HAARLEM'S DAGBLAD
Naar aanleiding van de groote
Bloemententoonstelling
INSTANTANÉS
De laatste Avonturen
van den Rooden
Pimpernel
ZATERDAG 15 MAART 1924
Steeds weer nieuwe soorten
Een dreigend gevaar
sta teelde ra en vroeger met zorg par
tijtjes. De tulpen, waaruit de bonte
voortkwamen, waren meestal late, die
wel wat op Darwintulpen leken, maar
minder stevig en vierkant van bloem
en minder fel van kleur. Men noemde
moedertuljien) nu heeten
breeders. Met de bonte tulpen kwamen
later ook de breeders in de verach
ting, totdat ongeveer vijftien jaar ge
leden het publiek in Engeland en
Amerika weer bekoord raakte dobr
hun matte, vaak vreemde kleuren en
nu rijn zo onder de meest gezochte.
Ilun oud-Hollandsche namen hadden
ze verloren in hun tijd van tegen
spoed; wie vraagt er naar den naam
van een verschoppeling 1 Zoodoende
ontvingen ze een moderne herdoop.
Rijke liefhebbers betalen voor do zeld-
zaamste onder hen nu met genoegen
«•n dollar en meer per stuk.
De Darwintulpen zijn lang zoo oud
niet als de breeders. Naar men zegt,
komen ze uit N. Frankrijk, waar een
familie er wat bezat en ze verkocht
aan de firma Kreloge. Spoedig hadden
ze do wereld veroverd: hun stevige ste-
len maken goede snijbloemen van hen,
hun heldere kleuren: fel rood. helder
rose, paarsblauw, fluweel zwart
wit geel komt nooit voor staan
prachtig in den tuin, vooral tegen
een achtergrond van ontluikende hees
ters.
Breeders en Darwintulpen zijn beide
late tulpen, wier bloei in de eerste
helft van Mei valt. Do vroege tulpen
met hun korten steel zijn tegenwoor
dig minder in trek bij het publiek,
maar enkele ervan kunnen vroeg in
bloei getrokken worden en worden
bij massa's daarvoor geteeld. Het is
vreemd om te zien, hoe in de kas zoo
prachtige bloemen op het veld vaak
een allesbehalve mooien indruk ma
ken: een bloem, die gebroeid van het
blanks te znchtroso is. is buiten soms
onaanzienlijk groen wit en Vormloos.
liet wannen van een nieuw soort
komt vaak genoeg voor natuurlijk
Belangrijker is het winnen van een
nieuwe klasse van eooTten met dezelf-
Toen we over de teelt der voornaam-'
file bolgewassen spraken, hebben we
van gaaien niet gerept. Dit zou ook
geen middel kunnen zijn, om een'
groote hoeveelheid van één soort te
krijgen, want de gekweekte bollen z-ijn
niec zaadvast; uit het hun afgewonnen
zaud komt mieaohien niet ééne bloem, I
die lijkt, op haur oudei's. De kweekers]
hebben rich nooit toegelegd op het'
verkrijgen van zaadvasie soorten, om
dat uitzaaien toch nooit veel toepas
sing kan vinden: het duurt te lang.
Als iemand narcissen, tulpen of hya-
cinihen zaait, mag hij blij zijn, wan
neer hij na vijf jaar het eerste piete
rige bloemetje ziet, en voordat hij
flinke planten heeft, loopen er weer
een paar ja3r cverheen. Wie zaait,
doet het dan ook niet om zijn partijen
te vergrooten, maar in de hoop, een
opvallend nieuw soort te winnen.
Heeft hij dat geluk, dan wordt zijn
moeite rijk beloond, want er is steeds
levendige belangstelling voor nieuwig
heden, die opvallen door kleur of
b!oei-eigen°cbappfcn. Pri zen van een
paar honderd gulden en meer per
stuk, van meer dan duizend gulden
voor een regel komen wel voor. Daar
bij behoeft men niet dadelijk aan een
.hernieuwden dwazen tulpenhandol"
to denken; wanneer een smid, een
scheepskapitein, een bakker bollen
koopon, waarvan ze geen verstand
li eb bon, omdat de markt snel oploopt,
is dat heel wat ander», als wanneer
een vakman ieie goeds koopt om er
van voort te teelen: het eerste is een
zinneloos vertrouwen op het toeval;
het tweede ie een min oj meer overleg
de speculatie, zooals elk vak die wel
eens eischt, vfth' zijn beoefenaars.
Er zijn eeuwenlang steeds nieuwe
soorten in het leven geroepen. Waar
blown die allen? Er zijn er onder go-
gaan, doordat ze uitgetceld waren.
Want men plaat wal telkens jonge
hollen op, maar dia jongen zijn eigen
lijk niet anders dan stukjes van den
oudetn bol, en die kan niet eeuwig
mee.
Bij aardappelen is het niet andere;
de Bravo's en Sclioolmeestere van een
twintig janr geleden verdwenen bijna
uit de marktberichten en de groente
boer kent nu niets andere dan Eigen
heimers en „rooie starren", Redstars.
Andere soorten weer liet. do mode links
liggen en ze deelden het lot van hoe
den en japonnen, waarvan plotseling
niemand meer begrijpt hoe zo ooit
jnooi gevonden werdon.
do kenmerken, zooals de Darwins. Zoo
kregen wo enkele jaren geleden de le-
jlieblóomigo tulpen, wier bloemblade-
ren aan de punt uiteenbuigen. Hier
boven is een bloem afgebeeld; do mooi-
|ste variëteiten maken werkelijk een
sierlijken indruk,
Onze zin is van het stijve, kunstma
tige de laatste jaren overgegaan op
w*at los cn natuurlijk is. Daaronder
'heeft de hyacinth veel te lijden gehad,
j Voor een vijftig jaar stonden er in de
I Overveeneche catalogi nog wel een
I paar honderd soorten vermeld, en dat
was al een heele teruggang bij do l8o
'eeuw, toen er meer aan duizend be-,
stonden. En nu zijn ze geslonken tot
ongeveer dertig algemeen bekende.
Enkele verdwenen nog tijdens den
j oorlog; dat. waren de dubbele, dio al-
o_ l-'lcon in Frankrijk en N. Italiö nog
penhandol waren do bonic tulpen en liefhebbers vonden en wier teelt is
zo bobben do genegenheid der liefheb- opgegeven toen de uitvoer daarheen
Lore bewaard tot lang na dien tijd. De onmogelijk was. Een weemoedige ge.
eoorten, die nog over zijn toonon door I dachto; juist die dubbele hyacinthoii
hun naam nog hun hoogon leeftijd:vierden in de 18de eeuw do grootste
terwijl nu ter wille van onze beste triomphon en waren de trots van hun
bollouklanieu altijd Engelsche namen kweek er». Men heeft wel eene 1000 a
gegeven worden of nturien, dio voor!/ MAW gegeven voor één enkele bol,
een Ivngolsche tong zijn uit te spreken, wat voor dien tijd nog meer was dan
hebben do bonte, de bijbloemen en bi- mi En thans zegt ie dor „wat een
zarren bijbloemen zijn gevlamd op stijve bloem",
witten, bizarren op gelen grond no-1 Gebroeid zijn hyacinthen nog altijd
men uit een verfranachtén tijd: I.o geliefd, als heraut van de lento, dio
Duel, Manage de ma Fillc, Tableau minder ver af lijkt voor wie de geur
de Rubens. |der Aprilsche bloemen om zich heen
Bijbloemen en bizarren zijn geen uit I ruikt. De Russen waren er dol op
zaad vorkregen afzonderlijke soorten; maar dat. behoort tot liet verleden,
ze zijn, zooaLs men ook in den naam De Scandinavische landen, waar men
trachtte uil te drukken, afwijkingen ook graag de lento gedenkt in don
van een soort. In een bed eenkleurige eindeloozen winter, zijn nu do voor-
tulpen is t ook nu nog wei eens een nanmste klanten. De bollen worden
tulp, die breekt, d.w.z. zijn kleur in ook geprepareerd verkocht de laatste
vlammen CD «trc;>on vertoont op een jaren; daardoor zijn ze in December
geien of witten ondergrond. Do af- makkelijk in bloei te kriigen. Het pre-
siammelingen van dien bol houden pareeren beslaat in heel vroeg rooien
meestal dié afwijking, en van de mooi- en een dag of tien heel warm leggen.
Daarna wordt langzaam aan de tem-,
peratuur verminderd tot. gewone
sChuurwarmte. De beliandeling duurt
'i.FDE BLAD drie weken. Voor bohondelde hyacin-
I then rekent men ongeveer een etuiver
meer dan voor de niet-geprepareerde,
maar de broeier heeft dat er wel voor
over, want met feestdagen als de
Kerstmis is er vpel vraag en groote
Bchaarscht.e. Men weet hier tegen
woordig alleraardigst manden niet
hyacinthen op te maken, zóó, dat zelfs
hun ergste vijand er door bekeerd zou
raken. Wat men ook voor kwaadk
kan denken van den vorm, de kleur
bloemen is meest buitengewoon
zacht en mooi, en een veld met hya-
cinthen vormt een schooner harmonie
dan welk ander bolgewas ook ooit ge
en kan.
De lievelingen vrfn den dwazen tul-
Van narcissen zijn er tallooze ver
scheidenheden bijgekomen den laat-
sten tijd; ook Engeland doet daarin
zijn bost. Eveneens is de familie der
gladiolen aanzienlijk uitgebreid door
bet toenemen der belangstelling. Vlak
voor den oorlog hadden we het begin
van een dwaas gladiolussen-handeltje;
men vertelde elkaar vah tien-, van
twintigduizend gulden, die voor een
zakje kralen waren betaald, en bui
tenstaanders kwamen al op het aas af.
De oorlog maakte er een kort einde
aan. Maar-de belangstelling is geble-
Een van de aardigste aanwinsten
onzer heele 1-ollenkraam zijn de pri-
mulinus gladioli ontstaan, door krui
singen met gladiolus primulinus, die
in Afrika in de nabijQieid van de
groote watervallen en stroomversnel
lingen groeit., en zijn stuifmeel tegen
het stuivende water beschermt onder
een sterk overgebogen bloemblad. Bij
na al die priniulini zijn sierliik, niet
Ie groot, en van kleuren die afwisso
len tussschon zachtgeel en zacht.rood.
Voor een oaar jaar zag men ze leeel
veel in de bloemenwinkels, de laatste
jaren' weer minder vaak, zooals alle
afgesneden bloembollen ocliijnen te
verdwijnen uit do winkels en uit de
straathandel. Want. helaas, er is een
kanker in het vak gekomen In de
hoop op meer winst wil men bol c-n
bloem duurder maken; de bii de
vereeniging aangesloten kweekers
moeien zich. volgens de wil der meer
derheid. verbinden, geen bloemen
meer weg te geven, geen losse bloemen
moer te verkoopen dan tegen den prijs
der bollen, wat sommige hollen betreft,
zich te houden aan dé vastgestelde
minimumprijzen. Met niet leden, of
rnet, wegens ontduiking uitgesloten
leden mag geen lid meer zaken doen.
Elk jaar zal het overschot der bollen
worden vernietigd. Het Ideaal van de
meesten is een nogo veel grooter aan
tal onderlinge afspraken en minimum-
prijsbepalingen.
Wat al dwaasheden, waarin men daar
door vervalt. Tegen een buitenland-
schen klant, die graag wat bloeroen ont.
ving, een mooie reclame voor het
vak mooi de kweeker neen zeggen;
een vcrecniglng, die voor een goed
doel een bos tulpen vraagt, moet hij
onverriebterzake wegsturen, ook al gaf
bij ze graag. AUecn de vroege tulpen
vallen buiten den dwang, maar alleen,
omdat hun stelen meestal te kort zijn
om zo in een vaas te zetten. Behalve
die vroege tulpen dan kan de straat
venter geen koopwaar meer krijgen,
tenzij door oneerlijkheid van anderen
of van zichzelf. En dus kan ook de
arme stadsbewoner, die vroeger van
zijn bollendag een paar stuivers kleur
en geur mee naar huis nam, blij, dat
hij zich dat plezier nu ook eens gunnen
koD. nergens meer de Narcissen, Hya-
cinthcn cn late Tulpen koopen, die
overal bij duizenden te veld staan. Zoo
zullen wc misschien over een paar jaar
vergeten zijn. hoe mooie snijbloemen
de bollen opleverden. Want de bloem-
met-bol prijs, vijf h tien cent per stuk,
is veel te duur.
Door minimumprijzen voor de bollen
poogt men zich to vrijwaren tegen ver
lies. Ontduiking en geknoei zullen er
natuurlijk hot gevolg van. zijn. En ver
der vervreemdt men de klanten van
zich, wanneer men ze nooit eens een
koopje gunt. Wanneer er in den boek
handel geen andere dan dure werken
bestonden, zou er in dat soort boeken
minder omgaan dan nu. Want een goed
koop artikel, dat goed is, wekt den
smaak op voor het betere. De bollen,
die men beneden den kostprijs heeft
moeten verkoopen, zijn misschien wel
de doeltreffendste reclame geweest voor
het vak. Laten we hopen, dat de Ver-
ecniging voor -Bloembollencultuur vóór
de groote tentoonstelling de dwangbe-
palingen weet verscheurd te krijgen,
die een last zijn voor den eerlijken vak
man en verwijdering brengen tusschcn
kweekers en publiek.
A. R.
DE BAAIEN ROK
(Nadruk verboden.)
Fransen was een militaire zieken
oppasser uit de oude doos- Hoe ze
tegenwoordig zijn, de militaire ver
plegers, kan ik moeilijk zeggen,
auaar wel weet ik, dat tk in mijn ca-
dettentijd exemplaren heb gezien,
Itaai wie je alles zou heblien durven
toevertrouwen behalve een zieke.
Fransen behoorde tot dit beroemde
soort. Hij was bij e>en influenza-epi-
demie door het militair hos
pitaal te Breda aan de academie
„uitgeleend" en deed dienst op de
zaal van de t/lichte patiënten", waar
hij gelukkig heel weinig kwaad kon
doen.
Fransen was al heel spoedig ons
aller factotum. Hij was altijd bereid
boodschappen voor ons te doen en hij
kwam soms op de zaal, letterlijk om
hangen inet kwatta-reepen, krenten
bollen, sigaretten cm fleschjes sambal.,
Fransen wa3 een wandelend fourage-
magazijn; hij smokkelde alles voor
ons in en uit en er was maar één
zorg bij alle patiënten: dat het mili
taire hospitaal onzen gedienstigen
ziekenoppasser weer zou opeisohen.
Ook Fransen verlangde niets lie
ver dan bij ons te blijven en nie
mand hoopte dan ook meer op een
langen duur der epidemie dan onze
ziekenoppasser. Wat hem nog liet.
best beviel in dezen smokkelhandel,
was. dat zijn vrouw niets van deze
geheime inkomsten af wist, Onze zie
kenoppasser zat namelijk thuis lee-
lijk onder de plak van zijn wederhelft
Als hij zijn wekelijksch traktement
ontvangen had, stond zijn vrouw bij
de poort van het hospitaal en onmid
dellijk eischle zij „alle centen" van
hem op. Fransen, bang voor schan
daal. durfde niet weieeren en gtorf.fce
alles gedwee, zonder morren en zonder
tegenspreken. Dan kreeg hij van haar
twee kwartjes „zakgeld" terug en hij
mocht nog heel vriendelijk ..dank
ie!" zeggen, wanneer hem dat werd
uitbetaald, want als hij in de afgeloo-
nen week ook maar éénmaal lichtelijk
zwaaiend den huiselijken drempel was
overschreden, dan was zijn vrouw on
verbiddelijk en kon hij Zaterdags
naar zijn zakgeld fluiten.
Van zijn nieuwe geheime bron van
inkomsten n» wist Fransen'* vrouw
niets af. Fransen zong en floot, den
heden dag en er was geen vrooliiker
ziekenoppasser denkbaar dan onze
handelaar in kwatta, krentenbollen,
sigaretten en flescbies samfbal. Als hij
al riin koopwaar liad ingewisseld voor
klinkende specie, liet hij de rijksdaal
ders rammelen in ziin zak en hii zei
met een glunder gezicht:
..Da's nou es nvziek, wat? Dal most
me vrouw ncm es kenne hmren Als ze
't wist. dat'k zoo veul cento had.
krabde ze me de oogen uit me kopl"
Op een morgen kwam Fransen ge
heel verelagen op onze zaal. Aan zijn
sombere facie was het onmiddellijk te
zien, dafc een groot, ongeluk hem had
getroffen.
„Wel, Fransen, kerel wat scheelt
aan vroegen wij.
Ais een zoutzak viel hij neer op een
stool en hij keek ons aan met zulke
droeve, waterige oogen, dat het was,
of alle rampen der svereld over hem
waren uitgestort.
„Nou. Fransen', vooruit, kerel, ver
tel opHebben 7.0 je bij de poort ge
attrapeerd
Hij schudde hefe hoofd en snoot z.ijn
nons.
..Erger nog, erger, veul erger 1"
zuchtte hij.
„Wat dan
„M'n vrouw heeft me m'n centen
afgenomen
„Alles?" vroegen wij meewarig.
„Alles!"
We schoten allen in den lach, maar
hij zei zóó droevig: ..Ja, lachen iullU
maar!" dat wij meelij mot hem kre
gen.
„Arme kerel 1" beklaagden wij hem
„En me eigen schuld, me eigen
stomme schuld, da's nog het ergste!"
bromde hij.
„Vertel op!" zei ik.
„Nou, ie mot dan weten, dat ik
gister met me kameraad Pesters en
me vrouw 'n straatje om wandeldel
We maakten gewoon 'n kuiertje, zoo-
als we wel meer doen, he, en kwamen
zoo in de Brugstraat,, toen me vrouw
op eens bii Van Baaien u weet wel,
die winkel op de hoek stilstaat en
tot. Pesters en mij zeit„Kijk es. wat
'n fijne baaien rokDrie guldc-n negen
en negentig 1 't Is geen geld As ik
cento had, dan kocht ik 'em
„Ja", zei ik lachend, as je cento
had. maar die hei niet!"
Nou, we 1 oppen weer door, he, maar
asse we 10 minuten later weer lui Van
Baaien komtne, -staat ze weer stil en
zegt: „Wat 'n rok he? Drie gulden
negon en negentig, 't is gewoon ca
deau I" en ze zeit nog tegen, mij:
„Lammeling, dat je ook nooit es cento
extra meebrengt 1"
Nou, denk ik, laat ik nou ook es
rejaal wezel Het was me, of de rijks-
ZATERDAG 16 MAART.
Londen 2 L.O. 38s M. (Nederl. tijd).
3.60 a.m. Draadloos Concert Trio. Doris
Lee, eopratn.
6.20 n.m. Damesmirtje.
6.60 n.ra. Kinderver-tellingen.
7.35 n.m. Causerie over motoren-
7.50 nJn- Eerste acte vam „Tïie Lily of
KilLarney".
8.40 o.m. Bdheemsche liederen.
0.05 m.m. Bportcausorie,
10.20 run. „Savoy Onpfaeame" en „6a
voy Bands".
Birmingham 6 I. T. 475 M. (Nedorl. tijd).
3.50—4.50 n.m. Damesuurtje.
5.50 a.m. Kinderuurtje.
7,50 n.m. Draadloos Orkest oonoert. Mo-
«art, Rubens,, en®.
0.05 n.m. Tafereelen alt „Hamlet" (Sha
kespeare)-
10,05 m.m. Dansmuziek.
Bournemouth 6 B. M. 385 M. (Ned. tijd).
4.05 n.m. Dansmuziek.
5.05 n.m. Damesuurtje.
5.35 Kinderuurtje.
7.35 n.m. Causerie over „Het verre Oos
8.20—9.50 n.m. Draadloos Conoert. Or
kest en zang.
10.0510.35 n.m. Voortzetting Draadlooe
Concert.
10.36 'a.TH. „Savoy Bands".
Cardiff 5 W. A. 350 M. (Nederl. tijd).
5.20 n.m. „5 W. A's" ,.Five CTClocks".
6.05 n.m. Kinderunrije-
7.35 .n.m. Sportcauserie
7.50 —9.40 n.m. Populaire avond. Draad
loos Concert, zang en muziek. Om 8.45
n.m. o.a. ,,A Comedy of Danger", ta één
acte door Riotiard Hughes.
10.05 „Savoy Bands".
Manohoster 2 Z. IJ. 375 M. (Nod. tijd).
3.50—4.50 n.m. Draadloos Orkest concert.
S.20 n.m. Damosuurtje.
5.45 n.m. Kinderuurtje.
6.50 n.m. Orgelconcert.
8.40—10.20 n.m. Draadloos concert. Zang
niet meewerking o.a. van L. William*
(bariton) Ph. Wilson Wilson (tenor) en
Tom Morrison (solo-viool).
10.20 n ra. „Savov Bands".
Ncwoastle 6 N. O. 400 M. (Ned. fljtf).
4.05 n.m Draadloos Concert.
5.05 n.m. Damesuurtje
5.35 n.m. Kinderuurtje.
7.559.20 ei.m Draadloos Orkestconcert
10.05—10.20 n.m. Vervolg concert.
10.20 n.m. Walker's Band".
ZOND AC, f6 MAART.
London 2 L.O. 365 M (Nedorl- tijd).
3.20—5.20 n.m. Draadloos orgelconcert.
Aan bet oTget Reginald Cora Custard.
Verder Dorothy Robson (sopraan). Eve-
lym Ruegg (solo-viool). Douglas Sharping
ton (bariton).
5.20—6.50 n.m. Kadervertellingen.
3.50 n.m. Religieus Concert.
9.20 in.ra. Draadloos concert, zang en mu
zitfle. O.a. Dorothy Howell (solo-piano) en
Carmen Hill (tweede 6opraam). Verder de
heor en mevrouw Couturier (Tiroolsdhe
muziek) en „The May fair Singers".
10.35 a.m. De heer en mevrouw Ooutu
"ier en „The May fair Singers".
Birmingham 5 I. T. 475 M. (Nederl. .tijd).
3-205.20 n.m. Het muziekcorps van het
5de en ode Koninklijke Warwick regiment
5,206.50 n.m. Kinderuurtje.
8.60 n.m. Religieuze zang van een plaat»
dij. koor.
Verder Bert Aehmore (tenor) en con
cert van het plaatselijk orlkest.
Bournemouth 6 B. M. 385 M. (Ned. tijd).
3.20—6.— n.m. Orgelconcert, organist Ar
thur Marston. Zang van Diana Webster
(tweede sopraan) en Reg. Attridge (ba
riton).
5.20—6.60 n.m. Kinderhoekje.
8.50 n.m. Conoert „Aeolian Quintet".
9 n.m. St. Alban'e Kerkkoor.
9.25—10.05 run. Draadloos concert.
Aeolian Quintet en Trio Agatha Slymour
Burton en Maud M. Venus, viool.
10.35 n.m. Causerie van Majoor How
over Sir Eckwtn Arnold's werken.
Cardiff 5 W. A. 350 M. (Nederl. tijd).
3.504.50 n.m. Vesperzang uit de Llan»
laffikathedraal.
5.205.50 n.m. Kinderverhalen.
8.30 n.m. Het kerkkoor van de St. Mark
3.60 n.m. Avond van Britsdhe compo
Manohoster 2 Z. IJ. 376 M. (Ned. tijd).
3.20 n.m. Draadloos Concert „2 Z. IJ"
orkest. Zang van Beatrice Miranda (so
praan) en Robert Ohiquel) (bariton) Edith
Ashby geeft solo'® op de piano.
5.20—6.50 n.m. Kinderverhalen.
8.20 n.m. Causerie voor jongelui.
8.5010.20 n.m. Zang en muziek Reli
gieuze zang, o.a de lofzang „Josu, Lover
of my Soul". Dar o.m. Pat Ryan (solo-cla
rinet) met phantasieén van Schumann;
Mike) Aren stc in (solo-cello) en Edith
Ashiby (Chopin en Dobussy).
10.35 n.m. Voortzetting oonoert.
Newoastlo 6 N. 0. 400 M. (Ned. tijd).
3.204.50 Draadloos Concert „Bijou Or
chestra". 'afgewisseld door zang van
George Harris (tenor). Maud Greener (so
praan) en John van Zyl (has).
5.20—5.50 o.m. Kinderveriialen.
6.50 n.m. Religieuze dienst uit de
„BrunswidkCthapel".
9.20—10.20 n.m. Avondconcert, muziek
cn zang.
Radioconcert P. C. G. G.
Zondag 16 Maart van 36 nur zal met
het Radio-telefonie station P. C. G. G. van
de N.V. „Ned Radio-Industrie". Beuk
straat 10, Den Haag een Radio-Concert
gegeven worden mei medewerking van
het D. O. G. strijkje onder leiding van
den heOT C. A. Ozinga te Delft. Op bet
programma, komen voor werken vaa
Brahms. Moszfkowsky. Orieg en Mendels-
«ohin.
Na afloop van het ooncert volgen eenige
mededcelingen van algemeenen aard en de
behandeling van eenige ingdkomen bui-
tenlandscho rapporten over voorgaande
radio-ooncerten. alsmede 'n radiovertelling
voor kinderen en beantwoording vah dè
door kinderen geschreven briefjes over
de ontvangst op den voorgaan den Zondag
middag.
Draadloos ooncert der Nederl. Sein-
Zondag 16 Maart werkt aan het N S. F.
oonoert mee „Het Plollnndscho Strijkkwar
tet bestaande uit de heerén J. Leydens-
dorff. J. Röntgen Jr., Bram Mendes en
Til. Can: ver. Gegeven worden stukken
van Beethoven, Schubert, Mendelssohn,
Borodin en Dvorak. Dventueel twee. werken
van Debussy. De 'heer A. Dubois. Direc
teur der N, S F. zal een voordracht hou
den over „De ontwikkeling van den ra»
dio-omroep in Nederland tot op heden en
de plannen voor de boekomst".
INCEZCTNDEN ME DEDEELINCEN
h 60 Cts. per regel.
Al deze concerten ontvangt U superbe
met toestellen of onderdeelen van
TECH. BUR. J. VAN DEN BERG
TEM LIERSSTRAAT 42
daalders in me'porfcemenee brandden!
Ik zeg zoo legen Pestere en me vrouw
„Zeg. loope jullie maar door, ik mot
effe wat vrage aan Sinit!" Die stond
toevallig juist voor de winkel te kij
ken I Mo vrouw en Pesters loopen
door en tegelijk draai ik bij Van Baa
ien binnen en ik zeg
„Juffrouw, geef u mijn net zoo'n
baaien rok as daar voor de ramen
hangt., van drie gulden negen en ne-
eentig". Zij wil 'm inpakken, maar
ik zeg..Nee. laat u maar, bindt u
èm mijn maar onder m'n kapot jas bii
wijze van „keu de Paries". 't Ie 'n
verrassing voor me vrouw, mot je
wete!"
De juffrouw lacht zich 'n kriek en
7,e kome d'er allemaal om heen staan,
Van Baaien en al die meissies. as ze
mij de rok onder m'n kapotjas binden
Ik leg vier gulden neer, krijg 'n cent
terug en ik stap met m'n baaien rok
als „keu de Paries" as 'n haan zoo
ürotsch weer op straat.
Effe later komt me vrouw met
Pest-ers weer anloope I
„Waar ben iii geweest?" vraa-gt ze
zoo.
„Ik? Nergens!" zeg ik. ..Ik heb wat
staan klesse met Smit!" en zoo heb ik
et niet gezeid. of ze staat weer voor de
winkel van van Baaien Ze kijkt maar
naar die rok en zeit„As ik toch cente
iiad he?" Maar zoo'n stuk vent as ik
heb, brengt nooit es wat extra's mee 1"
„Zoo?" zee ik. „Om wat wedde,
dat je die rok van mij kriigt!"
Daar begint zij op eene te lachen en
zeit: „Mot je hem hoore>n! Zoo'n
stuk ongeluk!"
„Nou wedde!" zeg ik nog es!
„Och vaJ dood, jij 1" roept ze nij
dig.
..Niet. wedde? Mijn ook goed Daar
hei je 'm en meteen draai ik mij om
en laat ik hear m'n keu de Paries
zien I
De menschep beginnen allemaal te
lachen, maar wat denk ie. dat m'n
vrouw zeit
„Nou hei je meer cente, ongeluk 1"
Ik dacht, dat ik zoo door as grond
ging. hè? Daar had ik nou heelemaal
geen fedusie op gehadStomme
streekTwintig jaar getrouwd,
en goen oogenblik d'er au gedacht,
dat ze dat daad'lijk zeggen zou!
„Da's niet us, geen cent!" zeg ik.
„Ja wel'", zeit ze, „jij zal mijn 'n
baaien rok geve van drie gulden ne
gen en negentig, as je niet meer cente
heb I We kenne mekaar langer dan
van gister, manGa mee naar huis,
misselijke vent!"
En zoo as ik tfcuis kom, 'zeit ze
..Laat zien je portemenee 1"
Alles heit ze d'er uit genomen,
twaalf gulden en zes en vijftig centen!
„Nou. wat krijg ik nou?" vraag ik.
„Jij, niks! Jij zal me deze dage "al
genoeg besjoegeld hebbeTwaalf gul
den zog en vijftig cent, zonder 'n
woord te zeggeWat 'n kerel 1"
Ik zal me vrouw nog es 'n baaien
rok present geven! In geen honderd
jaar, al wor ik nog es zoo rijk as de
Koningin 1"
J. B. SCHUIL.
Feuilleton
Uit hot Engelsch van
BARONES ORCZY.
(Nadruk verboden).
56)
,Wat bedoel je?"
„Ik zou u iets kunnen vertellen,
dat u van grooten dienst zou zijn,
Ciloyen".
„Én dat is?"
Chauvclin, de speurhond, was da
delijk op zijn qui vivo. De woorden
van den kolendragci', de sluw© uit
drukking in diens oogen, do kruipen
de onderdanigheid tn 's mans hou
ding. alles wees op eeu intrige, on
zoo iets was juist, een kolfje naar de
hand van dezen ongcövcnaardon
spion Hij kwam weer terug, ging op
een stapel rommel naast, het val 'rit
ten en toen Rateau, blijkbaar ver
schrikt over wat. hii gezegd had, een
treft dat. don Citoyenne Cabarrus?]'
beweging maakte, als ora weg te slui
pen, riep Chauvelin hem op barschen
toon toe:
„Hoor je mc niet. Citoyen Rateau?
Spreek op, wat heb je mij te vertel
len, dat mij van dienst zou kunnen
zijn?"
Rateau kromp ineen en deed zijn
best een opkomende hoestbui te be-
dwingeu
„Je hebt teveel gezegd, om je nu
nog te kunneu terugtrekken. Redcnk
dot jo niets ie verliezen en alles te
•n hebt,. Spreek dus op".
„En zult u mij ditmaal voor' i
inlichtingen betalen""
vroeg de oude
Als je de waarheid spreekf. Ja".
„Hoeveel krijg ik er voor?"
„Het zal er van afhangeu, of je in
lichtingen van eenia Loiang zijn of
niet. Treuzel niet langer, of ik roep
Kapitein Boyer naar beneden, otn Je
nnar do gevangenis tte laten bren
gen".
De ko'endrager trilde van angst.
„Als Citoyen Tnllien 1e weten komt.
dat u het. van mij gehoord hebt,
stuurt hij mij zeker naar de guillo
tine".
„Wat heeft Citoyen Tallier. er meo
te maken?"
„U weet toch wel, dat hij Citoyen
ne Cabarru» het hof maakt?"
„En wat jij mij te zeggen hebt, be-
Ratcau knikte toestemmend.
„Zul je nu eindelijk ronduit spre
ken?"
„Zij bedriegt, u, Citoyen", fluister
de Rateau op hecschcn toon.
„Wat bedoel je?"
„Ze is in het complot met den En-
golschman".
„Hoe weet Je dat?"
„Ik heb haar hier twee dagen ge
leden gezien. U weet wel, Citoyen,
nadat, u
„Ja, ja, ga verder", riep Chauvelin
ongeduldig uit.
„Nadat u mij door sergeant Cha-
zot naar de cavflleriekazerne had la
ten brengen. Ze gaven me daar cog
nac te drinken. Wat er daarna ge
beurd is, weet ik niet, maar toen ik
weer tot mezelf kwnni, voelde ik, dat
mijn arrn erg pijnlijk was en ontdek
te toen dit brandmerk. Ik zat op
straat dicht bij het. Arsenaal, Hoe ik
daar gekomen was, weet ik niet. Ik
donk, dat sergeant Chnzot mij daar
liet neerzetten. Volgens 7.iin zeggen,
hod ik niets gedaan dan jammeren,
of ze mij naar Moeder Théot wilden
brengen. Ze heeft zulke kostelijke
zalf, weet. u".
,,.Ta, ja".
„Nu, ik ging hier naar toe. Ik was
nog org licht in het hoofd en mijn
arm gloeide als vuur. Toen hoorde ik
het geluid van steramen. Ik keek naar
hoven en zag hen op de trap staan
praten".
Chauvelin greep hem bii den pols.
„Wie bedoel je?" siste hij.
„Den Engelschman en Citoyenne
Cabarrus", antwoordde. Rateau en
trok kreunend den pijnlijken arm te
rug. t
„Ben je er zeker van, dat zij liet
waren?"
„Jk hoorde hen praten".
„Waarover praatten zij?"
„Dat weet ik niet., maar ik zag den
Engelschman, voor hij haar verliet,
de hand van de Citoyenne kussen".
„En toen?"
„Toen ging de Citoyenne de kamer
van Moeder Théots binnen, en We
Engelschman kwam hierheen. Ik had
nog juist den tijd, mij achter wat
rommel te verbergen. Hij heeft mij
dus niet gezien".
Chauvelin vloekte.
„Is dat alles?" riep hij teleurge
steld uit.
„En wat krijg ik hier nu voor?"
vroeg Rateau.
„Geen cent", antwoordde Chauve
lin op ruwen toon. „En als Citoyen
Tallien hoont, hoe je mij zoo'n leugen
op de mouw hebt willen spelclen
„Ik kan er een eed op doen, dat
het waar is".
„Bah! Citoyenne Cabarrns zal na
tuurlijk zeggen, dat het van het be
gin tot het eind gelogen is. Denk je
soms,- dat ze zoo'n schooier, als jij
bont, eerder zullen gelooven dan
haar".
„U weet nog niet alles", fluisterde
Rateau,
„Wat is er dan nog meer?"
„Belooft u mfj, dat. u mii tegen de
woede van Citoyen Tallien zult be
schermen?"
„Ja, wees maar niet bang. De guil
lotine heeft wel wat betere te doen,
dan zich met zulk gespuis als jii bent,
bezig te houden".
„Luister dan, Citoyen. Als u mij
naar de woning van Citoyenne Ca
barrus in de Rue Villedot wilt ver
gezellen, zal ik u de plaats wijzen,
waar de Engelschman zijn vermom
mingen bergt en u brieven laten zien
dio hij aan de Citoyenne geschreven
heeft, nadat
Hier hield hij even op. versohrikt
door de uitdrukking op het gelaat
van den Terrorist.
Chauvelin zat onbeweeglijk, met
zijn magere hauden, -lie \eef van klau
wen hadden, tusschen de knieën ge
klemd. Ilèl flikkerende licht van de
lantaarn deed de bleekheid van zijn
gelaat nog meer uitkomen en verleen
de onn de holle oogen een bovenna-
tuurlijkan glans.
Gedurende eenige oogenblikken
werd de stilte in het pakhuis slechts
verbroken door het rollen van den
donder en door het eentonig getik van
den regen tegen de ruiten. Daarop
mompelde Chauvelin tusschen de tan
den:
„Als dat waar is Doch hij vol
eindigde zijn zin niet, maar sprong
op en zei op bevelenden toon: ,.Kom
overeind, Citoyen Ratoan, en tra m-e"-
Rateau. die al weer ineenvolvrkt
bij het vat zat, kwam met. m-eite
overeind. Ht'j had zijn klomrven uit
gedaan en trachtte ze nu.met d° be
vende vingers weer aan zijn voeten t.e
stoken.
„Haast Je wat", beet Chauvelin
hem toe. Hij krabbelde een paar woor
den bii het lioht van dr. lantaarn en
reikte den ouden man het briefje over.
„Breng dit naar de Place du Car
rousel Je krijgt dan een kapitein en
een zestal manschappen mee. die ie
naar de woning van Citoyenne Ca-
harruc in de Rue Villedot zullen "er-
gezellen Ik 7,al zo-gmi. dat ik er te
gen dien tijd ook hen".
Wordt vervolgd).