HAARLEM'S DAGBLAD
HET TOONEEL
FLITSEN
'ÉIHONIG'S
Puddingen
OE SCHIJNVERLOVING
VRIJDAG 18 JULI 1924
TWEEDE BLAD
Een merkwaardige Enquête voor
tooneelspelers
(Psychologischs Beschouwing over toe r et ispel en tooneelspelsr, door
Or. H. J. H. van Llmdsn.i
Dr. H. J. H. van Lienden heeft
voor ziju proefschrift een onderwerp ge-
koren, dat niet alleen in niedischen
kring belangstelling verdient. Hij heeft
namelijk een studie gemaakt van de
psychologie van de tooneelspelers ea de
resultaten van rijn onderroek neerge
legd in een brochure, die bij de gebroe
ders Hoitsema te Groningen is ver
schenen.
Dr. Van Lienden heeft rijn onderwerp
zuiver als medicus behandeld ea het
spreekt wel vanrelf, dat ik, als leek, mij
me: op rijn terrein relfs al
gaat het over tooneelspelers en too-
neclspel ga begeven. Mij heb
ben als tooneelcriucus ia dere
ac uitkomsten
vin een door Dr. Van Lienden gehou
den enquête onder de tooneelartis ea in
Nederland getroffen en het leek mij ook
voor mijn ierers wel van belang iets
meer van dere enquête te vernemen, om
dat rij een opmerkelijken kijk geeft
op de tooneelspelers, hun psyche en
hun werk.
Dr. Van Lienden heeft bij rijn enquête
enkele vragen gesteld, die de kern ra
ken van het tooneelspel en daaaom is
ook voor niet-mcdici de beantwoording
van dere vragen door d« tooneelspelers
reer lerens waard. Bij de vraag bijvoor
beeld „Is u, als u speelt, geheel in
uw rol of kunt gij opmerkingen fluis
teren geheel buiten uw rol?" staan wij
onmiddellijk midden ia het brandpunt
van den strijd tu>«chen a groepen van
tooneelartisten, namelijk van hen, die
beweren, dat de tooneelspelers als
Eleonora Duse volkomen in hun rol
moeten opgaan, de emotie op het too-
neel als he: ware moeten „doorleven",
en van degenen, die meer.en. dat de
tooneelspelers steeds als Coquelio
boven hun rol moeten staan, „hun li
chaam moeten bespelen" en hun spel
dot voortdurend moeten controleeren.
Bij de enquête van I>r. Van Lienden
nu gaven 4' procent als antwoord, dat
rij steeds geheel in bun rol rijn 38 pro-
rent staan echter blijkbaar aan den kant
vin Coquelin en verzekerden. d\t rsj
ook tijdens het spel buiten hun rol
opmerkingen kunnen fluisteren :n er
dus nooit geheel en al in rijn.
Opmerkelijk wa* het antwoord, dat
volgens Dr. Van Lienden één van ome
eerste taoneelkunstenaars ik zou bima
wel darren raden wie op dere
vraag gaf. „Ken goed acteur staat al
tijd boven rijn rol rn bestuurt rijn doen
en laten van uit rijn herten», waar ook
voor coroedie,pelen de centrale G.
„Een acteur, die i n rijn rol rit. be-
heersdit rich relt' en rijn rol niet en kan
rijn gedragingen in rijn rol niet contro-
leerea!"
Volkomen dus de theorie van Co
quelin!
Eeo acteur, cie wilde bewijrea. dat
het rich gekeelinleven ia een rol som»
relfs gevolgen kaa hebben, die een ar
tist zelf niet voorriet, gaf daarvan het
volgende treffende voorbeeld: Een jon
ge rctrice had een klein rolletje zóó
ingeleefd, dat zij inderdaad ongekun
steld van binnen uit ging huilen,
geheel in overeenstemming met de si
tuatie in het stuk. Wat was het gevolg?
Hilariteit bij het publiek! De schmink
was niet berekend op het werkelijk bui
len en bovendienhuilde r ij keel
leelijk! Haar -pel we.-d onae'thetisch
en daardoor onartistiek 1
Men kan op het tooneel nu eenmaal
nooit zuiver de re a I i t ei t geven! Zelfs
in de periode van het meest ver gedre
ven realisme deed men dat niet. Het spel
wekte alleen maar bij het publiek den
s c h ij n. a 1o f het volkomen
r. a t u u r ij k w a s I Een acteur zal
den te spelen persoon uit een stuk
tenzij het tegendeel door de conceptie
van een rol bepaald verlangd wordt
steeds tot een aesthetisch geheel moe:en
maken. Ik heb eens ergens geleren. dat
Talma de bgroemde Fransche too-
neclspcler, die met Napoleon indertijd
in Holland is geweest en toen in den
Stadsschouwburg te Amsterdam heet»
gespeeld ook aan een echt sterfbed
„aesthetisch weende"! Als het verhaal
juist is. pleitte het niet voor den per
soon van Talma noch voor de echtheid
van zijn «mart. Maar ik moest hieraan
toch onwillekeurig even denken, toen
ik in de broehure van Dr. Van Lienden
las van een jong acteur, die hem bad
gezegd, caj hij eens rijn vak haj ge
haat. op het oogenblik. dat hij onbe
wust een kritiek in rich voelde opko
men op het onaesthetische huilen van
rijn omgeving bij het sterfbed van
iemand, van wien hij toch zeer veel
hield.
Algemeen wordt van tooneelspelers
verondersteld, dal zij andere personen
gemakkelijk kunnen „imitccren". Dit
blijkt echter allerminst juist. Het meeren
deel der acteurs 51 procent ant
r r ide op een desbetreffende vraag
van Dr. Van Lienden, dat zij degav*
iraiteeren absoluut met bezitten. Slechts
40 procent verklaarde, dat zi; hiertoe
wel in staat waren. En ook rou men al
lerminst verwachten, dat 30 procent san
hen rou verklaren in het geheel niet
anecdotes te kunnen vertellen; 53 pro
cent van hen beweerde daarentegen er
wél slag van te hebben! Zoo riet men,
dat de ongeschminkte acteur nog wel
eenigsrins anders is dan men hem zich
algemeen denkt.
Het „onder den indruk verkeeren van
een rol" vermindert wat niet «e ver
wonderen is bij de meeste tooneel
spelers in den loop der jaren. Slechts
19 procent verklaarde, dal bij hen het
tegenovergestelde het geval was en
procent stond er na jaren nog nel 100
tegenover als in hel begin van bun
carrière. Oudere acteurs rijn dus, vol
gen» dere enquête over het algemeen
losser van hun rol dan de jongere
listen.
Ook de vraag, wanneer een acteur
het mee»t in rijn tol is, op de repeti
ties, gedurende de première of nadat
het stuk al eenige keeren is gespeeld,
werd door Dr. Van Lienden gesteld 1 Op
de repetities is dit zooals zich wel
laat denken slechts bij een heel
enkele, bij 3 procent het geval.
„Ik kan absoluut niet „repetee-
ren". dat wil zeggen er op een repetitie
„in" run!" antwoordt er één. „Wel com
poneer vjc m'n rol, zooals ik ze denk te
spelen. Toch laat ik me bij de uitvoe
ring dikwijls gaan, zoodat de rol anders
wordt!"
Zelfs onder de grootste acteurs rijn
er, die niet kunnen repeleeren 1 Zoo is
mij herhaaldelijk verteld, dat Derk Has
pels op de repetities eigenlijk nooit echt
repeteerde! Pas op de première
speelde hij! En ook Louis Bouw
meester gaf soms op do premières
o.a. bii de beroemd geworden eerste
voorstelling van Oedipus heel iets
anders, dan men op do repetities had
kunnen verwachten.
Het aantal tooneelspelers. die bij pre
mières het meest in hun rol zijn. is on
geveer gelijk aan hen. die verklaren.dat
rij er rer<i later, na eenige voorstellin
gen. geheel „inkomen".
Interessant is het ook eens na te
gaan. hoe tijden» het spel de acteur zich
verhoudt ten opzichte van het publiek.
Daarvoor had Dr. Van Lienden hui de
vraag gesteld, of hun stemming bii het
«pel afhankelijk was van de koele
houding van het publiek of niet. De ant
woorden gaven aan. dat de stemming
van bet meerendeel van de jongo ac
teur». die nog niet lang bi; het tooneel
waren—66 procent wel degelijk af
hankelijk was van de houding van de
raai. Bii de „oude rotten" blijkt dat
minder het geval. Van hen verklaatden
46 procent, dat de houding van de toe
schouwers op hun stemming geen in
vloed had.
Ook de invloed van onaangename
varingen, in den loop van den dag be
leefd. is op het spel der jongeren vee!
«terker dan op dat der anderen. Van
de jongeren verklaarden 43 procenC dat
rij er door beinfluencecrd worden, ter
wijl 77 procent van de ouderen die
reeds meer dan 35 jaar komedie speel
den antwoordden, dat zij „immuun"
waren geworden en er dus geen invloed
van ondervonden.
Wat voor invloed heef', he'. komedie
spelen op de ar:i<:en? Zullen zij zich.
wanneer zij v66r het spelen om eei
andere reden gedeprimeerd ziin. zich na
een opvoering opgewekter o"
meer gedeprimeerd gevoelen
Ook op der- vraag geeft de enquête
voor tooneelschrijvers antwoord.
Verreweg de mecstcn 81 procent
antwoordden, dat zij zich na het spelen
veel opgewekter gevoelden. Slechts
3 procent verklaarden, na afloop vat
voorstelling nog meer gedeprimeerd te
rijn. Uit deze antwoorden mogen wij
wel óe conclusie trekken zegt Dr.
Van Lienden dat het komediespelen
een gunstigen invloed heeft op de psy
che van den tooneelspeler. althans wat
de gemoedsstemming betreft. Wat het
tooneel voor vele acteurs betcekent,
bleek ook wel uit de verschillende com
mentaren op deze vraag.
„Ik voel mij vddr den aanvang al op
gewekter!" antwoordde er een en een
tweede schreef: „Als je speelt, voe! je
geen andere dingen, lichamelijke,uoch
andere pijnen!" Een derde beduidde
dat als hij eenmaal op het tooneel was
in zijn rol, alles wegviel!
Interessant is het ook om te weten, of
de acteurs na het spelen van de meest
eraotioneele scènes onmiddellijk weer
al o f n i e t in het gewone leven terug
rijn. Meer dan de helft 53 procent
beantwoordde deze vraag bevestigend
slechts 29 procent verklaarde, dat dit
bij hen niet direct het geval is. Eéfl
acteur verzekerde zelfs „dat hij twee
uren behoefde om uit den trance-toe-
tand tot het gewone leven terug te
keeren", maar dat is een uitzondering.
Dr. Van Lienden vertelt naar aanlei
ding van deze antwoorden, hoe hij het
wel had meegemaakt een ondervin
ding, die ook ik persoonlijk meermalen
opdeed dat een acteur een „mop" in
de kleedkamer debiteerde en die onder
brak om een deel van zijn tiagische. ro!
op het tooneel te spelen. Het slot van
de „mop" volgde alsof er niets ge
beurd was onmiddellijk na de groote
scène, toen hij weer in de kleedkamer
terug was.
Het spelen „op een souffleur" wordt
blijkens deze enquête al meer en meer
door de acteurs als een nadeel be
schouwd 91 procent antwoordde, dat
zij bijna niet op den souffleur spelen.
Den meesten geeft de aanwezigheid van
den .jnan in het hok" echter een rustig
vertrouwen, een prettige zekerheid zij
beschouwen hem als een redder in den
nood. hij is de hulp. voor het geval dat
hun geheugen hen eens in Jen s:eek
inorht laten er. om die reden zouden zij
hem dan ook niet willen missen.
Daar er nog zoo vele dilettanten zijn,
die meenen, dat zij wel op den souffleur
kunnen spelenomdat Louis Bouw
meester het ook doet", laat ik hier de
opinie van eenige tooneelspelers om-
tr-nt de meerdere of mindere noodza
kelijkheid van den souffleur volgen.
„Zonder souffleur is de eenige juiste
speelwijze!" regt A. „De acteur tpoet
den tekst door en door kennen ea zoo
de stof de figuur dus geheel vrij
van anderen invloed, wat tempo en te
nemen ruften betreft, kunnen beheer-
schen en uitbeelden!"
Een ander schrijft: „De souffleur
overhaast en geneert. Na de première
inoest hij gemist kunnen worden!" en
een derde„De man hindert mij. Alleen,
wanneer ik in zeer korten tijd een rol
moet opnemen, «peel ik die, zond-r <?e
woorden te kennen, op een souffleur!"
In verband met den tegenwoordig zoo
dikwijls gehoorde klacht over de ver
snippering van het tooneel, is het wel
opmerkelijk te lezen, dat 75 procent der
acteurs verklaarde het liefst bij het
zelfde gezelschap te blijven. Tien pto-
cent ik zou ze bijna allen kunnen
aanwijzen prefereerde „afwisseling"
voor hun beroep.
Wiskunstenaars moet men onder de
tooneelspelers blijkbaar niet zoeken.
Slechts 3 procent verklaarde voor deze
wetenschap aanleg te hebben. Tceke-
naars zijn er veel meer onder de too
neelspelers men denke maar aan de
tentoonstelling, die onlangs te Den
Haag werd gehouden, waarop schilde
rij-u en teekeningen. onder anderen
van Joh. de Meester Jr., Saalborn en
Van Dalsum waren geëxposeerd; 45 pro
cent is althans volgens eigen ver
klaring muzikaal en 39 procent be
weerde aanleg tot schrijven te bezit
ten. Liefhebbers van sport zijn de ac
teurs blijkens de gehouden enquête niet
erg! Trouwens dien indruk had ik in
dertijd ook gekregen bij den voetbal
wedstrijd der tooneelspelers op het kun-
«tenaarsfeett in het Stadion te Amster
dam! Een der vlugste „voorwaansen"
was wel Jan Musch! Maar d-zc duizend
kunstenaar kan alles! Heb ik hem ook
niet eens een Russischen dans zien dan
sen als een geboren Oekraïner? Was
hij als Puck in „Midzomernachtsdroom"
niet vlug als water? Is hij niet een
goed teefcenaar? En heb ik hem ook
niet zeer muzikaal piano hooren
spelen?
Zeer sterk is bij de tooneelspelers
volgens den uitslag der enquête de
liefde voor kinderen! En evenzeer die
tot de dieren! En 40 procent verklaarde
wat eigenlijk niet zoo zeer te verwon
deren is van artisten. die min of meer
een bohémienleven moeten leiden en
altijd tusschen de wielen zitten dat zij
een bepaalde voorliefde hebben voor
hazardspel.
Ten slotte wij ik hier nog vermel
den, wat eenige onzer tooneelspelers
antwoordden op de vraag van Dr. Van
I.ienden, welke eigenschappen een goed
acteur moei bezitten.
„Voor alles fantasie tot het herschep
pen van dc figuren van den auteur!"
schrijft A. „Een gezond lichaam, een ge
zond gebit, (voor woord- en klankvor
ming) lenigheid, vakkennis en boven
dien vooral geen eigen mee
ning of inzicht. Je doet maar als
kinderen, onafhankelijk van je leeftijd,
ervaring en kennis!"
Een ander noemde als noodzakelijke
eigenschappen „Hart, ziel, verstand I"
En voorts mocf je sterk van karakter en
lichaam zijn!", een derde vond „ener
gie, plooibaarheid (zonder zijn per-
VAN HAARLEM'S DAGBLAD
EEN SLAPEND BEEN
Aan het eind van
het eerste bedrijt
kondig je je voor
nemen aan, om
even een sigaret
le gaan rooken
Na twee passen
ontdek je dat je
linkerbeen diep
in slaap is en wei
gert te function-
je probeert het
op verschillende
manieren met
.«tampen en schud
den, hetwelk pijn
lijk is en het er
ger maakt
je kijkt verlan
gend naar je
plaafs en beseft
dat je halverwege
bent en dus even
goed verder kunt
pogende, zoo mo
gelijk je waardig
heid te bewaren,
strompel je met
een soort slinge
rende beweging
verder
om niet dronken
te lijken, tracht
Je het te doen
voorkomen, of je
kreupel geboren
als je been net
vol spelden en
naalden ifi. zie je
kennissen en
poogt te glim
lachen volko
men zonder succes
je bereikt einde
lijk de rookka
mer, je been is
weer normaal en
je hebt je siga
retten in je over-
jas laten zitten*
(Nadruk verboden.?
«oonlijkheid prijs te geven), natuurlijk
talent, fantasie en voldoende uiterlijke
middelen in de eerste plaats noodig."
eer een ander was van oordee!, dal
een goed acteur een combinatie van veel
slechte en veel goede hoedanigheden
moest zijn, daar dit hem tot een echt
levend tnensch maakt."
Opmerkelijk en van veel levens
wijsheid getuigend is het volgende
antwoord „Ben tot de overtuiging ge
komen, dat om een goed tooneelkunste-
naar te zijn, jc heel wat mee moer ma
ken. Hoe meer beroerdigheid, hoe beter
alles tot uiting komt!"
De „man van betere ervaring" spreekt
uit dc volgende zinnen „Talent, stem,
normaal lichaam, liefde voor de kunst,
Ausdauer, muzikaliteit, gevoel voor
rythme. werklust, is noodig. Maar je
brengt het verder met zelfoverschatting,
brutaliteit, lèf, mooie klccrcn, vriendjes
en connecties en Vooral met geluk!''
En tot slot het antwoord van iemand,
die met het tegenwoordig tooneel blijk
baar geen vrede heeft„Zelfvertrouwen,
voorkomen, brutaliteit, terwijl men
vroeger ook wel talent moest bezitten!"
J. B. SCHUIL.
Binnenland
STANDBEELD VOOR VAN HEUTSZ.
Naar Aneta meldt wek* het Alge
meen Handelsblad te Semarang de
Indische pers op, propaganda te ma
ken voor do oprichting van een ge-
denkteeken voor generaal Van Heutsz.
VEREENICINCSCONTRIBUTIES
EN BELASTINCAFTREK.
„Het Volk" verneemt, dat binnen
kort een arrest van den Hoogen Raad
is te verwachten, waarbij zal worden uit
gemaakt of de aftrek van het vakver-
ecnigingscontributicbedrag al of niet in
strijd is met dc Nederlandsche wetge
ving.
DROEVIC ONGELUK.
Bij den houthandelaar Van D„ le
Bunnik, had een ernstig ongeluk plaats.
De arbeider H., uit De Bilt, was bezig
met het houtzagen met een cirkelzaag.
Een «paan vloog van het hout eerst te
gen den zolder cn daarna in het hoofd
van H, Geneeskundige hulp werd inge
roepen. Overbrenging naar het Zieken
huis ic Utrecht werd noodig geacht. In
bcwusteloozcn toestand werd hij over
gebracht. Men vreest voor zijn leven.
In ieder geval zal hij ongelukkig blij
ven, aangezien de hersenen beschadigd
zijn.
De salarissen derhoogere
rijksambtenaren
„Het Volk" verneemt, dat het voor
de regeering thans een uitgemaakte
zaak is dat de loonregeling voor de
hoogst bezoldigde rijksemployé's c-en
grondige wijziging zal ondergaan. Het
moet in de bedoeling liggen de thans
geldende minima en maxima te ver
vangen door een vast salaris, dat niet
aan periodieke verhoogingen onder
hevig zai zijn. Het vaste salaris zal
voor de betrokken ambtenaren (di
recteuren-, secretarissen- en inspec-
teurs-generual, enz.) eenige honder
den guldens hooger zijn dan de na 1
October geldende maxima.
Zoo zal bijv. een 'directeur-generaal
vt n Landbouw, Nijverheid en Handel,
die nu een salaris heeft van 7500 tot
9000. aangenomen dat hij op zijn
maximum staat, per 1 October rus.
9000—/ 900 is 8100 verdienen. Bij
het ingaan van de vaste bezoldigin
gen op 1 Januari 1925 verdient deze
ambtenaar 8500. Een salarisvermeer
dering al»oo van 400.
Stond hij op zijn minimum, dan zou
hij 85007000 is 1500 in wedde
vooruitgaan, dus. zoo schrijft het
Wad. meer dan het salaris van een
schrijver op het oogenblik bedraagt.
Belegging kasgeld bouw-
vereenigingen
Meer solide regeling gewenscht
De minister van arbeid, handel en
nijverheid heeft aan Gedeputeerde
Staten geschreven:
Onderscheidene ingevolge de Woning
wet toegelaten bouwvereenigingen
ontvangen wekelijks niet. onbelangrij
ke bedragen ann woninghuren. Meer-
halen komt het nu voor, dat deze
gelden door de verenigingsbesturen
in kas worden gehouden, in plaats
van door belegging bij een solide
bankinstelling of door etorting in de
kas der gemeente rentegevend te
worden gemaakt. Daar dit naar de
meening van den minister onge-
wenschl is te achten, verzoekt hij,
er bij do gemeente-besturen op aan
te dringen, dat zij bepalen, dat over
tollig kasgeld van bouwvereenigingen
moet worden gestort hetzij in 'do ge
meentekas, hetzij bij een bankinstel
ling ten genoege van het gemeente
bestuur.
HET KAN VERKEEREN.
Verleden najaar was er aan de bij
zondere sch 1 te Echtenerpolder (Fr.)
geen onderw ..zeres to krijgen en bleef
het hoofd alleen. Thans hebben zich
voor die betrekking.... So sollicitanten
aangemeld, 't Kan verkeeren.
DE KONINGIN-MOEDER.
De Koningin-Moeder zal Zaterdag
de Nationale Bozententoonstelling te
Buesuin bezoeken, die aldaar van 18
tot 20 Juli in de zalen van „Concor
dia" gehouden wordt. De tentoonstel
ling gaat uit van de Nederlandsche
Rozenvereeniging „Nos Jungont Ro-
NEDERLANDSCHE VROUWEN-
VEREEN (GING TE LONDEN.
De Nederlandsche Vrouwenveree-
r.iging te Londen heeft een theepar
tij 'gegeven, waaraan veel Hollanders
deelnamen. De heer en mevrouw De
Graaf waren de gastheer en gastvrouw
Zoowel het kinderkoortje, dat daar
onlangs uit Nederlandsche kinderen
gevormd is, als het koor der Vrouwen
vereniging liet zich hooren. Het was
een welgeslaagde 'dag voor de Hol-
landsche kolonie.
INCEZONDEN M ED E EELIN CEN
60 Cts, per regel.
-«tllilrwn
nr proef
"The Proof of the pudding
is the eating" zeggen de
EngeUchen.Alsmencen-
maal HONIG'S PUD
DINGEN, gefabriceerd met Honig's
Maïzena, heeft geproefd,wenscht men
geen andere meer, omdat ze den
meeat verwenden fijnproever vol
doet. Vele soorten en variaties.
Vraagt Uw winkelier
LET 0P MET MERIV
Feuilleton
Naar betEngelsch van
BERTA RUCK.
31)
Hoofdpijn? Writ een heerlijk, ouder
wetsch excuus is dat toch voor "illes!
„Ja, wei een beetje".
„Ik kan het begrijpen! Het was. of
iedereen tegelijk praatte aan tafel, en
oom Albert ii zoo n misthoorn. Het
dringt je door alles heen. Laat ik je
haar even uitborstelen".
Ik moest het wol toelaten.
liet zal je helpen, als al die haar
spelden er uit zijn zei Blanche.
..Lieve tijd, wat heb J«s toch een
massa! En zoo glanzend en zacht!"
r,n in deu spiegel zag ik haar over
mij heen buigen, zooals haar broer
hot daar straks deed en even de krul
boven mijn oor aanraken.
Toen zag ik daarenboven, dat Ik
bloosde.
Blanche Waters zag het ook.
,,Het spijt me", zei ze, „mag ik Je
Baar niet
Zij koa evaa goed gezegd hebben*
..Mag niemand dan Billy je daar
kussen?"
Dat deed de deur dicht, zooals mijn
broeV Jack gezegd zou hebben.
Nu. morgen zal ik hein wel zeggen,
waar het oi>staat en flink ook.
HOOFDSTUK XIX.
Van morgen was ik juist klaar met
aankleedcn, toen ik een lijster vlak
onder mijn raam hoorde fluiten.
Het stoorde mij in mijn overpein
zingen x an een vrij belangrijk onder
werp.
Namelijk: Wat zou mijn clléf van
daag zeggen over die episode x-an gis
teren?
In welken geeet, in xvelke xvoorden
zou hij zijn excuses maken? Ik weet
natuurlijk, dat er eigenlijk geen ex
cuus voor te vinden is. Excuses zou
den het nog erger maken.
Het eenige mogelijke cxcusus. dat
oen man. die een meisje, dat niets
van hem is, gekust beeft, zou Runnen
zijn:
,,Ik vrees, dat u het mij niet ruit
vergeven, maar ik kon er niets aan
doen" waarin opgesloten zou kun
nen liggen ..en ik zou het weer
doen. als de gelegenheid zich voor
deel".
Dat xvas hier echter geheel buiten
kwestie, aangezien er geen kus van
dia soort geg«v»n wy.
De dand zelf xvas echter oxenmin
te excuseeren. nog minder zelfs.
Om mij op het haar te kussenl Wel.
toen ik vanmorgen met mijn borstel
in de hand voor mijn spiegel stond,
bloosde ik weer exen erg bij de her
innering er ann, en kon die maar niet
zoo xvegborstelen.
Het zou mij misschien niet zoo
woedend gemankt hebben, als het niet
de eerste keer geweest xxas.
Nooit had ik iemand nog toege
staan, zoo iet? te tirobeercn.
En nu had hij het. gedaan!
Wat kan hij er over zoggen?
„Ik wist er niets anders op het
xvas de schuld van miin oom".
Ja, maar voor dat excuus heb Ik
een antwoord klaar.
,,lk werd er toe gebracht, omdat ik
zoo'n afschuwelijken avond gehad had
ik voelde, of ik
Ja, maar dat hadt u niet mogen
doen! Ik had ook een afschuwelijke!,
avond gehad, maar ik had geen be
hoefte gevoeld, om iemand te kusscni
„Ik kon zoo gauxv niets anders be
denken".
Onzin! Een zakenman, die ziin xer-
stand dagelijks scherpt in zijn omtrauK
met anderen, even scherpzinnig als hit
die terwijl hii spreekt, allerlei excu
se?, plannen, beloften en wat al niet
meer le bedenken' heeft
Om mij te overtuigen, zal hij heol
wa* andors moeten zeggen.
Weer hoorde ik het gefluit. Het xvas
erg eentonig voor een zxvarte lijster.
Daarop klonk er een harde tik te
gen mijn open raam- Het xx as een kie
zelsteentje, dat er tegen gegooid was.
Dit deed mij even ontstellen, het
bracht mij do oude da^en thuis weer
in de gedachte; als Sydney dan bij
ons gelogeerd was, deed hij het altlid.
om mij daarmee uit te noodigen tot
een warfdelingetje voor het ontbijt.
„Hof moet Theo zijn", zei ik over
luid tot mij zelf, maar iets binnenin
ntij zei mij. dat zij het niet xvas.
Ik keek naar buiten. Ja. daar op
het pad onder mijn raam stond mijn
chef naar boven te kijken. Zijn blon
de haar leek wel goud in de morgen
zon.
Te wachten, totdat ik ook naar
buiten kom? Steentjes omhoog gooien,
om mijn aandacht te trekken? Wie
had hem dat geleerd?
„Goeden morgen", zei hii kalm.
„Zou je willen beneden komen, ah je
klaar bent?"
Ik knikte zoo knorrig terug, als ik
maar kon. en trok mij meieen terug
Ik was heelemaal klaar, maar ik
bleef doodstil bii mijn kleerkast met
spiegel staan, cm hem te laten wach
ten. Toen ging ik naar dc deur, maar
wam weer terug. Ik nam den groot
ten hoed, dien ik had oit trok dien
flink over mijn hoofd Ik stak er viix
lioedespeldeu in. Als ik er meer had
er nog meer in gesto-
gehad, zou
ken hebben.
Anders ga iïc meestal nc-t als Blan
che en Theo zonder hoed den tuin in,
maar nu wilde ik de meest mogelijke
beschut line hebben, als ik zijn excu
ses te hooren zou krijgen, xvelke die
ook zijn mochten.
Als hij, wat dan ook, zou beginnen
te zeggen oxer dien vhichtigen, kus,
dan zon ik hein niet helpen, niet te
gemoet komen in iet*. Ik kon wach
ten. Hij mocht mü alles uitleggen en
er bij stotteren, zooals hij no- nooit
gestotterd heeft.
Kalm ging ik naar beneden.
Een \an do meiden schoof haar
stoffer en Tiïïk wat op zijde, opdat ik
er langs zou kunnen.
Daarbij zag ik iets, dat mij xx'eer
knorrig maakte.
Op dat blik lag een handvol rose,
gekristalliseerde rozenblaadjes en een
paar kleine, zilveren hoefijzertjes
Theodora's confetti.
Zou ik die 's avonds op mijn weg
naar boxen van tusschen miin japou
verloren hebben? Moest ik weer aan
gisterenavond herinnerd worden? Ik
las ook iets meer dan onderdanige be
leefdheid in den glimlach van de meid
'oen zij „goeden morgen, juffrouw
Nancy" zei.
Waarom kunnen ze niet ...juffrouw
Trant" zeggen? Vinden zij het niet d 1
waard x'oor zoo n korten tijd
naar hun idee)?
Ik xvas nog maar even gekalmeerd,
toen ik mij tegenover den Baas be
vond.
„Laten we dezen kant uitga.-
zei hij, terwijl hij het kleine witte
hekje openhield, dat naar den rozen
tuin leidt.
Wat zou ik van dien rozentuin ge
noten hebben, als ik daar in miin
eentje had kunnen wandelen vóór hel
ontbijt!
V ij liepen langzaam naast elkaar
voort tusschen de Mantan Cochets (een
andere nagalm van den vorigen avond
totdat wij aan het eind gekomen wa
ren.
Toen begon hij.
„Ik wilde van deze gelegenheid ge
bruik maken, om je iels te zeggen".
Zijn toon was rustig. De uitdruk
king van zijn gelaat leek niet in het
minst op het masker, dat hij op kan
toor drangL noch op gisterenax'ond.-
Ik kon er niets op lezen.
Ik hoop dat datzelfde van het mij
ne kon gezegd worden. Ik wachtte op
dat hij voort zou gaan.
(Wordt vervolgd).