HAARLEM'S DAGBLAD
NUTTIGE TIPS
FLITSEN
Microjmm*
VRIJDAG 24 JULI 1925
TWEEDE BLAD
T Eeniga indrukken
van het Middenstands-
Congres te Assen
HERBERT N. CASSON
Nadruk verboden; auteurerechten 1
(In Haarlem en omstreken alleen voor Haarlem's Dagblad).
De tweede tip.
Verkoop nooit onder druk.
Deze tip geldt zoowel voor den han
delsman als voor den linancier. Wie geld
heeft behoorde het tot een onverander-
lijken regel te maken, het nooit onder
druk uit te geven, te leenen ol te be
leggen.
Er zijn zooveel schurken en bedelaars
in deze wereld, dat een man met geld
zichzelf als een vesting moet beschou
wen-
Hij mag nooit toelaten, dat hij in een
stormloop wordt genomen. Hij moet on
ophoudelijk op zijn hoc-de zijn. Hij moet
zich tegen de geldzoekers beschermen,
tegen de parasieten, die ervan leven, dat
zij andere menschen overhalen, hun geld
al te geven.
Wanneer men U ook om geld ver
zoekt: stel Uw antwoord uit tor den vol
genden dag. Deze regel zal U veel ver
liezen besparen.
Er zijn zooveel menschen op dc wereld.'
die overtuigend kunnen praten, dat het
moeilijk is, ie behouden, wat men heeft.
De kunst, het geld van anderen tc ver
krijgen. is door parasieten schurken en
regeeringen tot een hoog peil ontwikkeld.
De kunst van den aanval is echter veel
verder ontwikkeld dan die van de ver
dediging: daarom schrijf ik deze tip, om
voor het eerst een systeem van verdedi
ging op te trekken.
In de financièele wereld bevinden zich
steeds beroemde avonturiers. Altijd zijn
er slimme schurken, die zonder geweld
te gebruiken het geld van andere men
schen in handen weten te krijgen.
Ongetwijfeld heeft bij voorbeeld Bot-
tomhley het publiek in Engeland meer
geld afhandig gemaakt dan tien inbrekers
samen. (1)
Bottomlcy heeft in de laatste 21 jaren
Ali „maatschappijen" in Engeland ge
sticht. Deze maatschappijen hadden op
papier een kapitaal van 15 000.000 pond
sterling. De meeste zijn uit elkaar gespat
gelijk zeepbellen.
Zij waren in het geheel geen maat
schappijen. Zij waren zuiver zwendel.
Het is een zeer onbehaaglijk gevoel te
weten, dat een man het Engelsche pu
bliek 21 jaren voor den gek kon houden,
zonder gepakt tc worden. Bottomlcy zit
thans achter slot. Maar toen hij in de
gevangenis kwam, was het precies een
en twintig jaar na den vervaldag.
Er zijn echter nog altijd een menigte
kleine Bottomleys. In iedere stad loopen
zij vrij rond, en zij zullen waarschijnlijk
ock nooit gevangen gezet worden.
Zij verdienen geen geld. Zij hevelen
het over. Zij broeden prachtige plannen
uit. In groote opwinding loopen zij rond
en roepen: „Schitterend plan! Millloenen
co millioenen! Wie wil veel geld? Snel!
Kom en haal het!"
Dat pakt de menigte, zat baar altijd
pakken.
Mcr.schen, die voor het overige heel
verstandig zijn, komen toesnellen en
geven dan deze schreeuwers hun geld.
Na eenige maanden hebben de schreeu
wers het geld en de menschen hebben
het plan.
Het schijnt, dat er geen goed middel is,
iemand te verhinderen, zich bij den neus
te laten nemen.
Het is in het algemeen mogelijk, dat,
gelijk wij bij het geval Bottomlcy gezien
bebben, een man zelfs als zwendelaar
bekend staa*. in dat niettemin een gou
den regen van 700000 pond sterling ui#
bet bezit van arme lieden over hem wordt
uitgestort
Op financieel gebied bestaan voor dc
lichtgeloovigheid en de brutaliteit geen
grenzen.
De eigen vrienden het eigen vlcesch
en bloed wijden zich met grooten ijver
aan het vraagstuk, geld uit uw zak te
halen en het in de eigen zakken „over
te hevelen."
Gelijk de boomen in het oerwoud door
vergiftige klimop verzwakt en ten slotte
omgetrokken worden, ranken langs den
sterksten zakenman menschclijke woeker
planten omhoog, vergiftigen hem en wer
pen hem tenslotte ter aarde.
Zeifs in het deugdzame oude Engeland
zijn duizenden mannen en vrouwen, wier
eenige bezigheid hierin bestaat, andere
menschen van hun geld af te helpen.
Er moet derhalve op financieel terrein
een kunst van zelfverdcdiding gccreecrd
worden. Iedereen, die zijn geld wil be
houden of het naar eigen oordeel uit
geven, moet leeren, zich te beschermen.
Hij mag zich nooit overgeven, wan
neer hij wordt aangegrepen. Koel en rus
tig moet hij zelf overleggen: „Wat zal
ik voor mijn geld krijgen? Waaruit maak
ik de gevolgtrekking, dat ik het zal
krijgen?"
Eigenbelang is in het algemeen niet
onvoornaam. Alleen weinig voorname
rooflustige parasieten, die van de groot
moedigheid van andere menschen leven,
hebben het daartoe gemaakt. Eigenbe
lang is een opbouwende deugd, liet is
een van dc pilaren, die het gebouw der
beschaving dragen.
Zoodra iemand iets bezit, moet hij zich
voor opwinding hoeden Hij moet het
hoofd koel houden. Hij moet naar huis
gaan en de zaak met zijn vrouw be
spreken.
In geldzaken zijn vrouwen minder
goedgeloovig dan mannen. Zij zijn meer
wantrouwend. Een musch in dc hand is
haar liever dan*een duif op het dak.
Gewoonlijk zijn vrouwen er meer op
bedacht, geld te verkrijgen en beter ge
schikt, het te behouden.
De man schept behagen in het kans
spel van het leven. De vrouw denkt
meest aan den inzet, waarmede het be
taald moet worden. Daarom moet ieder
een bij het beleggen van zijn vermogen
zijn vrouw of zijn moeder om raad
vragen.
Er bestaat geen reden toe. iemand
geld te geven, omdat u niet in staat is,
zijn argumenten te weerleggen.
Ook moet u het hem niet geven, om
dat u door de macht van zijn persoon
lijkheid is overstelpt.
Dc eenige beweegreden, een cheque
te schrijven, moet zijn, dat u de volle
tegenwaarde voor uw geld hebt ge
kregen.
Wanneer men geen aandeelhouder van
Lloyd's is, (2) is het niet loonetid, risi
co's tc koopen. Lloyds kent den juisten
prijs voor risico's. kent hem niet.
Wanneer iemand uw kantoor komt
binnenstormen en zegt: „Gauw. teekent
u een cheque van 500 pond sterling en
geeft u mij die. Wij kunnen dit of dat
papier koopen, wanneer wij onmiddellijk
toehappen!" antwoordt u hem dan kalm,
dat hij het papier voor zichzelf mag
koopen en het geheele profijt behouden,
daar hij het het eerst gezien heeft.
Wanneer iemand met een belofte, een
Icege portefeuile en een leuze „Doe het
terstond!" op uw' kantoor komt, word
dan niet boos, maar maak hem opmerk
zaam op een andere leuze, die boven uw
schrijftafel hoort te hangen: „Wat ik
heb, houd ik."
En wanneer men den besten spoorweg
var. Engeland voor een stuk kaas zou
kunnen koopen, moest men een goed stuk-
kaas. dat men heeft, niet zonder meer
afgeven. Wanneer iemand u ook bij
financieele transacties zegt: „Nu of
nooit!", antwoord hem altijd: „Nooit!"
In financieele aangelegenheden moet
men tegenover haast en gedrang altijd
wantrouwend zijn. Behalve, wanneer men
zelf een goede reden heeft ontdekt
snel te handelen.
Misschien mist u nu en dan een mooie
gelegenheid, wanneer u tot morgen
wacht Maar op den duur behoudt u
meer geld en hebt minder reden tot be
rouw.
Wees u in uw eigen aangelegenheden
en wanneer gij uw eigen spel speelt, zoo
.snel als u kunt. Wanneer u echter van
geld en goed zult scheiden, dan zij steeds
het devies: „Langzaam aanl"
Men kan in een minuut gemakkelijk
de spaargelden van een geheel leven
verliezen. Daarom moet men nooit onder
druk koopen, geven, leenen of handelen.
(1) Hef proces tegen Boftomley, sfich-
r van tallooze fictieve ondernemingen.
heeft eenigen tijd geleden in Engeland
groote opschudding teweeg gebracht, in
het bijzonder wijl hij, ondanks vele echecs
kan gezien heeft, telkens nieuwe slacht
offers te maken en zich daarbij aan de
aandacht van de autoriteiten te ont
trekken.
(2) „Lloyds" in de verzekeringsmaat
schappij in Engeland, die voor iedere mo
gelijke gebeurtenis een premie vaststelt
en wel met zulke zekerheidscoëfficieuten,
dat een verlies voor de verzekeringsmaat
schappij zoo goed als uitgesloten is.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 353
De jaarlijksche middenstandsbijeen-
konist heeft ditmaal plaats gehad in As
sen. Van heinde er. verre zijn de afge
vaardigden der stands- en vakorganisa-
naar Drente's hoofdstad getrokken.
Het was voor de eerste maal, na dc
plaats gehad hebbende reorganisatie, dat
dc bond bijeen kwam.
Men had mogen verwachten, dat dit
congres daarom door meerderen bezocht
zou zijn geworden. Dat was niet het ge.
val. En in Rotterdam en in Zwolle, maar
ook in Breda en Amersfoort was het
bezoek zeker niet minder dan in Assen.
Was dat een gevolg van Assen's ligging
of is de animo van de zijder der indus-
triecle middenstanders nog niet van dien
aard, dat een aanzienlijke versterking der
middenstandsgelederen heeft plaats ge
had? Wij weten het niet, maar kunnen
alleen de hoop uitspreken, dat de laatste
veronderstelling niet juist is.
De hoofdschotel bestond uit twee ge
heel verschillende gerechten. Naast het
Ïraeadvies van den heer Epkema ovei
eugdorganisatie, werden er door Pro
fessor Polak een aantal stellingen en door
den heer v. d. Pol een praeadvies ver
dedigd over de taak der gemeentelijke
overheid en den middenstand.
Het vraagstuk der jeugdorganisatie
heeft in den laatsten tijd vele pennen in
beweging gebracht Het heelt feitelijk
zijn ontstaan te danken aan den vrees,
die bestaat, dat binnen afzienbaren tijd
geen geschoolde plaatsvervangers ge
vonden kunnen worden om de taak der
leiders van thans over te nemen. Sterk
overdreven was natuurlijk de opmerking
van een der sprekers, die meende dat dc
bond tc gronde zou gaan, indien op dit
oogenhlik de bestuurders zouden bedan
ken. Ten slotte is een ieder te vervan
gen, al zullen daardoor moeilijkheden
kunnen ontstaan. Toch blijft het orgnni-
secren van de jeugd noodzakelijk. De
arbeidersorganisaties hebben dat al lang
geleden begrepen en het is alleen maar
de vraag: hoe men de jeugdige midden
standers kan organiseeren. Dat zal uiterst
moeilijk zijn. Het bezoek van de ver
gaderingen der middenstanders is ge
woonlijk van de zijde der ouderen al
bedroevend slecht, zoodat er geen enkele
aanleiding bestaat te veronderstellen, dat
men op cenigerlei wijze de jongeren wel
naar deze vergaderingen kan trekken.
Genoegelijke samenkomsten, was het
advies van een ander. Misschien zit
daarin een middel, maar men .zorge er
dan voor de genoegens niet te veel op
den voorgrond te schuiven. In dat geval
wordt het beoogde doel zeker niet be
reikt. Liefde kweeken voor het vak en
het eeuwige „gekanker" onderdrukken;
men helde over naar ethische genees
middelen. En al moge men beweren, dat
een dergelijk middel zeer langzaam zal
werken, toch was het een opmerking,
die haar uitwerking niet zal missen. De
middenstander de Voorzitter van den
Middenstandsraad wees er terecht op
heeft in het algemeen een ontevreden
natuurt Hij moppert veel, dikwijls als dat
feitelijk niet noodig is. Het middenstands-
§ezin wordt geïnfecteerd en hoe is het
an mogelijk voor de jongeren iets voor
dc middenstandsbeweging te voelen? Dat
gaat niet, dat spreekt feitelijk voor ziph
z'clf. Zeker, men'hoedc zich er voor allen
over één kam <c scheren, maar dc ob
jectieve beoordeelaar kan niet ontkennen,
dat er een groote kern van waarheid in
die opmerking ligt.
Geeft den middenstander gratis
een middenstandsdagblad; was het advies
van enkelen en Gij zult de jeugd trekken.
Dat „gratis" werd uitdrukkelijk aan het
advies toegevoegd. Wij vragen ons af, of
dat nu wel als eisch naar vorer. gebracht
inocst worden. Wij lezen een dagblad,
maar ontvangen dat ook niet gratis en
bovenbedoelde adviseurs hadden zich wel
dienen te bedenken, dat de finantieele
positie van den bond allerminst roos
kleurig te noemen is. Men herinncre zicli
slechts de jammerklachten van den pen
ningmeester. Maar dat nog daargelaten,
zouden wij willen opmerken, dat eener-
zijds de middenstander veelal dc gelegen
heid mist, geregeld een dagblad te ver
werken en anderzijds de moeilijkheid be
staat een dergelijke publicatie hij voort
during te vullen met lezenswaardige mid-
denstandslectuur. Voorshands lijkt ons
dit denkbeeld in zijn uitvoering veel
moeilijkheden te zullen opleveren.
Begon destijds de victorie van Alk
maar, misschien begint zij, ten opzichte
van dit vraagstuk, van Coevoiden. In
„het kleinste stadje van dc armste pro
vincie in ons land" bestaat een midtien-
standsjeugdorganisatïe en wanneer de
afgevaardigde van Coevorden in enthu-
slaste bewoordingen daarover het een en
ander heeft medegedeeld, ontstaat er een
zekere hoera-stemming. Ket is te hopen,
dat zij niet een gevolg is van een voor
bijgaand medeleven.
De taak van de gemeentelijke overheid
en den middenstand, was het onderwerp
van den tweeden congresdag. Wij hoor
den twee sprekers: Professor Polak en
den Heer v. d. PoL Eerstgenoemde hield
een breedvoerig betoog, hetwelk hij
verklaarde het zelf opgebouwd was
achter de schrijfiafeL
DE MANNELIJKE HULP
vader zal wel even aan den i<_est vlot: drie pond spinazie,
groentenboer telefonecren, laatl zes sinaasappelen, 12 uien k
moeder maar voortmaken, an
ders missen zij nog den trein
I valt zichzelf in de rede en
vraagt den man om even te
wachten, zijn vrouw roept wat
antwoordt, nou het lijkt toch nctl verbetert de
op uien! Wat? Zoo, mis» volgende punten voor
schien is het bananen, maar toch]
niet duidelijk
leest eenige stopt om tc rapporteeren 'daï ea
iets doorgeschrapt is, maar het
is niet duidelijk of de streep gaat
door tomaten
of wat daaronder staat en mis»
schien is er niets doorgeschrapt,
alleen maar onderstreept
beëindigt de lijst met de mede»
dccling dat er een ding was dat
hij niet kon lezen en dus maar
heeft overgeslagen
cn ontdekt 'dar hij midden in'
het gesprek de lijst heeft omgc»
draaid cn gedeeltelijk de bestel»
ling van gisteren herhaald, die
op den achterkant stond
(Nadruk verboden)
Van geheel anderen aard was de uit
eenzetting van den tweeden spreker.
Deze, journalist van beroep, bleek zijn
onderwerp volkomen te beheerschen, al
dient gezegd te worden, dat hij, na de
debatten, moest erkennen, ten opzichte
van enkele onderdeden practische zaken
te hebben verwaarloosd. Hij liet een
waarschuwend woord hooren, hetwelk
ingang vond, toen hij wees op de zekere
lauwheid die bestaat, voor zoover betreft
de bestrijding der socialisatiegedachte.
Daarmede moet men voorzichtig zijn. De
S.D.A.P. is er niet het lichaam naar zijn
denkbeelden niet ten uitvoer te brengen.
Men is alleen van taktiek veranderd; zeer
geleidelijk woidt voortgewerkt en waar
de gelegenheid bestaat een stap te zetten
in de richting die voert tot het gesocia
liseerde bedrijf, gaat men daartoe over.
Men dient zich daartegen te verzetten en
zich vooral niet in slaap te laten sussen.
Moet de middenstand, wanneer hij zijn
inzichten niet verwezenlijkt kan zien,
tegenover de gemeentelijke overheid een
opportunistische taktiek volgen? Moet hij
trachten „to make the best of it"? Ziet
daar een vraag, die zich op dit congres
naar voren drong. Zij geeft o.i. stof voor
een afzonderlijk praeadvies. In haar alge
meenheid is zij o.i. niet te beantwoorden.
Men zal een grdndige studie moeten ma
ken, waarbij men wel moge bedenken,
dat dc middenstands-tegenstanders wer
ken als de mollen (een beeldspraak door
den prae-advies zelf gebruikt) en begin
nen met een hoofdgang te graven, om zoo
meteen, wanneer de gelegenheid gunstig
is, aftakkingen te maken.
Principieel kan en moet de middenstan
der staan tegenover de arbeiders, maar
evenzeer tegenover de groot-kapitalisten.
Niet voor niets wordt zij de tinschcn-
schakcl genoemd, die van beide zijden
druk ondervindt. Het was dan ook ietwat
komisch, toen een der aanwezige.» meen
de te moeten verkondigen, dat de mid-
densiandsgroep toch feitelijk niet ver van
de arbeidersgroep af staat, al valt niet te
ontkennen de heer v. d. Pol wees er
zeer terecht op dat de aanvulling van
dc middcnstandsgelederen meestal plaats
heeft uit de meest ontwikkelde lagen der
arbeidersklasse.
Dat het congres zich ten slotte uitsprak
voor het vrije bedrijf, zegt op zich zelf
niets. Belangrijker was het feit, dat dc
heer de Miranda, Wethouder der gemeen
te Amsterdam, de beraadslagingen bij
woonde. Of hij overtuigd zal zijn, wij be
twijfelen het zelfs niet; neen, weten wel
beter. En toch kan het aanhooren van
het gesprokene hem niet geheel en al
onbeïnvloed laten. Onjuist was het toen
een gedeelte der aanwezigen bij het hoo-
ren van het woord: „Melkvoordiacht",
wei-onderdrukte-, doch niet sympathieke
klanken uitstootte. Dat doet mén niet, dat
strijdt met het begrip: burgerlijk fatsoen.
Zelfs zijn ergste tegenstander moet men
trachten te begrijpen en wil men hem be
strijden. dan gebmike men daarvoor
eerste klasse materiaal, betrokken uit het
beste arsenaal. Zoo hoort het en met
anders.
MOLLERUS.
Vervolg Stadsnieuws.
Arr Rechtbank
Brandstichting.
Dondcrdagmiddag stond terecht de
23»jarigc horlogemaker J. v. d. J. te
Hillegom. Hij werd ef van bcschul»
digd, op den 2den Pinksterdag brand tc
hebben gesticht in de woning van den
heer K., Hoogerwerfstraat 6 tc Hille»
gom.
De veldwachter verklaarde, dat
huis en inboedel bijna geheel verbrand
zijn.
Dc veldwachter heeft in het ver»
brande huis een petroleumbus gevonden
hij vertelde verder, dat bekl. niet
gunstig bekend staat. De petroleum»
bus is in dat gedeelte van het huis ge»
vonden, waar bekL zijn winkel geves»
tigd had.
Beklaagde ontkende de bus daar ge»
plaatst tc hebben, wel had hij een der»
gelijke bus op zijn werkkamertje bo
ven dc plaats, waar de bus gevon»
den is.
Get. \V. K dc bewoner van het huis.
zei dat bekl. in zijn huis een winkel
had gevestigd in cén der vertrekken.
Boven dat vertrek had hij bovendien
nog een klein werkkamertje. Dien
Maandag, des middags <>m half twee,
ging getuige naar zijn kamer. Hij pas»
seerde het vertrek van bekL cn zag.
dat de deur dicht was. Dat gebeurde
anders nooit. Te ongeveer kwart voor
drie ontdekte getuige den brand en
toen hij weer voorbij het vertrek van
bekl. kwam zag hij dat nu de deur open
stond. Het brandde reeds flink cn hij
merkte nog op. dat een hoop licht
brandbare stoffen in de werkkamer
lag cn daar was de brand blijkbni
aangekomen.
Get. was van oordeel dat bekl. heel
hoog verzekerd was. in aanme-king gc.
nomen den betrekkelijk geringen voor»
rand.
De heer K. was van oordeel, dat dc
brand aangestoken moet zijn.
Bekl. meende dat de verklaringen van
den lieer K. onwaar zijn wat betreft
dc schatting van den voorraad.
Hij weet verder niet hoe dc brand
ontstaan is.
Dc getuige zei nog, dat als hij 5 ml
nutcn later wakker was geworden, hij
zeker verbrand zou zijn.
Weduwe P. W.K. zei, dat ze in
Mei tegen bekl. had gezegd dat het
zoo'n rommel was op zijn kamer. Hij
had toen gcantwoprd dat ais de plannen
cr eens door zouden gaan. hij voor
dien rommel toch nog 500 zou krij»
gen.
Dc bekl. ontkende dit. Ook zei hij
dat het niet waar was wat getuige ver»
der beweerde, namelijk dat hem, bekl..
dc huur was opgezegd en dat hij woor»
den zou hebben gehad met de familie K.
Er werden nog een paar getuigen gc»
boord cn mej. W. B. zei, dat ze bekL
'des morgens om ongeveer 11 uur bij de
woning heeft gezien.
Het O. M. achtte het wettig cn over»
tuigend bewijs bclcverd cn noemde het
feit zeer ernstig, ook omdat er levens»
gevaar bestond voor anderen.
De officier eischte 1 jaar en 6 maan»
den gevangenisstraf met aftrek der pre»
ventieve hechtenis.
Dl verdediger van bekl., Mr. J. C.
J. Nicuwcnhuis, achtte het bewijs niet
geleverd, dat hangt van vermoedens aan
elkaar. Dat bekl. om^ll uur nog bij de
woning is geweest bewijst heel weinig.
Van dat oogenblik af tot de brand
uitbrak is hij er niet geweest. Bekl.
zou dan al een installatie gemaakt
moeten hebben om den brand eenige
uren later te doen uitbreken.
Pleiter concludeerde tot vrijspraak»
De uitspraak werd bepaald op Dinsdag
a.s.
UITSPRAKEN.
J. v. d. K., werkman, wonende te
'Lcïmuidcn. <thans gedetineerd, diefstal,
drie maanden gevangenisstraf, met af»
trek preventieve hechtenis, o. v.; Y.
D. dc J., schipper, gedomicilieerd te
Rotterdam, thans gedetineerd; art. 249
W. v. S, zes maanden gevangenisstraf,
m. a. pr. hechtenis, o. v.; 3 D, de R„
varensgezel, zwervende, thans gedeti»
ncerd, diefstal, drie maanden gevangc»
nisstraf m. a. pr. hechtenis o. v.; H.
G. -Y-, bouwkundige, wonende te Scho»
ten; appèl overtreding-Huurcommissie»
wet vonnis kantonrechter te Haarlem
bevestigd. H. G. Y„ bouwkundige, wo»
nende tc Schoten, appèl overtreding
Huurcommissiewct, vonnis kantonrech»
ter Haarlem bevestigd; H. G. Y„ bouw»
kundige wonende te Schoten; appel
ovcitrcding Huurcommissiewet, vonnis
kantonrechter Haarlem bevestigd; G.
V.; chauffeur, wonende te Vclsen; ap«
pc 1 c-vcrtreding Motor cn Rijwiehvet,
vonnis kantonrechter Haarlem beves»
tigd, G. W.t chauffeur, wonende te
Amsterdam, appèl overtr. Motor en
Rijwiel: tglement, vrijgesproken. L. R.,
kapper, wonende te Wijkeroog; F. T.,
kapper wonende te Beverwijk: art. 251
bis W v. S., sub. 1 zes weken gevan»
gcnisslrnf o. v„ sub. 2 vrijgesproken.
W. J. B„ varensgezel, wonende te
I.Tmuidcn, diefstal, zes weken gevangc»
i nisstrat o .v.; Th. B., chauffeur, wo»
"-tilde te Zaandijk, appèl o^crcr. Alg.
Pol.verordenïng Zaandam, 25 boete
subs, 6 Jagen hechtenis o. r.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
Voor huishoudelijk gebruik in
liter-schroefflesschen, prijs 32 cent
FEUILLETON
DE GEWELDENAAR
.Cit het Engelsch van
MARJORIE BOWEN.
58)
„Ik heb zegepraal afgedwongen
aan voordurend falen 1" riep Maarino
me' schaterende oogen uit. Hij wm
een ander men'ch gewordenHij had
van louter vreugde kunnen lachen en
zingen, want vannacht zou hij I*otta
weer terugzien. Hij zou zijn woord
houden- liet paleis vim Visconti wo»
hij d0 West Poort zij zouden liem
hebben voordat hij zelf wiet
„Is er geen mogelijkheid van falen.
Ligozzi geen mogelijkheid van
verraad?" vroeg hij, de handen van
zijn vriend in de zijne drukkend-
„Neon. edele heer; wij kunnen Via
tarniui tot in den dood vertrouwen."
..Von Schulembor's paard kwam he
den morgen :.i het kamp terug," zeide
Ligozzi.ik weet niet waar do graaf
Ik zal hem wel vinden ah ik in
Milaan ben. Hij zal prinses Valen
tine trouwen ik draag hem geen
bitter hart toe. Morgen mi de werold
geheel veranderd zijn. Liozzi I" M
tino s!ond met ongeduld te wachten
op de terugkomst van Tomaso, die
vooruit wa» gezonden om te verken
non.
De lucht gloeide en vlamde door dc
boomen heen alsof de geheele wereld
in brand «oud en weerkaatste op Def
la Scala's gepolijste wapenrusting,
zoodat hij in rooden gloed eehuld
ficheon.terwijl lange, wi«e veeren van
zijn stalen helm wapperden- Ren
oogenblik daarna was het «chijnael
vergloeid cn de wereld weer kond en
grijs De zon was ondergegaan.
Een koel briesje speelde in de bla
ren tegen de bleeke luoht. Marino
stond tegen een boom geleund te wach
ten zonder dat eenig voorgevoel
hem kwam waarschuwen. Hij geloofde
vast dat hij nu eindelijk «lagen zou
eindelijk
„Tomaso blijft lang weg," zeide Li*
gozzi.
„Het is een heel eind we?," glim
lachte Mas'ino„doch niet zóó ver.
dat wij niet vóór den dageraad binnen
Milaan zullen zijn 1"
De gang kwam ui1 in een struikge
was bij een wijde grot. In zijne bezie
ling trad Delia Scala den donkeren in
gang binnen en luisterde met inspan
ning.
Doch niets kwam de s<,ilte verbreken,
behalve het zuchten van den wind en
nu en dan 't gerinkel van paarden-
Luister!" riep Mas'-ino uit, ,,ik
hoor hemMet glinsterende oogen
wendde hij zich t0t Ligozzi, „Mijn
vriend, eindelijk heeft de hemel on'
'erhoord I"
„Hij heeft geen toorts merkte
Ligozzi met verbazing op, want. hoe
wel er voetstappen nader klonken,
kwam geen licht het duister verbre-
ken.
„Hij is zeker niet op een toorts blij
ven wachten. .Breng de manschappen
nader. Ligozziriep Delia Scala uit.
Op datzelfde oogenblik trad iemand
uit het duister te voorschijn, een ver
wilderdo gedaante en 1 -ch was
het Tomaso. Zijn bleeke gelaat was
besmeerd met bloed, dat uit een die
pe wond aan zijn voorhoofd vloeide.
Zijn kleeren waren gescheurd en go
havenrl, en hij zwaaide alsof hij niet
moor kon van pijn of van moeheid.
Met een bitteren kreet zonk Toma
so aan della Scala's voeten neer. „Kr
is geen hoop meer!" riep hij ui1- „Wij
zijn verraden O, was ik maar ge
e'orven voor ik u dit moest berichten
„Verraden?" herhaalde Ma'tiüo die
als venteend tegen den muur der
grot aanleunde om steun te vinden.
..Verraden?" vroeg hij nogmaals, ver
suft op den knaap neerziend-
..Veraden'" vroeg hij nogmaals, ver
wien En gij zijt gewond
„O, dat is niets Ik ben nog op
tijd Visconti bewaakt met zijn man
6ohappen den anderen uitgang. Mc»
moeite ben ik ontsnapt om u te ko
men waarschuwen" stamelde Tomaso.
„Wie heeft ons verraden?" vroeg
Ligozzi met een uitdrukking van woc
de.
„Het meisje antwoordde Torna»
so met, bitterheid; „het mei*je, dat
Visconti liefhad."
„En de hemel begunstigt hare liefde
en niet de mijneontsnapte het aan
Masiino's lippen. „Wij zijn verraden
door de liefde van een meisje voor
Vi'conriEn mijne vrouw wa bt op
mijriep hij met een wilden lach,
plukte een verlepte roos uit de ploo
ien van zijn gordel on wierp die op
don grond. „Kijk, Ligozzi een tee-
ken du' ik vervuld waande. Doch er
was en meisje, da» waakte
I«oUa moe' omkomen, en Visconti
wordt gered 1 Dit teeken was om mij
te bespotten!"
Hij vernietigde de roos onder zijn
hiel en Ligozzi schrok van de wilde
wanhoop welke op zijn gelaat te lezen
stond. „Ik had het moeten begrijpen
riep hij uit; had het moeten
begrijpenIk zal Visconti tot een
tweegevecht uitdagencn hij trad
vanuit de grot naar zijne wachtende
officieren foe- ..Terug naar het
kamp!" riep hij met wild stem uit.
„Wederom zijn wij verraden dit
maal door eene vrouw die Visconti
lief heeftDe hertog van Milaan mag
van geluk spreken wie zou dit voor
mij doen?" En in zijn wanhoop wierp
hij zich op den grond neer.
„Laat ons alleen fluisterde Li
gozzi „Iaat ons alleen. Voor heden
nacht is er verde niet te doen» De
prins en ik zullen volgen."
„Hij is vreeselijk aangedaan,"
merkte een der officieren op.
„Al zijn hoop was hierop geves
tigd.' voerde Ligozzi met bitterheid
aan. „Zijne vróuw
Teleurgesteld gingen de manschap
pen in troepjes heen om het slechte
nieuws te verspelden. Het was than'
geheel donker geworden, doch niet
zoo donker dat de drie mannen in de
grot elkaar niet konden zien in het
zachte schijnsel der sterren.
Mas tino riep Tomaso en vroeg hem
met schorte «tem„Vertel mij wa' er
gebeurd is, bes'e jongen, vertel mij
alles-"
„liet i3 veel te pijnlijk, edele heer
begon Tomaso.
„Pijnlijk!" herhaalde Della Scala
met een schellen lach „daar ben ik al
aan gewend! Vertel mij hoe het ge
beurd is." Hij was opgedaan in de
schaduw der boomen. Tomaso en Li
gozzi. die een naar-passen van hem af
stondenkonden alleen den omtrek
zijner groote gestalte zien.
..Er i* niet veel te vertellen." zeide
de knaap geheel ontdaan. Hij wa'
ziek van teleurstelling en pijn en leun
de zwaar tegen zijn vader aan.
„Agnolo deed de deur voor mij
open zooaU wij afgesproken han
den. Met een verschrikt gelaat -citel-
do hij mij da1 zijne dochter verdwe
nen was. „Visconti had haar wegge
haald," vezekerde hij. Hij as half
gek. en terwijl hij nog met mij «prak,
liep 't plein vo! '.datc-n Visconb's
manschappen. Het meisje was naar
het-paleis "ev' h en had den hertog
alles verteld! Wij waren verraden Zij.
lachten toen zij mij zagen en beloof
den mij een v: indijken dood. Z;j hoop
ten dat gij zoudt vr leren om u warm
te verwelkomen. Ze bespotten 'Agnolo
dat hii vergiffen-** rog kri'ren ter wil
le van zijne dochter, die hertogin zou
WOvd.-'n. iti voor ril- o'-.Wlo
hof had he' verklaard Agnolo zou
vergiffen.'* krijgen ais hij nog eeu
beetje meer wilde vei*tellen van wat gij
van plan waart te doen. VistarninI
«fcond echter tartend tegenover hen.
„Viscon'i behoeft er niet op te re
kenen, da1 hij on* allebei krijgt]" riep
hij uit. waarop zij lachten en hem
toen afmaakten. „Dat was het bevel
van de:i hertog," zeiden zij, en geen
vergiffenis."
ITicr bleef Tomaso wachten.
„En zijne dochter leeft om hertogin
van Milaan te worden!" riep Delia'
Scala uit.
(Wordt vervolgd)'