HAARLEM'S DAGBLAD HET TOONEEL FLITSEN 'ÉIHONIG'S Puddingen OE SCHIJNVERLOVING VRIJDAG 18 JULI 1924 TWEEDE BLAD Een merkwaardige Enquête voor tooneelspelers (Psychologischs Beschouwing over toe r et ispel en tooneelspelsr, door Or. H. J. H. van Llmdsn.i Dr. H. J. H. van Lienden heeft voor ziju proefschrift een onderwerp ge- koren, dat niet alleen in niedischen kring belangstelling verdient. Hij heeft namelijk een studie gemaakt van de psychologie van de tooneelspelers ea de resultaten van rijn onderroek neerge legd in een brochure, die bij de gebroe ders Hoitsema te Groningen is ver schenen. Dr. Van Lienden heeft rijn onderwerp zuiver als medicus behandeld ea het spreekt wel vanrelf, dat ik, als leek, mij me: op rijn terrein relfs al gaat het over tooneelspelers en too- neclspel ga begeven. Mij heb ben als tooneelcriucus ia dere ac uitkomsten vin een door Dr. Van Lienden gehou den enquête onder de tooneelartis ea in Nederland getroffen en het leek mij ook voor mijn ierers wel van belang iets meer van dere enquête te vernemen, om dat rij een opmerkelijken kijk geeft op de tooneelspelers, hun psyche en hun werk. Dr. Van Lienden heeft bij rijn enquête enkele vragen gesteld, die de kern ra ken van het tooneelspel en daaaom is ook voor niet-mcdici de beantwoording van dere vragen door d« tooneelspelers reer lerens waard. Bij de vraag bijvoor beeld „Is u, als u speelt, geheel in uw rol of kunt gij opmerkingen fluis teren geheel buiten uw rol?" staan wij onmiddellijk midden ia het brandpunt van den strijd tu>«chen a groepen van tooneelartisten, namelijk van hen, die beweren, dat de tooneelspelers als Eleonora Duse volkomen in hun rol moeten opgaan, de emotie op het too- neel als he: ware moeten „doorleven", en van degenen, die meer.en. dat de tooneelspelers steeds als Coquelio boven hun rol moeten staan, „hun li chaam moeten bespelen" en hun spel dot voortdurend moeten controleeren. Bij de enquête van I>r. Van Lienden nu gaven 4' procent als antwoord, dat rij steeds geheel in bun rol rijn 38 pro- rent staan echter blijkbaar aan den kant vin Coquelin en verzekerden. d\t rsj ook tijdens het spel buiten hun rol opmerkingen kunnen fluisteren :n er dus nooit geheel en al in rijn. Opmerkelijk wa* het antwoord, dat volgens Dr. Van Lienden één van ome eerste taoneelkunstenaars ik zou bima wel darren raden wie op dere vraag gaf. „Ken goed acteur staat al tijd boven rijn rol rn bestuurt rijn doen en laten van uit rijn herten», waar ook voor coroedie,pelen de centrale G. „Een acteur, die i n rijn rol rit. be- heersdit rich relt' en rijn rol niet en kan rijn gedragingen in rijn rol niet contro- leerea!" Volkomen dus de theorie van Co quelin! Eeo acteur, cie wilde bewijrea. dat het rich gekeelinleven ia een rol som» relfs gevolgen kaa hebben, die een ar tist zelf niet voorriet, gaf daarvan het volgende treffende voorbeeld: Een jon ge rctrice had een klein rolletje zóó ingeleefd, dat zij inderdaad ongekun steld van binnen uit ging huilen, geheel in overeenstemming met de si tuatie in het stuk. Wat was het gevolg? Hilariteit bij het publiek! De schmink was niet berekend op het werkelijk bui len en bovendienhuilde r ij keel leelijk! Haar -pel we.-d onae'thetisch en daardoor onartistiek 1 Men kan op het tooneel nu eenmaal nooit zuiver de re a I i t ei t geven! Zelfs in de periode van het meest ver gedre ven realisme deed men dat niet. Het spel wekte alleen maar bij het publiek den s c h ij n. a 1o f het volkomen r. a t u u r ij k w a s I Een acteur zal den te spelen persoon uit een stuk tenzij het tegendeel door de conceptie van een rol bepaald verlangd wordt steeds tot een aesthetisch geheel moe:en maken. Ik heb eens ergens geleren. dat Talma de bgroemde Fransche too- neclspcler, die met Napoleon indertijd in Holland is geweest en toen in den Stadsschouwburg te Amsterdam heet» gespeeld ook aan een echt sterfbed „aesthetisch weende"! Als het verhaal juist is. pleitte het niet voor den per soon van Talma noch voor de echtheid van zijn «mart. Maar ik moest hieraan toch onwillekeurig even denken, toen ik in de broehure van Dr. Van Lienden las van een jong acteur, die hem bad gezegd, caj hij eens rijn vak haj ge haat. op het oogenblik. dat hij onbe wust een kritiek in rich voelde opko men op het onaesthetische huilen van rijn omgeving bij het sterfbed van iemand, van wien hij toch zeer veel hield. Algemeen wordt van tooneelspelers verondersteld, dal zij andere personen gemakkelijk kunnen „imitccren". Dit blijkt echter allerminst juist. Het meeren deel der acteurs 51 procent ant r r ide op een desbetreffende vraag van Dr. Van Lienden, dat zij degav* iraiteeren absoluut met bezitten. Slechts 40 procent verklaarde, dat zi; hiertoe wel in staat waren. En ook rou men al lerminst verwachten, dat 30 procent san hen rou verklaren in het geheel niet anecdotes te kunnen vertellen; 53 pro cent van hen beweerde daarentegen er wél slag van te hebben! Zoo riet men, dat de ongeschminkte acteur nog wel eenigsrins anders is dan men hem zich algemeen denkt. Het „onder den indruk verkeeren van een rol" vermindert wat niet «e ver wonderen is bij de meeste tooneel spelers in den loop der jaren. Slechts 19 procent verklaarde, dal bij hen het tegenovergestelde het geval was en procent stond er na jaren nog nel 100 tegenover als in hel begin van bun carrière. Oudere acteurs rijn dus, vol gen» dere enquête over het algemeen losser van hun rol dan de jongere listen. Ook de vraag, wanneer een acteur het mee»t in rijn tol is, op de repeti ties, gedurende de première of nadat het stuk al eenige keeren is gespeeld, werd door Dr. Van Lienden gesteld 1 Op de repetities is dit zooals zich wel laat denken slechts bij een heel enkele, bij 3 procent het geval. „Ik kan absoluut niet „repetee- ren". dat wil zeggen er op een repetitie „in" run!" antwoordt er één. „Wel com poneer vjc m'n rol, zooals ik ze denk te spelen. Toch laat ik me bij de uitvoe ring dikwijls gaan, zoodat de rol anders wordt!" Zelfs onder de grootste acteurs rijn er, die niet kunnen repeleeren 1 Zoo is mij herhaaldelijk verteld, dat Derk Has pels op de repetities eigenlijk nooit echt repeteerde! Pas op de première speelde hij! En ook Louis Bouw meester gaf soms op do premières o.a. bii de beroemd geworden eerste voorstelling van Oedipus heel iets anders, dan men op do repetities had kunnen verwachten. Het aantal tooneelspelers. die bij pre mières het meest in hun rol zijn. is on geveer gelijk aan hen. die verklaren.dat rij er rer<i later, na eenige voorstellin gen. geheel „inkomen". Interessant is het ook eens na te gaan. hoe tijden» het spel de acteur zich verhoudt ten opzichte van het publiek. Daarvoor had Dr. Van Lienden hui de vraag gesteld, of hun stemming bii het «pel afhankelijk was van de koele houding van het publiek of niet. De ant woorden gaven aan. dat de stemming van bet meerendeel van de jongo ac teur». die nog niet lang bi; het tooneel waren—66 procent wel degelijk af hankelijk was van de houding van de raai. Bii de „oude rotten" blijkt dat minder het geval. Van hen verklaatden 46 procent, dat de houding van de toe schouwers op hun stemming geen in vloed had. Ook de invloed van onaangename varingen, in den loop van den dag be leefd. is op het spel der jongeren vee! «terker dan op dat der anderen. Van de jongeren verklaarden 43 procenC dat rij er door beinfluencecrd worden, ter wijl 77 procent van de ouderen die reeds meer dan 35 jaar komedie speel den antwoordden, dat zij „immuun" waren geworden en er dus geen invloed van ondervonden. Wat voor invloed heef', he'. komedie spelen op de ar:i<:en? Zullen zij zich. wanneer zij v66r het spelen om eei andere reden gedeprimeerd ziin. zich na een opvoering opgewekter o" meer gedeprimeerd gevoelen Ook op der- vraag geeft de enquête voor tooneelschrijvers antwoord. Verreweg de mecstcn 81 procent antwoordden, dat zij zich na het spelen veel opgewekter gevoelden. Slechts 3 procent verklaarden, na afloop vat voorstelling nog meer gedeprimeerd te rijn. Uit deze antwoorden mogen wij wel óe conclusie trekken zegt Dr. Van Lienden dat het komediespelen een gunstigen invloed heeft op de psy che van den tooneelspeler. althans wat de gemoedsstemming betreft. Wat het tooneel voor vele acteurs betcekent, bleek ook wel uit de verschillende com mentaren op deze vraag. „Ik voel mij vddr den aanvang al op gewekter!" antwoordde er een en een tweede schreef: „Als je speelt, voe! je geen andere dingen, lichamelijke,uoch andere pijnen!" Een derde beduidde dat als hij eenmaal op het tooneel was in zijn rol, alles wegviel! Interessant is het ook om te weten, of de acteurs na het spelen van de meest eraotioneele scènes onmiddellijk weer al o f n i e t in het gewone leven terug rijn. Meer dan de helft 53 procent beantwoordde deze vraag bevestigend slechts 29 procent verklaarde, dat dit bij hen niet direct het geval is. Eéfl acteur verzekerde zelfs „dat hij twee uren behoefde om uit den trance-toe- tand tot het gewone leven terug te keeren", maar dat is een uitzondering. Dr. Van Lienden vertelt naar aanlei ding van deze antwoorden, hoe hij het wel had meegemaakt een ondervin ding, die ook ik persoonlijk meermalen opdeed dat een acteur een „mop" in de kleedkamer debiteerde en die onder brak om een deel van zijn tiagische. ro! op het tooneel te spelen. Het slot van de „mop" volgde alsof er niets ge beurd was onmiddellijk na de groote scène, toen hij weer in de kleedkamer terug was. Het spelen „op een souffleur" wordt blijkens deze enquête al meer en meer door de acteurs als een nadeel be schouwd 91 procent antwoordde, dat zij bijna niet op den souffleur spelen. Den meesten geeft de aanwezigheid van den .jnan in het hok" echter een rustig vertrouwen, een prettige zekerheid zij beschouwen hem als een redder in den nood. hij is de hulp. voor het geval dat hun geheugen hen eens in Jen s:eek inorht laten er. om die reden zouden zij hem dan ook niet willen missen. Daar er nog zoo vele dilettanten zijn, die meenen, dat zij wel op den souffleur kunnen spelenomdat Louis Bouw meester het ook doet", laat ik hier de opinie van eenige tooneelspelers om- tr-nt de meerdere of mindere noodza kelijkheid van den souffleur volgen. „Zonder souffleur is de eenige juiste speelwijze!" regt A. „De acteur tpoet den tekst door en door kennen ea zoo de stof de figuur dus geheel vrij van anderen invloed, wat tempo en te nemen ruften betreft, kunnen beheer- schen en uitbeelden!" Een ander schrijft: „De souffleur overhaast en geneert. Na de première inoest hij gemist kunnen worden!" en een derde„De man hindert mij. Alleen, wanneer ik in zeer korten tijd een rol moet opnemen, «peel ik die, zond-r <?e woorden te kennen, op een souffleur!" In verband met den tegenwoordig zoo dikwijls gehoorde klacht over de ver snippering van het tooneel, is het wel opmerkelijk te lezen, dat 75 procent der acteurs verklaarde het liefst bij het zelfde gezelschap te blijven. Tien pto- cent ik zou ze bijna allen kunnen aanwijzen prefereerde „afwisseling" voor hun beroep. Wiskunstenaars moet men onder de tooneelspelers blijkbaar niet zoeken. Slechts 3 procent verklaarde voor deze wetenschap aanleg te hebben. Tceke- naars zijn er veel meer onder de too neelspelers men denke maar aan de tentoonstelling, die onlangs te Den Haag werd gehouden, waarop schilde rij-u en teekeningen. onder anderen van Joh. de Meester Jr., Saalborn en Van Dalsum waren geëxposeerd; 45 pro cent is althans volgens eigen ver klaring muzikaal en 39 procent be weerde aanleg tot schrijven te bezit ten. Liefhebbers van sport zijn de ac teurs blijkens de gehouden enquête niet erg! Trouwens dien indruk had ik in dertijd ook gekregen bij den voetbal wedstrijd der tooneelspelers op het kun- «tenaarsfeett in het Stadion te Amster dam! Een der vlugste „voorwaansen" was wel Jan Musch! Maar d-zc duizend kunstenaar kan alles! Heb ik hem ook niet eens een Russischen dans zien dan sen als een geboren Oekraïner? Was hij als Puck in „Midzomernachtsdroom" niet vlug als water? Is hij niet een goed teefcenaar? En heb ik hem ook niet zeer muzikaal piano hooren spelen? Zeer sterk is bij de tooneelspelers volgens den uitslag der enquête de liefde voor kinderen! En evenzeer die tot de dieren! En 40 procent verklaarde wat eigenlijk niet zoo zeer te verwon deren is van artisten. die min of meer een bohémienleven moeten leiden en altijd tusschen de wielen zitten dat zij een bepaalde voorliefde hebben voor hazardspel. Ten slotte wij ik hier nog vermel den, wat eenige onzer tooneelspelers antwoordden op de vraag van Dr. Van I.ienden, welke eigenschappen een goed acteur moei bezitten. „Voor alles fantasie tot het herschep pen van dc figuren van den auteur!" schrijft A. „Een gezond lichaam, een ge zond gebit, (voor woord- en klankvor ming) lenigheid, vakkennis en boven dien vooral geen eigen mee ning of inzicht. Je doet maar als kinderen, onafhankelijk van je leeftijd, ervaring en kennis!" Een ander noemde als noodzakelijke eigenschappen „Hart, ziel, verstand I" En voorts mocf je sterk van karakter en lichaam zijn!", een derde vond „ener gie, plooibaarheid (zonder zijn per- VAN HAARLEM'S DAGBLAD EEN SLAPEND BEEN Aan het eind van het eerste bedrijt kondig je je voor nemen aan, om even een sigaret le gaan rooken Na twee passen ontdek je dat je linkerbeen diep in slaap is en wei gert te function- je probeert het op verschillende manieren met .«tampen en schud den, hetwelk pijn lijk is en het er ger maakt je kijkt verlan gend naar je plaafs en beseft dat je halverwege bent en dus even goed verder kunt pogende, zoo mo gelijk je waardig heid te bewaren, strompel je met een soort slinge rende beweging verder om niet dronken te lijken, tracht Je het te doen voorkomen, of je kreupel geboren als je been net vol spelden en naalden ifi. zie je kennissen en poogt te glim lachen volko men zonder succes je bereikt einde lijk de rookka mer, je been is weer normaal en je hebt je siga retten in je over- jas laten zitten* (Nadruk verboden.? «oonlijkheid prijs te geven), natuurlijk talent, fantasie en voldoende uiterlijke middelen in de eerste plaats noodig." eer een ander was van oordee!, dal een goed acteur een combinatie van veel slechte en veel goede hoedanigheden moest zijn, daar dit hem tot een echt levend tnensch maakt." Opmerkelijk en van veel levens wijsheid getuigend is het volgende antwoord „Ben tot de overtuiging ge komen, dat om een goed tooneelkunste- naar te zijn, jc heel wat mee moer ma ken. Hoe meer beroerdigheid, hoe beter alles tot uiting komt!" De „man van betere ervaring" spreekt uit dc volgende zinnen „Talent, stem, normaal lichaam, liefde voor de kunst, Ausdauer, muzikaliteit, gevoel voor rythme. werklust, is noodig. Maar je brengt het verder met zelfoverschatting, brutaliteit, lèf, mooie klccrcn, vriendjes en connecties en Vooral met geluk!'' En tot slot het antwoord van iemand, die met het tegenwoordig tooneel blijk baar geen vrede heeft„Zelfvertrouwen, voorkomen, brutaliteit, terwijl men vroeger ook wel talent moest bezitten!" J. B. SCHUIL. Binnenland STANDBEELD VOOR VAN HEUTSZ. Naar Aneta meldt wek* het Alge meen Handelsblad te Semarang de Indische pers op, propaganda te ma ken voor do oprichting van een ge- denkteeken voor generaal Van Heutsz. VEREENICINCSCONTRIBUTIES EN BELASTINCAFTREK. „Het Volk" verneemt, dat binnen kort een arrest van den Hoogen Raad is te verwachten, waarbij zal worden uit gemaakt of de aftrek van het vakver- ecnigingscontributicbedrag al of niet in strijd is met dc Nederlandsche wetge ving. DROEVIC ONGELUK. Bij den houthandelaar Van D„ le Bunnik, had een ernstig ongeluk plaats. De arbeider H., uit De Bilt, was bezig met het houtzagen met een cirkelzaag. Een «paan vloog van het hout eerst te gen den zolder cn daarna in het hoofd van H, Geneeskundige hulp werd inge roepen. Overbrenging naar het Zieken huis ic Utrecht werd noodig geacht. In bcwusteloozcn toestand werd hij over gebracht. Men vreest voor zijn leven. In ieder geval zal hij ongelukkig blij ven, aangezien de hersenen beschadigd zijn. De salarissen derhoogere rijksambtenaren „Het Volk" verneemt, dat het voor de regeering thans een uitgemaakte zaak is dat de loonregeling voor de hoogst bezoldigde rijksemployé's c-en grondige wijziging zal ondergaan. Het moet in de bedoeling liggen de thans geldende minima en maxima te ver vangen door een vast salaris, dat niet aan periodieke verhoogingen onder hevig zai zijn. Het vaste salaris zal voor de betrokken ambtenaren (di recteuren-, secretarissen- en inspec- teurs-generual, enz.) eenige honder den guldens hooger zijn dan de na 1 October geldende maxima. Zoo zal bijv. een 'directeur-generaal vt n Landbouw, Nijverheid en Handel, die nu een salaris heeft van 7500 tot 9000. aangenomen dat hij op zijn maximum staat, per 1 October rus. 9000—/ 900 is 8100 verdienen. Bij het ingaan van de vaste bezoldigin gen op 1 Januari 1925 verdient deze ambtenaar 8500. Een salarisvermeer dering al»oo van 400. Stond hij op zijn minimum, dan zou hij 85007000 is 1500 in wedde vooruitgaan, dus. zoo schrijft het Wad. meer dan het salaris van een schrijver op het oogenblik bedraagt. Belegging kasgeld bouw- vereenigingen Meer solide regeling gewenscht De minister van arbeid, handel en nijverheid heeft aan Gedeputeerde Staten geschreven: Onderscheidene ingevolge de Woning wet toegelaten bouwvereenigingen ontvangen wekelijks niet. onbelangrij ke bedragen ann woninghuren. Meer- halen komt het nu voor, dat deze gelden door de verenigingsbesturen in kas worden gehouden, in plaats van door belegging bij een solide bankinstelling of door etorting in de kas der gemeente rentegevend te worden gemaakt. Daar dit naar de meening van den minister onge- wenschl is te achten, verzoekt hij, er bij do gemeente-besturen op aan te dringen, dat zij bepalen, dat over tollig kasgeld van bouwvereenigingen moet worden gestort hetzij in 'do ge meentekas, hetzij bij een bankinstel ling ten genoege van het gemeente bestuur. HET KAN VERKEEREN. Verleden najaar was er aan de bij zondere sch 1 te Echtenerpolder (Fr.) geen onderw ..zeres to krijgen en bleef het hoofd alleen. Thans hebben zich voor die betrekking.... So sollicitanten aangemeld, 't Kan verkeeren. DE KONINGIN-MOEDER. De Koningin-Moeder zal Zaterdag de Nationale Bozententoonstelling te Buesuin bezoeken, die aldaar van 18 tot 20 Juli in de zalen van „Concor dia" gehouden wordt. De tentoonstel ling gaat uit van de Nederlandsche Rozenvereeniging „Nos Jungont Ro- NEDERLANDSCHE VROUWEN- VEREEN (GING TE LONDEN. De Nederlandsche Vrouwenveree- r.iging te Londen heeft een theepar tij 'gegeven, waaraan veel Hollanders deelnamen. De heer en mevrouw De Graaf waren de gastheer en gastvrouw Zoowel het kinderkoortje, dat daar onlangs uit Nederlandsche kinderen gevormd is, als het koor der Vrouwen vereniging liet zich hooren. Het was een welgeslaagde 'dag voor de Hol- landsche kolonie. INCEZONDEN M ED E EELIN CEN 60 Cts, per regel. -«tllilrwn nr proef "The Proof of the pudding is the eating" zeggen de EngeUchen.Alsmencen- maal HONIG'S PUD DINGEN, gefabriceerd met Honig's Maïzena, heeft geproefd,wenscht men geen andere meer, omdat ze den meeat verwenden fijnproever vol doet. Vele soorten en variaties. Vraagt Uw winkelier LET 0P MET MERIV Feuilleton Naar betEngelsch van BERTA RUCK. 31) Hoofdpijn? Writ een heerlijk, ouder wetsch excuus is dat toch voor "illes! „Ja, wei een beetje". „Ik kan het begrijpen! Het was. of iedereen tegelijk praatte aan tafel, en oom Albert ii zoo n misthoorn. Het dringt je door alles heen. Laat ik je haar even uitborstelen". Ik moest het wol toelaten. liet zal je helpen, als al die haar spelden er uit zijn zei Blanche. ..Lieve tijd, wat heb J«s toch een massa! En zoo glanzend en zacht!" r,n in deu spiegel zag ik haar over mij heen buigen, zooals haar broer hot daar straks deed en even de krul boven mijn oor aanraken. Toen zag ik daarenboven, dat Ik bloosde. Blanche Waters zag het ook. ,,Het spijt me", zei ze, „mag ik Je Baar niet Zij koa evaa goed gezegd hebben* ..Mag niemand dan Billy je daar kussen?" Dat deed de deur dicht, zooals mijn broeV Jack gezegd zou hebben. Nu. morgen zal ik hein wel zeggen, waar het oi>staat en flink ook. HOOFDSTUK XIX. Van morgen was ik juist klaar met aankleedcn, toen ik een lijster vlak onder mijn raam hoorde fluiten. Het stoorde mij in mijn overpein zingen x an een vrij belangrijk onder werp. Namelijk: Wat zou mijn clléf van daag zeggen over die episode x-an gis teren? In welken geeet, in xvelke xvoorden zou hij zijn excuses maken? Ik weet natuurlijk, dat er eigenlijk geen ex cuus voor te vinden is. Excuses zou den het nog erger maken. Het eenige mogelijke cxcusus. dat oen man. die een meisje, dat niets van hem is, gekust beeft, zou Runnen zijn: ,,Ik vrees, dat u het mij niet ruit vergeven, maar ik kon er niets aan doen" waarin opgesloten zou kun nen liggen ..en ik zou het weer doen. als de gelegenheid zich voor deel". Dat xvas hier echter geheel buiten kwestie, aangezien er geen kus van dia soort geg«v»n wy. De dand zelf xvas echter oxenmin te excuseeren. nog minder zelfs. Om mij op het haar te kussenl Wel. toen ik vanmorgen met mijn borstel in de hand voor mijn spiegel stond, bloosde ik weer exen erg bij de her innering er ann, en kon die maar niet zoo xvegborstelen. Het zou mij misschien niet zoo woedend gemankt hebben, als het niet de eerste keer geweest xxas. Nooit had ik iemand nog toege staan, zoo iet? te tirobeercn. En nu had hij het. gedaan! Wat kan hij er over zoggen? „Ik wist er niets anders op het xvas de schuld van miin oom". Ja, maar voor dat excuus heb Ik een antwoord klaar. ,,lk werd er toe gebracht, omdat ik zoo'n afschuwelijken avond gehad had ik voelde, of ik Ja, maar dat hadt u niet mogen doen! Ik had ook een afschuwelijke!, avond gehad, maar ik had geen be hoefte gevoeld, om iemand te kusscni „Ik kon zoo gauxv niets anders be denken". Onzin! Een zakenman, die ziin xer- stand dagelijks scherpt in zijn omtrauK met anderen, even scherpzinnig als hit die terwijl hii spreekt, allerlei excu se?, plannen, beloften en wat al niet meer le bedenken' heeft Om mij te overtuigen, zal hij heol wa* andors moeten zeggen. Weer hoorde ik het gefluit. Het xvas erg eentonig voor een zxvarte lijster. Daarop klonk er een harde tik te gen mijn open raam- Het xx as een kie zelsteentje, dat er tegen gegooid was. Dit deed mij even ontstellen, het bracht mij do oude da^en thuis weer in de gedachte; als Sydney dan bij ons gelogeerd was, deed hij het altlid. om mij daarmee uit te noodigen tot een warfdelingetje voor het ontbijt. „Hof moet Theo zijn", zei ik over luid tot mij zelf, maar iets binnenin ntij zei mij. dat zij het niet xvas. Ik keek naar buiten. Ja. daar op het pad onder mijn raam stond mijn chef naar boven te kijken. Zijn blon de haar leek wel goud in de morgen zon. Te wachten, totdat ik ook naar buiten kom? Steentjes omhoog gooien, om mijn aandacht te trekken? Wie had hem dat geleerd? „Goeden morgen", zei hii kalm. „Zou je willen beneden komen, ah je klaar bent?" Ik knikte zoo knorrig terug, als ik maar kon. en trok mij meieen terug Ik was heelemaal klaar, maar ik bleef doodstil bii mijn kleerkast met spiegel staan, cm hem te laten wach ten. Toen ging ik naar dc deur, maar wam weer terug. Ik nam den groot ten hoed, dien ik had oit trok dien flink over mijn hoofd Ik stak er viix lioedespeldeu in. Als ik er meer had er nog meer in gesto- gehad, zou ken hebben. Anders ga iïc meestal nc-t als Blan che en Theo zonder hoed den tuin in, maar nu wilde ik de meest mogelijke beschut line hebben, als ik zijn excu ses te hooren zou krijgen, xvelke die ook zijn mochten. Als hij, wat dan ook, zou beginnen te zeggen oxer dien vhichtigen, kus, dan zon ik hein niet helpen, niet te gemoet komen in iet*. Ik kon wach ten. Hij mocht mü alles uitleggen en er bij stotteren, zooals hij no- nooit gestotterd heeft. Kalm ging ik naar beneden. Een \an do meiden schoof haar stoffer en Tiïïk wat op zijde, opdat ik er langs zou kunnen. Daarbij zag ik iets, dat mij xx'eer knorrig maakte. Op dat blik lag een handvol rose, gekristalliseerde rozenblaadjes en een paar kleine, zilveren hoefijzertjes Theodora's confetti. Zou ik die 's avonds op mijn weg naar boxen van tusschen miin japou verloren hebben? Moest ik weer aan gisterenavond herinnerd worden? Ik las ook iets meer dan onderdanige be leefdheid in den glimlach van de meid 'oen zij „goeden morgen, juffrouw Nancy" zei. Waarom kunnen ze niet ...juffrouw Trant" zeggen? Vinden zij het niet d 1 waard x'oor zoo n korten tijd naar hun idee)? Ik xvas nog maar even gekalmeerd, toen ik mij tegenover den Baas be vond. „Laten we dezen kant uitga.- zei hij, terwijl hij het kleine witte hekje openhield, dat naar den rozen tuin leidt. Wat zou ik van dien rozentuin ge noten hebben, als ik daar in miin eentje had kunnen wandelen vóór hel ontbijt! V ij liepen langzaam naast elkaar voort tusschen de Mantan Cochets (een andere nagalm van den vorigen avond totdat wij aan het eind gekomen wa ren. Toen begon hij. „Ik wilde van deze gelegenheid ge bruik maken, om je iels te zeggen". Zijn toon was rustig. De uitdruk king van zijn gelaat leek niet in het minst op het masker, dat hij op kan toor drangL noch op gisterenax'ond.- Ik kon er niets op lezen. Ik hoop dat datzelfde van het mij ne kon gezegd worden. Ik wachtte op dat hij voort zou gaan. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5