Van het Politieke Tournooiveid
VITRAGE
HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
Ontvangen Boeken
GEBR. SNOEK
ZATERDAG 20 FEBRUARI 1925 - ZESDE BLAD
No. 3435
Schoonheidscommissie
Toen door den Leer Loosjcs bij do
laatste uegrootinyauebattea het denk
beeld tot ïnstoiihug van een schoon
heidscommissie is geopperd, heb ik iu
deze rubriek hot plan aanbevolen om
dat inderdaad hoog noodig officieel
en voortdurend toezicht op yevol-
bouw (op binnenbouw bestaat die ai)
dient w worden uitgeoefend. Wethou
der Brnch had destijds voor het plan
weinig sympathie, blijkbaar vreesde
hij voor een officieclo bouwkunst, die
de jonge bouwmeesters beletten zou
zich te ontplooien, liet is v j1 te ho
pen en ooit, zou ik denken, to ver
wachten, dat de heer liruch de zaak
wat optimistischer gaat bekijken
pessimistisch is zijn aard niet ou ik
geloof met zijn tegenvoeter op ar
chitectonisch gebied, den burgemees
ter, dat het jyist de modernen zullen/
xijn, die iu en door ecu schoonheids
oommissie naar voren konten. AU
werkelijk, wat do wethouder vieesde,
de instelling van een schoonheidscom
missie de bouwkunst zou doen verstij
ven. den moesten wij die vooral niet
instellen. Hangen aan het oude doen
we genoog, wat wij noodig hebben
is niet. zoozeer het nieuwe (want iets
behoeft niet mooi to zijn omdat het
nieuw, noch leelijk omdat het oud
is) maar o n t v a n k e 1 ij k h e i d
voor het nieuwe.
In dozo omstandigheden was het noo
dig. ce::s te onderzoeken naar de er
varing die deskundigen op dit gebied
hebben opgedaan. !)ezer dascn heb
ik een onderhoud gehad r.iet den heer
Jan Gratama i>. I.. architect te Am
sterdam.
De heer Gratama is lid van de
schoonheidscommissie, zooals die nu
te Amsterdam beslaat, en was lid en
voorzitter van do eerste schoonheids
commissie, die uitsluitend uit bouw
kundigen (zes architecten) bestond.^
Met geestdrift spreekt de hoer Gra
tama over wat deze commissie lot
stand heeft kunnen brengen. Het peil
van de bouwkunst is te Amsterdam
belangrijk gestegen, jonge talenten
kwatnen zonder de commissie moeilij
ker tot uiting. Tal van ontwerpen
va:x oigenbouwers waren natuurlijk
beneden peil. zoodat zij om de goed
keuring krijgen de luilp moesten
inroepen van een behoorlijken archi
tect. i
..Ze wordt een «choonheidseomniifsie
genoemd" zegt «Ie heer Gratama.
,,iDwr is eigenlijk meer een leelijk-
beidscommissie. dat wil zeggen een
commissie tegen de leelijkhcid. Dik
wijls is een project op het kantje van
het gemiddelde en dan is tiet wel wat
t* verbeteren door critiek. nmar mid
delmatig blijft het. Alleen het Lelijke
kan ecu commissie weren".
•Sinds twee maanden is de commis
sie van uitsluitend architecten gere
organiseerd. Ken paar gevallen,
waarbij commissies van leekcn zich
verzetten tegen baar uitspraak, heb-
bon i!iar aanleiding toe gegeven.
I oor.i! eer aanbouw aan den beken
den Siiireierjtoren. waarbij een gc-
deeltvar. de gracht bedekt werd. een
plar. waarmee de schoonheidscommis
sie zich wel vercenig'-u kon, lokte op
positie van verienigingen van schil-
üt-r* en oudheidkundigen uit en ten
slotte werd dat plan in den Bond ver-
.worpen.
Toen i» gezegd: wij moeten een
grooter organisatie stichten en zoo
komen tot een autoritaire commissie,
waarbij dc bouwkundigen en het ke
ken eli-ment samen aan de tafel zit
ten. Daarvoor was nog een tweede
reden dc voorbereiding van dc plan
nen liet door gebrek aan ovcrleu tut-
scben de gemeentelijke diensten te
.wenschen over.
Kr werd bijvoorbeeld wel grond in
erfpaelit uitgegeven, zonder dat voor
af bepaald werd wat er op moest
worden gesticht, middenstands- of ar
beiderswoningen, hoe de hoogte zou
zijn eu dergelijke meer. Daarom
maken de directe ren van de gemeen
telijke diensten deel uit van do
schoonheidscommissie, die in haar
nieuwe samenstelling verder bestaat
uit bouwkundigen, oudheidkundigen en
schilders.
Op deze wijze krijgt de gemeente
ecu architectonisch jwrlemertt van
zeer groote macht, dat niets moer
doet d«n een advies geven, maar
waarvan li. en VV. alleen in buiten
gewone gevallen afwijken. „Het
aeellietieche aanzien van Amster
dam", zoo drukte de lieer Gratama
ach uit. .wordt aldus, belieersdit,
aoor een machtige commissie."
Immers, zij krijgt ook de uitbrei
ding*- on bebouwt rigsp 1 an non ter bc-
oordeeliiig. De verdeeüng der ter
reinen geschiedt eveneens in overleg
met de echoonhekiecommiasie, die
haar advies ook moet geven over don
opbouw, de straatwanden, over de
vraag van hoogte, liic-r hooger, elders
lager, om aldus te bepalen wat de
lieer Gratama het „st-raatsilhouet"
noemt.
Met groote waardeering laat hij zich
uit over de groote medewerking van
B. en \V.. speciaal noemt de heer
Gratama den heer Wibaut en van den
directeur van den woningdieast, den
heer Keppler. Het waa «lus in de eer
ste plaats noodzakelijk voor het dago-
liiksch I-estuur der gemeente oin te
weten dat- het dit zelf niet weet. Hier
wordt do volle medewerking verleend.
Ik vroeg aan den heer Gratama,
hoe de Raad, die immers uit zoovele
elementen gevormd wordt, tegenover
schooiiJieidflcwmnisBKi slaat. Zitn
antwoord wasde commissie ie door
den Raad zelf ingesteld." Met andere
woordenhóe zou de Raad zicih kun
nen en willen onttrekken aan het ge
zag van een eommis*©. die hij zelf
heeft ingesteld?
Dit is nie>t een uitspraak van den
heer Gratama. maar een conclusie die
ik mii veroorloof uit zijn woorden te
trekkeft. Het bleek mij eenst uit ons
gesprek, dat eonigs/.ins haastig ge-
«u-bieden moest, omdat de heer Graia-
ma weinig tijd had daar een auto
op hem stond le wachten, dat hij van
de zank een breed» opvatting heeft.
Wel verre jmmers van zich te verzet
ten tegen oen reorganisatie van de
c-n5i« comnriseie die immers geheel
uit architecten Instond, tot een ge
mengde commissie, waarin ook net
Lek.-n-olenicnt zitting heeft, werkte
hij tot cm verandering mee en nam
zelf in do nieuwe commissie zitting.
Het is vun belang te weten, dat hij
onder leek mi verstaat, oudheidkundi
gen, beeldhouwers en schildert?. Hun
ne vereen! gin gen dienen tot benoe
ming van hunne vertegenwoordigers
iir:i!«-!tallen in. waaruit B. en W. oen
keuze doenfeitelijk kiezen dezo or
ganisatie* dus hunne representanten
r»!f, daar natuurlijk do organisaties
alleen hunne vertrouwensmannen op
do dubbeltal!*" plaatsen, zcodat liet
hun onverschillig is. wie IJ. en W.
I aanwiizou.
Daarmee ie natuurlijk niet gezegd,
dat de heer Gratama. ontevreden zou
zijn oyer de resultaten, die do eerste
oommjV/iio jn har© w.wkzaatnhoid vier
jaar lans heeft bereikt. Integendeel.
Mat bijzonder enthousiasme wijst hij
op wat bijvoorbeeld in Amsterdam is
vorkregen niet plan-Zuid. Ik heb al
vermeld, dat hij ingenomen was over
liet feit. dat de «igonbouwens thans
de medewerking zoeken van archit.-r-
ten bii het ontwerpen valt hun plan
nen. Welnu, bii liet zoogenaamde
plan-Zuid hebben 79 oigenbouwers
mei 16 architecten 2000 .woningen ge-
sticht.
Amsterdam neemt dan ook, de heer
Grftama vermeldt dit met groote n
rots, een zeer hoog© plaats in op
het gebied van stedenbouw. Geen en
kele a tod is zoover gegaan als Amster
dam. Amsterdam beeft den roem, dat
het talent van particulieren gebruikt
is voor de schoonheid van de stad,
dus niet door het gebaar van een
klein aantal ambtenaren tofsohoon
dat gemakkelijker zou zijn geweest)
maar van vrije, scheppend© architec
ten. Van hen moet immers in de
eerste plaats de kunst komen.
Zoo wordt de bouwkunde een on
derdeel van de geheel e cultuur, het
geheel is een succes voor de waardee-
rincr van de architectuur; toch is dezo
wijze va.n handelen en betrekkelijk
belangrijk ingrijpen in het particu
lier bezit, een vermindering van vrij
heid.
In liet buitenland wordt de Amster-
damecho architectuur hoog gewaar
deerd. VailJat spreekt in het dagblad
,.le Temps" zelfs van een renaissance
m de bouwkunst.
Van de algemeen© en Amsterdam-
sclie belangen kwam het gesprek van
zelf op wat voor mijn bezoek niet het
muist belangrijke washoe volgens
den heer Gratama een schoonheids
commissie voor Haarlem het best kan
worden samengesteld.
Hij adviseert voor onze stad de
stichting van een groote commissie,
bestaande uit architecten en leeken.
Maar alleen (en dit zei de hij met
grooteu nadruk) alleen bouwkundigen
jn in staat om te beoordeelen hoe
een gebouw er uit zal zien, waarvan
de commissie de teekenin-g onder de
oogen lieoft. Dit is eetn vermogen dat
architecten door hunne dagelijksclie
ervaring alleen bezitten „ik heb",
zoo zeicle hij „bittere ervaring op
gedaan. dat leeken niet in 6taat zijn,
op de teckening te zien. hoe een ge
bouw het doen zalalleen een archi
tect kan de drie verhoudingen zien
en beoordeelen kleur, perspectief,
m*<sa. verlichting."
De meerderheid van do commissie
mag nooit uit leeken bestaan, er be-
hooren evenveel architecten zitting in
to- hebben.
Men moet in de commissie perso
nen opnemen van verschil lende rich-
tin», dat v, il zeggen moderne, zoowel
als meer bezadigde, tot veririjglng
vim eeu goed gemiddelde.
Moeten in een Haarlemsche com
missie alleen Haarlemmers zitting
hebbenI In Amsterdam zijn alle'lo
den Amsterdammers, misschien is dat
in Haarlem dat kleiner is. minder
gemakkelijk omdat men elkaar daar
zoo goed kc-nt. Vier jaar lang zijn
in Amsterdam bij do Schoonheids-
commissie de teekeningon anoniem
ingediend en er zijn ontwerpen van
mannen met groote namen afgekeurd.
Beter i« het dus, personen te be
noemen in de Haarlemscho commis
sie, die geou Haarlemmers zijn, maar
een bezwaar daartegen is, dat dezen
niet altijd Haarlem ,.ti de omstreken
goed zuilen kennen. En dat is voor
een juiste beoordeeling toch nood
zakelijk.
Ik geloof, zonder overdrijving
mogen zeggen, dat dit vraaggesprel
voor do plannen in Haarlem 1ot
stichting van een Schoonheidscom
missie va» dc grootste heteekenis is.
Ziehier een man van groot* reputatie
op (bouwkundig gebied, die bij liet
moeilijk© werk van een dergelijke
commissie groote ondervinding heeft
opgedaan.
Vooral wat hij zegt over de eigen-
houwers is y.eer belangrijk. Ook in
Haarlem zal het groote verzet van
hen komen is het dan niet merk
waardig, dat zij in plan Zuid gewerkt
hebben onder het gezag van archi
tecten, die hun aangewezen werden
Er moot verandering koinen, ook
bij ons. Woningen zijn immers niet
enkel bergruimten van mcnechen, zij
moeten ook worden elementen van
schoonheid, als onderdeel van cultuur
en tot opvoeding van do menigte. Do
houwkunst is ccn kunst hoe zou
dan nog langer toegelaten kunnen
I worden, dat wie deze niet verstaan
daaraan hun onbevoegije handen
slaan
De organen der gemeente, de af-
deeling Publieke Werken, Bouw- en
Woningtoezicht, kunnen met hun
goeden wil, alléén niet het leeüjke
tegengaan, zij hebben steun en mede
werking noodig; ik heb wel vertrou
wen, dat wethouder Bruch, wiens
woord in den Raad invloed heeft,
ook op dit gebied, na de lezing van
wat de heer Gratama gezegd heeft,
do stichting der commissie zal helpen
bevorderen.
Ten slotte: de Amsterdamsche
commissie hoeft het recht van initia
tief. Ook hij ons in Haarlem worde
haar dit toegekend.
J. C. P.
TWEEDE KAMER
De nïeuwo sUaisinriefciing voor Neder-
Umdsch-lndie is dan toch aangenomen,
al bevredigde zij niemand, al heeft ook de
openbare behandeling eigenlijk niemand,
eigenlijk geen groep volledige voldoening
geschonken. Pu reehtsch© groepen zijn
iets tegemoet gekomen, en zullen daarom
er maar heel weinig voor gevoeld hebben
zich tegen dc nieuwe regeling blijvend te
verzetten. Zij werd dan ook aanvaard met
SO—19 stemmen. Tegen stemden de so
ciaal- en vrljz. democraten.
Na dk praeludium, waaraan de Veer Al
bania zijn mod «werking verleende met
«n „korte verklaring" de tegenstem
hem en zijn fractie aankondigend,
omdat naar bun gevoelen do ontwerpen
zeerste verslechterd waren, algeheel
niet overeenkwamen met dat, waarop In-
diö h.i. reoht kan doen gelden #:a het
praeludium, verdiepte de Kamer zich In
ten juridische znazerie. van vrijwel zui-1
ver-techaischen aard. Breed o beschouwin
gen zullen wij niet wijden aan de nieuws
regeling van de inrichting der coöpera
tieve vereeiiigitigen. Alleen letten op de
wijzigingen, die in de door de regeering
ingediende voorstellen, waarvan allen,
welke in nauw verband staan inei d«
coöperatieve gedachten natuurlijk hebben
kennis genccntn, zijn gébracht.
De Algemcene beschouwingen zijn van-
dnag van heel weinig belang geweest,
want de MINISTER VAN JUSTITIE hecrft
slechts opmerkingen gemaakt van, heel I
algemeen© strokïkag, omdat naar hij'
overwoog alle besproken onderwerpen
in den breedc bij de artikelen zouden
ter sprake komen.
Zoo geschiedde het ook, beier: zal het
ook geschieden. Want nog maar heel wei-
6 MAART
De nieuwe staatsinrichting van Indiê
Coöperatieve vereeniglngen Een
vroeg einde
r.ig ver is de Kamer gekomen met de ju
ridische kluif v&n het vastleggen der ge
dachten in wel geordenden wetsvorm.
Daarmede gaan gewoonlijk langdurige de-
balton over woorden en zinsneden ge
paard, die tenslotte alleen voor het niet-
Tweede-Kamer-lid belang hebben om het
uiteindelijke resultaat. Zóó langdurig en
zóó ingewikkeld zijn somtijds de debatten
dat gelijk hedenmiddag gebeurde de
president de verga/lering somtijds maar
sluit, omdat men over de juiste redactie
nog wel eens „een nachtje slapen" wil.
Dat geschiedde vandaag en daarom was
de vergadering merkwaardig ivroeg afge-
loopen bij een amendement AM ENT,
dewelke in de statuien eener coöperatieve
vcreeniging een regeling wilde opgenomen
zien, aangevende of en in hoeverre de
leden der vereeniging gebonden zijn. door
stat utcn-wijzigingeti, die ten gevolge heb
ben, dat de aansprakelijkheid wordt ver
hoogd of de in de statuten vastgelegde
verplichtingen worden verzwaard.
De cenige wijziging, die dan gistermid
dag werd aangebracht is die, we'Jke op
aanbeveling van den heer VAN RAPPARD
met ondersteuning van den heer VAN
SQHA.IK tot stand kwam, de cisch- vast
leggend, dat de naam eener coöperatieve
verceniging de aanwijzing moet bevatten
haar doel, hot woord „coöperatief" en
de aanduiding of de aansprakelijkheid ge
zamenlijk der loden voor de verbintenis
sen der vereenigk'g onbeperkt, beperkt
dan wel uitgesloten is. Voorts is vastge
legd, dat dezo soorten vsn aansprakelijk
heid aangeduid worden met de letter W.
A. (wettelijke aansprakelijkheid), G. W.
A. (gewijzigd wettelijke aansprakelijkheid
en U. A. (uitgesloten aansprakelijkheid).
van erisiswerfcoosheid kan gesproken
worden, een regeling der werkloos
heidsverzekering voor hem weinig aan
trekkelijkheid heeft.
In groot© lijnen heeft de heer POLAK
betoogd dat een vloot voor ons land
geld-weggooïen beteekent, omdat wij
toch niets kunnen uitrichten. Daar
tegenover kwam het standpunt van re
geering en van den heer VAN WAS-
SEiNAER CATWIJCK, dat de vloot
voor bet Indische eilandenrijk noodig
was en preventief heel goed werk zou
kunnen doen. De minister heeft nog
eens herhaald dat (hij en met hem do
regcering het wenschelyk vond, voor
dat tot een bepaling van wat Neder
land in de eerste jaren zou moeten bou
wen, afgewacht dient te worden wat er
van Volkenbondszijde aan het conci-
piëeren van een international© regeling
wordt gedaan.
Met den heer MENDELS en den
heer POLAK kwam nog een klein de
batje over het afbreken der betrekkin
gen met de Cambo, omdat de leden
daarvan in uniform het voorbijtrekken
van de salarisdemonstratïe in Den
Ilaag hadden aanschouwd. De heer
Mcndcls noemde dat afbreken onmensch
waardig en allerminst groothartig, de
minister vond dat noodig ter handha
ving van het gezag en de krijgstucht.
Dinsdag -wordt over „Marine*1 ge
stemd, „Arbeid" werd zonder hoofdelij
ke stemming aanvaard. De begxooting,
die i)u aan de beurt komt, is „Oor
log".
INTIMUS.
EERSTE KAMER
Vandaag heeft de Senaat dio nog al
voorspoedig door do afzonderlijke hoofd
stukken beenham:, „Arbeid" 'cn „Marine",
afgedaan.
„Arbeid" vroeg niet zooveel tijd als
verleden jaar. Wat voor een deel wel te
danken zal geweest zijn aan de afwezig
heid van twe© afgevaardigden, die mid
den in de sociale beweging staande, van-
eelive van opmerkingen vol zijn cn wel de
lieeron Sienhuia en Slotemaker de Bruine.
Over den woningbouw endewonirsg-
voarzicninff heeft het debat in be
langrijke mate van de zijde des minis
ters natuurlijk opnieuw moeten 'oo-
pen,. Do MINISTER legde cr tegen
over'den heer Wibaut nadruk op, dat de
uitvoering van de Woningwet ook een
financieel probleem insluit. Hij zette
uiteen, dat de bouwkosten in den
crisistijd heel hoog zijn opgeloopen,
waarop niet te zeer kon gelet worden
de nood was ook heel hoog. Intusschen
rijn dc kosten ook door verschillende
maatregelen van den bewindsman ge
daald cn is de productie van woningen
voldoendo opgevoerd Zou zij overal vol
doende opgevoerd zijn, zouden we wil
len vragen.
Over do betcckenis van de Woning
wet was verschil vnn meening. Voor den
minister laat dc Woningwet den voor
rang aan het particulier initiatief, ter
wijl de Staat slechts aanvullend op
treedt, wanneer de nood zich doet ge
voelen. De bedoeling is nooit geweest
aldus dc minister dat, als de nood
niet dwingt de overheid in de woning-
Karakterbeelden uit het
Lome van den lateren tijd.
Van Theodoor Birt (ver
taald *n bewerkt door Dr.
N J. Singels). Zutphcn
Thicme Co.
Twee kloeke, keurige dcelen van te
zamen ruim vijfhonderd bladzijden,
liggen voor on*. Wie leest cr tegen
woordig nog een «enigszins omvang
rijk werk over de Romeinschc geschie
denis? Men Is zco licht geneigd die
vraag te stellen, als men links
recht» de veie klachten hoort opgaan
over de weinige serieus© liefde voor
goede lectuur. I? het daarme© wel in
derdaad zoo weinig gunstig gesteld!
Als van een boek als Huizinga's Herfst
tij der middeleeuwen binnen korten
tijd een herdruk nöodig blijkt, van
•Van Leeuwen''s romcinscho schrijvers
en Leopold's Leerschool der Spade
loonende uitgaaf mogelijk is, in onzen
toch immer in aantal beperkten lezers
kring. wel dan lijkt het toch nog
niet zoo slim met dat gebrek aan
waardeering gelegen. Al ziet. wie veel
rchït. zijn re sgenooten meest met Nick
Carters, Raffle-? of het Geïllustreerd
Stuiversblad behept, ©n schijnt
voor een nieuw blaadje als Dc Lach
alweer voldoendo afzet voorhanden,
ook voor het betere is nog wel ruimte
r-n belangstelling aanwezig. Ook deze
boeken van Birt bewijzen het, want
zij werden voorafgegaan door een an
der even kloek deel van denzelfdon
schrijver en wij behoeven niet aan t©
nemen dat eenig uitgever zulk oen
uitgaaf op het getouw zet, zoo een mis
lukking van te voren als het ware wis
kunstig zeker is. Gelukkig, voor hem
tv. voor ons. Want voor wie van se
rieus© lectuur gediend is, zijn deze
werken van den Marburgschen gcschie-
denisprofessor een uitmuntende aan
winst Men moet al buitengewoon goed
in de materie doorkneed zijn om **ne
Etof als deze: <1* geschiedenis van het
Romeinscbe rijk n a do bloeiperiode
cn tot den ondergang, in een aantal
portretten cn bedden zoodanig voor te
stëlïèn dat de aandacht van den g:
lezer, den met-historicus, voort
durend geboeid wordt, de tijd voor
hem gaat leven cn de bijzondere per-
fonen zoowol ais do geestelijke stroo-
mingen van dien tijd voor hem bctee-
kems gaan krijgen. Theodoor Birt
behoort ongetwijfeld tot die bevoor
rechte geleerden, wier enorme feiten
kennis cn detail-wetenschap geen be
zwaar opleveren om, samenvattend,
een gemakkelijk t* begrijpen beeld lc
ontwerpen, vol kleur en teekenlug,
van c*n periode, waarvan do meeste
lezers een vrij vaag begrip zuilen be
zitten. En de Ilollandsche bewerking is
van dien aard dat zo do goede eigen
schappen van het oorspronkelijke cn
wetenschappelijke werk allo recht laat.
wedervaren en het bovendien een kleed
aantrekt waardoor dit mooie book bij-
als een product, van Ilollandsche
geleerdheid en kennis zich voordoet.
Hetgeen beduidt dat de vertaling of
bewerking liever, uitstekend is.
Het Rome uit den vervaltijd ia
immer nog rijk aan belangwekkende
figuren, dc periode, als inleidend
spel tot de Middeleeuwen rijk aan
indrukwekkende elementen. Heeft
een Juliaan de Afvallige in dc ne
gentiend© eeuwsche litteratuur niet
een Felix Dahn zoogoed als een
Henrik Ihsen bezit: gehouden? Maar
de dichter van Keizer en Gallilcër
mag zijn held dingen laten zeggen,
die hij nimmer gezegd heeft; zijn
drama wordt er niet minder om
Poch de historicus gaat anders te
werk. Deze vermeerdert zoo moge
lijk zijno bronnen cn gegevens en
komt, door onderling vergnlijk en
schifting tot een beeld. voor
zoover dat immer mogelijk blijven
zal. historisch juist cn zonder roman
tiek daar slaat F.n welk een beeld!
Of is het door den geschiedvorscher
eetcekende beeld. met. ja ondanks
zijn onbetwist historisch© juistheid,
niet al roman genoeg, vaak'
Zooals Birt ons dezen Julianus-
Apoetata voor oogen voert, met zijd
ideeën, di© als uit onze eigen dagen
eerst geboren schiinen en toch al
t.nder half duizend jaar oud zijr<!
Wist ge dat deze Juliaan eigenlijk
de eerste Zionist geweest is cn ir
sociale wetgeving onzen tiid princi-
i piecJ ver vooruit? Dat het tegen-
Arbeid en Marine
productie zal voorzien. Het particulier
initiatief heeft allereerst ie zorgen voor
dc nationale productie. In de tweede
plaats zag cc minister als doel der Wo
ningwet do hand te reiken aan u-at
incn noemt de sociaal-achterlijken
voor hen moet gebouwd worden ine;
steun van dc overheid.
Ten slotte heeft dc minister nog uit
eengezet als 2ijn meening, dat overheids-
bouw veel duurder is dan particuliere
"bouw.
Dr, FRANSSEN heeft betoogd, dat
tlo invoering van dc 55-urige werk
week voor verpleegsters praclische
moeilijkheden, nadeden voor de pa
tiënten zal medebrengen.
Dc MINISTER heeft de 55-urige
werkweek hoog gehouden, als uitnemend
toe te passen, zich daarbij beroepende
op het oordcel van Dr. Kuypcr, direc
teur van het WUhelmiaagasthuis te
Amsterdam.
De heer DE VEER nog drong aan op
het nemen van maatregelen tot bezuini
ging bij dc Kamers van Koophandel-
De minister zal dit gaarne overwegen.
Do heer POLAK die ook bij Ma
rine aan het woord was vroeg den
minister de wetenschappelijke leden van
den Hoogcn Raad vaA Arbeid te doen
benoemen half om half door werkgevers
cn werknemers.
De MINISTER was er niet voor te
vinden de wetenschap moet boven de
belangengroepen verheven staan.
Ten slotte nog de medAdeeling, dat
de heer Aafeerse in dezen tijd, nu nog
Rechtszaken
VERDUISTERINGEN DOOR EEN
BELASTING AMBTENAAR.
Op 15 November 1.1. heeft voor de
Vierde Kamer der Rechtbank te Am
sterdam terecht gestaan de 37-jarige J.
A. E. wegens verduisteringen tot een"
totaal bedrag van 54.944-71 1/2, door
hem in het tijdvak 1 Mei 1922 en 1 Mei
1924 van of namens belastingschuldi
gen ontvangen. De Rechtbank ver
klaarde beklaagde op 27 November
schuldig aan het als ambtenaar geld,
dai bij onder zich heefr, opzettelijk ver
duisteren, daarbij gebruik makende van.
de gelegenheid hem door zijn ambt ge
schonken, meermalen gepleegd, en ver-'
oordeelde hem tot vijf jaren gevange
nisstraü. Het O. M. had drie jaren ge
vangenisstraf geëischt.
Tegen dit vonnis teekende de veroor
deelde hooger beroep aan. En het Ge
rechtshof behandelde thans de zaak.
Getuigen werden niet gehoord.
De advocaat-generaal, mr. dr. Van
Geuns, noemde deze zaak in zijn requi-
§jto:r eenig in dc annalen van het
ambtsmisdrijf. Beki. was 25 jaar als
ambtenaar werkzaam en hij had een
groote verantwoordelijkheid, ook als
vader van zes kinderen. Dé bekl. leidde
een lichtzinnig, dobbelend leven en
smeet met het geld. Soms verloor hij op
een avoqd ƒ4000, dan weer won hij
op c*n anderen avond 3200.
Bekl.'s levensinzicht is jnlusschen
veranderd en spr. wil hem nu eenigs-
zins tegemoet komen bij de straf van
vijf jaar. Om bekl.'s toekomst niet ge
heel hopeloos tc maken en rekening
houdende met zijn betere stemming,
cischte spr. bevestiging van het vonnis
met vermindering van de opgelegde ge
vangenisstraf tot vier jaar.
Mr. F. Pauwels trad als verdediger
op.
Uitspraak "19 Maart a-s.
Pracht sorteering. Zie de Etalages
MAG. „DE KROON"
KLEINE HOUTSTR.12-14
bond al in dezen Juliaan's hersens1
was tot formatie gekomotl. En 1® zijn
levensloop niet verrassender. niet
rijker aan schakeering dan dio van.
•noem hijvoorbeeld Napoleon, welke
toch evenmin van romantiek ontbloot
waa. Birt vertelt dien aJs een af
gesloten vc-rhaal, prachtig en boeiend
ca zonder ons ermee lastig te
vallen, aan het slot en bescheiden
vermeldt hij de historische bronnen
geeft hij* van alle», wat hij vert*i
de historische verantwoording. En
zoo vindt go telkens wat we voor
vinding van eigen t,ijd hielden, kou-'
tig bewezen terug in do maatschap
pij van do vierde eeuw. Hamsteren,
prijsopdrijving, prijsregeling door
lo overheid, verdwijnen van het ar
tikel uit het verkeer't zijn heusch
geen nieuwtjes die wij in de oor
logsjaren van onze eeuw geleerd
hebben.
Wij grijpen een ander hoofdstuk
aan, van dit boeiende boek: na de
portretschet-s van den wijsgeerigen
woroldheorscher, dio van drie kerk
vorsten. F.n van hen staren wij het
langst op die van Angustinus. wiens
geschriften nog voortbestaan
wiens invloed no» voortduurt tot
in onze dagen. IIoo helder en vlot
is deze portreischets getoekend. Hoe
.weet de geleerde edhrijver al zijn
figuren tot ons te brengen, zóó dat
ze ons gemeenzaam en begrijpelijk
worden en niet meer als abstracte
wezens in oen ver verschiet onzer
gedachten wereld omdwalen: zie. dit
lijken mij zoo groot* verdiensten van
en in den goeden zin populair c*-
inaakten wetensdhappclijken arbeid
dat ik Bit's karakterbeelden met
plezier als lectuur kan aanraden aan
uilen die zich voor het gecsteslezcn
van veertien eeuwen geleden interes
seren en er over wcnschen voorge
licht te worden.
Hoe hel Bloseemde. Door
D. Th. Jaarsma.
Rotterdam. Nijgb en van
Ditmar.
Jaarsma behoort tot do auteurs
van vandaag, wier arbeid met be
langstellend respect .gevolgd wordt
woordige instituut van den Volkeren door schrijvers en lezers beiden. Een
groot opgezette cyclus van romans
dio een stork persoonlijken stempel
dragen is nog bezig te verschijnen,
cn trok do aandacht. Ook in „Hoe
het bloesemde", dat geheel in do
eerste persoon geschreven werd, ver
moedt men vaak eigen levensbeechrij
vingsmomenten, zij het dan voor de
gelegenheid gecamoufleerd. Het is
„eenc vertelling van liefde". Zonder
nevengedachte, zooals de schrijver
zo ons voorstelt in een introductie,
die, hoe kort ook. toch nog t© zwaar
is voor de draagkracht van het vol
gende verhalencomplex.
„Waar zijn vraagt hij do
ingangen, waar de uitgangen des le
vens? Wij tasten. En indien ons ge
openbaard werd: hoe zullen wij doen
kennen? Hoe ons uiton? Hoe anders
dan zonder bedoeling, gelijk. niet
waar? het leven- zelf. Dit is een
verhaal van liefde. Zonder nevenge
dachte".
Als het nu ifiisschien niet direct
voor iedereen kiaarhelder is wat de
schrijver in die paar regels zeggen
wil, moet men er zich .toch niet
door laten terughouden om de lec
tuur voort te zetten: het is bost
mogelijk dot de schrijver dat voor
het belangrijkste van zijn geheelo
boek. en den lezer die niet onmid
dellijk bcprijpend meek nikt, voor
oen uilskuiken houdt. Men kan dat
dankbaar riskeeren omdat diezelfde
rogels al ©enigszins den sfeer ons
doeu kennen, waarin een schrijver
als Jaarsma zich thuis voelt.
Maar na die, voor onzen smaak
althans ietwat to gewichtig doende
proloog komen prachtige dingen
misschien do prachtigst© van liet
boek. Al op do derde pagina begint
het: hij vertelt van zijn jeugd, zijn
ouders, zijn Friesche land, zijn va-
canties. in den hooitijd op de boer
derij zijner familie. Dat is verruk
kelijk, van hartelijke genegenheid
voor het doorleefde, het is helder
van observatie,open en wijd als het
Friesche land. Dit stuk is de ver-
trouwengevende inleiding op wat vol
gen gaat: in hoofdstukken ingedeeld
als de poeders in het doosje van den
apotheker,de verschillende „houdin
gen" dio in het leven zijn deel zul
len worden tegenover do vrouw; hel
jonge schoolmeisje eerst, dc studente
en de dochter der hospita, later, de
nichten nog weer wat verder, daar
na de echtgcnoote tot die ziek wördt
en sterft, eu als ietwat zielige apo
theose aan het slot de genegen
heid voor Chrisje, de huishoudster.
Go zult begrijpen dat hier het
autobiographische. dat in dit boek
verholen mocht zijn, reeds lang heeft
opgehouden: de friscliheid van de
Jeugdherinnering is in dit einde wel
tamelijk tot nul gereduceerd. Een
relaas van liefden is dit boek wel
zeker. Of de held ervan ook werke
lijk voel hce/t liefgehad? Is hij er,
niet meer, in dit boek. de vernufti
ge prater over, dan do drager er
van. Hoe het zij, men leze Jaars
ma's boek cn controleere eigen aan
doening bij dc lectuur. Hij is dat
waard ert belangwekkend, misschien
ook als symptoom van een tegen
woordig weer opgeld doend levens
inzicht vol redeneerende ethiek, waar
ivnn echter vele, meer eenvoudig
aangelegde naturen niet terug heb
ben, omdat ze er dikwijls stüle zelf
verheerlijking en onvruchtbaren
hartstocht in meenen te zien. Maar
dut heeft per slot weer met de kunst
waarde van oen werk niet 1© ma
ken.
Een kunstenaar is Jaarsma Onge
twijfeld. Zijn beschrijvingen roem
den wij reeds zijn beelden van figu
ren is vast en stellig, zijn taal, als
wij oen aantal gaarne door hem ge
bruikte Germanismen uitzonderen,
boeiend en treffend.
Tot de litteraire kunst van ons
land behoort zijn arbeid stellig; of
men er zich too aangetrokken ge
voelt of niet zal per slot van reke
ning van eigen levensbegrip afhan
gen. Doch zulks mag hier v<
buiten bespreking blijven.
Louis Couperus. Het snoer
der Ontferming cn Japan
sche Legenden.
Rotterdam Nïjgh en Van
Ditmar.
Deze verzameling prachtig© schet
sen men kent die bezigheid van
Couperus uit periodieken als de
Haagschó Post vormen een kost
baar slot op de reeks kunstwerken
door den grooten schrijver aan de
Xederlandsch© litteratuur toege
voegd. Al zijn eigenschappen van
wonderlijk knap hanteerder der ge
schreven taal, van schitterend aes-
theet, komen er tot hun recht. Cou
penis houdt ons bij liet kleinste
schetsje in den ban zijner bijzonder
heid.
Het is bij zijn dood herhaaldelijk
gezegd geworden, hoe dat bijzonder©
dat buitengewone: van de taaL als
ciseleur, ais goudsmid to kunnen be
handelen en er de fraaiste vormen
uit te voorschijn te roepen in woord
koppeling en zinswending, hoe dat
alles steeds door Couperus gekweekt
cn verzorgd is, hoe zeer hij zijn
schrijvers „handwerk" lief had.
Wilt ge hier een paar schoon© staal
tjes van zien, lees dan aandachtig
wanneer hij een aantal prenten van
Japansche kunstenaars als Öutomaro
of Hokusai beschrijft. Niet alleen dat
ge die bladen meent voor U te zien,
doch de voorstelling krijgt onder zijn
beschrijving een gansch andere sfeer
dan ge er tot nu toe in vermoed hebt:
zij worden inderdaad getranspo
neerd in een andere kunstsoort. En
van baast iedere pagina valt te ge
nieten om de bijzondere zorg waar
mee de woorden gerangschikt, de
gedachten in die woorden zijn uit
gedrukt. Nu zoo veel sloïdigs ied*-
ren dag geschreven en gedrukt wordt
zal de lectuur van Couperus altijd
zijn als een reinigend bad na een
wandeling langs stoffige wegen. En
om het laatste hoek van Coupenis
gaaf te kunnen bewaren, hebben de
uitgevers het in een eenvoudig- zui
ver kleed gestoken, het, roomkleurig
perkamenten omslag om den breed
gedrukton tekst op mooi solide panier
alles werkt1 mee om het kleinood in
passend 'foudraal te presenteeren.
Een der mooiste boeken van onze
leestafel.
7 Jan. 1925.
J. H. DE BOIS.