HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur FLITSEN Visschersramp op de Schelde IGRAMMOPHOONHANDEL FIRMA F.J.VAN LUYKEN DE SCHIJNVERLOVING DINSDAG 22 JULI 1924 TWEEDE BLAD (Nieuwe reeks.) No. 224 Van een nieuwe badplaats en een Eendenfokker Een reizend r zit altijd „op hc-t deze i i eCn mij dia ook hid a Ciitrieuin te gaan naar een eendenlokkeri stapte reeds den volgenden morgen om dac ik toevallig nie'.s te doen had on ht heer Xoué, tiet adres, dat mijn kennis mi had opgegeven. In het l*gin liep hei mij niet erg m« Toen ik te Cuufcum MB een <nid heeilj keek tiij eerst :t naar de blauwe I hoofd eu zei: ,.S gehoordI Er wout „Hij ie:i grond. rn Koué ha n denfokker licht! ik i „Een «endenfokker Nouét S«t, nw VImi ben je verkeerd!1' Ik iuformcerde verder, bij d«-a e den bakker, den herbergier in Casirl als het hei schut i hoofd. „Kouéf 1 „Een zeg je V' Dan tul j< -«en, bij KoeWnrijn Bakkum rijder. Da'# «en eendenfokker! Die heel', er wei 150 stuks!" „Is dat ver hier vandaan!" ..Een half uurtje loopea, meneer!" De wind woei friwh langs mijn hoofd, de zon scheen vroolijk door de boomen. tk bedacht tnij dus niet lang en ging op weg naar Bakkum. Bn toen ik daar niet een etevigen pas op dien zosnerschen mor gen buiten wandelde, met het gezicht op do blonde duinen «n niei den geur van het tul jr. i i Pa!!: >lijk flu reet mijn stok zwaaiend rend Hep ik den weg vai Bakkum! Copy of geen copy, mijn dag vis ai goed! Had ik dien dag <-iit iet» beters kunnen doen dan daar buiten tut- eclie,, de hooivelden wandelen op dien heerlijken xomeracben morgen f Te Bakkum trof ik het ook al niet! „Koelewijn f Die komt voor vanavond r.iet thuial Die zit den heelen d&g bij dc «er.t op het strand I" wist zijn vrouw mij te vertellen. „Hce ver is dat hier vandaan, 't strand I „Een uurtje, meneer!" De zoo scheen daar te Bakkum rog •rooiIjker d»r. te Castrioum en de wind srcei nog frisscher dan zoocven! „Dan maar naar het strand!" xcf ik en ik ging verder. O, die wandeürg van Bakkum naar tiet •trand! Wat was ik mijn kennis dankbaar dat hij mij hierheen bad gestuurd, Ji'oud te bekennen. Zou e> lijn dien mown daar onder !.e l-<x>men. op dien beer" .'«en eehaduwwg. maar met het gezicht op de duinen, hebben gewandeld I Tot aan ,}pn de weg verhard, door de d een aardweg 1 lk Itep ari i wrerd h« er, die peiu oud. kiel Ik het blauw je een genot kan keek er maar telken» naar. eooal* hij daar in de zm reed tusachen de duinen over effen kronkelenden zandweg I Toen opeena het 'breedo strand en de wit schuimende zee! „Waarom vi1 je toch heele dagen achter je schrijftafel. de zon zoo vroolijk schijnt en d« wereld stoo mooi ia fging het door mijn hoofd, toen ik daar stond boven op het duin. Pallieter had geheel bezit van mij geno men. Ik genoot met volle teugen van dc stralende zon en den sterkenden zeewind I H«t was zomer ia mijn hart! Daar op het strand bij Bakkum deed ik een badplaats rijker. O, hot is nog wol een heel kleintje onder do zusteren, maar hoe bescheiden ook het is rr toch één! •weg op h« strand een soort .badptti voor de badenden V"n. AU fk reg. dut zij eigenlijk niet juist, va lag alles badtentje; door nlge houten tenten en oen. badstoelen en primitieve bndtentjes, Iderhuisjes doen den- elkas i had gegooid i er het strand. De lacht zijn wild en omvergeworpen. Zelf» het dak van het „pa viljoen" had de storm opgenomen en weg geblazen. Daar bij dio ruine van hel bad- javiljocn vond ik den man, die ik don lieeien morgen a'. had gezocht, den rijks- veldwachter Koclewijn. Mijn verrassing over de ontdekking van geh badplaats was z<5<5 groot, dat eet vergal naar de eenden te ik hoorde dan, dat Bakkurn-Castricum bestemd is orn de badplaats te worden van dc „Zaan". Op Hemelvaartsdag al leen waren er een duizend „badgasten" geweest, bijna allen mensohen uit de Zaan- et reek. Opdat de Zaanlanders zich bewust zullen zijn dat Jie: strand daar bij Castri- cum-Bakkum „Zaaasch" ie, hebben zij hel badjaviljoezi den naam van „de Zaan" Het ief tot het stichten de v nigiiig „Castrioam Vooruit!" Den vori- :,i zotner heeft men het strand voor het r;t in exploitatie genomen en men hoopt Castricutn en Bakkum algemeen op yg meer bloei in de volgende jaren, wan ter de randweg door 't duin in «en klfai- r.vi-g zal zijn veranderd. Nu moeten de etsers nog allen afstappen en „stal- bij het „Cótnwissarishuia", een leine boerderij, die aan het begin van ■n zandweg is gelegen, maar is eenmaal bestrating gereed, dan zal de mulle jinweg we', iets van zijn landelijkheid sbben verloren, maar de directe verbin- i;g „do Zaan—Strand" is dan klaar en 'tjk-san-Zee r:-.'. zoo#ÏB do leden van l'astricum-Vooroli" verwachten een 11 van bloei en voorspoed legemoet gaan. s wij hel nieuwe badplaatsje nu maar illcn doojien, kan ik het fietsende Haar- m alleszins aanbevelen. Men verwachte aine badplaatsgenoegens, met foxtrottende paren, langs het strand, het if les gelukkig nog vrij primitief, het daar bij dc zee nog wat „landelijk" zou ondanks de contradictie willen ■ggen, maar het strand is er breed, de -orai de schaduwrijke weg er heen. van akkum naar liet strand, lang* d« idyllisch e'egen hofstede Jolianneshocv» is zoo lit Ifollandseh-SBOOf, dat om dezen weg Ueeii aan het einde «en badplaats behoor- e komen. Mij heeft de wandeling naar - nieuwe badplaats lange dien stillen, •■f'ljken weg op dien frisschen romer- rhee» morgen een exquis genot verschaft ■•uraan ik met vreugde terugdenk. „En lyn Jo nou heelemtu! van Haarlem »ar hier gekomen om wat van hot een er geen n pantoffelpa: toon je alles laten zien! Dio weet er tiet zooveel van a's ik!" Du* dan maar weer terug naar Bakkum Ca»!ricum feitelijk had gemaakt. Do jonge Koclewijn, «en getonde dorp: jongen, wien de „fokkerij" zijn lust en zijn leven is. bracht mij dadelijk naar de v'-oten achter hun huis, waar «ie „vreem de eend" reet een angstig geena- ter werd ontvangen. Met tientallen waggelden r-, achter elkander lnuga de slootwalen en plonsden het water in, toen ik naar hun zin te dichtbij kwam. „Wij hebben vijf verschillende soorten, allemaal ras-eenden I Sprccuwkopeenden. zwartfluweel eenden, witte loopcenden. reekleurigo eenden en magtieenden I" lichtte de jonge Koclewijn in. „In den bioeilljd moeten wij der natuurlijk voor zorgen, dat de koppels bij elkaar blijven. Elke koppel moet z'n eigen woerd houden, anders hou je het soort niet zuiver! Daar voor zijn dc siooton alle mot gaas afge zet! Zoo blijven ro bij mekaar! Eén '<ocr p;r dag gaan ze koppel voor koppel naar do grooie vaart, bier 'n paar honderd me ter vandaan I Ais jo ze tweemaal naar de vaart on weer terug licht gedreven, weten ze al de» weg!Zo volgen dan altijd 't zelfde w egg ie, deze slöotcn heen en die andere weer terug. Klko koppel heeft z'n eigen weg. a! naar dat je dat gewend hebt. Eer ik dc hekken openmaak in hel gaas, mar- eheeren ze achter mekaar weg naar de vaart en als ik on een blikken bus klop, komen zo terug! Dan weten zc dat ze voer krijgen 1" ..En fioe gaat het nu met het eieren leg gen I" vroeg ik. „O, dat doen ze altijd op hun eigen r.e-'t. Als «en eend moe* leggen, dan drijft da word haar terug, heelemaal tol het Tic«t 'oe. P.i«, als do eend op bet nest zit. i« de woerd gerust en koert hij «inar e'n koppel weerom om dadelijk daarr.a weer mot eon andere terug te keeren, tot zo allemaal gelegd hebben. De eenden leggen meestal vwn morgens 5 uur tot lOuur toe! N"a dat uur niet meer! Een enkeion keer vind jo wel eens een ei op de wei of aan een «lootrand tusschen do vaart en do nes ten. Dan heeft de eend het nest niet moer kunnen halen «n heeft ze <fcr ei onderweg igdMaar dat is een uilzonderingZoo 1 erg is dat trouwens niet, waait de en van elk eoort zijn weer anders 1 We en precies van wat soort ze zijnl De irie eenden leggen izi het begin zwarte eieren. Kijk, hier hebt u d'er één! Maar meer eieren ze leggen, hoe meer ze opbleeken, tor ze op het laatst de gewone kleur hebben. Beginnen ze hel volgend jaar weer opnieuw te leggen, dan zijn te :n het begin weer heelemaal zwartI Wij laten de eieren bijna altijd door de kippen uitbroeden, omdar de eenden pas veel later broedsch zijn I" Met een polsstok sprong hij me voor over de verschillende «lootjes om bij de grootc vaart te komen! Ik, met mijn oude beenen, volgde! Daar in het brc-ede water zwemmen ze met tienlallen rond, de spreeuwkop eenden, de zwart fluweeleen den en dö roskleurige. „Nou heb je Z6 toch niet meer van elkaar afgezonderd!" merkte ik op. De jonge Koelewijn lachte over de on- jioozele opmerking van een „Meneer uit de stad". „Dat kan nou toch geen kwaad meer!" zei hij. Do broeitijd is immers al lang voorbij J" Zoo'n stomme leek ookMaar hoe kan 'n menech siu van alle3 verstand hebbent „Vader heeft vroeger ook nog eens wilde eenden trachten te fokkenzei de zoon mij me>t trots. „Maar dat is niet gelukt!" Van dece vergeefsche pc.ging had veld wachter Koelewijn mij zelf op he*, strand reeds verteld. Zii.n broer, die jachtopzie ner bij de Koningin is, had hem eens 27 bebroede eieren van bergeenden van het eiland Rozenburg gestuurd. Hij had ze iloor 3 kippen laten uitbroeden en van de 27 eieren waren er £'3 uitgekomen. Na it dagen stierven er op één dug: 12 tegelijk en later volgden er nog twee. Twaalf hield hij er in leven. Hij had geprobeerd ze ver der te fokken en daarvoor carbid-buseen met takken er over in den grond geplaatst 1 Ze paarden wel, maar eieren zijn er mooi' gekomen. „Hoe 't kwam weet ik niet," zei da- heer Koclewijn, „maar het is mij r.iet gelukt ze verder te fokken!" De jonge Koelewijn bracht mij ook nog naar zijn kippenfokkerij, waar honderden „pullen" door elkaar krielden! En verder .•noest ik zijn goudfazanten zien, eijn pa re thoenvn en zij" postduiven Tusschen al deze vogels was deze buitenjongen in zijn element. Maar zijn alergroo'.s'.e «eliat waren toch wel d« 7 kleine pauwtjes, die daar parmantig rond moeder-pauw heendrib- beiden. „2e benne zóó trotsch, meneer, dat ze nou al pronken! En ze hebben nog nau welijks een «taart!" zei hij. „Als die groot zijn, benne ze heel wat waard! Maar hei kost ook heel wat om ze op t« fokken. Ik moet z« voeren met micrencieren, die lk in de duinen zoek! Het is 'n heel werk om zooveel «Leren to zoeken, wan: ze kptwien wat op. roet d'er zevenen. En de moeder, die vreet d'er we! voor zevon tegelijk!" Of veldwachter Koelewijn de heer Noné Is. dien mijn kennis heeft bedoeld, weet ik nog altijd niet! Maar Xoué of «liet Noué, een een den fokkerij heb ik gezien en zonder copy behoefde ik dus niet naar Haarlem terug te keeren! Kn ik ging zelfs niet meer copy terug dan ik hod verwacht, want he: zoeken naar den heer Noué heeft mij op de badplaat* van de Zaanlanders gevoerd Wal mij persoonlijk tenslotte nog ineei waard was daa 130 kwekkende eendjes. J. B. SCHUIL. Binnenland Het auto-ongeluk te Amsterdam. Nadere bijzonderheden. Omtrent 'fc ongeluk bij den Schreiers- toren wordt door liet Hbld. nog gemeld: D© bestuurder van do „hord naamd Voskuilen, was een beroeps chauffeur. Hij had, volgens zijn zeg- u'in, deauto van een garagehouder geleend en was met zijn vrienden gis teren den geheelen dag aan net toe ren geweest. De da? was besloten met een bezoek aan een cafe aan do Oude Schans, waar nog wat aan Bacchus is geofferd. Om één uur nachts was het café verlaten en werd als gezegd, gereden langs de Gelder- eebe Kode oneven zijde. Eigenlijk zater maar vier personen ,,in" den wagen, de drie anderen hingen" er min of meer aan. Op elke treeplank stond een man en één zat zelfs bovc-n op do motorkast. De auto is waarschijnlijk met het rechter voorwiel tegen den paal gere den. De beschermingabuis aan den paal was een achtsten slag naar links omgedraaid en aan de bovenzijde ge broken. Na het botsen reed de wagen nog eer. 30 a 40 meter verder en kwam met de voorwielen tegen liet 'nek aan do waterzijd© to staan. De achterwielen stonden op do tram rails. De man, die op do linker treeplank stond, schijnt het ongeval to hebben zien aankomen en is tijdig van de auto afgesprongen. Hij bleef onge deerd.; Do mannen van do rechter tree- VAN HAARLEM'S DAGBLAD EEN MINUUT, DIE EEN EEUW LIJKT Wanneer je je geestige verhaaK temidden van een volkomen stilzwijgen beëindigt (Nadruk' verbcden.ï do motorkast zijn weg- hebben schuldig gemaakt aan de po- 'ging tot roof en cie geweldpleging ten opzicht© van een weduwe in do Spui straat bij de Paleisstraat te Amster dam. In deze meening werd zii. aldus de Tel. versterkt, daar De Vries pre cies dezelfde tatoueeringen op een der handen vertoont, als de dame in kweo- tio verklaarde gezien te hebben op de hand van een van haar aanvallers. Commissaris Heeroma, dio het on derzoek leidde heeft aanleiding gevon den over te paan tot de arrestatie van den vermoedelijken mededader, zeke ren Van der Graft. Oolc hij is in ver zekerde bewaring gesteld. plank en geslingerd en werden deerlijk njinkt opgenomen. Hun namen zijn Bruuns en Baars. Zij zijn naar het Binnengaathuis vervoerd en zijn spoe dig na aankomst aldaar overleden. De naam van den dorden ernstig ge wonde is Bakker. Hij had een diep gat in het hoofd. Hij is door de poli- iio gehoord, maar wist zich blijkbaar niets meer te herinneren. De auto, welke het nummer G 10270 draagt, is door de politie in be slag genomen. De wagen heeft be trekkelijk weinig schade. Do voor-as is wat verbogen, het rechter voorspal- bord is in elkaar gedrukt. Van het linker voorwiel was do band afge- loopen. De paal, waar de auto tegen had gebotst had zoodanig getrild, dat de tramdraad beschadigd was en he denmorgen moest worden gerepa reerd. De inzittenden van de auto waren allen ongeveer 30 jaar oud .Zij waren iosso werklieden, wonende in do om geving Ridderstraat en Jonkerstraat, Do opgewondenheid in die buurt was vanochtend groot. DE STORM. Zes personen vermist. Een boot is op do plek geweest W.Z.W'. van Urk, waar Vrijdagmid dag een tjalk is gezonken. De giek en een zeil van het gezonken schip werden meegenomen. Gebleken was, dat de tjalk met mais geladen was. Een stuk van de roeiboot werd ge vonden. Daar een schipper, die in de buurt ten anker heeft gelegen, ge zien heeft, dat zich personen iu de roeiboot hebben bevonden, wordt ver moed, dat, nadat do boot was stuk geslagen, de inzittenden zijn verdron ken. Het aantal omgekomenen zou dan zes bedragen. Do storm heeft wel veel slachtoffers gecischt. DE POGING TOT ROOF IN DE SPUISTRAAT. Onlangs meldden we, dat de poli tie van het bureau St. Pielershal te- pen een der daders van den diefstal van den posttrommel, de V. vermoe dens koesterde, dat deze zich ook zou Deelneming van de Koningin-Moeder Bij den burgemeester van Vlissingcn is een telegram ontvangen van den hofmaarschalk van de Koningin-Moe der, dio namens H. M. verzocht, aan de nagelaten betrekkingen van hen, die bij de ramp op de Schelde liet leven verloren, Harer Majesteits meest innige deelneming over te bren gen bij het smartelijk verlies, door hen geleden. De Koningin-Moeder zal gaarne vernemen, hoeveel weduwen en weezen onverzorgd achterblijven, Achtergebleven zijn te Viissingen en te Arnemuiden samen acht we duwen en zeventien minderjarige weezen. NOODLOTTIGE VAL. De 75- jarige juffrouw C. van G. uit Gouda, tijdelijk vertoevende ten huize van den heer M. A. in de Mathenesserlaan te Rotterdam, is iu een kelder gevallen. Zij dacht, dat zij de deur van de keu ken opende, doch deed 'dit de deur van den kelder. Met een ernstige her senschudding js zij naar het Israëli tisch ziekenhuis gebracht. ERNSTIG ONGEVAL. - De Genees kundige Dienst te Rotterdam vervoer de naar het proote ziekenhuis den 32- jarigen W. H„ wonende Ruw aard- straat aldaar. Deze was op de werf an Wilton door een contra-gewicht getroffen, tengevolge waarvan hij een hersenschudding had opgeloopen. INCEZONDEN M E D E D E E LI N CEN 60 Cts. per regel. Anegang 8 - Haarlem - Telefoon 2264 Ontvangen: PIG-NIC Machine» in Koffer-model vanaf f 22.50 De Posttrommel Een mislukte poging tot ontvluchting De wijze waarop Bennie Tolmeijer zich op het bureau St. Pietershal te Amsterdam oriënteerde, wanneer hij van zijn cel naar de kamer van com missaris Heeroma of van inspecteur Joosten geleid werd, was voor de po litie aanleiding om uiterst voorzichtig met dezen arrestant te zijn, schrijft de Tel. Dat hij plannen koesterde om als hij de kans kreeg de plaat te poet sen is Maandagmorgen in het Ge rechtsgebouw op de Prinsengracht go bleken. Het drietal Tolmeijer, Jongejan en De Vries was er vanmorgen heenge bracht. Toen eerstgenoemde door den Officier van Justitie gehoord was, bi-acht een rijksveldwachter hem te- rug naar zijn cel vanwaar hij ver voerd zou worden naar het Huis van Bewaring. De politieman Üie Tol meijer geboeid had weggeleid maar ongeboeid terugvoerde, verloor Ben nie even uit het oog toen hij een deur wilde openmaken. Op 't zelfde oogen- blik nam de arrestant de vlucht. Als een wervelwind stoof hij het gebouw door en liep de Prinsengracht op. Zijn achtervolger zag hem juist om den hoek van de Leidschestraat verdwij nen. Doch Tolmeijer had niet gere kend op een paar rechercheurs der gemeente-politie die daar in de buurt waren. Na een jacht slaagdon Bc-ze er in den vluchteling in de Lange Leid- schëdwarssf raat te pakken en hem naar de cel terug te brengen. Het geval had een groote oploop tot gevolg. GROOTE BRAND TE TILBURG. Zondagnacht circa 1 uur is door on bekende oorzaak een felle brand uitge- broken in de hoütwarenfabrieken Öer firma Kennis aan 'de Enschotsche- straat. De brand was zoo hevig, schrijft de Tel., dat de brandweer, die spoedig ter plaatse was, niet kon ver hinderen, dat de geheel© fabriek met houtvoorraden, in bewerking zijn'de meubelen etc. totaal verloren ging. De familie Kennis, die in een gedeelte der fabriek haar woning heeft en al daar te rusten was, kon zich in aller ijl nog uit de brandende gebouwen in veiligheid brengen. De schade wordt voorloopig geschat op 90.000. De fabriek is op beurspolis verzekerd. KNIE GEBROKEN, - Zondagmid dag omstreeks half vijf is mej, den M., met haar rijwiel op de La,akkade te Rotterdam gevallen, waarbij zij zoo ongelukkig terecht kwam, dat- zij haar knie brak. Zij werd naar een ziekenhuis gebracht. Feuilleton Naar betEngelsch van BERTA RUCK. 37) „Zullen we wat gaan wandelen op het grasveld of er omheen?" „Ja, dat is goed „Zal ik de een of andere shawl ho len voor je, om om te slaan?" „O, neen, dank je. Mijn japon is .warm genoeg". „Zoo, nu ook al goed". En dus bevond ik mij weer aan zijn zijde evenals in den vroegen morgen en verlangde, dat hij het maar gauw uit den weg zou ruimen. Hoe langer hij het uitstelde, des te meer zag ik er tegen op. Het was, alsof iict een schaduw over mij wierp net als de boomen aan 't eind van bet grasveld, waar wij nu onder ston den. Een vleermuis, aangetrokken door het wit van mijn japon, kwam om ons heen vliegen. „Nu", begon de Baas, „mijn oom gaf mij nov allerhande Doodschapjes mee voor jc". Natuurlijk! Ik was voorzichtig ge noeg, niet te vragen, welke die wa ren, ik zei alleen maar heel beleefd: „Dank je wel". „IIij is nu gelukkig, goed en wel in Londen". „Ja". „Ik hen bang, dat als hi; no? lan ger gebleven was, jij vertrokken zoudt zijn". „Ja, ik had er werkelijk over ge dacht, dat ik mij genoodzaakt zou zien, om dadelijk naar de stad terug te koeren". „Nadat je afgesproken had. hier minstens veertien dagen te blijven? Nadat jo zc-lfs het kantoor bericht hebt gezonden (Verbeeld je, het kantoor! Alsof het kantoor ict-s anders beduidde dan hij zelf, meneer William Waters!) „en niemand to ontzien hebt! Wat had je tegen mijn moeder moe- ton zeggen?" i „Het een of ander, wat dan ook!" „Liever dan hier onder deze om standigheden te blijven? Ik kan het mij begrijpen. Ik weet je, dat ik ook zoo gevoeld heb?" voegde hij er nun foe. „Daar wou ik juist met jo over praten. Ik heb er gisterenavond over liggen denken, zooais ik je al ver telde en vandaag beu ik er ook steeds mee bezig geweest". Ik was benieuwd, wal l'.ij van zijn golfspcl terecht had gebracht. „Het kan zoo niet voortgaan", zei hij opeens. Hij bleef stilstaan onder den bruinen beuk en keek mij aan in dc toenemende duisternis. „Ik kan het niet. langer volhouden. Het is een beetje a! te bar". eindigde hij in schooljongenstaal. Daarop vervolgde hij verontwaar digd en wel wat onsamenhangend: „Theo's dwaasheden! Dio ellendige bloemen! Mijn oom met al zijn ztjn opmerkingen!" „Dat is zoo", zei ik_ inet vuur. Daarop wendde hij zich weer recht streeks fot mij en voegde er geheel on verwacht aan toe: „Eu dan jij ook nog!" „Ik?" „Ja", barstte hij los. „.Tij bent nog liet ergste en dat weet je besLI Je doet het natuurlijk, omdat ik je er in heb laten loopen „Ze zullen je hooren je lijkt soms net op Theo". „Omdat ik je", hij liet ziin stem wat dalen en sprak weer kalmer en bedaarder, „veel onaangenaamheden berokkend heb. die niemand had kun nen voorzien, die ik tenminste niet voorzien had. doe je al wat je kunt, om hot mij betaald te zetten". „Dat. alles, gisteren aan tafel", zei ik zedig, „had niets met, mij te ma- „Necn, dat was Theo - maar de rest is ook niet uit te houden. ITet is mij onmogelijk! Het kan zoo niet voort gaan!" „Dat heb je al eer gezegd, maar je zei vanmorgen, dat het je onmogelijk was. mij van mijn belofte te onthef fen". „Dat is ook zoo, en er is ook maar een ding, dat er op te vinden zou zijn". Ik wachtte, benieuwd, wat ter we reld dat zou kunnen wezen. Zijn volgende opmerking kwam ge heel onverwacht. „Zou je niet een beetje vriendschap- pelijker tegen mij kunnen zijn?" „Vriendschappelijker?" herhaalde ik ongeloovig. Toen drong iets van zijn bedoeling tot tnij door, en ik vervolgde op af gemeten toon: „Je bedoelt zeker officieel?" „Neen", zoi hij wel wat bits. „Tk bedoel of we niet werkelijke vrienden kunnen zijn en vrede sluiten, al was het maar voor zoolang, als je hier bent. Begrijp jo niet, dat het veel ge makkelijker zou zijn, om samen die vervelende dingen onder de oogen te zien. dan dat ik voortdurend ver wachten kan, dat je het mij zult in peperen en betaald zetten?" Dit alles leek niets op zijn gewone en. Dat kun je onmogelijk zeggeu'^4manier van praten. Ik schoot bijna in den lach, maar toen bedacht ik, dat ik zijn voorstel niet zoo heel aan nemelijk vond. Hij vroeg nu mijn hulp en medewerking >n werkelijk heid. Ik vond hem wel wat brutaal. „Als je bedoelt", zei ik, „dat ik zal ophouden met je te plagen en voor den gek te houden en dingen te zeg gen, die voor jou heel iets anders be- teekenen dan voor de anderen, dio ze hooren Ik wilde er bij voegen, dat ilc dat wel beloven wilde; ofschoon ik vond. dat hij wel wat veeleischend was want het was mijn eenige veiligheidsklep. „Neen, neen, dat bedoel ik niet", viel hij mij in de rede. „Ik bedoel, dat wij werkelijk \-riend schap zouden sluiten zooals wij dat hadden kunnen doen, als wij niet. geën als dat engagement er niet tusschen zat". „Maar hoe kan dat nu?" vroeg ik met nadruk. „Waarom zou het niet gaan?" hield hij aan. „Waarom niet? Wel. ik weet niet, waf ik daar op antwoorden moei!" Hij zei niet: „En je stemde wel toe in dat. andere". Een andere man zou dat misschien gedaan hebben. Ik trachtte hem mijn bedoeling nog wat duidelijker te maken. Hij was wel erg dom, vond ik. „Zie je dan uiei, hoeveel gemakke-1 1 ijker het is, om te doen, alsof je ge ëngageerd of zelfs verliefd was, dan om op eens van iemand fe gaan hou den op zijn verzoek?" „Is dat zoo?" „Natuurlijk is dat zoo", zei ik. „Je kunt doen, alsof je geëngageerd was, enz., maar je zelf tot vriend schap te dwingen, of om werkelijk van iemand te houden op gezag, dat gaat niet". (Wat was hij toch olie dom! Het was weer hetzelfde, als toen hij geen verschil zag tusschen het aannemen van een bonten kraag en een japon). „Dat kun je zoo maar niet doen. Dat is te veel gevraagd-. Dat hebben wij niet bedongen. Het be hoorde niet bij „onze afspraak", had ik bijna gezegd. Ik had het gerust kunnen doen, want „die ellendige afspraak!" viel hij uit eu daar hij Cariad niet in de buurt had, om te schoppen, deed hij het; grind. „Kan je die nooit eens even vergeten? Tiet zou zooveel gemak kelijker zijn „Ja, misschien voor jou", antwoord de ik, „maar niet voor mij; en ik kan. onmogelijk vriendschap sluiten op commando'* '(Wordt vervolgd.)]

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5