HAARLEM'S DAGBLAD Naar aanleiding van de groote Bloemententoonstelling INSTANTANÉS De laatste Avonturen van den Rooden Pimpernel ZATERDAG 15 MAART 1924 Steeds weer nieuwe soorten Een dreigend gevaar sta teelde ra en vroeger met zorg par tijtjes. De tulpen, waaruit de bonte voortkwamen, waren meestal late, die wel wat op Darwintulpen leken, maar minder stevig en vierkant van bloem en minder fel van kleur. Men noemde moedertuljien) nu heeten breeders. Met de bonte tulpen kwamen later ook de breeders in de verach ting, totdat ongeveer vijftien jaar ge leden het publiek in Engeland en Amerika weer bekoord raakte dobr hun matte, vaak vreemde kleuren en nu rijn zo onder de meest gezochte. Ilun oud-Hollandsche namen hadden ze verloren in hun tijd van tegen spoed; wie vraagt er naar den naam van een verschoppeling 1 Zoodoende ontvingen ze een moderne herdoop. Rijke liefhebbers betalen voor do zeld- zaamste onder hen nu met genoegen «•n dollar en meer per stuk. De Darwintulpen zijn lang zoo oud niet als de breeders. Naar men zegt, komen ze uit N. Frankrijk, waar een familie er wat bezat en ze verkocht aan de firma Kreloge. Spoedig hadden ze do wereld veroverd: hun stevige ste- len maken goede snijbloemen van hen, hun heldere kleuren: fel rood. helder rose, paarsblauw, fluweel zwart wit geel komt nooit voor staan prachtig in den tuin, vooral tegen een achtergrond van ontluikende hees ters. Breeders en Darwintulpen zijn beide late tulpen, wier bloei in de eerste helft van Mei valt. Do vroege tulpen met hun korten steel zijn tegenwoor dig minder in trek bij het publiek, maar enkele ervan kunnen vroeg in bloei getrokken worden en worden bij massa's daarvoor geteeld. Het is vreemd om te zien, hoe in de kas zoo prachtige bloemen op het veld vaak een allesbehalve mooien indruk ma ken: een bloem, die gebroeid van het blanks te znchtroso is. is buiten soms onaanzienlijk groen wit en Vormloos. liet wannen van een nieuw soort komt vaak genoeg voor natuurlijk Belangrijker is het winnen van een nieuwe klasse van eooTten met dezelf- Toen we over de teelt der voornaam-' file bolgewassen spraken, hebben we van gaaien niet gerept. Dit zou ook geen middel kunnen zijn, om een' groote hoeveelheid van één soort te krijgen, want de gekweekte bollen z-ijn niec zaadvast; uit het hun afgewonnen zaud komt mieaohien niet ééne bloem, I die lijkt, op haur oudei's. De kweekers] hebben rich nooit toegelegd op het' verkrijgen van zaadvasie soorten, om dat uitzaaien toch nooit veel toepas sing kan vinden: het duurt te lang. Als iemand narcissen, tulpen of hya- cinihen zaait, mag hij blij zijn, wan neer hij na vijf jaar het eerste piete rige bloemetje ziet, en voordat hij flinke planten heeft, loopen er weer een paar ja3r cverheen. Wie zaait, doet het dan ook niet om zijn partijen te vergrooten, maar in de hoop, een opvallend nieuw soort te winnen. Heeft hij dat geluk, dan wordt zijn moeite rijk beloond, want er is steeds levendige belangstelling voor nieuwig heden, die opvallen door kleur of b!oei-eigen°cbappfcn. Pri zen van een paar honderd gulden en meer per stuk, van meer dan duizend gulden voor een regel komen wel voor. Daar bij behoeft men niet dadelijk aan een .hernieuwden dwazen tulpenhandol" to denken; wanneer een smid, een scheepskapitein, een bakker bollen koopon, waarvan ze geen verstand li eb bon, omdat de markt snel oploopt, is dat heel wat ander», als wanneer een vakman ieie goeds koopt om er van voort te teelen: het eerste is een zinneloos vertrouwen op het toeval; het tweede ie een min oj meer overleg de speculatie, zooals elk vak die wel eens eischt, vfth' zijn beoefenaars. Er zijn eeuwenlang steeds nieuwe soorten in het leven geroepen. Waar blown die allen? Er zijn er onder go- gaan, doordat ze uitgetceld waren. Want men plaat wal telkens jonge hollen op, maar dia jongen zijn eigen lijk niet anders dan stukjes van den oudetn bol, en die kan niet eeuwig mee. Bij aardappelen is het niet andere; de Bravo's en Sclioolmeestere van een twintig janr geleden verdwenen bijna uit de marktberichten en de groente boer kent nu niets andere dan Eigen heimers en „rooie starren", Redstars. Andere soorten weer liet. do mode links liggen en ze deelden het lot van hoe den en japonnen, waarvan plotseling niemand meer begrijpt hoe zo ooit jnooi gevonden werdon. do kenmerken, zooals de Darwins. Zoo kregen wo enkele jaren geleden de le- jlieblóomigo tulpen, wier bloemblade- ren aan de punt uiteenbuigen. Hier boven is een bloem afgebeeld; do mooi- |ste variëteiten maken werkelijk een sierlijken indruk, Onze zin is van het stijve, kunstma tige de laatste jaren overgegaan op w*at los cn natuurlijk is. Daaronder 'heeft de hyacinth veel te lijden gehad, j Voor een vijftig jaar stonden er in de I Overveeneche catalogi nog wel een I paar honderd soorten vermeld, en dat was al een heele teruggang bij do l8o 'eeuw, toen er meer aan duizend be-, stonden. En nu zijn ze geslonken tot ongeveer dertig algemeen bekende. Enkele verdwenen nog tijdens den j oorlog; dat. waren de dubbele, dio al- o_ l-'lcon in Frankrijk en N. Italiö nog penhandol waren do bonic tulpen en liefhebbers vonden en wier teelt is zo bobben do genegenheid der liefheb- opgegeven toen de uitvoer daarheen Lore bewaard tot lang na dien tijd. De onmogelijk was. Een weemoedige ge. eoorten, die nog over zijn toonon door I dachto; juist die dubbele hyacinthoii hun naam nog hun hoogon leeftijd:vierden in de 18de eeuw do grootste terwijl nu ter wille van onze beste triomphon en waren de trots van hun bollouklanieu altijd Engelsche namen kweek er». Men heeft wel eene 1000 a gegeven worden of nturien, dio voor!/ MAW gegeven voor één enkele bol, een Ivngolsche tong zijn uit te spreken, wat voor dien tijd nog meer was dan hebben do bonte, de bijbloemen en bi- mi En thans zegt ie dor „wat een zarren bijbloemen zijn gevlamd op stijve bloem", witten, bizarren op gelen grond no-1 Gebroeid zijn hyacinthen nog altijd men uit een verfranachtén tijd: I.o geliefd, als heraut van de lento, dio Duel, Manage de ma Fillc, Tableau minder ver af lijkt voor wie de geur de Rubens. |der Aprilsche bloemen om zich heen Bijbloemen en bizarren zijn geen uit I ruikt. De Russen waren er dol op zaad vorkregen afzonderlijke soorten; maar dat. behoort tot liet verleden, ze zijn, zooaLs men ook in den naam De Scandinavische landen, waar men trachtte uil te drukken, afwijkingen ook graag de lento gedenkt in don van een soort. In een bed eenkleurige eindeloozen winter, zijn nu do voor- tulpen is t ook nu nog wei eens een nanmste klanten. De bollen worden tulp, die breekt, d.w.z. zijn kleur in ook geprepareerd verkocht de laatste vlammen CD «trc;>on vertoont op een jaren; daardoor zijn ze in December geien of witten ondergrond. Do af- makkelijk in bloei te kriigen. Het pre- siammelingen van dien bol houden pareeren beslaat in heel vroeg rooien meestal dié afwijking, en van de mooi- en een dag of tien heel warm leggen. Daarna wordt langzaam aan de tem-, peratuur verminderd tot. gewone sChuurwarmte. De beliandeling duurt 'i.FDE BLAD drie weken. Voor bohondelde hyacin- I then rekent men ongeveer een etuiver meer dan voor de niet-geprepareerde, maar de broeier heeft dat er wel voor over, want met feestdagen als de Kerstmis is er vpel vraag en groote Bchaarscht.e. Men weet hier tegen woordig alleraardigst manden niet hyacinthen op te maken, zóó, dat zelfs hun ergste vijand er door bekeerd zou raken. Wat men ook voor kwaadk kan denken van den vorm, de kleur bloemen is meest buitengewoon zacht en mooi, en een veld met hya- cinthen vormt een schooner harmonie dan welk ander bolgewas ook ooit ge en kan. De lievelingen vrfn den dwazen tul- Van narcissen zijn er tallooze ver scheidenheden bijgekomen den laat- sten tijd; ook Engeland doet daarin zijn bost. Eveneens is de familie der gladiolen aanzienlijk uitgebreid door bet toenemen der belangstelling. Vlak voor den oorlog hadden we het begin van een dwaas gladiolussen-handeltje; men vertelde elkaar vah tien-, van twintigduizend gulden, die voor een zakje kralen waren betaald, en bui tenstaanders kwamen al op het aas af. De oorlog maakte er een kort einde aan. Maar-de belangstelling is geble- Een van de aardigste aanwinsten onzer heele 1-ollenkraam zijn de pri- mulinus gladioli ontstaan, door krui singen met gladiolus primulinus, die in Afrika in de nabijQieid van de groote watervallen en stroomversnel lingen groeit., en zijn stuifmeel tegen het stuivende water beschermt onder een sterk overgebogen bloemblad. Bij na al die priniulini zijn sierliik, niet Ie groot, en van kleuren die afwisso len tussschon zachtgeel en zacht.rood. Voor een oaar jaar zag men ze leeel veel in de bloemenwinkels, de laatste jaren' weer minder vaak, zooals alle afgesneden bloembollen ocliijnen te verdwijnen uit do winkels en uit de straathandel. Want. helaas, er is een kanker in het vak gekomen In de hoop op meer winst wil men bol c-n bloem duurder maken; de bii de vereeniging aangesloten kweekers moeien zich. volgens de wil der meer derheid. verbinden, geen bloemen meer weg te geven, geen losse bloemen moer te verkoopen dan tegen den prijs der bollen, wat sommige hollen betreft, zich te houden aan dé vastgestelde minimumprijzen. Met niet leden, of rnet, wegens ontduiking uitgesloten leden mag geen lid meer zaken doen. Elk jaar zal het overschot der bollen worden vernietigd. Het Ideaal van de meesten is een nogo veel grooter aan tal onderlinge afspraken en minimum- prijsbepalingen. Wat al dwaasheden, waarin men daar door vervalt. Tegen een buitenland- schen klant, die graag wat bloeroen ont. ving, een mooie reclame voor het vak mooi de kweeker neen zeggen; een vcrecniglng, die voor een goed doel een bos tulpen vraagt, moet hij onverriebterzake wegsturen, ook al gaf bij ze graag. AUecn de vroege tulpen vallen buiten den dwang, maar alleen, omdat hun stelen meestal te kort zijn om zo in een vaas te zetten. Behalve die vroege tulpen dan kan de straat venter geen koopwaar meer krijgen, tenzij door oneerlijkheid van anderen of van zichzelf. En dus kan ook de arme stadsbewoner, die vroeger van zijn bollendag een paar stuivers kleur en geur mee naar huis nam, blij, dat hij zich dat plezier nu ook eens gunnen koD. nergens meer de Narcissen, Hya- cinthcn cn late Tulpen koopen, die overal bij duizenden te veld staan. Zoo zullen wc misschien over een paar jaar vergeten zijn. hoe mooie snijbloemen de bollen opleverden. Want de bloem- met-bol prijs, vijf h tien cent per stuk, is veel te duur. Door minimumprijzen voor de bollen poogt men zich to vrijwaren tegen ver lies. Ontduiking en geknoei zullen er natuurlijk hot gevolg van. zijn. En ver der vervreemdt men de klanten van zich, wanneer men ze nooit eens een koopje gunt. Wanneer er in den boek handel geen andere dan dure werken bestonden, zou er in dat soort boeken minder omgaan dan nu. Want een goed koop artikel, dat goed is, wekt den smaak op voor het betere. De bollen, die men beneden den kostprijs heeft moeten verkoopen, zijn misschien wel de doeltreffendste reclame geweest voor het vak. Laten we hopen, dat de Ver- ecniging voor -Bloembollencultuur vóór de groote tentoonstelling de dwangbe- palingen weet verscheurd te krijgen, die een last zijn voor den eerlijken vak man en verwijdering brengen tusschcn kweekers en publiek. A. R. DE BAAIEN ROK (Nadruk verboden.) Fransen was een militaire zieken oppasser uit de oude doos- Hoe ze tegenwoordig zijn, de militaire ver plegers, kan ik moeilijk zeggen, auaar wel weet ik, dat tk in mijn ca- dettentijd exemplaren heb gezien, Itaai wie je alles zou heblien durven toevertrouwen behalve een zieke. Fransen behoorde tot dit beroemde soort. Hij was bij e>en influenza-epi- demie door het militair hos pitaal te Breda aan de academie „uitgeleend" en deed dienst op de zaal van de t/lichte patiënten", waar hij gelukkig heel weinig kwaad kon doen. Fransen was al heel spoedig ons aller factotum. Hij was altijd bereid boodschappen voor ons te doen en hij kwam soms op de zaal, letterlijk om hangen inet kwatta-reepen, krenten bollen, sigaretten cm fleschjes sambal., Fransen wa3 een wandelend fourage- magazijn; hij smokkelde alles voor ons in en uit en er was maar één zorg bij alle patiënten: dat het mili taire hospitaal onzen gedienstigen ziekenoppasser weer zou opeisohen. Ook Fransen verlangde niets lie ver dan bij ons te blijven en nie mand hoopte dan ook meer op een langen duur der epidemie dan onze ziekenoppasser. Wat hem nog liet. best beviel in dezen smokkelhandel, was. dat zijn vrouw niets van deze geheime inkomsten af wist, Onze zie kenoppasser zat namelijk thuis lee- lijk onder de plak van zijn wederhelft Als hij zijn wekelijksch traktement ontvangen had, stond zijn vrouw bij de poort van het hospitaal en onmid dellijk eischle zij „alle centen" van hem op. Fransen, bang voor schan daal. durfde niet weieeren en gtorf.fce alles gedwee, zonder morren en zonder tegenspreken. Dan kreeg hij van haar twee kwartjes „zakgeld" terug en hij mocht nog heel vriendelijk ..dank ie!" zeggen, wanneer hem dat werd uitbetaald, want als hij in de afgeloo- nen week ook maar éénmaal lichtelijk zwaaiend den huiselijken drempel was overschreden, dan was zijn vrouw on verbiddelijk en kon hij Zaterdags naar zijn zakgeld fluiten. Van zijn nieuwe geheime bron van inkomsten n» wist Fransen'* vrouw niets af. Fransen zong en floot, den heden dag en er was geen vrooliiker ziekenoppasser denkbaar dan onze handelaar in kwatta, krentenbollen, sigaretten en flescbies samfbal. Als hij al riin koopwaar liad ingewisseld voor klinkende specie, liet hij de rijksdaal ders rammelen in ziin zak en hii zei met een glunder gezicht: ..Da's nou es nvziek, wat? Dal most me vrouw ncm es kenne hmren Als ze 't wist. dat'k zoo veul cento had. krabde ze me de oogen uit me kopl" Op een morgen kwam Fransen ge heel verelagen op onze zaal. Aan zijn sombere facie was het onmiddellijk te zien, dafc een groot, ongeluk hem had getroffen. „Wel, Fransen, kerel wat scheelt aan vroegen wij. Ais een zoutzak viel hij neer op een stool en hij keek ons aan met zulke droeve, waterige oogen, dat het was, of alle rampen der svereld over hem waren uitgestort. „Nou. Fransen', vooruit, kerel, ver tel opHebben 7.0 je bij de poort ge attrapeerd Hij schudde hefe hoofd en snoot z.ijn nons. ..Erger nog, erger, veul erger 1" zuchtte hij. „Wat dan „M'n vrouw heeft me m'n centen afgenomen „Alles?" vroegen wij meewarig. „Alles!" We schoten allen in den lach, maar hij zei zóó droevig: ..Ja, lachen iullU maar!" dat wij meelij mot hem kre gen. „Arme kerel 1" beklaagden wij hem „En me eigen schuld, me eigen stomme schuld, da's nog het ergste!" bromde hij. „Vertel op!" zei ik. „Nou, ie mot dan weten, dat ik gister met me kameraad Pesters en me vrouw 'n straatje om wandeldel We maakten gewoon 'n kuiertje, zoo- als we wel meer doen, he, en kwamen zoo in de Brugstraat,, toen me vrouw op eens bii Van Baaien u weet wel, die winkel op de hoek stilstaat en tot. Pesters en mij zeit„Kijk es. wat 'n fijne baaien rokDrie guldc-n negen en negentig 1 't Is geen geld As ik cento had, dan kocht ik 'em „Ja", zei ik lachend, as je cento had. maar die hei niet!" Nou, we 1 oppen weer door, he, maar asse we 10 minuten later weer lui Van Baaien komtne, -staat ze weer stil en zegt: „Wat 'n rok he? Drie gulden negon en negentig, 't is gewoon ca deau I" en ze zeit nog tegen, mij: „Lammeling, dat je ook nooit es cento extra meebrengt 1" Nou, denk ik, laat ik nou ook es rejaal wezel Het was me, of de rijks- ZATERDAG 16 MAART. Londen 2 L.O. 38s M. (Nederl. tijd). 3.60 a.m. Draadloos Concert Trio. Doris Lee, eopratn. 6.20 n.m. Damesmirtje. 6.60 n.ra. Kinderver-tellingen. 7.35 n.m. Causerie over motoren- 7.50 nJn- Eerste acte vam „Tïie Lily of KilLarney". 8.40 o.m. Bdheemsche liederen. 0.05 m.m. Bportcausorie, 10.20 run. „Savoy Onpfaeame" en „6a voy Bands". Birmingham 6 I. T. 475 M. (Nedorl. tijd). 3.50—4.50 n.m. Damesuurtje. 5.50 a.m. Kinderuurtje. 7,50 n.m. Draadloos Orkest oonoert. Mo- «art, Rubens,, en®. 0.05 n.m. Tafereelen alt „Hamlet" (Sha kespeare)- 10,05 m.m. Dansmuziek. Bournemouth 6 B. M. 385 M. (Ned. tijd). 4.05 n.m. Dansmuziek. 5.05 n.m. Damesuurtje. 5.35 Kinderuurtje. 7.35 n.m. Causerie over „Het verre Oos 8.20—9.50 n.m. Draadloos Conoert. Or kest en zang. 10.0510.35 n.m. Voortzetting Draadlooe Concert. 10.36 'a.TH. „Savoy Bands". Cardiff 5 W. A. 350 M. (Nederl. tijd). 5.20 n.m. „5 W. A's" ,.Five CTClocks". 6.05 n.m. Kinderunrije- 7.35 .n.m. Sportcauserie 7.50 —9.40 n.m. Populaire avond. Draad loos Concert, zang en muziek. Om 8.45 n.m. o.a. ,,A Comedy of Danger", ta één acte door Riotiard Hughes. 10.05 „Savoy Bands". Manohoster 2 Z. IJ. 375 M. (Nod. tijd). 3.50—4.50 n.m. Draadloos Orkest concert. S.20 n.m. Damosuurtje. 5.45 n.m. Kinderuurtje. 6.50 n.m. Orgelconcert. 8.40—10.20 n.m. Draadloos concert. Zang niet meewerking o.a. van L. William* (bariton) Ph. Wilson Wilson (tenor) en Tom Morrison (solo-viool). 10.20 n ra. „Savov Bands". Ncwoastle 6 N. O. 400 M. (Ned. fljtf). 4.05 n.m Draadloos Concert. 5.05 n.m. Damesuurtje 5.35 n.m. Kinderuurtje. 7.559.20 ei.m Draadloos Orkestconcert 10.05—10.20 n.m. Vervolg concert. 10.20 n.m. Walker's Band". ZOND AC, f6 MAART. London 2 L.O. 365 M (Nedorl- tijd). 3.20—5.20 n.m. Draadloos orgelconcert. Aan bet oTget Reginald Cora Custard. Verder Dorothy Robson (sopraan). Eve- lym Ruegg (solo-viool). Douglas Sharping ton (bariton). 5.20—6.50 n.m. Kadervertellingen. 3.50 n.m. Religieus Concert. 9.20 in.ra. Draadloos concert, zang en mu zitfle. O.a. Dorothy Howell (solo-piano) en Carmen Hill (tweede 6opraam). Verder de heor en mevrouw Couturier (Tiroolsdhe muziek) en „The May fair Singers". 10.35 a.m. De heer en mevrouw Ooutu "ier en „The May fair Singers". Birmingham 5 I. T. 475 M. (Nederl. .tijd). 3-205.20 n.m. Het muziekcorps van het 5de en ode Koninklijke Warwick regiment 5,206.50 n.m. Kinderuurtje. 8.60 n.m. Religieuze zang van een plaat» dij. koor. Verder Bert Aehmore (tenor) en con cert van het plaatselijk orlkest. Bournemouth 6 B. M. 385 M. (Ned. tijd). 3.20—6.— n.m. Orgelconcert, organist Ar thur Marston. Zang van Diana Webster (tweede sopraan) en Reg. Attridge (ba riton). 5.20—6.60 n.m. Kinderhoekje. 8.50 n.m. Conoert „Aeolian Quintet". 9 n.m. St. Alban'e Kerkkoor. 9.25—10.05 run. Draadloos concert. Aeolian Quintet en Trio Agatha Slymour Burton en Maud M. Venus, viool. 10.35 n.m. Causerie van Majoor How over Sir Eckwtn Arnold's werken. Cardiff 5 W. A. 350 M. (Nederl. tijd). 3.504.50 n.m. Vesperzang uit de Llan» laffikathedraal. 5.205.50 n.m. Kinderverhalen. 8.30 n.m. Het kerkkoor van de St. Mark 3.60 n.m. Avond van Britsdhe compo Manohoster 2 Z. IJ. 376 M. (Ned. tijd). 3.20 n.m. Draadloos Concert „2 Z. IJ" orkest. Zang van Beatrice Miranda (so praan) en Robert Ohiquel) (bariton) Edith Ashby geeft solo'® op de piano. 5.20—6.50 n.m. Kinderverhalen. 8.20 n.m. Causerie voor jongelui. 8.5010.20 n.m. Zang en muziek Reli gieuze zang, o.a de lofzang „Josu, Lover of my Soul". Dar o.m. Pat Ryan (solo-cla rinet) met phantasieén van Schumann; Mike) Aren stc in (solo-cello) en Edith Ashiby (Chopin en Dobussy). 10.35 n.m. Voortzetting oonoert. Newoastlo 6 N. 0. 400 M. (Ned. tijd). 3.204.50 Draadloos Concert „Bijou Or chestra". 'afgewisseld door zang van George Harris (tenor). Maud Greener (so praan) en John van Zyl (has). 5.20—5.50 o.m. Kinderveriialen. 6.50 n.m. Religieuze dienst uit de „BrunswidkCthapel". 9.20—10.20 n.m. Avondconcert, muziek cn zang. Radioconcert P. C. G. G. Zondag 16 Maart van 36 nur zal met het Radio-telefonie station P. C. G. G. van de N.V. „Ned Radio-Industrie". Beuk straat 10, Den Haag een Radio-Concert gegeven worden mei medewerking van het D. O. G. strijkje onder leiding van den heOT C. A. Ozinga te Delft. Op bet programma, komen voor werken vaa Brahms. Moszfkowsky. Orieg en Mendels- «ohin. Na afloop van het ooncert volgen eenige mededcelingen van algemeenen aard en de behandeling van eenige ingdkomen bui- tenlandscho rapporten over voorgaande radio-ooncerten. alsmede 'n radiovertelling voor kinderen en beantwoording vah dè door kinderen geschreven briefjes over de ontvangst op den voorgaan den Zondag middag. Draadloos ooncert der Nederl. Sein- Zondag 16 Maart werkt aan het N S. F. oonoert mee „Het Plollnndscho Strijkkwar tet bestaande uit de heerén J. Leydens- dorff. J. Röntgen Jr., Bram Mendes en Til. Can: ver. Gegeven worden stukken van Beethoven, Schubert, Mendelssohn, Borodin en Dvorak. Dventueel twee. werken van Debussy. De 'heer A. Dubois. Direc teur der N, S F. zal een voordracht hou den over „De ontwikkeling van den ra» dio-omroep in Nederland tot op heden en de plannen voor de boekomst". INCEZCTNDEN ME DEDEELINCEN h 60 Cts. per regel. Al deze concerten ontvangt U superbe met toestellen of onderdeelen van TECH. BUR. J. VAN DEN BERG TEM LIERSSTRAAT 42 daalders in me'porfcemenee brandden! Ik zeg zoo legen Pestere en me vrouw „Zeg. loope jullie maar door, ik mot effe wat vrage aan Sinit!" Die stond toevallig juist voor de winkel te kij ken I Mo vrouw en Pesters loopen door en tegelijk draai ik bij Van Baa ien binnen en ik zeg „Juffrouw, geef u mijn net zoo'n baaien rok as daar voor de ramen hangt., van drie gulden negen en ne- eentig". Zij wil 'm inpakken, maar ik zeg..Nee. laat u maar, bindt u èm mijn maar onder m'n kapot jas bii wijze van „keu de Paries". 't Ie 'n verrassing voor me vrouw, mot je wete!" De juffrouw lacht zich 'n kriek en 7,e kome d'er allemaal om heen staan, Van Baaien en al die meissies. as ze mij de rok onder m'n kapotjas binden Ik leg vier gulden neer, krijg 'n cent terug en ik stap met m'n baaien rok als „keu de Paries" as 'n haan zoo ürotsch weer op straat. Effe later komt me vrouw met Pest-ers weer anloope I „Waar ben iii geweest?" vraa-gt ze zoo. „Ik? Nergens!" zeg ik. ..Ik heb wat staan klesse met Smit!" en zoo heb ik et niet gezeid. of ze staat weer voor de winkel van van Baaien Ze kijkt maar naar die rok en zeit„As ik toch cente iiad he?" Maar zoo'n stuk vent as ik heb, brengt nooit es wat extra's mee 1" „Zoo?" zee ik. „Om wat wedde, dat je die rok van mij kriigt!" Daar begint zij op eene te lachen en zeit: „Mot je hem hoore>n! Zoo'n stuk ongeluk!" „Nou wedde!" zeg ik nog es! „Och vaJ dood, jij 1" roept ze nij dig. ..Niet. wedde? Mijn ook goed Daar hei je 'm en meteen draai ik mij om en laat ik hear m'n keu de Paries zien I De menschep beginnen allemaal te lachen, maar wat denk ie. dat m'n vrouw zeit „Nou hei je meer cente, ongeluk 1" Ik dacht, dat ik zoo door as grond ging. hè? Daar had ik nou heelemaal geen fedusie op gehadStomme streekTwintig jaar getrouwd, en goen oogenblik d'er au gedacht, dat ze dat daad'lijk zeggen zou! „Da's niet us, geen cent!" zeg ik. „Ja wel'", zeit ze, „jij zal mijn 'n baaien rok geve van drie gulden ne gen en negentig, as je niet meer cente heb I We kenne mekaar langer dan van gister, manGa mee naar huis, misselijke vent!" En zoo as ik tfcuis kom, 'zeit ze ..Laat zien je portemenee 1" Alles heit ze d'er uit genomen, twaalf gulden en zes en vijftig centen! „Nou. wat krijg ik nou?" vraag ik. „Jij, niks! Jij zal me deze dage "al genoeg besjoegeld hebbeTwaalf gul den zog en vijftig cent, zonder 'n woord te zeggeWat 'n kerel 1" Ik zal me vrouw nog es 'n baaien rok present geven! In geen honderd jaar, al wor ik nog es zoo rijk as de Koningin 1" J. B. SCHUIL. Feuilleton Uit hot Engelsch van BARONES ORCZY. (Nadruk verboden). 56) ,Wat bedoel je?" „Ik zou u iets kunnen vertellen, dat u van grooten dienst zou zijn, Ciloyen". „Én dat is?" Chauvclin, de speurhond, was da delijk op zijn qui vivo. De woorden van den kolendragci', de sluw© uit drukking in diens oogen, do kruipen de onderdanigheid tn 's mans hou ding. alles wees op eeu intrige, on zoo iets was juist, een kolfje naar de hand van dezen ongcövcnaardon spion Hij kwam weer terug, ging op een stapel rommel naast, het val 'rit ten en toen Rateau, blijkbaar ver schrikt over wat. hii gezegd had, een treft dat. don Citoyenne Cabarrus?]' beweging maakte, als ora weg te slui pen, riep Chauvelin hem op barschen toon toe: „Hoor je mc niet. Citoyen Rateau? Spreek op, wat heb je mij te vertel len, dat mij van dienst zou kunnen zijn?" Rateau kromp ineen en deed zijn best een opkomende hoestbui te be- dwingeu „Je hebt teveel gezegd, om je nu nog te kunneu terugtrekken. Redcnk dot jo niets ie verliezen en alles te •n hebt,. Spreek dus op". „En zult u mij ditmaal voor' i inlichtingen betalen"" vroeg de oude Als je de waarheid spreekf. Ja". „Hoeveel krijg ik er voor?" „Het zal er van afhangeu, of je in lichtingen van eenia Loiang zijn of niet. Treuzel niet langer, of ik roep Kapitein Boyer naar beneden, otn Je nnar do gevangenis tte laten bren gen". De ko'endrager trilde van angst. „Als Citoyen Tnllien 1e weten komt. dat u het. van mij gehoord hebt, stuurt hij mij zeker naar de guillo tine". „Wat heeft Citoyen Tallier. er meo te maken?" „U weet toch wel, dat hij Citoyen ne Cabarru» het hof maakt?" „En wat jij mij te zeggen hebt, be- Ratcau knikte toestemmend. „Zul je nu eindelijk ronduit spre ken?" „Zij bedriegt, u, Citoyen", fluister de Rateau op hecschcn toon. „Wat bedoel je?" „Ze is in het complot met den En- golschman". „Hoe weet Je dat?" „Ik heb haar hier twee dagen ge leden gezien. U weet wel, Citoyen, nadat, u „Ja, ja, ga verder", riep Chauvelin ongeduldig uit. „Nadat u mij door sergeant Cha- zot naar de cavflleriekazerne had la ten brengen. Ze gaven me daar cog nac te drinken. Wat er daarna ge beurd is, weet ik niet, maar toen ik weer tot mezelf kwnni, voelde ik, dat mijn arrn erg pijnlijk was en ontdek te toen dit brandmerk. Ik zat op straat dicht bij het. Arsenaal, Hoe ik daar gekomen was, weet ik niet. Ik donk, dat sergeant Chnzot mij daar liet neerzetten. Volgens 7.iin zeggen, hod ik niets gedaan dan jammeren, of ze mij naar Moeder Théot wilden brengen. Ze heeft zulke kostelijke zalf, weet. u". ,,.Ta, ja". „Nu, ik ging hier naar toe. Ik was nog org licht in het hoofd en mijn arm gloeide als vuur. Toen hoorde ik het geluid van steramen. Ik keek naar hoven en zag hen op de trap staan praten". Chauvelin greep hem bii den pols. „Wie bedoel je?" siste hij. „Den Engelschman en Citoyenne Cabarrus", antwoordde. Rateau en trok kreunend den pijnlijken arm te rug. t „Ben je er zeker van, dat zij liet waren?" „Jk hoorde hen praten". „Waarover praatten zij?" „Dat weet ik niet., maar ik zag den Engelschman, voor hij haar verliet, de hand van de Citoyenne kussen". „En toen?" „Toen ging de Citoyenne de kamer van Moeder Théots binnen, en We Engelschman kwam hierheen. Ik had nog juist den tijd, mij achter wat rommel te verbergen. Hij heeft mij dus niet gezien". Chauvelin vloekte. „Is dat alles?" riep hij teleurge steld uit. „En wat krijg ik hier nu voor?" vroeg Rateau. „Geen cent", antwoordde Chauve lin op ruwen toon. „En als Citoyen Tallien hoont, hoe je mij zoo'n leugen op de mouw hebt willen spelclen „Ik kan er een eed op doen, dat het waar is". „Bah! Citoyenne Cabarrns zal na tuurlijk zeggen, dat het van het be gin tot het eind gelogen is. Denk je soms,- dat ze zoo'n schooier, als jij bont, eerder zullen gelooven dan haar". „U weet nog niet alles", fluisterde Rateau, „Wat is er dan nog meer?" „Belooft u mfj, dat. u mii tegen de woede van Citoyen Tallien zult be schermen?" „Ja, wees maar niet bang. De guil lotine heeft wel wat betere te doen, dan zich met zulk gespuis als jii bent, bezig te houden". „Luister dan, Citoyen. Als u mij naar de woning van Citoyenne Ca barrus in de Rue Villedot wilt ver gezellen, zal ik u de plaats wijzen, waar de Engelschman zijn vermom mingen bergt en u brieven laten zien dio hij aan de Citoyenne geschreven heeft, nadat Hier hield hij even op. versohrikt door de uitdrukking op het gelaat van den Terrorist. Chauvelin zat onbeweeglijk, met zijn magere hauden, -lie \eef van klau wen hadden, tusschen de knieën ge klemd. Ilèl flikkerende licht van de lantaarn deed de bleekheid van zijn gelaat nog meer uitkomen en verleen de onn de holle oogen een bovenna- tuurlijkan glans. Gedurende eenige oogenblikken werd de stilte in het pakhuis slechts verbroken door het rollen van den donder en door het eentonig getik van den regen tegen de ruiten. Daarop mompelde Chauvelin tusschen de tan den: „Als dat waar is Doch hij vol eindigde zijn zin niet, maar sprong op en zei op bevelenden toon: ,.Kom overeind, Citoyen Ratoan, en tra m-e"- Rateau. die al weer ineenvolvrkt bij het vat zat, kwam met. m-eite overeind. Ht'j had zijn klomrven uit gedaan en trachtte ze nu.met d° be vende vingers weer aan zijn voeten t.e stoken. „Haast Je wat", beet Chauvelin hem toe. Hij krabbelde een paar woor den bii het lioht van dr. lantaarn en reikte den ouden man het briefje over. „Breng dit naar de Place du Car rousel Je krijgt dan een kapitein en een zestal manschappen mee. die ie naar de woning van Citoyenne Ca- harruc in de Rue Villedot zullen "er- gezellen Ik 7,al zo-gmi. dat ik er te gen dien tijd ook hen". Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 15