HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN FLITSEN JÜ WOENSDAG 2 SEPT. 192S TWEEDE BLAD N». 3492 Verkeerde voorstellingen over Nederland De verccniging „Nederland in den Vreemde" heeft het tweede deeltje uit» gegeven van „Wat leert men over Nc» derland in den Vreemde en hoe kunnen wij daarin verbetering brengcu?" Het is een werkje van een vel ol negen cm geeft een opsomming van vele onjuist» heden, die op het gebied van aurdrijks» kunde cn geschiedenis aan dc school» jeugd onderwezen worden. Dc deken van dc Universiteit der re» publiek te Peking. Chun Jicn Pos, bc> richtte aan den vertegenwoordiger al» daar var» „Nederland in den Vreemde", dat Holland weliswaar al lang voor dc Cnineczcn een bekend land is, inaar dat zij slechts ccn vage voorstelling hebben ▼an de sociale, politieke cn godsdien» stige toestanden in Nederland. De Chi» nccsche kinderen weten, volgens dezen heer, net zooveel van Holland, als onze jongens van China. Aangenomen, dat dit zoo is, dan bc« hoeft dat toch geen reden te zijn voor landgenootcn om dezelfde opmerking tc maken ten opzichte van het uitsteken» de werk, dat de vcrecniging wil trach» ten te doen, namelijk beter cn meer kennis over ons land verspreiden in het buitenland En toch doen zij dat! Meer» malen heb ik alleen dit ten antwoord gekregen, wanneer ik sprak over dc ver. keerde begrippen, die in het buitenland over ons land hccrschen: „weten Hol» landschc jongens dan zooveel meer van het buitenland?" Maar dat is toch dc vraag niet! Dc hoofdzaak is immers, dat wanneer eindelijk het voorbeeld eens gegeven wordt door ons. andere landen het zullen volgen en dat er zoodoende verheldering van begrip ontstaat en daardoor meer algcmcene waardce» ring. die dc voorlooper moet zijn van den wereldvrede. Op dit terrein is nog Ontzaglijk veel te doen Vlak bij dc deur bijvoorbeeld, in België, waar het/ij uit onwetendheid, hetzij uit kwaadaardigheid, vaak de scheefste voorstelling van zaken in de schoolboekjes wordt gegeven. Van hoeveel bcteckcnis dat is. begrijpt ieder» een. Allerlei valscbe voorstellingen en misverstanden worden maar voortdu» rend voortgezet, zoodat het haast een onbegonnen werk schijnt, die op men. Dat gaat zoo door de hcclc wereld heen. Een van dc samenstellers van dit boekje heeft in Melbourne op een par» ticulicrc school voor meisjes ccn in Lon» den uitgegeven schoolboek aangetroffen, waarin als bondgenooten van den Hol» lander in zijn strijd tegen het water gc» noemd worden „dc wind. stoom, zand en dc ooievaar". In hoe verleent dat edele dier zijn medewerking? Hij ver» delgt reptielen, die dc helmnlanten, waarvan de wortels het zand der dui» ncnbijeenhouden, zouden aantasten! Vandaar, dat de ooievaar dan ook wet» tclijk beschermd is. Deze onzin zal ons land in Australië wel niet bcnadcelcn. maar hij is een bc» wijs van dc lichtvaardigheid, waarmee schoolboekjes geschreven worden. Dc Engclschman, die het samenstelde, kon toch beter weten, inaar hij is blijkbaar nooit in Nederland geweest Anders zou hij niet beweren, dat bij ons dc voornaamste bron van kracht dc wind is. dat winters de koeien in dc weide overjassen dragen, dat de voornaamste zeegeul den Helder is. in de Zuiderzee en dat de op palen gebouwde huizen van Amsterdam vaak verzakt zijn. dus voorover of achterover hellen, sommige rechts, andere links, weer andere tegen elkaar aan, Portugccschc leerboeken tooncn goc» den wil, maar staan vol fouten, o.n. deze, dat dc verwijzing naar bet Noord» zeekanaal geheel onnoodig staat onder dc Haarlcmschc Trekvaart. Veel beter is het in Finland gesteld. Men doet daar zijn best cn op ccn bij» zonder vricndclijken toon. Dc inlich» tingen zijn gewoonlijk juist, zoodat ccn enkel foutje als bijvoorbeeld, dat den Haag dc hoofdstad van Nederland is. licht kan worden vergeven. Deze ver» gissing is trouwens door de geheclc we reld heen algemeen: men kan zich blijk baar niet goed voorstellen, dat het hof in een andere stad, dan in de hoofdstad gevestigd zou zijn In Estland wordt o.a. geleerd, dat de Hollanders hun land gezuiverd hebben van het graniet, dat sinds den ijstijd den bodem bedekte. Van dat graniet hebben zij huizen en dammen gebouwd, In den winter is het hier „rechtwarm". Tijdens den herfst is ons land in ccn dichten nevel gehuld, De boomstammen in onze polders cn tuinen zijn geverfd! fs het misschien mogelijk, dat deze laatste bijzonderheid een gevolg is van dc gewoonte om ccn gedeelte van dc boomen op onverlichte wegen gedeelte lijk wit tc schilderen, ter waarschuwing op donkere avonden.-' Men kan zeggen dat Estland een klein land en ccn nieuwe staat is. Maar Noord Amerika dan--1 De samensteller heeft in cén Amerikaansch leerboek bijzonderheden over Holland gevonden, die „Hans en Grcitje" voorstellen als de types van Hollandsche kinderen. Hun ouders zijn zeer behoeftige boeren, want in Holland werken de mannen zoowel als de vrouwen, op het veld! En hoe is te verklaren, dat de schrijver iLvde. een Engclsche professor nog wel. de bewering van een anderen Engelsch» man Wilson, dat een tiende v3n onze bevolking in schuiten leeft, nog eens on derstreept met dc bewering: „dit leven is zuiver nomadisch cn hindert zoozeer een behoorlijke schoolontwikkeling, dat ongeveer 30.000 kinderen het leven lei den van lastdieren op het jaagpad". Malle tegenstellingen tusschen Hol landers en Friezen wisselen af met een beschouwing over voortdurenden mist. Daartegenover is het ccn kleinigheid, dat een van onze zeehelden altijd maar weer Van Tromp genoemd wordt, dat voorvoegsel is onuitroeibaar. Waarom nu ons land juist moet wv den voorgesteld als een onbewoonbaar oord (in andere boekjes wordt hc eentonig genoemd) zal wel geen N< derlander begrijpen. Erger is cc valschc voorstelling als deze: ..dc kaai pers wordt met dc hand bewerkt, wan dc Hollandsche boer veracht alle nu deme uitvindingen". Zulke dingen zijn natuurlijk ccn groot nadeel voor reputatie in dc wereld. En het is altijd onwetendheid, die daar dc schuld van is. Prof. Gcvl te Londen vestigt cr de aandacht op. dat dc bovengenocm. dc Prof. Lyde. „soortgelijke weten schap" als hij in zijn Engclsche boeken over Nederland verkondigt, in 1919 cn 1920 in dienst stelde van dc anti- Ncderlandschc propaganda der Belgen in Engeland". Nu moeten wij natuurlijk bij dc hc» oordeeling van al deze schrijverij niet vergeten, dat in vele boekjes dc on- juistheden maar klakkeloos worden overgenomen, evenzeer als dc onbedui» derde Icelijkc prentjes. Des tc merkwaardiger is het, dat dc bewerker, over Duitschiand sprc» kende, zeggen kan: „het is treffend, dat in geen enkel Duitsch- leerboekje over Nederland onaangename opmerkingen komen „Aan slordigheden echter geen gebrek". Zoo wordt bijvoorbeeld van onze koloniën alleen Java genoemd. Dc eigenaardige geest van inlijven, komt herhaaldelijk aan den dag in al» lerlci opmerkingen over onze tan! cn afkomst. „Vaak wordt zeer duidelijk leedwezen uilgesproken over dc om standigheid. dat dit afgescheurde stuk Duitschiand nog altijd niet met het moederland hcrccnigd is". En wat zegt men wel van deze verzekering: „het Hollandsche dialect (Mundart) heeft zich tot een schrijftaal ontwikkeld!" Dc toon van dc boekjes mag dan vricn» dclijk wezen, dc manier waarop wij bij Duitschiand worden gerekend, bc» alt ons toch niet. Bij het onderwijs op dc middelbare scholen, maakt dc samensteller de op» merking. „dat hier inderdaad nog vrij» wel alles te doen is". Rembrandt is een van dc grootc vertegenwoor» digers van dc Duitschc kunstopvatting naast-Dürcr (in ccn ander boekje ccn- oudig ccn Duitscher) van grootc Ne derlanders als onze admiralen, dc Witt, Vondel, wordt niets gezegd. Alleen komt Peter Hele in ccn boekje voor. met dè mcdedeeling dat hij in 1628 de Spaansche Zilvervloot veroverde. Als dat laatste cr niet bijstond, zouden wij ons moeilijk kunnen voorstellen, dut met dezen Peter, Piet Hein bedoeld wordt, die in N'cdcrlandsche oogen on« der dc zeehelden zeker de grootste niet is. Behalve door foutieve mededcclingen zondigt dc voorlichting in het buiten» land vooral ook door onvolledigheid. Aan de jeugd wordt in het algemeen geleerd, dat Nederland geen industrie heeft, omdat het geen delfstoffen bezit cn daarmee meteen dc bcteckcnis :c nijverheid in Brabant cn Twente eenvoudig weggecijferd. Ook op het punt van kunst en geleerd» hcid komen wij cr dikwijls slecht af. Deze indrukken van dc jeugd blijven bestaan, zijn dikwijls niet of nauwelijks roeien ci> daarom is het zoo -noodig dat vreemdelingen ons land be» zoeken om daarvan betere indrukken te krijgen. Het spreekt dan ook van zeil; dc verschijning van deze twee deeltjes zijn maar een voorbereiding. Of we al weten dat cr zoo slecht cn gebrekkig over ons land gclccraard wordt, helpt niet. Verbetering is noodig. „Nederland in dc buitenlandschc schoolboeken dc plaats te geven waarop ons land recht heeft, ziedaar onze taak!" zegt dc secretaris van het hoofdbestuur, Dr. M. de Hartogh. Maar ook daarbij blijft de verceni» ging niet staan. Haar werk moet ccn propaganda worden voor den wereld vrede. „Geen vredeswerk kan slagen, wanneer het onderwijs haat kweekt cn wraakgcdachte». Dat gebeurt. Nog steeds. Zelfs tegen Nederland, hoe on gelooflijk dat ook moge klinken". Op welke manier dat gebeuren moet? De vereeniging geeft in liet algemeen aan een rechtstreeksch contact met schrijvers en uitgevers dc voorkeur, waarvan zij een intensievere werking verwacht, dan van ccn centraal rond schrijven aan do departementen van onderwijs in de verschillende staten. Verder wil zij dc bronnen opsporen, waaruit de schrijvers geput hebben cn aanraking zoeken met organisaties van leeraren, onderwijzers cn studenten. Daarmee is al ccn begin gemaakt voor Amerika. België cn Zuid»Afrika; bin» nenkort zullen andere landen volgen. Men benijdt ons vaak onze talen» kennis. Hoe zouden wij daarvan een beter gebruik maken dan met dit werk des vredes en dc algcmcene voor» lichting! En komen dan andere landen bij ons klagen: „ook op uwe scholen worden dwaze dingen over ons onder» wezen," des tc beter. Wij zullen cn mogen onze ooren daar niet voor slui» ten. Maar het is, zeg ik nogmaals tot dc zwaartillende criticasters tegenover het werk van Nederland in den vreem de. ccn andere zaak. J. C. P. Vervolg Stadsnieuws. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 385 OP WEG NAAR DE BIOSCOOP TER HALL's REVUE „T KAN VERKEEREN" Wat ook kan verkeeren niet hef boeiende, het frisschc, het fleurde, het afwisselende, het actueele van ftenri ter Hali's revues Deze eigenschappen ziin altijd in groote mate in de producten van den Nederlandsche n revue-koning aan wezig. Ook nu weer in de naar Brero's vaak aangehaalde zinspreuk gedoopte revue, die deze week als van ouds in de grootc gemeentelijke concertzaal wordt opge voerd. Dit gezelschap is toch maar gelukkig et een kracht als Buziau, dien onverbe- terlijkeii komiek, die tegelijkertijd zulk een uitstekend acteur en mimicus is. Wij hebben hem nu al verscheidene jaren ge zien. tcikens geeft hij iets in '1 zelfde gen rc en toch is het telkens wat anders en steeds boeiend. In eenige taiereelen getuigen de char ges die hij vertoont van een buitenge wone virtuositeit. Zie en hoor bij voor beeld „Sjors" als verkiezingspropagan dist eerst een kapitalistische en daarna een communistische redevoering afste ken! ..,'t Zit 'm alleen maar in den klem toon!" zegt hij Neen, Buziau, 't zit 'm, ook nog wel ergens anders in, nl. in je onnavolgbaar en onbetaalbaar tvpeerla- lent. dat ook zoo heerlijk aan den dag komt in die meesterlijke creatie van „Boy", den jongen met de malle aanstel lerige meisjesmanieren. Schitterend was dit. Cen luid applaus, vooral na de ver kiezingsredevoeringen, was telkens zun loon. Piet Kohier die bij dit gezelschap Sietn N'ieuwerhuizcn vervangt, stond voor ons gevoel nog wat buiten het ka der. Hij zingt aardige liedjes, maar snaaksche invallen zijn bij hem niet tal rijk en hij is nog meer de operette- dan de revue-artist Toch gaat dit bleek trouwens bij zijn vroeger succesvol op- treden in operettes herhaaldelijk zijn talent onbetwistbaar in de komische rich ting, maar wij hebben hem in operettes wel eens levendiger, beweeglijker gezien dan hij nu in deze revue is. Roosje, mevrouw Roosje Kohier is al tijd een lieve, beschaafde, guitige com- mère, die bovendien haar elegante cos- tuums met zwier en gratie draagt. Aardige taiereelen, waarbij drie schit terende slotiafereelen, zijn er natuurlijk weer bii de vleet. De verlangzaamde bokswedstrijd, ccn geestige parodie op de filmopnemingen met langzaam wer kend apparaat, deed telkens een dave rend gelach in de bijna geheel gevulde zaal opgaan. En dan de „natte ma noeuvres". met Buziau als reserve-kapi tein! Kostelijk! Ook van het tafereeltje van den orgeldraaier op Koninginnedag, die in een minimum van tijd zijn orgel tot een klein cafétje maakt en zelf even spoedig van costuum verwisselt, maak te Buziau een meesterstukje. U ziet het: een revue van Ter Hall is tenslotte Buziau cn' nog eens Buziau, want telkens kom je weer als vanzelf op hem terug. Prachtig en tot in de puntjes verzorgd zijn weer. we zeiden het reeds de slotfafereelen. Vader constateert dat ze het hee» le programma zullen kunnen zien, eindelijk zijn ze nu eens goed op tijd moeder staat plotseling stil I vader meent, dat er geen tijd in zdu ze niet even een sjaal halen, debat verloren moet worden, hij het begint 's avonds al frisscherj zal "m wel halen, ligt ie in haar. komt met de sjaal terug door deverneemt dat Jan naar binnen achterdeur om te zien of die wel- gestuurd is om hem te vragen ook gesloten was cn informeert waar| een zakdoek voor moeder mee te Jan gebleven is nemen keert naar huis terug Micntje loopt hem achteraf Oin te vragen of hij den brief op moe» der's bureautje ook mee wil ne» men, dan kunnen ze dien posten ]0 vader. Mfentjc,. Jan. de zakdoek, cn de brief verschijnen en ont» dekken, dat moeder verdwenen is moeder roept, dat ze even de pa» rapluie is gaan wegbrengen net gaat toch niet regenen, maar alles in dc kast is van de haken geval» len totdat ze eindelijk weer op weg gaan en alles vlot verloopt, tot vader drie straten verder ontdekt, dat hij zijn geld heeft vergeten (Nadruk verboden). De sjaalcostuums, buitengewoon van ëlégance en kleurzin (de dames die ze dragen loopen er mee door de zaal en géven dus het publietf alle gelegenheid ze van zeer nabij te bewonderen) zijn in Ter Hali's eigen atelier.- vervaardigd. Het borduren van elk cosluum duurde ongeveer een maand, zoo wordt in het programma medegedeeld. tiet tweede bedrijf eindigt met de fi nale: „Aan de Cote d'Azur" en is een wonder van kleurenrijkdom en verlich ting. Na het derde bedrijf als slof van het geheel: de finale „De Vredesconferentie", iarin Nederland, omringd door sier lijke duifjes, den vrede voorstelt. Rijk en smaakvol zijn ook hier weer de cos- tuums, onverbeterlijk is de groepeering. Wij moeten nog de aandacht vestigen op het tafereel „Black and White", dat in het programma „inystericuse gedaante verwisseling" wordt genoemd cn waarin blanken plotseling in negers worden ver anderd Raadselachtig! Dit is een vinding vari Ir. Samoiloff. van het Hippodrome te Londen, waarvan Ter Hall alleen het opvoeringsrecht voor Nederland heeft. Gij. die eens een avond gezond wilt lachen, gaat naar Ter Hall. U behoeft niet bevreesd te zijn, op eenigerlei wijze gekwetst te worden. In de pauze werd gecollecteerd voor de slachtoffers van de stormramp De op brengst was 106.95. MUZIEK IN DEN HOUT. Muziekuitvoering in den Hout op Donderdag 3 September 1925, tc S uur, door dc H. O. V-, onder leiding van Willem Knikker. 1- Marsch „Princcssc Polichinelle", Auvray. Ouverture „Das Nachtlagcr in Granada", C- Krcutzcr- 3. Waker „Mcin'Traum", Waldtcufcl. 4- Suite „Faust", Ch. Gounod. 5. Kricgsmarsch aus Athalia, Men» delssohn. 6. Ouverture „Le Barbier de Sevilla", Rossini- 7- La Voi* des Cloches. Luigini- S Fantasie „Madm. Butterfly", Puc» ER IN GELOOPEN. Dinsdag ontmoette ccn Haarlemmer •ti 28jarigen J W-. met wicn hij eenigen tijd geleden had kennis gemaakt, in een café, W. vroeg zijn nieuwen vriend oor eenige oogenblikken zijn regenjas cn zijn fiets tc leen. Dit werd gaarne toegestaan. Dc Haarlemmer had zich echter in zijn nieuwen vriend vergist. Want deze met jas cn rijwiel verdwenen- Een protestvergadering De Oud-Indische Militairen In het gebouw „de Korenbéurs" vergaderde Dinsdagavond de vereeni» ging van gcpensionncerde en gegageerde militairen van het leger in NedJOost en Wcst«Ind:ë. Dc voorzitter der afdccling Haarlem, de heer D. van Gelder, hield een rede over de volgende punten: Wat was een koloniaal, wat is nu een koloniaal, wat is door hem gedaan, wat wordt er voor hem gedaan en wat zal er voor hem ge» daan worden. Hij behandelde eerst den tijd, waar» in hij voor het eerst van zijn leven der naam koloniaal hoorde. Hij teekende zelf In liet jaar 1898c ondervond nadat hij goedgekeurd was dc beste behande» ling, dc schoonste voorspiegelingen wer» den gemaakt. Na eenigen tijd werd het anders. Jn Harderwijk begon spoedig de misère die aldus spreker het Ie» ven van eiken koloniaal vergiftigt. We werden slachtoffers van den woeker. In Indic hadden wc geen Hollandsche on» di rk k eren noodig. Die moesten we in Harderwijk maar offertn voor het fonds var. oud»mibtaircn, met zooveel andere dingen. Maar wie zag ooit iets terug van die gaven? Op alle mogelijke manieren werd ons geld afgeperst. En vervolgde spreker- men bestal en benadeelde ons aan boord cn in lndic nog meer. Jc kon daar alleen goed eten alh je cen goed gevulde beurs iiaa. Van onze 33 cent tractement moes» ten wc dc bezems betalen waarmee we onze kamers schoonmaakten, moesten wij olie betalen die in onze lampen was, moctsen wc het vet betalen waarmee wij onze geweren moesten schoonhou» den. Iedereen had het „rechtom af tc Ecrscn, cn vooral onze superieuren heb» en van dat „recht" schandelijk mis» bruik gemaakt. Spreker schilderde wat ccn koloniaal in indlë mee kan maken. Hij was van mccning. dat de koloniaal geëerd was op het veld van oorlog, maar dat hij be» hpndcld was als ccn beest, zoodra het gevaar geweken was, Vervolgens zette spreker uileen. hoe hij als dc meeste van zijn beroepsgenooten na den dienst in Indie zijn geheclc leven door het noodlot achtervolgd werd. geen goede betrekking kon vinden omdat hij niüar ccn koloniaal was. .Omdat men niet weel. wal wij in Indic deden, wat wij tc doorstaan had» den en wat eindelijk het gouvernement van ons maakte." De heer Van Gelder concludeerde dan dat aan de kolonialen milliocnen is tc kort gedaan en dat hun toestand nu nog heel betreurenswaardig is. Hij bc» handelde de houding van dc regcering in den loop der jaren. Verschillende verhoogingen werden gegeven. Vooral dank zij de bemoeiingen van den bond „Voorwaarts". Hij schetste de verkeerde houding tusschen hen die nu en hen die vroe» ger werden gepcnsionncerd. liet ergste is echter, dat wij niet op» genomen zijn in bet weduwen en wee» zen fonds. Wat meet er van onze vrouwen en kinderen worden als wij er niet meer zijn? Gaf men ons alleen maar dc rente van het kapitaal dat men ons ontnomen heeft, maar neen, de koloniaal was im* mers altijd gauw tevreden, hij zal nu ook wel weer zijn mond houden." 'J ensl ïitc behandelde de heer Van Gelder het uitgebreide woeker«systecm, dat thans nog door velen wordt uitge» oefend, cn waarvan de kolonialen vooral het slachtoffer zijn. Zij zitten immers meestal in verlegenheid, en gaan er daa als laatste uitweg toe over hun pen» sioenkaart te bclecncn. Dan zijn zij ver» lorcn.De woekeraar vraagt van eiken gul den dien hij leent, een kwartje. En zoo, eindigde spreker, „de koloniaal wordt uitgeknepen als een citroen, zoosls hij zijn hcclc leven al uitgeknepen werd als een citroen." Met algcmcene stemmn werd daarna besloten, de volgende motie aan het hoofdbestuur te doen toekomen. Op dc openbare vergadering van 1 September 1925. is met algemecne stem men aangenomen, om 'e protesteeren. tegen het besluit van de rcgccrïng voor de zestig gulden verhooging voor O.I. militairen, die den leeftijd van 50 jaren hebben bere*kt. Het voorstel is met al» gcmecne stemmen aangenomen om als» nog bij dc regcering er op aan te drin» gen, de leeftijdsgrens geheel tc laten ver vallen en in tc laten gaan van terugwer» kende kracht. Hierna werd de vrij goed bezochte bijeenkomst gesloten. DE KRUIDENIERSBEURS. In ons vorig nummer werd de lijst van deelnemers aan dc Kruideniers» beurs, die op 22. 23. 24 September in ce Gemeentelijke Concert/aal gehouden wordt, afgedrukt. Hierin is. wat dc fünia Bakker cn Co betreft, cen fout geslopen. Het moet luiden: „Pakker en Co.. Korte Vcerstraat 3. Elcctrische Koffiebranderij en Theehandel, Kolonia» 1c waren. MOTOR IN BRAND- Tn de wngenloods Van den expedi» tcur J- v. B., werd de motor van een rachtauto aangezetplotseling vloog de carburator in brand Dc motor stond ipoedig in vlammen. Het vuur werd snel gcbluscht nadat de benzineleiding afgesloten- FEUILLETON HET PARKTMET DE BLAUWE VOGELS Uit het Fransch van CHARLES FOLEY. 3) /i'i kwam nu geheel bij", opende de oogen en zag dat zij op een granietslee- tien trap zat naast een dame met witte haren die haar aankeek met cen uit drukking afwisselend tusschen verras sing, médelijden en verrukking. En in de oogen dezer vrouw zag zij tranen op wellen. Albine deed geen enkele poging zich uit de omarming los te maken, vooreerst door een gevoel van uitputting, maar ook wel doordat zij in weerwil van hare verlegenheid cn schuwheid, hoe vreemd zulks ook was geen spoor van angst of bevreemding bemerkte zoo door deze vreemdelinge te worden gesteund. Ove rigens was deze voor haar géén vreem delinge. Deze vrouw met de droeve diep liggende oogen moest stellig in dezelfde film een rol gespeeld hebben, waarvan het geheugen van het kind een ontiil- wischbaren indruk had behouden. In het zalige gevoel als van een herstellende zieke genoot Albine de zoete ondervin ding van geliefkoosd en getroost te wor den. Hoe kwam het dat zij die nooit of zel den omhelsd was die kussen der oude dame bij den vijver als zoo gewoon en bekend gevoelde. Was die stem ook wel ke haar zoo liefdevol toesprak niet vroe ger door haar in hare droomen verno- Waarom hadt gc zoo'n verdriet kleine? Het deed mij pijn het te hooren, hoe is liet mogelijk dat iemand je zoo kon doen lijden. De jeugd moet zonder zorgen en vroolijk zijn, Zijn er niet genoeg oude inenschen voor dc zorgen en de tranen? Vetrouw mij maar.ik ben een trouwe vriendin: vertel mij je zorgen. Albine was van cen omzichtten aard, zonder zich nu echter een oogenblik te bedenken hoe ongewoon een. derge lijke ontboezeming zou zijn. bekende zij onder den machtigen invloed der haar bewezen leederheid zonder acr'elcn. Zoolang ik mij kan herinneren me vrouw ben ik altijd treurig geweest.. ja verdrietig cn ongelukkigomdst mijne moeder mij niet lief neeft ca nooit heeft lief gehad. En gij. hebt ge uw moeder lief? Ik heb het beproefdmaar k kon niet! Zij is zoo koud en streng, als u het eens wist! Haar blik remt eke uiting van liefde evenals haar droge en korte wijze van spreken. Ik kan mij iFet herinneren dat zij mij ooit op haar schoot heeft genomen of in bed in slaap gezongen: „Zit stil!Zwijg!ga weg!...." dat waren de eenige woorden die ik tusschen 3 cn 6 jaren te hooren kreeg. Hoe heet uw moeder? Jenny Sonne] Ik heet Albine. Wij hebben vroeger buiten gewoond, daarna in Parijs in de rue dc Grenelle. op een tusschenverdieping die op een binnen plaats uitkwam. Miinc moeder nam mij nooit met zich mede. Toen wij nog een kindermeisje hadden ging ik 'daarmede uit. Meestal meest ik alleen thuis blijver. Lang heeft het geduurd dat ik dan erg bang was later was het alleen verve ling die ik gevoelde. Toen ik zeven jaar was begon ik in huis wat te helpen, cn wat later zond moeder mij naar school. Het werken was mijn eenige afleiding. Ik verveelde mij niet meer zoo maar bleef toch even treurig gestemd. Hoe grooter ik werd, hoe beier ik mij van het onge wone van mijn leven bewust werd. „Mishandelde Jenny Sonnel je?" vroeg de onbekende in angstige verwachting. Soms. voor de kleinste kleinigheid kreeg ik klappen of werd gestraft, dan in het zwarte kamertje opgesloten waar in ik sliep. Moeder sprak zoo weinig mogelijk tegen mij, ik voelde dat zij nooit aan mij dacht cn haar leven aan het mijne geheel vreemd was. De weinige ureii die wij samen waren, vielen haar nog langer dan mij. Ik heb geleden zoo veel een kind maar lijden kan! Ach mijn lief kleintje, mijn lief kleintje! Albine voelde hoe de oude vrouw haar bevend v&n medelijden nog vaster tegen zich aandrukte cn snikte terwijl zij haar kuste. En wat verzorging, voeding be oog hebt gij miscshien evenveel zoo niet meer Tced gekend? Mevrou.v Sonnel had toch geld? Moeder beweer! dat zij arm is, zij werpt mij telkens de uitgaven voor de voeten die zij voor mijn onderhoud en onderw ijs heef» moeten doen. Honderd malen heeft zij mij gezegd: Mijn geld is op. ie moet zelf den kost ja.in verdienen' /elis in mijn slaap ge loof ik soms die kwellende klacht te hooren. En toch voert moeder niets uit en betaalt geregeld de leveranciers. Ik geloof niet dat zij schulden heeft. Toen ik 16 jaren was, spoedig nadat ik mijn diploma had verworven, vond ik een betrekking als stenotypiste. Ik had acht a tien uur daags te werken maar ver-- diende vierhonderd en vijftig francs per maand. Niet meer? Het leek mij een fortuin! Moeder liet mij vierhonderd francs voor voeding en onderdak betalen, ik had dus vijftig francs zakgeld. Die laatste twee jaren waren nog de minst sombere van mijn leven. Ik hoopte zelfs, nu enkele weken geleden cen kansje te krijgen. Mevrouw Daisy Morval. een schrijfster, bezig naani te maken, stelde mij voor haar drie vacantiemaanden naar Boismont te ver gezellen en dan haar secretaresse te zijn Hier in het dorp? Ja in het Hotel du Lac. Ik verdien de maar de helft, maar was buiten in een mooie omgeving, hoefde niets zelf te be talen cn kon de namiddagen over mijn tijd vrij beschikken. Vond mevrouw Sonnel dat goed? Even heerlijk als ik zelf! Zij vroeg rtoch wie mij in" dienst nam noch waar heen ik ging, dat kon haar niet schelen. Zonder ooit op ie houden mij in strenge slaafsche afhankelijkheid te houden was haar grootste wensch toch zich van mij te ontslaan. Ik kan mij zoo'n wonderlijk gevoel niet begrijpen, maar ik heb nooit ac gevoelens van mijne moeder begre pen. En zijt ge in Boismont bij die schrijfster gelukkig geweest? Dat gaat nog al wel. Daisy Morval heeft een wisselend en onberekenbaar hu meur, ik had heel wat moeite de roman tische woordenvloed te rangschikken, welken zij mij vóór 't ontbijt ai dicteer de. Daartegenover staat dat de land streek mij best bevalt. Kan men zich iets mooiers denken dan dit keurige liefelijke dorpje, die bloeiende oevers, dat water dat alle tinten van de lucht weerspie gelt .Nu echter, nu ik met toestemming van den jongen mijnheer geholpen door den boschwachter door dit park heb mo gen gaan. dit heerlijke kleine dal heb ge zien. die vijver waar boven de blauwe I vogels licht en vlug heen en weer vlie- gen, ben ik wel wat bang dat het meer buiten en de oevers mij minder mooi zul- jlen lijken Maar het doet er niet veel toe. Ik ga Boismont voor goed verlaten. Het is pas eind Mei, kindlief en je vacantiemaanden zijn dus pas begonnen en als je ie hier bijna gelukkig voelt. -- Ik ben heelemaal niet gelukkig meer mevrouw. Moeder is naar Saintonge ver trokken al een tijd geleden cn heeft zelfs niet meer na-r inij gevraagd. Zij heeft mij een brief naar Parijs geschreven, waar ik nog zou zijn als Daisy Morval mij niet hierheen had meegenomen. Moe der schrijft mij dat zij gaat hertrouwen en waarschuwt mij dat ik op geen en kele hulp meei van haar kan rekenen. Haar bruidsdagen en verloving waren voor mij even geheimzinnig als haar heele leven. En een ongeluk komt nooit alleen, Eergisteren heeit de schrijfster bij wie ik secretaresse ben, mij onder het voorwendsel, dat zij Boismont te suf vindt en het mistige klimaat hier haar slecht bekomt, in een kort briefje be richt. dal zij mij mijn ontslag geelt en i vrienden in Biarritz gaat opzoeken. U kunt u mijn verwarring indenken! Ik ben in de omliggende villa's geweest ten ein de te vragen of men een lectrice. een on derwijzeres of een gezelschapsjuffrouw kon gebruiken. Hoorende dat de notaris te Clères eene typiste zoekt, heb ik de twee mijlen daarheen zonder rusten ge- loopen, maar vernam dat de plaats se dert twee dagen bezet was. Ik ben ver moeid en verdrietig en \raag mij af w.-.t er van mij zal worden als mijn luttele spaar|>eniiingeu zullen zijn opgebruikt. De gedachie geld te moeten vragen aan moeder, aan dien man van haar, van wien ik den naam zelfs niet weet, maakt iti.j wanhopend en vernedert mij. Reken niet cp hen mijn kind, waar schijnlijk zou het weer een teleurstelling ziin. (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5