HAARLEM'S DAGBLAD
FLITSEN
MAANDAG 7 DEC. I92S
TWEEDE BLAD
MET DE 1JMUIDEN 384 „ERICA" OP DE
SCHELVISCH
door Joh. van den Hoek
IV (Slot).
Van een briesje dat tot storm wies en het treurige gevolg
Het gebruik wil'dat men aan het slot Met moet wel, al is het hondenweer-
eencr reisbeschrijving voo.al wan» Want, ofschoon dc helft dei reis al
neer de reis aan dc welwillendheid van wcr bijna achter den rag is, heeft men
anderen tc danken is. en-eerder nog: nog nauwelijks een vischje aan boord,
wanneer zij van andcrcr medewerking Waar nog bij komt dat dc. karige gage
-afhing een résurr.é van het beleefde Juist tc ved is om van. honger te ster»
geefteen oordeel velt, opgevangen ven en men het uitsluitend van de p;o»
klachten uit, een pluimpje nier, een visie moet hebben-
pluimpje daar steektkortom dat Ik wil het woeste schouwspel over»
men enkele forsche houlskool-contou» /ien en ga naar de brug- Ik moet gaan
ren trekt waar in dc - eerder gegeven
schets met feller realisme naar voren
treedt.
Geachte lezer, lieve lezeres, ik wijk
daar van af- Ik vel geen oordeel, ik
zal niet de loudspeaker zijn van lang
verzwegen klachten, ik steek geen
pluimpje hier en ginds ik vextcl slechts
wat ik zag en voelde-
Ik schilderde u het trawler-leven..
Ik geef u thans een brokje tra\ylcr»tn:-
gedie! Dc conclusies laat ik u.
En opdat u mij niet houdc voor écn
die geluk had en zag wat bij verlang»
dc te zien opdat u mij, erger nog
niet houdc voor ccn blagucur die zich
veilig voelt omdat dc waarheid op de
verre zee toch niet te aehte-. halen is,
verzeker ik u dat alle mijne avonruren
normaal waren, en dat dc treurige ge»
volgen niet boven het middelmatige
uitstaken-
In IJmuidcn hoorde men nauwelijks
no.-r ons wedervaren en Wees schok»
«houdc: end naar tuieren die er heel
wat erger aan toe waren..
Oordeelt
De nieuwsgierigheid is in di! onder»
maansche sterker dan de blijdschap.
Het zal u vc. gaan zijn als mij uw in»
tocht in tic Fröbelschool'zal bij u ster»
kcr indrukken hebben nagelaten dan
die in de grootc school- Dc vcrwach»
ting van het vreemde dat u wachtte in
de bewaarschool het sp;oofcjespa»
leis aller kinderen die nog moeders
nestje niet verlieten--deed uw kinder»
hersentjes vonken, uw hartjes kloppen
En die nieuwsgierigheid was zooveel
sterker dan dc blijdschup over de bc»
vordering uw gang naar de groote
school êdat zc'.fs uw wassende herse»
ncn haar indrukken niet strak gelijnd
droegen door de jaren heen naar uw
volgroeiing.
Zoo ook ging het mij met rr.ijn
tra>vler»rcizcn. Van dien September
Dinsdagmorgen zal ik nooit één détail
vergeten. Terwijl mijn tweede reis, na
ccn maand, reeds in mij vervaagt
Alleen het nieuwe weet ik nog:
Het was mistig cn vocht. Binnen dc
pieren kamden wit schuimende kop»
pen. De branding fronste in horizon»
wijden kring.
Doch vallen deed ik niet- Ik was op
alles voorbereid- En mijn mismoedig»
hcid daa.om was zoo groot dat ik bijna
slap op rr.ijn Becncn gi tg slaan niet
waggelende tegen het zeetje in om
nog eens zoo prettig door.ccn tc wor»
dei: gerammeld....
„Jc zal jc zin hebben!"
„Geloof jc?"
..Kou! Let maar 'ns op me woorde!
Hondcwccr krijgc wc! HondeweerJ!"
Maar ook dat laat mij koud- Ik slcn»
ter naar achter in en ga lezen. Ik ver»
veel mij- Dc zee is leelijk. De zeeziekte,
die warempel als een at:.actie ontvan»
gen zou worden, blijft uit.
Ik geloof wanneet- wij nog land
aandeden dat .k zon ccscrtecrcn-
Donderdagmorgeii!
Ik sp: ing uit mijn kooi, rollebol over
dc tafel, spartel op dc bank. omarm
het kacheltje enben klaar-wakkcr-
Ofschoon dc zee mij h: dc vijf dagen
van deze re s a! veel heeft laten hij»
lecrcn. is er :n ni:j toch ccn vaag ver»
mocdctj, dat zij zich heden al weer an»
ders toont. Want", terwijl het daar bo»
ven klettert als ware cr een -waterval
van knikkers, is dc toegang tol achtcr-in
hermetisch gesloten."...
Zoo lang cr geen gevaar is dat dc
schuit vol zal loopen cn dc hccle boel
met man en muis vergaan, begint men
aan deze afsluiting niet-En wat nieuws»
gierig kruip ik tegen het trapje op.
Ik morrel het deurtje openPats!..
Ik sla het dicht en wrijf het water
uit mijn oogen. Weer open ik het en.,
weer is hetPats!
Dit spel wordt zoo vier, vijf malen
herhaald, waarna ik bcsluti maar door
den zuren appel heen tc bijten- lk
smijt het deurtje open cn treed naar
builen, met een hlik naar dc zee van:
Wij gaan uitvetten-
langs de verschansing. Op dc vuurkist
Is het bepaald levensgevaarlijk en al
even nat als dc zcozelve- lk t.ef het!
Nog niet hcclcmaal door»nat, bereik
ik het doel van mijn tocht-
Een scherpe koude vlaagt. De zee
dondert. De storm, jachtende, fluit De
zwarte duisternis geeft aan het tooneel
iets dat doet huiyeren.
Manocüv. ccrendc, 'vleit zich Vlc
Frida op hare zijden- NVij zwaaien,
slingeren, hellen over naar bakboord.
naar stuurboo.d.. ï'Iet water spoelt
bijna om den schoorsteen-
lk hen blij als alles in orde is en ».-•
het winchbeginr te puffen. Wij drïj» razende water,
ven nog sjeeds cn schijnen ook niet te 1 W'J n!Cf «p v<^r ,wcten
nken. Wat mij een t.kjc verwondert! ^at 'n rt''c d.ie dc gevonden lichamen
Een die tijdens den oorlog op een
mijn liep, giui
„oen inijiil li-en mijn! O God! God!
Goti!"
lui tusschen zijn luide gebeden door,
roept Hij oen naam van zijn vrouw-
Wij staren cjKoar aan. \v ij zijn bleek;
allen: tr is geen senrik. mui verdoo»
ving. Wij \scien nicis, n»ets wach»
ten af wat komen zal.... gelaten-
Die lamheid duurt minuten.
Maar wanneer dan boven zcegcrulsch
cn stormgcbuldcr .uit kreten klinken,
menschciijko stemmen, vloeken en ge»
bcacndan vonkt in ons de ener»
gic op, het instinct tot zelfbehoud-
NS ij verdringen ons op Jict ijzeren
trapje, jauiten naar het dek; vaalcn,
wan Kelen, sen reeuwen
Vaag rijst voor uns dc silhouet van
een die de sloep wil st.ijden-
Hopeloosl Wanneer wij zinken, zijn
.wij verloren! Nooit streek men een
«loep in dit weer! Voor zij het waier
bcrciki, zal zij verplette.d zijn!
Maar dc kre-xen roepen ons naar het
voorschip Het is er oonker- Alie Echt
is ex gedoofd. Wij tasten door dc
duisternis, van touw naar touw, van
handle n iar handle, wadende door het
water dat ons, stortvloed na stort»
vloed, ovcrplonst-
Men vloekt, men raast, men gilt, men
bidt.... Wanneer wij aankomen, valt
ccn maAbcrc stilte ïn-
Ecn van ons struikelt over iets.
..Hier ligt cr een!"
Wij tasien een lichaam. Wij vinden
cr nog éénDof bonst iets op het
dek- liet valt van dc brugHet is
ook een man!
En ons klampende om niet weg te
spoelen, buigen wij en tasten in het
donker, geranseld, ovcistort door het
VAN HAARLEM'S DAGBLAD ,No. *"17
SNEIl HETD
Dc golven vc.slindcn dc borden cn
ook dc Üjncn dompelen in dc donkert
kolken.
Totdat
Plotseling
Een slag davert....!
En het winch zwijgen blijft
Dc lijnen. ccntiinctcrs»dikkc. stalen
kabels.«hebben zich vcrward-
Dcor het slagzij maken overhellen
naar één zijde hebben zich, bij het
halen, dc lijnen hl de winch.trommels
gestapeld in plaats van zich te rijen, re»
gclmatig te winden, cirkel na cirkel
naast elkaar als het garen op ecu
spoel en de kabels vormden daar»
door dc gepreste massa die slechts dc
helft der trommels vulde liet slingeren
is'dc oorzaak geworden dat dc lussen
uiteen schotenvfc. warden.cn
onwrikbaar nu worden strak getrokken
door dc borden cn het g.ootc net dat,
in zee. den onweerstaanharen drang
der golven in wijde omarming vangt-
Geen beweging is meer mogelijk- En
toch moet die chaos worden losgc»
wocld! Want met dien onwccgbarcn
sleep van het net, die de Erica slingert
en schokt tegen de golven op, is gcén
vaart mogelijk.
Alle hens aan dek'
Om dc lijnen waaraan het uitstaande
net rukt. wordt ccn ketting geslagen
en met alle macht weet men centimeter
na centimeter een tindje in te palmen-
Deze Titanenarbeid die eeuwigheden
van tijd in beslag neemt, is het eerste
vcTcisehtc om he! winch van zijn zwaar»
sten last té ontheffen cn te voorkomen
dat dc verwarde lussep nog strakker
wo:den getrokken
Dan gaat men aan het werk
Een mzr.ncn staan aan dc:i ketting
cn hebben tc zorgen dat deze niet
wordt gevierd.
Een beklimt de brug cn neemt het
stuurrad in handen.
Een ander bedient het winch.
En de wanhoopspoging om het ma»
tcriaul op dc zee te vei overen, neemt
ccn aanvang.
Vooruitachtcr-uitdavert het
winch Twee mannen staan kruiselings
over dc lijnen cn heroveren de kabels
op het clctrtcnt cn de machine
De golven beuken het schip, klettc»
ren ovci dc verschansing, de vuurkist.
de brug, den schoorsteen. -Dc mannen
worden overspoeld- Geen oogenblik is
hun oog af van Mat zij grijpen zullen,
wanneer het water hén opneemt....
Dc nacht valt in- Uren k.uipcn traag
voorbij. Dc koude doet alle gevoel ster-
ven- Doffe wanhoop suft-
Vrijdagmorgen. Drie uur.
Wij, de meester, de stokers en lk.
zitfen m de machinekamer. Men denkt
cr niet aan tc kooi tc gaan. De vlie»
gende storm huilt cn doet dc Erica
sidderen-
Van slapen wordt niet gerept- Ook
aan de mannen die daarboven zwoc»
gen, schijnt men geen aandacht te
schenkenHet algcmccnc gesprek
schildert slechts dc felle conti asten
tusschen hier eu thuis...waar ,,'t wijf
cn do jongens" dit wel zullen doen en
dat wel zullen denken....
Er és dan ccn slageen geweld
dat uitbarsten alle geluid dooft.... Do
Erica- Hhngc.t, schokt.... schijnt tc
hezwijken.
nog leven smeult-
IJan worden lampen opgozocht- Wij
herkenen den schipper en twee matio»
zen Toon en Dries-
Wij brengen hen voorrin- l)at is het
dichtst»bij. W ij wasschcn hunne won»
den. Wij verbinden hen primitcif
Het volgende is gebeurd
Dc kciting waarmee dc lijnen werden
opgehouden, is gebroken- Dc rondslin»
gerende cindêri hebben den beiden ma»
trozen dc beencn nagenoeg vcriiior»
ze ld. Dc schipper stond kruiselings ovei
dc lijn. Toen doze door het breken
van den ketting strak schoot, werd hij
opgeworpen, meters hoog.op de brug.
Wij zijn vol medelijden met dc
slachtoftc.s. die. m al hunne pijnen,
door dc kooien worden geslingerd, van
and naar wand. Maar wij kunnen
niets dan hopen d'at zij nog tot IJmu.'»
den leven zullen
Zondagmorgen-
Het is nog nacht wanneer wij dc
pieren binnenvaren- Het gele licht dat
wij in den top voeicn. verzekert ons
dat aan wal reeds een dokter wacht
Wij worden niet in onze vcrwachtin»
gen bedrogen
De geneesheer verzekert ons dat cr
vör het leven weinig gevaar is. Verder
verzekert hij niets. Mij kan niet meer
dan het verband wat vcrvcrsdien- Een
zieken»auto moet getelefoneerd- Dries,
een Egmonder. mag niet naar Alkmaar
worden gebracht liet vervoer moet zoo
kort mogelijk zijn. Zij gaan naar Haar»
lem- Dc schipper hoeft niet in een
ziekenhuis te worden verpleegd.
Ook het overige deel di-r bemanning
wordt verbonden- Want niemand is
ongeschonden gebleven- Dc helft zal dc
volgende reis niet meemaken.
Dc z:eken»auto komt. Dc gewonden
worden binnengedragen en de auto
rijdt heen-
Ik sta op de kade en staar den wa»
gen na.
Naast mij klinkt ccn stem;
„Heb je het gezien?"
„Ja." zeg ik zacht.
Een poging tol schei tsen mislukt
„DinsdagnKjrgcn varen w ij weer..-."
Maar ik geef geen antwoord
Zwijgend nemen wij afscheid, som»
ber zoekt ieder zijn richting.
En meer dan ooit zeggen wij nu dc
woorden van Herman Heijcrmiuis dc
woorden-die den auteur hebben over
leefd
„Dc visch wordt duur betaald
EINDE.
Haarlem, November 1925.
Vader nierkt op. dat zij
den vorigen keer te Iaat
waren bij dc Kommers.
moeder moet dus nu
wat vlugger voortmaken
met klccden
Maar wil zij nog even
een oogenblik komen, er
is geen boord meeer in
de la. waar kan dat nou
weer zijn
is dit overhemd nog net»
jes genoeg? Er zit een
i vlek op. wil ze even zien
of ze denkt dat die
zichtbaar zal zijn
en wil ze nog even hel»
pen met zijn boord, hij
Kan dat lamme ding on»
mogelijk vastkrügeu
waarna vader komt in»
formecrcn waar zijn
smoking is. die hangt
niet op dc gewone plaats
in de kast
en zijn gouden manchet»
knoopen liggen ook niet
in het doosje, hij heelt
ze cr den vorigen keer
toch zelf in gedaan
als zc nu nog een secon»
de heeft om even zijn
rug tc borstelen, daar
kan vader zelf niet bij
I waarna hij iedere vijf
minuten vraagt, waarom
zij altijd langer werk
heeft met klcedcn dan hij
(Nadruk verboden).
Vervolg Stadsnieuws
INGEZONDEN MEDEDI'ELINGEN
a 60 Cents per regel
JUBILEUM
STAAL
Zooals wij ecnigc dagen geleden al
mede deelden zou Zondagavond her»
dacht worden dc 50»jarigc ambtsver-
ulling van den heer Staal, opper'cos»
cr. ritueel snijder, cn Iccraar in de
Israeliiische gemeente alhier.
In het Gcmccntegebouw in dc
Lange Wijngaardstraat werd de heer
Staal in ccn bijzondere openbare ver»
gadering van den kerkeraad gehuldigd.
Dc vergadering was zeer druk lit.
zocht. Voorzitter was dc heer A. dc
Lieme.
Dadelijk na dc opening der bijeen»
komst werd de heer Staal binnengeleid.
Hierna hield de heer De I.icmc de
volgende rede:
„Wanneer ik mij afvraag of er voor
ons reden is. run uw óü.jarlge ambts»
•ulling op bijzondere wijze te her»
denken antwoord ik daarop: ja. Ai
was het alleen om deze woorden-
„Gij zult heiligen het 50ste jaar".
Wanneer ik mij verder ufvraig is cr
aanleiding dit jubileum feestelijk te
herdenken, dan wijs ik er op. dat u
een ambtenaar is, die 50 jaar in ccn
gemeente werkte.
Dit zegt genoeg. Verheven boven
ieders lof was uw werk. Ik wensch op
die halve eeuv van uw werk geen tc»
rugbük tc werpen. Ik wcnsch Jank
te betuigen, opdat het geboekstaafd
worde: niet alleen om uw getrouw
ambtsvervulling, doch op dc eerste
plaats, omdat gij goed jood waart. Bo>
ven alles stond uw onwrikbaar Gods»
vertrouwen.Wat daarbij door u is ver»
richt?
Uw bescheidenheid dwingt mij daar»
over niet in den breede uit te wijden.
Ik wil niet spreken van bcloonitig,
want u gaat niet geheel cn al verloren
in het materialisme. In uw kinderen cn
kleinkinderen zijt gij al zoo zeer bc»
loond geworden.
Toch heeft de kerkeraad gemeend
door u een stoffelijk blijk vat jbcloo»
nïng aan haar dankbaarheid uiting tc
moeten geven.
Het was voor ons te moeilijk uit tc
zoeken wat gij zoudt willen hebben.
Wij lieten het liever aan u zelf over.
Bij deze woorden overhandigde dc
spreker den heer Staal een portcfcuil»
le met inhoud.
Hartelijk applaus weerklonk na deze
rede.
Tweede spreker was de heer B. Da»
vidson, die den jubilaris hartelijk ge»
luk wcnschtc. Sprei er wierp een terug»
blik op het jaar '1875 in de maand No»
vember toen de heer Staal in de ge»
meente werd benoemd.
Nog werd het woord gevoerd door
den heer Louis A. Glaser. die den ju»
bilaris 50 jaren heeft gekend,
i Spreker zeide met nadruk, dat het lief
dat de heer Staal ondervond, en on»
dervindt. wel het leed dat hij moest
ondergaan zal verzachten.
Rabbijn S. Ph. de Vries wilde in
enkele woorden zijp erkentelijkheid ten
opzichte, van den jubilaris uiten. Hij
wees op de zeldzaamheid van dit ju»
bileum. 50 jaar heeft de heer Staal de
gemeente mede helpen dragen. Niet
alleen in het nakomen van contrac»
tueele verplichtingen, doch ook mc!
liefde.
Met het uitspreken van verschillen»
de wenschén besloot sprek. zijn rede.
Nog werden zeer waardeerendc
wooidcn gesproken door den voor
zanger der gemeente, den heer M.
Pétzon.
Evenals door den secretaris van de
gemeen "c. den heer S. Jacobs.
De heer L-. D. Staal, oudste zoon van
den jubilaris zcidc ook behoefte te gc»
voelen ccnige woorden te spreken. Hij
wees op de moeilijkheden die zijn va»
der tijdens zijn leven moest overwin
nen. Ook sprak hij woorden van dank
tot den kerkeraad. Tenslotte deelde
spreker mede, dat dc familieleden be»
sloten hebben een geschenk te over»
handigen dat gebruikt kan worden bij
de ccrediensten.
Daarna sprak dc heer Staal
woorden van dank.
Hij ping in het antwoord op de rede»
^voeringen terug naar de eerste jaren
'van zijn ambtsvervulling cn gaf daar»
na uiting aan het gevoel van hoog»
achting dat hem bezielt voor de tegen»
woordigc bcstuurderen der gemeente.
De heer A. dc Lieme sloot de ver»
gadering.
De huldiging in het Gem.
Concertgebouw.
In dc bovenzaal van het gemeente»
lïjkc Concertgcbenw werd de huldi»
ging voortgezet.
Nadat een welkomstlied gezongen
was trad als eerste spreker op de heer
B. Chapon, voorritter van de feest»
commissie.
Spreker zcidc woorden van dank tot
de talrijke aanwezigen voor hun be»
rcidwill-gheid. deze huldiging te wil»
len bijwonen en vestigde cr voorts de
aandacht op dat de drang om
jubilaris te huldigen voortkomt,
de liefde van de gemeenteleden voor
zijn persoon.
„In de twaalf jaren, waarin ik hem
leerde kennen, zijn mij zijn bczondese
karaktereigenschappen duidelijk ge»
worden. De beer Staal, is altijd vrien»
delijk, maar boven alles: liefdadig. Dat
weten de zieken! En dan: de groote
mate van bescheidenheid, waarin hij
zijn liefdadigheid kleedt.
Gij betreurt het, dat gij niet dc roe»
ping hebt kunnen volgen van uw
jeugd? Dat gij naast uw heilig ambt,
het beroep van koopman moest uit»
oefenen? Welnu uw koopmansohap
was -ok heilig. Al was het alleen al.
omdat gij er niets van over gehouden
hebt. Daarua zeide de heer Chapon:
,In den vorm van een divan hebt gij
reeds een deel van onze iankbaarheid
mogen ondervinden, speciaal voor uw
kiilöcren echter willen wij dit uw
portret overhandigen." (applaus).
BovcndiL.. ontving de heer Staal een
xveloppe' met inhoud.
Dc voorzitter van de godsdienstige
instelling „Gemiloes -tssodiem" de
heer 1. .v. Lessing, behandelde een brief -
van den heer Staal, voor een zieken»
bezoek in het Sint Elisabethsgasthuis.
Dit ziekenbezoek is onder anderen het
werk van den heer Staal: spreker hul»
dxgden dezen moeilijken arbeid, dien de
75»jarige nog steeds vervult.
De heer Lessing overhandigde dan
ree Sabbathlam ien en een enveloppe
met inhoud
De heer M. Petzon sprak thans in
zijn qualiteït van ritueel snijder, en ver
telde van de waardeering cn de sym»
pathie die de jubilaris degelijks on»
dervond van verschillende leden van
het personeel van het slachthuis.
Namens een aantal loonslagers bood
de heer Petzon den heer Staal ccn
randclstok aan.
Namens ambtenaren en werklieden
■an het Sla hthuis ontving de jubila*
ris een krantenhanger. De heer Petzon
las een brief voor die dit geschenk be»
geleidde.
Volgende spreker was rabbijn S. Ph.
de Vries die sprak naar aanleiding van
de geschiedenis van Jacob, die de op»
dracht kreeg terug te keeren naar
Beth»El.
Onder ancfere zeide deze" spreker,
dat dc heer Staal, ovéral waar hij ge»
•eest is, een goed kenmerk heeft
agelaten. „Gij hebt gearbeid ik heb
het jaren" cn jaren gezien."
In uitvoerige bewoordingen schetste
rabbijn de Vries, het leven en het ka»
rakter van den heer Staal.
„Gij zijt oud, maar wij willen u nog
niet missen" aldus besloot spreker.
Daarna spraken dc herren \V. Kat»
tenburg, Gaarkeuken, Max Wolff, M.
Paardebek, E. Drielsma en Ph. Mok en
mevr. Speelman—de Vries,
Mcj. Prins en de heer Hart. ".an brach»
ten nog een nummer voor viool cn
piano ten gehoore.
Zeer onder den indruk sprak de
heer Staal tenslotte woorden van
dank.
Ook de oudste zoon van den ju bi»
laris, de heer L. D. Staal (hoofdredac»
tcur van het Nieuw Israëlitisch week»
blad) dankte in een uitvoerige rede.
Ne eenigen tijd bleven de aaowe»
zign daarna bijeen.
Vermelden wij tenslotte de mede»
werking van het zangkoor, onJcr lei»
ding van den heer M. Petzon.
FEUILLETON
DE DUBBELGANGER
Geautoriseerde vertaling; naar het
Engelsch van
H. B. MARRIOTT WATSON
30)
lk liep de trap op en stak het licht aan
in zijn slaapkamer. Er was niets tc bc»
kennen. Zonder succes doorzocht ik dc
hccle verdieping. Op de volgende ver»
dieping waren dc bediendenkamers en
dc zolder. Ik aarzelde nog of ik er
heen zou gaan toen er éen schaduw
viel in ccn hoek van de gang heneden.
die ik juist van liet portaal af, zien
kon. Door het dikke tapijt .kon nie»
mand mijn voetstappen hooren en ik
bereikte dc bocht van de trap zonder
dc aandacht tc trekken.
Het tooneel dut zich nu binnen an<
derhalve minuut afspeelde staat mij
nog levendig voor den geest. Ik zag
Denver, met zijn jas aan, zachtjes door
de gang sluipen cn ik vermoedde dat
hij zich in het sousterrain verborgen
had gehouden. Ik zag hem dc deur van
de ontbijtkamer passecren naar dc
vestibule. En toen hij daar was, ging
de deur van de ontbijtkamer open en
verscheen dc magere gestalte van Bol-
lis in dc deuropening. Ik hoorde het
slot van de voordeur en zag Bollis
luisteren. Denver verdween in de duis»
ternis cn met een vaart ging Bollis
hem achterna. De deur sloeg achter
hen beiden dicht cn ik bleef alleen
achter op dc trap.
Ik had slechts ccn paar seconden
over om mijn berekeningen te maken.
Bollis had Denver voor mij aangezien
cn dacht, dat ik cr met de buit van»
door ging. Het drong onmiddellijk fot
mij door welk ccn ontzettende gevol»
gen dit kon hebben cn ik rende dc
trap af, schoot een jas aan, greep een
hoed cn ging hen achterna.
De mist was niet meer overal even
dik en hier en daar zag ik boven mijn
hoofd dc sterren. Ik luisterde en dacht
dat ik in beide richtingen geluiden
hoorde. Dc stille straat kwam aan den
jeenen kant uij op den hoofdweg cn
aan het andere eind liep ze dood fe»
gen den muur van een stalhouderij.
Maar langs een trap kon men daar bin»
nen komen, op ccn soort plein en ik
vermoedde dat Denver die uitgang
t vaak gebruikt zou hebben en er ook
dezen keer weer heen was gegaan. Zoo
hard ik maar durfde liep ik er heen,
ivond de opening cn klom naar bene»
den Langs het hek van de stalhoude»
rij liep een tamelijk breede weg naar
het zuiden. Het werd nu iets helderder
PERSONALIA.
Aan dc chr. school voor L. O. in de
Anto-iiestraat te Haarlem, (hoofd de
heer P. J. Jongejan) is benoemd tot
onderwijzer dc heer R. v. d. Berg te
Zwijndrecht.
en ik liep vlug dien weg langs. Een
eind voor mij uit zag ik drie voorwen
pen op den weg en lichtjes als gloei»
wormen. Plotseling verschenen twee
dingen uit het niet en sprongen voor
mij uit. De heclc geschiedenis was on»
begrijpelijk, maar opeens hoorde :k
een motor en in dc verte reed een
auto sveg. Toen verdwenen cr nog twee
lichten en ik zag het glimmende puntje
achterop. Het derde stel lichten bleef
en ik riep in dc duisternis. Ilct was
ccn taxi, leeg.
„Volg die taxi voor ons", zei ik. „Je
zult cr goed voor betaald worden
want het is om ccn weddenschap".
Verdere aansporing had hij niet noo»
dig en ik leunde achterover in de
taxi. lk vertrouwde op den man en
niet tevergeefs. Tpen ik uitkeek in de
straten, waar de mist steeds meer op
trok zag ik de lichten van het Emhan»
kement cn dc rivier er naast. Op een
moment waren wc zoo dicht achter
onze prooi, dat- ik het nummer kon
lezen onder het achterlicht. Toen
raakten we meer uit elkaar, maar even
later ontdekte ik dat we het plein van
een station opreden. De taxi stopte en
ik sprong cr uit. Vlak voor mij uit zag
ik dat ik op 't goede spoor wus. Ik hc»
taalde den man 'n flink bedrag cn ging
Iliet staf ion binnen. Zou Bollis er zijn?
Als Bollis cr was, zou Dcnycr cr ze»
ker ook zijn.
Het zal zoo ongeveer drie uur ge»
weest zijn op dien donkeren December»
ochtend en het was stil op het station.
Onder de kap stonden twee locomotie»
te stoomen en de eenc siste scherp
reed weg. Ik zag geen der beide
die ik zocht en het leek mij
het beste om op onderzoek uit te
gaan. Als Denver naar dit station gc»
gaan was had hij dit gedaan met het
doel om ergens met den trein heen tc
gaan. Hij had geen reden om te gclo
ven dat hij gevolgd werd. Ik ontdekte
dat dc sissende locomotief met een
van die vroege tïeinc wegreed die de
ochtendbladen naar het westen bren»
gen. en ik vermoedde dat dit Denvers
doel kon zijn. Toen herinnerde ik mij
dat zijn eigen buitenhuis, waar ik ge»
iogeerd had. ook aan die lijn lag.
Ik aarzelde nog toen ik bij het wei»
nige licht dat er was in dé verte een
gedaante zag, die mij maar al te be»
I kend voorkwam de Siciliaan, die mij
achtervolgd had. cn die, dat wist ik nu,
in dienst was van Bollis. Voorzichtig
liep ik verder tot ik een conducteur
vond. Ik was te lang bij een diner ge»
bleven, zei ik tegen hem en nu had
ik mijn trein gemist cn ik moest weg.
Hij glimlachte virendelijk, toen ik hem
wat in dc hand stopte.
„Goed meneer, het zal wel gaan.
„Komt u maar in mijn hokje".
Ik had Dcnycr's station genoemd,
in de hoop dat hij daarheen zou gaan.
Maar ik zag geen spoor van "hem op
het perron, niets dan dc kranten»
auto's cn dc heen en weer hollende
witkielen. Hij zou toch niet voor niets
naar dit station gereden zijn. Hij moest
er zijn. dacht ik en de trein zou langs
zijn eigen dorp gaan.
Zooals ik reeds zcidc, was cr geen
spoor van hem te bekennen maar in
het halve licht zag ik wel do sinistere
gedaante van den Siciliaan. Ik wist
dat ik den goeden weg gekozen had'.
Zoo gemakkelijk mogelijk, ging ik zit
ten en wachtte af.
Toen ik van huis ging was ik ang»
stig geweest over het vooruitzicht van
een drama, maar later had ik gezien
dat Bollis die vreeselijke moorden niet
durfde voortzetten. Als Denver weg
ging, zou hij niets aan dc cheque heb»
ben. Zijn doel was niet om tc moor»
den, maar om te berooven. Hij wilde
den cheque hebben van Denver, dien
hij voor mij hield. En Denver had wer»
kelijk de cheque in zijn bezit en
trachtte zich in veiligheid te brengen
om zijn afschuwelijke plannen te kun»
nen uitvoeren.
Meer dan eens onderbrak het ge»
babbel van den conducteur mijn ge»
dachtcngang maar tenslotte verviel ik
in ccn soort van droomtoestand en
pas toen de trein met een schok stil»
stond kwam ik weer bij. Ik stapte uit
dc duisternis en wachtte op een ge»
schikt plekje. Even later zag ik een
paar menschen een, twee, drie. Ja,
ze waren er allemaal.
Dc afstand tot Denver's huis was
niet meer dan een mijl cn ruimte
tusschen de verschillende personen
was niet meer dan honderd schreden.
Ik wist tenminste waar Denver heen
ging cn ik twijfelde cr niet aan cf Bol»
lis had het geraden. Zooais u zich wel
zult herinneren had ik hem al dus eer»
der gezien in de bosschcn daar in de
buurt. Het huis stond vrij ver van de
anderen verwijderd en werd aan den
zuidkant begrensd door wilde bosschcn
en moerassen. Er was een oprijlaan
van ongeveer tweehonderd meter naar
het huis toe. Toen ik bij het hek
kwam was het zoo donker dat men
niet meer dan een paar meter voor
zich uit" kon zien. Nergens was licht te
zien en het was doodstil. Als ik den
weg niet gekend had zou ik verdwaald
zijn. Ik ging nu het hek binnen zon»
der iets van mijn voorgangers te zien.
Een hooge haag scheidde de oprijlaan
van den tuin aan den cenen kant cn
daar werkte ik mij voorzichtig door
zoodat mijn voetstappen niet hoor»
baar zouden zijn. Tocri bcvo.id ik mij
tusschen de grasveldjes cn perken van
ucn bloementuin.
(Worct vervolgd.^