HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
FLITSEN
BEURSOVERZICHT
ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1924 - TWEEDE BLAD
No. 3365
Over een groote misdaad
De omstandigheid, dafc de rechter
die de twee jongens Loeb en Leopold
niet ter dood veroordeelde, daarom
tegen het publiek moet worden be
schermd, is op zichzelf niet van be
lang, omdat een dergelijke stemming
altijd voorbijgaand is en binnen een
paar weken zal zijn vergeten de zaak
zelf brengt evenwel allerlei problemen
naar voren, waarover het de moeite
waard is even na te denken.
In de eerste plaatszijn deze kwa
jongens, die in koelen bloede een
verschrikkelijke daad pleegden, pro
ducten van hun tijd of van hun naaste
omgeving. Is hun misdrijf een gevolg
van do verwording na den oorlog,
waaraan de groote criminaliteit van
de laatste jaren moet worden toege
schreven Het staat vast. dat in
Amerika het aantal misdaden bijzon
der groot is geworden. In de ..Revue
Mondiale" van Juli 19-23 heeft George
Mestier Tricoche meegedeeld, dat het
aantal zoogenaamde vermogensniis-
drijven, diefstal, inbraak, verduiste
ring, oplichterij, enorm is geweest,
maar dat ook het aantal moorden zeer
is toegenomen, waaronder moorden
door kinderen, soms begaan door jon
gens van dertien en veertien jaar
misdaden wegens hartstocht, zegt hij,
vinden plaats in de openbare scholen.
De verbeteringsgestichten zijn over
vol, zegt Tricoche, hét aantal recht
banken" voor de j ugd moet vermeer
derd worden, daar de kinderrechters
hun werk onmogelijk ijf kunnen.
Die „verwording", waaraan dat
alles moet worden toegeschreven, zou
dan ontstaan zijn door do ex-soldaten,
bij wie het leven in de loopgraven
elk mcnschelijk gevoel zou hebben
verstikt. De vereeniging van oud-
militairen uit den grooton oorlog,
..The American Legion", heeft daar
tegen geprotesteerd, omdat al zullen
wel enkele misdadigers onder de re-
.-ruten van 1917 voorkomen, de meeste
boosdoeners nooit in het vuur zijn
geweest, noch deel hebben uitge
maakt van d«- Ameriknansche leger
corpsen. Ik geloof, dat op deze ma
nier dn lijn der verwording te kort ik
getrokken. Niet de mannen die in (Je
loopgrnven waren zijn daarvan de
aanleiding geweest, maar hef feit. dat
vier jaar lang dc verschrikkelijkste
dingen mochten worden verricht, ia
als plicht waren voorgeschreven, die
na een bepaalden datum in Novem
ber niet meer mochten gebeuren
rlnt feit heeft de mensehen in en bui
ten Amerika in verwarring gebracht.
Ik weet wel. dat er verschil is tus-
M-hen do daden van een georganiseerd
leger en die van een particulier per
snon in de maatschappij. maar dit on
derscheid dringt tót den geest- van
personen, die in wankelbaar even
wicht verkocren, niet door en zoolang
or oorlogen zijn. rullen wij daarpui
altijd moeten rekenen op eon periode
ven ..verwording" onder de burgerbe
volking daarna. Het- is een van de
krachtigite argumenten voor dc ont
wapening.
Tricoche wil dc toeneming van
het aantal misdadiger* onder de
kindpron dan ook niet toeschrijven
nan de omstandigheid, dut er in Ame
rika zooveel oorW.<weezén zijn ge
weest of zooveel kinderen verstoken
waren van den heil/amen inch ed vAn
hef eigen thuis: de get rouwde mii-
tairen. behalve de officieren, ziin na
melijk niet naar het front gestuurd,
Hij zoekt het kwaad dan ook in de
r-'erds toenemende vcrwanrloozine
door de ouders, het slechte voorbeeld
dat geneven wordt in de bioscooo.
verderfelijke lectuur pn vooral door de
groote publiciteit, die mefi geeft -aan
do wandaden der groote misdadigers.
Hef laatste .argument zal wel juist
ziin. De Amerikannsche bladen over
treffen elkaar inderdaad in het geven
van uitgebreide bijzonderheden over
misdrijven. Ook verderfelijke lectuur
kan veel kwaad doen. De bioscoop
is m. i. een zondebok, die lang zoo
zwart niet is als men hem afschildert;
wel worden misdaden en misdadigers
vaak op het doek gebracht, maar eert
goed toezicht kan er wel voor zorgen,
dat alleen die films worden toegela
ten, waarin de booswicht zijn straf
krijgt en de deugd overwint.
Deze moraal kan men wel haast
iedere week in de Haarlemsche bios
copen opmerken.
V^-waarioozing door de ouders,
dat- kan inderdaad een reden tot ont
wikkeling van slechte neigingen zijn.
Zeer rijke menachen wonden door
maatschappelijke plichten of wat zij
daarvoor houden, zóó in beslag geno
men. dat er gnsn tijd voor hun kin
deren overschjot. ,,\Ve>e het jriillio-
nairskind 1" is dan ook geen boutade
maar een bittere waarheid. Als niets
te duur is, iedere wensch vervuld
wordt, wanneer alles buigt voor den
rijkdom der ouders, de mülionairakin-
deren altijd onderworpenheid en on
derdanigheid om zicli heen zien, hoe
zou hun karakter zich dan kunnen
ontwikkelen in de rechte lijn van het
gevóel voor eigen, verplichtingen en
do rechten van anderenIn dien on-
gelukkigèn toestand verkeerden Loeb
en Leopold. Dit verklaart hun aan
matiging, hun poseeren voor publiek
en rechters, die goheelo onnatuurlijke
geestesgesteldheid, die hen eerst tot
de misdaad dreef en hen daarna de
rechtszitting deed opvatten als een
spel. waarin zij de hoofdrollen ver
vulden.
erwaarloozitiff dus door de
ouders. Is er ook nog niet een ander
gevaar, precies aan den fetgenoverge-
stelden kant de kinder-aanbidding
door de ouders? Nog nooit ie er zoo
veel betoogd en geschreven over de
persoonlijkheid vau het kind als in
onzen tijd. zonder twijfel goed be
doeld en voortreffelijk gemeend, maar
dikwijls toch zóó overdreven, dat de
schrik van oen jongen vader te be
grijpen ir-, die een van deze hoog ge-
s'c-mde boeken over de kinderziel en
Ie individualiteit van hot kind las.
..En dit wonder" riep hii in diepe
zelfverachting uit. ..is mijn kind!"
Hot schijnt wel. alsof de oudere in
het oog van deze schrijvers totaal on
waardig geworden zijn om kindoren
te bezitten, laat staan hen te leiden
en op te voeden. Jonge zwanen, voort-
gesproten uit oude eenden. Deze be-
vlieging zal wel tiidelijk zijn. Als con
overdrijving een poos geduurd heeft,
komt uien wel weer tot Ix-z.inning
intusschen is ze al cenigc- jaren nan
den cang en het is maar e,-n geluk
voor de aldus overbewonde rde kinde
ren. dat straks de meats-happy' een
gedeelte van hun opvoeding te.-,- hand
neemt en. zij het. dan ook wat ruw,
een weinig corrigeert.
Noch vorwaarlooz.ine, zou men zeg.
gen. noch aanbidding. Het gelukkige
midden.
Maar laaf ons tot 'Amerika teriig-
ke.-ren, Tricoche vindt nog oen an-
van misdaden in d>- Vereenicfde Sta
ten: do geneigdheid tot buitensporig
heden, tot- snol fortuin maken, de toe
gevendheid waarin de gauwdieven
zir.h in hot. land van den dollar meen
verheugen. do slappe overgevoelig
heid. die stood* geneigd is. krachtige
iwMeugcling van misdaden tof een be
lachelijk minimum te beperken, dat
absoluut onovereenkomstig ii met do
openbare veiligheid. Dit laatste toe
lichten"'.", zegt hii r-r van ..onder het
voorwendsel van de veroordeelden op
te heffen, hooft men de gevangenis-
nicht meer en meer verzacht, totdat
deze om zoo te zoggen op gelijke lijn
komt te staan met de regels in een
sanatorium, met lekkere maaltijden
op feestdagen, concerten, bioscopen,
conferenties enz."
Wie dat nu zoo leest is al gauw ge
neigd om dat argument te erkennen,
maar hij vergeet dan toch dat onde*
de oude bedoeling de recidive, de her
haling van misdrijf, toch ook niet ach
terwege bleef. Blijkbaar behoort de
schrijver tot hen, die de straf af-
chrikwekkend willen maken; de troos-
telooze cel met het strenge regime,
zonder eenige ontspanning. Maar hoe
komt het dan, dat de justitie allerlei
oude klanten telkens weer terug zag,
zoodat de strenge gevangenisstraf
blijkbaar haar afschrikwekkend ka
ak ter verloren had? Men kan deze
raag niet beantwoorden, zonder te
erkennen, dat het beter is, te trach
ten hel eergevoel van misdadigers op
te wekken, Jiun een hart onder den
riem te steken en het gevangenisleven
zoo in te richten, dat zij zoo stent
mogelijk tegen de gevaren der maat
schappij gewapend, daarin lerugkee-
ren. Of hiervoor nu „lekkere maaltij
den" enz. noodig zijn, blijve hier in
het midden. Misschien heerscht ook
hier wel eens wat overdrijving. Maar
dat. de wrekende, vernietigende cel
straf zonder meer, heeft afgedaan, is
\tel zeker; hoe zij verzacht en verbe
terd moet wordc-n zal een taak van
voorzichtig beleid moeten ziin. Het
instituut van de voorwaardelijke ver-
oordeeling heeft al heel wat opluch
ting gegeven.
Zullen Loeb en Leopold, ter nau-
wernood aan de doodstraf tkomen,
werkelijk hun geheele leven in de ge
vangenis moeten doorbrengen? Trico
che van zijn standpunt betreurt, dat
de gouverneurs der verschillende sta
ten menigmaal misbruik maken van
hun recht om genade te verleenen,
bijna altijd, zegt hij, krijgt iedere
bandiet die zich mooi weet Voor te
doen, vervroegde invrijheidss'.elling.
Dit is de pessimistische opvatting.
Hou den boef achter de tralies, dan
kan li ij geen kwaad meer doen. Inder
daad, maar dan wordt hemzelf toch
wel kwaad gedaan. Als een gevange
nis niets anders zijn moet. dan een
bewaarplaats, dan moet men ook be
dacht zijn op de nieuwe misdaden,
die do opgoborgene weer begaan zal
zoodra hij weer in vrijheid gesteld is.
Men kan toch niet iederen overtreder
levenslang bewaren! Het opt-iin:
sehe stelsel is, hem in de gevangenis
zelf geschikt en sterk te maken >oor
de samenleving. Dat het niet altoos
lukken zal, is wel zeker, maar dat is
natuurlijk geen bezwaar tegen hel
stelsel.
De onnadenkende menigte, die de
hoofden van I-oeb en Leopold eischte,
zal later, wanneer zij hoort dat ook
hun levenslange gevangenisstraf ver
minderd is, wel weer een verwoed ge
schreeuw aanheffen. Als zii liet ge
luk hebben terecht te komen in een
gevangenis, waar men geen nummers
maar menschen kent, zal er een oogt-n-
blik aanbreken waarop het berouw in
hun hart zal doorbreken, de afschuw
van zichzelf in hun ziel oprijzen. Dat
oogenblik zal verschrikkelijk zijn. Op
dat moment pas zal hun straf begin
nen. Het kan al spoedig ziin. Moeten
deze twee jongens onder dezen druk
tor hun dóód toe loven in de toch al
tijd onnatuurlijke samenleving, die
een gevangenis is? Het zou oilmen-'
sehelük zijn, gelijk hun daad onroen-
Bcheüjk was. De straffende gerechtig
heid nu moet. niet geliik staan met
den misdadiger, maar boven hem: zf|
zal dus mettertijd ook. T.och en Leo
pold in do gelegenheid stellen, zich
weer. niensch reuorden, te bewegen
tusschen de menschen.
J. C. P.
Kerk en School
NED. TJERV. KERK. Aangeno
men liet beroep naar TJreterp (toezegg.)
door ds. F. G. de Vries, te Weidum.
GEREE. KERKEN. Beroepen te
Hoogeveen (vacature-ds. M. Graven-
dijk) ris. W. Faber te Serooskerke
tc Zutphen ds. A. J. Fanoy te Eer werd.
GEREE. GEMEENTEN. Beroe
pen te Ridderkerk ds. R. Kok, te Aag-
tekerke.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 93
DE MINUUT, DIE EEN EEUW LIJ'XT
Als je gebogen en geglimlacht hebt naar menschen, die je schijnen
te kennen aan den anderen kant van het pad en begint te beseffen
dat ze het heelemaal niet tegen je hadden.
(Nadruk
PRIJSHOUDENDE MA RKTSTEM Ml N C.
OLIE- EN RUBBERWAARDEN ONVERANDERD,
SUiKERAANPEELEN BETER,
8CHEEPVAARTAANDEELEN LACER OP WINSTNEMINCEN.
512 September 1924.
Te oordeelen naai' de berichten uit
Amerika, schijnt daar te lande hard
gewerkt te worden aan de voorberei
dingen voor.ue nieuwe leening aan
Duitsehland niet alleen, doch maken
ook de onderhandelingen over ere-
diet-verleening aan de industrie goe
de vorderingen, zoodat verwacht mag
worden, dat met de medewerking van
Amerika, spoedig het Duitsch econo
misch leven weder op gang gebracht
zal kunnen worden. Afgewacht dient
i« worden welken invloed de ver
hoogde activiteit der Duitsciie indus
trie op het Bedrijfsleven in omliggen
de landen zal uitoefenen. In Enge
land zijn de industfiëelen op dit punt
Ij ijkbaar niet gerust, daar een uitge
breide campagne gevoerd wordt te
gen deelneming aan de nieuwe
leening. onder voorwendsel dat
Duitsehland het land niet goedkoope
artikelen za! overstroomen, waardoor
de werkloosheid weder zou toenemen.
Ongetwijfeld bestaat, er wel ecnig ge
vaar voor groot aanbod van Duitsciie
industrieele producten, daar, zooals
reeds eerder te dezer plaatse werd
opgemerkt, Duitaflhland de schade
vergoeding uit zijn export-surplus
zal moeten bestrijden. De 2500 mil-
Iioen Mark welke jaarlijks voor dit
doel zullen moeten worden opge
bracht, zullen voor het. grootste deel
gevonden moeten worden uit den ver
hoogden export, doch of dit voor de
kuitenlan'dsche industrie zulke na-
deelige gevolgen zal hebben als door
do belanghebbenden wordt voorspeld,
valt te betwijfelen, daar toch deze
som voornamelijk uit, de belastingen
Haarismmer Halletjes
EEN ZATERDACAV0NDPRAA1JE
Toen ik een paar dagen geleden op
een donkeren avond in Heemstede
liep, terugkcerende van een vriend
dien ik daar bezocht- had, meende ik
in de duisternis (het was dien avond
bijzonder donker) beweging te zien op
een groot- grasveld, waarvan ik de
oorzaak niet verklaren kon. Een koe
kon het niet zijn, daarvoor waren de
bewegingen te snel, een hond even
min, omdat de figuur waarvan ik den
mtrek
daarvoor tc groot
was waarschijnlijk was het
mensch, maar dan kon ik onmogelijk
verklaren, hoe de figuur zoo plotse
ling verdwenen was.
Ik had geen haast, Het was toch
al over twaalven, dus veel te laat om
nog tijdig in Haarlem naar bed te
gaan daarom kwam het er weinig
op aan, of liet, een uurtje later werd.
Ik sprong over het hek. waarmee het
veld van den rijweg is .afgescheiden en
liep voorzichtig naar de plek, waar ik
de bewegende figuur had opgemerkt.
Er hing een lichte mist, een soort van
herfstnevel. maar toen ik op de plek
aankwam, brak juist, de maan door en
scheen op ie'.s zilverachtigs in het
grasik raapte het op. het was een
gulden, dien de zoo vreemd verdwe
nen man zeker had laten vallen.
Plotseling schoot een denkbeeld mij
door het, hoofd. Kon de man in de
duisternis misschien door een luik zijn
afgedaald? Met mijn stok in het gras
woelende, had ik na een ipoosie zoe
ken een ring gevonden die bleek te
zijn van een zwaar luik. dat ik alleen
met mijn twee handen openkrijgen
kon.
Er steeg een duffe lucht, van voch
tige aarde, uit op. Voorzichtig tas
tende voelde ik ntet mh'n sto'- de (ve
rten van een trnu of ladder. Hier was
■bliikbaar een geheim. H"o kwam een
/■mderaardsebe ingang midden op een
Heemsteedsch veld, waar leidde die
naar toe en waarom was de geheim
zinnige figuur daarin verdwenen? Men
kan vele jaren een rustig burger ge
weest zijn en op eens, in een donke
ren nacht den avontuurlijken geest in
zich voelen ontwaken van een Rip-
perda, van wien ik in rechte linie
moet afstammen, of van een van Lin
dehouten, die ook op mijn stamboom
voorkomt. Het was roekeloos en ver
keerd. ik geef het toe. het is op geen
enkele manier in een nauwgezet huis
vader tc verontschuldigen, maar het
feit is niet tc loochenen ik zette mijn
'oet op (ie eerste tree van den ladder
■n daalde voorzichtig af. daarbij het
elcctrische lantarentje voor den dag
halende, dat sedert ik in mijn eigen
huis eenmaal van dc trap ben geval
len, mijn estzak niet meer verlaat.
De gang was nauw. ik kon er niet
rechtop in staan. Bukkende en met
gebogen knieën om mij zoo klein mo
gelijk te maken, liep ik langzaam
voort. Lord Lister, de Wilsons, Sher
lock Holmes, Arsêne Lupin en derge
lijke helden zouden dat een kleinig
heid gevonden hebben, maar wie
daar niet aan gewend is en geplaagd
wordt door rhcumatiek in de gewrich
ten, heeft daar moeite mee. Het deed
mij dan ook genoegen, toen ik al gauw
in de verte stemmen hoorde en een
lichtje zag.
De moede reiziger hoven den grond,
die in het- bosch verdwaald, eindelijk
een lichtje in den nacht ziet. gloren,
weet dat hij weldra een gastvrije ont
vangst- en een bod voor zijn vermoei
de ledematen zal vinden, maar onder
den grond is dat, wel een beetje an
ders. Zoo dom was ik niet,, of ik had
wel begrepen, dat mensehen in een
bol niet veel goeds plegen uit to voe
ren het, was dus zaak, voorzichtig
voorwaarts te gaan.
De gang werd nog lager en smal
ler. Naarmate ik voortging, hoorde
ik evenwel duidelijker stemmen van
mannen, hoewel zij gedempt spraken
bovendien drong telkens een geluid
tot mij door. waarvan ik geen verkla
ring wist te geven: ongeveer alsof
met. een hamer op metaal zeslagen
werd. Tn mijn ijver moet ik niet, goed
hpbben opgelet, want plotseling bij
I-et omgaan van een hoek stond ik
bijna voor den neus van de menschen
die ik zochtgelukkig draaiden ze mjj
hun rug toe, zoodat ik mij nog bij
tijds kon terugtrekken en om den hoek
de gang, voor hun oog onzicht
baar, het gesprek afluisteren.
Wat ik nu zag was een gemetselde
kelder ongeveer naar schatting drie
bij twee meter groot cn twee meter
hoog. In het midden brandde een
groote petroleumlamp, die den kelder
helder verlichtte. Behalve een paar
kleine kisten, die blijkbaar voor tafel
en zitplaats dienden, was er niets in
n kelder, dan een soort- .van pers,
:t een zwaar handvat en een pot
met gesmolten specie, die er vlak
naast stond.
Twee mannen waren in den kelder.
Do een roerde in den pot en schepte
:t specie uit met een grooten lepel,
lie hij daarna voorzichtig onder de
pers gootde tweede draaide daarna
de pers aan en gaf nu en dan een
flinken slag op de pers dat geluid
had ik bij mijn nadering gehoord.
Plotseling werd alles mij duidelijk.
Ik kon mij niet vergissen Hier waren
valsche munters aan het werk en de
culden. dien ik op het veld gevon
den had, moest een van hun produc
ten zijn.
Deze ontdekking vervulde mij met
gemengde gevoelens.
Wat moest ik doenOnmiddellijk
de, politie waarschuwen, dat was ze
ker, maar vooraf trachten hen te
zien, zoodat, ik misschien dp namen
van de boosdoeners aan de politie zou
kunnen opgeven, of hen tenminste
naderhand herkennen.
Uit mijn hoek ie tuurde ik met. in
spanning van mijn oogon in de werk
plaats. .Tuist op dat, oogenblik keer
den de twee mannen hun gezicht naar
mii toe. Bijna had. ik mij door een
schreeuw van verbazing verraden.
Was dat niet Tijs van Wensen, bijge
naamd Rooio Tijs. die iederen dag al
jaren lang worteltjes en bloemkool
aan mijn huis bezorgde en de an
dere. was dat niet timmermans-
gc-zel. die geregeld kleine klusjes in
miin huis opknapte, een ferme, jonge
kerel met een paar stevige handen
aan ziin liif
Het-bedroefde mij meer dan ik zeg
gen kan. Hoe zou ik na deze erva
ring nog ooit iemand weer kunnen
hertrouwen! Bijna schoten tranen
die ook op den kostprijs der fabrika
ten een zwaren druk zullen uitoefenen
moet gebaald worden, zoodat het
concurrentie-vermogen" van Duitseh
land begrensd is. Ook mag verwacht
worden dal in de omliggende landen
het bedrijfsleven een opleving zal on-
oergaan, zoodat meer vraag naar in
dustrieele producten verwacht mag
worden. Na vier jaar van malaise
en eeonomischen 'druk moet- hot in
ieder geval worden toegejuicht dat
thans ernstige pogingen worden in
bet. wérk gesteld om het gestoorde
bedrijfsleven in Europa weder in nor
male Lanen terug te voeren en al
zullen dan ook enkele moeilijkbeden
1e overwinnen z'.in, wordt toch alge
meen erkend dat het Dawes-plan de
voor 'de tegenwoordige omstandighe
den het best uit te voeren maatrege
len heeft aangegeven. Dal hierbij
Amerika zijn onontbcerlijken steun
wil verleenen is mede een verheugend
verschijnsel. Niet alleen wordt hier
door bereikt dat de overtollige goud
rijkdom van Amerika over verschil
lende landen wordt verdeeld, doch
ook zal dit kunnen leiden tot sta.bi-
liseering der wisselkoersen in ver
schillende landen en zal de weder in
voering der gouden standaard er toe
kunnen bijdragen dat de handel we
der een stabiele basis voor de prijs
bepaling heeft en zal de periode van
goedkoope arbeidskrachten ten koste
van 'het algemeen, tot het verleden
gaan hehooren.
Want grooter gevaar dan van de
Duitsciie concurrentie is te duchten
van die landen welke door de inflatie
de loonen op normaal laag peil hou-
den en daardoor in de gelegenheid
van droefenis mij in de oogen en daar,
zooals iedereen wel weet, de heree
nen in verband staan met den neus
on de neus weer met de keel, kreeg
ik van aandoening een heftige kriebe
ling in mijn keel.
In de Vaderland-sche geschiedenis
hebben we geleerd van heb iurfschip
voor Breda ©n van Héraugicre. die
verkouden wae en aan ziin makkers
verzocht hem dood te steken, wan
neer hij door hoesten h„un aanwe
zigheid verried. Hier was ik nu zon
der makkers, zonder degen, maar met
een heftig© kriebeling in mijn keel
Iléraugière wist bet. hoesten te belet
ten. maar ik (waarom het te verber
gen?) ben geen held voor de vader-
landsche historie, niets meer dan een
eenvoudig Haarlemsch burger en zoo
moest liet, dan gebeuren, ja was liet
onvermijdelijk, dat ik plotseling
hoestte en niet eenmaal, maar drie,
vier, vijf keer.... ik hoorde de twee
mannon nog tot elkander zeggen
„wat is dat?" toon hadden ze mij
aangegrepen en naar binnen gesleept,
en hardhandig op den grond gesme
ten, zoodat al mijn gewrichten, toch
al pijnlijk van den tocht, door de
onderaardsche gang. pijn deden en ik
met moeite overeind ging zitten.
„Wie ben je?" vroeg de groente
boer. ..en hoé kom je liier?"
Die laatste vraag leek mij wat on-
noozel voor een verblijf met een on
deraardsche gang. De eorete vraag
viel mii tegen. Was ik dan voor nie
mendal ontelbare ia ren klant geweest
van uien en kropsla en worteltjes?
Heerschle er dan geen trouw meer in
de wereld
„Kijk mij eens goed aan," zei ik
op waard'igen toon.
„Ja. ik zie het," zei hij norsch, ..ie
bent die Jan Hen, die keukenpiet, die
eiken morgen aan de deur staat, als
je vrouw groenten koopt."
Mijn waardigheid verbood te ant
woorden. Hii werd boos.
„Wat doe je hier?" vroeg hij. „Ons
rbcspionneerenHé? Zeg op, gauw,
of ik zal jo.-v,
Zichzelf tot boosheid opwindende,
had hij den metaallepel gegrepen en
zwaaide die op bijzonder onaangena
me manier voor mijn neus. Het was
zijn goe'dkooper té produeeereü dan
in landen met normale valuta moge
lijk is. Dit is li.v. het geval met
ijzerwaren uit België en Frankrijk,
welke belangrijk Lager in Engeland
worden aangeboden, dan de industrie
daar te lande in staat is te leveren.-
Verwacht mag worden dat over eenigen
tijd de gouden standaard nagenoeg al
gemeen zal worden hersteld en in die
landen waar dit op het oude niveau
niet mogelijk is, op de tegenwoordige
waarde zal worden gestabiliseerd.
Dit zal ongetwijfeld 'n heilzamen in
vloed uitoefenen op de internationa
le handelsbetrekkingen an als aan
vulling van de thans begonnen po
gingen tob het wereldherstel, tot een.
normalen toestand kunnen voeren.
Over 't algemeen wordt de toestand
optimistisch ingezien, hetgeen o.a..
ook kan blijken uit een verklaring,
van den voorzitter der "Amsterdam-
sche Kamer van Koophandel, die
dezer dagen als volgt zijn meening
formuleerde:
„Hoewel men verkeerd zou doen een
snellen opbloei van Europa te verwach
ten en teleurstellingen niet geheel uit
gesloten zijn, is eindelijk éen geheel
andere politieke atmosfeer geschapen,
de medewerking van Amerika verkre
gen en de grondslag voor een duurza
me, geleidelijke verbetering van den
algemeenen toestand gelegd. In het
jaar 1923 lag het dieptepunt van de
hier heerschende depressie. Men mag
met meer vertrouwen dan voorheen de
'toekomst tegengaan. De Staat mag
voor 1925 en volgende jaren, behoudens
onvoorziene omstandigheden, een rui
mer vloeien van de middelen tegemoet
zien." r
De beurs onderschrijft deze meening
ten volle en heeft de laatste weken van
hare optimistische zienswijze in ruime
mate blijk gegeven. Deze week begon
weder in opgewekte stemming, niet
goede vraag ia nagenoeg alle afdeelin-
gen, doch tegen het einde der week
hebben winstnemingen een matige re
actie veroorzaakt, zoodat de beste koer
sen niet behouden konden blijven. Dit
--erigens een normaal verschijnsel
niet mogelijk achteruit te deinzen,
want daar was de muur. Gelukkig
kwam de jonge timmerman tuschcn-
beide en nam hem het gevaarlijke wa
pen zachtjes af.
„I k ken je" zei de timmerman,
„eengisteren was ik in je huis, om een
paar schilderijen op te hangen, Leo-
lijke dingen, hoor ie?"
Ik zweeg. Zou ik met een valschen
munter gaan debalteeren over de
qualiteit van schilderijen in mijn
huis?
„Wat kom je hier doeu?" vroeg nu
Ook de timmerman.
„Ik kom hier bij toeval."
„Jawel," zei de groentenman,
..dat geloof ik. Bij toeval een trap af-
geloopen, hé? bij toeval een gang
doorgegaan dat zijn rare toevallig
heden. Ben je soms van de politie?"
„Neen", zei ik. Jokken icon niets
goeds uitrichten.
Ze waren nu allebei boos en dat
kon ik ook wel zien. angstig. Ze
dreigden dat ze mii zouden doodslaan
als een spion, of mij binden en in den
kelder alleen achterlaten. ,A1 dien
tijd zat ik op den vloer en probeerde
maar niet om op te staan, uit vrees,
dat ze als ik een beweging maakte,
op mij aan zouden vallen.
„Wat ben je van plan om t.e doen?"
vroeg de timmerman. Ik antwoordde:
„dat weet ik niet". Ik wist het ook
inderdaad niet, dat hing er immers
van af, wat zij zouden doen,
„Als we je loslaten, ga je ons ze
ker bij de politie aangeven?" vroeg
de groentenman dreigend.
„Natuurlijk doet hij dat", zei de
timmerman. „Doe zulke gekke vra
gen niet".
Toen gingen ze samen in een hoek
van den kelder staan, mij al door goed
in het oog houdende en beraadslaag
den blijkbaar over wat ze met mij
zouden doen. Het duurde laug. ze
schenen het niet eens te kunnen wor
den. Eindelijk was' er een besluit ge
nomen, de timmerman kwam hij mij
staan en zei:
„We willen je geen kwaad doen als
bet anders kan. Je ma? hier niet van
daan. want dan verklap je ons bij de
politie. Weet je wat we hier uitvoe
ren?"
Deze toespraak was niet heel bemoe
digend, maar iemand moest wel heel
onnoozel wezen om niet te zien wat
ze deden. Ik zei dus zoo kalm als ik
icon: „valsch geld maken".
„Juist", zei de timmerman en toen'
de groentenboer die opvliegend scheeu
te wezen (wie had dat ooit van den
rustigen man met zijn peentjes en
uien gedacht?) er tusschendoor wou
schreeuwen, bracht hij hem tot be
daren en ging voort: „Je kunt dade
lijk heengaan, 0p één conditie: dat je
met ons meedoet en morgen dadelijk
begint met onze guldens uit te geven.
Je kunt er dadelijk vijftig meekrij
gen".
„Nooit", zei ik heldhaftig. En lang
zaam opstaande, als om aan mijn
woorden kracht bij te zetten, herhaal
de ik: „nooit". En meteen gaf ik den
timmerman die vlak vóór m" stone
een stomp in de (maag, dat hij om
ver tuimelde en rende de gang in, zoo
hard als ik kon.
Ik had een kleinen voorsprong,
maar zij kenden den weg heter. Ik
hoorde hen vloekend achter mij aan
komen, ik struikelde over den onee-
I ijken grond, viel. stond weer op,
rende voort, telkens tegen uitsteken
de hoeken aanbonzendc, eens was ik
door den groentenman. die de voor-
sie was, bijna gegrepen, toen hij op
zijn beurt struikelde en viel. zoodat
de timmerman over hem viel en ik
weer een kleinen voorsprong had.
Ik was bij den ladder, sprong er
op, klauterde naar boven, rook" do
f ris sell e nachtlucht al. toen plotseling
de timmerman mij vastgreep, bij mijn
jas en wij met- ons drieën naar be
neden vielen, holderdebolder, in de
onderaardsche -gang
en ik wakker werd uit mijn be
nauwden droom.
Want u heeft toch niet 'geloofd, in
ernst geloofd dat er werkelijk in
I-Ieemsteedscke grasvelden onderaard
sche gangen zijn, waar gemoedelijke
Haarlemsche groentenboeren en han
dige timmerlui loodon guldens maker?
Foei toch, dat valt mij tegen ik'
had u voor scherpzinniger 'gehouden*
FIDELIÖ*