HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN FLITSEN VRIJDAG 21 AUG. 1925 TWEEDE BLAD No. 3488 DE CRISIS IN DE H. O V Dat de voorzitter voor den tweeden keer bedankt, ditmaal zeker wel voor goed en dat er tc gelijk een arbcids» conllict omslaat, is toevallig. De heer Djserinck heelt andere argumenten voor zijn aftreden en noemt er dit conflict niet bij. De plaats is dus opnieuw vacant en het zal niet gemakkelijk zijn, die weer tc vullen. Niet dat het onmogelijk zou wc.ten. Wanneer er in of bij Haarlem een muziekliefhebber te vinden is. die lust heeft in organisatie en niet hang is voor een stootje, die kans ziet hier of daar een tekort tc dekken cn zich nuttig maken wil voor .een brccdin kring van medcmenschen. dan is hu voor het presidium van de H. O. V. dc aangewezen man. Dc satisfactie moet hij vinden in zichzelf en in dc waardcc^ ring van enkelen, maar in dit opzicht gelijkt het presidentschap precies op dat van alle andere organisaties, die werken in het openbaar. Er zou dan ook geen reden wezen, om van crisis tc spreken, wanneer er niet nog een andere moeilijkheid bestond. Het conflict met het orkest. Daarmee bedoel ik het salaris en den opzeggings» termijn van de harpiste niet. Dat is ecu incident, waarvan dc oplossing gemak» kclijk of minder gemakkelijk, wel gevon» den zal worden, maar het feit. dat de musici hij motie aandringen op dcfini» ticve regeling van hunne positie. Wan» neer dit iets bcleekenen kan, dan be duidt het verbetering van de po» Nu geeft iedereen volmondig toe. dat dc traktementen te laag zijn. Daar be< hoeven wij geen woord aan tc verspil» Icn. Iedereen erkent het en wie er mee te maken heeft zou niets Liever doen. dan dc positie verbeteren, wanneer daarvoor manr geld tc vinden was. Dat is er niet Ook dit is algemeen be» kend. Ieder jaar moet met kunst cn vliegwerk de rekening sluitend gemankt worden en wanneer salarisvcrnetering dat tekort nog doet stijgen, verkeert de H.O.V. in groot gevaar. Als wij dit bc> denken (cn niemand kan het loochenen) dan is er aanleiding om van crisis tc spreken. Er wordt door dc musici voor tc lage loonen gewerkt, dooi den dirigent met een onvoldoend salaris genoeg geno men. door het bestuur met opoffering van rust cn genoegen al het mogelijke gedaan, om dc zaak overeind te hou» den. Wat bijvoorbeeld dc sccictaris, dc heer Van Zanten doet, is niet tc gcloo» ven: ware het orkest zijn eigen onder» neming, dan zou hij cr niet meer toe» wijding san kunnen besteden. Op den duur zal al die offervaardigheid niet kunnen haten, wanneer er niet meer geld komt. Dat dc H. O. V. nog bestaat, is bijna een wonder. Men kan niet ver» wachten, dat dit zal voortduren. Dc vraag is dus: op welke wijze dc finnn» ciccle positie eindelijk zóó kan worden versterkt, dat cr ccnige tevredenheid komt bij de musici en de rust in het bestaan van dc 11. O. V„ die voor een goede propaganda noodzakelijk is. Naar ik geloof zijn cr twee middelen, die da» delijk moeten worden toegepast. Maar vooral wil ik een woord zeggen over een ietwat vaag plan. dut tot consolidatie der H. O. V. opgeworpen is. Wie daarmee het eerst op de prop» pen gekomen is. weet ik niet recht, maar doet er ook niet toe: met het plan namelijk tot samenwerking van de drie frootc vCTCeniglngen in Haarlem: Bacil. 'oonkun.st cn de 11. O. V. Zoo in woor» den gezegd klink het wel aardig. Dc handen ineenslaan, samenwerken, elkaar steunen het is alles heel mooi, maar hoe dat practiseh nuttige resultaten op» leveren kan, is niet duidelijk. Natuur» lijk kun niet bedoeld wezen, dat dc drie vcrccmgiiiöcn voortaan één contributie zullen heffen en écn kas zullen bezitten, Hoe hoog zou die contributie wel moe. ten wezen, wanneer die ééne grooter was dan de drie nu gezamenlijk zijn? Dc leden zouden het ook niet willen.-Wie belang stelt in dc concerten van Toon. kunst, doet dat daarom nog niet in die van de H.O.V. en omgekeerd. Met Bac'n staat het niet anders. En waar. gesteld dat alle bezwaren konden worden opgc» lost. zou men een zaal vinden, zóó groot, dat dc leden van dc drie ver» ccnigingen daarin konden worden ge» borgen? Dit is dus een ondenkbare conibl» natie. Bovendien is de aard van dc drie vcreenigingen verschillend. Bach is een particuliere vereeniging, waarin het be stuur vrijwel oppermachtig is, daar de leden met genoegen aan bestuurders dc zaken overlaten. Ook in Toonkunst geniet het bestuur het onbcpcakt ver» trouwen van de leden. Dc jaarvergade» ringen zijn. evenals bij Bach, maar voor den vorm- Toch is Toonkunst in zooverre anders dan Bach, dat zij een a f d c c 1 i n g is van ccn grootc maat» schappij. In dc 11. O. V. ten slotte behartigt het bestuur wel de zaken, maar onder voorbehoud van de voor» waarden, die dc Raad stelde voor het gemeentelijk subsidie cn waarop door een speciale commissie toezicht ultgc» oeiend wordt- Volledige samenwerking dc drie verecnigingcn zou ook daar» onmogelijk zijn. Wij behoeven ons geen oogenblik tc verbeelden, dat Bach of Toonkunst dc H- O- V. zouden wil» len opnemen cn daarmee meteen dc oogdij aanvaarden van het gemeente» bcstuur- Gcen samensmelting dus- Waarschijn» lijk is het denkbeeld alleen opgekomen in het brein van wie de positie der H- O. V. versterken wilden, door het orkest tc laten medewerken bij de uit» voeringen van Toonkunst cn door daaraan een paar van dc concerten op tc dragen, die Bach zijn leden aan» biedt- Hier is althans cenig houvast. Maar valt op dezen steun van do zusterverenigingen te rekenen? Dirl» gent van de Toonkunst»uitvoeringcn is Evcrt Comclis, tevens dirigent van het L'trcchtsche orkest is het wonder, dat hij in dc samenwerking van die twee dc beste kansen voor een onbc» Upelijke uitvoering ziet? De Bach» crecniging moet er op uit zijn, aan haar leden concerten voor te zetten, die zij alleen geven kan. ia het alge» meen dus niet uitvoeringen van het plaatselijk orkest, hoe goed dat ook moge wezen- Daarom roept Bach de orkesten uit Amsterdam cn Den Haag hier, al kan zij natuurlijk een enkelen keer ook dc H. O. V; uitnoodigen op tc treden. Hetgeen zij'al eens gedaan heeft. Misschien klinkt dit alles sommigen niet aangenaam in dc ooren- Het Is evenwel beter, dc waarheid te bckij» ken. dan tc schermen met phrascn en leuzen, die practiseh geen gevolg kun» ncn hebben- I-uat ons toch niet ver» geten, dat wij hier spreken over inccr geld, omdat dit dc sleutel uitmaakt van dc toekomst der H. O- V. Een hetere financieel® basis brengt rust mee in 't orkest, gemakkelijk vinden van een voorzitter, vertrouwen bij het publiek cn allicht meer succes bij dc propa» ganda- Het moet velen met mij toch wel eens getroffen hebben, hoe lijdelijk het gemeentebestuur van Haarlem zich ge» draagt tegenover dit groote gemeente» belang. Alsof zijn tuuk met het geven van 300® subsidie (grootcndcels geen subsidie, maar betaling voor gclcvcr» dc concerten) afgeloopen zou zijn! Neen. Na al dc moeite, die het bestuur van de II. O. V. zich getroost bcclt om een Rijkssubsidie tc veroveren, be» hoort ook het gemeentebestuur zijn invloed daarvoor tc laten gelden- In het vorige jaar waren de twee onver» moeiden. Koolhoven cn Van Zanten, ol hoop. Zij meenden het doel tc na» deren De Minister was weliswaar in dc :aghcid, gcl.jk Ministers bij aanvragen n financicclcn steun zijn, maar dc administrateur Duparc begon er iets voor te gevoelen, dat het Haarlemsche orkest ccn gedeelte ontvangen zou van de som, die voor subsidie van orkesten op dc Rijksbcgrooting uitgetrokken was. Helaas, Dupnrc overleed, dc Mi» nistcr verdween cn het bestuur van dc H. O- V- moet bij nieuwe autoriteiten de oude poging doen. Hoe zij cr over denken is onbekend- Het kan mee» cn tegenvallen- Maar wanneer het gemeentebestuur zijn ge» wicht in dc schaal legt cn zijn Haag» schc relaties aan 't werk zet. is in ieder geval dc kans grooter. dan die tot dus. verre was. Mogelijk heeft een simpele adhacsiebctuiging geen waarde. Be» schikken over andermans kas is altijd gemakkelijk geweest. Anders wordt het. wanneer men. steun verzoekende, zelf mee steunen wil Ligt nu hier niet de oplossing, dat dc Raad 2ich bereid verklaart, uit dc gemeentekas ccn extra subsidie van 10 000, of meer of minder tc vcrlcc» nen, wanneer cn zoolang het Rijk bereid is. ccn gelijk bedrag voor subsidie aan dc H- O- V- uit tc trekken? Men moet niet zeggen dat zal niet gaan. dc Raad geeft geen cent meer boven dc 30-000- Ik geloof niet, dut dit ccn maximum bclioeffc te wezen cn zeker niet, wanneer op deze manier het Rijkssubsidie te krijgen is- In 'deze richting ligt een oplossing, die aan dc H. O. V- wel niet voorgoed de finan» cicclc rust in de toekomst waarborgt (het is het lot van orkesten nu een» maal periodiek met tekorten te worstc» len) maar dan toch ccn bestaansmini» mum verzekert, dat in overeenstem» ming is met (bescheiden) eischen van den tegenwoordigen tijd. Dat er gemakkelijk ccn voorzitter te vinden zal /(jn. zoodra dc financiën geen al tc grootc vrees meer inboeze» men, begrijpt iedereen. Nu moet hij met ccn lantaarntje, wat zeg ikmet ccn 200 kaarsdainp gezocht worden dan zou cr misschien met eens een lantaren noodig wezen. Ja. misschien boden zich wel, op discrete manier, dc liefhebbers aan. Wil men dezen weg niet uit, dan zal te avond of morgen aan een van de crisissen van haar bestaan de II. O. V- komen te overlijden. En als het te laat is, zal het gemeentebestuur er spijt van hebben, dat het 't openbaar belang, niet beter heeft begrepen. J- G- P- VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 375 DE SCHOENWINKEL BINNENLAND VERBETERING VAN SCHIPHOL Een der best geoutilleerde vlieghavens van Europa Naar de Tel. .verneemt, zullen den Am sterdamse-hen raad spoedig vooretellen van B. cn W. bereiken, welke beoogen dusdanige verbeteringen op het vlieg veld Schiphol aan te brengen, dat dit bin nen afzieniharen tijd onder de best geoutil leerde vlieghavens van Europa zal zijn tc rangschikken. Een groot opgezet plan ia uitgewerkt, inhoudende <len bouw van nieuwe hangars, de verbetering van hei void en van de toegangewegen, waardoor Schiphol a!s Amsterdams vliegbaven ten volle berekend ral zijn, niet alleen voor he; huidige, doch ook voor he» zich in de «komst tiog meer ontwikkelende inter nationale luchtverkeer. INTREKKING VAN CRIf-tFWETTEN. Kon wetsontwerp is ingediend tot intrek, king van de volgende wetten: Wet van 4 September 1914. houdende be. palingen, strekkende om den rechter de ge legenlieid te geven dadelijk Uitwinning te voorkomen naar atófljidimr van celdeluke moeilijkhoden tengevolge van de tegen, woordige buitengewone omstandigheden: wet van 11 Juni 1915. «ot toelaiins in dc tegenwoordige buitengewone omstandighe den van vooiloopige hechtenis wegens het ,r. an. 45 der wet van 25 Mei 1899 eerst om. schreven misdrijf; wet van 29 Juli 1916. tot verleneir.c en horstel van in de Merlcenwet genoemde termijnen; dinributiewet 1916: echopen vorder ingewet 1917, gelijk dew wet nader :s gewijzigd; wet van 1 September 1917 houdende bij. zondere maatregelen ten aanzien van hei goederenverkeer met het buitenland, eeliik deze wet nader igewijzigd: wet van 12 Januari 1918 tot vaststelling van bepalingen in het Uealng van den om. loop van 'e rijks munten; wet van 25 Februari 1918 houdende lie. palingen brtreffeoÖo bet slachten van paarden, runderen, schapen en varkens, gelijk deze wet nader is gewijzigd: wet van 20 April 1918. betreffende nadere uitbreiding van den landstorm; scheuiwet 1918; erisisenquêtewet 1918; wvan 7 December 1918. tot verzeke ring van de dienstvaardigheid van spoor wegen, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd, in de buitenge wone omstandigheden: werklooeheidsTerzckeringtsnoodwet 1919 Rekening houdende met het dienaan. gaande Tan verschillend» ziiden geuite verlangen zegt de regeering in haar toe lichting meent de regeenng niet lan ger to moeten wachten met het doen van st&ppen ten einde te komen tot opheffing van die maarego.lcn. waarvan een langer voortbestaan geen reden heeft. Een stelsel, matige intrekking van alle nog van kracht zijnde crlsiswettcn op liet huidige oogenblik zovi verder gaan dan met he oog op de daarmede verbonden belange' geraden zou zijn. Het wetsontwerp draagt nog de handle»-, kêningen van de ministers uit het vorige kabinet. HANDELSBEDIENDEN ENZ. Dinsdag j 1. waren de besturen van Ned R K. Bond van Handels- en Kantooi en Winkelbedienden „St. Franciscus van Assisiê" en van de Ned. Ver. van Clir Kantoor- en Handelsbedienden ter audién. tie bij den minister van Arbeid. Aangedrongen werd op spoedige invoe. ring van. de Rijkewottolijke regeling der winkelsluiting, waardoor mogelijk wordt gemaakt de invoering vap de algemeens maatregelen van bestuur inzake de werk. tijden voor de winkelbedienden. Ook aangedrongen op spoedige doorvoering van de arbeidswet voor de kantoren. De Minister deed toezegging deze wi schen spoedig in overweging te zullen i Klanten, die zich al wachtende op hun beurt, afvragen in welke sok het gat zit, bedienden die volhouden dat zij een grooter maat niet zouden adviseeren, want het leer rekt nog zoo en iemand die van de hoogte van een ladder vraagt of er nog maat 46 zijn en zoo ja - waar dan. (Nadruk verboden). REGEERING EN PERS. BttHienlandsche Zaken 1 en (Landbouw, jhr. tnr, De Geer, heeft in bijzondere audiëntie ontvangen de heeren D. Haife, voorzitter, A. Voogd, vice-voorz. on W. N. v. d- Hout, secretaris, tezamen vormende het dagelijksoh bestuur van ■Jen Nederlandschen Journalistenkring. De K ring-vertegenwoordigers hebben den minister medegedeeld, dat hun be stuur en hun vereeniging volgaarne be reid zijn medewerking of tu-^ohenkomst te verleenen in al die gevallen, waarin dit nuttig kan zijn en waarin de Regee- ring «en beroep op hen doet. Zij herinner- ien er aan, dat ook op verzoek van vorige Kabinetten of ministers de Kring herhaal delijk regelend en inlichtend 1? opgetre den, zoowel bij de binnen- en buitenland- sohe pers als bij het publiek en bij be langrijke gebeurtenissen. I)o minister heeft geantwoord, dot hij deze verzekering ten zeereie waardeerde, (lat hij met vreugde gezien hoeft dat er ih latere jaren een betore verstandhouding is gekomen tussclien do overheidsorganen en de pens en dat ook hij een goede samen werking «p d enhoogsten prijs stelt. Hij heeft naar vele journalletieke aangelegen heden belangstellend geïnformeerd. In den loop van he: onderhoud heb ben de beeiuureleden herinnerd aan de onder het mini;-.erie-Ruys ingestelde en »|oor den loenmaligen ministerraad uit drukkelijk erkende publicneiiscommïssie van den Kring, die de regeering kan ad viseeren omtrent bepaalde «ongelegenhe den in he: openbaar mededelingen te doen. Het i« de bedoeling van het Kring-bo- «iiiur, om ook bij den minister president een onderhoud aan ie vragen, zoodra bij van vacantie terug is. DE MARECHAUSSEE TE WAGENINGEN Op de vragen 'van den heer Bulten in vorbnnd met do voorgenomen overplaatsing van de te Wagenineen geetaticmneerde ma rcchaussees naar (1e gemeente Ede, heeft dc heer Lambooy, minister van Oorlog, o.m het yolgemde geantwoord: De verplaatsing var. de thans te Wagenin een gevestigde bi gade Koninklijke mare- chaufsee naar Ede heeft een punt van over weging uitgemaakt. Aanleiding tot die overweging was de omstandigheid, dat aan de kazemeering der brigade te Wageningen, ook nadat he: gemeentebestuur verbeteringen aan de ka zerne zou hebben aangebracht, verschillen de bezwaren zijn verbonden, terwijl zoo wel de inspecteur der Koninklijke mare chaussee als de er bij betrokken procureur generaal, fungcerend directeur van politie van meening zijn, dat aan de onderwerpe lijke verplaatsing, ongeacht do aanwezig heid van politietroepen te Ede. uit politio neel en uit justitieel oogpunt voordeden verbonden zijn en de mogelijkheid niet buitengesloten was. dat de gemeente Ede p aannemelijke huurvoorwaarden zorg zou dragen voor Sen goede huisveeting der bri gade. Ijitusschen heeft de gemeenteraad van Ede zich niet vereenigd met den voorgeno men bouw eener marechausseekazerne, in verband waarmede voorshands van een ver plaatsing der brigade Koninklijke mare chaussee van Wageningen naar Ede moet worden afgezien. SCHADE VAN EEN GEMEENTE DOOR DEN TOESTAND VAN DEN POST- CHèQUE EN CIRODIENST. Do Minister van Waterstaat heeft in lichtingen verstrek! op «en adres van den raad der gemeente Landsmeer, betreffen de uitbetaling aan die gemeente van een bedrag van een door haar geleden rente verlies in verband met den toestand, waar- in de postchèque en girodienst in 1923 en 1924 verkeerde. Do minister wijel op art. 25c van het Gi- robesluit 1925, dat destijds van kracht wae, cn waarbij wae bepaald, dat het rijk niet geldelijk aansprakelijk wae voor de gevol gen van vertragingen in den dienst. De be woordingen van dit artikel zijn algemeen en sluiten geen enkel geval van verlraging uit. Behalve dit artikel is bij de beoordeeling van de onderwerpelijke zaak echter ooi in aanmerking :e nemen ar: 1286 B. W. Krachtens het bepaalde bij het derde lid van dit artikel zou geweid, dat cr eenige verplichting tot vergoeding van kosten, schade en interessen bestond zoodanige vergoeding alleen verschuldigd zijn van den dag af, dat deze »n rechte gevorderd wcTd. hetgeen in het onderwerpelijke geval niet heeft plaats gehad. Eeu wettelijke verplichting, om vergoeding te geven over een tijdvak, voorafgaande 3an een even- tuecle dagvaarding, bestaat niet. Met betrekking tot de meening van den gemeenteraad, dat overwegingen van .ze delijken aard ertoe zouden moeten leiden het gemeentebestuur van Landsmeer niet de dupe te doen worden van de ontredde- derimg van den postcheque- en girodiens!. Ie meer niet; omdat de gemeente feitelijk gedwongen werd een gitorekening te ne men. daar alle betalingen van Rijkswege per giro werden voldaan, merkt de minis ter op, dat deze laatste bewering «iet ge heel juist is. De regeling omtrent beta ling per postgiro gold alleen voor de ge meenten, die bij den postcheque- en giro- dtenst waren aangesloten. De gemeenten, die zich niet wenschten aan te sluiten, kregen hun betalingen evenals vroeger door tueschenkomst van de betaalmeesters kantoren. ODD-MINISTER BIJLEVELD. Oud.minister Bijleveld, than: van den Octrooiraad, zal, wanneer hij hat ambt van lid der Tweede Kamer heeft vaard, «an de regecring verzoeken, als van den Octrooiraad op non- worden gesteld. MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON. In het Juli-Augusiusnumnier van „D« Schakel", het gemeenschappelijk orgaan van de Amsterdamsche instellingen voor maatschappelijk hulpbetoon, vind! men cij fera betreffende het hulpbetoon van de geregelde ondereteunmgen der instellingen die met geld of in natura steunen en be. treffende het aantal gesteunde crisiswerk. loozen en de werkloosheid in het ale?, meen, over het eerste halfjaar 1925. Bij beschouwing dezer cijfers valt in da eerste plaats op, dat het aantal intrekkin gen van onderstand al sedert Maan dat der toegekende ondersteuningen overtreft. Hierdoor is het totaal aantal steungevaL len niet onbelangrijk afgenomen (nl. met 900); in liet geheel zijn thans nog pl.m. 500 partijen b:j diverse instellingen te ra. men in ondetstand.Het hier geschetst ver. loop komt ongeveer overeen met dat van veh loden jaar, echter met dit verschil, dat de daling van het aantal steun gevallen in het voorjaar van 1924 ongeveer tweemaal zoo sterk was (1700) als in 1925 (900). De daling van het aantal gesteunden gaat santen met een afneming der werkloos heid Uit hetgeen de laatste jaren over de verleening van onderstand is waargeno men, is voorts nog gebleken, dat de verbe tering in den toestand gedurende den zo mer, meestal word: gevolgd door toene mende werkloosheid en stijging van het aan gwteunden ui het najaar. De mogelijk heid dat er dus 6poedig e»sn kentering komt in 't huidige gunstige verloop is dus zeker niet uitgesloten. BRAND IN DE LEIDSCHE LICHTFA. BRIEKEN. Donderdagmorgen omstreek® half elf was or in de buinenstad te Leiden plotse, ling een groote roetzwarte rookwolk waar te nemen boven de lichtfabrieken te Lei. den. Dra ging het genieht door de stad, dat do gasfabriek in brand zou staan. Er trokken vele belangstellenden in het voor uitzicht van een grooten brand naar de Langegracht cn den Morssingel. Bij na. der inzien bleek het gelukkig niet zoo ernstig ie- z;jn- Alleen eeu der bi.gebou wen van dc gas/abt lek. op het terrein aan den Mareeii'ge] brandde fel. Het gebouw is be&iemd voor de bereiding van watergaa teerolie. Vermoedelijk door het springen van een peilglas van den kcie! 16 deze ii'-hiontvlimbare vloeistof in brand cc. raskt Een der-werklieden, die cij het uit* bleken van den brand :n het gebouw aan. wezig wae. wist zich nog bijtijds in vei ligheid te brengen. De groote roetwolkea. het felle branden en vooral ook de onmid dellijke nabijheid van de gashouders de den aanvankelijk hot ergste vreezen. Het personeel der lichtfabrieken, dat met eigen middelen direct het blusschings. werk ter hand nam, wist gelukkig door krachtig ingrijpen den brand te beperken tot hot eene bijgebouw, dat echter geheel uitbrandde. Stagnatie in het bedrijf geeft dit niet. De brandweer, die met de motor, spuit en een aantal slangec-ivagcns ter plaatse was. hoefde geen dienst te doen. FEUILLETON DE GEWELDENAAR Uit het Engelsch van AlARJORIE BOWEN. Uren lang reed Delia Scala voort in de richting van Novara, znn vrouw tegen zijn borst aangeleund. Toen bespeurde hij plotseling een rooden gloed in de lucht. Ziinc gedachten waren slechts op een enkef punt gevestigd Visconti! Hij dacht niet meer na noch het verleden noch de toekomst hadden verder eenige betcekenis voor hem. Dieper en dieper verzonk hij in een nachtmerrie. Hij be- selte alleen maar dat hij Isotta in de ar men droeg en dat zij dood was. Ook dat huitgereden was om Visconti te zoeken meer niet. De gloed werd steeds scheller, met punt-.ge vlammen. Een stad die in brand staat", zeide Mastino werktuigelijk. De woorden had den geen mee nine voor hem. Doch hier was licht, als hij licht noodig had gehad om Visconti te zoeken. Hoewel de brand een mijl ver weg was, verlichtte de schelle gloed dc pilaren aan den ingang van ecu buiten cn een begroeiden muur waarvan de bloemen vreemd en spook achtig leken, als met bloed overgoten het zomerverblijf van een of anderen edel- Mastino bracht zijn paard in pas. Die vreeselijke rit had het arme dier uitge put Voor zich uitstarend naar de vlam men, begon Mastino's brein weer min of meet* te werken. Hij was uitgereden om Visconti te zoeken Visconti was hier. Hij wist het hij was er zeker van. Langzaam stapte het paard met den dubbelen last voort, door den ingang, waar geen wacht stond, tot aan een stoep welke naar een breed balkon leidde met lange glazen deuren van een verlicht ver trek. Ja het was hier en nergens stond een wacht Visconti was hier! en voor een oogenblik werd het vuur van Mastino'sziel aangeblazen tot gloeiende hitte. Toen steeg hij af en legde Isotta neer, zijn paard met een paar woorden toesprekend. De gloed der brandende stad verlichtte alles en legde een rooskleurig schijnsel op het schoone, dooöe gelaat. Het onweer was over. Er viel nog een zachte regen, doch deze hield ook aan stonds op. Mastino vond een beschut plekje onder eenige struiken, waar hij met aandoenlijke teederheid Isotta neer legde cn de kap van haar mantel over haar gelaat trok. „Ik kom terug" fluisterde hij haar toe met een kus. Toen liep hij met gel rokken dolk de stoep op. Hij had geen wapenrusting aan en was blootshoofds. Doch daar dacht hij niet aan. Hij was hier gekomen om Visconti af te maken. Er kwam een soldaat de stoep af doch voor hij eenig geluid kon geven vloog Mastino hem aan, wurgde hem, en liet het lijk geruischloos neerzakken. Toen luisterde hij hoorde daar bin nen een lach en eene stern het was Visconti! Delia Scala keek in 't rond. Hoe zou hij hem kunnen bereiken'? Hij snakte er naar Visconti's bloed warm over zijne handen te voelen loopen en aanstonds! „Welk een gloed! De soldaten zullen niet veel buit maken", zeide Visconti. „Doch v/ij gaan de slad weer opbouwen, de Lana: wij zijn rijk genoeg". „Wij hebben daar juist buiten de mu ren iets afschuwelijks gevonden zei de een andere stem, „een menschenhand met een bos roodc linten er in ten hand, anders niets, een mooi gevormde hand". „Gij hebt altijd van die griezelige ver halen daar heb ik een afschuw van zeide Visconti. Langzaam voorfkmipend betastte Mas tino een der glazen deuren en dacht: „Hier zal ik zien binnen te komen", doch lachte aanstonds, want de deur werd ge opend cn het gordijn dat er voor hing half opzij geschoven, een witle mouw en een fijne hand met ringen toonend. Een oogenblik daarna was net gordijn door een reuzenvuist neergerukt en stormde Mastino naar binnen, zonder een oogen blik te denken waaraan hij zich bloot stelde. „Waar was Visconti? Niet ver weg want het was inderdaad Visconti die de deur zelf had geopend. Doch na den gloed buiten verblindde het licht binnen Mastino's oogen. Een stem schreeuwde: „Houd hem van mij af!" en toen kruisten zijne blikken die van Visconti. De daad was bijna vol bracht in wilden angst voor Mastino's vreeselijke uitdrukking, was Visconti te ruggetreden tegen den muur aan. Zijn hand tastte naar zijn dolk. De anderen waren als voor eene verschijning naar alle hoeken van het vertrek heengesto- ven. „Lafaards!" gilde Visconti, „gij zijl tien tegen één. Houd hem tegen! Een fortuin voor wie hem afmaakt!" Mastino had hem bijna beet nog een oogenblik Doch Visconti viel, en kroop langs den muur voort, vervolgd door die «rijpende handen. Toen blon ken een twaalftal zwaarden cn kwamen de soldaten van het naaste vertrek bin nenstormen. Er heerschte wilde verwar ring. ..Dood hem'" gilde Visconti. De kreet die van Delia Scala opging toen zij hem omringden, deed hun t merg in de been deren stollen. Tien tegen één. En 't was noodig. Het bloed begon te stroomen. „Gian Visconti! Gian Visconti!" Deze was weer opgestaan bij den muur, „Dood Item! dood hem!" riep hij in wilden angst, want hij was er niet zeker van dat zij die gedaante, welke naar hem loe worstelde, ooit zouden kun nen overmeesteren dat dit een gewo ne, menschelijke gedaante was of een menschelijke stem, welke aldus zijn naam uitgilde. „Laten zij hem dooden!" schreeuwde Visconti nogmaals Doch de Lana be woog zich evenmin als Visconti hij wendde zich niet eens om. „Visconti! Visconti!" klonk hel nog maals „o!.." toen geschuifel 't voorlsleepen van een zwaar lichaam dat door de soldaten naar het balcon ge sleept werd. waar zij hem lieten liggen. Een van hen hoorde hem kreunen doch hij bloedde uit twintig wonden. Toen verlieten zij hem en sloten de deur. „Is hij dood?" vroeg Visconti angstig rondziend. Daar de grooie candelaber omver ge worpen was, heerschte cr een half duis ter m 't vertrek, flauw verlicht door een paar doffe kaarsen aan den muur en den gloed van buiten. Niemand ant woordde Visconti. Zonder een woord te spreken betastten de soldaten hunne wonden. Hij had als een leeuw gevoch ten! zij waren als versteend. den ling liet bloed afveegde, dal op zijn hand gespat was. Niemand anders sprak zij stonden als vastgenageld. Het was vreeselijk afschuwelijk en zij traden bevreesd van de deur weg. „Stil wat is dat?" vroeg Visconti, angstig uitkijkend, „wat was dat?" Ér klonk iets op het balkon Vis conti's gelaat werd grijs. „Hij leeft en zij werden met nieuwen angst be vangen. De Lana trachtte iets te zeggen, doch kon niet. „De deur is niet goed cesloten fluisterde Visconti met schorre stem. „Laat iemand de deur stevig dicht doen!" Doch niemand bewoog zich niemand dorst, uit bijgeloovigen afschuw. T oen klonk het alsof iemand viel alsof iemand zich met inoei te voortsleep te er werd aan de deur gerammeld. Hij is niet dood!" riep Visconti met half gesmoorde stem ut. „Een stad voor wie hem buiten gaat afmaken". Doch niemand bewoog zich. „Een man die reeds half dood is!" riep de hertog uit; ,.en niemand om hem den genadeslag tc geven?" Zij durfden niet. „Luister! hij maakt de deur open. De Lana, ik beveel u cn hij wees met bevende hand naar builen. Doch de La na schudde het hoofd cn zeide met af schuw: „Het is wreed genoeg geweest". Met verwilderde oogen in 't rond ziend riep Visconti uit: „Een stad een for tuin voor wie medelijden wil toonen Schouderophalend een gezicht trekkend trad een ruwe soldaat naar voren met getrokken zwzard. Hij opende de deur, schpof iets terug en trad naar buiten. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5