HAARLEM'S DAGBLAD OVER DE GRONDBEGINSELEN VAN ZAKEN DOEN FLITSEN DINSDAG 17 NOV. 1925 DERDE BLAD Door HERBERT N CASSON TWAALFDE GRONDBEGINSEL Het gemiddelde is het resultaat Kopierecht voor Haarlem'» Dagblad Nadruk, geheel of gedeeltelijk, verboden. - Dit eenvoudige kleine axioma is veel kwaamhcld en leiding af en reputatie belangrijker dan het op het eerste gc« voornumclijk van vertoon en publieke zicht wel lijkt, liet is belangrijk, n.ct;opinie. Velen verwarren deze twee wegens den aard van zaken doen, standpunten, maar wegens den aard van mensch n; De weg om ecu slecht gemiddelde te het is een axioma van incnschelijkc na* verbeteren is de zwakke plekken te ver» tuur. Weinigen onzer hebben den moed sterken; in het algemeen is het goede om hun eigen werk eerlijk te beoordee»leidingspolitick de successen hun gang len, wij wijzen met trots op onze sue* te iatcn gaan en te hameren op de cessen en gaan onze mislukkingen als tekortkomingen. onbeduidende gebeurtenissen voorbij. Wanneer uw organisatie achteraan Als wij winnen is het normaal, als wij j komt, heeft zij teveel gewicht op den verliezen abnormaal. achtersteven en moet de/c worden Het is merkwaardig, hoeveel zaken* versneld; gij moet de luiaards vcrbctc» mcnschcn voortgaan in deze gewoonte ren ol afsnijden. want zij houden de van zelfbedrog, zij ctalceren hun over snellen terug Dit is het nooit eindigen* winningen en verbergen bun nederlagen, de probleem van de meeste directeuren, zij richten het zoeklicht op den cencn grootcn verkoop en vergeten geheel liet Wees nergens kwetsbaar. Dit was een verlies van drie goede klanten te ver» van Napoleon s vermaarde grondrcgc. melden. Icn bij het behandelen van zijn legers. Allen doen wij deze soort van dingen Let op de zwakke plekken, ontdek aitijd min of meer. als wij iets goed doen uw eigen zwakke plek vóórdat de vijand schrijven wij dat san onszelf 1 doen wij het slecht, dan schuiven wij de blaam op iemand anders. Menigeen gaat door een lang leven van fouten en struikelen en let nooit vierkant op zijn eigen vergissingen. Wanneer wij daarnuar kijken, houden wij de telescoop voor ons blinde oog. Vooral in het ambtennarswezen is de afschuifgcwoontc een, kunst geworden, niemand kan ooit ergens voor worden berispt, de blaam wordt een dwaal* licht, dat telkens hier en daar heen» gaat. zoodat zell's een parlementaire commissie het nooit in zijn oorsprong kan opsporen. Weinigen onzer zijn stoicijnsch ge> nocg om rustig nl ons werk te bcschou» wen, goed en slecht, en daarnaar onze eigen bekwaamheden af te meten: het BChijnt alsof een zekere hoeveelheid zelfbedrog voor de meest© mcnschcn noodig is om hun zelfrespect t© bc« Niettemin, feiten zijn feiten: het is beter om de dingen te zien zooals ze zijn, dan ze te schilderen zooals wij zouden wenschcn dat ze waren. Het is altijd beter om te weten, dan te ra» den en te fantasecrcn. Bij het bezoek van winkels en fa* brickcn heb ik altijd ondervonden, dat de eigenaar mij de goede Duntcn aan* wees; hij toonde mij de dingen, die uniek waren, bekwaam en schitterend en vertelde meer van speciale gebeurte* nissen, dan van het janrlijksche gemid* dcldc. Zelfs wanneer ik kwam in onderne» xningen die duidelijk in slechten toe» ©tand waren, ondernemingen, die in jaren geen dividend hadden betaald, dan vertoonde de directeur mij ge» woon lijk de oasen van bekwaamheid in een woestijn van ongeschiktheid. Natuurlijk legt niemand zijn dwaas» heden in het venster; hij zet zijn besten voet vooruit, maar mijn bedoeling is dat hij dikwijls aan zichzelf de waar* hcid niet mededeelt; hij kent liever de feiten niet. als de feiten tegen hem rijn. In zulke gevalled vaart een man voort in gezegende onwetendheid over zijn eigen zaak, totdat zijn balans op zijn schrijftafel valt; hfj kan het niet begrijpen, het is onverklaarbaar; hoe zouden de winsten zoo laag kunnen zijn, hij geeft de schuld aan den boek. houder en den bedrijfsleider. Tot hun zelfverdediging bouwen dezen een groot gebouw van verontschuldiging op; zij weten dat hij verontschuldigin» gen verkiest boven feiten en geven hem dus wat hij wenscht; ten slotte koelt hij af en keert terug tot zijn ge won© houding van doelloos optimisme. Dit ls het proces van den val van me nige groote onderneming. Tiet gemiddelde is het resultaat; daar* om winnen zoo vaak vervelende ploe» teraars, terwijl schitterende genieën verliezen; niet de man die een spurt kan maken, maar de langzaam volhar» dende man eindigt als overwinnaar. In zooverre is zaken doen verschil» lend van beroepsleven. In het geval van een dokier of een rechtsgeleerde is het hoogtepunt belangrijk, niet het gemid» dèlde; wanneer een dokter bijv. een» maal bij den koning is geroepen, dan is dat voor hem een glorie voor ziin leven. Maar winsten worden niet op dezelfde wijze opgehouwd als een reputatie; winsten hangen hoofdzakelijk van be« dat doet. in bijna alle groote organisaties be< Staat een wanhoopsafdccling. een lastige aldceUng, waarover de directeur de kluts kwijt raakt, zij is noodig. een noodzakelijk kwaad, maar haalt het ge» middelde naar beneden. Het is een hoofdkwartier van verkwisting en dik» wijls plakt men er een ctiquet ..Ongc» nceslijk" op en laat de afdeeling aan zichzelf over. Zulk cCn afdeeling omhoog brengen is do eerste plicht van een goeden di» recteur, zoo noodig moet hij tijdelijk alle andere nfdcclingen vergeten en al zijn bekwaamheid coneentrteren op dit wanhoopsdcpartcmcnt. In vel© gevallen kan hij zich wel veroorloven een geheel jaar aan deze taak te besteden, uit de jaarbalans zal dat wel blijken. Dit axioma moet voortdurend aan de em» ployés worden voorgehouden, de lang» zamen worden er door aangemoedigd en de schitterenden gewaarschuwd; het moet worden opgehouden als een vinger in het gezicht van deze knappe, raanr onregelmatige werkers, die hun betrek» king behouden door wat men in voetbal „publick spel" noemt. Een goed gemid. deldc kan in een organisatie het best worden verkregen door drie methoden; 1. verbetering van de minst nuttige afdeeling, dagclijksche verslagen als het mogelijk is, ontwikkeling van een geest van loyaliteit en samenwerking. Andrew Carnegie was een van de eerste mannen in modern zaken doen, die de volle waarde van dit axioma in zag; daarom maakte hij van zijn fabric* ken een continu.bcdrijf; hij kon niet verdragen dat het gemiddelde werd ver» laagd, daarom vestigde hij een systeem van dagclijksche rapporten en vcran» derde de ijzcrfabricage in een wedren en een wedstrijd. Daarmee wordt groo. tcndccls verklaard, hoe in een jaar de Carnegie Steel Company 96 milliocn gulden winst maakte. Werk moet regelmatig wezen, het moet niet stuipachtig zgn. een zaken* man kan geen temperament hebben alsof hij een kunstenaar was of prima.donna; in zaken moet een man werken, ook wanneer hij meer lust heeft in wandelen; hij moet in elk geval volhouden. Rente staat nooit stil. interest staat nooit stil. looncn en salarissen staan nooit stil; er mag een enkelen keer een moratorium zijn voor bankiers, maar er is er nooit een geweest voor mannen van zaken Iemands schulden verdwalen nooit, of talmen nan den kant van den weg; zij komen icdcrcn dag naderbij; zij heb» ben geen temperament, zij zijn vast, zeker, en onverbiddelijk. Daarom moet gij werken alsof er icdcrcn dag een crisis was; daarom kunt gij nooit uzelf vergunnen, toegeef» lijk te zijn over nfgcloopen gebeurte» nissen, daarom moet gij een bepaalden standaard vaststellen voor dagwerk. Dit axioma geeft ons een machtige reden, waarom wij ons leger moeten oefenen, schitterende officieren maken geen leger, evenmin groote kanonnen en ambiticuse oorlogsplannen: om het gemiddelde in Uw organisatie te ver» hoogen, moet gij den gemiddelden man verhoogen. MERCUR1US. In Haarlem's Dagblad van Donderdag 19 November zal het veertiende artikel in deze rubriek verschijnen onder den titel: Zaken doen leidt tot king. Vervolg Stadsnieuws HET TOONEEL MARGUERITE-GAUTHIER door Het Rika Hopper- Gezelsci—p Nog nooit is mij Marguerite Gauthier 56 verouderd voorgekomen als in de voo;stelling van het gezelschap van Rika Hopper- Men behoeft nog niet zoo ver te gaan als Eleonora Duse, die Mar» guerlte sterven liet, bijna onmiddellijk nadat A^mand was binnengekomen, maar men doet een schrijver als Alexan» der Dumas werkelijk ten dienst, wan» p„cr men in 1925 zijn Dame aux Camé» *ias een weinig moderniseert en de lan» go monologen zooals van Armand in - en van Marguerite in het laatste bedrijf schrapt- Maar het was niet alleen door den tekst en Inhoud, het was ook door het spel. dat Marguerite Gauthier gisteren zoo beschimmeld leek- Het scheen wel, of Rika Hopper alles deed om ons te laten voelen, hoe verouderd dit jeugd* werk van Dumas fils is. Zij declameer» de soms meer dan zij sprak, zij maakte van Marguerite zulk een tooneclpop. dat het laatste restje leven er uit ver» dwccn. Wij hebben aan Duse, Gemtna Bcllincioni. Alida Tartaud en Theo Mann—Bouwmeester gezien, dat Mar» gueritc hoe suiker»zoct de rol dan ook moge zijn nog altijd in staat is om het publiek van heden te ontroe» ren, wanneer zij werkelijk tot leven wordt gebracht. Maar bij Rika Hop» per blijft het voortdurend „toonccl". Geen moment deed haar spel mij als ..echt" a an- Haar tekst zei ze soms „zangerig", dat alle natuur wel weg scheen. „Spreeeecek! Sprcccccck! Sprcccecek!" galmde de stervende Mar» gueritc en de muziek ontbrak er alleen nog maar aan om er een Vjoletta van te maken. In plaats van zooveel mo» gelijk de suiker er af te schrappen, deed Rika Hopper er nog een onsje bij en Marguerite Gauthier werd voor mij daardoor totaal ongenietbaar. Jacques van Hoven, die zich als di* recteur zelf tot „beroemdheid" heeft gepromoveerd en zijn naam op het programma als de opvolger van Louis Bouwmeester met groote let» ters heeft laten drukken en wij kre» gen zelfs ook een beeldig portret van dezen vermaarden acteur met een paar verschrikte gazelle»oogen was Ar» mand. Hij mist er precies alle eigen» schappen voor- Deze Armand. die "onrtdurend met een „vettige", dikke '.cm sprak, bracht op het toonec! niets mede van den jeune amoureux. die Ar» mand toch moet zijn Het was een Ar» mand van fondant- En o wee, als hij „dramatisch" "ging doen! Dan zwaaide en smeet Armand met zijn armen en beenen, dat ik soms bang was, dat een der ledematen er af zou vliegen en in het orkest zou verdwijnen! Ik ken vele dilettanten in Haarlem, die acteur ijn, vergeleken bij deïc met groote letters zich zelf aankondigende beroemd hcid! Het Parijsche milieu, waarin Mar» gucrite Gauthier speelt, was wel heel ver te zoeken- Saint Goudens, graaf De Birny, Baron de Varvllle waren man» ncn, die althans een rok wisten te dra» gen. Een gunstige uitzondering maakte Gustavel Maar waarom moest zijn bruidje als een geestverschijning aan het slot opkomen? Hans Brunlng als de vader rn Emile Timrotf als Gaston Ricux voldeden het best- VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 450 DE VERLEIDER J- B. SCHUTL. MUZIEK MUZIEKVEREENIG1NG „EXCEL SIOR" KINDERKOOR „DE KLEINE STEM." Als intrede voor het concert dezer v ere en i gingen Maandagavond in de Gem. Concertzaal gehouden fungee de de „Marsche Joycusc", van S Vies» sing; wellicht tevens bedoeld als voor. bereiding voor de ouverture „Llherté, Egalité, Fraternité, van Joh. Boers en als ware deze machtspreuk oogen. blikkelijk in vervulling gegaan, kre. gen .we hierna een idylle getiteld „Do. nauwcllen". Van deze stukken willen wc alleen zeggen dat de (drie) eenheid der drieklank (waarop deze stukken gebouwd zijn) emstig in gevaar werd gebracht door de vrije opvatting welke sommige leden over cgalitcit van klank bleken te bezitten. Speciaal de clarinetten waren zeer onzuiver (een uitzondering maakte de solo.clarinettist) en ik kan den dirigent, den hccT Okcl geen beteren raad geven dan hierin zoo spoedig mogelijk verandering te bren» gen. Na de soms oorverdoovende fanfe» res van „Excelsior" kwam „De kleine Stem", een kinderkoor onder leiding van den heer J. Post. Wij zijn veel te verstandig om een trap tegen een hoed te geven, wanneer er een steen onder ligt, maar als er iemand komt, die ons in een week tijd schatrijk zegt te kunnen maken (Nadruk verboden). Een criticus, die iets zeggen moet over een kindcruitvoering, komt ongeveer in dezelfde moeilijkheid te verkeeren als een componist, zich wagend aan het schrijven van enfantib -tukjes. Hoe meer hij de psychs van een kind tracht te benaderen, des te minder „groot mcnsch" zal hij moeten /ijn en daarom ook des te slechter cri» icus. Wat dan te zeggen van kmdcr» eng, die hoe ook het gchodenc moge ijn. altijd zoo eerlijk klinkt en :s als m naive lach. Is het irrcëele voor hen niet werkelijker dan de werkelijkheid zelf? In waarheid. zij volge.i het woord van den dichter ..Ne pense pas. chantc. Volstaan we dan ook met deze op» merkingen, in de overtuiging, dat de leider zelf. eesiige tekortkomingen als: onzekere attaques in de „Woudcan» tatc" van E. Hullcbrook en lichte on» zuiverheden in „Sprocilicdjc" van H \an Tussenbroek, zal opgemerkt heb» ben. Na de pauze kregen wc nog als sur» nlus de „Marche militaire" van Schu» bert. Excelsior, mijne hoeren! HENK DIEBEN. DE MEESTERZANGERS VAN NEU REN BERG. In het gebouw van Zang en Vriend» schap sprak Maandagavond de heer A. Alt over „De Meesterzangers van Neu* ronberg" de humoristische tendenz. opera in drie bedrijven van Richard Wagner. De heer Alt was daartoe uit* genoodjgd door het departement Haarlem van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. Er was een groote belangstelling voor deze voordracht; de zaal was ge* heel bezet. De heer Alt, die zijn voordracht met lichtbeelden verluchtrc. liet eerst bccl» den zien van het oude vrije stadje Neu» renberg van voor ongeveer vier» honderd jaren. Het was, aldus spreker, in 1550, in den tijd dat men het elkaar in een klein provinciestadje zoo gezel» lig mogelijk maakte. In dien tijd waren de handwerkslieden van Neurenberg bekend om hun zang en onder leiding van de meesterzangers werden des Zon» dags, na afloop van den dienst zang» oefeningen gehouden in de Catharina kerk. Daar bereidde men zich voor op den grooten zangwedstrijd, die op den St.»Johannesdag gehouden werd en de winnaar werd den meesterzanger. Er waren op die manier verschillende meesters, die samen een collcgo vi den. dat ojh. als jury optrad bij den wedstrijd en bij één der notabelen der stad om een prijs vroeg. Na den grootcn zangwedstrijd was het een groote dag, dan moest namelijk de „merker" benoemd worden, mees» ter»criticus. Apart in een hokje gezeten, teekende hij de fouten aan van hen, die mee wil* den dingen naar den grooten prijs daarvoor een proef moesten afleggen. Onder de meester»zangers heerschte heel wat naijver, maar er was er één, die niet was als de anderen. Iemand, die begreep, dat de oude conservatieve denkbeelden moesten verdwijnen, dat den jongeren een kans moest worden gegeven. Die man was Hans Sachs, (14941576). Sachs was een schoenlap» pér en eerst later werd hij gewaardeerd, dank zij Goethe, die zijn werken be» tudccrdc. Sachs begreep zoo goed, aal de kunst moest zijn de trouwe ka» meraad. een weerspiegeling van den geest des tijds. De meesterzangers van Neurenberg vormden een dankbaar onderwerp voor een opei3 van Richard Wagner. Tot 1865. Richard Wagner was toen 55 jaar oud,, had hij steeds veel teleurstelling ondervonden. Het begon met de Tannhauscr. Wagner had het gevraagd de traditioneele aria's van drie Strophen of coupletten aanmerke» lijk te bekorten en toen da critici hem iclen en de mer.schen hem niet be. grepen, had bij ineens alle aria's uit zijn stukken laten verdwijnen. Toen. op aanraden van zijn vrienden, deed NVagner deze opera verschijnen. Een opera die als het ware een iro» nische parodie is op de Tannhauscr. Wat daarin bittere ernst is, is hier ironie. Bepaald humoristisch is deze opera niet, maar er zijn gedeelten, waar» om hartelijk gelachen kan worden. Hoe mooi is het type van den middeleeuw» schen nachtwacht beschreven, hoe mooi het type van den merker. In dezen merker valt heel gemakke* lijk de persoon van Eduard Hanslick, de toenmalige criticus van de Wiener Zeitung te herkennen. Deze viel Wag» steeds aan en ook toen deze ope» erscheen kreeg Wagner een schei» pe critiek, trouwens V3n alle bladen. Maar het publick werd wakker en de merker mocht zich langzamerhand kend zien. Zelfs de tegenstanders Wagner en dat zijn er nog velen moeten erkennen, dat deze opei schoonste werk is geweest. De spreker, daarna overgaande tot de opera zelf. vertelde den inhoud en droeg verschillende liederen voor. En* kcle liederen werden door den heer Alt op den vleugel voorgespeeld. Den heclen avond wist hij de aanwe» zigen te boeien met zijn door voor» drachten afgewisselde geestige causerie. Hoe mooi wist de heer Alt personen als Hans Sachs, Eva, Bcckmesser, Wal» ther von Stolzing en zooveel anderen te typccrcn. Dat de prachtige voordracht op prijs werd gesteld, bleek wel uit het telkens herhaalde applaus. Het was een mooie, een leerzame avond. LEZING. A s. Woensdag zal Nico de Haas. leerling aan de kunstnijverheidschool hier ter stede, voor den Jongelieden Geh. Onth. Bond, den Ned. Bond van Abstinent Studeerenden en het Vrije Jeugdverbond een lezing houden over: „Vincent van Gogh". HET HANDELSREGISTER. Blijkens mededcelingen in Handels» berichten hadden in Haailem en om» streken de volgende nieuwe inschrijvin* gen in het Handelsregister plaats Algemeene Vrijwillige Begrafenisbus onder de zinspreuk Mijn glas loopt ras, Bakenessergracht 26 b. uiikcering bij ■erlgden- Voorzitter: R- Veth, Heem» stede secrctarls=directeur G. Wessel» dijk, Heemstede, J Fa- Levert, Haar» icm. H. Hamer. Den Haag. C- Spoel» der, Haarlem, C. A- Krul!. Heemstede, G. J. Droste, Overvecn, W- Stolp Jr-, Haarlem. J. E. Koning, Haarlem en J. Merens, Lochem- NV. Bouwbedrijf Tsraeks, Wagen» eg 1 rood, bouwonderneming. Direc» teur. C- J- L- Tack en commissarissen: A. S. van der Meulen, A. F. Spook en A. J. Kuiper. Maatschappelijk kapitaal: 10 000, waarvan geplaatst en gestort ƒ4000. Daudcy—Van der Ven, Lieve Vrou» wcngracht 1, drogist Eigenaar: M- E. Daudey—Van der Yen- Duitschcr Zcevisch» en Haring Groothandel H. E. Marten, Rijksvisch» hal, IJmuiden, handel in versche» en gezouten zcevisch. K- Houtkooper en Co., Zijlstraat 86, winkel in schoenen. Vennootcn: M. F. J. Scholtcn en K. Houtkooper. En verder de volgende wijzigingen Do Tuinberg, Wijk aan Zee- Nieuw© Straatweg 75, lunchroom. Uitgetreden eigenaar J. W. Eerhart. Nieuwe elge» naar C- Smit- C- Emmer. Rollandstiaat 28. kruide» nier. Uitgetreden eigenaar C. Emmer- Nieuw© eigenaar C. Emmer Jr. Han* delsnaam gewijzigd inC- Emmer Jr. Kon. Nederl. Hoogovens en Staalfa» brieken. Velsen, Tuindcrslaan M 145. Benoemd tot commissaris: D- Ornstein, Amsterdam- N-V- Haarl. Stooraververij en Chem. Wasscherij Julius Wuift en Co. Helm» brekersteeg 68. Uitgetreden dircc» teur C J Wulff, Benoemd tot direc» teur: Th. C- M. Aalbers en tot com» missitrisP- P- J. van Deurzen (was directeur). M. C- Lam, Schoten, Paul Krugerstraat 33, rund» en varkensslager. Uitgetreden eigenaar M. C- Lam- Nieuwe elge» naar J. E. A. Tollenaar. Handelsnaam gewijzigd in J. E. A. Tollenaar- Nederl. Mij. ter Bevordering der Pharmacie (filiaal), Zandvoort. Halte» straat 6 a- Uitgetreden beheerster fi» liaal F- Con. Benoemd tot beheerster filiaal C. E. Hekkert. Zandvoort. N.V. Van Ommeren en Ketelaar's Aannemersbedrijf. Spoorwegstraat Uitgetreden commissaris A- Kahlman. Sigarenmagazijn De Industrie, Spaarn» wouderstraat 110- Uitgetreden elge» naarWed. J. H J. van Raaphorst. Nieuwe eigenaarW. C- G. Kostcrs- Verecnigde Drukkerijen v.h- Eike» lenboom en Timmer, Bloemendaal. De Gencstetweg 23- Handelsnaam gewijzigd in Drukkerij T- Timmer. FEUILLETON DE DUBBELGANGER Geautoriieerdo vertaling naar het EngeUch van H. B. MARRIOTT WATSON 13) Het geheim moet bij Donaldson gezocht wordofi. zei Quinton, sprc» kende na een stilte die vol beteekenis was geweest cn alsof hij nu tot een oonclusle gekomen was. Kerr stond hem aan te kijken, al«ol hi' deze uitspraak overwoog. Ik weet het niet zei hij tenslotte. Ik gaf het op. Het geheim kan overal liggen Op dit oogenblik ging dc deur open en eer man trad binnen, vlug, maar stil. Meneer Crump wou u even sprc» ken. meneer zei hij. Quinton schrok op. Best Bollis zei hij. aarzelde een oogenblik en volg» de den ander toen. Dit was dus dc secretaris. Maar dat cp zichzelf kon mij weinig schelen. Er was iets bekends aan hem. Toen kwam mijn geheugen mij te hulp. Dat was de man. dien ik ccnige dagen te voren had gezien, toen ik in Denver's bossohon aan het jagen was. Ik dacht niet langer aan hem toen Kerr naar dc deur liep en een oogenblik in luisteren» de houding bleef staan. - Denycr zei hij kortaf waar» was je gisternacht op stap? Om over alles na te denken. ant» woorddc ik Er is veel om over te denken. Ja. Hij keerde zich weer van mij af Was de man, dien je zag tamelijk jong cn van middelmatige lengte vroeg hij met zijn rug naar mij toestaande. Ik zou het niet kunnen zeggen. Het was alles te vaag, Hierop volg» de een lange pauze. Lk vraag me af zei hij wat Crump met hom te bespreken heeft. O, hetzelfde wat wij te bespreken hebben antwoordde ik. Ik wilde iets zeggen over Bollis, den secretaris, maar ik wist niet hoeveel ik, als Dc» nyer, verondersteld werd van hem te weten, dus zweeg ik maar. Ik wist evenmin of Kerr mij evenals Quinton wantrouwde cn ik wist zelfs niet of ik Kerr heclemaal vertrouwde. Maar ik had niet met hem op. In den namiddag besloot ik om te vertrekken. De atmosfeer werd te zwaar voor mij cn hoewel ik er leven» dig belang in stelde, werd ik er ze» nuwacbfcig van. Ik zei tegen Quinton, dat ik wegging en in het eerst ant» woorddc hy niet. Toen— Je bont bang net als Crump zei hij. Ik geloof dat een verandering van omgeving.... Zeur niet, man, wij moeten het uitzingen als wg er mee door willen gaan antwoordde hy en ik raadde dat Kerr hem voor den zooveclsten keer had overgehaald. Maar waarom deed Kerr dat? Ik wantrouwde hen nu allemaal. Dit wantrouwen nam 's avonds toe. Ik vertrok niet. Quinton had het nieuws blijkbaar nan Crump overge» briefd, althans hij kwam het te weten en toen de schemering inviel kwam Bollis mij opzoeken. Ik herkende hem nu heel duidelijk met zijn magere blcekc gezicht cn slan. kc lichaam. Ilij had stille oogen cn een kalme stem. Meneer Crump heeft gehoord, dat u van plan is om te vertrekken, me» neer Denver zei hij en hij verzoekt u om dit niet te doen. Hij voelt zich niet goed, maar zal vanavond beneden komen. Ik dacht dat Crump verheugd zou zijn over mijn vertrek, maar ik besefte later wat zgn beweegredenen waren.Hij was nog steeds bang voor mij, maar had mij liever in dan buiten zijn huis. Hij kwam aan het eten en zag er vree» selijk uit. De maaltijd was een bezoe» king. Bollis at bij ons aan tafel en wij praatten onsamenhangend over alles en .nog wat, behalve het onderwerp dat ons allen geheel in beslag nam. Ik voelde mij dankbaar gestemd jegens Bollis, die een jonge man was met ken» nis en ontwikkeling. Hij leidde het ge» sprek naar de politiek, zonder bepaalde meeningen uit te spreken en naar de kunst, de schouwburgen. Bollis leek mij een verstandig man toe en veel onderhoudender dan mijn opgedrongen kennissen. Eerst toen hg verdwenen was, kwam dc nachtmerrie weer ter sprake. Wij bevonden ons in een mooie kamer, weelderig maar smakeloos gemeubileerd en wij waren met ons vieren alleen. Op de tafel stond whisky en soda en glazen en er brandde een groot vuur. Ik merkte op dat Crump, die tijdens het eten vrijwel voortdurend gezwegen had, veel dronk en dat Quinton niet veel voor hef onder deed. Kerr speel* de wat met zijn glas, liet het bg zijn eerste en rookte een sigaar. Ik sloeg alles af en hield mij aan mijn eigen siga* retten. Ik kon zien dat Crump mij van terzijde bespiedde. Ik moet ronduit verklaren dat de atmosfeer zwaar geladen was met wan» trouwen. Wat mij aangaat, ik wist eigenlijk van iemand iets af en wachtte op de dingen die komen zouden. Mijn gevoelen omtrent hen allen was dat zij meer gewetenloos waren dan misdadig. Maar ik wist niets. Toch keek elk hunner naar mij alsof ik de verdachte was en tusschen ieder onderling stond het wantrouwen als een muur. Wie was het? Ik keek van Quinton naar Kerr en van Kerr naar Crump. En dan was er nog zijn verdenking op Donaldson. Misschien speelde Quinton een dieper spel. Maar kon een van deze normale burgers van een vreeselijke misdaad beschuldigd worden? Ik gaf het op en wachtte. HOOFDSTUK VI. Ik wachtte twee dagen in de onaan» genaamste omstandigheden. Het was alles heel mooi voor iemand, die er voordeel uit hoopte te halen, maar ik had er niets dan last van. Wantrouwen beheerschte dat geheele huishouden en ik wist nauwelijks waarom. Toen ik zei dat ik van plan wa3 om te vertrek» ken. liet Crump zijn mes en vork op de tafel vallen. Wjj zaten aan het ont» bijt waarbij Kerr's opmerkingen over koetjes en kalfjes te eenenmale onvol» doende waren om ons in een normale stemming te brengen. Heb je nu al genoeg van ons? vroeg hij met een zenuwachtig lachje. Neen. antwoordde ik niet erg naar waarheid maar ik heb verschillende dingen in de stad op te knappen, die geen verder uitstel kunnen vergen. Er werd niet verder over gesproken, maar later nam Crump mij terzgde. Hoor eens hier. Denver zei hij ernstig ik acht het niet meer dan plicht dat wg elkaar terzijde staan. Het is raadzaam dat wij elkaar in de omstandigheden niet uit het oog ver» liezen. Ik durf te zeggen, dat de eer* lijkheid gebiedtHij voerde een bijna verontwaardigd pleidooi. Maar ik was n:et van plan mij door hem te laten in» timideeren. Als hij bang voor me was, wilde ik hem niet helpen. Ik had langzamerhand een tegenzin in hem gc» kregen. Bovendien was het werkelijk hoog tijd dat ik naar Londen ging om orde op zaken te stellen. Er konden brieven voor mij in Denyer's huis lig» gen en er zouden er vrij zeker op mijn eigen kamers liggen te wachten. Dus maakte ik mij los van het ongenocge» lijke gezelschap. Ik geloof niet dat een enkel hunner er mee ingenomen was en Crump zeker niet. Ik vertrok in den namiddag cn eenigen tijd voor hem in diep gc» sprek vond met Bollis. Hij bewoog ze» nuwachtig zijn handen en Bollis knikte. Hij was niet tc vinden toen ik afscheid kwam nemen. Ik nam eer sneltrein en kwam na donker te Londen aan. Het geweldige starion straalde wit van duizenden lampen, die scherpe en die» pc schaduwen wierpen. Ik had slechts een handtasch bij mij en droeg die zelf toen ik van het helder verlichte perron in een meer schemerachtig verlichte gang liep. Toen keek ik nog een oogen» blik om en onder het felle licht van een booglamp zag ik Bollis. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 9