[franken's beschuit I HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur Uit ds Omstreken Onze Laclifcock Woelige Dagen ZATERDAG 22 NOVEMBER 1924 - VIJFDE BLAD (Nieuwe reeke.) Ne. 231 IN GIETHOORN IN HET DORP GIETHOORN. In een „punter" voeren wij door Giethoorn, het OvtrlJitlMhe dorp. dat tnen wel tens het Vene te onder da dorpen pleegt te nv-emeu. Langzaam gloed liet ranke tootje over het don kere water ouder de hooge brujtjos door. de rustieke huisjes met de rie ten daken voorbii. Mijn gastheer, do minéé T. O. Hylkem-i. de doopsge zinde predikant van Giethoorn, „boomdezelf rijn punter voort. Een wel-doeu<le rust was om ons. Ik hoor- <lo niets dsn telkens weer het plonzen in het water van den hoorn- Dat was het eentge geluid. Ik zat zwiisend vc-c.r in het bootje, in stille verrukking kijken-i naar het wonder-mooie dorp om mtj heen. Dit was Holland oo zijn en to<-h was het Holland ook niet! Die rechte grachtjes met het! donkern water, de hooge brugjes en de «malle vonder», de kleine met riet bedekte huisjes, met t^geu de muren de glanzend geschuurde melkbussen, de zware hooibergen, bet kleine pas torale kerkje, ja. dat was alle» van ons eigen land! Maar het bruine bla deren-dok, dat overal over het zwar te water huifde en de fel-roode dahlia's in de kleine tuintjes langs do grachtjes gaven aan he*l dit lond- •ciiap e'n roo vreemde, bijna exnti sc.Jm bekoring, dat het mij was. of wij door een sprookjesland voeren. Wij voeren onder een brugle door. Ala e«-n omlijst schilderijtje lac daar tuaschen hot water weer zoo n boeren hui*».* met zijn «waar rieten dak tus- echen het water. Aan den waterkant zat een oud vrouwtje een witte kan op het hoofd gehurkt een melkbus te schuren; naast de deur stond een oude bcxjr mot een verweerd gezicht in oen blauwen kiel. Do zon schoen door hst gele bladerendak en zette het allee in scherp avondlicht. „Wat is dut mooi! Wat is dat won der mooi!" uitte ik na lang zwiigen mijn bewondering tegenover mijn ge leider. „Ja. niet waar? Het is wel een heel bijzonder dorp. ons Giethoorn!" ant woordde dommee Hylkema. „U moet het ook «ens in (lfn zomer komen zien. wanneer de boornen vol in blad staan' Dan ligt heel het water in één zware, donkere achaduwl En op de erven staan dnn over»! de roode en re»e floxen te bloeien! De kleureuweelde lang* het water der grachtje* is dnn werkelijk van Oostersche pracht! Maar het mooist is Giethoorn eigenlijk nog Ml avond, bil manerchiinl Dan lijken al die hooge brugjes onder de boomen geheimzinnige poorten boven het wa ter!" Mijn geleider boomde onzen punier een zijv aartje in, het breede water au een meer tegemoet. Als een eio- delooze laan, waaronder de Holland- sche huïzekcs tuf-sehen de grachtjes als te eiroornen lagen, strekte Giet hoorn zich daar voor rnii uit. De avondzon zette heel het dak van ge!e herfstbladeren tegen de teere I :cht in gouden gloed. Een vlot. waarin twee koeien en een boer in blauwen kiel, >or ons voorbij. „Al het vervoer gaat hier in Giet hoorn over het water!" lichtte mijn geleider mij in. ..De kruidenter. do bakker, de petroleumleverancier. al len brengen hun waren in hun pun ters naar hun klanten! Zelfs de laat ste tocht van de bewoners van Giet hoorn gaat over het water! De doo- worden in oen punter naar d* begraafplaats gevaren. Het zou hier met de vele smalle vondertjes en hoo ge bruggetjes ook moeilijk andi kunnen!" Wij waren nu op het meer. Hier het wiiae uitzicht o'er het water en het groene, vlakke land met de mo lens eu de ..tjaskers" 11 en in de ver te het stadie fcteenwijk, met in het midden ziin hoogen toren, rcljerp afgetcekend tegen de iile lucht. „Wat is ons landje mooi!" zong het in mij, toen wij daar langzaam over het rimpelloore water van het meer gleden. „En wat een heerlijkheid eens een dag buiten to zijn in de wiidscho stilte, ver van al het stadsgcroes"' Wij voeren naar het ..Krasgehuii dut midden in het meer, de B o v W ii «1 is gelegen. Het Kra-goh is he-t eigendom van de Doopsgezinde gemeente lo Giethoorn, dut in de zo mermaanden als zomerverblijf dient voor kamj>eerenden. Daar komen da» de meisjes-studenten, geheel-onthou ders. Friesche jongens en Jonge men- nrhen uit alle deelen van het land. die voor eenige daeen bullen on het water willen ziin. te zamen. Het huis is uiterst eenvoudig, zelfs primitief ingericht. Op den zolder zijn 17 slaap plaatsen gewoon op den vloer afgeschoten voor kam peerenden leiders, zooals men zo ook vindt in de toeristen-hutten boven op de ber gen. Van luxe is geen aprnko! Maar dat verwachten kampeerenden immers ook niet! Zij hobben er het breede wa ter overal om zich heen en den wij den onmetejiiken hemel boven hun hoofden. Het Kraggohuis in de on middellijke nabijheid van het liefelij ke. poëtische Giethoorn, is wel een ideaal plekje voor een waterkamp. .Maar het Kraggehuis is behalve „kampeerhuis" ook nog de plaats van samenkomst voor de bevolking van Giethoorn! Daar worden de meetings gehouden, daar komen de geheel-ont houders voor hun vergaderingen bil- een, daar worden door het gemeng de doopsgezinde zangkoor dat meer dan 90 leden telt de opcnlucht-uit- oeringen gegeven. En uit heel Giet hoorn komen dan de punters gevaren en in hun kleine, schommelende boot jes zitten de dorpelingen de man nen. de vrouwen en de kinderen op het water te luisteren naar den zang, die van het drassige miniatuur eilandje. waarop het Kraagebuis is gelegen, over het meer klinkt. „Hier op het water hebben w ij onze openbare verzamelplaats'" ze! domi nee Hylkema. ..Hier hebben wij de ruimte, die wij in Giethoorn geheel missen! Want een dorpsplein kennen wij niet! Zelfs de kerkjes liggen mid den in het water! Alleen éen smal. t weggcie hebben wij. e n pad van bijna twee uur lang, dut lang» het water loopt door heel het dorp heen en waar nooit een wagen en du» gelukkig ook veen auto kan komen! Er is ceen stiller, rust ger plaatsje in ons beele land dsn G etho ri»' Al tl id weer als ik v*n buten in (iietlioorn kom. treft mii die wei-doende, kal- t meerende rust van ons waterdorp!" 1 Wij waren weer teruggevaren. gl«- I den opnieuw onder het vele bladeren- dak en de rustieke bnigies door. de kleine. HoIIund«ciie hui«i<s lanes. Vóór ons toomde de kruid-nier den punter van de „coÖDerat'e" voort! Ja, wel mocht mijn geleder van de rust en de stilte vam Giethoorn sproken Niets dan het vredige geluid van het zeplocs der boomen in het water, tel kens als do twee btvmer» hu» lange -tokken ophaalden en onnieuw onder dompelden om hun booten v tdcr lo duwen! Geluidloos zwommen witte eenden als een esrewuicht met en» mee. INCEZONDEN MEOEDEELINCEH i <0 Ct». P»f r»g»l staat onder voortdurende controle van het Station voor Maalderij en Bakkerij te Wageningen velen werk verschaffen maar ook goe de winst opleveren Met dominee Hylkema bezocht ik de vlechtsciiool en ik las er non den wand dezelfdo versregels, die mij ook in de pastorie hadden getroffen; Zooals op onze Wijden 2) Der puien rijen staan En saam de golven keeren Hoe ook de stormen slaan. Zoo kunnen mannen samen Getrouw geschouderd gaan. En al het donk're weren Het, samen één, verslaan! In deze regelen, die dominee Ilvl- •ma voor ziin door hein gestichte reeniging Samen één heeft ee- dicht. is do ge«sr van hegl zijn stre- a en maatschappelijk werk te Gïet- io rn vervat. J. B. SCHUIL. ine Op 1' Kle itermolen. Op onze vaart naa telde dominee Hvlk verzoek bet <eu en ander van het maatschappelijk werk, waarmee lui ziet» te Gei hoorn zoo voidienstelijk lieeft gemaakt. Dit laatste zei de lieer llvlktma er niet lui. «naar dat was mij reeds me.gid cid, v ordat ik da reis naar hem too mankte. Do heer Hylkema, die nu al meer dnn 12 jaar te Giethoorn predikant heeft in die jaren niet alleen voor de geestelijke belangen van zijn gemeen teleden gezorgd. Hii heeft ook prac- tisch willen dienen u helpen. Giet hoorn was een mooi. maar tegeliik een arm dorp. tien hij er kwam. Do alzemeen© levensomstandigheden van het grootste dool der bovolking Waren zeer droevig. Het volk zat eiken win ter maandenlang soms zonder werk rondom het haardvuur. De winter- arbeid werd heel slecht betaald cn als het regende, als er sneeuw viel of het water te hoog was "Prezen wat wel eens het heelo janr het geval kon zijn dun werd er in het geheel niets verdiend. Zoo in-treurig waren de toestanden in Giethoorn, dat Us. Hvlkema iemand eens over een van zijn buren hoorde zeggen: „do deur gaat weer open! Ze leven dus nog! Maar hoe. dnt becri,:' niet!" In dat schilderacJitigo cn heerlijke waterdorp zoo las ik in een ver slag over de vlechtachool te Giethoorn heersehteu gebrek ca ellcndol De kinderen van dal dorp trokken weg naur andere ooiden. zo gaven om te kunnen loven do zon on de lucht en de wilde meren op voor den rook der fabrieken te Gronau cn Enschedé! Het is voor een groot deel aan hot maatschappeliik werk van dominee Hvlkema ie danken, dat de toestan- don in Giethoorn in deze Jaren zooveel verbeterd zijn. Hij is to b scheiden om te zoggen, dat. dn vlecht school, die nan zoo velen in Giethoorn een nuttig h«- roep heeft geleerd, door hein is ge- sticht! Dn woorden, die steeds boven de vlechtsehool te Giethoorn heblxs» gestaan: Samen één. ziin ook het motto van dominee Hylkema. D» vlechtsehool. zegt hij. is ons aller werk! Dat moge zoo zijn, maar hij was toch do man van hof initiniief. hii heeft het doorgezet, hii is er al die Jaren de ziel van geweest. Uit heeft in dat dorp van werkloosheid een nieuwe nijverheid gebracht. Maar dominee Hvlkema heeft veel meer gedaan. Onder hem is bot Krag- genhuie gesticht, hij heeft den stoot gegeven aan een nieuwe wijze vat. werkverschaffing in dio arme Strook» het aanleggen van polders it. trek van Giethoorn. Opmerkelijk was het te hooren. hoe de grond voor deze polders in dit waterland soms wordt verkregen. De grpnd om liet meer dat bijna norgen* dieper is dan 70 e.M. wordt verticaal afgestoken cn omgekanteld. Als vlotten A rij ven die stukken grond dan op het water, om daarna naar het nieuw te ontginnen polderland te worden gesleept. Die BLOEMENDAAL De Gemeentebegrooting Wat de heer P. Otto er van zegt Nu de gemeentebegrooting versche nen is eu spoedig in don gemeenteraad „nu d« orde zal komen, hadden wij een onderhoud over die begrooting met üen heer I'. Otto, lid van den Bloe- mendaalschcn gemeentorftnd. Wij vroegen oen heer Otto o m. of hij ook dingen kon noemen, die hij op de begroot ing misl« of andere za ken, die hij er liever „af' had gehad. „Daarover kan ik mij nu nog moei lijk uitlaten", antwoordde de heer Otto, „deze bijzonderheden zal ik wel ier sprake brengen bij de behande ling van de begrooting in den Ruad, maar ik kan nu wol al eenige opmei kingen van algemcanen aaru maken. Laat ik dan in de eerste plaats zeg gen, dnt deze begrooting ér vrij tam uitziet. Er is niet veel nieuws In, het bedrag der uitgaven is niet in buiten gewone mate toegenomen. En dan moet ik eerlijk erkennen, dat ik den tintuicicclcn toestand der gemeente donkerder Ingezien bob dnn noodlg was; de vree» dut die toestand ongun stiger zou worden is niet bewaarheid: de belastingopbrengst is zelfs meege vallen: Dit is trouwens een verschijn sel dat zich niet alleen te BloemendaaJ oordoet, maar algemeen ls. Het belastbaar inkomen wordt door L en W. boogt,r geschat dnn verle den Jaar: toen op 20, thans op 25 mil- lioen. 7,oo is dan nu ook de opbrengst der belastingen bij oen gelijk percen tage <3 thans geraamd op 750.000; verleden Jaar wae dit 000.000. B. en W. hobben het dus bij het op maken van dezo begrooting gemakke lijk gehad. Er Is dan ook niet zooveel op aan te merken. Maar één opmerking geldt toch ook voor deze begrooting. die evenzeer ge golden heeft voor tal van vorige bc- grootingen, n.L deze: dat mon in de gemeente BloemendaaJ op verschillend gebied nog steeds le royaal huishoudt. Er is niet zooveel op tciren dat een ge- incenle, dio het breed beeft, het ook (•enigszins breed laat hangen, dat zij baar ambtenaren cn beambten flink betaalt, haar diensten enz. royaal in richt, maar er ls zeer veel op tegen, dat dit geschiedt op overdreven wijze. Het is misschien niet. zoo erg meer nis vroeger en ik geloof stellig dat de remmende invloed van wethouder Laan duidelijk in do jongste begroo ting merkbaar Is (ik acht het gelukkig voor de gemeonte dat dez« wethouder voldoend krachtige persoonlijkheid is om tegen den royaliteit stroom in te roeien), maar toch blijft de opmer king nog van kracht. Daar is bij voorbeeld de dienst van Oj>onbare Werken Welke andere ge meente van 11000 zielen heeft een dienst van Openbare Werken, zoo uit gebreid als wij, met in 't geheel acht ambtenaren! Ik geloof: niet, één! Ik heb mij wel eens afgevraagd: wat doen dio acht menschon toch! Begrijpt u dat zij voortdurend bezig zijn. zelfs hard werken. Maar evenzeer ben is overtuigd dst een groot deel van hun werk gezocht werk is Zoo is Pu blieke Werken nu al van 1902 af bezig de gemeente op te meten! De Pegroo- ting voor dezen dienst is bescheiden gebleven tot 1020; toen is zij plotseling gesprongen van 9000 op 37000. ermoea maar dit is slechts eronderstelling van mij dat voor het aanleggen van den Zeeweg een groot personeel noodig is geweest doch dan is het toch dwaasheid, dat groote personeel te houden, nu die weg al lang gereed is! Ik acht het beter bij een dienst l of 5 mensehen aan te stel len, die hard moeten werken ^maar dan ook een flink salaris verdienen dan 8 ambtenaren, die werk moeten zoeken. Nóch voor het onderhouden en aanleggen van wegen en voetpaden cn van wandelplaatsen en plantsoe nen. noch voor de reiniging of voor bouw- en woningtoezicht is mijns in ziens een ambtenaren-personeel var acht personen noodig. Een feit. dat ook de aandacht ver dient is dat er over de laatste twee jaar een belastingoverschot is v half inillioen gulden. Daar kun Je een half jaar de geheele gemeente-huishou ding van bekostigen! Dat geld if die twee jaren niet overgehouden Jat <le gemeente zoo zuinig heeft ge- efd, maar omdat de belastingbetalers veel hebben moeten betalen ■ordt nu wel 42O0U van gebruikt om aan den gewonen dienst toe te voegen, maar toch is er mijns inziens iets ver keerds in. dat een gemeente zoo'n grooten „pot heeft". Want dit kan ook alweer aanleiding geven tot, over dreven royaliteit. Dit gevaar is heusch "et denkbeeldig, vooral hier niet. Het is goed, iets voor slechte tijden „achter de hand" te hebben, maar dat behoeft toch zooveel niet te zijn. Eigenaardig is verder, zoo ging d- heer Otto voort, dat er in de gelieele begroeting geen letter i6 te vinden o\er de vrijwillige brandweer. U weet dat die op een vergadering van den ge meenteraad dezen zomer officieel is er kend; maar In deze begrooting wordt er zelfs niet op gezinspeeld. Blijkbaar staan dus zij, die de begrooting op- mankten. op het standpunt dat de brandweer hier moet blijven, zooals zii mi is. Dit is wel zeer eigenaardig na de officieele erkenning! De „witte raaf" in deze begroeiing is de post gemeentereiniging. Die is verminderd met niet minder dan 11 000, tengevolge van de omstandig heid dat het, ophalen van het vuilnis (niet het reinigen der wegen enz.) thans verpacht is. Dit is wel een aar dig voorbeeld van den invloed van het particulier bedrijf VOOR DEN NACHT. Een officier in de tropen bad aan zijn negcr- oppasaêr eea ir zware, diepte schoe nen gegeven ca de zwarte jon gen was er zóó blij mee, dat bij de schoenen di rt ging poetsen eu aantrok. Sedert den dag dat hij z« gekregen had. was bij de verwaandheid zelve en heel den dag kon men hem door hel kamp zieu stappan met de glimmende laarzen aan. Op zekeren dag kwam hij echter weer als van ouds op bloote voeten bij zijn meester, de schoenen had hij om zijn nek gebonden. „Hallo," riep de officier uit „Zijn de schoenen je te klein t" „Nee, o neen," antwoordde de neger, .Schoenen groot genoeg, maar schoenen t goed voor loopen of springen! Schoe. i maken jongen lui! Ik ze nu alleen nachts draag in bed!" GEVONDEN DIEREN EN VOOR WERPEN. Terug te bekomen bi Mr. Lioni, Rij per weg 7, Bloemendas een paar doozen wasckgoed; S. W. de Glercq, Midden Duin en Daalschewejj Bloemendanï, een jonge herders- houd; Van de Reep, Hendrik Roozen- laan 51, Overveen, een beentn ceintuur v. Baars, Bentveldsduinweg 4, Aer- denhout, een poes: Mr. Dorhout Mees, Zand voort er weg 60, Aerdenhout, een F. Roozen, Houtvaart 10, Over- i. een rijwielplaatje met r°nd gat van cL Zon. Binnenpad 9a, Over veen, een hondenhnlsband; W. Nolke, Kleverparkweg 138, Haarlem, zwarte portemonnaie; aan het bureau van politie te Overveen, gvmnasiiek- sehoen. een onderdeel van een auto, een schaartje, een kinderhandschoen, en chauffeurspet, een koperen dop an een auto-as. EEN OPENBARE 8AMENK OMST TE GIETHOORN. jrrond is zoo vruchtbaar, dat dc hier-mij goed: ik bedoel niet, dat die atnb- rnec gewonnen polder* niet alleen aan ten.aren Itileren !k l^n overtuigd. Tijd, werk, verwarming worden gespaard door te verven zon der koken met HEITMANN'S KOUDWATERVERVEN Waschgoed, blouses, schorten, kousen, handschoenen enz. van zijde, halfzijde, wol, katoen en linnen worden gemak- kei ;k binnen enkele minuten prachtig geverfd. Verkrijgbaar bij drogisten en derge lijke zaken. HAARLEMMERLIEDE Gemeenteraad Bij de Vrijdagmorgen 10 uur gehou den raadsvergadering waren alle loden aanwezig, behalve de heer Kruseman. Voorzit ter was de burgemeester, de heer L. II. Simons. Na <le ingekomen stukken eu meae- deelineen kwam aan de orde Benoeming, gemeente-fecretarif 2. Benoeming gemeente-secretaris. Öp de voordracht staan de hoeren A. C. van I.ith uit Eindhoven en de heer F. ilokwerda uit Heemstede. Tweemaal etaken de stemmen, waarna hii loting moet worden wor den uitgemaakt wie tot secretaris zal worden benoemd. liet lot wijst den heer F. Hokwerda Lid Schoolcommissie- 3. Benoeming van een lid der Schoolcommissie wegens periodieke afrreding van J. üravemaker op 1 Januari De aftredende wordt herkozen. Wering van School verzuim- 4. Benoeming van 5 leden der Commissie tot Wering van School verzuim wegens periodieke aftre ding op 1 Januari a.6. Herkozen worden de heeren P. de Zeeuw H. C. Ueilen. P. P. Bolte- C- Harige rink en P. P. J. Botte lier." Concierge raadhuis- 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot intrekking der benoe ming van C. dc- Graaff als concier- tc van liet raadhuis en tot vast stelling van dien pensioensgrond slag aio cremoente-veldwachter. Conform het voorstel van B. cn W. wordt besloten. 6. Vaststelling eener instructie voor de hooipeilers. De instructie wordt vastgesteld. 7. Voorstel tot af- «n ovorsclirij- voing op de begrooting over het dienstjaar 1924. Conform wordt besloten. Een schoolquaestie- 8. Schrijven van de Vereeniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met den Bijbel :o Halfweg over de afrekening der nieuw ge bouwde school en de inhouding van het voorschot op de gemeentelijke vergoeding, overeenkomstig art. 101 der Lager Onderwijswet 1920, met voorstel van Burgemeester en Wet houders. De Voorzitter zegt. dat er een mec- ningsverschil t.ueechen het school bestuur en B. en W. Het gaat. om een bepaalde post bij de eindafrekening die B. en W. niet kunnen goedkeuren. B. en W. eiel- len voor een commissie van onder zoek in te stellen om na te gaan wat voor werk B. en W. in dezen hebben gedaan. En verder stelt het collego voor. het raadsbesluit tijdelijk in te trekken, waarbij een voorschot aan het schoolbestuur wordt verleend. Aldus wordt besloten. Tot leden der commissie worden benoemd de heeren Dijks.n, Kruse- rnan en Stokman. Verhuring, 9. Voorste] tot he-t publiek ver huren van het weiland, gelegen tus- schen de Min. Cc.rt van der Linden- strr.at en de Osdorperweg. Conform liet voorstel wordt beslo ten. Rijwielen voor de gemeente. 10. Voorst-J tot he'. verschalfen van rijwielen aan de gemeeuie- reldwachters. de monteurs en den Feuilleton jGeautoritcerde vertaling naar bet Engelscli van BARONES ORCZY. 20 H»i sprong van zijn paard, liep vlug naar haar toe en «loec zijn ar- znen om haar heen. „Maar mijn kind!" riep hij uit „wat m er gebeurd?" Barbar» probeerde hel te vertellen terwijl ze zich allen om haar heen verdrongen; ze had zich in een creppel verstopt toen liet leger vluchtte toen had ze de koela van den Koning gezien en aan ziin brieven gedacht.... ..Maar we hebben een »:hot ge hoord!" riep de Heer van Brent uit. „Ja", zeide re. ..Een boosdoener probeerde het kist ie van den Koning te stelen eo ik hel» hem doodgescho ten". Ze «tak hem hel kistje toe en haar pleegvader nam het van haar over. ..Het kistje van den Koning!" mom pelde hii verbaasd. „Ge hebt do eer den koning ge red. mevrouw", voegde een van de an deren er hij. Ze bestormden Tiaar allemaal met vragen en z» deed haar best om ze te beantwoorden. Gelukkig dachten ze er geen van allen aan haar ie vragen hoe ze iets afwist van het kistje van den Koning; de heel© omgeving van den Konine was er zich voortdurend an bewust geweest, dat de corres pondentie van den koning wel eens fn verkeerde handen kon vallen en het na heelemaal niet vreemd, dat Bar bara er van or> de hoogre was. Maar het w»s een wonder dat zii. Barbar» Brent. een jong rae:sje de panii der koningsgezinden zulk een vernedering bespaard had. terwijl iedereen dacht dat het kistje verloren was en in het bezit was gekomen van de viianden. De Heer van Brent was doodelitk ongerust over haar geweest en vertel de haar dat nu. terwiil hii den na druk legde op de vreeselljke schrik, die hij gekregen had. toen hii. na de paniek op Huize Papilion gekomen, daar het verontrustende bericht had gekregen dat Barbara al 's morgens was uitbegaan met niemand 1zich dan juffer Leake. Van dat oogenblik af had hii de lieele omgevine afge zocht, met zijn vrienden. Sir John Wydvill. Jonker Perewick. Sir Roger de Levton en den heer Brauncepath. die hü onmiddellijk allemaal aan ziin pleegdochter voorstelde. De hemel zij geprezen voor hare redding! voegde hii er biï. Toen dacht hii aan Juffer Leake j der Jongero heeren boden aar» om de vrouw te gaan zoeken. Geluk kig was deze veel te bang geweest om zich te durven bewegen en ze ont dekten haar dus al spoedig cn brach ten de trillende en bevende stakker weer bij haar meesicrcs terug. In de eerste plaats moesten ze n» zorgen dat zij zelf en do corresponden tie van den koning een veilige nlaats vonden; men kon da' niet allema». hier in het open veld bepraten, voor al daar de regen, die sedert den och tend was opgehouden, weer in stro», men neerviel; bovendien was Barbara geestelijk cn lichamelijk zoo vermoeid, dat ze geen verdere inspanning kon velen, de opwinding van de laatste uren was een neel ding voor haar ge went en ze had bovendien g> u eten of drinken geproefd nadat ze vroeg in den morgen uit Huize Papillon was weggegaan. Aangemoedigd door den lie-r van Brent klom ze nu achter hem op ziin paard, terwijl juffer Leake door een van de andere heeren achter op het zadel werd geheschen. „We zullen maar in de richting van Baubury rijden' zeide de heer van Brent, en misschien vinden we dan wel ergens oen logement waar dc menschen bereid ziin wat eten cn drin ken te geven. Daar kunnen we uit rusten en praten. We blijven dan nog een heel eind achter heer". Hij gaf toe dnt hii nu onmogelijk naar Stokc-heuvel terug kon gaan. Gloucestershire was heelemaal en Warwickshire voor het grootste deel in handen der tegenpartij en hii twij felde er niet aan of die verrader Fair fax zou op het oogenblik wel aan het feestvieren zijn in de eetzaal v&n Sto kc-heuvel. ..Maar", voegde hij er op een voor hein ongewoon bitteren toon aan toe. ..Kasteel Broiirhton is nog in onze handen en het is louw eigendom. Bab? door dien dwazen man van je. J© kunt z.oo tenminste nog eenig voor deel trekken uit het feit. dat je zijn onwaardigen naam draagt- Je zult r veilig zijn, en tegelijkertijd is het ook een veilige bewaarplaats voor do brieven van den Koning, tot de Ko ning ze zelf weer wenacht te bewa- tntusschen hadden hij en zijn vrien den hun paarden laten oinkeeren in zuidelijke richting; de heer van Brent reed met Barbara voorop en de heer Brauncepath. aan wien juffer Leake zi.h wanhopig vastklemde, vormde de achterhoede. Zoo zette de kleine stoet zich in beweging en kwamen ze een paar minuten later in dc buurt van de koets van den Koning. Barbara zocht overal op don grond naar de donkere gedaanle. die met zijn eezicht in den modder had gelegen „Waar is die schurk. Babs?" vroeg haar pleegvader. ,.'t Is maar goed dat je de wereld van zulk een ellendeling verlost hebt". Maar Barbara zocht tevergeefs en hoewel de heer van Brent zijn paard inhield en de anderen ook overal rond keken naar den man. die zijn verraad met zijn leven had moeten brkoopen. was de stomme getuige van Barba ra's heldendaad nergens te zien. BOEK III. Kasteel Broughton. HOOFDSTUK I. Een garnizoen van vijfentwintig of ficieren en manschappen was op Kas teel Broughton ondergebracht. De soldaten waren ingekwartierd op den grooten zolder onder het dak. waar Cromwell's cavalerie den avond voor het gevecht had geslapen. Het was nog al een lawaaierige bende, die graag Zong en vroolijk was, de slag bij Naseby als een royalistische over winning beschouwde, en vol triomf sprak over de beslissende nederlaag die ze die dwaze recrutes wilden toe brengen. d^e het eene einde van een musket mef van het andere kond^ onderscheiden. Barbara en haar pleegvader had den kamers die uitkwamen op de ga lerij aan de noordzijde van het kasteel ze werden daar bediend door een paar ondergeschikten van den heer van Brent die bij het naderen van den vijand uit Stoke-heuvel gevlucht wa ren naar Oxford. Daar vandaan had de heer van Brent hen naar Brough ton gestuurd. De officieren van het kleine garnizoen soupeerden vaak met den heer van Brent en Barbara en des avonds zong ze voor hen. terwiil ze zich zelf op de luit beee'eidde{ maar als tij en haar pleegvader sa men waren vroeg hü baar vaak om hem voor te lezen uit Spencer of u>t Milton's Comus. dat pas uitgekomen was. want de oude man was trotscli op zijn ontwikkeling en ziin liefde voor de dichtkunst een liefde, die hij in zijn aangenomen dochter had trachten anti te kweeken. Het is wnnr dit de goede man vaak in slaap viel, als Barbara bom voorlas, en pas wak ker werd als hii baar Slem niet meer hoorde. Dan vroeg hij haar steeds om door te gaan niet de pot zie. waarvan hij zoo genoot! Het eeheurde echter vaak dat de heer van Brent niet in Broughton was, maar op reis moest- "oor den Koning, voor zaken zaken die voor het meerendeel bestonden in het verkoopen of verpanden van zijn laatste bezittingen teu behoeve van de zaak, die hem zoo ter harte cing< (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 15