HERDERS EN HERDERINNEN
HAARLEM'S DAGBLAD
Philatelistische vondsten
- rir
t
1
J 1 V
duw
b- i -j
■cn. keA-cU.
-iO-
U.f
-Jji-
..--J
1.1
1
:_LZL
-'"J-"-
«cfwr'J
bj J
'•""'f r
r
V—r
■V J
T 7
V
V r
w
r f ft-yyT 'r f
WOENSDAG 24 DECEMBER 1924
VIERDE BLAD
DE GESLOTEN DEUR
door MOLL1E 1. JAMESON.
(Nadruk verboden.)
Toen Barbara Barrington voor het
eerst aan het kleine stationnetje Heath-
field afstapte op Kerstavond, was zij,
althans uiterlijk, moedig, ofschoon in
haar hart even schroomvallig als men
van een jonge vrouw in haar omstan
digheden verwachten kan. Want Bar
bara was al den geheelen dag op een
avontuurlijke reis in het onbekende,
hetgeen een groote onverschrokkenheid
eischte. Barbara had niet den wensch
doch de noodzaak, haar dierbaar ouder
huis te verlaten om de plichten van
kinderjuffrouw waar te nemen. Geen
wonder dus. dat haar moed en alle mo
gelijke overwinningen ea belooningen
van haar Groote Avontuur er door over
schaduwd werden.
„Heathfield Hall? Neen, er wacht
hier niemand uit Heathfield Hall," zei
de stations-chef laconiek, starend in de
duisternis. „U kunt het best hier blij
ven tot zij komen, want daar de sneeuw
hoog lig op de wegen kunt u er niet
heen Ioopen. Hallo! Bob, laat de jonge
dame even ia de wachtkamer en stook
het vuur wat op. veruit. Het is koud
genoeg om de Mississippi te doen be-
vrieren."
Zich afvragende, waarom niemand
haar was komen afhalen, volgde Bar
bara den bedeesd grinnekenden kruier
raar het sombere wachtkamertje, waar
de netjes omlijste woorden „Sterke
Drank Moordt" haar kwaadaardig van
een muur aan;'-aarden. Toen Bob, die
een paar stukken kool op het smeu
lende vuur had geworpen en een karaf
en glas op de tafel verschikte, als wilde
hij een poging -agen om het gezellig
te maken of uit eerbied voor de gebie
dende woorden daar aan den wand, nu
aanstalten maakte om haar aan haar lo:
over te laten, vroeg Barbara in vertwij
feling „Denkt u dat ik niet naar Heath
field Hall kan ioopen? Is dat zoo ver
van hier? Mi.n lu-Mge zou wel achter
na gezorden den
„Heathfield Hall? Dat is een aardig
eindje." antwoordde Bob. „Moet u daar
mar toe. juffie?" In die periode
ba»r leven >«mden de roeevten Barbara
.Juffie"; zij was zoo'n klein, blauw-
ccgig. aardig ding. „U bent daar zeker
nooit eerder geweest." waagde. Bob te
vragen, zweeg weer. al* iemand die
veel weet en niet wist. hoe ver hij kon
ga i p.„Vreemde verhalen gaan er over.
var. een kamer, die niemand na het val
len van den avond durfde in te gaan
ce mys'.eriekamer noemen de dorpsmen-
achen haarDaar komt een kar aan.
Juffie, misschien dat Peter van Hall u
komt halen."
„Peter van Hall" bleek bij nader on
derzoek een meer opvallend personage
jn vanwege zijn zwijgzaamheid en -■
doofheid. In minder dan geen lijd was
Barbara en haar bagage in een ouder-
wetscb en bouwvallig wagentje geduwd
reden zij af, de lichten van de stad
achterlatend. Terwijl het karretje hor
tend en stootend door de duisternis
voorreed en alleen Peter's aanmoedi
ging voor z«jn paard de stilte verbrak,
had Barbara tijd om na te denken over
Bob's onheilspellende woorden en be
gon een beetje te huiveren onder haar
versleten mantel. Ziï wilde, dat Bob hrt
haar niet verteld had oh! nu wilde
rij, dat Bob het baar niet verteld had.
Haar avontuur in het onbekende was al
erg genoeg zonder dat zoo'n angstver-
rkkende en mysterieuze schaduw er
er geworpen wordt.
„Als ik niet zoo bang was of als ik
niet alleen was, zou ik het voor een leuk
Kerstnacht-avontuur houden," zei Bar
bara en huiverde weer terwijl zij «prak.
Ze staarde wat droevig voor rich uit
door den Decembernacht en deed haar
best een opmerking te maken tegen
Peter, wiens „slechte oor" ongelukkig
juist naar haar gekeerd was en haar
noch met een blik, noch met een woord
antwoord gaf. Maar eindelijk, na een
schier eindeJoosen tocht, ofschoon maar
en klein half uurtje vei streken was
inds zij bet station hadden verlaten,
trok Peter de teugels aan en na bijna
erstijfd van zijn bok te zijn gespron
gen, opende hij een ijzeren hek. dat toe
gang gaf tot een door zware boomen
(schaduwde laan. Opeens, terwijl zij
de laan voorthobbelden, werden de
itrn van een huis zichtbaar. Nog
i hek moest worden opengemaakt en
nu kwamen zij op een ouderwretsche bin
nenplaats en hielden halt voor een
Barbara vermoedde het achterdeur
het huis. Nu scheen Peter opeens
te ontwaken uit zijn lange slaap en vond
stof tot spreken.
.Gaat u maar binnen, juffie, ik zal de
merrie arip-mnen. Misschien is er wel
Niet ondankbaar steeg Barbara
•n begaf zich in de aangegeven ri
tig. Na de zware deur te hebben
>pend. ging re coor een soort bij k
;ea of provisiekamer en kwam in
leuken. Het was een lang, laagliggend
•ertrek, slecht verlicht door een aan
het plafond opgehangen lamp en
op het eerste gezicht scheen er niemand
thuis te zijn. Toen verscheen opeens
een man. ergens uit de omgeving
het smeulende vuur en keek ecnigszins
vragend de in het blauw gekieede ver
schijning op den drempel aan. Bazbara
sprak het eerst.
„Ik moet bier waarschijnlijk zijn,
maar ik weet het niet." zij aarzelde ea
baar mooie oogea keken naar hem op
als de kijkers van een angstig kind.
Hij deed een stap in haar richting en
de glimlach, die om zijn lippen kw-an
was als een zonnestraal voor Barbara
„Gaat u zitten, juffrouw," sprak hij
zacht en terwijl hij haar een plaats aan
wees bij het vuur, probeerde hij zijn ver
rassing te verbergen. Barbara verza
melde al haar moed om zich weer te
•erklaren.
„Peter zei, dat ik hier moest zijn. Hij
haalde mij van het station, weet u. Ik
ben de nieuwe kinderjuffrouw, Barbara
Barrington-"
Hé, dat was ik vergeten," zei de man.
„Ik dacht al, waar ik u toch gezien
had, maar nu weet ik het. Wilt u niet
wat dichter bij het vuur komen en u
.armen na die lange reis? Ik
zal Nancy dadelijk naar beneden roe
pen."
Barbara vroeg niet wie Nancy was.
Zij hield haar verkleumde handen bo
en het vuur en vond dat deze ont-
•angst prettiger was dan zij zich had
voorgesteld. Het volgend oogenblik
kwaui Nancy binnen, gevolg gevend aan
een gebiedend „Hallo!" Nancy was een
blond, bruinoogig kind. Zij droeg' een
leten donker rooden rok en een vuil
schortje, maar wat er aan haar klee
ding mankeerde, werd goed gemaakt
door haar zachte manieren. Toen zij
rbara een hand gaf. keek zij haar aan
met een onderzoekenden blik.
„Ik ge'oof, dat >v ;j het wel met elkaar
zullen kunnen vinden," zei zij, „Maar
waarom bracht die zotte Peter u naar
de achterdeur, terwijl tante Elizabeth u
het salon wacht? Papa en ik dachten,
da u een oude vrouw was en daarom
Ringen wij weg. De bedienden vieren
allen Kerstmis, daarom hebben wij de
keuken voor onszelf. Ik was juist weg
om appelen te halen. Als wij u voor
ante I- iirabeth verborgen houden, zoudt
hier kunnen blijven en ons helpen bij
het stoven."
„Dat zou ik ook wel willen." ant-
voordde Barbara, die in haar hart nog
•en echt kind was. /.ij lachte en kreeg
ren kleur. Toeo legde Nancy de hand
op haar arm en nam een besluit.
„Als je dat wilt, dan gaat het ook,"
vak zij als een kleine heerscheres.
Kult u niet aan de appelen komen vóór
r terug zijn. vader! Ik zal haar bij
tante Elizabeth brengen en de zaak uit
leggen. Tante is een beetje bang voor
mij, ofschoon zij het niet wil toegeven.
Zij ral blij rijn dat u dadelijk de zorg
•er mij op u wilt nemen."
Zoo gezegd, zoo gedaan. Zij Jcleedde
het zoo in, dat tante het met de nieuwe
kinderjuffrouw spoedig eens was en
binnen een-half uur bracht Nancy Bar
bara weer terug bij de wachtende appels.
„Eerst moeten wii thee hebben, en ik
eet precies waar kokkie de koekjes be
waart," sprak Nancy gewichtig. Zij
klein tafeltje voor bet vuur ge-
as weer met een ernstig gezicht
bezig lepels thee in het bruin steenen
te doen. „Vader zal de appels
sprak zij met een klein air.
„Ik zal voor de thee zorgen en u....
■i doet r.iet; anders dan lief kijken, om-
da: u de bezoekster bent. hè. juffrouw
Barrington. Enen dan mag ik u
ook Barbara noemen, hè, omdat het
Ker«tmis is en omdat ik u zoo aardig
vind?"
„Neen, Nancy," zei haar vader, maar
Barbara had reeds met een knikje 'oe-
gestemd.
Het was een klein, gelukkig gezel
schap. dat daar zat b-.i het vuur. Alles
bleek zooveel pleizteriger te zijn, dan
Barbara verwacht had en ronder twijfel,
zou zij tenslotte reer gelukkig rün cp
Heathfield Hall.
„Ik ben roe. blij dat u er bent. lieve
Barbara," zei Nancy, toen zii einde'ijk
zouden gaan slapen en zii Barbara „wel
te rusten" wenschte. „U bent de eerste
juf, waarvan ik ooit gehouden heb, de
eerste, die ik wenschte dat zou blijven.
En u blijft, niet waar lieve Barbara, en
zult niet weggaan, wat cr ook ge-
beure?"
„Neen, ik wil niet
i ncy, zei Barbara z
l kuste haar.
n.
weggaan, kleine
et een glimlach
En toch, juist op dien Kerstavond,
gebeurde het, dat Barbara werkelijk
wég wilde. Graag, dólgraag was zij
weggerend, als zij maar ergens een
adres had gehad om heen te vliegen.
Vermoeid van de reis en de gebeurte
nis van den afgeloopen dag, viel zij in
diepen slaap, totdat zij plotseling wak
ker schrok doorietsiemand
Barbara zat rechtop in bed en wreef
zich de oogen uit tot alles haar opeens
volkomen duidelijk werd. Die geheim
zinnige kamer, waarvan Bob gesproken
hadAch, had hij haar maar niets
•er leid.
Toen opeenk hoorde zij het wééreen
geluid als van rammelende kettingen!
Zij kroop onder de dekens en luis
terde met ingehouden adem, telkens
-.en haar hoofd opheffend om een ang-
tigen blik naar de deur te werpen. Het
geluid hield aan en kwam soms nader;
rij had een gevoel alsof er elk oogen
blik iemand voorzichtig naar binnen
zou kunnen komen.
haar kamer gelegen was in den
uitersten vleugel van het bouwvallige,
ouderwetsche buis, wist zij heel goed,
dat hulpgeroep vergeefs zou zijn als
haar eens iets overkwam.
Kling kling kling! En nu dui
delijker, of verbeeldde rij zich dat? Daar
na klonk gekreun, steeds hetzelfde ge
kreun.
Over al haar leden trillend, lag Bar
bara in afwachtinghaar oogen hield
zij gericht op dc cieut en met vergeef-
sche pogingen om haat angst te onder
drukken, vroeg zij lick af wat zich
toch achter die deur «tl kon bevinden.
„Als het komtals het komt, word
ik gek of sterf," dacht de arme Bar
bara. Zij kon het tikken van de gang
klok hooren seconden kropen voorbij.
Het leken wel uten en uren leken eeu
wen. De stilte, welke nu weer even
heerschte, maakte haar nóg angstiger en
zij kon nog niet zoo lang gelegen heb
ben toen het besef lot baar kwam, dat
dit mysterie moest worden opgelost. Zij
•atte moed en stapte haar bed uit. Be
kend sloeg zij haar blauwe ochtend
japon om en met een kaars in de hand
ging zij ex op uit,
In de gang was een groene deur, alles
afsluitend, wat er achter lag. Barbara
duwde haar half open en ging er door.
Zij kwam voor een tweede deur, welke
toegang tot een groote, kaal
gemeubileerde kamer. Rondgaande met
haar kaars, zag zii dat er zich niemand
in bevond en juist toen zij zich om
keerde om weg te gaan, viel haar oog
op wee- een andere deur, achter in de
kamer. Plotseling klonk weer dat nare,
beangstigend geluid, gerammel van
kettingen en gekreun
liet kwam dichterbijsteeds dich
terbij
Ofschoon buiten adem van angst, liep
Barbara nu toch op de nieuwe deur
toe. Zij vond deze echter stijf gesloten.
Zij huiverde, keerde om en spoedde zich
weer naar haar kamer om niet eer adem
te halen dan nadat zij den drempel
overschreden had.
„Morgen ga ik weg," besloot zij in
gedachten. „Ik sterf als ik hier nog
één nacht moet blijven."
Over al haar leden bevend sloot zij de
deur van haar kamer, ging naar bed
trachtte weer in te slapen. Maar het
ging niethet was een verschrikkelijke
Kerstnacht..., Barbara zag bleek en
was minder moedig toen bij het opko-
n van den dag Nancy haar aan den
n in de ontbijtkamer bracht.
Jets zeer bijzonders, ter eere van
Kerstmis," zei haar pupiL „Want ge
woonlijk ontbijten wij in de kinderka
mer. Vader heeft een groote verrassing
voor mij."
Zij vonden tante Eliazbeth in de ge
zellige tuinkamer vanwaar de geheele
te overzien was. Tante schreef
Barbara's stilzwijgen toe aan beschei
denheid en was daardoor nog meer met
haar ingenomen. En toen kwam Nancy's
vader binnen om op hetzelfde oogen
blik door zijn dochter overvallen te
worden en gebombardeerd met vragen
over de Kerst-verrassing.
„Kalm, meisje. Eerst ontbijten, hoor!
Juffrouw Barrington, een vroolijk
Kerstfeest 1 Ik hoop, dat u goed gesla
pen hebt en u zich al wat op uw gemak
gaat voelen op Heathfield Hall. Wij
r>t zulke geduchte menscben, dat
merk: >»ker weL"
„O. dat geloof ik gaarne, maar toch
rees ik dat ik weg zal moeten gaan."
antwoordde Barbara maar meteen. De
•erschrikkingen van dien nacht sche
ien nu, bij dag, maar onbeduidend, doch
zij wilde voor geen geld het nog eens
meemaken. Nancy's vader keek een
beetje onthutst cn ze:
„Kom, kom, u *-ent hier pas zoo kort.
Dat went allemaal wei. juffrouw. En
Nancy zal u wel een beetje opvroolijken
met die nieuwe verrassing, die ik dade
lijk zal laten zien. Hoorde ik haar
gisterenavond niet plechtig beloven,
Nancy, dat zij nooit zou weggaan? Wij
ten haar nu aan haar woord hou
den, jij en ik, hoor."
„Natuurlijk gaat zij niet weg," zei
Nancy met overtuiging. „Schiet wat op,
•ader, want ik kan niet langer wachten
op die surprise. En Barbara heeft heele-
aal geen eetlust."
Zij porde haar vader steeds aan om
toch voort te maken met zijn ontbijt en
toen hij eindelijk klaar was, nam zij
hem op baar eigenaardige wiize bij
den arm en ging met hem en Barbara
de kamer uit.
„Hierheen? O, vader, waar hebt u het
•erborgen? Schiet eens een beetje op!"
„Ach, ach, wal beft je toch ongedul
dig." zei haar vader en keek zijn doch
tertje vriendelijk aan. ,,'t Is niet zoo
aardig voor u, juffrouw, maar wij moe-
en ons voor dezen keer maar door
haar laten trekken, omdat het Kerst-
is. Nancy! Je trekt mijn hand er af
en ik denk dat je zoo ongeveer hetzelfde
doet met de juffrouw. Zij is alleen te
goed om zich te bekagen."
Hij was de hal doorgegaan en ging
nu vóór op een schijnbaar zeer zelden
gebruikt trapje. Zij kwamen in een gang
en daar wees hij Nancy een deur. Bar-
'barn schrok cr van.
„Kom mee. Barbara," juichte Nancy,
maar .le kinderjuffrouw bleef staan.
Hoewel zii zich alles nog maar vaag
herinnerde, was er toch geen twijfel
mogelijk, dat dit de deur van de spook-
kamer was.
De gesloten deur..„
„Oh. wat leuk, wat leuk," juichte
Nancy door. „Vader, wat is het? Ik hoor
een ketting rammelen 1"
„Stil, Nancy, je maakt de juffrouw
bang
Barbara was inderdaad doodsbleek
geworden en «ij merkte ternauwernood,
dat de deur ontsloten werd en Nancy
naar binnen stormde iade geheim
zinnige kamer. Toen klonk opeens een
kreet van het kind en daarna een vroo
lijk gelach.
,0. vader, wat aardig, wat liefl
Mag ik dat heusch voor mijzelf hou
den? Kom eens gauw kijken, Barbara!"
Met lijkwit gelaat trad Barbara voor
waarts, op den voet gevolgd door Nan
cy's vader. Het was vrij donker in de
komer en pas toen zij enkele seconden
binnen was, bemerkte zii haar kleine
pupil in den uitersten hoek.
Naast Nancy, aan een ketting, lag
ei groote oogen het „spook" te kij-
:neen klein, wit geitje met een
rose strikl
LETLANDSCHE STAFKAARTZE
GELS. KOSTBARE VODDEN.
EEN PHILATELISTISCHE
BRUIDSSCHAT.
Een philatelist wordt geboren en
niet ge Kweekt. £r zijn tal van ïncn-
schen, die op meer of minder rijpc-n
leeftijd een postzegelverzameling aan
leggen, meestal grootendeels nagelar
ten door een voorvader, maar de
meesten hunner zijn niet de ware phi-
latelisten. Zij houden er in den regel
na een tijdje mee op.. Natuurlijk zijn
er geboren philatelisten die niet dan
na kennismaking met anderen een
vermoeden krijgen van hun sluimeren
de passie, .jaar dat doet aan onze
stelling niets afde ware philatelist
wordt met de postzegelknobbel gebo
ren.
De echte philatelisten weten het
hiervolgende natuurlijk al, maar ook
voor anderen, zelfs voor de groote
categorie die een beetje medelijdend
neerziet op dit verzamelen van ge
kleurde, waardeloos giMtempelde pa-
liertjes, die door een schcefgedrukt
ijntje of een onregelmatige karteling
tot ware kunstvoorwerpen worden
verheven, zullen er wellicnt Lelang in
stellen.
Sommige Letlandsehe postzegels
vertoonen tegenwoordig op de achter
zijde fragmenten van aardrijkskundige
kaarten bedrukt met Dititsche namen.
En de oorzaak van dit vreemd ver
schijnsel is de volgende.
Toen deze postzegel in 191? werden
uitgegeven. was de papiernood in Let
land zoo groot, dat de regeering. ten
einde raad. waar een geschikte grond
el of vandaan te halen, het denkbeeld
kreeg de achterzijde van een groote
I hoeveelheid stafkaarten, door het
Tekst: Vertaling van eeh Franach Kerstlied.
P. L. M. KETTING Jr.
Kivvitf)
Hit 1
J pp
y Mf7
b<! i 4 ii--
£tiyip i - -
- i j 1 -
rf~i-0
w
r-
cwu-i-iu/i
Pjf"
j, j
irj/tq ixoai qaaJi cu
THAN Q OILLO
b-
-Tum ;Sr\
poe
ZnuxjjjoHaA
cMtey
TRA:
J
auiuor-']
1
54