HAARLEM'S DAGBLAD NUTTIGE TIPS FLITSEN Microjmm* VRIJDAG 24 JULI 1925 TWEEDE BLAD T Eeniga indrukken van het Middenstands- Congres te Assen HERBERT N. CASSON Nadruk verboden; auteurerechten 1 (In Haarlem en omstreken alleen voor Haarlem's Dagblad). De tweede tip. Verkoop nooit onder druk. Deze tip geldt zoowel voor den han delsman als voor den linancier. Wie geld heeft behoorde het tot een onverander- lijken regel te maken, het nooit onder druk uit te geven, te leenen ol te be leggen. Er zijn zooveel schurken en bedelaars in deze wereld, dat een man met geld zichzelf als een vesting moet beschou wen- Hij mag nooit toelaten, dat hij in een stormloop wordt genomen. Hij moet on ophoudelijk op zijn hoc-de zijn. Hij moet zich tegen de geldzoekers beschermen, tegen de parasieten, die ervan leven, dat zij andere menschen overhalen, hun geld al te geven. Wanneer men U ook om geld ver zoekt: stel Uw antwoord uit tor den vol genden dag. Deze regel zal U veel ver liezen besparen. Er zijn zooveel menschen op dc wereld.' die overtuigend kunnen praten, dat het moeilijk is, ie behouden, wat men heeft. De kunst, het geld van anderen tc ver krijgen. is door parasieten schurken en regeeringen tot een hoog peil ontwikkeld. De kunst van den aanval is echter veel verder ontwikkeld dan die van de ver dediging: daarom schrijf ik deze tip, om voor het eerst een systeem van verdedi ging op te trekken. In de financièele wereld bevinden zich steeds beroemde avonturiers. Altijd zijn er slimme schurken, die zonder geweld te gebruiken het geld van andere men schen in handen weten te krijgen. Ongetwijfeld heeft bij voorbeeld Bot- tomhley het publiek in Engeland meer geld afhandig gemaakt dan tien inbrekers samen. (1) Bottomlcy heeft in de laatste 21 jaren Ali „maatschappijen" in Engeland ge sticht. Deze maatschappijen hadden op papier een kapitaal van 15 000.000 pond sterling. De meeste zijn uit elkaar gespat gelijk zeepbellen. Zij waren in het geheel geen maat schappijen. Zij waren zuiver zwendel. Het is een zeer onbehaaglijk gevoel te weten, dat een man het Engelsche pu bliek 21 jaren voor den gek kon houden, zonder gepakt tc worden. Bottomlcy zit thans achter slot. Maar toen hij in de gevangenis kwam, was het precies een en twintig jaar na den vervaldag. Er zijn echter nog altijd een menigte kleine Bottomleys. In iedere stad loopen zij vrij rond, en zij zullen waarschijnlijk ock nooit gevangen gezet worden. Zij verdienen geen geld. Zij hevelen het over. Zij broeden prachtige plannen uit. In groote opwinding loopen zij rond en roepen: „Schitterend plan! Millloenen co millioenen! Wie wil veel geld? Snel! Kom en haal het!" Dat pakt de menigte, zat baar altijd pakken. Mcr.schen, die voor het overige heel verstandig zijn, komen toesnellen en geven dan deze schreeuwers hun geld. Na eenige maanden hebben de schreeu wers het geld en de menschen hebben het plan. Het schijnt, dat er geen goed middel is, iemand te verhinderen, zich bij den neus te laten nemen. Het is in het algemeen mogelijk, dat, gelijk wij bij het geval Bottomlcy gezien bebben, een man zelfs als zwendelaar bekend staa*. in dat niettemin een gou den regen van 700000 pond sterling ui# bet bezit van arme lieden over hem wordt uitgestort Op financieel gebied bestaan voor dc lichtgeloovigheid en de brutaliteit geen grenzen. De eigen vrienden het eigen vlcesch en bloed wijden zich met grooten ijver aan het vraagstuk, geld uit uw zak te halen en het in de eigen zakken „over te hevelen." Gelijk de boomen in het oerwoud door vergiftige klimop verzwakt en ten slotte omgetrokken worden, ranken langs den sterksten zakenman menschclijke woeker planten omhoog, vergiftigen hem en wer pen hem tenslotte ter aarde. Zeifs in het deugdzame oude Engeland zijn duizenden mannen en vrouwen, wier eenige bezigheid hierin bestaat, andere menschen van hun geld af te helpen. Er moet derhalve op financieel terrein een kunst van zelfverdcdiding gccreecrd worden. Iedereen, die zijn geld wil be houden of het naar eigen oordeel uit geven, moet leeren, zich te beschermen. Hij mag zich nooit overgeven, wan neer hij wordt aangegrepen. Koel en rus tig moet hij zelf overleggen: „Wat zal ik voor mijn geld krijgen? Waaruit maak ik de gevolgtrekking, dat ik het zal krijgen?" Eigenbelang is in het algemeen niet onvoornaam. Alleen weinig voorname rooflustige parasieten, die van de groot moedigheid van andere menschen leven, hebben het daartoe gemaakt. Eigenbe lang is een opbouwende deugd, liet is een van dc pilaren, die het gebouw der beschaving dragen. Zoodra iemand iets bezit, moet hij zich voor opwinding hoeden Hij moet het hoofd koel houden. Hij moet naar huis gaan en de zaak met zijn vrouw be spreken. In geldzaken zijn vrouwen minder goedgeloovig dan mannen. Zij zijn meer wantrouwend. Een musch in dc hand is haar liever dan*een duif op het dak. Gewoonlijk zijn vrouwen er meer op bedacht, geld te verkrijgen en beter ge schikt, het te behouden. De man schept behagen in het kans spel van het leven. De vrouw denkt meest aan den inzet, waarmede het be taald moet worden. Daarom moet ieder een bij het beleggen van zijn vermogen zijn vrouw of zijn moeder om raad vragen. Er bestaat geen reden toe. iemand geld te geven, omdat u niet in staat is, zijn argumenten te weerleggen. Ook moet u het hem niet geven, om dat u door de macht van zijn persoon lijkheid is overstelpt. Dc eenige beweegreden, een cheque te schrijven, moet zijn, dat u de volle tegenwaarde voor uw geld hebt ge kregen. Wanneer men geen aandeelhouder van Lloyd's is, (2) is het niet loonetid, risi co's tc koopen. Lloyds kent den juisten prijs voor risico's. kent hem niet. Wanneer iemand uw kantoor komt binnenstormen en zegt: „Gauw. teekent u een cheque van 500 pond sterling en geeft u mij die. Wij kunnen dit of dat papier koopen, wanneer wij onmiddellijk toehappen!" antwoordt u hem dan kalm, dat hij het papier voor zichzelf mag koopen en het geheele profijt behouden, daar hij het het eerst gezien heeft. Wanneer iemand met een belofte, een Icege portefeuile en een leuze „Doe het terstond!" op uw' kantoor komt, word dan niet boos, maar maak hem opmerk zaam op een andere leuze, die boven uw schrijftafel hoort te hangen: „Wat ik heb, houd ik." En wanneer men den besten spoorweg var. Engeland voor een stuk kaas zou kunnen koopen, moest men een goed stuk- kaas. dat men heeft, niet zonder meer afgeven. Wanneer iemand u ook bij financieele transacties zegt: „Nu of nooit!", antwoord hem altijd: „Nooit!" In financieele aangelegenheden moet men tegenover haast en gedrang altijd wantrouwend zijn. Behalve, wanneer men zelf een goede reden heeft ontdekt snel te handelen. Misschien mist u nu en dan een mooie gelegenheid, wanneer u tot morgen wacht Maar op den duur behoudt u meer geld en hebt minder reden tot be rouw. Wees u in uw eigen aangelegenheden en wanneer gij uw eigen spel speelt, zoo .snel als u kunt. Wanneer u echter van geld en goed zult scheiden, dan zij steeds het devies: „Langzaam aanl" Men kan in een minuut gemakkelijk de spaargelden van een geheel leven verliezen. Daarom moet men nooit onder druk koopen, geven, leenen of handelen. (1) Hef proces tegen Boftomley, sfich- r van tallooze fictieve ondernemingen. heeft eenigen tijd geleden in Engeland groote opschudding teweeg gebracht, in het bijzonder wijl hij, ondanks vele echecs kan gezien heeft, telkens nieuwe slacht offers te maken en zich daarbij aan de aandacht van de autoriteiten te ont trekken. (2) „Lloyds" in de verzekeringsmaat schappij in Engeland, die voor iedere mo gelijke gebeurtenis een premie vaststelt en wel met zulke zekerheidscoëfficieuten, dat een verlies voor de verzekeringsmaat schappij zoo goed als uitgesloten is. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 353 De jaarlijksche middenstandsbijeen- konist heeft ditmaal plaats gehad in As sen. Van heinde er. verre zijn de afge vaardigden der stands- en vakorganisa- naar Drente's hoofdstad getrokken. Het was voor de eerste maal, na dc plaats gehad hebbende reorganisatie, dat dc bond bijeen kwam. Men had mogen verwachten, dat dit congres daarom door meerderen bezocht zou zijn geworden. Dat was niet het ge. val. En in Rotterdam en in Zwolle, maar ook in Breda en Amersfoort was het bezoek zeker niet minder dan in Assen. Was dat een gevolg van Assen's ligging of is de animo van de zijder der indus- triecle middenstanders nog niet van dien aard, dat een aanzienlijke versterking der middenstandsgelederen heeft plaats ge had? Wij weten het niet, maar kunnen alleen de hoop uitspreken, dat de laatste veronderstelling niet juist is. De hoofdschotel bestond uit twee ge heel verschillende gerechten. Naast het Ïraeadvies van den heer Epkema ovei eugdorganisatie, werden er door Pro fessor Polak een aantal stellingen en door den heer v. d. Pol een praeadvies ver dedigd over de taak der gemeentelijke overheid en den middenstand. Het vraagstuk der jeugdorganisatie heeft in den laatsten tijd vele pennen in beweging gebracht Het heelt feitelijk zijn ontstaan te danken aan den vrees, die bestaat, dat binnen afzienbaren tijd geen geschoolde plaatsvervangers ge vonden kunnen worden om de taak der leiders van thans over te nemen. Sterk overdreven was natuurlijk de opmerking van een der sprekers, die meende dat dc bond tc gronde zou gaan, indien op dit oogenhlik de bestuurders zouden bedan ken. Ten slotte is een ieder te vervan gen, al zullen daardoor moeilijkheden kunnen ontstaan. Toch blijft het orgnni- secren van de jeugd noodzakelijk. De arbeidersorganisaties hebben dat al lang geleden begrepen en het is alleen maar de vraag: hoe men de jeugdige midden standers kan organiseeren. Dat zal uiterst moeilijk zijn. Het bezoek van de ver gaderingen der middenstanders is ge woonlijk van de zijde der ouderen al bedroevend slecht, zoodat er geen enkele aanleiding bestaat te veronderstellen, dat men op cenigerlei wijze de jongeren wel naar deze vergaderingen kan trekken. Genoegelijke samenkomsten, was het advies van een ander. Misschien zit daarin een middel, maar men .zorge er dan voor de genoegens niet te veel op den voorgrond te schuiven. In dat geval wordt het beoogde doel zeker niet be reikt. Liefde kweeken voor het vak en het eeuwige „gekanker" onderdrukken; men helde over naar ethische genees middelen. En al moge men beweren, dat een dergelijk middel zeer langzaam zal werken, toch was het een opmerking, die haar uitwerking niet zal missen. De middenstander de Voorzitter van den Middenstandsraad wees er terecht op heeft in het algemeen een ontevreden natuurt Hij moppert veel, dikwijls als dat feitelijk niet noodig is. Het middenstands- §ezin wordt geïnfecteerd en hoe is het an mogelijk voor de jongeren iets voor dc middenstandsbeweging te voelen? Dat gaat niet, dat spreekt feitelijk voor ziph z'clf. Zeker, men'hoedc zich er voor allen over één kam <c scheren, maar dc ob jectieve beoordeelaar kan niet ontkennen, dat er een groote kern van waarheid in die opmerking ligt. Geeft den middenstander gratis een middenstandsdagblad; was het advies van enkelen en Gij zult de jeugd trekken. Dat „gratis" werd uitdrukkelijk aan het advies toegevoegd. Wij vragen ons af, of dat nu wel als eisch naar vorer. gebracht inocst worden. Wij lezen een dagblad, maar ontvangen dat ook niet gratis en bovenbedoelde adviseurs hadden zich wel dienen te bedenken, dat de finantieele positie van den bond allerminst roos kleurig te noemen is. Men herinncre zicli slechts de jammerklachten van den pen ningmeester. Maar dat nog daargelaten, zouden wij willen opmerken, dat eener- zijds de middenstander veelal dc gelegen heid mist, geregeld een dagblad te ver werken en anderzijds de moeilijkheid be staat een dergelijke publicatie hij voort during te vullen met lezenswaardige mid- denstandslectuur. Voorshands lijkt ons dit denkbeeld in zijn uitvoering veel moeilijkheden te zullen opleveren. Begon destijds de victorie van Alk maar, misschien begint zij, ten opzichte van dit vraagstuk, van Coevoiden. In „het kleinste stadje van dc armste pro vincie in ons land" bestaat een midtien- standsjeugdorganisatïe en wanneer de afgevaardigde van Coevorden in enthu- slaste bewoordingen daarover het een en ander heeft medegedeeld, ontstaat er een zekere hoera-stemming. Ket is te hopen, dat zij niet een gevolg is van een voor bijgaand medeleven. De taak van de gemeentelijke overheid en den middenstand, was het onderwerp van den tweeden congresdag. Wij hoor den twee sprekers: Professor Polak en den Heer v. d. PoL Eerstgenoemde hield een breedvoerig betoog, hetwelk hij verklaarde het zelf opgebouwd was achter de schrijfiafeL DE MANNELIJKE HULP vader zal wel even aan den i<_est vlot: drie pond spinazie, groentenboer telefonecren, laatl zes sinaasappelen, 12 uien k moeder maar voortmaken, an ders missen zij nog den trein I valt zichzelf in de rede en vraagt den man om even te wachten, zijn vrouw roept wat antwoordt, nou het lijkt toch nctl verbetert de op uien! Wat? Zoo, mis» volgende punten voor schien is het bananen, maar toch] niet duidelijk leest eenige stopt om tc rapporteeren 'daï ea iets doorgeschrapt is, maar het is niet duidelijk of de streep gaat door tomaten of wat daaronder staat en mis» schien is er niets doorgeschrapt, alleen maar onderstreept beëindigt de lijst met de mede» dccling dat er een ding was dat hij niet kon lezen en dus maar heeft overgeslagen cn ontdekt 'dar hij midden in' het gesprek de lijst heeft omgc» draaid cn gedeeltelijk de bestel» ling van gisteren herhaald, die op den achterkant stond (Nadruk verboden) Van geheel anderen aard was de uit eenzetting van den tweeden spreker. Deze, journalist van beroep, bleek zijn onderwerp volkomen te beheerschen, al dient gezegd te worden, dat hij, na de debatten, moest erkennen, ten opzichte van enkele onderdeden practische zaken te hebben verwaarloosd. Hij liet een waarschuwend woord hooren, hetwelk ingang vond, toen hij wees op de zekere lauwheid die bestaat, voor zoover betreft de bestrijding der socialisatiegedachte. Daarmede moet men voorzichtig zijn. De S.D.A.P. is er niet het lichaam naar zijn denkbeelden niet ten uitvoer te brengen. Men is alleen van taktiek veranderd; zeer geleidelijk woidt voortgewerkt en waar de gelegenheid bestaat een stap te zetten in de richting die voert tot het gesocia liseerde bedrijf, gaat men daartoe over. Men dient zich daartegen te verzetten en zich vooral niet in slaap te laten sussen. Moet de middenstand, wanneer hij zijn inzichten niet verwezenlijkt kan zien, tegenover de gemeentelijke overheid een opportunistische taktiek volgen? Moet hij trachten „to make the best of it"? Ziet daar een vraag, die zich op dit congres naar voren drong. Zij geeft o.i. stof voor een afzonderlijk praeadvies. In haar alge meenheid is zij o.i. niet te beantwoorden. Men zal een grdndige studie moeten ma ken, waarbij men wel moge bedenken, dat dc middenstands-tegenstanders wer ken als de mollen (een beeldspraak door den prae-advies zelf gebruikt) en begin nen met een hoofdgang te graven, om zoo meteen, wanneer de gelegenheid gunstig is, aftakkingen te maken. Principieel kan en moet de middenstan der staan tegenover de arbeiders, maar evenzeer tegenover de groot-kapitalisten. Niet voor niets wordt zij de tinschcn- schakcl genoemd, die van beide zijden druk ondervindt. Het was dan ook ietwat komisch, toen een der aanwezige.» meen de te moeten verkondigen, dat de mid- densiandsgroep toch feitelijk niet ver van de arbeidersgroep af staat, al valt niet te ontkennen de heer v. d. Pol wees er zeer terecht op dat de aanvulling van dc middcnstandsgelederen meestal plaats heeft uit de meest ontwikkelde lagen der arbeidersklasse. Dat het congres zich ten slotte uitsprak voor het vrije bedrijf, zegt op zich zelf niets. Belangrijker was het feit, dat dc heer de Miranda, Wethouder der gemeen te Amsterdam, de beraadslagingen bij woonde. Of hij overtuigd zal zijn, wij be twijfelen het zelfs niet; neen, weten wel beter. En toch kan het aanhooren van het gesprokene hem niet geheel en al onbeïnvloed laten. Onjuist was het toen een gedeelte der aanwezigen bij het hoo- ren van het woord: „Melkvoordiacht", wei-onderdrukte-, doch niet sympathieke klanken uitstootte. Dat doet mén niet, dat strijdt met het begrip: burgerlijk fatsoen. Zelfs zijn ergste tegenstander moet men trachten te begrijpen en wil men hem be strijden. dan gebmike men daarvoor eerste klasse materiaal, betrokken uit het beste arsenaal. Zoo hoort het en met anders. MOLLERUS. Vervolg Stadsnieuws. Arr Rechtbank Brandstichting. Dondcrdagmiddag stond terecht de 23»jarigc horlogemaker J. v. d. J. te Hillegom. Hij werd ef van bcschul» digd, op den 2den Pinksterdag brand tc hebben gesticht in de woning van den heer K., Hoogerwerfstraat 6 tc Hille» gom. De veldwachter verklaarde, dat huis en inboedel bijna geheel verbrand zijn. Dc veldwachter heeft in het ver» brande huis een petroleumbus gevonden hij vertelde verder, dat bekl. niet gunstig bekend staat. De petroleum» bus is in dat gedeelte van het huis ge» vonden, waar bekL zijn winkel geves» tigd had. Beklaagde ontkende de bus daar ge» plaatst tc hebben, wel had hij een der» gelijke bus op zijn werkkamertje bo ven dc plaats, waar de bus gevon» den is. Get. \V. K dc bewoner van het huis. zei dat bekl. in zijn huis een winkel had gevestigd in cén der vertrekken. Boven dat vertrek had hij bovendien nog een klein werkkamertje. Dien Maandag, des middags <>m half twee, ging getuige naar zijn kamer. Hij pas» seerde het vertrek van bekL cn zag. dat de deur dicht was. Dat gebeurde anders nooit. Te ongeveer kwart voor drie ontdekte getuige den brand en toen hij weer voorbij het vertrek van bekl. kwam zag hij dat nu de deur open stond. Het brandde reeds flink cn hij merkte nog op. dat een hoop licht brandbare stoffen in de werkkamer lag cn daar was de brand blijkbni aangekomen. Get. was van oordeel dat bekl. heel hoog verzekerd was. in aanme-king gc. nomen den betrekkelijk geringen voor» rand. De heer K. was van oordeel, dat dc brand aangestoken moet zijn. Bekl. meende dat de verklaringen van den lieer K. onwaar zijn wat betreft dc schatting van den voorraad. Hij weet verder niet hoe dc brand ontstaan is. Dc getuige zei nog, dat als hij 5 ml nutcn later wakker was geworden, hij zeker verbrand zou zijn. Weduwe P. W.K. zei, dat ze in Mei tegen bekl. had gezegd dat het zoo'n rommel was op zijn kamer. Hij had toen gcantwoprd dat ais de plannen cr eens door zouden gaan. hij voor dien rommel toch nog 500 zou krij» gen. Dc bekl. ontkende dit. Ook zei hij dat het niet waar was wat getuige ver» der beweerde, namelijk dat hem, bekl.. dc huur was opgezegd en dat hij woor» den zou hebben gehad met de familie K. Er werden nog een paar getuigen gc» boord cn mej. W. B. zei, dat ze bekL 'des morgens om ongeveer 11 uur bij de woning heeft gezien. Het O. M. achtte het wettig cn over» tuigend bewijs bclcverd cn noemde het feit zeer ernstig, ook omdat er levens» gevaar bestond voor anderen. De officier eischte 1 jaar en 6 maan» den gevangenisstraf met aftrek der pre» ventieve hechtenis. Dl verdediger van bekl., Mr. J. C. J. Nicuwcnhuis, achtte het bewijs niet geleverd, dat hangt van vermoedens aan elkaar. Dat bekl. om^ll uur nog bij de woning is geweest bewijst heel weinig. Van dat oogenblik af tot de brand uitbrak is hij er niet geweest. Bekl. zou dan al een installatie gemaakt moeten hebben om den brand eenige uren later te doen uitbreken. Pleiter concludeerde tot vrijspraak» De uitspraak werd bepaald op Dinsdag a.s. UITSPRAKEN. J. v. d. K., werkman, wonende te 'Lcïmuidcn. <thans gedetineerd, diefstal, drie maanden gevangenisstraf, met af» trek preventieve hechtenis, o. v.; Y. D. dc J., schipper, gedomicilieerd te Rotterdam, thans gedetineerd; art. 249 W. v. S, zes maanden gevangenisstraf, m. a. pr. hechtenis, o. v.; 3 D, de R„ varensgezel, zwervende, thans gedeti» ncerd, diefstal, drie maanden gevangc» nisstraf m. a. pr. hechtenis o. v.; H. G. -Y-, bouwkundige, wonende te Scho» ten; appèl overtreding-Huurcommissie» wet vonnis kantonrechter te Haarlem bevestigd. H. G. Y„ bouwkundige, wo» nende tc Schoten, appèl overtreding Huurcommissiewct, vonnis kantonrech» ter Haarlem bevestigd; H. G. Y„ bouw» kundige wonende te Schoten; appel ovcitrcding Huurcommissiewet, vonnis kantonrechter Haarlem bevestigd; G. V.; chauffeur, wonende te Vclsen; ap« pc 1 c-vcrtreding Motor cn Rijwiehvet, vonnis kantonrechter Haarlem beves» tigd, G. W.t chauffeur, wonende te Amsterdam, appèl overtr. Motor en Rijwiel: tglement, vrijgesproken. L. R., kapper, wonende te Wijkeroog; F. T., kapper wonende te Beverwijk: art. 251 bis W v. S., sub. 1 zes weken gevan» gcnisslrnf o. v„ sub. 2 vrijgesproken. W. J. B„ varensgezel, wonende te I.Tmuidcn, diefstal, zes weken gevangc» i nisstrat o .v.; Th. B., chauffeur, wo» "-tilde te Zaandijk, appèl o^crcr. Alg. Pol.verordenïng Zaandam, 25 boete subs, 6 Jagen hechtenis o. r. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Voor huishoudelijk gebruik in liter-schroefflesschen, prijs 32 cent FEUILLETON DE GEWELDENAAR .Cit het Engelsch van MARJORIE BOWEN. 58) „Ik heb zegepraal afgedwongen aan voordurend falen 1" riep Maarino me' schaterende oogen uit. Hij wm een ander men'ch gewordenHij had van louter vreugde kunnen lachen en zingen, want vannacht zou hij I*otta weer terugzien. Hij zou zijn woord houden- liet paleis vim Visconti wo» hij d0 West Poort zij zouden liem hebben voordat hij zelf wiet „Is er geen mogelijkheid van falen. Ligozzi geen mogelijkheid van verraad?" vroeg hij, de handen van zijn vriend in de zijne drukkend- „Neon. edele heer; wij kunnen Via tarniui tot in den dood vertrouwen." ..Von Schulembor's paard kwam he den morgen :.i het kamp terug," zeide Ligozzi.ik weet niet waar do graaf Ik zal hem wel vinden ah ik in Milaan ben. Hij zal prinses Valen tine trouwen ik draag hem geen bitter hart toe. Morgen mi de werold geheel veranderd zijn. Liozzi I" M tino s!ond met ongeduld te wachten op de terugkomst van Tomaso, die vooruit wa» gezonden om te verken non. De lucht gloeide en vlamde door dc boomen heen alsof de geheele wereld in brand «oud en weerkaatste op Def la Scala's gepolijste wapenrusting, zoodat hij in rooden gloed eehuld ficheon.terwijl lange, wi«e veeren van zijn stalen helm wapperden- Ren oogenblik daarna was het «chijnael vergloeid cn de wereld weer kond en grijs De zon was ondergegaan. Een koel briesje speelde in de bla ren tegen de bleeke luoht. Marino stond tegen een boom geleund te wach ten zonder dat eenig voorgevoel hem kwam waarschuwen. Hij geloofde vast dat hij nu eindelijk «lagen zou eindelijk „Tomaso blijft lang weg," zeide Li* gozzi. „Het is een heel eind we?," glim lachte Mas'ino„doch niet zóó ver. dat wij niet vóór den dageraad binnen Milaan zullen zijn 1" De gang kwam ui1 in een struikge was bij een wijde grot. In zijne bezie ling trad Delia Scala den donkeren in gang binnen en luisterde met inspan ning. Doch niets kwam de s<,ilte verbreken, behalve het zuchten van den wind en nu en dan 't gerinkel van paarden- Luister!" riep Mas'-ino uit, ,,ik hoor hemMet glinsterende oogen wendde hij zich t0t Ligozzi, „Mijn vriend, eindelijk heeft de hemel on' 'erhoord I" „Hij heeft geen toorts merkte Ligozzi met verbazing op, want. hoe wel er voetstappen nader klonken, kwam geen licht het duister verbre- ken. „Hij is zeker niet op een toorts blij ven wachten. .Breng de manschappen nader. Ligozziriep Delia Scala uit. Op datzelfde oogenblik trad iemand uit het duister te voorschijn, een ver wilderdo gedaante en 1 -ch was het Tomaso. Zijn bleeke gelaat was besmeerd met bloed, dat uit een die pe wond aan zijn voorhoofd vloeide. Zijn kleeren waren gescheurd en go havenrl, en hij zwaaide alsof hij niet moor kon van pijn of van moeheid. Met een bitteren kreet zonk Toma so aan della Scala's voeten neer. „Kr is geen hoop meer!" riep hij ui1- „Wij zijn verraden O, was ik maar ge e'orven voor ik u dit moest berichten „Verraden?" herhaalde Ma'tiüo die als venteend tegen den muur der grot aanleunde om steun te vinden. ..Verraden?" vroeg hij nogmaals, ver suft op den knaap neerziend- ..Veraden'" vroeg hij nogmaals, ver wien En gij zijt gewond „O, dat is niets Ik ben nog op tijd Visconti bewaakt met zijn man 6ohappen den anderen uitgang. Mc» moeite ben ik ontsnapt om u te ko men waarschuwen" stamelde Tomaso. „Wie heeft ons verraden?" vroeg Ligozzi met een uitdrukking van woc de. „Het meisje antwoordde Torna» so met, bitterheid; „het mei*je, dat Visconti liefhad." „En de hemel begunstigt hare liefde en niet de mijneontsnapte het aan Masiino's lippen. „Wij zijn verraden door de liefde van een meisje voor Vi'conriEn mijne vrouw wa bt op mijriep hij met een wilden lach, plukte een verlepte roos uit de ploo ien van zijn gordel on wierp die op don grond. „Kijk, Ligozzi een tee- ken du' ik vervuld waande. Doch er was en meisje, da» waakte I«oUa moe' omkomen, en Visconti wordt gered 1 Dit teeken was om mij te bespotten!" Hij vernietigde de roos onder zijn hiel en Ligozzi schrok van de wilde wanhoop welke op zijn gelaat te lezen stond. „Ik had het moeten begrijpen riep hij uit; had het moeten begrijpenIk zal Visconti tot een tweegevecht uitdagencn hij trad vanuit de grot naar zijne wachtende officieren foe- ..Terug naar het kamp!" riep hij met wild stem uit. „Wederom zijn wij verraden dit maal door eene vrouw die Visconti lief heeftDe hertog van Milaan mag van geluk spreken wie zou dit voor mij doen?" En in zijn wanhoop wierp hij zich op den grond neer. „Laat ons alleen fluisterde Li gozzi „Iaat ons alleen. Voor heden nacht is er verde niet te doen» De prins en ik zullen volgen." „Hij is vreeselijk aangedaan," merkte een der officieren op. „Al zijn hoop was hierop geves tigd.' voerde Ligozzi met bitterheid aan. „Zijne vróuw Teleurgesteld gingen de manschap pen in troepjes heen om het slechte nieuws te verspelden. Het was than' geheel donker geworden, doch niet zoo donker dat de drie mannen in de grot elkaar niet konden zien in het zachte schijnsel der sterren. Mas tino riep Tomaso en vroeg hem met schorte «tem„Vertel mij wa' er gebeurd is, bes'e jongen, vertel mij alles-" „liet i3 veel te pijnlijk, edele heer begon Tomaso. „Pijnlijk!" herhaalde Della Scala met een schellen lach „daar ben ik al aan gewend! Vertel mij hoe het ge beurd is." Hij was opgedaan in de schaduw der boomen. Tomaso en Li gozzi. die een naar-passen van hem af stondenkonden alleen den omtrek zijner groote gestalte zien. ..Er i* niet veel te vertellen." zeide de knaap geheel ontdaan. Hij wa' ziek van teleurstelling en pijn en leun de zwaar tegen zijn vader aan. „Agnolo deed de deur voor mij open zooaU wij afgesproken han den. Met een verschrikt gelaat -citel- do hij mij da1 zijne dochter verdwe nen was. „Visconti had haar wegge haald," vezekerde hij. Hij as half gek. en terwijl hij nog met mij «prak, liep 't plein vo! '.datc-n Visconb's manschappen. Het meisje was naar het-paleis "ev' h en had den hertog alles verteld! Wij waren verraden Zij. lachten toen zij mij zagen en beloof den mij een v: indijken dood. Z;j hoop ten dat gij zoudt vr leren om u warm te verwelkomen. Ze bespotten 'Agnolo dat hii vergiffen-** rog kri'ren ter wil le van zijne dochter, die hertogin zou WOvd.-'n. iti voor ril- o'-.Wlo hof had he' verklaard Agnolo zou vergiffen.'* krijgen ais hij nog eeu beetje meer wilde vei*tellen van wat gij van plan waart te doen. VistarninI «fcond echter tartend tegenover hen. „Viscon'i behoeft er niet op te re kenen, da1 hij on* allebei krijgt]" riep hij uit. waarop zij lachten en hem toen afmaakten. „Dat was het bevel van de:i hertog," zeiden zij, en geen vergiffenis." ITicr bleef Tomaso wachten. „En zijne dochter leeft om hertogin van Milaan te worden!" riep Delia' Scala uit. (Wordt vervolgd)'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5