HAARLEM'S DAGBLAD
Stadsnieuws
De Maatschappij voor Handel en Nijverheid
en het paviljoen Welgelegen te Haarlem
De belasting op de vermakelijkheden
Giize LacMioek
Het Toonee!
De laatste Avonturen
van den Roeden
Pimpernel
DONDERDAG 17 JANUARI 1924 -
TWEEDE BLAD
DE CESCHIEDENIS VAN HET PAVILJOEN EN HOE DE MAAT-
SCHAPPIJ HET N BEZIT KREEG.
Wij ontleenen daaraan dat de Maat- boratorïum tot ontwikkeling heeft ge
schappij reeds in haar jeugd groote
belangstelling had voor de landbouw
nijverheid in onze ovcrzeesche bezit
tingen en dat na de opening het mu
seum meer en meer het kaï'afeter
kreeg van een centrale inrichting voor
het verstrekken van inlichtingen over
tropische producten. Herinnerd werd
aan het verschijnen van het Bulletin
en aan d^n arbeid van mannen als
de heer F. W van Eedcn en dr. M.
Greshoff, welke laatste mede het la-
bracht. Wetenschap en practijk gin
gen hand aan hand ter bereiking van
het gestelde doelbevordering van
Koloniale belangen.
Tenslotte staaft het Tijdschrift dat
het een groote eer voor de Maat
schappij is dat hare verzamelingen in
het Paviljoen en het goede inzicht
van den Drecteur dr. Greshoff tot
de stichting vr.n het Koloniaal ïn-
stituut den stoot hebben gegeven.
ZULLEN OOK DE VERZAMELING KUNSTNIJVERHEID EN DE
ZETEL DER MAATSCHAPPIJ NAAR AMSTERDAM CAAN?
DE SCHOOL VOOR BOUWKUNDE, VERSIERENDE KUNSTEN
EN KUNSTAMBACHTEN BLIJFT IN HET PAVILJOEN.
VAN DE SLUITING VAN HET KOLONIAAL MUSEUM.
Zooals recto is gemeld bestaan cr
plannen om dc provinciale griffie in
het Paviljoen in den Hou: tc vestigen.
Naar aanleiding daarvan geeft het Tijd-
schrft der Ned. Maatsch. voor Handel
cn Nijverheid een overzicht van de ge
schiedenis van het Paviljoen en van dc
wijze waarop de instellingen van de
Maatschappij er in werden gevestigd.
Het volgende is daaraan ontleend
Het gebouw is gesticht door den j
Arnsterdamschcn bankier Henry Hope,
deels als zomerverblijf, deelt als mu
seum voor zijn schilderijen, welke hij in
Italië had verzameld. In 17S8 werd jiet
gebouw voltooid. Het ontwerp was van
den Italaan Friqucttic, toenmaals con
sul van Sardinië te Amsterdam cn uit
voerder was dc bouwkundige Dubois, uit
Dendermonde. Het gemeentebestuur van
Haarlem gaf verlof den I-Iout zoodanig
ie verplanten dat het bosch met het lust
hof cén harmonisch geheel vormde, een
\viize daad waarvan wij nu nog genieten.
Bij de omwenteling van 1705 week de
heer Hope naar Engeland uit en werden
de schilderijen eveneens daarheen over
gebracht cn er later verkocht. In 180S
keent koning 1.odewijk Napoleon de hof
stede „Welgelegen" met nog 10 andere
in de nabiïhcld gelegen perceelcn voor
ƒ300.000. Hij koos het Paviljoen voor
zomerverblijf, doch genoot er slechts
kort van. van: twee jaren later deed hij
afstand van den troon ten behoeve van
zijn zoon en ontvluchtte hij Holland (2
Juli 1S10).
Napoleon I lijfde daarna Holland bij
Frankrijk in. Bn decreet van 10 October
jSi T werd hetPaviljoen gerangschikt
onder de domeinen van de Fransche
kroon. Na de herwinning onzer onaf
hankelijkheid werd het gebouw eigen
dom van den Staat der Nederlanden. In
>Si4 werd het Paviljoen ter. gebruike af
gestaan aan dc Prinses Douairière van
Oranje-N'assau. geboren Fredcrika. prin
ses van Pruisen, die het des zomers met
haar dochter, de hertogin Douairière
van BrunswijkLunenburg, geboren
Fredcrika, prinses van Oranjc-Nassau,
tot haar overlijden in 1S30 bewoonde;
Daarna werd- het op initiatief van ko
ning Willem i aangegeven voor een
galerij voor kunstwerken van levende
meesters. Ten gevolge van de politieke
troebelen kwam dit echter eerst op 10
Augustus 1S37 tot stand. In 1SS5 werd
deze kunstverzameling naar het Rijks
museum te Amsterdam overgebracht. In-
tussc'nen hadden rich naast de schildc-
rijenvcizameling een collectie geologi
sche voorwerpen en de Indische verza
meling genesteld. De laatstgenoemde
op aanstichting der Maatschappij. In
1S65 beschikte minister T'norbecke gun
stig op een verzoek om «enige lokalen
van het Paviljoen af te staan voor een
op te richten koloniale verzameling. In
1S71 kon het Koloniaal Museum voor het
publiek worden opgcngcsleld.
Inmiddels had in 1868 dc Maatschappij
de vrije beschikking gekregen over den
Noörd-Westelijken ingang en over al de
ledige vertrekken van den rechtervleu
gel. In 1S73 ontving de Maatschappij
het gebruik van de „blauwe kamer", de
„raadkamer'", de vestibule en de mar
ren trap om ter gelegenheid van het 100-
jarig bestaan der Maatschappij naast
het Koloniaal Museum een verzameling
van kunst, toegepast op het ambacht, tc
kunnen stichten, onder dc leuze „Ver
edeling van het handwerk door de
kunst". Het ging, zooals men ziet, van
een leien dakje.
In April 1876 kwam er cc nier een
kink in den kabel. De lieer Koster, di-
recieur-coussrvahor van liet Paviljoen
had op eigen houtje, zooals later bleek
eenïsrë kamers aan de Maats.afgestaan
Toen Jhr. de Stuers dit in de gaten
krees, dwong hij de Maatschappij
hoewel (leze al kosten voor de iurieh-
ting had gemaakt, de zalen te ont
ruimen. Op een later door de Maats,
aan minister Heemskerk gedaan ver
zoek om haar het geheele gebouw in
gebruik te geven, kwam een besliste
weigering. Als een pleister op de won
de kreeg" de Maats, in .Tuli 1S76 het
gebruik van een deel van den tuin en
van dc-11 zolder Loven den stal.
I11 Februari Ibid \roeg dj Maats,
twee vertrekken aan voor een cursus
van kunst toegepast op nijverheid.
Maar miuisier Kuppeyne weigertio
bet, waardoor de cursus tijdelijk in
oen particuliere woning moest gehóu
den worden. Maar 111 187b treedt het
geluk terug. Van de Pruisische legee-
ring waren ten geschenke ontvangen
afgiets Is van anti k-Grieksciie beel
den. nf.-;om?tig van opgravingen te
Oiympia. Dit was een mooie aanlei
ding tot een nieuw verzoek. Het luk
te: de concertzaal kwam er b'.i en i>
V'-ns een hetere ingang. In januari
IfvO werd eveneens toestemmend lts
slist 011 era vraag 0111 beelden ie mo
gen plaatsen in dca tuin. In Juni van
dat jaar is de Maats, al even geluk
kig met een. verzoek 0111 e.iiige ver
trekken voor den nieuwen conservator
van bet -museum voer kunstnijver
heid, den heer Von Snher.
In 1SS3 kreeg de Mualsehapnij ver
gunning om de StaJfJebouwen tc sloo-
pc-ri. en verrees daar ter plaatse de
meuve school vcor kunstnijverheid.
In dat jaar ontving c'.-e Maatschappij
ecu belaag!-;ik dool van öe Rijks in
zendingen ter koloniale tentooostc'-
hng re Amsterdam. In 1S84 kreeg re
Maatschappij bericht dat zoodra de
sehi'derijen naar het nieuwe Rijks
museum te Amsterdam zullen ziin
overgebracht, zij do vrije beschikking
Mil krijgeuover de rotonde met de
middenzaal en de aa.n weerszijden ge
legen zijzalen. Wat daarna volgde" is
da hedendaags olie geschiedenis. De vor-
greoting va,11 03 kunstnijverheids
school 0-1 de stichting van het labora
torium in den tuin.
En daarna, gaat het. artikel voori.
de „tropische" ontwikkeling van het
koloniaal Museum, sedert 1913, waar
voor L..-U groot paleis te Amsterdam
werï oouwd. Eerst zagen wij dus de
schild er-jon naar Amsterdam gaan,
toen v-dgde de Indische verzameling
zal de verzameling kunstnijverheid
nu ook dit voorbeeld volgen? Het arti
kel nu'ihore-i'it, dat indien de plannen
van den Rijksgebouwendienst door
gaan. ook de kunstverzameling eon
ander onderdak zal moeten zoeken eu
dat dan de Maatschappij mede haar
zetel zal verliezen, ha.re kantoren in
bet Paviljoen eu haar mooie vergader-
zalen.
Intni :dels zal men ncode wedèr een
instelling van groote cultureele betee
kenis naar Amsterdam zien verhui
zen. liet- artikel voegt daaraan toe
liet hoofdbestuur heeft in de direc
tie vergade rine ook aan de consequen
ties va.11 het vendalen van het Paviljoen
gedacht en overwogen dat, hoezeer
ook voor de traditie gevoeld, de be
langen van de Maatschappij zeker den
doorslag mee ten geven. Amsterdam
trekt, omdat men daar de zoozeer ge-
wenschte aanraking met handel en
nijverheid gemakkelijker ka.u
vinden. Haarlem blijft vasthouden
omdat de Maatschappij er is gebot
en er aangenaam en zuinig lieeft kun
nen werken.
Intusschen besluiten kunnen nog
niet worden genomen. want eerst
moet de minister van Binncnlandsche
Zaken liet plan van de afdeeling
Landsgebouwen goedkeuren. Wij heb
ben dus nog den tijd het voor en
tegen te' overwegen. Do school voor
Bouwkunde, versierende kunsten en
kunstambachten blijft gelukkig waar
zij is.
In epn ander artikel herinnert het
Tijdschrift er aan dat Zaterdag 13
December LI. het Koloniaal Museum
in het Paviljoen definitief voor het
publiek is gesloten. Inmiddels was
toen reeds geruimen tijd de verhui
zing naar het gebouw van het Kolo
niaal Instituut te Amsterdam begon
nen. Reeds op 4 Januari 1913 hnd de
eigenlijke overdracht plaats met een
rede van den heer J. van Hasselt aan
den voorzitter van het Koloniaal In
stituut de heer J. T. Cremer. De rede,
die dc heer Cremer hield bij dc aan
vaarding van het geschenk drukt het
Tijdschrift af.
Een uiteenzetting van de door B. en W. voorgestelde
nieuwe verordening.
1 verband met. het feit, dat de
bepalingen uit liet concept voor c<-n
nieuwe verordening op de belasting
op vermakelijkheden aan velen niet
duidelijk ziin, nebben wij aan den
wethouder van financiën. Mr. M.«
Slingenberg, oin nadere inlichtin
gen gevraagd. Namens den wethou
der werden ons de volgende uiteen
zettingen gegeven, die ook een verge
lijking bevatten tusscrtlen net oude
en het nieuwe stelsel.
Bij wijzigiug van de Gemeentewet
.-li 13 December 1320 uwrd uit art.
240 j, totreffende belasting op ver-
akelijltneden, liet woord „opeii-
ire" geschrapt. Hiermede werd,
oals loen ook in de Kamer gezegd
is, „een bron van ontduiking wegge
nomen."
Deze ontduiking bestond hierin
d.ab men aan de een of andere ver
makelijkheid het openb nr karakter
ontnam, zoodat die vermakelijkheid
dan buiten de heffing viel. Men werd
lid van een tooneelvereeniging 0111
verschillend© tooneeluitvocringen bij
wonen en betaalde voor die n t-
ringen ren gezamenlijk entree:
de contributie cn was dus vrij van
belasting terwijl een ander. die. mis
schien maar één maal per jaar e n
concert of een looneelnitvoering ging
bijwonen, belasting moest belalen.
~it. was een onbillijkheid, die nog al
at stof Recti doen opwaaien en
aaraan genoemde wetswijziging nu
een einde maakte.
e gemeenteverordening moest nu
met de wet in overeenstemming wor
den gebracht. Dij de nieuwe .veror
dening van '10 Augustus 1021 stelden
m 'W. Zich evenwel niet. in na
volging vnn I10I Rijk. tevreden ir/et
schrapping van het woord „open
baar". want dan zouden zelfs fami
liefeesten onder de verordening vol
len en dit zou dus geen juistou toe
stand scheppen. B. en W. gaven dus
'11 de verordening van 10 Augustus
ion de bestaande verordening can
ïrdere omschrijving, zoodat vereeni-
gingen, wier doel was vermakelijk
heden voor haar leden te organisec-
ren. onder de heffing vielen.
Art. 3 der verordening splitste de
vereenigingen in:
le vereenigingen die (en doei had
den heb geven van vermakelijkheden
voor haar leden:
2© vercer.igiTigeii die 't geven van
vermakelijkheden voor haai' leden
niet ten doel .hadden.
De leden van vereenigingen der
eerste soort betaalden een onlrée in
eens (de contributie) eu do belasting
werd berekend over de contributie.
Voor de vereenigingen der 2de soort
werd de belasting berekend naar de
oppervlakte dei- gebruikte zaal, zoo
als vóór de genoemde wijziging der
Gemeentewet reeds geschiedde.
Tegen deze verordening kwam veel
oppositie. Er' werd een request aan
den Raad gezonden; er werd gezegd
dab vele vereenigingen nu ten doodc
waren opgeschreven. Tot nu tos i3
van dat verdwijnen van vereenigin
gen,. na twee jaar, nog- niets ge
bleken.
Nu is het waar. dat door dit stel
sel een ongelijkheid ontstond: de
grondslag der belasting was voor de
beide soorten vereenigingen niet de
zelfde. Maar in deza ongelijkheid
stond Haarlem niet alleen.
B. en W. hebben do ongelijkheid
willen opheffen en een ander stelsel
willen toepassen, zoodat ieder, die
een vermakelijkheid bezocht, onge
acht of dez© vermakelijkheid wordt
gegeven door een vereeniging, esn
onderneming of een ondernemer of
door de gemeente, precies op dezelfde
wijze belast wordt. Dit stelsel wordt
nu in liet jongste ontwerp voor een
verordening toegepast. Dc fiscus
heeft daarbij dus niets meer tc ma
ken met do vereeniging, inaav
met de vermakelij k h e i d
den b e z 0 e k e r. De belasting
wordt nu ri.l. berekend alleen naar
het entreegeld.
De moeniug is nu ontslaan, dat
do verschillende vereenigingen belas
ting zullen moeiten betalen naar de
contributies. Deze meening
is onjuist. Uit art- 4. 2e lid, van liet
ontwerp blijkt dat indien een ver
makelijkheid wordt- gegeven door een
vereeniging, de leden eenvoudig
worden beschouwd als gewone
bezoekers, dus niet belasting be
luien over de contributies, maar over
de waarde van het toegangsbiljet,
dat aan de bezoekers is verstrekt. Ur
wordt dus alleen belasting geëïscht
van de als toeschouwers aan
wezige leden, niet van de w e r-
kende leden, óók niet yan de le
den, die de vermaken niet. bijwo.
nen, t e n z ij het bcstu 11 r d e r
vereeniging hel v e r k i o s-
1 ij kor vindt de belast i 11 g
tc Letale n o v er de c n t r i-
b 11 t i e s Bh de nieuws vcrorde-
umir is dit lactate n.l. aan de
cenigingen toegestaan, in navolging
van de Amsterdamsdie verordening",
aan de vereenigingen wordt de keus
geleien. Dat van dit laatste in de
meeste gevallen door da vereenigin
gen seen gebruik zal worden ge
maakt omdat liet- betalen over dc
•oiitribnties meestal duurder zal uit
komen dan over de loegaugsbcwij-
Z"n. is duidelijk.
Om een en ander nog oeii3 met een
voorbeeld duidelijk te maken:
Stel: een toonvel ver-een icing heeft
200 leden. Tic-u daarvan zijn werken
leden. Blijtt een aantal van 100.
Zijn deze liX) leden allen op een voor
stelling als toeschouwers aanwezig,
dan wordt- belasting lx-taald ever
190 toegangsbewijzen. Zijn er maar
30 aanwezig, dan wordt de belasting
berekend over 30 toegangsbewijzen.
Op dezelfde wijze wordt ook do be
lasting voor een zang vereeniging be
rekend. Daar het aantal werkende
leden cener znngvereeniging groot,
is zal d© belasting, die gevorderd
wordt, uit den aard der zaak laag
zijn, zoodat van een heffing over con
tributie geen sprake kan wezen.
Hoofdzakelijk is iets nieuws de
waardebepaling van het toegangsbe
wijs: daarop berust- in het ontwerp
voor de verordening de geheele be
lastingheffing. Deze waardebepa
ling staat nog niet vast maar /al
zeer zeker ïii<: hoog zijn. Voor zoo
ver bekend wordt te Amsterdam do
waarde van een toegangsbewijs voor
een tooneelnitvoering gesur.a: op ge
middeld f 1.50 en voor een zangvv.r-
©oiuging ep f 1, ook wel '-ens op f0.75.
Wordt de verordening doi-r H. cn
W. op de boven omschreven wijze toe
gepast dan kan er van verzwaring
vnn do lasten der vereenigingen v ei-
'hig sprake zijn.
De Am sterdam sell© verordening is
gevolgd, omdat, zij een gel ijker maat
staf voor heffing waarborgt dan hot
tof nu toe hier gevolgde systeem.
Uit de Amsterdamse)te verordening
is niet overgenomen do bepaling be
treffend© vermakelijkheden, waarbij
dranken worden verkocht voor ge
bruikte plaatsen legen prijzen, die
meer dan een 1/4 booger zijn dan
111 koffiehuizen en restaurants /on
der vermakelijkheid. Een eenvoudi
ger omschrijving is opgenomen on
der art. 3, laatste lid. ter voorko
ming van onnoodigeii administratie
ven omslag.
Geheel uien w is nog het vol
gende.
Tot heden werden de toegangsbe
wijzen die afgestempeld werden aan
do afdeeling belastingen, verstrekt
door de ondernemers. (Het aantal
'toega,uitbewijzen, dat werd a/go-
stempold. bedroeg over 1923 iets min
der dan twee mjllioen.)
Men kan hierbij drie stolsels
volgen:
lc: de ondernemers verstrekken de
t c-egan gsbe w ijaen voor hun kosten
(dit geschiedde tot nu toe to Haar
lem):
2e: de gemeente drukt do toe
gangsbewijzen en verstrekt die aan
de ondernemers tegen den kostenden
prijs;
3e: de gemeente verstrekt de toe
gangsbewijzen gratis.
In 't vervolg zal het tweede
systeem hier govolgd worden.
Tot zoover do ons gedane mede-
deolingen.
Nader vernemen wij nog, dat B.
en W. tot het verstrekken der toe
gangsbewijzen van gemeentewege te
gen den kostenden prijs besloten heb
ben na een bespreking met den coïi-
troleur der gemeentebelastingen en
directeuren van verschillende inrich
tingen. Deze prijs zal lager zijn dan
die, welke de ondernemers thans voor
do toegangsbewijzen betu.len. Hier
voor zijn alle drukkerijen van eenig
liolang te Haarlem aangeschreven
om een kostenberekening in te die
nen. Het. drukken is gegund aan den
laogsten inschrijver.
Zijn wij wel ingelicht dan ligt
et. in de bedoeling van B. en W. de
achterzijde der coupons, evenals te
Amsterdam geschiedt., voor reclame^
beschikbaar te stellen. Dat reclame-
recht. zal in 't openbaar verpacht
worden slechts aan één persoon of
firma) voor den tijd van 1 jaar en
■oor ongeveer 2 inillioen coupons.
Tenslotte nog iets over de subsi
dies die te Amsterdam worden ge
geven.
Volgens oris verstrekte inlichtin
gen heeft het subsidiestelsel van Am
sterdam uitsluitend ten doel de kunst
te steunen. De regeling dezer subsi
dies is geheel in handen von een
commissie, waarin o.m. de heer
Merckelbaeh. directeur- van den
Stadssehouwburg te Amsterdam, zit
ting heeft. Met de belasting on open
bare vermakelijkheden heeft dit. sub
sidiestelsel niets te maken. Van een
„terugbetalen" der belastingen door
subsidie is dus, zooals ook door Mr.
Slingenberg in do laatste raadsverga
dering is gezegd, geen sprake ITot
kun voorkomen dat- ecu gezelschap
of vereeniging géén belasting be
taalt mi Lu-li subsidie ontvangt. Deze
twee zaken zün te Amsterdam geheel
los van el knar.
Jong dichter (tot uitgever);
Zoudt 11 oen bundel gedichten van mij
willen uitgeven t
Uitgever: Zeker, maar do voor-"
,-iardcn zullen afhangen van het foil,
of uw naam bekend is.
Dichte r: O. als het dat alleen is:
mijn naam is door het geheele land
bekend.
Uitgever- Hoe heet. u dan!
Dichte r: Jansen
INCEZONDEM MEDtOEELINCEN
a 60 Cts. per '-el.
Eendracht Sterk"
teren de vercc
Utrecht, die
„Jacob van
louwlnirg Optr;
IJmuiden eu ..Door
ui' Don Haag was liet
liging „Nicolaas Boots"
>P den tormcehvedstrijd
Leivnop" in den Sinds-
Dc 1
ader
r jui
r hc;
de Cirechtschc
:oot, zoodat hel vr
a geslaagde avond
tn niet o;> de be
1 Nicolas.
rijd. Maar liet oorspronkelijk
fieoisas Beds hier sjicelde.
behandelen, tc meer. omdat
eeispel „A'-s de Klokken luk
in August Monel,
r.d, r.o;
1 Haai
.e August Monei do Noorsche
it-r goed bestudeerdHij ticefl
ander
M01
luoht klinken
ïet's tooncelspc
middellijk:
Als
komen, dan denk je ón
lloh ik jou vroeger ook
a'..; zi; gaan praten, herkon je dadelijk de
stem en zeg je: „ja. j'a. rjnlieiföc h
vi. eger al een? meer van je gèlió;
tVUiiam Donaldson. Dorothv. F.vi
Herman Roeland:, Silas Morten, r.j
r-en's gees:e?kiniic>.?n en «ij spreken
ook hun taai. Maar het blijft bij
'iijke gelijkenis, want als je re verder goed
bekijkt en nauwkeurig toeluistert, dan....
j.i. dan voel ja toch. dat zij evenveel ver
schillen als basisard van rashonden.
Men wordt nu eenmaal geen I'bsen, n'
leest men ook jaar in jaar uit ltosiners-
ho'im. Bouwmeester Solnesz en De Vrouw
Domino William Donaldson en Dorothy
ziin al jaren getrouwd. Ze hebben beiden
blijkbaar veel in Ibsen gelezen. k<
zelfs ltoelo brokken van buiter.. Men hoort
bet dadelijk, als zij nog geen 5
gepraat hebben. Zij doen heel diep.
ronder het eigenlijk te zijn en nis d-
vvaagt„Hoe komen wij op dit kapi
antwoordt Dorothy uit Ibscn: „Ja
is wel vreemd. We zijn nu 17 ja:
trouwd en moois hebben wij dat
zoo tot elkander gezegd I" waarop
Main nis 'rijm vrouw in gedachten bij
den Noor opmerkt: „Dat is werkelijk
vreemd 1"
Ook wij. toehoorders, zouden bel vreemd
vinden, als wij niet die voorliefde voor
de Noorsehc litteratuur bij de twee had
den ontdekt. Donaldson cn zijn vrouw
wachten op Roeland!, een beiaardier uit
Vlaanderen, die de klokken „boog in dc
lucht" zal laten zingen, maar voordat
Roelandt verschijn:, komen er een twee
lingzuster van Hilda Wangol uit Bouw
meester Solncïz. die bij Monet Kvelync
heet, en Sites Morton, een zonderlinge
ouwe beer, dio alleen in het atuk is om
dat cr bij Ibsen ook altijd van dio zon
derlinge ouwe types zijn.
Silas Morton vertelt, dat poëzie onzin,
ziekelijkheid cn moreel bederf i«, dat zij
slapende driften wekt, het verleden doet
terugkeereii, dooden weer doet op staan V
Alleen om d«to zonderlinge theorieën te
verkondigen, is dozo oude heer blijkbaar
in het atuk, want wij zien hem niet
weerom. Maar wij zijn gewaarschuwd:
wij weten nu. dat slapende driften door
do klokken tullen worden gewekt en mo
reel bederf het huis zal binnensluipen 1
Morton heeft het gezegd ea dat is
Er,
tlo handeling
„symboliek"
kolijk op wijs:.
Tegelijk met do klokken zij.n de kwada
geesten dus het huis binnengedrongen.
Dot blijk: in hot tweede bedrijf. Donald
son eu Eveiyjso worden beiden verteerd
door een brandend* passie voor elkaar.
Dorothy door baar liefde voor den beiaar
dier. een liefde, waarop zij als „de Vrouw
aan Zee" al van haar jeugd heeft zitten
wachten. Hoe dit alles eoo gauw in het
werk is gegaan, blijf', voor ons een raad
sel cn als Sites Morton nic: zoo opzet
telijk over dc kwade geesten der klokken
haddr gesproken, dan zouden wij in hel
geheel mict begrepen hebben, hoe do al
les verterende passie don kalmen Donald
son en Evelyne /.00 in de war had gt-
Maar tegenover dc noodlots-profe'.ie van
taai gelukkig
nde
der
beia
Wan
in rerborgen hebben.
dar de kwade gecs-
n vertrekken. Dat krij-
eedó deel van Monet'*
zingen de klok-
lied"
don Peer
nder lbsen -
klokken kunnen
Ie passie voor Donald-
springt uit llvclyno's hart en do
lu voor den klokkenspeler dringt er
r in de plaats. EJS omdat hl dit stuk
heel gauw gsat, her-lui: de beiaardier
llyne maar onmiddellijk mee ie zie-
1. wat ik. geler op tiet veranderlijke,
peï'.urlgc karakter van het meisj'e.
1 verstandig van don klokkenspeler
i. Op de vraag van Donaldson, waar
heengaat, slaat cij Ibsen's Do
der Liefde op en declameert:
>or ons uit! De s-lioonc wijdo
N-w '1 geluk!" Ea heel pro-
gt daarop„Trouwen, dat komt
KometM
..Recht
wereld
William Donaldson
met hun klokbon on
ziiion on zij vergast
nen wij hei anders
sehen. die zoo :ri Ib
ecu epiloog op een
schuldvraag.
„Bij ons heeft d,
kenzegt Dorothy
\V;:::am bedenk: z
liet wel
en Dorothy blijven
hun verloren geluk
:n ons hoo kun-
'crwaehien van men-
1 boot
r no
Ja.
jeugd zich gewro*
~ii f'. n oogejiblik eif
die zich wreek
ijnl" „De jeugd.
meert Dorothy. „Zij
met de waarheid in
de liefde!"
zullen samen blijvc
volle licht."
„Oef, wat 'n verlittcraluurdc men*
sollen I" zuchten wij.
De beer Monel doet in zijn etuk heel
gewichtig on is blijkbaar een schrijver,
niet zonder pretentie. En nu is mis
plaatste pretentie iets. dat mii altijd hel
meest irriteert. Wij zouden waarschijnlijk
meer naar dezen Vlaming hebben geluis
ter,!. als er ui: zijn werk een eigen «tem
had geklonken. Nu is bet riet vee! ineer
dan oen zwakke echo van wat anderen
vóór hem hebben gesproken.
Aan dc zinnetjes in zijn «tuk merkt
men onmiddellijk, dat de hoer Monet
de klokken wel heeft hooren luiden, zon
der helaas tc weten, waar de klepels
hangen. En daardoor klinken deze klok-
kon zoo hol cn zoo valsch.
J. B- SCHUIL.
Feuilleton
Uit hot Engelsch van
BARONES ORCZY.
(Nadruk verboden).
?,Ach!" zei ze, „je liebt gemakkelijk
praten. F.en man kan zoo iets doen.
Maar een vrouw?"
'Le zwees eenskiaps, zich scnamenn
da: ze ziel» zoo geuit bad Hoe bad ze
tegenover dtn kolendragor ook maar
kunnon zinspelen op haar moeilijkhe
den? In die dagen, da: het wemelde
van spionnen, was het meer dan roe
keloos, om tegen een vreemde over
eigen lelangen te spreken.
Een hoestbui had ben i-diter schijn
baar belet, haar woorden te ver
slaan.
„Wat zn u. Citoyrnue.' mompelde
hij. „Droomde u hardop af
„Ja. ja!" antwoordde 2e vaag Ier-
vijl zc neg hartklop»;aypii had van
den schrik. „Ik heb zeker hardop ?o-
dioomd Maar vel je je ai wat
beter?"
„Beter? Ja, ik geloof bet wel", ant
woordde hij met een v hon en lach.
„Ik zat nu misschien wel in staat
zijn. langzaam naar huis te loepen...'
„Woon ie ver ran Hier?'vroeg ze.
„Neen. bij do me de l'Anier".
Hij zag f r zoo stumperig uit, dat
't meisje, opnieuw door medelijden be
wogen, tot hem zei:
„Do rue de l'Anier ligt. oi> mijn
weg. Als je een oogenbük geduld hebt
zal ik do leeee kan ©ven aan den con
cierge terugbrengen en dan met j
meeloopen. Het lijkt me beter, dat je
je niet alleen op s'rant waagt".
„O, ik voel me al veel beter", mom
pelde hij, zonder haar voor haar
vriendelijk aanbod te bedanken. Laat
n mij maar alleen gaan. Zoo'11 aardi
meisje kan zich niet met iemand, nis
ik ben, op straat vertoouen".
Het meisje was echter reeds met de
leego kan weggeloopen. Toen zii een
paar minnt-n later terugkwam, z.ag
rij, dat do man reeds een heel eind
verder in de straat was. Ze haalde d'
srrioudars on, ietwat geërgerd ovoi
7.:»n ondankbaarheid, zoowel als over
het. feit. dat hij van haar me 'eliiden
blijkbaar niet gediend was geweest.
HOOFDSTUK IV.
Vervlogen geluk.
Hel volgende oogenblilc hoorde zii
haar naam noemen, en wendde ze
zich met een kreet van vreugde om.
„Régine!"
Een jonge man, die haastig op haar
kwam toe'gëlóopeu, had haar spoedig
ingehaald cn haar hand in de zijne ge
nomen.
„11; heli meer dan oen uur op je ge
wacht", zei hij verwijtend. Zijn ge
laat zag cr in den schemer mager en
bleek uit, en de donkere oogen, die
diep in hun kassen lagen, wezen on
een onrustige ziel en op een innerlijk
vuur. dat den jongen man verteerde.
Zijn kleeren, zoowel als zijn s'Jioe-
nen, zagen or org versleten uit. Een
ouden, driek.antigca hoed droos hü
wat- achter cp het hoofd, zooda; zijn
slapen mét do blauw© aderen, het
bruine haar en bet gewelfde voor
hoofd duidelijk zichtbaar wnreu.
„Het spijt me, Bertrand", zei het
jonge meisje, „maar ik moest zoo lang
bii Moeder Théot wachten en
„Maar wat deSdt ji daareven''
vroeg bij met een ongeduldig fronsen
der wenkbrauwen. ,.Ik zntr ie van eon
ufs'and. Ie kwam daarsiuds uit dat
hliis en i 1 ef toen in-e is staan, nlsof
je geheel verb -'sterd was".
„Ik heb een vreemd avontuur ge
had". legde Réeine ..'k too orv
moe: kom e n oógenblik liic: bij me
zitten".
„Het is nu te laat begon hij en
do rimpel tusschen zijn wenkbrau
wen werd nog dieper. Zonder op zijn
toestemming te wachten, had Régine
zich reeds naar da portiek begeven en
haar vermoeiden gang opmerkend,
besloot Bertrand aan haar verzoek
gehoor te geven.
liet. was onderttisschen geheel don
ker geworden en in do duisternis zag
hun plaats vnh samenkomst er zoo
rustig en veilig uit, dat Régine met-
een zucht van tevredenheid op do
bank in de portiek plnnis nam.
De zware eiken deur van dc kerk
was gesloten. De kerk zelf was door
do niets ontziende bandon van de aan
hangers van het schrikbewind onthei
ligd geworden, onbeheerd gelaten en
nan \enal prijsgegeven. Régine voel-
do zich in de nabijheid liarer steenen
muren echter heel veilig, en toen
Bertrand Moncrif na eenig© aarzeling
naast haar ging zitten, voelde ze zich
bijkans gelukkig.
„Het is al erg laat", zei hij nog
maals op knorrigen toon.
Ze zat met het hoofd tegen den
muur gekund en had de oogen ge
sloten: zo zag zoo bleek, cn haar lip
pen leken zo-^ bloedeloos, dat de jon-
70 rnan plotseling wroeging over zijn
onvriendelijk optreden kreeg.
,.J.» bent toch niet ziek, Régine?"
vroig hij.
„Neen" antwoordde ze en glimlach
te dapper tegen hem. Hij nam haar
hand in do z ine, zich blijkbaar inspan
nend, om geduldig te blijven zittc-n en
het jong© meisje begon hem van haar
avontuur met den asth'matischen reus
tc vertellen.
„Zulk een wonderlijke man", legde
zo uit. „Als hij niet zoo'n akeligen
hoest had gehad, zou ik stellig bang
voor hem zijn geweest".
Het geval schoen Bertrand echter
niet erg te interesseeren. Nu een
oogenbük vroeg hij:
„En wat had Moeder Théot tc be
weren?"
Regirte rilde.
„Zo voorspelde gevaar voor ons al
len', zei ze.
„Zoo n oude bedriegster', hernam
hij", de schouders ophalend. „Alsof ts
genwoordig niet iedereen dagel.ks in
gevaar verkeert".
„Ze heeft me een poeder meegege
ven", ging Régiue voort, „dat, naar
zij meent, Joséphines zenuwen wat
tot rust zal brengen".
„Wat 'n onzin", viel hij op ruwen
toon in. „Waarom zouden we José-
phïne probscren te kalmecren?
Bij deze woorden echter, die haar
bijna wreed in de ©oren klonken,
kwam Régine in verzet.
„Bertrandzei ze. „i© begaat een
groot onrecht, door liet kind in ie
plannen te betrekken. Jcséphine is
veel te jong, om doOr een stel onna
denkende drijvers als werktuig gc-
bruiki te worden".
Met een smadelijken lach riep Ber
trand uit: „Onnadenkende drijvers!
Noem je ons zoo, Rog ine? Groote he
mel' Ben je een afvallige geworden?
Heb je geen eerbied voor den hemel
en je koning?"
„Pns in "s hemelsnaam op, Ber
trand". fluisterde zo heosr.h, terwiil
ze 0111 zich heen kook, alsof ze vrees
de, dat do muren om-en hadden.
„Oppassen!" zei hij hitter. „Ja, om
ziclUigheid, dat is tegenwoordig jouw
eenig© zore! Je bent bang
„Ter wille van jou", viel ze hem
verwijtend in de rede: „terwiil© van
Joséphine. Mama en Jacques, niet
voor mezelf ben ik bang!"
„Wij mogen niet bang zijn, Régi
ne". hernam hij wat kalmer. „We
moeten allen bereid zijn, ons leven
op hot spel te zetten, cm een einde
aan deze afschuwelijke tirannie to
maken. We moeten niet aleen aan
onszelf en aan degenen, die ons het
naast- zijn. denken, maar aan Frank
rijk. aan Ho menschheid, aan do g.an-
.-chc wereld. De dwingelandij van
een bloedaorstigen tiran heeft het volk
van Frankrijk tot o»n volk van sla
ven gemaakt, die z'ch door ziin woord
laten regeereo cn te lafhartig zijn, om
zich te verzetten".
(Wordt vervolgd.)