HAARLEM'S DAGBLAD CIRCUSFIGUREN BIJ HENNY Stadsnieuws FLITSEN Woelige Dagen DONDERDAG 18 DECEMBER 1924 - TWEEDE BLAD Het circus komt niei op zijn voor- deeligst uit 'o morgens; het is eohaars verlicht, wwt er branden maar een paar lampen boven in de groote ruimte, en er schijnt een grij ze nevel te hangen van rook en opge worpen stof. In de orkestruimte scharrelt een werkvrouw rond met stofdoek en plumeau on haalt de les senaar» van hun i>laats. Ze is al even weinig fe lelijk als het circus- personeel. dat het galapak nog in de kast heeft hangen en werkplunje draagt. Er wordt op het. oogenhlik gewerkt en voorberoj en de e nige toeechouwers-vcor-vijftig centen zijn wat mannen en jongens, uie toeval lig mets beters te doen hebben. Er is veel tegen de dressuur ge schreven in den laatsten tijd; d- een noemt het wreedheid, <le ander meent dat men met hardheid eenvoudig rut! kan te werk gaan. omdat de dieren or onhandelbaar door zouden wor den. Het :s voor een buitenstaander moeili.-k tut te maken. wie het meeste gelijk heeft, in circus Hem v krijg ik niet den indruk, dat de die ren slecht behandeld worden. Een enkelen keer trefs wel een» het snelle einde van do lange knalhnie zweep de pooien van een onwillig paard, maar dat is al. In elk geval worden de eerste beginselen vtin een nieuws kunst de dieren met zachtheid bijge bracht. Caesar, een van de kleine bonte paard jee, dio eerst de manége rond moesten draven, moet loeren om zijne pooten op den rug van een ander paard te leggen. Eerst wordt het hem voorgedaan door een al in gewijd paard, dan wordt hij door v-.er stalknechts in de juiste houding gebracht. „Caesar, oh schön, oh, whön", roept de dres<«ur en door allen wordt Caesar met de vlakke hand becnoeJigend beklom. zooala paard'n en honden worden geacht, dat pretij- te vind<-n. Na twee keer hot al genoeg voor vandaar. Cao- aar kan gaan. Daarna komen er acht spannen prachtige paarden binnen, zooals do rijken ze vrager i«-raten. vóór de mod® hun een niahioe voorschreef wjndcr vorm en schoonheid. 2e rnoe- t.-n rondloopen en gehoorzamen aan bevelen of u-ekens, die me een raad sel ziin en geven bewijs van een greo- te schert;zinnigheid, door z© dadelijk te begrijpen. Onophoudelijk klinken hun nmnen ah waarschuwing of op wekking; ..Maxi" „Othello!" „Intri gant:'' dru.rfus.vhcn door knalt do zweep; treft .'<u Onk wel eens even, als ze slordig loepen. Ze loopen twee, dan w.er tua-t elar, kieren om, scharen zh ©ven later op ecu rij tegenover den temmer cn steig©. r< n op v u Otheüo is traag en moet Ttraffitn aniihooren: ,J© krijgt toch cok te eten!" Daarna ia de beurt aan twee olj- fan'r-n. Mary «-n J hnny. Johnny is erg klein -a dr.'belt ncht-r Mary .-tan met haaf staart in z.q slurf. In hun gevolg lootten <*n p*ar zebra's rree me; nog iet» van ongetemd© wildheid in hunne bewegingen; er ts .weinig met hen te beginnen. Om sou olifant, die op een ton gaat staan of zitten heel er;- mooi to vind-n. moet men waarschijnlijk een kind zijn, maar als Mary daarop de omvang rijke „dressoYzc" op zijn kop neemt en' weg. é'.gt, moeten we. ofschoon \-e een ernstig, hoost saai, publiek vormen, toch allemaal even lachen. Johnny moet het touwtje springen nog eer.» repliceren. hij grapt eer»; met twoe pooten-als-boomstammen hei touw en tilt dan de achlcr- pooten op, alles met statige langzaam he.d. Telkens, als hij op zijn voor- pooien balanceert, bruit htj. Is «het tevreden ;eid met zichzelf, of veront waardiging over de onwaardige hou- ding? Na een paar keer .s du les af- geloopen en hij krijgt lekkers, want op elke oefening volgen klontjes. Dun komt de repetitie van een nummer, dat ook in schelle kleuren op de aanplakbiljetten prijkt; i aar den en ponnies zoo groot als e n flin ke hond draven tuaschen op vlotjes geplaatste kamee-1 Jen en karbouwen door. Het is een veel ewogen too- neel. maar mijn aandacht wordt in beslag genomen door de kameel voor me, die met trek van verachting om zijn mondhoeken zich verbaast over iie dwaasheid der menschen. Inderdaad, we moeten op een waf die cu kalm dier wel een zonderlin gen indruk maken, wij en onze ver- maken. Wie do repetities bijwoont, heeft ook het recht, do stallen te zien. die als „llenny's reuzen Zoo" 1) worden aangekondigd. De naam ziet er af grijselijk uit, maar do zaak ls wel de moeite Waard. De dieren zien prach tig; geen vermagerde, zielige exem plaren, maar dik gepelsdo. jonge beesten'. Maar wat zijn ze nauw ui akelig opgesloten achter hun tralies; de voorstellingen moeten haast wel een uitkomst voor hen zijn: het is ten minste een oogenhlik vertreding uit de gevangenis. Meewarig kijken de mooie punt rs en de groote dog gen me aan. De ijsberen, blankwit ii iettegvnstaande de nauwe behuizing ..ijsberen" voor zoover de ruimte dat nog toelaat. Een paar van hen be wegen hun kop en hals heen en weer met de regelmaat van een slinger; dat schijnt eene gewoonte te zijn, waartoe opgesloten en tot nietsdoen gedwongen dieren wel meer verval len, want ook de olifanten doen iets dergelijks. Eén is er, die rustig slunpt niet den zwaron kop op de poot; mogelijk droomt hij van do afre ken, waar hij thuis hoort o" g«" lukkig was. Er is ook nog een hok met jonge beest je*hun pels is roomkleurig en wolligze brul- icn van tijd lot tijd droevig hun verveling tilt. Heel veilig is het in de stallen niet; de dieren, die. van of naar hun lee gaan. hollen soms rakelings lange de bezoekers, en toen plotseling do buf fel Othello zijn bewaker de lange liin uit de handen rukte, apcet het nje niet, dat Ik aan het veilige eind van de gang stond. Een karbouwkoe wil de blijkbaar niet zonder haar kalfje op «tap en do knecht, die haar naar haar hok terug brengt, draagt zorg vuldig het spartelende kalf meo, ge volgd door do moeder. Vier olifanten staan er naast el kaar, wiegelend van de eono poot op de onder, om iets to doen te hebben. Er atnut aan, dat men zo niet mag voeren, waarschijnlijk, omdat het hen minder gevoelig zou maken voor de gebruikelijke belooningsklontjes. Maar medelijdende zielen overtreden stellig wel eens de wet. er worden tenminste drie snuilhnndjce in ver wachting naar me uitgestoken. Ik kan helaas niet bezwijken, want ik bezit niets, dat waarde kan hebben voor een olifant. Dan ziin er ten •lotte dc leeuwen jonge dieren nog met zachte pooten en een wclwillcn- den blik, ook zij zitten met velen in een kleine ruim te bi.cen. Dat is 't tenslotte, wat het droevigst aandoet; niet, dat de die ren kunstjes moeten maken, maar dat. ze geen ruimte hebben voor hun leden, die loch naar bewoging moe ten verlangen, dat ze suf .worden uit eiudoloozc verveling. 1) „Zoo" is de verkorting van het Engelsche Zoological Gardens (die rentuin). Garage Brinkmann De opening Wij hebben reeds vroeger gelegen heid gehad, de aandacht te veeiigen op het feir, dat de N.V. Gebr. Brink mann, door het bouiwen van een groo te garage, bezig was zich verdienste lijk te maken voor liet automobiel- verkeer in 't algemeen on voor Haar lem in 'b bijzonder. Een ruime auto- mobieligarage in het centrum van de ötad toch wias hóóg noodig; ieder wiens weg hem 's .Maandags, den dag van de Bollenbeurs over de Groote Markt voerde, zal dit toegeven. Door liet groote aantal automobielen dat, dan op de Groote Markt stond, werd het. geregeld verkeer meer belemmerd dan wensciielijk was. Daaraan is nu ecu einde gekomen: Woensdagmiddag is de Garage Brink mann officieel geopend. Wie de Smeoeetraat doorkwam zag re«ds, dat er ic-rs bijzonders gaande was Uit perceel 22 hing de vlag en ook schitterde daar een 10: nu toe in die straat niet bekende lichtreclame, die reeds in de verte aankondigde dat daar de ingang was van de Garage Brinkinann Tegen drie uur vereenigden zich In de groote ruimte, die deze automobiel- bergplaats biedt, lal van genoodigden van wie wij noemen: eenige leden van den gemeenteraad, de directie der Haarleansche Bankvcreeniging, de siaf van de Brandweer en den kapitein der Vrijwilligers Compagnie, vertegen woordigers van don Bond van Bloem- bollenh&ncleluren, de Alg. Vereoni- ping voor Bloembollencultuur en de. Vereeniging tot Verfraaiing van Haar lem en tol bevordering van het Vreem delingenverkeer, afgevaardigden van den Bond van J Intel- en Restaurant houder* „Ilorccaf" en van den Mid denstandszaad. Verder; Commissaris een van de N.V. Gebre. Brinkmann en de directie van het Bioscooptheater ,De Kroon". Tegen half vier nam de heer A. Bertüng het woord om als commissa ris der N.V. Gebrs. Brinkmann en als plaatsvervanger van den president- commissaris, Mr. J. II. Thiel, bet nieu- we gebouw met een toespraak; te ope- H?' ipr. wees er op. dat door het bou wen van deze garage een steentje is bijgedragen'tot de oplössting der ver keersmoeilijkheden op de Groote Markt. Veel medewerking heeft de heer Brinkmann ondervonden van hel gemeentebestuur, de politie, de afdee- lingen Openbare Werken en Bouw en Woningtoezicht,, Deze medewerking werd op hoogen prijs gesteld. Dc- heer Bertling bracht vervolgens hulde aan den technisch adviseur. Ir. Bast, aan de aannemersfirma Metse laar en Zonen en aan den opzichter en ontwerper van 't plan voor de garage den heer F. M. Kramer, voorts ook aan de werklieden, die met grooteu ijver aan dit bouwwerk hebben gear beid. De Firma Heringa en Wüthrich zorgde voor een uitstekende en nrarti- sch© elect rische verlichting en ae heer Van Eyndp voor een aardige lichtre clame. Spreker besloot zijn rede met «en woord van bartel ij keu gelukwensch tot den heer A. H. Suihr, Importeur dor Dürkopp-automobielên en Agent der Autpmobielenf.>briek „Berliet" te Lyon, die de exploitatie der garage op zich heeft genomen. ,.lk wenach u", zoo eindigde de(hcer Bertling, „voel geluk in uw nieuw be drijf. U zult hier ongetwijfeld uw goe de reputatie handhaven". Hierna namen de hoeren Bert- ling cn Stuhr in een ge- reedsfaande Dürkopp plaats cn reden zij van den ingang af do gara ge binnen, daarbij een lintversperring verbrekende. Met dit, feit, dat plaats had onder luid gejuich der aanwezigen was do Garage Brinkmann geopend. Vervolgens werd do eerewijn aange boden. Do heer C. ten Boom, voorzitter van den Middenstandiu-aad, sprak den heer Brinkmann nog op hartelijk© wijze toe. prees de gezelligheid in het café- restaurant Brinkmann en wenschte de-n heer Brinkmann namens den mid denstand van harte geluk met de nicu. we onderneming. Er werd oen foto van het geheele gezelschap genomen. Vermelden wij nog, dat vel© vrien den en hekenden van don heer Brink mann bloemen hadden gezonden, zoo dat, een ware bloemcnschat in do ga rage aanwezig was. NED ERLANDSCH-DUITSCH E VER- EENIQINC. Börrios Frolh, von Munchhauaon. Börries Frh. von Mfinchhsuaen ttad Woensdagavond op voor de Nederlandse)!- Duitsche Vereeniging. Hij declameerde lijn eigen balladen. Dé bijeenkomst werd door Prof. G. C. van Walstrn geopend. BOrries Frb. von MOnchhausen is een zeer bijzonder dichter. Js hei geen buitengewone verdienste VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 175 DIE HULPVAARDIGHEID Jo vraagt aan kennis- een of jo even mug te- lefoneeren, want; jo weet niet zeker of het meisje je wel goed be grepen lieeft over het eten jo zult juist beginnen uit te leggen aJs de gastheer je aandacht vraagt voor een gemak kei ij kei' stoel waarop je er niet zon der moeite in slaagt lief, meisje aan de tele foon te houden, van stoel te verwisselen en te bedanken je bent juist weer op streek als je je pijnlijk bewust wordt van ver maningen aan de kin deren xvees toch stal, mevrouw zit te telefo- neeren op liet kritieke moment in het gesprek kucht er iemand dringend ach ter ie, blijkbaar om de aandacht te trékken en je moet even ant woorden, neen, je hebt geen last van de tocht, wat jou betreft kan dat raam best open blijven eindelijk tot Je instruc tie gekomen hoor je ge- stomme! achter je en de nijdige vraag van je gastheer waar toch al die potloodea gebleven zijn plotseling verschijnt er een hand met een stuk papier en een pen misschien wil je wat opschrijven maar denk erom, de pen lekt waarna jo vergeten bent of je het ineisjo gezegd hebt het vleesch vijf minuten of vijf uur te braden en besluit om maar zoo gauw moge lijk naar huis te gaaiu (Nadruk verboden.! originoel is zijnf ls dat niet een eerste vorvisohlef In elke ballade die wij van dezen dioh- ter vroeger lazen en nu hoorden, trof iets, il at oorspronkelijk was. We hoorden onder liet publiek opmerkingen als „erg diep gaat li ij in zijn balladen nietMaar ■Jat hij niet diep gaat hindert toch niets! We vragen slechts of dat' wat we krijgen goeil en origineel en artistiek is. £n o, dat ia liet zeker. Wat doet het er nu toe of hel onderwerp van een ballade een dwerg die in een inktjot zijn bad neemt. In die zelfde ballade is het gegeven uitgewerkt met superioriteit door een aristocra tisch dichter die zich op een verheven standpunt plaatste, en die van daar met het allergrootste genoegen zijn gedachten uitspint, of forsch neerzet, over lieve, aan doenlijke, historische onder beduidende, belangrijke cn fantastische ideeën. Ja. het is vooral ook hel verhevene, het zelfbewuste gedistingueerde van Börries Frh. von Münelihau&en, dat aan zijn bal laden een heel persoonlijk karakter geeft. Zelf zoide hij van zijn ridder-balladen Zij zijn duidelijk geteekend in slrakke lij nen, gegrift in koper. De qualifies!:© is zeer juist, maar deze dichter vermag bet even boeiend to ver halen van het lot van bijvoorbeeld twee moderne mensehen. Hij kan dan schrijven in nuances van vaagheid, niet in scherpe lijnen, kan dan mystiek worden, droomerig fantastisch. (Nobis Krug Todspieler, Die Trommel der 7. i.ka). Met hetzelfde gemak of liever met de. zelfde virtuositeit is hij gemoedelijk verteller, geestig èn geniaal causeur. Zijn gedichten van komische strekking rullen en» gelukkig niet doen schateren— Neen inwendig verrukt glimlachen wo hoogstens even, zooala de dichter fijn tjes geglimlacht moet hebben toen hij ze schreef. (Do anecdote van Pctrarca in sonnetvorm I). Wat de ridderballa'den betreftduidelijk sis in koper gegrift; zoo duidelijk en strak was 'ook do voordracht. Ilier en dnar nog al gevoelloos cn eentonig. Veel meer greep dadelijk het woord aan in tcederd frag menten van vaag lyrisch woordspel cn zon derling onverwacht kon do voordrager soms do stemming verstoren door een on gemotiveerd forto. Bijvoorbeeld bij ..Komm Vater komm an mc-ine Brost" in Graf Egcrsheim cn aan het slot van „Der Tod «plelcr". 1 Overigens zegde do dichter deze wonder.1 mooie ballade zeer goed. We denken dan aan de griicicuzo pnssuge over het dan sende kind. Een mooi oogenhlik brachten zeker nog voor do pauze in do ballade „Die Grab- steine", de onverschillig gezegde regelen over liet armoedig artisten-milieu in Noord- Berlijn. Dé sobere declamatie van het ver haal van den dood der vrouw, later dat van den man, cn de oorspronkelijkheid ten slotte van de handeling. Na de pauze weer balladen: lyrische, cn tot slot geestige, frivole, En van deze categorie het hoogtepunt in „Das Allizerin. blaue Zwcrgenkind". Een kostelijk ver haaltje dst aan Couperus doet denken, zóó licht, zoo elegant, zóó prettig. -Met een woord van wannen dank sloot Prof. van Walscm de bijeenkomst. Een nieuwe afdeeling bij de firma Peddemors Do firma A. Peddemors, de bekende lcunstnijvorheidszaalc aan den Kruis weg heeft dc toonzalen aan de overzij de van haar perceel een geheele reor ganisatie doen ondergaan. Tot nu too werd daar een permanen te tentoonstelling gehouden van een keur van smaakvolle gebruiksvoorwer pen. Deze collectie gaf een uitstekend overzicht van de door de firma Ped demors in voorraad gehouden artike len, maar 't bleef toch. een ten toonstelling. Thans is hierin verande ring gekomen. De altijd «enigszins Icoud aandoende tentoonstelling is vervangen door eeui- ge gezellige, warme interieurs, met moderne papieren wand- en schoor steenbedekking van Fransch fabrikaat, met 60lide en smaakvolle meubelen naar ontwerpen van den met, 1 Fe bruari j.l. in do zaak getreden fir mant, den heer H. Das, met gordijnen volgens de nieuwste procédés bewerkt, met lampen, do een al smaakvoller don de andere. In 'b bijzonder trok dén. lamp van gebogen, gebrandschilderd glas van ..Do Horsel" fs-Gravejihage) onze aan dacht. Heb is een genot door deze Tusfig aandoende vertrekken te wandelen, waar het oog telkens gestreeld wordt door een mooie Ideuren-comhinatie of een even smaakvol als degelijk, ge bruiksvoorwerp. De hoerenkamer geeft een indruk an soliditeit en rust, de ontwerper der meubelen xan Cub a-mahoniehout heeft practischeu zin aan goeden smaak gepaard. Aardig doen het op de schrijftafel de earicaturen (eeif inktpot, een asch- bak enz. in diervorm) van „De Helm"- (Den Haag). Voorts willen wij nog <le aandacht vestigen op een eenvoudige maar bij zonder effectvolle haardomlijsting van blank ijzer en een moderne radiator- bedekking van uit de hand gedreven koperen plaatjes met motieven. In de kasten 6taat een prachtige collectie nieuw Yenetiaansch glas in bizarre vormen. Wat op het gebied van stoelbéklee- ding te bereiken is niet een combina tie van zwart en één andere kleur, toonen eenige fauteuils. De eetkamer met meubelen van Afri- kaansch ntenhout verdient, een afzon derlijke vermelding. De kl eed on en de stoelbekleeding in dit vertrek zijn naar ontwerpen van den schilder Jaap Gidding. De schoorsteenbedekking is hier van zoogenaamd „kaasdoek", een dun soort, ka (oen. De gordijnen zijn precies gelijk'aan den breëden bovenrnd van de muurbedekking, zoo dat een bijzonder mooi geheel verkre gen wordt. -Mie gordijnen ©n papieren voor muurbedekking zijn Fransdh fabri kaat en niet hoog in prijs. Vestigen wij nog de aandacht op het mooie weefwerk van Semev (een buf fet,kleed, tafelkleeden, kussens enz.). De firma Peddemors. die nu volko men in staat is geheele woningin richtingen te leveren mag met deze inrichting van haar toonzalen gel uk- gewenseht worden. Vrijdag a.s. wordt de nieuwe afdeeling voor het publiek geopend. TEEKENINGEN UIT DEN STEDE LIJKEN ATLAS. Do gemeente-archivaris, de heer H. E. Knappert, is voornemensdezer dagen in het Frans-IIulsrnuseum een aantal teekeningen (oude en tegen- woordige stadsgezichten) uit dc-n Stedelijken Atlas tentoon te stellen. IHCEIONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. T*gen Slapeloosheid, Overspanning, Gejaagdheid, Prikkelbaarheid en Examenvrees, gebruikt men de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Mijnhardt's Zenawtabletten Feuilleton .Geautoriseerde vertaling naar fret Engelsen van BARONES ORC'ZY. 46) „Wat je ook doet, Jim, je kunt mij niet opzij zetten. Ik volg je waar heen je ook gaai. Als jo jo verberg*, zal ik je zoeken, <l>-snood» tot in do verste uithoeken der aurde. Als r> mij wilt negoeren, zal ik mij aan j© vastklemmen. Als jo mij wegstuurt, kom ik net als een hond weer te rug. Ik heb jo lief «n jo hoort mij toe, tot op het ooscnbUk waarop jo mij even rustig in dn oogen kunt zien als nu. cn dan logt; „Ga weg, t houd niet meor van je'" Dan zal ik gaan, J:m, maar ©order niet". Haar stem klonk tot het einde toe kalm. Toen zt uitgesproken was sloot ze de oogen. en wachtte op zijn kus. Zijn handen brandden als vuur op haar wangen; ze voelde dai hij niet van haar weg kon gaan on toon ze eindelijk zijn lippen op do hare voelde viol ze ia zijn armen als een statige lelio, die omknakt door do zonnehitte. HOOFDSTUK IX. De hand met het littee- ken. Er waren nog slechts enkele oogen blikken voorbij gegaan; vopr hen was hot een eeuwigheid. Toen klopte de wereld daarbuiten aan do poorten van hun paradijs. Zo hoorden la waai -van F temmen, gestamp Van paardenhoeven op den grond, een kreet van oen vrouw, een paar vloe ken. Barbara, die in de. eerste plaats dacht aan Jim en Jtm's veiligheid, onderdrukte ©en angstkreet en maak te zch haastig los uit zijn armen. „Het is Kolonel Scroj»©'" stemelde ze. „Kom. Jim. hjj mag Je hier niet vinden hij heeft me beloofd maar ik vertrouw hem niet. :k vertrouw niemand Kom, Jim!" Ze greep zijn hand en probeerde hem naar e^n andere kamer te trek ken, naar de keuken, die een ach terdeur had, die in het bosch uit kwam. Hier, uit dit f.usschenverlrek- je, tufschen de woonkamer en de keuken, konden ze niet weg do eenige deur, die buiten uitkwam, was voor aan den weg, waar man schappen hadden stilgehouden, de soldaten van hun paarden waren af gestegen en nu luidkeels om den amid riepen. Op een oogenhlik boorde Barbara duidelijk Kolonel Scrope, die Jim's naam noemde. „Jim", fluisterdo ze, „Je kunt ge makkelijk liet bosch nog bereiken. Ze zoeken jou eigenlijk niet maar Tubal Longshtfttkea". „Tubal?" vroeg dam verwonderd. Nu was liet alsof hij droomde, alsof hij niet gehoord had wat er buiten gebeurd was en alleen maar oen on bedwingbaar verlangen koesterde, om haar nog ecu poosje langer bij zich te houdon. „Ja, Tubal Longéhonkea", ant woordde zij. „Ilij is de gemeenste verrader die er rondloopt. Vanmor gen nog was hij met Kolonel Scrope aan heb onderhandelen om hem het geheim van je schuilplaats te wt kon- pen. Ik hoorde het gesprek, daarom ben ik je komen wnatschuwén, Jim. Tubal zei, dat je beloofd had om naar Shutford te gaan om zijn moe der op te zoeken, die ziek was". „Dat is waar ook", riep Jim uit. ,-Daar had ik niet meer aan ge dacht. Maar hef ie nog niet te laat", voegde hij er bij. terwijl hij naar zijn hoed ereep. „Dat is dwaasheid, Jim", viel Bar- hara hem ongeduldig in de rede. „Kolonel Scrope is ©en fanaticus. Ilij zou je nu toch gevangen nemen als hij kon, of als zijn mannen Tubal niet konden vinden". Jim fronste de wenkbrauwen. „Tu bal?" vroeg hij weer. „Waarom zou den zo Tubal zoeken??' „Omdat hij een schurk is", ant woordde ze kortaf. „Vanmorgen deed hij alsof hij onze partij een diens» wilde bewijzen door jou aan Kolonel Scrope te verraden en vanmiddag heeft hij zijn leven gewaagd om de brieven van den Koning te slelen uil do raadszaal van Kasteel Broughton. Maar als onze soldaten hem van avond vinden zullen ze hem zonder vortn van proces ophangen', voegde zo er bijna boosaardig aan toe, want er was op de heele wereld niemand, dien zo meec haatte en verafschuw de dan Tubal Longshankes, die een complot had gemaakt dat voor Jim den dood zou beteekenen. ..Kolonel Scrope heeft mij gezworen dat hij hom vandaag nog zou ophangen Maar voor ze verder iets zeggen kon viel Jim haar in de rede. „Wie zegt je dat Tubal Longshan- kes de correspondentie van den Ko ning gestolen hef ft?" „Ik heb hom gezien", antwoord de ze. „Heb jij hem gezien? Hoe dan? Wanneer?" „Vanmiddag. Ik lag in <!e boot, onder den wilg. Je weet wel, Jim, waar „Ja! Ja! Maar wat heb je dan ge zien?" „Ik zag een man aan een touw hangen, twintig meter boven den grond, buiten het raam van de raads zaal. Tien minuten later waren ka pitein Lovell en ik boven; het kistje van den Koning wns geforceerd en do brieven waren er uit". „Maar lioo kwam je er bij om te denken dut liet Tubal was?" „Ik had hem in Daventry in de Korenschoof gezien, toen hij den krijgsraad van den Koning bespion- neerde". „0 mijn hemel!" riep Jim uiÉ. „En toen weer in Farndon toen probeerde lifj liet. kistje te stelen. Maar ik ik heb op hem gescho ten!" „Maar hoe wist je het?" hield h aan en zo kon zijn stem bijna niet herkennen, zoo hard en ruw als ze klonk. ..Hoe wist je dat het Tuba! was in Daventry en in Farndon". „Ik herkende hem aan het litteo- ken op zijn hand. Dïna heeft hem op den ochtend van onzen trouwdag gebeten en ik had het litteeken vaak gezien. Het wns op don rug van zijn linkerhand, net zoo iels als bij jou en on De woorden bleven haar in de koel steken; zo hield haar hand voor den mond om de kreet van schrik te onderd rukken. „Jim!" mompelde ze heeaCh. „Jim! Wat is er? Jim zeg wat zeg dat het niet waar is- Dat het niet, waar ?is! Jij was het niet! Mijn hemel, zeg toch dat je het niet was!" Haar oogen werden steeds grooter van schrik, terwijl ze weer voor zich zag die linkerhand, dio zich vast klemde aan do vensterbank in Da ventry en die uitgestrekt lag in den modder op het. land .bij Fardon. Jim's hand! Het duizelde haar. Da kleine donkere kamer draaide voor haar oogen. Toen vielen de pijnlijke oogleden toe. Even later bracht een koude luchistroom die van buiten kwam, haar weer tot bezinning; eerst de lucht en leen het slaan van een deur. Ze opende haar oogen cn keek om zich heen. Jiin wns weg. Ze hoorde zijn stem buiten, vlak bij de deur en de stem van den smid, op heftig smeekenden toon; „Laat hen toch, Jonker Jim. Om 's hemels wil, ga er «Iet heen. Ze zoeken dien schurk Tubal Longshau- kes. Maar als ze u zagen (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5