HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
FLITSEN
DE WENTELTRAP
DONDERDAG 19 MAART 1925 TWEEDE BLAD
No. 3440
De windhandel in Tulpen
Nu do blocMjicntontooristelling de be
langrijkste gtroeurtcnis in deze om
geving uitmaakt, is het- misschien dc
tijd eens iets tc vertellen over den
wimihandel in tulpen, die omstreeks
1634 of 1630 ontstaan, spoedig tot zijn
hoogtepunt geklommen is, om natuur
lijk even snel weer neer te storten,
tot groote schade van dc meesten die
er aan hebben meegedaan. Als wij
ona alleen main- voorstellen, dat in
die dagen voor simpele tulpenbollen
kolossale prijzen gegeven zijn. dan
is dat totaal onverklaarbaar, anders
dan als een vorm van tijdclijken waan-
zin. Zoo geheel bodemloos is evenwel
de beweging niet geweest en daar het
billijk is. zelfs bij dc klaarblijkelijke
dwaasheden van dc menschen naar
een redelijken oorsprong te zoeken,
moet in de eerste plaats herinnerd
worden aan het feit. dat in dien tijd
de groote Oostersche prnchtbloern,
de tulp, bij de liefhebbers- gewoonlijk
rijke, lieden, in Nederland niet inleen,
maar ook in Duitsehland, Frankrijk en
Italië zeer gewild was. Daardoor
werden nieuwe en mooie soorten duur,
„zooals in onzen tijd oude meubelen
t-n allerlei huisraad", zegt Dr. llildc-
brand- aan wiens uitvoerige mede-
deeüiigeu hier em en ander wordt
ontleend. Hooge prijzen die voor een
tulpenbol betaald werden zijn dus vol
strekt geen teeken voor de latere
zwendelperiode. Er is een mededec-
ling uil dien tijd van zuivere liefde
voor do bloem zelf, dat voor tien bol
len een prijs van twaalfduizend gulden
geweigerd werd. In April van het
jaar 1825 rnoet 3Ü00 geboden zijn
voor twee bollen, maar dc eigenaar
wees het bod af. omdat het- te gering
was. daar hij alleen de bollen bezat.
De geschiedschrijver Wa.-sonaar noemt
als een van deze echte tulpenlief
hebbers. don bekenden Adriaau Pauw,
pensionaris van de stad Amsterdam,
op zijn buitengoed ie Heemstede. ..Ik
heb daar", zoo schrijft hij- ,-ec-n tuin
met verschillende tulpen gezich met
een kabinet in het midden, dat aan
alle kanten spiegels had, zoodat het
beeld van nl deze bloemen daarin
zoo sierlijk weerkaatst werd. alsof het
een koninklijk verblijf was."
Een van de 'mooiste tulpen moet
destijds de S e m p e r A u g u s t u s
geweest zijn. Een bol daarvan werd
voor duizend gulden verkocht- tot
groot verdriet van den eigenaar, daar
deze bij het opnemen twee zijbollen
er aan ontdekte, zoodat hij er tv.ee
duizend gulden bij inschoot.
Te Parijs kwam dc tulp in denzclf-
den tijd zeer in de mode, dames
kregen die van hare vereerders ten
geschenke en pronkten met de duur
ste. Ook dit gaf aanleiding tot uitbrei
ding van dc cultuur en veel bedrijfs
kapitaal was daarvoor niet noodig de
tulpen werden uit za.-.o gewonnen en
in een tuintje gekweekt. Het gehcolc
bedrijf was op wederzijdwh vertrou
wen gegrond daar het niet- te contro
leren «as en men den gekochtcn bol
voortbrengen en
roegere
;hcid
et van bcdro;
het slecht uil
dat de bolle,
-den to. hui
inden tc
Het zou we' een wonder f^w-rp»t
zijn. wanneer zulk een gemakkelijk en
voordeelig bedrijf geen succes gevon
den had bij menseben. die epoedig
rijk wilden worden. Sommigen vei-
kochten, om zich op de hollcncultuur
te kunnen toeleggen, daarvoor hun
zaakje hun gereedschap of namen bui
tensporige hypotheek op hun huizen,
denkende dat met de winsten alles
weer in orde komen zou. Zoo
begon de sjwcxilatieperiode en daar
mee was de kiein tot den zwendel ge
legd. Sautvn Kluit, die vee! over dc
historie van den tulpenwindhandel
geschreven heeft, vertelt dat nog in
het begin van deze eeuw- b*j d< «t.id
Haarlem een aantal kleine tuintjes
uit deze periode overgebleven zijn.
fn het begin heeft men zijn bollen
zeker in den tijd verhandeld, dat zij
leverbaar waren, van einde Juni nf
dat zij uit den grond genomen wor
den. tot September dat zii weer
moesten worden ingeplant. Daarna
zullen zich allengs de zaken uitge
strekt hebben over het gchecle jaar
en afgesloten zijn tot levering in den
zomertijd. Al naar gelang van de
vraag ontstonden verschillen in de
prijzen, j-eldspeculnntcn maakten zich
van den tulpenhandel meestor als een
geschikte basis voor hun doel cn daar
mee raakten do bloembollen op den
achtergrond en ontaardde do zaak
in zuiver beursspel.
In het begin zijn zeker de bollen.
,die toch ieder jaar maar één bloem
opleveren konden, per stuk verkoent,
maar naderhand werd per gewicht
verkocht, wat verschillende voordee-
len had. Zoo kwam het, dat ook de
minder gewaardeerde soorten aan de
prijsverhooging deelnamen. Men
noemde dat „pontgoedt" en daar ie
dereen heb gemakkelijk krijgen kon,
was er voor velen gelegenheid zicii in
de speculatie te begeven, zpndor zich
veel zorg te maken over' den leve
ringstermijn. Zoo ontwikkelde zich
een volledige organisatie van tulpen-
zaken op de manier van een beurs.
Er ontstonden colleges, die vergader
lokalen in de herbergen hadden, daar
hunne, samenkomsten (comparities)
hielden, hunne bepaalde gebruiken
voor koop en verkoop vaststelden eu
velschillen verrekenden. De beken
de historicus Schrevelius zegt daar
over: ijdeze kooplieden namen da
gelijks in aantal zoo toe, dut één
herberg niet voldoende waszij kwa
men uit alle kwartieren samen, zoo-
dat vele colleges en comparities ge
houden werden en wel tot voldoening
der herbergiers, opdat de handel
block-ti zou. Men zat daar op hooge
stoelen als raodshccren. die over koop
cn verkoop van bloemenwaren te wa
ken hadden, op hunne manier wetten
gaven en die naar goedvinden weder
introkken
Uitvoerig wordt beschreven, hoe
koop cn verkoop in het werk gingeD.
Er waren twee methoden: .,rnet de
schijven ofte borden-' cn „in het ootje"
bij welke lautstc manier oen cijfer
dat gebodeu was, gezet werd in ecu
cirkel. Het zou mij tc ver Voeren, dit
uitvoerig tc beschrijven. Hierover
worden vele bijzonderheden meege
deeld in de zoogenaamde samenspra
ken tusschen „Gaorgoedfc" en ,-Waer-
niondt", voorstellende twee wevers,
die met elkaar over den tulpenhandel
van gedachten wisselen. Deze samen
spraken zijn gedrukt en herdrukt en
met verschillende spotprenten op
den geheelen windhandel als merk
waardige herinneringen aan dezen tijd
overgebleven.
Blijkbaar werd cr ook op allerlei
wijze geknoeid in deze bedorven spe
culatie-atmosfeer. Scbrevolius deelt
mee. dat er bedriegers opgetreden
zijn, die aL spionnen dagelijks onder
tie menschen verkeerden, in de col-
legiën rondgingen om te hooren wat
tiaar voorviel cn den prijzen in den
bloemenhandel mnuktcn. Er zijn er
geweest die uitgezonden waren en
zich hielden alsof zij cr niets van be
grepen. maar nauwkeurig letten op
alles wat cr gesproken werd cn ge
beurde. Sommigen wisten zich sluw
cn arglistig in het vertrouwen van de
bloemisten te dringeb, zoadat dezen
aan bedrog niet dachten zij wisten
dezen handel uit tc breiden on, te
vergrooten en dreven de prijzen van
tie bloemen ongeloofelijk omhoog.
Uierdoor werden beginnende ca on-
ficocfcndc bloemisten gedreven tot
bramlcade begeerte naar dc bloe
men. als mmsnhen die niet goed' bij
bun verstand waren.
De betalingsvoorwaarden zijn in
r-vcrcenstenuiiing met de veranderin
gen in het- L< drijf gewijzigd. Soms
geschiedden ze in baar geld. vaak ook
in andere zaken, tarwe, togge, koeien,
schapen, bier. wijn en2. Öbk wel ge
deeltelijk in meubelen. Er werden ook
wel premiezaken gedanu, aldus, dat
een koop vaststaan zon- wanneer bin
nen den tijd van zee maanden* geen
daling in den prijs on stond kwam
die wel. dan ging do koop niet door
en kreeg de verkoopcr 10 procent
rouwkoop.
Dat het rccbtetrecksohc bedrog dicht
voor dc hand Lag, blijkt wol uit een
van dc samenspraken waarin Gaer-
goedt tot zijn vrouw Chmtijntje zegt.
nadat hij het bericht gekregen, heeft
van de plotselinge daling in u! de prij
zen van dc tulpen„och vrouw, trek
het je maar niet aan. het zal zoo erg
niet worden ik heb goede hoop. dat
cr vanmiddag iemand komen zal,
dien ik probceren zal een goede
partij aan te smeren, ik moet mij
wat van de waar ontdoen, daar ik nog
te veel bij mij heb. I)ie weet cr ook
niets van cn hoewel het een goede
Tiend eti een oude bekende is, moot
toch ieder uit zijn oogen zien, wan-
r de zaken zóó gaan dat liet be
ter is iemand anders verdriet tc zien.
■J.-iri zijn eigen." Hierop antwoordt
C'hrisiijntjo..het zou goed zijn. als
gij hem van het pondgocd wat kondt
aansmeren".
Tamelijk onverwacht trad in Fe-
1637 de catastrophe, bij dezen
brui
hollen handel Id. Misschien, zegt Uil-
debrand, ontstond zij daardoor, dat
menige rijke bloemenliefhebber, in
wie de tulpenhandel toch zijn eenige,
betrouwbare basis had, afkeerig werd
van den loop der dingen en zich ont
trok, misschien ook wel groote par
tijen bollen tradlitte te verkoopen.
Daaruit ontstond een paniek. De ei
genaars zochten hun voorraad nog zoo
veel mogelijk van de hand te doen,
maar de kooplust was weg en de prij
zen daalden dientengevolge snel.
Wel beproefden de bloemisten onder
elkander, door de tot al te hooge
prijzen afgesloten koopen te annulc-e-
ren. een eenigszins normalen toe
stand terug te krijgen, maar vergeefs
de paniek was eenmaal begonnen en
niet weer te verbannen.
Er weiden vertegenwoordigers be
noemd uit de steden Haarlem, Delft,
Gouda, Utrecht, Alkmaar, Leiden,
Rotterdam, die te Amsterdam bijeen
kwamen en aan wier besluiten bij
'meerderheid van stemmen de bloemis
ten uit Vianen, Hoorn, Enkhuizen en
Hedembük verklaarden zich te willen
onderwerpen alleen die van Amster
dam weigerden. Deze vergadering be
sloot, dat- alle tulpeü2aken die tot
ultimo November 1636 waren afgeslo
ten, moesten worden nagekomen en
uitgevoerdde latere zouden evenwel
afgedaan zijn met betuling door den
kooper van tien' procent.
Maar ook dat bleek onmogelijk te
zijn, ieder wees op dc anderen en zei:
als zij betalen, zal ik ook betalen.
Niemand wist er meer uit te komen
en zoo verzocht men de gemeentebe
sturen om hulp. Er volgt een langdu
rige- ge d ach te n w isse ling tusschen de
verschillende autoriteiten, maar ten-
lotte zijn dc maatregelen in het zand
geloopen onder veel kapitaalsver
schuiving en tot schade van onvermo
gende speculanten. Velen die den han
del geheel wilden laten varen hebben
met partijen overeenkomsten gemaakt
en van vijf tot tien procent, sotns
meer, betaald. Naderhand heeft ook
het stadsbestuur tot gemoedelijke op
lossing van verschillende quaesties
bijgedragen.
Wanneer de tulpen windhandel, die
biermede dus ten einde was- feitelijk
begonnen is. staat niet vast: de een
meent in 1636. de ander in 1634. Dit
is zeker, dat na den afloop de eebte
liefhebberij in tulpen nog niet- ver
dwenen washet blijkt dat weinige
weken na de catastrophe voor een
tulp nog 50 betaald is weliswaar had
deze gedurende den windhandel
5000 gegolden!
J. C. P.
Vervolg Stadsnieuws
Karei de Jong vijftig jaar
Zondag a s.
22 Maart, zal
iemand, wiens
naam in den
laatsten tijd
herhaalde ma
len in ons blucj
onder mu/liclj-
ernieken te Jë-
zen staat, de
lieer Ka-rel de
Jong. den vijf-
tig jarigen leef
tijd bereiken,
de schrijver van geestige,
degelijk-; en ze r deskundige, critie-
ken is de heer Do Jong onzen lezers
hoofdzakelijk bekend, maar de n
zickcritiek is toch zijn voornaam—.
arbeid niet: lui is loeraai' ao.ii het
Conservatorium eu de Muziekschool
avn ..Toonkunst" fe Amsterdam cn
aan do Muziekschool van Toonkunst
alhier,
Sedert 101? woont de heer De
Jong te Haarlem. Hij geeft nog zee
veel particuliere lossen on heeft dus
tot spijt van velen geen tijd
meer om, zooais hij vroeger vaak
placht lo doen, eigen piano-avonden
te gcvni of als pianist op te treden
met medewerking van dc orkesten
van Mengelberg,Hutïchenniyter, Van
Anrooy. L)r. Kunwald, Van Giise en
anderen.
Do h>vr De was oorsprpn-
keliY,.; niet voor een muzikale loop
baan bestemd. Zijn vilder was muziek
onderwijzer en vroeger ook kapel
meester, te Middelburg en voelde er
niet veel voor, dnl zijn zoon zijn
voet stappen zou drukken. Zoo kwam
Karei de Jong9 op elfjarigen leeftijd
op hel gymnasium te Middelburg,
zonder dal hem nog een bepaald*-
richting van studie vóórstond. Toen
hij z,.-ventten jaar was. had hij het
einddiploma A in d« n zak. Later deed
hij ook liet aanvullingsexamen voor
IJ.
Intusschen had hü- veel piano ge-
etudetrd, onder leiding vuu zijn wi
der cn van den onlangs overleden
Henri Vink, te Dordrecht, en in 1893
reeds, dus ongeveer een jaar na het
verlaten van het gymnasium, he-
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 249
NIEUWE SCHOENEN.
Vader heeft nieu
we schoenen ge
kocht en verlaat
den wankel met
het oude paar on
der zijn arm
kijkt zijdelings in
een winkelraam
.en komt tot de
conclusie dat ze et-
voor den prijs nog
niet zoo slecht
uitzien
vraagt zich af of
iedereen werkelijk
naar zijn schoe
nen kijkt ol
verbeeldt hij het
zich maar
maakt zijn passen!
wat korter ze
zitten nu toch
niet zoo gemakke
lijk als toen hij
ze in den winkel
paste
blijft voor een
winkel staan om
zijn voeten wat
rust te geven en
werkt met zijn
teen om het wat
gemakkelijker te
maken
ontdekt dat dit
de zaak eer verer
gerd heeft en
heeft er spijt van
dat hij zich die
kleinere maat
ii*eeft lalen aan
praten
wacht hij "t trot
toir tot er geen
voertuig In de
buurt is, want
met die schoenen
zou hij nergens
aan kunnen ont
snappen
hinkt verder en
telt de huizen die
nog komen moe
ten voor hij zijn
eigen heeft be
reikt en zijn oude
schoenen weer
kan aantrekken.
(Nadruk verboden)
haalde hij de twee toen pon ge
scheiden diploma's van de Maat-
schi ppij voor Toonkunst voor piano
cn piano-onderwijs, beide met den
hoogsten graad.
Daarna bleef de heer De Joiio- nog
oen jaar te (Middelburg; vervolgens
ging hii te Utrecht studeeren, eerst
in de pharmacic, later in dc plant
en dierkunde, in welke beide vakken
hij het candidaate-examen aflegde.
Inmiddels was hij ook al in
1895 te Utrecht als pianist opge
treden met Hutsehenruyter's orkest.
In 1899 leek het, dat er van een
muzikale loopbaan niets meer zon
komen. De heer De Jong werd toen
benoemd tot leeraar in de plant- en
dierkunde aan de H.B.S. en het
Gymnasium te Sneck. Maar het leer-
aarschap scheen toch niet op den
duur voor hem weggelegd te zijn: de
muziek bleef trekken. In 1901 kwam.
er op zekeren dag een telegram met
betaald antwoord van den adminis
trateur van het Concertgebouw' te
Amsterdam, met her- verzoek of de
'neer De Jong daar wilde, komen spe
len met Mengelberg. Niettegenstaan
de er maar rijf dagc-n van voorbe
reiding waren, seinde Dc Jong on
middellijk dapper terug: ..Ja". En
zijn moed werd beloond.
Hij kreeg uitstekende critieken: de
critici waren algemeen van oordeel
dat De Jong's leven vertier langs de
Paden der muziek en lancs geen an
dere wegen behoorde te loonen.
Na 1901 vroeg en verkreeg de lieer
De -Tong ontging uit ziin betrekking
te Sn eek (het onderwij s-geven trok
hem ook niet bijzonder aan) en ging
hij weer naar Utrecht terug. Hij stu
deerde eerst nog eenicen tijd verder
aan de Universiteit maar spoedig
werd het besluit genomen. dat hij
zich geheel aan de muziek zou wij
den.
Mengelberg beval hem warm aan
bij den beroemden Busoni te Berlijn,
'die verleden jaar overleden is) en
onder diens leiding studeerde hij
door, geruimen tijd.
Na afloop van zijn studiën te Ber
lijn vestigde de heer De Jong zich in
1907 te Amsterdam- Hii speelde, zoo
als gezegd, op verschillende concer
ten en on eigen avonden (o.a. ook in
1914 in do Salie Malakoff te i'arijs).
In 1909 volgde ziin benoeming aan
de genoemde Amsterdamsche Muziek
school en in 1914 die aan de Muziek
school van Toonkunst alhifer.
Tn 1917 vestigde de heer De Jong
zich te Haarlem.
ALLIANCE FRANpAISE.
Welk ce.11 bekoring ging er nit van
dezen eenvoudigen Normandiër uit
Honfleur, den Franschen schilder Léon
I.e Clerc, die daar zoo prettig en ge-
moedelijk over ,-La vicille chanson
Normande" stond te kouten!
Hij zou gpen Franechman zijn ge
weest, als hij ons niet. ter inleiding
van zijn voordracht, had gesproken
over de schoonheid van ons land en ons
niet had -gecomplimenteerd over de
meesterwerken van onze Hollandsche
schilders. I11 't bijzonder noemde dc
beer Le Clerc Jongkind, die in 1862 en
1865 te Honfleur heeft gewerkt en van
wieu hij een groot bewonderaar is.
Wij vreeeden daarna een oogenblik,
dat dc conférencier zich zou gaan ver
liezen in historische bijzonderheden,
maai- gelukkig ging hij spoedig over
naar zijn eigenlijk onderwerp.
llij vertelde hoe groot de liefde van
de afstammelingen der barbaars che
Noormannen voor het rijm is. Er waait
een frtssohe wind door hun natuurlijke
verzen, zij roepen gedachten op aan
geheimzinnige wouden en groote vlak
ten.
Voor alles heeft de Normandiër ge
dichten: voor den kindertijd, voor do
rijpere jeugd, voor hot tijdperk der
ontluikende liefdeverlangens, voor het.
huwelijk. Hij heeft zijn verzen voor dc
zeelieden en voor de harde werkers op
hot. land; hij heeft ook zijn verzen met
religieuzen ondeTgrond, die thuis op
de lange winteravonden gezongen wor
den, zooals .-La fuitc en Egypte", met
het. zineen waarvan deze schilder-zan-
ger folklorist zijn conférence eindigd*
Nog acht andere voorbeelden vj
oud-Normandische chansons, op mu
ziek gezet door Rone Lefèbvre, zong de
sympathieke conferencier met zachte
stem en op gevoelige wijze, zooals het
ondeugende „Haul lo pied". het spot
tende „Ah v M'n enfant!", het eatyr'
ke „La harbe li (lui) branie" en d;~.
„f^e He tour du Marin", eigenlijk Ten
nyson's Enoch Arden ..in a nutshell".
Het was een aardige avond, waar
voor zeer veel belangstelling was.
Mejuffrouw C'oba Swaan. uit Am
sterdam, begeleidde den heer Le Clerc
uitmuntend.
Beiden riep de heer Sauvenr, met
een hartelijk woord van dank, een lot
weerziens toe.
Het Tooneel
„JACOB VAN LENNEP".
„Twee gelukkige dagen".
Wc behoeven -.-an dit Kadelhergsche
product eigenlijk geen inhoudsopgave
te doen, omdat het inhoudloos is; slechts
een feécl vreemde aaneenschakeling
van steeds vreemde gebeurtenissen.
Ongerijmde, ondoordachte, onfijne da
den van een eigenaardig soort van men
sdien geesteskundcren van Duitschc
fcluohtsipelfabrJkanlco.
Van geest is eigenlijk óók weer geen
:prake, want in zoo een klucht is de
geestigste ft geestig; de domsie tc
dom, de mismaaktste waarlijk tè mis
maakt.
Dat „Van Lcnnep" het op het reper
toire nam, is zeker te wijten aan mo
tieven al3„zoo iets. eens voor afwisse
ling", of „Laten we nieuwe krachten
hier eens gelegenheid geven."
Want eenige nieuwe krachten hebben
zioh Woensdagavond werkelijk zeer in
gespannen.
Over het algemeen werden de twee
eerste bedrijven het best gespeeld- Ook
omdat dc schrijvers van het stuk, hier
niet de grenzen tussc&en normaal en
"belachelijk overschreden.
Want in het derde bedrijf komt een
allerzonderlingst gezelschap bijeen, van
om cn bij 15 menschen, die zich in den
salon van hun gastheer op te onwaar
schijnlijke wijze vermaken.
Het is moeilijk om van dergelijke
scènes nog iets aannemelijks te maken.
Het rnoet gezegd worden.dat ceDÏge
der spelers zich werkelijk met veel suc
ces van hun moeilijke laak hebben ge
kweten. Op dc programma's staan dezen
keer de namen van de opvoerders niet
vol uit. Moest deze voorstelling niet
heelemaal „ou sérieux" genomen wor
den?
Den heer 'A'. van H. vermelden we in
de eerste jt'aais als den uitstekenden
vertolker van oom Lüttchcn, dc sym
pathiekste figuur trouwens uit het
hecle stuk. De her If- heeft met zorg,
fijnen smaak en waar mogelijk, fijnen
geest, het beminnelijke oude heertje ge
schetst.
Mej. M- L'. een nieuwe kracht
Was een allerliefste dochter Else. Mej-
L. beweegt zich zeer vrij heeft veel
mee vor een uitstekende dilettante. Zij
spréékt dikwijls te slordig, moet beter
articulcercn, waaraan -zij zich zeker
wel zal kunnen gewennen.
De lieer H. v. L. verdient vermelding
voor zijn vertolking van Joseph Thei-
singer, den drukken, ingebecldcn, maar
heel eerlijken jongen uit Weenen. Heel
aardig cn .bevredigend was deze crea-
Van Tante Christine Iïollwitz door
■Mevrouw M. B. kan hetzelfde wor
den gezegd. Zij is mede verantwoorde
lijkheid voor een groot ceel van het
succes.
De heeren G- G. en H. v- Z. hebben
aard-ge figuren gemaakt van Morawetz
en Weinholz.
Te ongeveer half twaalf begaven
zich de bezoekers naar liet gebouw van
den Haarlemsoheti Kegelbond in de
Tempeliers.strnat, waar een heel prettig
bal den avond besloot.
Fenill€ftorr
Naar het Amerikasnsch
MARY ROBERTS RINEIIART
I3)
Tenslotte ging ik naar boven
moe on somber. Juffrouw Watson eu
Liddy zet iet» thee in de keuken. I11
sommige kj-iiigen is de trekpot «ie
troost in tijden van nood of ziekte:
men geeft thee aan een stervendo en
doen lot in de zuigfleach van een
kind. Juffrouw Watson maakte een
blad klaar, dat naar mij toegebracht
moest worden en toen ik baar naar
Ros ie vroeg, antwoordde ze;
,,Ze is er nier., maar daar zou ik
niet te veel waarde ann hechten, juf
frouw Innes. Rosie is een kn-ip meis
je en mi«c'-ien heeft ze een vrijer.
Het zou z-lts wel g*-d tij-1 al- het
zoo was. De meisjes blijven veel lan
ger als ze zoo iets hebben, dal hen
bindt".
Gertrude was weer naar haar ka
mer gegaan en terwijl ik een kop
thee zat te drinken kwam meneer
Jamieson binnen.
„We zouden ons gesprek kunnen
vervolgen waar we h»t anderhalf
uur geleden hebben af2cv-roken". zei
hij. ..Maar voor we v-nlo- gaan wil
ik U d:r nog ïezgen: ..Df~ene. die ui»
wasehkain«rs onf-napt ws e„n
vrouw nv-r een goed eevorm''en voet
van middelm-tise groot'e. Ze droeg
aan haar re*-! t. rvni-f a'l en een kous,
ii hoewel de d~ur n:o' on slot was,
is ze door b«« ra-ut ontvlucht".
En weer dacht ik aan Gertrude's
verstuikten enkel. Was bet dc Imker
of do rechter,
HOOFDSTUK VIII.
De andere helft van de n
m&nchetkuoo
„Juffrouw Innes", begon de detec
tive. ..wat denkt 11 eigenlijk van de
geda&nte die U cp de oostelijke ver
anda heeft gezien, op dien avond toen
1: ei uw kamenier alleen thuis wa
ren?"
..Dat was ccn vrouw", zei ik vol
overtuiging.
„En toch beweert uw kamenier
met. e'etveel nadruk dat het een
man was."
,,0nz;n", v:el ik hem in de rede.
„Liddy had haar oogen dicht ze
doet ze altijd dicht ais ze bang is".
..En heeft u er nooit, o er redacht
dn't degern, die later in de nacht
liet huis is binnengedrongen, een
vrouw geweest, kon zijn dezelfde
vrouw, die u op de veranda had ge
zien?"
,.Ik had «t mijn redenen voor om
to denk'-n dat het een m-n was", zei
ik en ik dacht aan den manchet
knoop.
,-Nu berinnen we op te schieten.
5Velkc red*----=n waren dat?"
Ik aarzelde.
„Als ii noz andere redeoeo h'-eft
om l*v geloovcn dat uw middernach
telijke ga*t meneer Armstrong was.
dan hel feit, dat hij deu volgenden
nacht hier is binnen gekomen, dan
moet u mij dat. zoggen, juffrouw In
nes, We kunnen niols als vanzelf sprc
kond aannemen. Als hjjvoorl-.ee'd do-
geen die de ijzeren slaaf liet vallen,
waardoor de krassen op de trap kwa
men u ziet, dat weet ik ook
als dat een vrouw was. waarom kan
dan die zelfde vrouw niet den vol
genden nacht' ternggekom-n ziin en
in haar angst Arnold Armstrong dood
geschoten hebben, to-11 ze hem op de
wenteltrap tegc-n kwam?"
„Het was een man" herhaalde ik.
En omdat ik geen enkele andere re
den kon bedenken waarom ik daar
zoo van overruied was. v-rte'de ik
hem van den manchetknoop. Hij vond
het hoogst belangrijk.
„Wilt u mij dis knoop geven", zc!
hij, toen ik uitgesproken was „of
hem mij tenminste lat n zien? Het
kan va» zeer veel gewicht zijn".
„Is het niet voldoende als ik er u
een beschrijving van geef?"'
„Dat is niet zoo goed natuurlijk"
,.II°f spijt mij erg", zei ik zoo kalm
mogelijk ..maar ik het dintr is
weg. Hef moet uit een doosje op mijn
toilettafel ge allen zijn".
Ik voelde daf hij aan de waarheid
van mijn woorden twijfelde, maar
hij liet het niet blijken. Hij verzocht
mij om den knoop zoo uitvoerig mo-
gelijk te beschrijven.' cn dat deed ik,
terwijl hij naar een lijstje keek dat
liij uit zijn zak haalde.
„Een stel manchetknoopen mol mo
nogram", las hij op, „een stel knoo-
pen met een enkele parel, een stel
kneopen met een vrouwenhoofd bezet
met diamantjes. „Er staat geen en
kele kuoop bij zooals u mij die heeft
beschreven en toch moet. meneer Arm
strong in zijn manchetten een heelen
knoop hebben overgehouden, als uw
theorie juist is en misschien nog
de helft van den ander".
Dat idee was heelemaal nieuw voor
mij. Als het niet dc vermoorde man
was geweest, die d:en nacht het huis
was binnen gedrongen,, wie was het
dan wel geweest'?
„Er zijn een heeleboal vreemde din
gen in verband met doze zaak", ging
de detective voort,
„Juffrouw Gertrude heeft verteld
dat., ze iemand aan het slot hoorde
morrelen, dat cle deur open ging en
dat er bijna onmiddellijk daarop ge
schoten werd. Eu dit is 1111 hiervan
weer het vreemde, juffrouw Innes:
Meneer Armstrong had geen sleutel
bij zich. Er zat geen sleutel in het
slot, er lag er ook geen on den vloer.
Met andere woorden, alles wrst er
duidelijk ot>, dat meneer Armstrong
iu huis gelaten is door iemand die
hier binnen was
..Dat is onmogelijk", viel ik hem
tn de rede. „Weet u wel. wet dat
zou beteekenen. meneer Jamieson
Weet u wel dat 11 d-arae» Ger rude
Innes er van beschuldigt, dat zo dien
man in huis hooft, gelaten?"
„Niet heelemaal". zei hij met ziin
vriend el ij ken glimllach. „Ik hen er
zelfs zeker van dat zo het niet heeft
gedaan. Maar wat kan ik beginnen
zoolang als u en zij mij slechts een
deel van de waarheid vertellen? Ik
weet, dat u iets uit het. tulpenbed
heeft opgeraapt, maar u weigert 111 ij
te zeggen war. het was. Ik wee* dal
juffrouw Gertrude weer uaar de bil
jartkamer terug is gecaan om iets
Ie Imlen, maar zij wil niet zesre.-
wat het was. U vermoedt wat er met
den manchetknoop gebeurd is. maat
U wilt het mij niet. vertellen, liet
eenige, waar ik tot nu toe zeker van
ben, is dit,: ik geloof niet dat Arnold
Amstrong de middernachtelijke be
zoeker was die u aan zoo aan hei
schrikken bracht doordat hij, laten
we zeggen: een golf-siok liet vallen.
Eu ik Eeloof dat hij, toen hij kwam,
door iemand hier in huis werd bin-
l Den gelaten. Wie weet misschien
wel door Liddy?"
Ik roerde met een nijdig gezicht in
miiit thee.
Ifet gevoel voor humor van som
mige menschen schijn; omgekeerd
evenredig ie zijn aan den ernst van
hun beroep", zei ik verontwaardigd.
„Het gevoel voor humor dat een
man heeft, juffrouw Innes is bar-
baarscher en wreed er dan dar van
een vromv. O, ben jij daar, Thomas?
Kom binnen".
Thomas Johnson stond in dc deur
opening. Hij zag er uit of hii zich
ergens ernstig bezorgd over maakte
en plotseling dacht ik weer nan de
tasch, die ik in de portierswoning
had gezen. Thomas kwam binnen en
slond met een eenigszins gebogen
lioofd strak naar meneer Jamieson te
kijken.
„Thomaszei de detective, op
vriendelijken toon, „ik heb om je ee-
stuurd omdat ik graag wilde daf'ja
ons eens vertelde wat je op de club
iegen Sam Bohaunou gecegd hebt,
den dag voor dat meneer Arno! 1
hier dood gevonden werd. Eens kij
ken. Je bent hier Vrijdagsavonds ge
komen om met juff ouw Innes te
praten, is 't niet? En Zaterdagsoch
tends ben je hier aan het werk ge-
gaan?"
Om den een of anderen onverklaard
baren reden zag Thomas er merk*
baar opgelucht uit.
(Wordt vervolgd).