HAARLEM'S DAGBLAD
OVER DE GRONDBEGINSELEN
VAN ZAKEN DOEN
FLITSEN
DINSDAG 17 NOV. 1925 DERDE BLAD
Door HERBERT N CASSON
TWAALFDE GRONDBEGINSEL
Het gemiddelde is het resultaat
Kopierecht voor Haarlem'» Dagblad
Nadruk, geheel of gedeeltelijk, verboden.
- Dit eenvoudige kleine axioma is veel kwaamhcld en leiding af en reputatie
belangrijker dan het op het eerste gc« voornumclijk van vertoon en publieke
zicht wel lijkt, liet is belangrijk, n.ct;opinie. Velen verwarren deze twee
wegens den aard van zaken doen, standpunten,
maar wegens den aard van mensch n; De weg om ecu slecht gemiddelde te
het is een axioma van incnschelijkc na* verbeteren is de zwakke plekken te ver»
tuur. Weinigen onzer hebben den moed sterken; in het algemeen is het goede
om hun eigen werk eerlijk te beoordee»leidingspolitick de successen hun gang
len, wij wijzen met trots op onze sue* te iatcn gaan en te hameren op de
cessen en gaan onze mislukkingen als tekortkomingen.
onbeduidende gebeurtenissen voorbij. Wanneer uw organisatie achteraan
Als wij winnen is het normaal, als wij j komt, heeft zij teveel gewicht op den
verliezen abnormaal. achtersteven en moet de/c worden
Het is merkwaardig, hoeveel zaken* versneld; gij moet de luiaards vcrbctc»
mcnschcn voortgaan in deze gewoonte ren ol afsnijden. want zij houden de
van zelfbedrog, zij ctalceren hun over snellen terug Dit is het nooit eindigen*
winningen en verbergen bun nederlagen, de probleem van de meeste directeuren,
zij richten het zoeklicht op den cencn
grootcn verkoop en vergeten geheel liet Wees nergens kwetsbaar. Dit was een
verlies van drie goede klanten te ver» van Napoleon s vermaarde grondrcgc.
melden. Icn bij het behandelen van zijn legers.
Allen doen wij deze soort van dingen Let op de zwakke plekken, ontdek aitijd
min of meer. als wij iets goed doen uw eigen zwakke plek vóórdat de vijand
schrijven wij dat san onszelf 1
doen wij het slecht, dan schuiven wij
de blaam op iemand anders.
Menigeen gaat door een lang leven
van fouten en struikelen en let nooit
vierkant op zijn eigen vergissingen.
Wanneer wij daarnuar kijken, houden
wij de telescoop voor ons blinde oog.
Vooral in het ambtennarswezen is de
afschuifgcwoontc een, kunst geworden,
niemand kan ooit ergens voor worden
berispt, de blaam wordt een dwaal*
licht, dat telkens hier en daar heen»
gaat. zoodat zell's een parlementaire
commissie het nooit in zijn oorsprong
kan opsporen.
Weinigen onzer zijn stoicijnsch ge>
nocg om rustig nl ons werk te bcschou»
wen, goed en slecht, en daarnaar onze
eigen bekwaamheden af te meten: het
BChijnt alsof een zekere hoeveelheid
zelfbedrog voor de meest© mcnschcn
noodig is om hun zelfrespect t© bc«
Niettemin, feiten zijn feiten: het is
beter om de dingen te zien zooals ze
zijn, dan ze te schilderen zooals wij
zouden wenschcn dat ze waren. Het
is altijd beter om te weten, dan te ra»
den en te fantasecrcn.
Bij het bezoek van winkels en fa*
brickcn heb ik altijd ondervonden, dat
de eigenaar mij de goede Duntcn aan*
wees; hij toonde mij de dingen, die
uniek waren, bekwaam en schitterend
en vertelde meer van speciale gebeurte*
nissen, dan van het janrlijksche gemid*
dcldc.
Zelfs wanneer ik kwam in onderne»
xningen die duidelijk in slechten toe»
©tand waren, ondernemingen, die in
jaren geen dividend hadden betaald,
dan vertoonde de directeur mij ge»
woon lijk de oasen van bekwaamheid in
een woestijn van ongeschiktheid.
Natuurlijk legt niemand zijn dwaas»
heden in het venster; hij zet zijn besten
voet vooruit, maar mijn bedoeling is
dat hij dikwijls aan zichzelf de waar*
hcid niet mededeelt; hij kent liever de
feiten niet. als de feiten tegen hem
rijn.
In zulke gevalled vaart een man
voort in gezegende onwetendheid over
zijn eigen zaak, totdat zijn balans op
zijn schrijftafel valt; hfj kan het niet
begrijpen, het is onverklaarbaar; hoe
zouden de winsten zoo laag kunnen
zijn, hij geeft de schuld aan den boek.
houder en den bedrijfsleider. Tot hun
zelfverdediging bouwen dezen een
groot gebouw van verontschuldiging
op; zij weten dat hij verontschuldigin»
gen verkiest boven feiten en geven
hem dus wat hij wenscht; ten slotte
koelt hij af en keert terug tot zijn ge
won© houding van doelloos optimisme.
Dit ls het proces van den val van me
nige groote onderneming.
Tiet gemiddelde is het resultaat; daar*
om winnen zoo vaak vervelende ploe»
teraars, terwijl schitterende genieën
verliezen; niet de man die een spurt
kan maken, maar de langzaam volhar»
dende man eindigt als overwinnaar.
In zooverre is zaken doen verschil»
lend van beroepsleven. In het geval van
een dokier of een rechtsgeleerde is het
hoogtepunt belangrijk, niet het gemid»
dèlde; wanneer een dokter bijv. een»
maal bij den koning is geroepen, dan
is dat voor hem een glorie voor ziin
leven.
Maar winsten worden niet op dezelfde
wijze opgehouwd als een reputatie;
winsten hangen hoofdzakelijk van be«
dat doet.
in bijna alle groote organisaties be<
Staat een wanhoopsafdccling. een lastige
aldceUng, waarover de directeur de
kluts kwijt raakt, zij is noodig. een
noodzakelijk kwaad, maar haalt het ge»
middelde naar beneden. Het is een
hoofdkwartier van verkwisting en dik»
wijls plakt men er een ctiquet ..Ongc»
nceslijk" op en laat de afdeeling aan
zichzelf over.
Zulk cCn afdeeling omhoog brengen
is do eerste plicht van een goeden di»
recteur, zoo noodig moet hij tijdelijk
alle andere nfdcclingen vergeten en al
zijn bekwaamheid coneentrteren op dit
wanhoopsdcpartcmcnt. In vel© gevallen
kan hij zich wel veroorloven een geheel
jaar aan deze taak te besteden, uit de
jaarbalans zal dat wel blijken. Dit
axioma moet voortdurend aan de em»
ployés worden voorgehouden, de lang»
zamen worden er door aangemoedigd
en de schitterenden gewaarschuwd; het
moet worden opgehouden als een vinger
in het gezicht van deze knappe, raanr
onregelmatige werkers, die hun betrek»
king behouden door wat men in voetbal
„publick spel" noemt. Een goed gemid.
deldc kan in een organisatie het best
worden verkregen door drie methoden;
1. verbetering van de minst nuttige
afdeeling, dagclijksche verslagen als
het mogelijk is, ontwikkeling van een
geest van loyaliteit en samenwerking.
Andrew Carnegie was een van de
eerste mannen in modern zaken doen,
die de volle waarde van dit axioma in
zag; daarom maakte hij van zijn fabric*
ken een continu.bcdrijf; hij kon niet
verdragen dat het gemiddelde werd ver»
laagd, daarom vestigde hij een systeem
van dagclijksche rapporten en vcran»
derde de ijzcrfabricage in een wedren
en een wedstrijd. Daarmee wordt groo.
tcndccls verklaard, hoe in een jaar de
Carnegie Steel Company 96 milliocn
gulden winst maakte.
Werk moet regelmatig wezen, het
moet niet stuipachtig zgn. een zaken*
man kan geen temperament hebben
alsof hij een kunstenaar was of
prima.donna; in zaken moet een man
werken, ook wanneer hij meer lust
heeft in wandelen; hij moet in elk geval
volhouden.
Rente staat nooit stil. interest staat
nooit stil. looncn en salarissen staan
nooit stil; er mag een enkelen keer
een moratorium zijn voor bankiers,
maar er is er nooit een geweest voor
mannen van zaken
Iemands schulden verdwalen nooit,
of talmen nan den kant van den weg;
zij komen icdcrcn dag naderbij; zij heb»
ben geen temperament, zij zijn vast,
zeker, en onverbiddelijk.
Daarom moet gij werken alsof er
icdcrcn dag een crisis was; daarom
kunt gij nooit uzelf vergunnen, toegeef»
lijk te zijn over nfgcloopen gebeurte»
nissen, daarom moet gij een bepaalden
standaard vaststellen voor dagwerk.
Dit axioma geeft ons een machtige
reden, waarom wij ons leger moeten
oefenen, schitterende officieren maken
geen leger, evenmin groote kanonnen
en ambiticuse oorlogsplannen: om het
gemiddelde in Uw organisatie te ver»
hoogen, moet gij den gemiddelden
man verhoogen.
MERCUR1US.
In Haarlem's Dagblad van Donderdag
19 November zal het veertiende artikel
in deze rubriek verschijnen onder den
titel: Zaken doen leidt tot
king.
Vervolg Stadsnieuws
HET TOONEEL
MARGUERITE-GAUTHIER
door Het Rika Hopper-
Gezelsci—p
Nog nooit is mij Marguerite Gauthier
56 verouderd voorgekomen als in de
voo;stelling van het gezelschap van
Rika Hopper- Men behoeft nog niet zoo
ver te gaan als Eleonora Duse, die Mar»
guerlte sterven liet, bijna onmiddellijk
nadat A^mand was binnengekomen,
maar men doet een schrijver als Alexan»
der Dumas werkelijk ten dienst, wan»
p„cr men in 1925 zijn Dame aux Camé»
*ias een weinig moderniseert en de lan»
go monologen zooals van Armand in
- en van Marguerite in het laatste
bedrijf schrapt-
Maar het was niet alleen door den
tekst en Inhoud, het was ook door het
spel. dat Marguerite Gauthier gisteren
zoo beschimmeld leek- Het scheen wel,
of Rika Hopper alles deed om ons te
laten voelen, hoe verouderd dit jeugd*
werk van Dumas fils is. Zij declameer»
de soms meer dan zij sprak, zij maakte
van Marguerite zulk een tooneclpop.
dat het laatste restje leven er uit ver»
dwccn. Wij hebben aan Duse, Gemtna
Bcllincioni. Alida Tartaud en Theo
Mann—Bouwmeester gezien, dat Mar»
gueritc hoe suiker»zoct de rol dan
ook moge zijn nog altijd in staat is
om het publiek van heden te ontroe»
ren, wanneer zij werkelijk tot leven
wordt gebracht. Maar bij Rika Hop»
per blijft het voortdurend „toonccl".
Geen moment deed haar spel mij als
..echt" a an- Haar tekst zei ze soms
„zangerig", dat alle natuur wel
weg scheen. „Spreeeecek! Sprcccccck!
Sprcccecek!" galmde de stervende Mar»
gueritc en de muziek ontbrak er alleen
nog maar aan om er een Vjoletta van
te maken. In plaats van zooveel mo»
gelijk de suiker er af te schrappen, deed
Rika Hopper er nog een onsje bij en
Marguerite Gauthier werd voor mij
daardoor totaal ongenietbaar.
Jacques van Hoven, die zich als di*
recteur zelf tot „beroemdheid" heeft
gepromoveerd en zijn naam op het
programma als de opvolger van
Louis Bouwmeester met groote let»
ters heeft laten drukken en wij kre»
gen zelfs ook een beeldig portret van
dezen vermaarden acteur met een paar
verschrikte gazelle»oogen was Ar»
mand. Hij mist er precies alle eigen»
schappen voor- Deze Armand. die
"onrtdurend met een „vettige", dikke
'.cm sprak, bracht op het toonec! niets
mede van den jeune amoureux. die Ar»
mand toch moet zijn Het was een Ar»
mand van fondant- En o wee, als hij
„dramatisch" "ging doen! Dan zwaaide
en smeet Armand met zijn armen en
beenen, dat ik soms bang was, dat een
der ledematen er af zou vliegen en in
het orkest zou verdwijnen! Ik ken vele
dilettanten in Haarlem, die acteur
ijn, vergeleken bij deïc met groote
letters zich zelf aankondigende beroemd
hcid!
Het Parijsche milieu, waarin Mar»
gucrite Gauthier speelt, was wel heel
ver te zoeken- Saint Goudens, graaf De
Birny, Baron de Varvllle waren man»
ncn, die althans een rok wisten te dra»
gen. Een gunstige uitzondering maakte
Gustavel Maar waarom moest zijn
bruidje als een geestverschijning aan
het slot opkomen? Hans Brunlng als
de vader rn Emile Timrotf als Gaston
Ricux voldeden het best-
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 450
DE VERLEIDER
J- B. SCHUTL.
MUZIEK
MUZIEKVEREENIG1NG „EXCEL
SIOR" KINDERKOOR „DE KLEINE
STEM."
Als intrede voor het concert dezer
v ere en i gingen Maandagavond in de
Gem. Concertzaal gehouden fungee
de de „Marsche Joycusc", van S Vies»
sing; wellicht tevens bedoeld als voor.
bereiding voor de ouverture „Llherté,
Egalité, Fraternité, van Joh. Boers en
als ware deze machtspreuk oogen.
blikkelijk in vervulling gegaan, kre.
gen .we hierna een idylle getiteld „Do.
nauwcllen". Van deze stukken willen
wc alleen zeggen dat de (drie) eenheid
der drieklank (waarop deze stukken
gebouwd zijn) emstig in gevaar werd
gebracht door de vrije opvatting welke
sommige leden over cgalitcit van
klank bleken te bezitten. Speciaal de
clarinetten waren zeer onzuiver (een
uitzondering maakte de solo.clarinettist)
en ik kan den dirigent, den hccT Okcl
geen beteren raad geven dan hierin zoo
spoedig mogelijk verandering te bren»
gen.
Na de soms oorverdoovende fanfe»
res van „Excelsior" kwam „De kleine
Stem", een kinderkoor onder leiding
van den heer J. Post.
Wij zijn veel te verstandig om een trap tegen een
hoed te geven, wanneer er een steen onder ligt,
maar als er iemand komt, die ons in een week tijd
schatrijk zegt te kunnen maken
(Nadruk verboden).
Een criticus, die iets zeggen
moet over een kindcruitvoering, komt
ongeveer in dezelfde moeilijkheid
te verkeeren als een componist, zich
wagend aan het schrijven van enfantib
-tukjes. Hoe meer hij de psychs van
een kind tracht te benaderen, des te
minder „groot mcnsch" zal hij moeten
/ijn en daarom ook des te slechter cri»
icus. Wat dan te zeggen van kmdcr»
eng, die hoe ook het gchodenc moge
ijn. altijd zoo eerlijk klinkt en :s als
m naive lach. Is het irrcëele voor hen
niet werkelijker dan de werkelijkheid
zelf? In waarheid. zij volge.i het
woord van den dichter ..Ne pense pas.
chantc.
Volstaan we dan ook met deze op»
merkingen, in de overtuiging, dat de
leider zelf. eesiige tekortkomingen als:
onzekere attaques in de „Woudcan»
tatc" van E. Hullcbrook en lichte on»
zuiverheden in „Sprocilicdjc" van H
\an Tussenbroek, zal opgemerkt heb»
ben.
Na de pauze kregen wc nog als sur»
nlus de „Marche militaire" van Schu»
bert. Excelsior, mijne hoeren!
HENK DIEBEN.
DE MEESTERZANGERS VAN NEU
REN BERG.
In het gebouw van Zang en Vriend»
schap sprak Maandagavond de heer A.
Alt over „De Meesterzangers van Neu*
ronberg" de humoristische tendenz.
opera in drie bedrijven van Richard
Wagner. De heer Alt was daartoe uit*
genoodjgd door het departement
Haarlem van de Maatschappij tot Nut
van het Algemeen.
Er was een groote belangstelling
voor deze voordracht; de zaal was ge*
heel bezet.
De heer Alt, die zijn voordracht met
lichtbeelden verluchtrc. liet eerst bccl»
den zien van het oude vrije stadje Neu»
renberg van voor ongeveer vier»
honderd jaren. Het was, aldus spreker,
in 1550, in den tijd dat men het elkaar
in een klein provinciestadje zoo gezel»
lig mogelijk maakte. In dien tijd waren
de handwerkslieden van Neurenberg
bekend om hun zang en onder leiding
van de meesterzangers werden des Zon»
dags, na afloop van den dienst zang»
oefeningen gehouden in de Catharina
kerk. Daar bereidde men zich voor op
den grooten zangwedstrijd, die op den
St.»Johannesdag gehouden werd en de
winnaar werd den meesterzanger. Er
waren op die manier verschillende
meesters, die samen een collcgo vi
den. dat ojh. als jury optrad bij den
wedstrijd en bij één der notabelen der
stad om een prijs vroeg.
Na den grootcn zangwedstrijd was
het een groote dag, dan moest namelijk
de „merker" benoemd worden, mees»
ter»criticus.
Apart in een hokje gezeten, teekende
hij de fouten aan van hen, die mee wil*
den dingen naar den grooten prijs
daarvoor een proef moesten afleggen.
Onder de meester»zangers heerschte
heel wat naijver, maar er was er één,
die niet was als de anderen. Iemand,
die begreep, dat de oude conservatieve
denkbeelden moesten verdwijnen, dat
den jongeren een kans moest worden
gegeven. Die man was Hans Sachs,
(14941576). Sachs was een schoenlap»
pér en eerst later werd hij gewaardeerd,
dank zij Goethe, die zijn werken be»
tudccrdc. Sachs begreep zoo goed,
aal de kunst moest zijn de trouwe ka»
meraad. een weerspiegeling van den
geest des tijds. De meesterzangers van
Neurenberg vormden een dankbaar
onderwerp voor een opei3 van Richard
Wagner. Tot 1865. Richard Wagner was
toen 55 jaar oud,, had hij steeds veel
teleurstelling ondervonden. Het begon
met de Tannhauscr. Wagner had het
gevraagd de traditioneele aria's van
drie Strophen of coupletten aanmerke»
lijk te bekorten en toen da critici hem
iclen en de mer.schen hem niet be.
grepen, had bij ineens alle aria's uit
zijn stukken laten verdwijnen. Toen.
op aanraden van zijn vrienden, deed
NVagner deze opera verschijnen.
Een opera die als het ware een iro»
nische parodie is op de Tannhauscr.
Wat daarin bittere ernst is, is hier
ironie. Bepaald humoristisch is deze
opera niet, maar er zijn gedeelten, waar»
om hartelijk gelachen kan worden. Hoe
mooi is het type van den middeleeuw»
schen nachtwacht beschreven, hoe mooi
het type van den merker.
In dezen merker valt heel gemakke*
lijk de persoon van Eduard Hanslick,
de toenmalige criticus van de Wiener
Zeitung te herkennen. Deze viel Wag»
steeds aan en ook toen deze ope»
erscheen kreeg Wagner een schei»
pe critiek, trouwens V3n alle bladen.
Maar het publick werd wakker en de
merker mocht zich langzamerhand
kend zien. Zelfs de tegenstanders
Wagner en dat zijn er nog velen
moeten erkennen, dat deze opei
schoonste werk is geweest.
De spreker, daarna overgaande tot
de opera zelf. vertelde den inhoud en
droeg verschillende liederen voor. En*
kcle liederen werden door den heer
Alt op den vleugel voorgespeeld.
Den heclen avond wist hij de aanwe»
zigen te boeien met zijn door voor»
drachten afgewisselde geestige causerie.
Hoe mooi wist de heer Alt personen
als Hans Sachs, Eva, Bcckmesser, Wal»
ther von Stolzing en zooveel anderen
te typccrcn.
Dat de prachtige voordracht op prijs
werd gesteld, bleek wel uit het telkens
herhaalde applaus. Het was een mooie,
een leerzame avond.
LEZING.
A s. Woensdag zal Nico de Haas.
leerling aan de kunstnijverheidschool
hier ter stede, voor den Jongelieden
Geh. Onth. Bond, den Ned. Bond van
Abstinent Studeerenden en het Vrije
Jeugdverbond een lezing houden over:
„Vincent van Gogh".
HET HANDELSREGISTER.
Blijkens mededcelingen in Handels»
berichten hadden in Haailem en om»
streken de volgende nieuwe inschrijvin*
gen in het Handelsregister plaats
Algemeene Vrijwillige Begrafenisbus
onder de zinspreuk Mijn glas loopt ras,
Bakenessergracht 26 b. uiikcering bij
■erlgden- Voorzitter: R- Veth, Heem»
stede secrctarls=directeur G. Wessel»
dijk, Heemstede, J Fa- Levert, Haar»
icm. H. Hamer. Den Haag. C- Spoel»
der, Haarlem, C. A- Krul!. Heemstede,
G. J. Droste, Overvecn, W- Stolp Jr-,
Haarlem. J. E. Koning, Haarlem en J.
Merens, Lochem-
NV. Bouwbedrijf Tsraeks, Wagen»
eg 1 rood, bouwonderneming. Direc»
teur. C- J- L- Tack en commissarissen:
A. S. van der Meulen, A. F. Spook en
A. J. Kuiper. Maatschappelijk kapitaal:
10 000, waarvan geplaatst en gestort
ƒ4000.
Daudcy—Van der Ven, Lieve Vrou»
wcngracht 1, drogist Eigenaar: M- E.
Daudey—Van der Yen-
Duitschcr Zcevisch» en Haring
Groothandel H. E. Marten, Rijksvisch»
hal, IJmuiden, handel in versche» en
gezouten zcevisch.
K- Houtkooper en Co., Zijlstraat 86,
winkel in schoenen. Vennootcn: M. F.
J. Scholtcn en K. Houtkooper.
En verder de volgende wijzigingen
Do Tuinberg, Wijk aan Zee- Nieuw©
Straatweg 75, lunchroom. Uitgetreden
eigenaar J. W. Eerhart. Nieuwe elge»
naar C- Smit-
C- Emmer. Rollandstiaat 28. kruide»
nier. Uitgetreden eigenaar C. Emmer-
Nieuw© eigenaar C. Emmer Jr. Han*
delsnaam gewijzigd inC- Emmer Jr.
Kon. Nederl. Hoogovens en Staalfa»
brieken. Velsen, Tuindcrslaan M 145.
Benoemd tot commissaris: D- Ornstein,
Amsterdam-
N-V- Haarl. Stooraververij en Chem.
Wasscherij Julius Wuift en Co. Helm»
brekersteeg 68. Uitgetreden dircc»
teur C J Wulff, Benoemd tot direc»
teur: Th. C- M. Aalbers en tot com»
missitrisP- P- J. van Deurzen (was
directeur).
M. C- Lam, Schoten, Paul Krugerstraat
33, rund» en varkensslager. Uitgetreden
eigenaar M. C- Lam- Nieuwe elge»
naar J. E. A. Tollenaar. Handelsnaam
gewijzigd in J. E. A. Tollenaar-
Nederl. Mij. ter Bevordering der
Pharmacie (filiaal), Zandvoort. Halte»
straat 6 a- Uitgetreden beheerster fi»
liaal F- Con. Benoemd tot beheerster
filiaal C. E. Hekkert. Zandvoort.
N.V. Van Ommeren en Ketelaar's
Aannemersbedrijf. Spoorwegstraat
Uitgetreden commissaris A- Kahlman.
Sigarenmagazijn De Industrie, Spaarn»
wouderstraat 110- Uitgetreden elge»
naarWed. J. H J. van Raaphorst.
Nieuwe eigenaarW. C- G. Kostcrs-
Verecnigde Drukkerijen v.h- Eike»
lenboom en Timmer, Bloemendaal. De
Gencstetweg 23- Handelsnaam gewijzigd
in Drukkerij T- Timmer.
FEUILLETON
DE DUBBELGANGER
Geautoriieerdo vertaling naar het
EngeUch van
H. B. MARRIOTT WATSON
13)
Het geheim moet bij Donaldson
gezocht wordofi. zei Quinton, sprc»
kende na een stilte die vol beteekenis
was geweest cn alsof hij nu tot een
oonclusle gekomen was.
Kerr stond hem aan te kijken, al«ol
hi' deze uitspraak overwoog. Ik
weet het niet zei hij tenslotte. Ik gaf
het op. Het geheim kan overal liggen
Op dit oogenblik ging dc deur open en
eer man trad binnen, vlug, maar stil.
Meneer Crump wou u even sprc»
ken. meneer zei hij.
Quinton schrok op. Best Bollis
zei hij. aarzelde een oogenblik en volg»
de den ander toen.
Dit was dus dc secretaris. Maar dat
cp zichzelf kon mij weinig schelen. Er
was iets bekends aan hem. Toen
kwam mijn geheugen mij te hulp. Dat
was de man. dien ik ccnige dagen te
voren had gezien, toen ik in Denver's
bossohon aan het jagen was. Ik dacht
niet langer aan hem toen Kerr naar dc
deur liep en een oogenblik in luisteren»
de houding bleef staan.
- Denycr zei hij kortaf waar»
was je gisternacht op stap?
Om over alles na te denken. ant»
woorddc ik Er is veel om over te
denken.
Ja. Hij keerde zich weer van
mij af Was de man, dien je zag
tamelijk jong cn van middelmatige
lengte vroeg hij met zijn rug naar
mij toestaande.
Ik zou het niet kunnen zeggen.
Het was alles te vaag, Hierop volg»
de een lange pauze.
Lk vraag me af zei hij wat
Crump met hom te bespreken heeft.
O, hetzelfde wat wij te bespreken
hebben antwoordde ik. Ik wilde
iets zeggen over Bollis, den secretaris,
maar ik wist niet hoeveel ik, als Dc»
nyer, verondersteld werd van hem te
weten, dus zweeg ik maar. Ik wist
evenmin of Kerr mij evenals Quinton
wantrouwde cn ik wist zelfs niet of
ik Kerr heclemaal vertrouwde. Maar
ik had niet met hem op.
In den namiddag besloot ik om te
vertrekken. De atmosfeer werd te
zwaar voor mij cn hoewel ik er leven»
dig belang in stelde, werd ik er ze»
nuwacbfcig van. Ik zei tegen Quinton,
dat ik wegging en in het eerst ant»
woorddc hy niet. Toen—
Je bont bang net als Crump
zei hij.
Ik geloof dat een verandering van
omgeving....
Zeur niet, man, wij moeten het
uitzingen als wg er mee door willen
gaan antwoordde hy en ik raadde
dat Kerr hem voor den zooveclsten
keer had overgehaald. Maar waarom
deed Kerr dat? Ik wantrouwde hen nu
allemaal.
Dit wantrouwen nam 's avonds toe.
Ik vertrok niet. Quinton had het
nieuws blijkbaar nan Crump overge»
briefd, althans hij kwam het te weten
en toen de schemering inviel kwam
Bollis mij opzoeken.
Ik herkende hem nu heel duidelijk
met zijn magere blcekc gezicht cn slan.
kc lichaam. Ilij had stille oogen cn een
kalme stem.
Meneer Crump heeft gehoord, dat
u van plan is om te vertrekken, me»
neer Denver zei hij en hij verzoekt
u om dit niet te doen. Hij voelt zich
niet goed, maar zal vanavond beneden
komen.
Ik dacht dat Crump verheugd zou
zijn over mijn vertrek, maar ik besefte
later wat zgn beweegredenen waren.Hij
was nog steeds bang voor mij, maar
had mij liever in dan buiten zijn huis.
Hij kwam aan het eten en zag er vree»
selijk uit. De maaltijd was een bezoe»
king. Bollis at bij ons aan tafel en wij
praatten onsamenhangend over alles en
.nog wat, behalve het onderwerp dat
ons allen geheel in beslag nam. Ik
voelde mij dankbaar gestemd jegens
Bollis, die een jonge man was met ken»
nis en ontwikkeling. Hij leidde het ge»
sprek naar de politiek, zonder bepaalde
meeningen uit te spreken en naar de
kunst, de schouwburgen. Bollis leek
mij een verstandig man toe en veel
onderhoudender dan mijn opgedrongen
kennissen.
Eerst toen hg verdwenen was, kwam
dc nachtmerrie weer ter sprake. Wij
bevonden ons in een mooie kamer,
weelderig maar smakeloos gemeubileerd
en wij waren met ons vieren alleen. Op
de tafel stond whisky en soda en glazen
en er brandde een groot vuur. Ik
merkte op dat Crump, die tijdens het
eten vrijwel voortdurend gezwegen
had, veel dronk en dat Quinton niet
veel voor hef onder deed. Kerr speel*
de wat met zijn glas, liet het bg zijn
eerste en rookte een sigaar. Ik sloeg
alles af en hield mij aan mijn eigen siga*
retten. Ik kon zien dat Crump mij van
terzijde bespiedde.
Ik moet ronduit verklaren dat de
atmosfeer zwaar geladen was met wan»
trouwen. Wat mij aangaat, ik wist
eigenlijk van iemand iets af en wachtte
op de dingen die komen zouden. Mijn
gevoelen omtrent hen allen was dat zij
meer gewetenloos waren dan misdadig.
Maar ik wist niets. Toch keek elk
hunner naar mij alsof ik de verdachte
was en tusschen ieder onderling stond
het wantrouwen als een muur. Wie was
het? Ik keek van Quinton naar Kerr
en van Kerr naar Crump. En dan was
er nog zijn verdenking op Donaldson.
Misschien speelde Quinton een dieper
spel. Maar kon een van deze normale
burgers van een vreeselijke misdaad
beschuldigd worden? Ik gaf het op en
wachtte.
HOOFDSTUK VI.
Ik wachtte twee dagen in de onaan»
genaamste omstandigheden. Het was
alles heel mooi voor iemand, die er
voordeel uit hoopte te halen, maar ik
had er niets dan last van. Wantrouwen
beheerschte dat geheele huishouden
en ik wist nauwelijks waarom. Toen ik
zei dat ik van plan wa3 om te vertrek»
ken. liet Crump zijn mes en vork op de
tafel vallen. Wjj zaten aan het ont»
bijt waarbij Kerr's opmerkingen over
koetjes en kalfjes te eenenmale onvol»
doende waren om ons in een normale
stemming te brengen. Heb je nu al
genoeg van ons? vroeg hij met een
zenuwachtig lachje.
Neen. antwoordde ik niet erg naar
waarheid maar ik heb verschillende
dingen in de stad op te knappen, die
geen verder uitstel kunnen vergen.
Er werd niet verder over gesproken,
maar later nam Crump mij terzgde.
Hoor eens hier. Denver zei hij
ernstig ik acht het niet meer dan
plicht dat wg elkaar terzijde staan.
Het is raadzaam dat wij elkaar in de
omstandigheden niet uit het oog ver»
liezen. Ik durf te zeggen, dat de eer*
lijkheid gebiedtHij voerde een bijna
verontwaardigd pleidooi. Maar ik was
n:et van plan mij door hem te laten in»
timideeren. Als hij bang voor me was,
wilde ik hem niet helpen. Ik had
langzamerhand een tegenzin in hem gc»
kregen. Bovendien was het werkelijk
hoog tijd dat ik naar Londen ging om
orde op zaken te stellen. Er konden
brieven voor mij in Denyer's huis lig»
gen en er zouden er vrij zeker op mijn
eigen kamers liggen te wachten. Dus
maakte ik mij los van het ongenocge»
lijke gezelschap.
Ik geloof niet dat een enkel hunner
er mee ingenomen was en Crump zeker
niet. Ik vertrok in den namiddag cn
eenigen tijd voor hem in diep gc»
sprek vond met Bollis. Hij bewoog ze»
nuwachtig zijn handen en Bollis knikte.
Hij was niet tc vinden toen ik afscheid
kwam nemen. Ik nam eer sneltrein en
kwam na donker te Londen aan. Het
geweldige starion straalde wit van
duizenden lampen, die scherpe en die»
pc schaduwen wierpen. Ik had slechts
een handtasch bij mij en droeg die zelf
toen ik van het helder verlichte perron
in een meer schemerachtig verlichte
gang liep. Toen keek ik nog een oogen»
blik om en onder het felle licht van
een booglamp zag ik Bollis.
(Wordt vervolgd)