HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN FLITSEN BEURSOVERZICHT ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1924 - TWEEDE BLAD No. 3365 Over een groote misdaad De omstandigheid, dafc de rechter die de twee jongens Loeb en Leopold niet ter dood veroordeelde, daarom tegen het publiek moet worden be schermd, is op zichzelf niet van be lang, omdat een dergelijke stemming altijd voorbijgaand is en binnen een paar weken zal zijn vergeten de zaak zelf brengt evenwel allerlei problemen naar voren, waarover het de moeite waard is even na te denken. In de eerste plaatszijn deze kwa jongens, die in koelen bloede een verschrikkelijke daad pleegden, pro ducten van hun tijd of van hun naaste omgeving. Is hun misdrijf een gevolg van do verwording na den oorlog, waaraan de groote criminaliteit van de laatste jaren moet worden toege schreven Het staat vast. dat in Amerika het aantal misdaden bijzon der groot is geworden. In de ..Revue Mondiale" van Juli 19-23 heeft George Mestier Tricoche meegedeeld, dat het aantal zoogenaamde vermogensniis- drijven, diefstal, inbraak, verduiste ring, oplichterij, enorm is geweest, maar dat ook het aantal moorden zeer is toegenomen, waaronder moorden door kinderen, soms begaan door jon gens van dertien en veertien jaar misdaden wegens hartstocht, zegt hij, vinden plaats in de openbare scholen. De verbeteringsgestichten zijn over vol, zegt Tricoche, hét aantal recht banken" voor de j ugd moet vermeer derd worden, daar de kinderrechters hun werk onmogelijk ijf kunnen. Die „verwording", waaraan dat alles moet worden toegeschreven, zou dan ontstaan zijn door do ex-soldaten, bij wie het leven in de loopgraven elk mcnschelijk gevoel zou hebben verstikt. De vereeniging van oud- militairen uit den grooton oorlog, ..The American Legion", heeft daar tegen geprotesteerd, omdat al zullen wel enkele misdadigers onder de re- .-ruten van 1917 voorkomen, de meeste boosdoeners nooit in het vuur zijn geweest, noch deel hebben uitge maakt van d«- Ameriknansche leger corpsen. Ik geloof, dat op deze ma nier dn lijn der verwording te kort ik getrokken. Niet de mannen die in (Je loopgrnven waren zijn daarvan de aanleiding geweest, maar hef feit. dat vier jaar lang dc verschrikkelijkste dingen mochten worden verricht, ia als plicht waren voorgeschreven, die na een bepaalden datum in Novem ber niet meer mochten gebeuren rlnt feit heeft de mensehen in en bui ten Amerika in verwarring gebracht. Ik weet wel. dat er verschil is tus- M-hen do daden van een georganiseerd leger en die van een particulier per snon in de maatschappij. maar dit on derscheid dringt tót den geest- van personen, die in wankelbaar even wicht verkocren, niet door en zoolang or oorlogen zijn. rullen wij daarpui altijd moeten rekenen op eon periode ven ..verwording" onder de burgerbe volking daarna. Het- is een van de krachtigite argumenten voor dc ont wapening. Tricoche wil dc toeneming van het aantal misdadiger* onder de kindpron dan ook niet toeschrijven nan de omstandigheid, dut er in Ame rika zooveel oorW.<weezén zijn ge weest of zooveel kinderen verstoken waren van den heil/amen inch ed vAn hef eigen thuis: de get rouwde mii- tairen. behalve de officieren, ziin na melijk niet naar het front gestuurd, Hij zoekt het kwaad dan ook in de r-'erds toenemende vcrwanrloozine door de ouders, het slechte voorbeeld dat geneven wordt in de bioscooo. verderfelijke lectuur pn vooral door de groote publiciteit, die mefi geeft -aan do wandaden der groote misdadigers. Hef laatste .argument zal wel juist ziin. De Amerikannsche bladen over treffen elkaar inderdaad in het geven van uitgebreide bijzonderheden over misdrijven. Ook verderfelijke lectuur kan veel kwaad doen. De bioscoop is m. i. een zondebok, die lang zoo zwart niet is als men hem afschildert; wel worden misdaden en misdadigers vaak op het doek gebracht, maar eert goed toezicht kan er wel voor zorgen, dat alleen die films worden toegela ten, waarin de booswicht zijn straf krijgt en de deugd overwint. Deze moraal kan men wel haast iedere week in de Haarlemsche bios copen opmerken. V^-waarioozing door de ouders, dat- kan inderdaad een reden tot ont wikkeling van slechte neigingen zijn. Zeer rijke menachen wonden door maatschappelijke plichten of wat zij daarvoor houden, zóó in beslag geno men. dat er gnsn tijd voor hun kin deren overschjot. ,,\Ve>e het jriillio- nairskind 1" is dan ook geen boutade maar een bittere waarheid. Als niets te duur is, iedere wensch vervuld wordt, wanneer alles buigt voor den rijkdom der ouders, de mülionairakin- deren altijd onderworpenheid en on derdanigheid om zicli heen zien, hoe zou hun karakter zich dan kunnen ontwikkelen in de rechte lijn van het gevóel voor eigen, verplichtingen en do rechten van anderenIn dien on- gelukkigèn toestand verkeerden Loeb en Leopold. Dit verklaart hun aan matiging, hun poseeren voor publiek en rechters, die goheelo onnatuurlijke geestesgesteldheid, die hen eerst tot de misdaad dreef en hen daarna de rechtszitting deed opvatten als een spel. waarin zij de hoofdrollen ver vulden. erwaarloozitiff dus door de ouders. Is er ook nog niet een ander gevaar, precies aan den fetgenoverge- stelden kant de kinder-aanbidding door de ouders? Nog nooit ie er zoo veel betoogd en geschreven over de persoonlijkheid vau het kind als in onzen tijd. zonder twijfel goed be doeld en voortreffelijk gemeend, maar dikwijls toch zóó overdreven, dat de schrik van oen jongen vader te be grijpen ir-, die een van deze hoog ge- s'c-mde boeken over de kinderziel en Ie individualiteit van hot kind las. ..En dit wonder" riep hii in diepe zelfverachting uit. ..is mijn kind!" Hot schijnt wel. alsof de oudere in het oog van deze schrijvers totaal on waardig geworden zijn om kindoren te bezitten, laat staan hen te leiden en op te voeden. Jonge zwanen, voort- gesproten uit oude eenden. Deze be- vlieging zal wel tiidelijk zijn. Als con overdrijving een poos geduurd heeft, komt uien wel weer tot Ix-z.inning intusschen is ze al cenigc- jaren nan den cang en het is maar e,-n geluk voor de aldus overbewonde rde kinde ren. dat straks de meats-happy' een gedeelte van hun opvoeding te.-,- hand neemt en. zij het. dan ook wat ruw, een weinig corrigeert. Noch vorwaarlooz.ine, zou men zeg. gen. noch aanbidding. Het gelukkige midden. Maar laaf ons tot 'Amerika teriig- ke.-ren, Tricoche vindt nog oen an- van misdaden in d>- Vereenicfde Sta ten: do geneigdheid tot buitensporig heden, tot- snol fortuin maken, de toe gevendheid waarin de gauwdieven zir.h in hot. land van den dollar meen verheugen. do slappe overgevoelig heid. die stood* geneigd is. krachtige iwMeugcling van misdaden tof een be lachelijk minimum te beperken, dat absoluut onovereenkomstig ii met do openbare veiligheid. Dit laatste toe lichten"'.", zegt hii r-r van ..onder het voorwendsel van de veroordeelden op te heffen, hooft men de gevangenis- nicht meer en meer verzacht, totdat deze om zoo te zoggen op gelijke lijn komt te staan met de regels in een sanatorium, met lekkere maaltijden op feestdagen, concerten, bioscopen, conferenties enz." Wie dat nu zoo leest is al gauw ge neigd om dat argument te erkennen, maar hij vergeet dan toch dat onde* de oude bedoeling de recidive, de her haling van misdrijf, toch ook niet ach terwege bleef. Blijkbaar behoort de schrijver tot hen, die de straf af- chrikwekkend willen maken; de troos- telooze cel met het strenge regime, zonder eenige ontspanning. Maar hoe komt het dan, dat de justitie allerlei oude klanten telkens weer terug zag, zoodat de strenge gevangenisstraf blijkbaar haar afschrikwekkend ka ak ter verloren had? Men kan deze raag niet beantwoorden, zonder te erkennen, dat het beter is, te trach ten hel eergevoel van misdadigers op te wekken, Jiun een hart onder den riem te steken en het gevangenisleven zoo in te richten, dat zij zoo stent mogelijk tegen de gevaren der maat schappij gewapend, daarin lerugkee- ren. Of hiervoor nu „lekkere maaltij den" enz. noodig zijn, blijve hier in het midden. Misschien heerscht ook hier wel eens wat overdrijving. Maar dat. de wrekende, vernietigende cel straf zonder meer, heeft afgedaan, is \tel zeker; hoe zij verzacht en verbe terd moet wordc-n zal een taak van voorzichtig beleid moeten ziin. Het instituut van de voorwaardelijke ver- oordeeling heeft al heel wat opluch ting gegeven. Zullen Loeb en Leopold, ter nau- wernood aan de doodstraf tkomen, werkelijk hun geheele leven in de ge vangenis moeten doorbrengen? Trico che van zijn standpunt betreurt, dat de gouverneurs der verschillende sta ten menigmaal misbruik maken van hun recht om genade te verleenen, bijna altijd, zegt hij, krijgt iedere bandiet die zich mooi weet Voor te doen, vervroegde invrijheidss'.elling. Dit is de pessimistische opvatting. Hou den boef achter de tralies, dan kan li ij geen kwaad meer doen. Inder daad, maar dan wordt hemzelf toch wel kwaad gedaan. Als een gevange nis niets anders zijn moet. dan een bewaarplaats, dan moet men ook be dacht zijn op de nieuwe misdaden, die do opgoborgene weer begaan zal zoodra hij weer in vrijheid gesteld is. Men kan toch niet iederen overtreder levenslang bewaren! Het opt-iin: sehe stelsel is, hem in de gevangenis zelf geschikt en sterk te maken >oor de samenleving. Dat het niet altoos lukken zal, is wel zeker, maar dat is natuurlijk geen bezwaar tegen hel stelsel. De onnadenkende menigte, die de hoofden van I-oeb en Leopold eischte, zal later, wanneer zij hoort dat ook hun levenslange gevangenisstraf ver minderd is, wel weer een verwoed ge schreeuw aanheffen. Als zii liet ge luk hebben terecht te komen in een gevangenis, waar men geen nummers maar menschen kent, zal er een oogt-n- blik aanbreken waarop het berouw in hun hart zal doorbreken, de afschuw van zichzelf in hun ziel oprijzen. Dat oogenblik zal verschrikkelijk zijn. Op dat moment pas zal hun straf begin nen. Het kan al spoedig ziin. Moeten deze twee jongens onder dezen druk tor hun dóód toe loven in de toch al tijd onnatuurlijke samenleving, die een gevangenis is? Het zou oilmen-' sehelük zijn, gelijk hun daad onroen- Bcheüjk was. De straffende gerechtig heid nu moet. niet geliik staan met den misdadiger, maar boven hem: zf| zal dus mettertijd ook. T.och en Leo pold in do gelegenheid stellen, zich weer. niensch reuorden, te bewegen tusschen de menschen. J. C. P. Kerk en School NED. TJERV. KERK. Aangeno men liet beroep naar TJreterp (toezegg.) door ds. F. G. de Vries, te Weidum. GEREE. KERKEN. Beroepen te Hoogeveen (vacature-ds. M. Graven- dijk) ris. W. Faber te Serooskerke tc Zutphen ds. A. J. Fanoy te Eer werd. GEREE. GEMEENTEN. Beroe pen te Ridderkerk ds. R. Kok, te Aag- tekerke. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 93 DE MINUUT, DIE EEN EEUW LIJ'XT Als je gebogen en geglimlacht hebt naar menschen, die je schijnen te kennen aan den anderen kant van het pad en begint te beseffen dat ze het heelemaal niet tegen je hadden. (Nadruk PRIJSHOUDENDE MA RKTSTEM Ml N C. OLIE- EN RUBBERWAARDEN ONVERANDERD, SUiKERAANPEELEN BETER, 8CHEEPVAARTAANDEELEN LACER OP WINSTNEMINCEN. 512 September 1924. Te oordeelen naai' de berichten uit Amerika, schijnt daar te lande hard gewerkt te worden aan de voorberei dingen voor.ue nieuwe leening aan Duitsehland niet alleen, doch maken ook de onderhandelingen over ere- diet-verleening aan de industrie goe de vorderingen, zoodat verwacht mag worden, dat met de medewerking van Amerika, spoedig het Duitsch econo misch leven weder op gang gebracht zal kunnen worden. Afgewacht dient i« worden welken invloed de ver hoogde activiteit der Duitsciie indus trie op het Bedrijfsleven in omliggen de landen zal uitoefenen. In Enge land zijn de industfiëelen op dit punt Ij ijkbaar niet gerust, daar een uitge breide campagne gevoerd wordt te gen deelneming aan de nieuwe leening. onder voorwendsel dat Duitsehland het land niet goedkoope artikelen za! overstroomen, waardoor de werkloosheid weder zou toenemen. Ongetwijfeld bestaat, er wel ecnig ge vaar voor groot aanbod van Duitsciie industrieele producten, daar, zooals reeds eerder te dezer plaatse werd opgemerkt, Duitaflhland de schade vergoeding uit zijn export-surplus zal moeten bestrijden. De 2500 mil- Iioen Mark welke jaarlijks voor dit doel zullen moeten worden opge bracht, zullen voor het. grootste deel gevonden moeten worden uit den ver hoogden export, doch of dit voor de kuitenlan'dsche industrie zulke na- deelige gevolgen zal hebben als door do belanghebbenden wordt voorspeld, valt te betwijfelen, daar toch deze som voornamelijk uit, de belastingen Haarismmer Halletjes EEN ZATERDACAV0NDPRAA1JE Toen ik een paar dagen geleden op een donkeren avond in Heemstede liep, terugkcerende van een vriend dien ik daar bezocht- had, meende ik in de duisternis (het was dien avond bijzonder donker) beweging te zien op een groot- grasveld, waarvan ik de oorzaak niet verklaren kon. Een koe kon het niet zijn, daarvoor waren de bewegingen te snel, een hond even min, omdat de figuur waarvan ik den mtrek daarvoor tc groot was waarschijnlijk was het mensch, maar dan kon ik onmogelijk verklaren, hoe de figuur zoo plotse ling verdwenen was. Ik had geen haast, Het was toch al over twaalven, dus veel te laat om nog tijdig in Haarlem naar bed te gaan daarom kwam het er weinig op aan, of liet, een uurtje later werd. Ik sprong over het hek. waarmee het veld van den rijweg is .afgescheiden en liep voorzichtig naar de plek, waar ik de bewegende figuur had opgemerkt. Er hing een lichte mist, een soort van herfstnevel. maar toen ik op de plek aankwam, brak juist, de maan door en scheen op ie'.s zilverachtigs in het grasik raapte het op. het was een gulden, dien de zoo vreemd verdwe nen man zeker had laten vallen. Plotseling schoot een denkbeeld mij door het, hoofd. Kon de man in de duisternis misschien door een luik zijn afgedaald? Met mijn stok in het gras woelende, had ik na een ipoosie zoe ken een ring gevonden die bleek te zijn van een zwaar luik. dat ik alleen met mijn twee handen openkrijgen kon. Er steeg een duffe lucht, van voch tige aarde, uit op. Voorzichtig tas tende voelde ik ntet mh'n sto'- de (ve rten van een trnu of ladder. Hier was ■bliikbaar een geheim. H"o kwam een /■mderaardsebe ingang midden op een Heemsteedsch veld, waar leidde die naar toe en waarom was de geheim zinnige figuur daarin verdwenen? Men kan vele jaren een rustig burger ge weest zijn en op eens, in een donke ren nacht den avontuurlijken geest in zich voelen ontwaken van een Rip- perda, van wien ik in rechte linie moet afstammen, of van een van Lin dehouten, die ook op mijn stamboom voorkomt. Het was roekeloos en ver keerd. ik geef het toe. het is op geen enkele manier in een nauwgezet huis vader tc verontschuldigen, maar het feit is niet tc loochenen ik zette mijn 'oet op (ie eerste tree van den ladder ■n daalde voorzichtig af. daarbij het elcctrische lantarentje voor den dag halende, dat sedert ik in mijn eigen huis eenmaal van dc trap ben geval len, mijn estzak niet meer verlaat. De gang was nauw. ik kon er niet rechtop in staan. Bukkende en met gebogen knieën om mij zoo klein mo gelijk te maken, liep ik langzaam voort. Lord Lister, de Wilsons, Sher lock Holmes, Arsêne Lupin en derge lijke helden zouden dat een kleinig heid gevonden hebben, maar wie daar niet aan gewend is en geplaagd wordt door rhcumatiek in de gewrich ten, heeft daar moeite mee. Het deed mij dan ook genoegen, toen ik al gauw in de verte stemmen hoorde en een lichtje zag. De moede reiziger hoven den grond, die in het- bosch verdwaald, eindelijk een lichtje in den nacht ziet. gloren, weet dat hij weldra een gastvrije ont vangst- en een bod voor zijn vermoei de ledematen zal vinden, maar onder den grond is dat, wel een beetje an ders. Zoo dom was ik niet,, of ik had wel begrepen, dat mensehen in een bol niet veel goeds plegen uit to voe ren het, was dus zaak, voorzichtig voorwaarts te gaan. De gang werd nog lager en smal ler. Naarmate ik voortging, hoorde ik evenwel duidelijker stemmen van mannen, hoewel zij gedempt spraken bovendien drong telkens een geluid tot mij door. waarvan ik geen verkla ring wist te geven: ongeveer alsof met. een hamer op metaal zeslagen werd. Tn mijn ijver moet ik niet, goed hpbben opgelet, want plotseling bij I-et omgaan van een hoek stond ik bijna voor den neus van de menschen die ik zochtgelukkig draaiden ze mjj hun rug toe, zoodat ik mij nog bij tijds kon terugtrekken en om den hoek de gang, voor hun oog onzicht baar, het gesprek afluisteren. Wat ik nu zag was een gemetselde kelder ongeveer naar schatting drie bij twee meter groot cn twee meter hoog. In het midden brandde een groote petroleumlamp, die den kelder helder verlichtte. Behalve een paar kleine kisten, die blijkbaar voor tafel en zitplaats dienden, was er niets in n kelder, dan een soort- .van pers, :t een zwaar handvat en een pot met gesmolten specie, die er vlak naast stond. Twee mannen waren in den kelder. Do een roerde in den pot en schepte :t specie uit met een grooten lepel, lie hij daarna voorzichtig onder de pers gootde tweede draaide daarna de pers aan en gaf nu en dan een flinken slag op de pers dat geluid had ik bij mijn nadering gehoord. Plotseling werd alles mij duidelijk. Ik kon mij niet vergissen Hier waren valsche munters aan het werk en de culden. dien ik op het veld gevon den had, moest een van hun produc ten zijn. Deze ontdekking vervulde mij met gemengde gevoelens. Wat moest ik doenOnmiddellijk de, politie waarschuwen, dat was ze ker, maar vooraf trachten hen te zien, zoodat, ik misschien dp namen van de boosdoeners aan de politie zou kunnen opgeven, of hen tenminste naderhand herkennen. Uit mijn hoek ie tuurde ik met. in spanning van mijn oogon in de werk plaats. .Tuist op dat, oogenblik keer den de twee mannen hun gezicht naar mii toe. Bijna had. ik mij door een schreeuw van verbazing verraden. Was dat niet Tijs van Wensen, bijge naamd Rooio Tijs. die iederen dag al jaren lang worteltjes en bloemkool aan mijn huis bezorgde en de an dere. was dat niet timmermans- gc-zel. die geregeld kleine klusjes in miin huis opknapte, een ferme, jonge kerel met een paar stevige handen aan ziin liif Het-bedroefde mij meer dan ik zeg gen kan. Hoe zou ik na deze erva ring nog ooit iemand weer kunnen hertrouwen! Bijna schoten tranen die ook op den kostprijs der fabrika ten een zwaren druk zullen uitoefenen moet gebaald worden, zoodat het concurrentie-vermogen" van Duitseh land begrensd is. Ook mag verwacht worden dal in de omliggende landen het bedrijfsleven een opleving zal on- oergaan, zoodat meer vraag naar in dustrieele producten verwacht mag worden. Na vier jaar van malaise en eeonomischen 'druk moet- hot in ieder geval worden toegejuicht dat thans ernstige pogingen worden in bet. wérk gesteld om het gestoorde bedrijfsleven in Europa weder in nor male Lanen terug te voeren en al zullen dan ook enkele moeilijkbeden 1e overwinnen z'.in, wordt toch alge meen erkend dat het Dawes-plan de voor 'de tegenwoordige omstandighe den het best uit te voeren maatrege len heeft aangegeven. Dal hierbij Amerika zijn onontbcerlijken steun wil verleenen is mede een verheugend verschijnsel. Niet alleen wordt hier door bereikt dat de overtollige goud rijkdom van Amerika over verschil lende landen wordt verdeeld, doch ook zal dit kunnen leiden tot sta.bi- liseering der wisselkoersen in ver schillende landen en zal de weder in voering der gouden standaard er toe kunnen bijdragen dat de handel we der een stabiele basis voor de prijs bepaling heeft en zal de periode van goedkoope arbeidskrachten ten koste van 'het algemeen, tot het verleden gaan hehooren. Want grooter gevaar dan van de Duitsciie concurrentie is te duchten van die landen welke door de inflatie de loonen op normaal laag peil hou- den en daardoor in de gelegenheid van droefenis mij in de oogen en daar, zooals iedereen wel weet, de heree nen in verband staan met den neus on de neus weer met de keel, kreeg ik van aandoening een heftige kriebe ling in mijn keel. In de Vaderland-sche geschiedenis hebben we geleerd van heb iurfschip voor Breda ©n van Héraugicre. die verkouden wae en aan ziin makkers verzocht hem dood te steken, wan neer hij door hoesten h„un aanwe zigheid verried. Hier was ik nu zon der makkers, zonder degen, maar met een heftig© kriebeling in mijn keel Iléraugière wist bet. hoesten te belet ten. maar ik (waarom het te verber gen?) ben geen held voor de vader- landsche historie, niets meer dan een eenvoudig Haarlemsch burger en zoo moest liet, dan gebeuren, ja was liet onvermijdelijk, dat ik plotseling hoestte en niet eenmaal, maar drie, vier, vijf keer.... ik hoorde de twee mannon nog tot elkander zeggen „wat is dat?" toon hadden ze mij aangegrepen en naar binnen gesleept, en hardhandig op den grond gesme ten, zoodat al mijn gewrichten, toch al pijnlijk van den tocht, door de onderaardsche gang. pijn deden en ik met moeite overeind ging zitten. „Wie ben je?" vroeg de groente boer. ..en hoé kom je liier?" Die laatste vraag leek mij wat on- noozel voor een verblijf met een on deraardsche gang. De eorete vraag viel mii tegen. Was ik dan voor nie mendal ontelbare ia ren klant geweest van uien en kropsla en worteltjes? Heerschle er dan geen trouw meer in de wereld „Kijk mij eens goed aan," zei ik op waard'igen toon. „Ja. ik zie het," zei hij norsch, ..ie bent die Jan Hen, die keukenpiet, die eiken morgen aan de deur staat, als je vrouw groenten koopt." Mijn waardigheid verbood te ant woorden. Hii werd boos. „Wat doe je hier?" vroeg hij. „Ons rbcspionneerenHé? Zeg op, gauw, of ik zal jo.-v, Zichzelf tot boosheid opwindende, had hij den metaallepel gegrepen en zwaaide die op bijzonder onaangena me manier voor mijn neus. Het was zijn goe'dkooper té produeeereü dan in landen met normale valuta moge lijk is. Dit is li.v. het geval met ijzerwaren uit België en Frankrijk, welke belangrijk Lager in Engeland worden aangeboden, dan de industrie daar te lande in staat is te leveren.- Verwacht mag worden dat over eenigen tijd de gouden standaard nagenoeg al gemeen zal worden hersteld en in die landen waar dit op het oude niveau niet mogelijk is, op de tegenwoordige waarde zal worden gestabiliseerd. Dit zal ongetwijfeld 'n heilzamen in vloed uitoefenen op de internationa le handelsbetrekkingen an als aan vulling van de thans begonnen po gingen tob het wereldherstel, tot een. normalen toestand kunnen voeren. Over 't algemeen wordt de toestand optimistisch ingezien, hetgeen o.a.. ook kan blijken uit een verklaring, van den voorzitter der "Amsterdam- sche Kamer van Koophandel, die dezer dagen als volgt zijn meening formuleerde: „Hoewel men verkeerd zou doen een snellen opbloei van Europa te verwach ten en teleurstellingen niet geheel uit gesloten zijn, is eindelijk éen geheel andere politieke atmosfeer geschapen, de medewerking van Amerika verkre gen en de grondslag voor een duurza me, geleidelijke verbetering van den algemeenen toestand gelegd. In het jaar 1923 lag het dieptepunt van de hier heerschende depressie. Men mag met meer vertrouwen dan voorheen de 'toekomst tegengaan. De Staat mag voor 1925 en volgende jaren, behoudens onvoorziene omstandigheden, een rui mer vloeien van de middelen tegemoet zien." r De beurs onderschrijft deze meening ten volle en heeft de laatste weken van hare optimistische zienswijze in ruime mate blijk gegeven. Deze week begon weder in opgewekte stemming, niet goede vraag ia nagenoeg alle afdeelin- gen, doch tegen het einde der week hebben winstnemingen een matige re actie veroorzaakt, zoodat de beste koer sen niet behouden konden blijven. Dit --erigens een normaal verschijnsel niet mogelijk achteruit te deinzen, want daar was de muur. Gelukkig kwam de jonge timmerman tuschcn- beide en nam hem het gevaarlijke wa pen zachtjes af. „I k ken je" zei de timmerman, „eengisteren was ik in je huis, om een paar schilderijen op te hangen, Leo- lijke dingen, hoor ie?" Ik zweeg. Zou ik met een valschen munter gaan debalteeren over de qualiteit van schilderijen in mijn huis? „Wat kom je hier doeu?" vroeg nu Ook de timmerman. „Ik kom hier bij toeval." „Jawel," zei de groentenman, ..dat geloof ik. Bij toeval een trap af- geloopen, hé? bij toeval een gang doorgegaan dat zijn rare toevallig heden. Ben je soms van de politie?" „Neen", zei ik. Jokken icon niets goeds uitrichten. Ze waren nu allebei boos en dat kon ik ook wel zien. angstig. Ze dreigden dat ze mii zouden doodslaan als een spion, of mij binden en in den kelder alleen achterlaten. ,A1 dien tijd zat ik op den vloer en probeerde maar niet om op te staan, uit vrees, dat ze als ik een beweging maakte, op mij aan zouden vallen. „Wat ben je van plan om t.e doen?" vroeg de timmerman. Ik antwoordde: „dat weet ik niet". Ik wist het ook inderdaad niet, dat hing er immers van af, wat zij zouden doen, „Als we je loslaten, ga je ons ze ker bij de politie aangeven?" vroeg de groentenman dreigend. „Natuurlijk doet hij dat", zei de timmerman. „Doe zulke gekke vra gen niet". Toen gingen ze samen in een hoek van den kelder staan, mij al door goed in het oog houdende en beraadslaag den blijkbaar over wat ze met mij zouden doen. Het duurde laug. ze schenen het niet eens te kunnen wor den. Eindelijk was' er een besluit ge nomen, de timmerman kwam hij mij staan en zei: „We willen je geen kwaad doen als bet anders kan. Je ma? hier niet van daan. want dan verklap je ons bij de politie. Weet je wat we hier uitvoe ren?" Deze toespraak was niet heel bemoe digend, maar iemand moest wel heel onnoozel wezen om niet te zien wat ze deden. Ik zei dus zoo kalm als ik icon: „valsch geld maken". „Juist", zei de timmerman en toen' de groentenboer die opvliegend scheeu te wezen (wie had dat ooit van den rustigen man met zijn peentjes en uien gedacht?) er tusschendoor wou schreeuwen, bracht hij hem tot be daren en ging voort: „Je kunt dade lijk heengaan, 0p één conditie: dat je met ons meedoet en morgen dadelijk begint met onze guldens uit te geven. Je kunt er dadelijk vijftig meekrij gen". „Nooit", zei ik heldhaftig. En lang zaam opstaande, als om aan mijn woorden kracht bij te zetten, herhaal de ik: „nooit". En meteen gaf ik den timmerman die vlak vóór m" stone een stomp in de (maag, dat hij om ver tuimelde en rende de gang in, zoo hard als ik kon. Ik had een kleinen voorsprong, maar zij kenden den weg heter. Ik hoorde hen vloekend achter mij aan komen, ik struikelde over den onee- I ijken grond, viel. stond weer op, rende voort, telkens tegen uitsteken de hoeken aanbonzendc, eens was ik door den groentenman. die de voor- sie was, bijna gegrepen, toen hij op zijn beurt struikelde en viel. zoodat de timmerman over hem viel en ik weer een kleinen voorsprong had. Ik was bij den ladder, sprong er op, klauterde naar boven, rook" do f ris sell e nachtlucht al. toen plotseling de timmerman mij vastgreep, bij mijn jas en wij met- ons drieën naar be neden vielen, holderdebolder, in de onderaardsche -gang en ik wakker werd uit mijn be nauwden droom. Want u heeft toch niet 'geloofd, in ernst geloofd dat er werkelijk in I-Ieemsteedscke grasvelden onderaard sche gangen zijn, waar gemoedelijke Haarlemsche groentenboeren en han dige timmerlui loodon guldens maker? Foei toch, dat valt mij tegen ik' had u voor scherpzinniger 'gehouden* FIDELIÖ*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5