HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN FLITSEN REGENMANTELS Willem van Liemt DINSDAG 9 SEPTEMBER 1924 - TWEEDE BLAD No. 3363 Schetsen over Engeland. VIII Kleinigheden EEN HALF UUR VAN LONDEN FLYING SCOTCHMAN CE BAB BEL OVER DEFTIGE LIEDEN ENCELSCHE GEMOEDELIJKHEID DE ENCELSCHE TAFEL WEET U IETS VAN KIPPER? Londen is een geweldige stad wie zich voorstelt, dat een stad een vast aaneengebouwde verzameling van huizen zijn moet met één middelpunt en een groot aantal straten, die als 6tralen daarvandan öf daar naar toe loopen, zal niet zeggen dat Londen een stad, maar dat het een land is. Ik heb gewoond in een van de voor steden, die van 't station Kings Cross een half uur verwijderd was, in noor delijke richting, naar Schotland. Er is nog geen straatverlichting, maar die komt, heb ik hooren zeggen, met No vember. Ook woont er geen kapper in het gedeelte waar ik onder dak was, m^ar als ik twintig minuten ver der een voor mijn stijve gewrichten vrij steilen heuvel opklom, dan woon de daar een kunstenaar, die mij hel pen kon en wiens schuld het toch niet was. dat zijn klanten in den scheer- stoel haast niet konden stilzitten van de vliegen. Een autobus naar het dichtstbij gelegen stadje was er ook nog niet, maar juist in de dagen van mijn verblijf werden de menschen bij eengeroepen tot een vergadering, om aan de directie van de bouwvereeni- ging de plechtige, maar tot niets bin; dende verzekering te geven, dat zij er gebruik van zouden maken, als er een kwam. Het plaatsje groeit, dus naar de be schaving, ofschoon het nog geen bios coop bezit. Intusschen kon het stoffen op prachtige wandelingen in den om trek. heen langs de uitstekende wegen van Engeland, waarop de vreemdeling alleen bedenken moet, dat alles er links houdt, terug dwars over do heu velachtige weilanden zonder één bord er op, dat volgens de eene of andere wet de vrije wandeling ver biedt in tegendeel met houten op en afstapjes bij hekken, waar je niet over zou kunnen springen. Of door grappig geconstrueerde hekjes, waar de wandelaar zich gemakkelijk door heen slingert en die voor een domme koe. te ingewikkeld zijn. De Engel sehen noemen ze, geloof ik, kissing- gat.es, omdat do verzoeking voor vrijende paartjes int}-:daad groot moet zijn. om door zoo'n hekje heen te draaien, zonder een kusje te wis selen. Phyllis, het dienstmeisje, heeft een oom. die minister is..Haar vader is verbonden aan de politie en wanneer dit voorstadje niet zoo veilig was, dat de leveranciers van melk en brood de waar gerust on de stoen voor ons huis neerleggen, dan zou dit een wel kome geruststelling zijn. Zooals het nu is, hebben wij geen behoefte aan de politie, behalve wanneer de hond. nadat hij eenmaal losgelaten is, niet verkiest vóór den nacht terug te ko men en opgevangen wordt en gebor gen wordt in 't. cachot. De familie zou het niet weten, wanneer niet hij het ontbijt een beknopte missive ver schenen was dat de zwerver uit zijn smadelijk verblijf kon worden verlost tegen betaling van een shilling voor kost cn inwoning. Het stationnetje is maar klein. Het aantal treinen dat, er doordanst on telbaar. Als je op hef smalle per- ron staat en de flying Scotchman, de vermaarde sneltrein naar Edinburgh, op je afkomt, zóó dicht alsof hij je over de teehen denkt te rennen en met'zijn enorme massa voorbijvliegt, dan is bet of je in de zuiging zult worden mee getrokken, onder de wie len. Voor zoo'n klein voorstadje heeft de vliegende Schot natuurlijk geen aandacht. Overigens komen er trei nen genoeg die stoppen. Je stent in, vlug. want er wordt geen tijd ver beuzeld. de portieren gaan dielit. een fluit je, hij rolt verder. Met geteut van afscheid nemen. ..nou dag hoor. de groeten aan allemaalzoen kleine Pietje van me en schrijf es gauw", kan zoo'n Engclgche trein zich niet ophouden. 's Nachts als de wind van 't station af waait hoor je in bed nog altijd trei nen, op- cn neergaande kolentreinen. Sommige Engdsche kranfen hebben een rubriek, waar een nuchtere Hol lander om lachen moet. Die heet Society gossip, Society zijn de deftige menschen en gossip is ge babbel. dus babbeltjes over deftige kringen. Denk niet. dat het kwaad sprekerij is, volstrekt niet. wat er in staat is bijzonder onschuldig; lady Zoo en Zoo is verloofd met den jon gen lord Deze en die en de redactrice van de rubriek was net bij de modis te, toen de hertogin Die en Die er een hoed kwam koopen, stel je voor, zoo maar hoogst eigenhandig, een beeldje van een hoed.... volgt de be schrijving, waar ik me niet aan waag. Ook is de kroonprins van Zweden, kom, dat weet u toch wel, onlangs ge trouwd inet een Engelsch meisje en de redactrice hoort uit Zweden, dat de kroonprinses er a.1 bijzonder popu lair geworden is; de menschen zijn er vooral verrukt over, dat zij de taal zoo gauw leert. Haar moeder, de douairière markiezin van Milford Ha ven, is juist haar dochter gaan be zoeken en zal blijven tot de herfst. De markiezin heeft veel special shop ping" gedaan, voordat zij uit Londen vertrok, druk gewinkeld zouden wij zeggen. Bij zulke berichten leest de Engelschman. of liever de Engelsehe vrouw, tusschen de regelszij begrijpt, dat er in Zweden een baby verwacht wordt. Maar dat ronduit zeggen zou aan de krant uiterst kwalijk genomen worden Dat er ook in Stockholm flin ke winkels zijn, komt bij de lezeres stellig niet op. Zweden is goed en wel van Engelsch standpunt, maar het is toch .foreign" niet waar, een vreemd land, ver weg, zoo heel in het Noorden. De dochter van de douai rière, markiezin Milford Haven heeft Zweden wel een groote eer aange daan, t°en zij trouwde met. den kroon prins, Dat zegt een Engelschman zoo niet, tenzij hij er toe uitgelokt wordt, maai" hij denkt het. Als een Hollandeche krant deze ver haaltjes over verlovingen van ladies en uit Zuid-Afrika terugkeerende lords en zoo meer durfde na te- vol gen, er zou in de Nederlandsche kran tenlezers-wereld een opschudding ont staan. Wij zijn critischer en doods bang van aanstellerij, al worden bij ons de. deftige menschen nauwelijks minder nageloopen. Engelschen heb ben vaak i'pis kinderlijks ook in ander opzicht. Als er gasten zijn in do fa milies. dan wordt vriendelijk ge vraagd of ze misschien iels willen voordragen of zingen of pianospelen: iedere bijdrage tot de algemeeue ge zelligheid wordt in dank aanvaard, goed bedoeld gegeven, goed bedoeld ontvangen. Ik lieb ook den indruk ge kregen, dat de Engelschen in schouw burgen veel eerder tevreden zijn dan wij: zo klappen vriendelijker en la chen gauwer. Het kan wezen, dat zij minder hooge eischen stellen, maar het moet in ieder geval gemakkelijker wezen, in Engeland tooneelspelcr of komiek te zijn, dan in ons land. Diezelfde gemoedelijkheid is vaak een eigenschap van vorstelijke perso nen. De prins van Wales geeft, er het voorbeeld van. Het volgende voorval is mij verteld. Hij neemt deel aan een feestmaal van een vc-reeniging tot het tegengaan van wreedheid jegens die ren. Sommige sprekers aan tafel ha len herinneringen op uit zijn jeugd, een vertelt er, dat, de Kroonprins op zijn vijfde jaar van plan was, later iedereen die dieren kwaad deed. ge vangen te laten zeiten. Eindelijk krijgt de prins zelf het woord. ,.Ik ben", zegt hij vriendeliiK. ..vanavond een beetje in het zonnetje gezet en wat hef ergste is: ik heb de rede. die ik vanavond wou houden, laten le zen aan de dames die naast mij zit ten en ze vonden.die niet heel goed. Dus zal ik nu maar wat anders zeg gen". Is dit niet van een genoeglijke gemoedelijkheid? Do vreemdeling die.voor 't eerst in Engeland komt, kijkt er vreemd van op, wanneer het orkest aan 't, slot van de voorstelling, alleen do eerste maten van hef. volkslied speelt, Is er. denkt hij, brand of zou er plotseling een staking onder de musici z:m uit gebroken? Geen van beiden. Het or kest bergt rustig de instrumenten op en de toeschouwers gaan naar huis. Zoo is de gewoonte. Naar onze Nederlandsche opvattin gen is de kookkunst in Engeland nog in haar kindsheid, namelijk m de Engelsehe families, want de Londen- sche restaurants zetten hun gasten op internationale manier bereide spij zen voor en er is geen merkbaar ver schil tusschen de menu van een Ita- liaansch eethuis in Londen en een restaurant, in Amsterdam. Wel zijn er eigenaardige methoden in sommige VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 89 liet eten is klaar, er is nog juist tijd om even het feuil leton door te le- Het wordt laat, hij had al vijf mi nuten geleden thuis moeten zijn In de straat ook nog niets te zien hij praat zeker weer over tuinen met Cornelissen Daar hoort ze eindelijk een voet stap, loopt naar de deur en roept vroolijk: Dag lie veling tot zij ontdekt dat het 'de vracht rijder is, aan wien zij drie maal uitlegt, dat zij dacht dat het haar man was haar horloge is zeker voor maar op de huis- kanierklpk, die meestal goed is, is het nog later loopt zenuwach tig heen en weer, zichzelf vertellen de, dat ze kalm moet zijn wat lezen of ijfeien of zoo loopt weer naar buiten en ziet mevrouw Kroos 'die naar haar man uitkijkt bespreekt met 'de ze mogelijkheid van treinongeluk en andere vroolij- ke onderwerpen, gaat weer naar binnen om het eten uit den oven te halen e za i 11 e t o n (Geautoriseerde vertaling). Naar het Engel schvan J. S. FLETCHER. Juffrouw Knap schudde het hoofd. ..Toen we deze vacantiereis bespra ken", zei ze kalm. „vertelde meneer Deane me, dat hij Sout.hernslowe nooit gezien had en nooit in lit deel van Engeland geweest was. Dus hoe zou hij de plaats en iemand hier, kunnen kennen? Als ik dacht dat hij iemand hier kende, en dat hij die dien avond was gaan opzoeken als u mij dat werkelijk bewijzen kunt Ze zweeg en schudde het hoofd en Mellapont. wachtte. „Nu?" zei hij ten slotte. „Als u dat denkt, wat dan?" „Dan antwoordde juffrouw Knap. met. een dreigende uitdrukking in haar oogen. „Dan blijf ik hier, tot ik er achter hen, wie die iemand is en hij of zij haar gerechte straf heeft ondergaan. Dat doe ik, al moest, het me iedere cent kosten, die ik op de wereld bezit. En ik heb er een heeleboel". ,,Dus u bent een voorstandster van krasse maatregelen, juffrouw Knap?" zei Mellapont. „Doorzetten, niet waar?" „Ik moet te welen komen wat er dien avond met mijn voogd en compagnon is gebeurd", zei juffrouw Knap met nadruk. „Gaat u manr door met uw politieonderzoek en laat mij miin gang gann! als wij samen den moorde naar niet kunnen vinden, zijn we een paar sukkels! Ik ben gekomen om met u over twee dingen te spreken, me neer Shelmore", ging ze voort, ier- wijl zo zich tot. den advocaat wendde: „de begrafenis van miin voogd, en de gerechtelijke lijkschouwing waar u zei, dat ik bij moest ziin. Ik zal me neer Deane hier laten begraven dat heb ik al in orde gemaakt, lijd en plaats eveneens. Maar dio an dere kwestie?" Shelmore keek naar Mellapont en Mellapont. haastte zich om de zaak uit te leggen. „Het gerechtelijk onderzoek begint vanmiddag", zei hij. „Vandaag zijn het alleen een paar formaliteiten: het identificeeren van het lijk, enzoo- voorts. Dan zal de rechter de zaak verdagen tot over een week of een dag of tien. En dan komt eigenlijk pas de hoofdzaak. Misschien is de po litie dan al in het bezit van meer be wijzen. Ik doe mijn uiterste best, juf frouw Knap. Manr, hoort u eens als er iemapd afkomt op die belooning van u, waarschuw mij danl Weder- dur© Engelsehe eethuizen bij Simp son bijvoorbeeld komen speciale voor snijders, met een hagelwit voorschoot en de hooge koksmuts op het dam pende vleesch op kleine wagentjes aan de bezoekers presenteeren; snij den er, onder zijn oog, het stuk af dat hij kiest en zetten hem dat voor, waarna zij hun rondgang voortzetten. Weliswaar vindt hij die eigenaardig heid later op de rekening terug, want voor een enkelen schotel betaalt hij er allicht evenveel als voor een com pleet diner in een ander, meer popu lair restaurant. Het Engelsehe vleesch is van voor treffelijke qu.iliteit en goed klaarge maakt, vooral in het oog van de lief hebbers van ietwat rood vleesch. Daarmee is de glorie van de Engelsehe familiekeuken evenwel meteen aan haar einde. De aardappelen zijn er niet veel zaaks en met de groenten h.chten zoowel de keukenmeisjes als de huisvrouwen zelf naar Nederland sche opvattingen gewoonlijk de hand. Van stoven in boter hebben zijn nooit gehoord. Koken in water vinden ze voldoende. Ik zonde-r mijn vriendelijke gastvrouw uit, die wel degelijk begrip had van Nederlandsche kookkunst en aan wier tafel ik zooveel gezellige en ook smakelijke halfuren doorbracht. Maar een Engelsch ontbijt is heehvat anders dan de vaderlaridsche boter ham. Havermout, ham met eieren, ge bakken of gerookte visch, een van alle of alles bij elkaar, maken er deed van uit en tot 6lot komt brood met. jam, die vaak gemaakt is van Nederland sche vruchten. Voor een sniuller wensch ik niet door te gaan. Maar wie te Harwich aangekomen, na eon toch altijd korten nacht op zee, in 'de rilling van den vroegen morgen, een plaats gekregen heeft in deu eetwa- gen, daar het. volledige Engelsehe ont bijt geniet en ten slotte ietwat nasoe- zend, een lekkere Nederlandsche si gaar opsteekt, komt met een gevoel van tevredenheid met zichzelf en zijn medemenschen in Liverpoolstreet- siation aan. Hij ziet 'daar zijn hand bagage uit de speciale bergplaats van den eet wagen op het perron neerzet- ien. zonder recu, zonder betaling. Nog nooit hoeft iemand ervan gehoord, dat zijn bagage weg of door een ander meegenomen was. Ook in dit opzicht ie de Engelsehe gewoonte eenvoudig en betrouwbaar. „Straight", noemt da Engelschman dat en hij is er, niet zonder reden, trotsch op, Dat zijn voedsel van min der hoedanigheid zou zijn; dan dat op „the Continent", het vasteland, daar wil hij niet van hooren, „Sound Eng lish food", noemt hij wat bij hem op tafel komt, degelijk Engelsch voedsel. Hij vindt het goed. Waarom zou de vreemdeling er dan aanmerking op maken? Daar is fata sympathieks in. Nederlanders die in Engeland wonen, kunnen zich dan ook best in de En gelsehe leefwijze en het Engelsehe fa milieleven schikken. Als zij vergelij kingen met. het. buitenland maar we ien te vermijden. Wat zou ginds beter kunnen wezen, dan in old England? En nu ik dan toch in de eetwaren verzeild geraakt ben, tot slot nog een grapje van den meest vermaarden Engelschen komiek. George Robey. Hij zat in don trein en prolwerde, bdust op een praatje, een mede-reizi ger aan het spreken te krijgen. Wat bij ook te berde bracht, het lukte niet. De man gaf geen antwoord of bromdè maar wat. ..Meneer", zei Robey op het laatst, ten e.inde raad, „kan u mij soms iete vertellen van Kipper?" Kip per is namelijk een soort van gedroog de haring, die veel aan het ontbijt ge geten wordt. Maar toen had Robey, lot zijn eigen verbazing het ijs gebro ken. „Of ik u wat kan vertellen van kipper?" vroeg do medereiziger. „Dot zou ik denken. Ik ben de burgemees ter va® Yarmouth". Zijn toehoorders scholen onmiddel lijk in een hartelijke® lach. Want uit. de vdaschersplaata Yar mouth komt de meeste kipper van daan. J. C. P. INCEZONDEN M E D E D E E LIN CEN 60 Cts. oer roKel. Onovertroffen zijn onze Mantels in geheel wollen Gabardine, absoluut wa terproof f 17.75, f24.75 Laatste modellen!! Zwart en bruin leder, ge garandeerd solide f 16.75 Anegang, hoekWarmoesstraat zijdsch vertrouwen, niet waar? doet u vooral niets zonder mij, U blijft hier zeker nog een poosje?" Juffrouw Knap keek de beide man nen strak aan. „Ik zet geen voet buiten deze stnfl voor ik weet wie James Deane ver moord heeft", zei ze. „Dat staat muurvast!" Toen stond ze op, knikte even en was verdwenen; Shelmore en Mella pont bleven samen achter en keken elkaar eens aan. ..Ziet.'u wel?" zei Shelmore na een poosje, „Nou," antwoordde Mellapont. ,.Ik geloof niet, dat er met die_ jonge 0 me veel te beginnen is! Zei u dat ze pas negentien jaar was?" „Zoo ongeveer", antwoordde Shel more. „Goeie genade hoe zal ze dan wel zijn als ze negen en twintig is", riep Mellapont. uit. „Dan is zo vast mi nister-presidente. zou ik zoo denken. Dus u waarschuwt mi>" als er iemand op die belooning afkomt? Laten we elkaar niet tegenwerken we heb ben elkaar veel te veel noodig." „Ik zal het u direct laten weten", zei Shelmore. „Als er voor die tien duizend gulden belooning niomand komt opdagen, dan weet, ik het niet.". „Ja", zei Mellapont. „Ik denk wel, dat er iets mee to bereiken valt. Maar ik volg mijn eigen methode. Die kostbaarheden bijvoorbeeld, die siera Stadsnieuws TENTOONSTELLING VAN POR- TRETTEN DOOR J. C. W. LECNER IN DEN KUNSTHANDEL SMIT. Voor het raam van dezen kunsthan del een ïcer actueel portret dat van den heer Van Mourik Broekman, den directeur der Haarlcmsche II. B. S., waar in de afgeloopen week de blom metjes zoo gezellig zijn bu!t°c gezet. Binnen, in dc zaal, een aantal p>rtretten van ouderen datum, van dezulken af, waaraan de tijd heeft meegewerkt om ze mooier ie maken tot enkele specimens van den Lusten t;Jd, die een dergelijks medewerking nog wel kunnen gebrui ken, Verf is een welwillende materie mits er met op al te zonderlings wijs mee woid: omgesprongen, rijpt ze bij het klimmen der jaren en trekt, over de ontoereikendheden der jeugd eea kleed nan van eerbare burgerdeugd. Dit is althans een kleire belooning voot wie niet haar zaakkundig weet om te gaan, dat, a] was de hmstocht wat slaperig bij het in het leven roepen, en de drift niet koortsig, verliefd op de mooie ma terie waarmee geschapen werd, toch aan het einde iets toonbaars naar voren komt, dat zoo ge wilt de deugd heeft der weinig-opvallendheid. Men wil daarbij wel eens spreken van een be scheiden kunstenaarsnatuur, die uit zulke werken zoude spreken, doch hoe wel wij ongaarne de beminnelijkheid van een kunstenaar als mensch, niet zouden kunnen op prijs stellen, lijkt ons toch de bescheidenheid van een kunstwerk larie en lak. Een waar kunstwerk is in tegendeel onbescheiden. Het verbreekt onze lauwheid, grijpt ons in zijn klauw cn laat ons bewonderen of legt al ons gepraat het zwijgen op en laat ons stil worden, omdat we voelen dat daar iets buitengemeens, iets van innerlijke be- teekenis voor ons staat, ook al revol teert het vaak ons gangbaar inzicht en weten we dan met onze eigen stilheid geen weg. Dat ons uit onze sfeer halen, onze zelfgenoegzame gemakzucht aan snippertjes scheuren, is de onbeschei denheid van een kunstwerk, die wij gaarne ondergaan en daarom hooge- lijk dankbaar aanvaarden, cn het is al leen in dezen zin dat wij zulk een por tret als dat van den heer Broekman te bescheiden vinden. Men kan de „tref fende gelijkenis" er van hooren roemen. En dat zal voor dengeen, die dat consta teert, ook wel werkelijk den indruk ver tolken, dien het beeld op hem gemaakt heeft. Maar wat zegt dat anders dan dat het portret op hem of haar die zoo sprak, eenzelfde beeld van de uiterlijke en passante verschijning van den ge portretteerde heeft opgeroepen, als hij of zij reeds eerder met zich omdroeg? En dezen taak laat de moderne kunstenaar gaarne over aan de nog veel exacter, en onfeilbaarder photographie. Het probleem van het moderne, geschilderde portret is daarmee aangesneden. En wij zullen met snijden niet verder voort gaan omdat onze houding tegenover een schilder als Legner, die niet mo dern is, noch het voorgeeft te zijn, dan onbillijk zou worden. Voor hem toch is, als de frappante gelijkenis geroemd wordt, het pleit beslecht en wij, toe schouwers, mogen, zonder boosaardig heid, hem met dat slagen gelukwen- schen, omdat hij zich niets anders dan dit heeft voorgesteld te bereiken. Toch zijn er onder de oudere werken die binnen zijn neergehangen verschei dene waar ge inniger ontroering en een meer schilderlijk zich uitleven in zijn werk zoudt kunnen vermoeden dat bij den maker gaande was. Al heeft dan de tijd de materie wat vermoord, het dames portret (5) waar het raooigegroeide rood in 't kraagje zoo fijn meespeelt, moet toch met een gelukkig gevoel gemaakt zijn. Een zelfportretstudie (20) is har telijk oprecht, en oude dame tegen een geel gordiin (4) werd met genegenheid geschilderd. Een meisje met een hondje „Lente-idylle", noemde hij het (Nr. 15) is kundig en frisch, en in een groot „Interieur" vindt ge den ernst en de toewijding waarmee een jong, serieus schilder zoo een gecompliceerd geval vroeger placht aan te vangen, om er alle moeilijkheden strijdend te overwinnen. Dit mogen enkele grepen uit het tentoongestelde blijven. Vooral d^ meer „behoudenden" inzake kunstwaar- deering, zullen het met instemming be zichtigen. En dat zijn gelukkig tevens zij die zich meer kopzorg maken over de tegenstelling behoudend of revolu- tionnair. dan over die anderebelang rijk of onbelangrijk. J. H. DE BOIS. GEVONDEN DIEREN EN VOOR WERPEN Terug te bekomen bij: W. de Wijs, Kloppersingel 91, rijw.iel- belastingplaatje. J. Blokker, Burgwal 20 rood, grijze ceintuur. L. Vantijn. WACHTEN OP DE 5.55 oogen bl ik komen en zij blijft zoo lang staan, ter wijl zij de adver tenties le«st. worden hij 'is zoo onvoorzichtig bij het oversteken van de straat waarop hij plot seling verschijnt, de trein was te laat en de rest van den avond wordt doorge bracht met cri- tiek op de spoor wegen. (Nadruk verboden.) N. v. d. Laanstraat 3, witte leeren da meshandschoen. Wed. E. Klijn, Ken- nemersteeg 2, bruine hond met witte pooten. M. Verhon, Teylerstraat 30, bruine dameshan'dschoen. A. Hoorns, Wilsoneplein 75 rood. hond (fox). G. v. Dijk, Brouwersvaart 6 E, handkof fer. Rupke, Voortingstraat 29, rood bruine hand. T. Koster, L. Poellaan 28, bruin-zwart hondje. Kennel Fauna Parklaan: Gele hond, gebracht door v. Slooten, Olycanstraat 35. Zwarte kat, gebracht door Keizerswaard, Schoterweg 33, grijs-witte kat, ge bracht door Boersma, Reitzstraat 21, Zwart-witte kat, gebracht, door Boers ma, Reitzstraat 21. Zwart-witte kat, gebracht 'door Steenkist, Heerensingel 49. Grijze kat, gebracht dooi' Mèkman L. d. Leydenlaan 15. T. Spoor, Brou werestraat 86. R.R. Kerkboek. Mevr., Voskuyl, v. Ilevthuizerweg no. 15, katje. IJ. J. v. Woerkom, Vrouwen- hekétraat 12, mondharmonica. Politie bureau, Smedestraat, overhemd, por tefeuille. K. Kan. Scheepmakersdijkj 51 boven, gele portemonnaie. J. Ken- se®, Botermarkt 18. zw. damesporte- monnaie. L. Vrij, Esschilderstraat 21 rd., padvindershoedM. Wolkers, Woonwagen 47. Ou'deweg, postwissel- formulier. H. Kok, de Clereqstraat 168 handpomp. J. v. cl. Werf, Gen. de la Beystraat 74, pakje pantoffels enz. H. A. v. Iperen, Zwaardstraat porte feuille met brieven. T. E. Lyon, Parklaan 88, damesportefeuille, v. Ghert, Molenaerstraat 31, witte rozen krans. T. Bouman, A. L. DyserinCk- straat 23, Rentekaart Rett. Zieken fonds. Politiebureau Smedestraat/ Rentekaart Invaliditeitswet. T. Wou- da, Oranjestraat 5-4 rijwieltaschje met sleutels. W. Lans, Brouwersstraat 10, regenjas. G. v. d. Veldt, Heerensingel 109, gummi schoen. M. Drenth, Gene- stecstraat 16. damestasch. P. Visser, Mr. Joostenlaan 33, zakken. .T. Schef- felaar Klots, Fra.nklinstraat 92, zak- spiegeltje in étui. TENTOONSTELLING „HET KIND" In ons nummer van Maandag gaven we reeds een verslag van de tentoon stelling ..Het Kind". Behalve mevr. P. J. Willekes MacdonaldRevuvaan merkten We de volgende raadsleden op mei. M. C. Berdenis van Berle- kom, mevr. E. Bakker, J. Joosten en B. J. van Liemt. Verder was aanwe zig de inspecteur van bet lager onder wijs de heer G. H, Weustinlc. een klontje! daar heb je geen rech ter, geen jury en geen politie voor noodig, om je dat te kunnen vertel len. Ik geloof dat ik meer gezond ver stand heb, dan al die advocaten en rechters bij elkaar die doen niets dan praten!" Juffrouw Knap ging heen. in ge dachten verzonken en den volgenden morgen ging ze naar Mellapont toe op het politiebureau. „Ik ben van opinie veranderd", zei ze kalm; toen hij haar een stoel harl gegeven. „Volkomen". „Zoo?" vroeg Mellapont. ,.I® welk opzicht?" „Ik geloof hu dat meneer Deane wèl iemand kende in Southemstowe, en dat hij dien avond is uitgegaan niet het vooropgezette doel om die iemand op te zoeken", zei ze. „Mis schien had hij wel een afspraak". „Neen!" zei Mcllapont met nadruk. „Geen afspraak! U herinnert zich toch nog wel dat het kamermeisje hem in zijn nachttoilet zag en dat. hij op het punt stond om naar bed te gaan. Daarna is hij opgestaan en heeft zich aangekleed. Het was een plotseling opkomende gedachte die hem daartoe bracht". _,,Tn ieder geval", zei juffrouw Knap' ..is hij iemand "\gaan opzoeken. Eu die moet. wonen dicht bij de plek waar hij vermoord werd". '(Word? vervólgd)'/ den degeen, die hem daarvan be roofd heeft zal ze toch probeeren te verkoopen. Dat is een van de dingen waarop ik zal letten". „Ja", zei Shelmore. „Maar als degeen die hem zijn juweelen afnam, ze nu niet behoeft te verkoopen?" „Wat?" riep Mellapont uit. „Wat bedoelt u?" „Ik bedoel", antwoordde Shelmore, „dat die kostbaarheden wel eens weg genomen konden zijn om ons op een dwaalspoor te brengen; om de verdeu king van iemand af te wenden; mis schien heeft de moordenaar het wil len doen voorkomen, dat hij het deed om te kunnen roove® en misschien is hij 'wel om een heel andere reden vermoord". Mellapont staarde hem aan, be greep wat hij bedoelde en keek na denkend voor zich. „Daar had ik werkelijk niet aan go- dacht", zei hij tenslotte. „Ja! dat zou kunnen. Daaruit zou dus volgen dat de moordenaar bemiddeld Was en een goed verstand had bijzonder, slim was, zelfs stel je zoo iets voor. Hm! we weten er nog niets van, We moeten afwachten". Pe eerstvolgende veertien dagen wachtle juffrouw Knap af. Haat- voogd werd begraven op een rustig kerkhof vlak buiten de stad; ze hield zich bezig met haar zaken op orde te brengen; ze hield geregeld bespre kingen met Shelmore oc Mellapont. daar nieuws kreeg ze niet te hooren, want er was heelemaal geen nieuws, Het verdaagde onderzoek werd ge houden, De rechter en de jury hoorden alle mogelijke getuigen, die ze maar vin den konden. En toen de zitting een heelen dag geduurd had, luidde de conclusie: moord door een of meer onbekende personen; en de menschen gingen heen uit de rechtszaal en zei den legen elkaar, dat het de eenige manier was, en dat niemand er ooit achter zou komen wie James Deane had vermoord. „Maar ik weet wel wie'm vermoord hooft!" beweerde een eigenwijze in woner van Southemstowe en juf frouw Isnap hoorde het hem zeggen toen ze het gebouw verliet. „Wie dan?" vroe^ zijn metgezel. „Vreeselijk knap, dat jij het weet en de rechter en de jury niet". „Daar hoef je heelemaal niet knap voor te zijn," antwoorde de wijsneus. „Een van die luie niksdoeners, die hier op marktdagen rondhangen, en den heelen nacht hier blijven zoo i iemand heeft, dien armen stakker na tuurlijk vermoord of misschien waren het er wel twee. Zulk soort slaapt, buiten, in de zandgroeve en zoo. Nu, hij is daar heen gewandeld, en ze hebben hem gezien, met z'n mooie kleeren en gouden horlogeket ting en 'schitterende dasspeld, en ze hebben hem vermoord. Zoo klaar als

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5