HAARLEM'S DAGBLAD FLITSEN MAANDAG 7 DEC. I92S TWEEDE BLAD MET DE 1JMUIDEN 384 „ERICA" OP DE SCHELVISCH door Joh. van den Hoek IV (Slot). Van een briesje dat tot storm wies en het treurige gevolg Het gebruik wil'dat men aan het slot Met moet wel, al is het hondenweer- eencr reisbeschrijving voo.al wan» Want, ofschoon dc helft dei reis al neer de reis aan dc welwillendheid van wcr bijna achter den rag is, heeft men anderen tc danken is. en-eerder nog: nog nauwelijks een vischje aan boord, wanneer zij van andcrcr medewerking Waar nog bij komt dat dc. karige gage -afhing een résurr.é van het beleefde Juist tc ved is om van. honger te ster» geefteen oordeel velt, opgevangen ven en men het uitsluitend van de p;o» klachten uit, een pluimpje nier, een visie moet hebben- pluimpje daar steektkortom dat Ik wil het woeste schouwspel over» men enkele forsche houlskool-contou» /ien en ga naar de brug- Ik moet gaan ren trekt waar in dc - eerder gegeven schets met feller realisme naar voren treedt. Geachte lezer, lieve lezeres, ik wijk daar van af- Ik vel geen oordeel, ik zal niet de loudspeaker zijn van lang verzwegen klachten, ik steek geen pluimpje hier en ginds ik vextcl slechts wat ik zag en voelde- Ik schilderde u het trawler-leven.. Ik geef u thans een brokje tra\ylcr»tn:- gedie! Dc conclusies laat ik u. En opdat u mij niet houdc voor écn die geluk had en zag wat bij verlang» dc te zien opdat u mij, erger nog niet houdc voor ccn blagucur die zich veilig voelt omdat dc waarheid op de verre zee toch niet te aehte-. halen is, verzeker ik u dat alle mijne avonruren normaal waren, en dat dc treurige ge» volgen niet boven het middelmatige uitstaken- In IJmuidcn hoorde men nauwelijks no.-r ons wedervaren en Wees schok» «houdc: end naar tuieren die er heel wat erger aan toe waren.. Oordeelt De nieuwsgierigheid is in di! onder» maansche sterker dan de blijdschap. Het zal u vc. gaan zijn als mij uw in» tocht in tic Fröbelschool'zal bij u ster» kcr indrukken hebben nagelaten dan die in de grootc school- Dc vcrwach» ting van het vreemde dat u wachtte in de bewaarschool het sp;oofcjespa» leis aller kinderen die nog moeders nestje niet verlieten--deed uw kinder» hersentjes vonken, uw hartjes kloppen En die nieuwsgierigheid was zooveel sterker dan dc blijdschup over de bc» vordering uw gang naar de groote school êdat zc'.fs uw wassende herse» ncn haar indrukken niet strak gelijnd droegen door de jaren heen naar uw volgroeiing. Zoo ook ging het mij met rr.ijn tra>vler»rcizcn. Van dien September Dinsdagmorgen zal ik nooit één détail vergeten. Terwijl mijn tweede reis, na ccn maand, reeds in mij vervaagt Alleen het nieuwe weet ik nog: Het was mistig cn vocht. Binnen dc pieren kamden wit schuimende kop» pen. De branding fronste in horizon» wijden kring. Doch vallen deed ik niet- Ik was op alles voorbereid- En mijn mismoedig» hcid daa.om was zoo groot dat ik bijna slap op rr.ijn Becncn gi tg slaan niet waggelende tegen het zeetje in om nog eens zoo prettig door.ccn tc wor» dei: gerammeld.... „Jc zal jc zin hebben!" „Geloof jc?" ..Kou! Let maar 'ns op me woorde! Hondcwccr krijgc wc! HondeweerJ!" Maar ook dat laat mij koud- Ik slcn» ter naar achter in en ga lezen. Ik ver» veel mij- Dc zee is leelijk. De zeeziekte, die warempel als een at:.actie ontvan» gen zou worden, blijft uit. Ik geloof wanneet- wij nog land aandeden dat .k zon ccscrtecrcn- Donderdagmorgeii! Ik sp: ing uit mijn kooi, rollebol over dc tafel, spartel op dc bank. omarm het kacheltje enben klaar-wakkcr- Ofschoon dc zee mij h: dc vijf dagen van deze re s a! veel heeft laten hij» lecrcn. is er :n ni:j toch ccn vaag ver» mocdctj, dat zij zich heden al weer an» ders toont. Want", terwijl het daar bo» ven klettert als ware cr een -waterval van knikkers, is dc toegang tol achtcr-in hermetisch gesloten."... Zoo lang cr geen gevaar is dat dc schuit vol zal loopen cn dc hccle boel met man en muis vergaan, begint men aan deze afsluiting niet-En wat nieuws» gierig kruip ik tegen het trapje op. Ik morrel het deurtje openPats!.. Ik sla het dicht en wrijf het water uit mijn oogen. Weer open ik het en., weer is hetPats! Dit spel wordt zoo vier, vijf malen herhaald, waarna ik bcsluti maar door den zuren appel heen tc bijten- lk smijt het deurtje open cn treed naar builen, met een hlik naar dc zee van: Wij gaan uitvetten- langs de verschansing. Op dc vuurkist Is het bepaald levensgevaarlijk en al even nat als dc zcozelve- lk t.ef het! Nog niet hcclcmaal door»nat, bereik ik het doel van mijn tocht- Een scherpe koude vlaagt. De zee dondert. De storm, jachtende, fluit De zwarte duisternis geeft aan het tooneel iets dat doet huiyeren. Manocüv. ccrendc, 'vleit zich Vlc Frida op hare zijden- NVij zwaaien, slingeren, hellen over naar bakboord. naar stuurboo.d.. ï'Iet water spoelt bijna om den schoorsteen- lk hen blij als alles in orde is en ».-• het winchbeginr te puffen. Wij drïj» razende water, ven nog sjeeds cn schijnen ook niet te 1 W'J n!Cf «p v<^r ,wcten nken. Wat mij een t.kjc verwondert! ^at 'n rt''c d.ie dc gevonden lichamen Een die tijdens den oorlog op een mijn liep, giui „oen inijiil li-en mijn! O God! God! Goti!" lui tusschen zijn luide gebeden door, roept Hij oen naam van zijn vrouw- Wij staren cjKoar aan. \v ij zijn bleek; allen: tr is geen senrik. mui verdoo» ving. Wij \scien nicis, n»ets wach» ten af wat komen zal.... gelaten- Die lamheid duurt minuten. Maar wanneer dan boven zcegcrulsch cn stormgcbuldcr .uit kreten klinken, menschciijko stemmen, vloeken en ge» bcacndan vonkt in ons de ener» gic op, het instinct tot zelfbehoud- NS ij verdringen ons op Jict ijzeren trapje, jauiten naar het dek; vaalcn, wan Kelen, sen reeuwen Vaag rijst voor uns dc silhouet van een die de sloep wil st.ijden- Hopeloosl Wanneer wij zinken, zijn .wij verloren! Nooit streek men een «loep in dit weer! Voor zij het waier bcrciki, zal zij verplette.d zijn! Maar dc kre-xen roepen ons naar het voorschip Het is er oonker- Alie Echt is ex gedoofd. Wij tasten door dc duisternis, van touw naar touw, van handle n iar handle, wadende door het water dat ons, stortvloed na stort» vloed, ovcrplonst- Men vloekt, men raast, men gilt, men bidt.... Wanneer wij aankomen, valt ccn maAbcrc stilte ïn- Ecn van ons struikelt over iets. ..Hier ligt cr een!" Wij tasien een lichaam. Wij vinden cr nog éénDof bonst iets op het dek- liet valt van dc brugHet is ook een man! En ons klampende om niet weg te spoelen, buigen wij en tasten in het donker, geranseld, ovcistort door het VAN HAARLEM'S DAGBLAD ,No. *"17 SNEIl HETD Dc golven vc.slindcn dc borden cn ook dc Üjncn dompelen in dc donkert kolken. Totdat Plotseling Een slag davert....! En het winch zwijgen blijft Dc lijnen. ccntiinctcrs»dikkc. stalen kabels.«hebben zich vcrward- Dcor het slagzij maken overhellen naar één zijde hebben zich, bij het halen, dc lijnen hl de winch.trommels gestapeld in plaats van zich te rijen, re» gclmatig te winden, cirkel na cirkel naast elkaar als het garen op ecu spoel en de kabels vormden daar» door dc gepreste massa die slechts dc helft der trommels vulde liet slingeren is'dc oorzaak geworden dat dc lussen uiteen schotenvfc. warden.cn onwrikbaar nu worden strak getrokken door dc borden cn het g.ootc net dat, in zee. den onweerstaanharen drang der golven in wijde omarming vangt- Geen beweging is meer mogelijk- En toch moet die chaos worden losgc» wocld! Want met dien onwccgbarcn sleep van het net, die de Erica slingert en schokt tegen de golven op, is gcén vaart mogelijk. Alle hens aan dek' Om dc lijnen waaraan het uitstaande net rukt. wordt ccn ketting geslagen en met alle macht weet men centimeter na centimeter een tindje in te palmen- Deze Titanenarbeid die eeuwigheden van tijd in beslag neemt, is het eerste vcTcisehtc om he! winch van zijn zwaar» sten last té ontheffen cn te voorkomen dat dc verwarde lussep nog strakker wo:den getrokken Dan gaat men aan het werk Een mzr.ncn staan aan dc:i ketting cn hebben tc zorgen dat deze niet wordt gevierd. Een beklimt de brug cn neemt het stuurrad in handen. Een ander bedient het winch. En de wanhoopspoging om het ma» tcriaul op dc zee te vei overen, neemt ccn aanvang. Vooruitachtcr-uitdavert het winch Twee mannen staan kruiselings over dc lijnen cn heroveren de kabels op het clctrtcnt cn de machine De golven beuken het schip, klettc» ren ovci dc verschansing, de vuurkist. de brug, den schoorsteen. -Dc mannen worden overspoeld- Geen oogenblik is hun oog af van Mat zij grijpen zullen, wanneer het water hén opneemt.... Dc nacht valt in- Uren k.uipcn traag voorbij. Dc koude doet alle gevoel ster- ven- Doffe wanhoop suft- Vrijdagmorgen. Drie uur. Wij, de meester, de stokers en lk. zitfen m de machinekamer. Men denkt cr niet aan tc kooi tc gaan. De vlie» gende storm huilt cn doet dc Erica sidderen- Van slapen wordt niet gerept- Ook aan de mannen die daarboven zwoc» gen, schijnt men geen aandacht te schenkenHet algcmccnc gesprek schildert slechts dc felle conti asten tusschen hier eu thuis...waar ,,'t wijf cn do jongens" dit wel zullen doen en dat wel zullen denken.... Er és dan ccn slageen geweld dat uitbarsten alle geluid dooft.... Do Erica- Hhngc.t, schokt.... schijnt tc hezwijken. nog leven smeult- IJan worden lampen opgozocht- Wij herkenen den schipper en twee matio» zen Toon en Dries- Wij brengen hen voorrin- l)at is het dichtst»bij. W ij wasschcn hunne won» den. Wij verbinden hen primitcif Het volgende is gebeurd Dc kciting waarmee dc lijnen werden opgehouden, is gebroken- Dc rondslin» gerende cindêri hebben den beiden ma» trozen dc beencn nagenoeg vcriiior» ze ld. Dc schipper stond kruiselings ovei dc lijn. Toen doze door het breken van den ketting strak schoot, werd hij opgeworpen, meters hoog.op de brug. Wij zijn vol medelijden met dc slachtoftc.s. die. m al hunne pijnen, door dc kooien worden geslingerd, van and naar wand. Maar wij kunnen niets dan hopen d'at zij nog tot IJmu.'» den leven zullen Zondagmorgen- Het is nog nacht wanneer wij dc pieren binnenvaren- Het gele licht dat wij in den top voeicn. verzekert ons dat aan wal reeds een dokter wacht Wij worden niet in onze vcrwachtin» gen bedrogen De geneesheer verzekert ons dat cr vör het leven weinig gevaar is. Verder verzekert hij niets. Mij kan niet meer dan het verband wat vcrvcrsdien- Een zieken»auto moet getelefoneerd- Dries, een Egmonder. mag niet naar Alkmaar worden gebracht liet vervoer moet zoo kort mogelijk zijn. Zij gaan naar Haar» lem- Dc schipper hoeft niet in een ziekenhuis te worden verpleegd. Ook het overige deel di-r bemanning wordt verbonden- Want niemand is ongeschonden gebleven- Dc helft zal dc volgende reis niet meemaken. Dc z:eken»auto komt. Dc gewonden worden binnengedragen en de auto rijdt heen- Ik sta op de kade en staar den wa» gen na. Naast mij klinkt ccn stem; „Heb je het gezien?" „Ja." zeg ik zacht. Een poging tol schei tsen mislukt „DinsdagnKjrgcn varen w ij weer..-." Maar ik geef geen antwoord Zwijgend nemen wij afscheid, som» ber zoekt ieder zijn richting. En meer dan ooit zeggen wij nu dc woorden van Herman Heijcrmiuis dc woorden-die den auteur hebben over leefd „Dc visch wordt duur betaald EINDE. Haarlem, November 1925. Vader nierkt op. dat zij den vorigen keer te Iaat waren bij dc Kommers. moeder moet dus nu wat vlugger voortmaken met klccden Maar wil zij nog even een oogenblik komen, er is geen boord meeer in de la. waar kan dat nou weer zijn is dit overhemd nog net» jes genoeg? Er zit een i vlek op. wil ze even zien of ze denkt dat die zichtbaar zal zijn en wil ze nog even hel» pen met zijn boord, hij Kan dat lamme ding on» mogelijk vastkrügeu waarna vader komt in» formecrcn waar zijn smoking is. die hangt niet op dc gewone plaats in de kast en zijn gouden manchet» knoopen liggen ook niet in het doosje, hij heelt ze cr den vorigen keer toch zelf in gedaan als zc nu nog een secon» de heeft om even zijn rug tc borstelen, daar kan vader zelf niet bij I waarna hij iedere vijf minuten vraagt, waarom zij altijd langer werk heeft met klcedcn dan hij (Nadruk verboden). Vervolg Stadsnieuws INGEZONDEN MEDEDI'ELINGEN a 60 Cents per regel JUBILEUM STAAL Zooals wij ecnigc dagen geleden al mede deelden zou Zondagavond her» dacht worden dc 50»jarigc ambtsver- ulling van den heer Staal, opper'cos» cr. ritueel snijder, cn Iccraar in de Israeliiische gemeente alhier. In het Gcmccntegebouw in dc Lange Wijngaardstraat werd de heer Staal in ccn bijzondere openbare ver» gadering van den kerkeraad gehuldigd. Dc vergadering was zeer druk lit. zocht. Voorzitter was dc heer A. dc Lieme. Dadelijk na dc opening der bijeen» komst werd de heer Staal binnengeleid. Hierna hield de heer De I.icmc de volgende rede: „Wanneer ik mij afvraag of er voor ons reden is. run uw óü.jarlge ambts» •ulling op bijzondere wijze te her» denken antwoord ik daarop: ja. Ai was het alleen om deze woorden- „Gij zult heiligen het 50ste jaar". Wanneer ik mij verder ufvraig is cr aanleiding dit jubileum feestelijk te herdenken, dan wijs ik er op. dat u een ambtenaar is, die 50 jaar in ccn gemeente werkte. Dit zegt genoeg. Verheven boven ieders lof was uw werk. Ik wensch op die halve eeuv van uw werk geen tc» rugbük tc werpen. Ik wcnsch Jank te betuigen, opdat het geboekstaafd worde: niet alleen om uw getrouw ambtsvervulling, doch op dc eerste plaats, omdat gij goed jood waart. Bo> ven alles stond uw onwrikbaar Gods» vertrouwen.Wat daarbij door u is ver» richt? Uw bescheidenheid dwingt mij daar» over niet in den breede uit te wijden. Ik wil niet spreken van bcloonitig, want u gaat niet geheel cn al verloren in het materialisme. In uw kinderen cn kleinkinderen zijt gij al zoo zeer bc» loond geworden. Toch heeft de kerkeraad gemeend door u een stoffelijk blijk vat jbcloo» nïng aan haar dankbaarheid uiting tc moeten geven. Het was voor ons te moeilijk uit tc zoeken wat gij zoudt willen hebben. Wij lieten het liever aan u zelf over. Bij deze woorden overhandigde dc spreker den heer Staal een portcfcuil» le met inhoud. Hartelijk applaus weerklonk na deze rede. Tweede spreker was de heer B. Da» vidson, die den jubilaris hartelijk ge» luk wcnschtc. Sprei er wierp een terug» blik op het jaar '1875 in de maand No» vember toen de heer Staal in de ge» meente werd benoemd. Nog werd het woord gevoerd door den heer Louis A. Glaser. die den ju» bilaris 50 jaren heeft gekend, i Spreker zeide met nadruk, dat het lief dat de heer Staal ondervond, en on» dervindt. wel het leed dat hij moest ondergaan zal verzachten. Rabbijn S. Ph. de Vries wilde in enkele woorden zijp erkentelijkheid ten opzichte, van den jubilaris uiten. Hij wees op de zeldzaamheid van dit ju» bileum. 50 jaar heeft de heer Staal de gemeente mede helpen dragen. Niet alleen in het nakomen van contrac» tueele verplichtingen, doch ook mc! liefde. Met het uitspreken van verschillen» de wenschén besloot sprek. zijn rede. Nog werden zeer waardeerendc wooidcn gesproken door den voor zanger der gemeente, den heer M. Pétzon. Evenals door den secretaris van de gemeen "c. den heer S. Jacobs. De heer L-. D. Staal, oudste zoon van den jubilaris zcidc ook behoefte te gc» voelen ccnige woorden te spreken. Hij wees op de moeilijkheden die zijn va» der tijdens zijn leven moest overwin nen. Ook sprak hij woorden van dank tot den kerkeraad. Tenslotte deelde spreker mede, dat dc familieleden be» sloten hebben een geschenk te over» handigen dat gebruikt kan worden bij de ccrediensten. Daarna sprak dc heer Staal woorden van dank. Hij ping in het antwoord op de rede» ^voeringen terug naar de eerste jaren 'van zijn ambtsvervulling cn gaf daar» na uiting aan het gevoel van hoog» achting dat hem bezielt voor de tegen» woordigc bcstuurderen der gemeente. De heer A. dc Lieme sloot de ver» gadering. De huldiging in het Gem. Concertgebouw. In dc bovenzaal van het gemeente» lïjkc Concertgcbenw werd de huldi» ging voortgezet. Nadat een welkomstlied gezongen was trad als eerste spreker op de heer B. Chapon, voorritter van de feest» commissie. Spreker zcidc woorden van dank tot de talrijke aanwezigen voor hun be» rcidwill-gheid. deze huldiging te wil» len bijwonen en vestigde cr voorts de aandacht op dat de drang om jubilaris te huldigen voortkomt, de liefde van de gemeenteleden voor zijn persoon. „In de twaalf jaren, waarin ik hem leerde kennen, zijn mij zijn bczondese karaktereigenschappen duidelijk ge» worden. De beer Staal, is altijd vrien» delijk, maar boven alles: liefdadig. Dat weten de zieken! En dan: de groote mate van bescheidenheid, waarin hij zijn liefdadigheid kleedt. Gij betreurt het, dat gij niet dc roe» ping hebt kunnen volgen van uw jeugd? Dat gij naast uw heilig ambt, het beroep van koopman moest uit» oefenen? Welnu uw koopmansohap was -ok heilig. Al was het alleen al. omdat gij er niets van over gehouden hebt. Daarua zeide de heer Chapon: ,In den vorm van een divan hebt gij reeds een deel van onze iankbaarheid mogen ondervinden, speciaal voor uw kiilöcren echter willen wij dit uw portret overhandigen." (applaus). BovcndiL.. ontving de heer Staal een xveloppe' met inhoud. Dc voorzitter van de godsdienstige instelling „Gemiloes -tssodiem" de heer 1. .v. Lessing, behandelde een brief - van den heer Staal, voor een zieken» bezoek in het Sint Elisabethsgasthuis. Dit ziekenbezoek is onder anderen het werk van den heer Staal: spreker hul» dxgden dezen moeilijken arbeid, dien de 75»jarige nog steeds vervult. De heer Lessing overhandigde dan ree Sabbathlam ien en een enveloppe met inhoud De heer M. Petzon sprak thans in zijn qualiteït van ritueel snijder, en ver telde van de waardeering cn de sym» pathie die de jubilaris degelijks on» dervond van verschillende leden van het personeel van het slachthuis. Namens een aantal loonslagers bood de heer Petzon den heer Staal ccn randclstok aan. Namens ambtenaren en werklieden ■an het Sla hthuis ontving de jubila* ris een krantenhanger. De heer Petzon las een brief voor die dit geschenk be» geleidde. Volgende spreker was rabbijn S. Ph. de Vries die sprak naar aanleiding van de geschiedenis van Jacob, die de op» dracht kreeg terug te keeren naar Beth»El. Onder ancfere zeide deze" spreker, dat dc heer Staal, ovéral waar hij ge» •eest is, een goed kenmerk heeft agelaten. „Gij hebt gearbeid ik heb het jaren" cn jaren gezien." In uitvoerige bewoordingen schetste rabbijn de Vries, het leven en het ka» rakter van den heer Staal. „Gij zijt oud, maar wij willen u nog niet missen" aldus besloot spreker. Daarna spraken dc herren \V. Kat» tenburg, Gaarkeuken, Max Wolff, M. Paardebek, E. Drielsma en Ph. Mok en mevr. Speelman—de Vries, Mcj. Prins en de heer Hart. ".an brach» ten nog een nummer voor viool cn piano ten gehoore. Zeer onder den indruk sprak de heer Staal tenslotte woorden van dank. Ook de oudste zoon van den ju bi» laris, de heer L. D. Staal (hoofdredac» tcur van het Nieuw Israëlitisch week» blad) dankte in een uitvoerige rede. Ne eenigen tijd bleven de aaowe» zign daarna bijeen. Vermelden wij tenslotte de mede» werking van het zangkoor, onJcr lei» ding van den heer M. Petzon. FEUILLETON DE DUBBELGANGER Geautoriseerde vertaling; naar het Engelsch van H. B. MARRIOTT WATSON 30) lk liep de trap op en stak het licht aan in zijn slaapkamer. Er was niets tc bc» kennen. Zonder succes doorzocht ik dc hccle verdieping. Op de volgende ver» dieping waren dc bediendenkamers en dc zolder. Ik aarzelde nog of ik er heen zou gaan toen er éen schaduw viel in ccn hoek van de gang heneden. die ik juist van liet portaal af, zien kon. Door het dikke tapijt .kon nie» mand mijn voetstappen hooren en ik bereikte dc bocht van de trap zonder dc aandacht tc trekken. Het tooneel dut zich nu binnen an< derhalve minuut afspeelde staat mij nog levendig voor den geest. Ik zag Denver, met zijn jas aan, zachtjes door de gang sluipen cn ik vermoedde dat hij zich in het sousterrain verborgen had gehouden. Ik zag hem dc deur van de ontbijtkamer passecren naar dc vestibule. En toen hij daar was, ging de deur van de ontbijtkamer open en verscheen dc magere gestalte van Bol- lis in dc deuropening. Ik hoorde het slot van de voordeur en zag Bollis luisteren. Denver verdween in de duis» ternis cn met een vaart ging Bollis hem achterna. De deur sloeg achter hen beiden dicht cn ik bleef alleen achter op dc trap. Ik had slechts ccn paar seconden over om mijn berekeningen te maken. Bollis had Denver voor mij aangezien cn dacht, dat ik cr met de buit van» door ging. Het drong onmiddellijk fot mij door welk ccn ontzettende gevol» gen dit kon hebben cn ik rende dc trap af, schoot een jas aan, greep een hoed cn ging hen achterna. De mist was niet meer overal even dik en hier en daar zag ik boven mijn hoofd dc sterren. Ik luisterde en dacht dat ik in beide richtingen geluiden hoorde. Dc stille straat kwam aan den jeenen kant uij op den hoofdweg cn aan het andere eind liep ze dood fe» gen den muur van een stalhouderij. Maar langs een trap kon men daar bin» nen komen, op ccn soort plein en ik vermoedde dat Denver die uitgang t vaak gebruikt zou hebben en er ook dezen keer weer heen was gegaan. Zoo hard ik maar durfde liep ik er heen, ivond de opening cn klom naar bene» den Langs het hek van de stalhoude» rij liep een tamelijk breede weg naar het zuiden. Het werd nu iets helderder PERSONALIA. Aan dc chr. school voor L. O. in de Anto-iiestraat te Haarlem, (hoofd de heer P. J. Jongejan) is benoemd tot onderwijzer dc heer R. v. d. Berg te Zwijndrecht. en ik liep vlug dien weg langs. Een eind voor mij uit zag ik drie voorwen pen op den weg en lichtjes als gloei» wormen. Plotseling verschenen twee dingen uit het niet en sprongen voor mij uit. De heclc geschiedenis was on» begrijpelijk, maar opeens hoorde :k een motor en in dc verte reed een auto sveg. Toen verdwenen cr nog twee lichten en ik zag het glimmende puntje achterop. Het derde stel lichten bleef en ik riep in dc duisternis. Ilct was ccn taxi, leeg. „Volg die taxi voor ons", zei ik. „Je zult cr goed voor betaald worden want het is om ccn weddenschap". Verdere aansporing had hij niet noo» dig en ik leunde achterover in de taxi. lk vertrouwde op den man en niet tevergeefs. Tpen ik uitkeek in de straten, waar de mist steeds meer op trok zag ik de lichten van het Emhan» kement cn dc rivier er naast. Op een moment waren wc zoo dicht achter onze prooi, dat- ik het nummer kon lezen onder het achterlicht. Toen raakten we meer uit elkaar, maar even later ontdekte ik dat we het plein van een station opreden. De taxi stopte en ik sprong cr uit. Vlak voor mij uit zag ik dat ik op 't goede spoor wus. Ik hc» taalde den man 'n flink bedrag cn ging Iliet staf ion binnen. Zou Bollis er zijn? Als Bollis cr was, zou Dcnycr cr ze» ker ook zijn. Het zal zoo ongeveer drie uur ge» weest zijn op dien donkeren December» ochtend en het was stil op het station. Onder de kap stonden twee locomotie» te stoomen en de eenc siste scherp reed weg. Ik zag geen der beide die ik zocht en het leek mij het beste om op onderzoek uit te gaan. Als Denver naar dit station gc» gaan was had hij dit gedaan met het doel om ergens met den trein heen tc gaan. Hij had geen reden om te gclo ven dat hij gevolgd werd. Ik ontdekte dat dc sissende locomotief met een van die vroege tïeinc wegreed die de ochtendbladen naar het westen bren» gen. en ik vermoedde dat dit Denvers doel kon zijn. Toen herinnerde ik mij dat zijn eigen buitenhuis, waar ik ge» iogeerd had. ook aan die lijn lag. Ik aarzelde nog toen ik bij het wei» nige licht dat er was in dé verte een gedaante zag, die mij maar al te be» I kend voorkwam de Siciliaan, die mij achtervolgd had. cn die, dat wist ik nu, in dienst was van Bollis. Voorzichtig liep ik verder tot ik een conducteur vond. Ik was te lang bij een diner ge» bleven, zei ik tegen hem en nu had ik mijn trein gemist cn ik moest weg. Hij glimlachte virendelijk, toen ik hem wat in dc hand stopte. „Goed meneer, het zal wel gaan. „Komt u maar in mijn hokje". Ik had Dcnycr's station genoemd, in de hoop dat hij daarheen zou gaan. Maar ik zag geen spoor van "hem op het perron, niets dan dc kranten» auto's cn dc heen en weer hollende witkielen. Hij zou toch niet voor niets naar dit station gereden zijn. Hij moest er zijn. dacht ik en de trein zou langs zijn eigen dorp gaan. Zooals ik reeds zcidc, was cr geen spoor van hem te bekennen maar in het halve licht zag ik wel do sinistere gedaante van den Siciliaan. Ik wist dat ik den goeden weg gekozen had'. Zoo gemakkelijk mogelijk, ging ik zit ten en wachtte af. Toen ik van huis ging was ik ang» stig geweest over het vooruitzicht van een drama, maar later had ik gezien dat Bollis die vreeselijke moorden niet durfde voortzetten. Als Denver weg ging, zou hij niets aan dc cheque heb» ben. Zijn doel was niet om tc moor» den, maar om te berooven. Hij wilde den cheque hebben van Denver, dien hij voor mij hield. En Denver had wer» kelijk de cheque in zijn bezit en trachtte zich in veiligheid te brengen om zijn afschuwelijke plannen te kun» nen uitvoeren. Meer dan eens onderbrak het ge» babbel van den conducteur mijn ge» dachtcngang maar tenslotte verviel ik in ccn soort van droomtoestand en pas toen de trein met een schok stil» stond kwam ik weer bij. Ik stapte uit dc duisternis en wachtte op een ge» schikt plekje. Even later zag ik een paar menschen een, twee, drie. Ja, ze waren er allemaal. Dc afstand tot Denver's huis was niet meer dan een mijl cn ruimte tusschen de verschillende personen was niet meer dan honderd schreden. Ik wist tenminste waar Denver heen ging cn ik twijfelde cr niet aan cf Bol» lis had het geraden. Zooais u zich wel zult herinneren had ik hem al dus eer» der gezien in de bosschcn daar in de buurt. Het huis stond vrij ver van de anderen verwijderd en werd aan den zuidkant begrensd door wilde bosschcn en moerassen. Er was een oprijlaan van ongeveer tweehonderd meter naar het huis toe. Toen ik bij het hek kwam was het zoo donker dat men niet meer dan een paar meter voor zich uit" kon zien. Nergens was licht te zien en het was doodstil. Als ik den weg niet gekend had zou ik verdwaald zijn. Ik ging nu het hek binnen zon» der iets van mijn voorgangers te zien. Een hooge haag scheidde de oprijlaan van den tuin aan den cenen kant cn daar werkte ik mij voorzichtig door zoodat mijn voetstappen niet hoor» baar zouden zijn. Tocri bcvo.id ik mij tusschen de grasveldjes cn perken van ucn bloementuin. (Worct vervolgd.^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5