbewijzen gratis. In 't vervolg zal het tweede systeem hier govolgd worden. Tot zoover do ons gedane mede- deolingen. Nader vernemen wij nog, dat B. en W. tot het verstrekken der toe gangsbewijzen van gemeentewege te gen den kostenden prijs besloten heb ben na een bespreking met den coïi- troleur der gemeentebelastingen en directeuren van verschillende inrich tingen. Deze prijs zal lager zijn dan die, welke de ondernemers thans voor do toegangsbewijzen betu.len. Hier voor zijn alle drukkerijen van eenig liolang te Haarlem aangeschreven om een kostenberekening in te die nen. Het. drukken is gegund aan den laogsten inschrijver. Zijn wij wel ingelicht dan ligt et. in de bedoeling van B. en W. de achterzijde der coupons, evenals te Amsterdam geschiedt., voor reclame^ beschikbaar te stellen. Dat reclame- recht. zal in 't openbaar verpacht worden slechts aan één persoon of firma) voor den tijd van 1 jaar en ■oor ongeveer 2 inillioen coupons. Tenslotte nog iets over de subsi dies die te Amsterdam worden ge geven. Volgens oris verstrekte inlichtin gen heeft het subsidiestelsel van Am sterdam uitsluitend ten doel de kunst te steunen. De regeling dezer subsi dies is geheel in handen von een commissie, waarin o.m. de heer Merckelbaeh. directeur- van den Stadssehouwburg te Amsterdam, zit ting heeft. Met de belasting on open bare vermakelijkheden heeft dit. sub sidiestelsel niets te maken. Van een „terugbetalen" der belastingen door subsidie is dus, zooals ook door Mr. Slingenberg in do laatste raadsverga dering is gezegd, geen sprake ITot kun voorkomen dat- ecu gezelschap of vereeniging géén belasting be taalt mi Lu-li subsidie ontvangt. Deze twee zaken zün te Amsterdam geheel los van el knar. Jong dichter (tot uitgever); Zoudt 11 oen bundel gedichten van mij willen uitgeven t Uitgever: Zeker, maar do voor-" ,-iardcn zullen afhangen van het foil, of uw naam bekend is. Dichte r: O. als het dat alleen is: mijn naam is door het geheele land bekend. Uitgever- Hoe heet. u dan! Dichte r: Jansen INCEZONDEM MEDtOEELINCEN a 60 Cts. per '-el. Eendracht Sterk" teren de vercc Utrecht, die „Jacob van louwlnirg Optr; IJmuiden eu ..Door ui' Don Haag was liet liging „Nicolaas Boots" >P den tormcehvedstrijd Leivnop" in den Sinds- Dc 1 ader r jui r hc; de Cirechtschc :oot, zoodat hel vr a geslaagde avond tn niet o;> de be 1 Nicolas. rijd. Maar liet oorspronkelijk fieoisas Beds hier sjicelde. behandelen, tc meer. omdat eeispel „A'-s de Klokken luk in August Monel, r.d, r.o; 1 Haai .e August Monei do Noorsche it-r goed bestudeerdHij ticefl ander M01 luoht klinken ïet's tooncelspc middellijk: Als komen, dan denk je ón lloh ik jou vroeger ook a'..; zi; gaan praten, herkon je dadelijk de stem en zeg je: „ja. j'a. rjnlieiföc h vi. eger al een? meer van je gèlió; tVUiiam Donaldson. Dorothv. F.vi Herman Roeland:, Silas Morten, r.j r-en's gees:e?kiniic>.?n en «ij spreken ook hun taai. Maar het blijft bij 'iijke gelijkenis, want als je re verder goed bekijkt en nauwkeurig toeluistert, dan.... j.i. dan voel ja toch. dat zij evenveel ver schillen als basisard van rashonden. Men wordt nu eenmaal geen I'bsen, n' leest men ook jaar in jaar uit ltosiners- ho'im. Bouwmeester Solnesz en De Vrouw Domino William Donaldson en Dorothy ziin al jaren getrouwd. Ze hebben beiden blijkbaar veel in Ibsen gelezen. k< zelfs ltoelo brokken van buiter.. Men hoort bet dadelijk, als zij nog geen 5 gepraat hebben. Zij doen heel diep. ronder het eigenlijk te zijn en nis d- vvaagt„Hoe komen wij op dit kapi antwoordt Dorothy uit Ibscn: „Ja is wel vreemd. We zijn nu 17 ja: trouwd en moois hebben wij dat zoo tot elkander gezegd I" waarop Main nis 'rijm vrouw in gedachten bij den Noor opmerkt: „Dat is werkelijk vreemd 1" Ook wij. toehoorders, zouden bel vreemd vinden, als wij niet die voorliefde voor de Noorsehc litteratuur bij de twee had den ontdekt. Donaldson cn zijn vrouw wachten op Roeland!, een beiaardier uit Vlaanderen, die de klokken „boog in dc lucht" zal laten zingen, maar voordat Roelandt verschijn:, komen er een twee lingzuster van Hilda Wangol uit Bouw meester Solncïz. die bij Monet Kvelync heet, en Sites Morton, een zonderlinge ouwe beer, dio alleen in het atuk is om dat cr bij Ibsen ook altijd van dio zon derlinge ouwe types zijn. Silas Morton vertelt, dat poëzie onzin, ziekelijkheid cn moreel bederf i«, dat zij slapende driften wekt, het verleden doet terugkeereii, dooden weer doet op staan V Alleen om d«to zonderlinge theorieën te verkondigen, is dozo oude heer blijkbaar in het atuk, want wij zien hem niet weerom. Maar wij zijn gewaarschuwd: wij weten nu. dat slapende driften door do klokken tullen worden gewekt en mo reel bederf het huis zal binnensluipen 1 Morton heeft het gezegd ea dat is Er, tlo handeling „symboliek" kolijk op wijs:. Tegelijk met do klokken zij.n de kwada geesten dus het huis binnengedrongen. Dot blijk: in hot tweede bedrijf. Donald son eu Eveiyjso worden beiden verteerd door een brandend* passie voor elkaar. Dorothy door baar liefde voor den beiaar dier. een liefde, waarop zij als „de Vrouw aan Zee" al van haar jeugd heeft zitten wachten. Hoe dit alles eoo gauw in het werk is gegaan, blijf', voor ons een raad sel cn als Sites Morton nic: zoo opzet telijk over dc kwade geesten der klokken haddr gesproken, dan zouden wij in hel geheel mict begrepen hebben, hoe do al les verterende passie don kalmen Donald son en Evelyne /.00 in de war had gt- Maar tegenover dc noodlots-profe'.ie van taai gelukkig nde der beia Wan in rerborgen hebben. dar de kwade gecs- n vertrekken. Dat krij- eedó deel van Monet'* zingen de klok- lied" don Peer nder lbsen - klokken kunnen Ie passie voor Donald- springt uit llvclyno's hart en do lu voor den klokkenspeler dringt er r in de plaats. EJS omdat hl dit stuk heel gauw gsat, her-lui: de beiaardier llyne maar onmiddellijk mee ie zie- 1. wat ik. geler op tiet veranderlijke, peï'.urlgc karakter van het meisj'e. 1 verstandig van don klokkenspeler i. Op de vraag van Donaldson, waar heengaat, slaat cij Ibsen's Do der Liefde op en declameert: >or ons uit! De s-lioonc wijdo N-w '1 geluk!" Ea heel pro- gt daarop„Trouwen, dat komt KometM ..Recht wereld William Donaldson met hun klokbon on ziiion on zij vergast nen wij hei anders sehen. die zoo :ri Ib ecu epiloog op een schuldvraag. „Bij ons heeft d, kenzegt Dorothy \V;:::am bedenk: z liet wel en Dorothy blijven hun verloren geluk :n ons hoo kun- 'crwaehien van men- 1 boot r no Ja. jeugd zich gewro* ~ii f'. n oogejiblik eif die zich wreek ijnl" „De jeugd. meert Dorothy. „Zij met de waarheid in de liefde!" zullen samen blijvc volle licht." „Oef, wat 'n verlittcraluurdc men* sollen I" zuchten wij. De beer Monel doet in zijn etuk heel gewichtig on is blijkbaar een schrijver, niet zonder pretentie. En nu is mis plaatste pretentie iets. dat mii altijd hel meest irriteert. Wij zouden waarschijnlijk meer naar dezen Vlaming hebben geluis ter,!. als er ui: zijn werk een eigen «tem had geklonken. Nu is bet riet vee! ineer dan oen zwakke echo van wat anderen vóór hem hebben gesproken. Aan dc zinnetjes in zijn «tuk merkt men onmiddellijk, dat de hoer Monet de klokken wel heeft hooren luiden, zon der helaas tc weten, waar de klepels hangen. En daardoor klinken deze klok- kon zoo hol cn zoo valsch. J. B- SCHUIL. Feuilleton Uit hot Engelsch van BARONES ORCZY. (Nadruk verboden). ?,Ach!" zei ze, „je liebt gemakkelijk praten. F.en man kan zoo iets doen. Maar een vrouw?" 'Le zwees eenskiaps, zich scnamenn da: ze ziel» zoo geuit bad Hoe bad ze tegenover dtn kolendragor ook maar kunnon zinspelen op haar moeilijkhe den? In die dagen, da: het wemelde van spionnen, was het meer dan roe keloos, om tegen een vreemde over eigen lelangen te spreken. Een hoestbui had ben i-diter schijn baar belet, haar woorden te ver slaan. „Wat zn u. Citoyrnue.' mompelde hij. „Droomde u hardop af „Ja. ja!" antwoordde 2e vaag Ier- vijl zc neg hartklop»;aypii had van den schrik. „Ik heb zeker hardop ?o- dioomd Maar vel je je ai wat beter?" „Beter? Ja, ik geloof bet wel", ant woordde hij met een v hon en lach. „Ik zat nu misschien wel in staat zijn. langzaam naar huis te loepen...' „Woon ie ver ran Hier?'vroeg ze. „Neen. bij do me de l'Anier". Hij zag f r zoo stumperig uit, dat 't meisje, opnieuw door medelijden be wogen, tot hem zei: „Do rue de l'Anier ligt. oi> mijn weg. Als je een oogenbük geduld hebt zal ik do leeee kan ©ven aan den con cierge terugbrengen en dan met j meeloopen. Het lijkt me beter, dat je je niet alleen op s'rant waagt". „O, ik voel me al veel beter", mom pelde hij, zonder haar voor haar vriendelijk aanbod te bedanken. Laat n mij maar alleen gaan. Zoo'11 aardi meisje kan zich niet met iemand, nis ik ben, op straat vertoouen". Het meisje was echter reeds met de leego kan weggeloopen. Toen zii een paar minnt-n later terugkwam, z.ag rij, dat do man reeds een heel eind verder in de straat was. Ze haalde d' srrioudars on, ietwat geërgerd ovoi 7.:»n ondankbaarheid, zoowel als over het. feit. dat hij van haar me 'eliiden blijkbaar niet gediend was geweest. HOOFDSTUK IV. Vervlogen geluk. Hel volgende oogenblilc hoorde zii haar naam noemen, en wendde ze zich met een kreet van vreugde om. „Régine!" Een jonge man, die haastig op haar kwam toe'gëlóopeu, had haar spoedig ingehaald cn haar hand in de zijne ge nomen. „11; heli meer dan oen uur op je ge wacht", zei hij verwijtend. Zijn ge laat zag cr in den schemer mager en bleek uit, en de donkere oogen, die diep in hun kassen lagen, wezen on een onrustige ziel en op een innerlijk vuur. dat den jongen man verteerde. Zijn kleeren, zoowel als zijn s'Jioe- nen, zagen or org versleten uit. Een ouden, driek.antigca hoed droos hü wat- achter cp het hoofd, zooda; zijn slapen mét do blauw© aderen, het bruine haar en bet gewelfde voor hoofd duidelijk zichtbaar wnreu. „Het spijt me, Bertrand", zei het jonge meisje, „maar ik moest zoo lang bii Moeder Théot wachten en „Maar wat deSdt ji daareven'' vroeg bij met een ongeduldig fronsen der wenkbrauwen. ,.Ik zntr ie van eon ufs'and. Ie kwam daarsiuds uit dat hliis en i 1 ef toen in-e is staan, nlsof je geheel verb -'sterd was". „Ik heb een vreemd avontuur ge had". legde Réeine ..'k too orv moe: kom e n oógenblik liic: bij me zitten". „Het is nu te laat begon hij en do rimpel tusschen zijn wenkbrau wen werd nog dieper. Zonder op zijn toestemming te wachten, had Régine zich reeds naar da portiek begeven en haar vermoeiden gang opmerkend, besloot Bertrand aan haar verzoek gehoor te geven. liet. was onderttisschen geheel don ker geworden en in do duisternis zag hun plaats vnh samenkomst er zoo rustig en veilig uit, dat Régine met- een zucht van tevredenheid op do bank in de portiek plnnis nam. De zware eiken deur van dc kerk was gesloten. De kerk zelf was door do niets ontziende bandon van de aan hangers van het schrikbewind onthei ligd geworden, onbeheerd gelaten en nan \enal prijsgegeven. Régine voel- do zich in de nabijheid liarer steenen muren echter heel veilig, en toen Bertrand Moncrif na eenig© aarzeling naast haar ging zitten, voelde ze zich bijkans gelukkig. „Het is al erg laat", zei hij nog maals op knorrigen toon. Ze zat met het hoofd tegen den muur gekund en had de oogen ge sloten: zo zag zoo bleek, cn haar lip pen leken zo-^ bloedeloos, dat de jon- 70 rnan plotseling wroeging over zijn onvriendelijk optreden kreeg. ,.J.» bent toch niet ziek, Régine?" vroig hij. „Neen" antwoordde ze en glimlach te dapper tegen hem. Hij nam haar hand in do z ine, zich blijkbaar inspan nend, om geduldig te blijven zittc-n en het jong© meisje begon hem van haar avontuur met den asth'matischen reus tc vertellen. „Zulk een wonderlijke man", legde zo uit. „Als hij niet zoo'n akeligen hoest had gehad, zou ik stellig bang voor hem zijn geweest". Het geval schoen Bertrand echter niet erg te interesseeren. Nu een oogenbük vroeg hij: „En wat had Moeder Théot tc be weren?" Regirte rilde. „Zo voorspelde gevaar voor ons al len', zei ze. „Zoo n oude bedriegster', hernam hij", de schouders ophalend. „Alsof ts genwoordig niet iedereen dagel.ks in gevaar verkeert". „Ze heeft me een poeder meegege ven", ging Régiue voort, „dat, naar zij meent, Joséphines zenuwen wat tot rust zal brengen". „Wat 'n onzin", viel hij op ruwen toon in. „Waarom zouden we José- phïne probscren te kalmecren? Bij deze woorden echter, die haar bijna wreed in de ©oren klonken, kwam Régine in verzet. „Bertrandzei ze. „i© begaat een groot onrecht, door liet kind in ie plannen te betrekken. Jcséphine is veel te jong, om doOr een stel onna denkende drijvers als werktuig gc- bruiki te worden". Met een smadelijken lach riep Ber trand uit: „Onnadenkende drijvers! Noem je ons zoo, Rog ine? Groote he mel' Ben je een afvallige geworden? Heb je geen eerbied voor den hemel en je koning?" „Pns in "s hemelsnaam op, Ber trand". fluisterde zo heosr.h, terwiil ze 0111 zich heen kook, alsof ze vrees de, dat do muren om-en hadden. „Oppassen!" zei hij hitter. „Ja, om ziclUigheid, dat is tegenwoordig jouw eenig© zore! Je bent bang „Ter wille van jou", viel ze hem verwijtend in de rede: „terwiil© van Joséphine. Mama en Jacques, niet voor mezelf ben ik bang!" „Wij mogen niet bang zijn, Régi ne". hernam hij wat kalmer. „We moeten allen bereid zijn, ons leven op hot spel te zetten, cm een einde aan deze afschuwelijke tirannie to maken. We moeten niet aleen aan onszelf en aan degenen, die ons het naast- zijn. denken, maar aan Frank rijk. aan Ho menschheid, aan do g.an- .-chc wereld. De dwingelandij van een bloedaorstigen tiran heeft het volk van Frankrijk tot o»n volk van sla ven gemaakt, die z'ch door ziin woord laten regeereo cn te lafhartig zijn, om zich te verzetten". (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5