HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
FLITSEN
REGENMANTELS
Willem van Liemt
DINSDAG 9 SEPTEMBER 1924 - TWEEDE BLAD
No. 3363
Schetsen over Engeland. VIII
Kleinigheden
EEN HALF UUR VAN LONDEN FLYING SCOTCHMAN CE BAB
BEL OVER DEFTIGE LIEDEN ENCELSCHE GEMOEDELIJKHEID
DE ENCELSCHE TAFEL WEET U IETS VAN KIPPER?
Londen is een geweldige stad
wie zich voorstelt, dat een stad een
vast aaneengebouwde verzameling van
huizen zijn moet met één middelpunt
en een groot aantal straten, die als
6tralen daarvandan öf daar naar toe
loopen, zal niet zeggen dat Londen
een stad, maar dat het een land is.
Ik heb gewoond in een van de voor
steden, die van 't station Kings Cross
een half uur verwijderd was, in noor
delijke richting, naar Schotland. Er is
nog geen straatverlichting, maar die
komt, heb ik hooren zeggen, met No
vember. Ook woont er geen kapper
in het gedeelte waar ik onder dak
was, m^ar als ik twintig minuten ver
der een voor mijn stijve gewrichten
vrij steilen heuvel opklom, dan woon
de daar een kunstenaar, die mij hel
pen kon en wiens schuld het toch niet
was. dat zijn klanten in den scheer-
stoel haast niet konden stilzitten
van de vliegen. Een autobus naar het
dichtstbij gelegen stadje was er ook
nog niet, maar juist in de dagen van
mijn verblijf werden de menschen bij
eengeroepen tot een vergadering, om
aan de directie van de bouwvereeni-
ging de plechtige, maar tot niets bin;
dende verzekering te geven, dat zij
er gebruik van zouden maken, als er
een kwam.
Het plaatsje groeit, dus naar de be
schaving, ofschoon het nog geen bios
coop bezit. Intusschen kon het stoffen
op prachtige wandelingen in den om
trek. heen langs de uitstekende wegen
van Engeland, waarop de vreemdeling
alleen bedenken moet, dat alles er
links houdt, terug dwars over do heu
velachtige weilanden zonder één
bord er op, dat volgens de eene of
andere wet de vrije wandeling ver
biedt in tegendeel met houten op
en afstapjes bij hekken, waar je niet
over zou kunnen springen. Of door
grappig geconstrueerde hekjes, waar
de wandelaar zich gemakkelijk door
heen slingert en die voor een domme
koe. te ingewikkeld zijn. De Engel
sehen noemen ze, geloof ik, kissing-
gat.es, omdat do verzoeking voor
vrijende paartjes int}-:daad groot
moet zijn. om door zoo'n hekje heen
te draaien, zonder een kusje te wis
selen.
Phyllis, het dienstmeisje, heeft een
oom. die minister is..Haar vader is
verbonden aan de politie en wanneer
dit voorstadje niet zoo veilig was,
dat de leveranciers van melk en brood
de waar gerust on de stoen voor ons
huis neerleggen, dan zou dit een wel
kome geruststelling zijn. Zooals het
nu is, hebben wij geen behoefte aan
de politie, behalve wanneer de hond.
nadat hij eenmaal losgelaten is, niet
verkiest vóór den nacht terug te ko
men en opgevangen wordt en gebor
gen wordt in 't. cachot. De familie
zou het niet weten, wanneer niet hij
het ontbijt een beknopte missive ver
schenen was dat de zwerver uit zijn
smadelijk verblijf kon worden verlost
tegen betaling van een shilling voor
kost cn inwoning.
Het stationnetje is maar klein. Het
aantal treinen dat, er doordanst on
telbaar. Als je op hef smalle per-
ron staat en de flying Scotchman, de
vermaarde sneltrein naar Edinburgh,
op je afkomt, zóó dicht alsof hij je
over de teehen denkt te rennen en
met'zijn enorme massa voorbijvliegt,
dan is bet of je in de zuiging zult
worden mee getrokken, onder de wie
len. Voor zoo'n klein voorstadje heeft
de vliegende Schot natuurlijk geen
aandacht. Overigens komen er trei
nen genoeg die stoppen. Je stent in,
vlug. want er wordt geen tijd ver
beuzeld. de portieren gaan dielit. een
fluit je, hij rolt verder. Met geteut van
afscheid nemen. ..nou dag hoor. de
groeten aan allemaalzoen kleine
Pietje van me en schrijf es gauw",
kan zoo'n Engclgche trein zich niet
ophouden.
's Nachts als de wind van 't station
af waait hoor je in bed nog altijd trei
nen, op- cn neergaande kolentreinen.
Sommige Engdsche kranfen hebben
een rubriek, waar een nuchtere Hol
lander om lachen moet. Die heet
Society gossip, Society zijn
de deftige menschen en gossip is ge
babbel. dus babbeltjes over deftige
kringen. Denk niet. dat het kwaad
sprekerij is, volstrekt niet. wat er in
staat is bijzonder onschuldig; lady
Zoo en Zoo is verloofd met den jon
gen lord Deze en die en de redactrice
van de rubriek was net bij de modis
te, toen de hertogin Die en Die er
een hoed kwam koopen, stel je voor,
zoo maar hoogst eigenhandig, een
beeldje van een hoed.... volgt de be
schrijving, waar ik me niet aan waag.
Ook is de kroonprins van Zweden,
kom, dat weet u toch wel, onlangs ge
trouwd inet een Engelsch meisje en
de redactrice hoort uit Zweden, dat
de kroonprinses er a.1 bijzonder popu
lair geworden is; de menschen zijn
er vooral verrukt over, dat zij de taal
zoo gauw leert. Haar moeder, de
douairière markiezin van Milford Ha
ven, is juist haar dochter gaan be
zoeken en zal blijven tot de herfst. De
markiezin heeft veel special shop
ping" gedaan, voordat zij uit Londen
vertrok, druk gewinkeld zouden wij
zeggen. Bij zulke berichten leest de
Engelschman. of liever de Engelsehe
vrouw, tusschen de regelszij begrijpt,
dat er in Zweden een baby verwacht
wordt. Maar dat ronduit zeggen zou
aan de krant uiterst kwalijk genomen
worden Dat er ook in Stockholm flin
ke winkels zijn, komt bij de lezeres
stellig niet op. Zweden is goed en
wel van Engelsch standpunt, maar
het is toch .foreign" niet waar, een
vreemd land, ver weg, zoo heel in het
Noorden. De dochter van de douai
rière, markiezin Milford Haven heeft
Zweden wel een groote eer aange
daan, t°en zij trouwde met. den kroon
prins, Dat zegt een Engelschman
zoo niet, tenzij hij er toe uitgelokt
wordt, maai" hij denkt het.
Als een Hollandeche krant deze ver
haaltjes over verlovingen van ladies
en uit Zuid-Afrika terugkeerende
lords en zoo meer durfde na te- vol
gen, er zou in de Nederlandsche kran
tenlezers-wereld een opschudding ont
staan. Wij zijn critischer en doods
bang van aanstellerij, al worden bij
ons de. deftige menschen nauwelijks
minder nageloopen. Engelschen heb
ben vaak i'pis kinderlijks ook in ander
opzicht. Als er gasten zijn in do fa
milies. dan wordt vriendelijk ge
vraagd of ze misschien iels willen
voordragen of zingen of pianospelen:
iedere bijdrage tot de algemeeue ge
zelligheid wordt in dank aanvaard,
goed bedoeld gegeven, goed bedoeld
ontvangen. Ik lieb ook den indruk ge
kregen, dat de Engelschen in schouw
burgen veel eerder tevreden zijn dan
wij: zo klappen vriendelijker en la
chen gauwer. Het kan wezen, dat zij
minder hooge eischen stellen, maar
het moet in ieder geval gemakkelijker
wezen, in Engeland tooneelspelcr of
komiek te zijn, dan in ons land.
Diezelfde gemoedelijkheid is vaak
een eigenschap van vorstelijke perso
nen. De prins van Wales geeft, er het
voorbeeld van. Het volgende voorval
is mij verteld. Hij neemt deel aan een
feestmaal van een vc-reeniging tot het
tegengaan van wreedheid jegens die
ren. Sommige sprekers aan tafel ha
len herinneringen op uit zijn jeugd,
een vertelt er, dat, de Kroonprins op
zijn vijfde jaar van plan was, later
iedereen die dieren kwaad deed. ge
vangen te laten zeiten. Eindelijk
krijgt de prins zelf het woord. ,.Ik
ben", zegt hij vriendeliiK. ..vanavond
een beetje in het zonnetje gezet en
wat hef ergste is: ik heb de rede. die
ik vanavond wou houden, laten le
zen aan de dames die naast mij zit
ten en ze vonden.die niet heel goed.
Dus zal ik nu maar wat anders zeg
gen". Is dit niet van een genoeglijke
gemoedelijkheid?
Do vreemdeling die.voor 't eerst in
Engeland komt, kijkt er vreemd van
op, wanneer het orkest aan 't, slot
van de voorstelling, alleen do eerste
maten van hef. volkslied speelt, Is er.
denkt hij, brand of zou er plotseling
een staking onder de musici z:m uit
gebroken? Geen van beiden. Het or
kest bergt rustig de instrumenten op
en de toeschouwers gaan naar huis.
Zoo is de gewoonte.
Naar onze Nederlandsche opvattin
gen is de kookkunst in Engeland nog
in haar kindsheid, namelijk m de
Engelsehe families, want de Londen-
sche restaurants zetten hun gasten
op internationale manier bereide spij
zen voor en er is geen merkbaar ver
schil tusschen de menu van een Ita-
liaansch eethuis in Londen en een
restaurant, in Amsterdam. Wel zijn
er eigenaardige methoden in sommige
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 89
liet eten is klaar,
er is nog juist tijd
om even het feuil
leton door te le-
Het wordt laat,
hij had al vijf mi
nuten geleden
thuis moeten zijn
In de straat ook
nog niets te zien
hij praat zeker
weer over tuinen
met Cornelissen
Daar hoort ze
eindelijk een voet
stap, loopt naar
de deur en roept
vroolijk: Dag lie
veling
tot zij ontdekt
dat het 'de vracht
rijder is, aan
wien zij drie maal
uitlegt, dat zij
dacht dat het
haar man was
haar horloge is
zeker voor
maar op de huis-
kanierklpk, die
meestal goed is,
is het nog later
loopt zenuwach
tig heen en weer,
zichzelf vertellen
de, dat ze kalm
moet zijn wat
lezen of ijfeien of
zoo
loopt weer naar
buiten en ziet
mevrouw Kroos
'die naar haar
man uitkijkt
bespreekt met 'de
ze mogelijkheid
van treinongeluk
en andere vroolij-
ke onderwerpen,
gaat weer naar
binnen om het
eten uit den
oven te halen
e za i 11 e t o n
(Geautoriseerde vertaling).
Naar het Engel schvan
J. S. FLETCHER.
Juffrouw Knap schudde het hoofd.
..Toen we deze vacantiereis bespra
ken", zei ze kalm. „vertelde meneer
Deane me, dat hij Sout.hernslowe nooit
gezien had en nooit in lit deel van
Engeland geweest was. Dus hoe zou
hij de plaats en iemand hier, kunnen
kennen? Als ik dacht dat hij iemand
hier kende, en dat hij die dien avond
was gaan opzoeken als u mij dat
werkelijk bewijzen kunt
Ze zweeg en schudde het hoofd en
Mellapont. wachtte.
„Nu?" zei hij ten slotte. „Als u
dat denkt, wat dan?"
„Dan antwoordde juffrouw
Knap. met. een dreigende uitdrukking
in haar oogen. „Dan blijf ik hier,
tot ik er achter hen, wie die iemand
is en hij of zij haar gerechte straf
heeft ondergaan. Dat doe ik, al moest,
het me iedere cent kosten, die ik op
de wereld bezit. En ik heb er een
heeleboel".
,,Dus u bent een voorstandster van
krasse maatregelen, juffrouw Knap?"
zei Mellapont. „Doorzetten, niet
waar?"
„Ik moet te welen komen wat er dien
avond met mijn voogd en compagnon
is gebeurd", zei juffrouw Knap met
nadruk. „Gaat u manr door met uw
politieonderzoek en laat mij miin gang
gann! als wij samen den moorde
naar niet kunnen vinden, zijn we een
paar sukkels! Ik ben gekomen om met
u over twee dingen te spreken, me
neer Shelmore", ging ze voort, ier-
wijl zo zich tot. den advocaat wendde:
„de begrafenis van miin voogd, en de
gerechtelijke lijkschouwing waar u
zei, dat ik bij moest ziin. Ik zal me
neer Deane hier laten begraven
dat heb ik al in orde gemaakt, lijd
en plaats eveneens. Maar dio an
dere kwestie?"
Shelmore keek naar Mellapont en
Mellapont. haastte zich om de zaak
uit te leggen.
„Het gerechtelijk onderzoek begint
vanmiddag", zei hij. „Vandaag zijn
het alleen een paar formaliteiten: het
identificeeren van het lijk, enzoo-
voorts. Dan zal de rechter de zaak
verdagen tot over een week of een
dag of tien. En dan komt eigenlijk
pas de hoofdzaak. Misschien is de po
litie dan al in het bezit van meer be
wijzen. Ik doe mijn uiterste best, juf
frouw Knap. Manr, hoort u eens als
er iemapd afkomt op die belooning
van u, waarschuw mij danl Weder-
dur© Engelsehe eethuizen bij Simp
son bijvoorbeeld komen speciale voor
snijders, met een hagelwit voorschoot
en de hooge koksmuts op het dam
pende vleesch op kleine wagentjes
aan de bezoekers presenteeren; snij
den er, onder zijn oog, het stuk af
dat hij kiest en zetten hem dat voor,
waarna zij hun rondgang voortzetten.
Weliswaar vindt hij die eigenaardig
heid later op de rekening terug, want
voor een enkelen schotel betaalt hij
er allicht evenveel als voor een com
pleet diner in een ander, meer popu
lair restaurant.
Het Engelsehe vleesch is van voor
treffelijke qu.iliteit en goed klaarge
maakt, vooral in het oog van de lief
hebbers van ietwat rood vleesch.
Daarmee is de glorie van de Engelsehe
familiekeuken evenwel meteen aan
haar einde. De aardappelen zijn er
niet veel zaaks en met de groenten
h.chten zoowel de keukenmeisjes als
de huisvrouwen zelf naar Nederland
sche opvattingen gewoonlijk de hand.
Van stoven in boter hebben zijn nooit
gehoord. Koken in water vinden ze
voldoende. Ik zonde-r mijn vriendelijke
gastvrouw uit, die wel degelijk begrip
had van Nederlandsche kookkunst en
aan wier tafel ik zooveel gezellige en
ook smakelijke halfuren doorbracht.
Maar een Engelsch ontbijt is heehvat
anders dan de vaderlaridsche boter
ham. Havermout, ham met eieren, ge
bakken of gerookte visch, een van alle
of alles bij elkaar, maken er deed van
uit en tot 6lot komt brood met. jam,
die vaak gemaakt is van Nederland
sche vruchten. Voor een sniuller
wensch ik niet door te gaan. Maar
wie te Harwich aangekomen, na eon
toch altijd korten nacht op zee, in 'de
rilling van den vroegen morgen, een
plaats gekregen heeft in deu eetwa-
gen, daar het. volledige Engelsehe ont
bijt geniet en ten slotte ietwat nasoe-
zend, een lekkere Nederlandsche si
gaar opsteekt, komt met een gevoel
van tevredenheid met zichzelf en zijn
medemenschen in Liverpoolstreet-
siation aan. Hij ziet 'daar zijn hand
bagage uit de speciale bergplaats van
den eet wagen op het perron neerzet-
ien. zonder recu, zonder betaling. Nog
nooit hoeft iemand ervan gehoord,
dat zijn bagage weg of door een ander
meegenomen was.
Ook in dit opzicht ie de Engelsehe
gewoonte eenvoudig en betrouwbaar.
„Straight", noemt da Engelschman
dat en hij is er, niet zonder reden,
trotsch op, Dat zijn voedsel van min
der hoedanigheid zou zijn; dan dat op
„the Continent", het vasteland, daar
wil hij niet van hooren, „Sound Eng
lish food", noemt hij wat bij hem op
tafel komt, degelijk Engelsch voedsel.
Hij vindt het goed. Waarom zou de
vreemdeling er dan aanmerking op
maken? Daar is fata sympathieks in.
Nederlanders die in Engeland wonen,
kunnen zich dan ook best in de En
gelsehe leefwijze en het Engelsehe fa
milieleven schikken. Als zij vergelij
kingen met. het. buitenland maar we
ien te vermijden. Wat zou ginds beter
kunnen wezen, dan in old England?
En nu ik dan toch in de eetwaren
verzeild geraakt ben, tot slot nog een
grapje van den meest vermaarden
Engelschen komiek. George Robey.
Hij zat in don trein en prolwerde,
bdust op een praatje, een mede-reizi
ger aan het spreken te krijgen. Wat
bij ook te berde bracht, het lukte niet.
De man gaf geen antwoord of bromdè
maar wat. ..Meneer", zei Robey op
het laatst, ten e.inde raad, „kan u mij
soms iete vertellen van Kipper?" Kip
per is namelijk een soort van gedroog
de haring, die veel aan het ontbijt ge
geten wordt. Maar toen had Robey,
lot zijn eigen verbazing het ijs gebro
ken. „Of ik u wat kan vertellen van
kipper?" vroeg do medereiziger. „Dot
zou ik denken. Ik ben de burgemees
ter va® Yarmouth".
Zijn toehoorders scholen onmiddel
lijk in een hartelijke® lach.
Want uit. de vdaschersplaata Yar
mouth komt de meeste kipper van
daan.
J. C. P.
INCEZONDEN M E D E D E E LIN CEN
60 Cts. oer roKel.
Onovertroffen zijn onze
Mantels in geheel wollen
Gabardine, absoluut wa
terproof f 17.75, f24.75
Laatste modellen!!
Zwart en bruin leder, ge
garandeerd solide f 16.75
Anegang, hoekWarmoesstraat
zijdsch vertrouwen, niet waar?
doet u vooral niets zonder mij, U
blijft hier zeker nog een poosje?"
Juffrouw Knap keek de beide man
nen strak aan.
„Ik zet geen voet buiten deze stnfl
voor ik weet wie James Deane ver
moord heeft", zei ze. „Dat staat
muurvast!"
Toen stond ze op, knikte even en
was verdwenen; Shelmore en Mella
pont bleven samen achter en keken
elkaar eens aan.
..Ziet.'u wel?" zei Shelmore na een
poosje,
„Nou," antwoordde Mellapont. ,.Ik
geloof niet, dat er met die_ jonge 0
me veel te beginnen is! Zei u dat ze
pas negentien jaar was?"
„Zoo ongeveer", antwoordde Shel
more.
„Goeie genade hoe zal ze dan wel
zijn als ze negen en twintig is", riep
Mellapont. uit. „Dan is zo vast mi
nister-presidente. zou ik zoo denken.
Dus u waarschuwt mi>" als er iemand
op die belooning afkomt? Laten we
elkaar niet tegenwerken we heb
ben elkaar veel te veel noodig."
„Ik zal het u direct laten weten",
zei Shelmore. „Als er voor die tien
duizend gulden belooning niomand
komt opdagen, dan weet, ik het niet.".
„Ja", zei Mellapont. „Ik denk wel,
dat er iets mee to bereiken valt. Maar
ik volg mijn eigen methode. Die
kostbaarheden bijvoorbeeld, die siera
Stadsnieuws
TENTOONSTELLING VAN POR-
TRETTEN DOOR J. C. W. LECNER
IN DEN KUNSTHANDEL SMIT.
Voor het raam van dezen kunsthan
del een ïcer actueel portret dat van
den heer Van Mourik Broekman, den
directeur der Haarlcmsche II. B. S.,
waar in de afgeloopen week de blom
metjes zoo gezellig zijn bu!t°c gezet.
Binnen, in dc zaal, een aantal p>rtretten
van ouderen datum, van dezulken af,
waaraan de tijd heeft meegewerkt om
ze mooier ie maken tot enkele specimens
van den Lusten t;Jd, die een dergelijks
medewerking nog wel kunnen gebrui
ken, Verf is een welwillende materie
mits er met op al te zonderlings wijs
mee woid: omgesprongen, rijpt ze bij
het klimmen der jaren en trekt, over de
ontoereikendheden der jeugd eea kleed
nan van eerbare burgerdeugd. Dit is
althans een kleire belooning voot wie
niet haar zaakkundig weet om te gaan,
dat, a] was de hmstocht wat slaperig
bij het in het leven roepen, en de drift
niet koortsig, verliefd op de mooie ma
terie waarmee geschapen werd, toch aan
het einde iets toonbaars naar voren
komt, dat zoo ge wilt de deugd
heeft der weinig-opvallendheid. Men wil
daarbij wel eens spreken van een be
scheiden kunstenaarsnatuur, die uit
zulke werken zoude spreken, doch hoe
wel wij ongaarne de beminnelijkheid van
een kunstenaar als mensch, niet zouden
kunnen op prijs stellen, lijkt ons toch
de bescheidenheid van een kunstwerk
larie en lak. Een waar kunstwerk is in
tegendeel onbescheiden. Het verbreekt
onze lauwheid, grijpt ons in zijn klauw
cn laat ons bewonderen of legt al ons
gepraat het zwijgen op en laat ons stil
worden, omdat we voelen dat daar iets
buitengemeens, iets van innerlijke be-
teekenis voor ons staat, ook al revol
teert het vaak ons gangbaar inzicht en
weten we dan met onze eigen stilheid
geen weg. Dat ons uit onze sfeer halen,
onze zelfgenoegzame gemakzucht aan
snippertjes scheuren, is de onbeschei
denheid van een kunstwerk, die wij
gaarne ondergaan en daarom hooge-
lijk dankbaar aanvaarden, cn het is al
leen in dezen zin dat wij zulk een por
tret als dat van den heer Broekman te
bescheiden vinden. Men kan de „tref
fende gelijkenis" er van hooren roemen.
En dat zal voor dengeen, die dat consta
teert, ook wel werkelijk den indruk ver
tolken, dien het beeld op hem gemaakt
heeft. Maar wat zegt dat anders dan dat
het portret op hem of haar die zoo
sprak, eenzelfde beeld van de uiterlijke
en passante verschijning van den ge
portretteerde heeft opgeroepen, als hij
of zij reeds eerder met zich omdroeg? En
dezen taak laat de moderne kunstenaar
gaarne over aan de nog veel exacter,
en onfeilbaarder photographie. Het
probleem van het moderne, geschilderde
portret is daarmee aangesneden. En
wij zullen met snijden niet verder voort
gaan omdat onze houding tegenover
een schilder als Legner, die niet mo
dern is, noch het voorgeeft te zijn, dan
onbillijk zou worden. Voor hem toch is,
als de frappante gelijkenis geroemd
wordt, het pleit beslecht en wij, toe
schouwers, mogen, zonder boosaardig
heid, hem met dat slagen gelukwen-
schen, omdat hij zich niets anders dan
dit heeft voorgesteld te bereiken.
Toch zijn er onder de oudere werken
die binnen zijn neergehangen verschei
dene waar ge inniger ontroering en een
meer schilderlijk zich uitleven in zijn werk
zoudt kunnen vermoeden dat bij den
maker gaande was. Al heeft dan de tijd
de materie wat vermoord, het dames
portret (5) waar het raooigegroeide rood
in 't kraagje zoo fijn meespeelt, moet
toch met een gelukkig gevoel gemaakt
zijn. Een zelfportretstudie (20) is har
telijk oprecht, en oude dame tegen een
geel gordiin (4) werd met genegenheid
geschilderd. Een meisje met een hondje
„Lente-idylle", noemde hij het (Nr. 15)
is kundig en frisch, en in een groot
„Interieur" vindt ge den ernst en de
toewijding waarmee een jong, serieus
schilder zoo een gecompliceerd geval
vroeger placht aan te vangen, om er alle
moeilijkheden strijdend te overwinnen.
Dit mogen enkele grepen uit het
tentoongestelde blijven. Vooral d^
meer „behoudenden" inzake kunstwaar-
deering, zullen het met instemming be
zichtigen. En dat zijn gelukkig tevens
zij die zich meer kopzorg maken over
de tegenstelling behoudend of revolu-
tionnair. dan over die anderebelang
rijk of onbelangrijk.
J. H. DE BOIS.
GEVONDEN DIEREN EN VOOR
WERPEN Terug te bekomen bij:
W. de Wijs, Kloppersingel 91, rijw.iel-
belastingplaatje. J. Blokker, Burgwal
20 rood, grijze ceintuur. L. Vantijn.
WACHTEN OP DE 5.55
oogen bl ik komen
en zij blijft zoo
lang staan, ter
wijl zij de adver
tenties le«st.
worden hij 'is
zoo onvoorzichtig
bij het oversteken
van de straat
waarop hij plot
seling verschijnt,
de trein was te
laat en de rest
van den avond
wordt doorge
bracht met cri-
tiek op de spoor
wegen.
(Nadruk verboden.)
N. v. d. Laanstraat 3, witte leeren da
meshandschoen. Wed. E. Klijn, Ken-
nemersteeg 2, bruine hond met witte
pooten. M. Verhon, Teylerstraat 30,
bruine dameshan'dschoen. A. Hoorns,
Wilsoneplein 75 rood. hond (fox). G.
v. Dijk, Brouwersvaart 6 E, handkof
fer. Rupke, Voortingstraat 29, rood
bruine hand. T. Koster, L. Poellaan
28, bruin-zwart hondje. Kennel Fauna
Parklaan: Gele hond, gebracht door
v. Slooten, Olycanstraat 35. Zwarte
kat, gebracht door Keizerswaard,
Schoterweg 33, grijs-witte kat, ge
bracht door Boersma, Reitzstraat 21,
Zwart-witte kat, gebracht, door Boers
ma, Reitzstraat 21. Zwart-witte kat,
gebracht 'door Steenkist, Heerensingel
49. Grijze kat, gebracht dooi' Mèkman
L. d. Leydenlaan 15. T. Spoor, Brou
werestraat 86. R.R. Kerkboek. Mevr.,
Voskuyl, v. Ilevthuizerweg no. 15,
katje. IJ. J. v. Woerkom, Vrouwen-
hekétraat 12, mondharmonica. Politie
bureau, Smedestraat, overhemd, por
tefeuille. K. Kan. Scheepmakersdijkj
51 boven, gele portemonnaie. J. Ken-
se®, Botermarkt 18. zw. damesporte-
monnaie. L. Vrij, Esschilderstraat 21
rd., padvindershoedM. Wolkers,
Woonwagen 47. Ou'deweg, postwissel-
formulier. H. Kok, de Clereqstraat 168
handpomp. J. v. cl. Werf, Gen. de la
Beystraat 74, pakje pantoffels enz. H.
A. v. Iperen, Zwaardstraat porte
feuille met brieven. T. E. Lyon,
Parklaan 88, damesportefeuille, v.
Ghert, Molenaerstraat 31, witte rozen
krans. T. Bouman, A. L. DyserinCk-
straat 23, Rentekaart Rett. Zieken
fonds. Politiebureau Smedestraat/
Rentekaart Invaliditeitswet. T. Wou-
da, Oranjestraat 5-4 rijwieltaschje met
sleutels. W. Lans, Brouwersstraat 10,
regenjas. G. v. d. Veldt, Heerensingel
109, gummi schoen. M. Drenth, Gene-
stecstraat 16. damestasch. P. Visser,
Mr. Joostenlaan 33, zakken. .T. Schef-
felaar Klots, Fra.nklinstraat 92, zak-
spiegeltje in étui.
TENTOONSTELLING „HET KIND"
In ons nummer van Maandag gaven
we reeds een verslag van de tentoon
stelling ..Het Kind". Behalve mevr.
P. J. Willekes MacdonaldRevuvaan
merkten We de volgende raadsleden
op mei. M. C. Berdenis van Berle-
kom, mevr. E. Bakker, J. Joosten en
B. J. van Liemt. Verder was aanwe
zig de inspecteur van bet lager onder
wijs de heer G. H, Weustinlc.
een klontje! daar heb je geen rech
ter, geen jury en geen politie voor
noodig, om je dat te kunnen vertel
len. Ik geloof dat ik meer gezond ver
stand heb, dan al die advocaten en
rechters bij elkaar die doen niets
dan praten!"
Juffrouw Knap ging heen. in ge
dachten verzonken en den volgenden
morgen ging ze naar Mellapont toe
op het politiebureau.
„Ik ben van opinie veranderd", zei
ze kalm; toen hij haar een stoel harl
gegeven. „Volkomen".
„Zoo?" vroeg Mellapont. ,.I® welk
opzicht?"
„Ik geloof hu dat meneer Deane
wèl iemand kende in Southemstowe,
en dat hij dien avond is uitgegaan
niet het vooropgezette doel om die
iemand op te zoeken", zei ze. „Mis
schien had hij wel een afspraak".
„Neen!" zei Mcllapont met nadruk.
„Geen afspraak! U herinnert zich
toch nog wel dat het kamermeisje
hem in zijn nachttoilet zag en dat. hij
op het punt stond om naar bed te
gaan. Daarna is hij opgestaan en
heeft zich aangekleed. Het was een
plotseling opkomende gedachte die
hem daartoe bracht".
_,,Tn ieder geval", zei juffrouw Knap'
..is hij iemand "\gaan opzoeken. Eu
die moet. wonen dicht bij de plek waar
hij vermoord werd".
'(Word? vervólgd)'/
den degeen, die hem daarvan be
roofd heeft zal ze toch probeeren te
verkoopen. Dat is een van de dingen
waarop ik zal letten".
„Ja", zei Shelmore. „Maar als
degeen die hem zijn juweelen afnam,
ze nu niet behoeft te verkoopen?"
„Wat?" riep Mellapont uit. „Wat
bedoelt u?"
„Ik bedoel", antwoordde Shelmore,
„dat die kostbaarheden wel eens weg
genomen konden zijn om ons op een
dwaalspoor te brengen; om de verdeu
king van iemand af te wenden; mis
schien heeft de moordenaar het wil
len doen voorkomen, dat hij het deed
om te kunnen roove® en misschien is
hij 'wel om een heel andere reden
vermoord".
Mellapont staarde hem aan, be
greep wat hij bedoelde en keek na
denkend voor zich.
„Daar had ik werkelijk niet aan go-
dacht", zei hij tenslotte. „Ja! dat zou
kunnen. Daaruit zou dus volgen dat
de moordenaar bemiddeld Was en een
goed verstand had bijzonder, slim
was, zelfs stel je zoo iets voor.
Hm! we weten er nog niets van,
We moeten afwachten".
Pe eerstvolgende veertien dagen
wachtle juffrouw Knap af. Haat-
voogd werd begraven op een rustig
kerkhof vlak buiten de stad; ze hield
zich bezig met haar zaken op orde
te brengen; ze hield geregeld bespre
kingen met Shelmore oc Mellapont.
daar nieuws kreeg ze niet te hooren,
want er was heelemaal geen nieuws,
Het verdaagde onderzoek werd ge
houden,
De rechter en de jury hoorden alle
mogelijke getuigen, die ze maar vin
den konden. En toen de zitting een
heelen dag geduurd had, luidde de
conclusie: moord door een of meer
onbekende personen; en de menschen
gingen heen uit de rechtszaal en zei
den legen elkaar, dat het de eenige
manier was, en dat niemand er ooit
achter zou komen wie James Deane
had vermoord.
„Maar ik weet wel wie'm vermoord
hooft!" beweerde een eigenwijze in
woner van Southemstowe en juf
frouw Isnap hoorde het hem zeggen
toen ze het gebouw verliet.
„Wie dan?" vroe^ zijn metgezel.
„Vreeselijk knap, dat jij het weet en
de rechter en de jury niet".
„Daar hoef je heelemaal niet knap
voor te zijn," antwoorde de wijsneus.
„Een van die luie niksdoeners, die
hier op marktdagen rondhangen, en
den heelen nacht hier blijven zoo i
iemand heeft, dien armen stakker na
tuurlijk vermoord of misschien
waren het er wel twee. Zulk soort
slaapt, buiten, in de zandgroeve en
zoo. Nu, hij is daar heen gewandeld,
en ze hebben hem gezien, met z'n
mooie kleeren en gouden horlogeket
ting en 'schitterende dasspeld, en ze
hebben hem vermoord. Zoo klaar als