HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 24 DEC 192S TWEEDE BLAD ADRIAAN LOOSJES EN ZIJN ASSENSCHE VRIENDEN Adriaa» Loosjes Pr-, den Haarlem» sohen uitgever die een reeks romans echrccf, behoef ik mijn lezers niet voor te stellen- Maar dat rij „Het leven van Johannes Wouter Blommcstcyn" ken» ncn, durf ik zonder meer niet aanne-- men- Deze roman in vier f.inkc deden, ver scheer. -n 1816. geïllustreerd door Veel» waard naar teckeningcn van 1'. Bar» biers. De schrijver gccit ..ccnc Holland» schc familiegeschiedenis ui: het begin van de achttiende ccu-ven ook in ei: werk vlucht hij, zijn gewoonte ge trouw. „met weemoed uit de ellende van het heden naar het roemrijke ver» Joden'Zoo'n vlucht biedt ontcgcnzcg» gelijk genoegens, er ligt in zoo'n uit» stapje iets aantrekkelijks, en ais je daarvan, na korter of langer tijd, ge» sterkt en bemoedigd in het moeilijke heden terugkeert, doet het ook als ge» neesmiddcl dienst. Toch zul ik Loosjes op dezen tocht niet volgen de reis nccint te veel tijd, ze is vermoeiend en schenkt weinig afwisseling. Om her niet langer te verzwijgen de schrij» ver is wat lang van stof, en ons leven te kort om hem ten einde toe te kun» ncn aanhooren. Met een verminderde uitgaaf zou het nog gaan. wat beknop ter. bedoel ik. Zooalt hij daar ligt, durf ik dezen historischcn roman niet aan» bevelen. Daarom zal ik er niet langer bij stil» staan dan noodig is om u den hieronder volgenden brief te doen begrijpen- Het is orateen paar zinnetjes te doen- In het twbedc deel is de proponent Blom» mesreyn in gesprek met zijn moeder, die hij onderdaniglijk met „mijne vrouw mo'cdcr" aanspreekteen kleinigheid, waa,rop ik in het voorbijgaan wijs, even» als op de vergissing die de goede stouw begaat, wanneer zo u meedeelt, dat haar zoon boos is op een „Adriaan» echen" ouderling, die* natuuilijk een „Arriaanschcn" ouderling moet geweest zijn. Eigenlijk is de proponent boos op iedereen hij is danig in zijn wiek ge» schoten omdat het beroep naar Assci> hem is ontgaan. „De geest des Heeren ss van het Assensche Sion geweken." zoo geeft hij zijn gramschap lucht, „en die der duisternis, ja die des Duivels, daar op gevallen. De mansleden zijn daar meest boeren, domme Drentschc boeren, die meer verstand hebben om turf te maken, dan van de wijze, waarop het woord des Heeren gesne» den moet worden- Kennis mogen zij hebben van het hoeden van hunne zwij* nen en ganzen maar wat er toe bc» hoort, om de schapen der Stalle te wei» den; o daarvan weten zij niets. Ik heb zes preken gedaan, over de Alpha en de Omega, de ccnc geleerder dan de ander maar het volk zat als ossen te slapen van het begin der verklaring af: ja in de toepassing, zelfs, werden zij niet eens wakker, senoon ik mijne stem terdege uitzette Tot zoover de proponent Blomme» stcyn. Hij was boos. overdreef en sloeg door. Maar zoo begrepen de inwoners van Assen het niet. .Nu was het, meen» den zij. hun beurt om vuur te vatten. Zij zouden varkenshoeders zijn. omdat die Blommestcyn hun grootouders niet wakker had kunnen houden? Loosjes had hen wakker gemaakt en onder de burgers van het landelijke stadje ont stond een beweging. Deze beweging noopte den Assen» 6chen predikant Bentheim Reddingius de pen op te^cmen, en hij schreef, den 20sten December 1816. een brief, die den romanschrijver van de stemming zijner lezers in Drenthe's hoofdstad op de hoogte bracht. Dat Loosjes er vele vrienden had, blijkt uit den aanhef. „Toen ik hier predikant werd." aldus de heer Reddingius, „was usv naarn reeds met achting alhier bekend, men had reeds verscheidene van Uwe Wer ken gelezen, en aan dezelve aanzien» lijkc pfartscn in do bibliotheken gege» ven Sedert dien ti'd is die achting voor U geklommen, naarmate Gij meer schreef*. en hier lee-. i.zc-ischappen op» gerigt weiden, in we dee alles, vat door Li werd uitgegeven, gretig werd gelezen, en bij de verkoopingen jaarlijks duur werd verkocht-" Mc dunkt, dat de Haarlcnivehe auteur het hiermee kon doen die hooge prijzen spreken, en met den predikant betreur ik de wijzi» ging in de verhouding tusschen den schrijver en zijn lezers- „Hierom vooral ook spijt het mij, dat Gij in het twee» de deel van het leven van Blommestcyn deze gemeente doet voorkomen op ccnc geheel andere wijze, dan zij werkelijk beslaat en altijd bestaan heeftop ecno wijze, die zoodanig de verontwaardiging van velen in dezelve, welke U hoog» achtten, opwekt, dat ik niet nalaten k.in, om U daarvan iets te schrijven, door velen daartoe, en zelfs tot andere maatregelen, aangespoord." Tot andere maarregelen- Moest Lons» jes geboycot worden? Zouden zijn As» sensciie vrienden tot vijandelijkheden overgaan om daardoor eerherstel te ver* krijgen? Vooralsnog bepaalde hun aan» val zich tot een scherpe terechtwijzing.- die den ovcrmocdigen schrijver meteen van zijn onkunde moest overtuigen. „De Gemeente van Assen", zoo vervolgt dominW Reddingius, „bestaat, zooals algemeen bekend is, uit Provinciale, plaatselijke en Lands ambtenaren, fat» socnclijke burgers, winkeliers en ara< bachtslicdcn, en werklieden, die hier voor de aanzienlijken en in de bos» schcn werken- Zoo bestond Assen ook reeds (schoon het toen veel kleiner wasj toen Blommcstcyn heet geleefd te heb» ben, en echter laat gij daar den zotten ■Proponent BI. zeggen, dat de meeste Assers turfboeren zijn. en dat zij zwij» ncn en ganscn weiden. Hoe onwaar! hoe weinig kan het U tot eer verstrek» ken. zoo iets geboekt ;c hebben, dat geheel tegen alle historische en topo» grafische waarheid inloopt! In Assen zijn gccne turfboeren. rondsom Assen wordt volstrekt geen turf gegraven, zwijnen heb ik er nooit zien hoeden, en dat er in dien tijd ganzen zouden ge» hoed zijn, dat is beiagchelijk! Dat ge» schicdt torh in waterrijke, lage oorden, en Assen ligt hoog, heeft zeer weinig' water, en had toen zelfs het kanaal nog niet, dat nu van hier naar de Smildc gaat. Daarenboven stelt gij de Assers van dien tijd voor als onkundig in den Godsdienst, en als ecnen Arri aanschcn ouderling hebbende Ook dit strijdt tegen alle historisohc waarheid- De Assers van dien tijd. welke den bij alle Ncdcrlandschc letterkundigen met roem bekenden Nijloe en andere waar dige mannen tot Leeraars gehad hch» ben, waren zeer bedreven in de kennis van den Godsdienst, zij maakten van denzclvcn veel werk. en waren bij uit* stek regtzinnig. Er bestaat juist uit dien tijd een godsdienstig bock van ccncn beroemden Lceraar uit het Oldambt. waarin de toenmalige godsdienstige gesteldheid en denkwijze der Assers bc» schreven wordt, en dat ziende, .oudt gij zelf overtuigd werden, dat Uwe be» schrijving en de plaatsing van ccncn Arriaan in den Kerkeraad van Assen in dien tijd zeer ongepast zijn." Alvorens ik liet slot van dezen merk* waardigen brief voor u afschrijf, ver* oorloof ik mij een paar opmerkingen. Toen Reddingius voor zijn medeburgers het harnas aantrok, bestond Assen als gemeente pas negen, en als stad pas zeven jaar- Immers deze laatste promo» tie had den 13den Maart 1809 plaats ge had. De titel „stad" stond gekleed, maar Assen bleef vooralsnog een dorp- De eerste notaris, evenals de eerste apo» thekcr is van 1811 slechts een in ge» zetene staat als kruidenier geboekt, de andere winkeliers bieden hun waar te koop in een hoekje van de woonkamer. De eerste gcrncentcbegrooting wijst een tekort aan van ruim ƒ626de uit* gaven bedroegen ruim 1328.en in den hoofdcljjkcn omslag betaalt de hoogstaangcslagcne precies twintig gul» den. Indien het er in het begin der ne gentiende eeuw nog zoo aartsvaderlijk toeging, hoe moet dan de plaatselijke toestand honderd jaar vroeger wel ge weest zijn? Ganzenhoeders? Dat"is wat kras. Maar :s het ondenkbaar, dat des* tijds op den Btink wel eens ganzen jvag» gelden, vergezeld van een of meer biggen? En wat steekt daarin? Heeft Haarlem, hebben andere steden niet evengoed haar dicrentijdperk gekend? Steekhoudender lijkt mij het argument, ontleend aan het verblijf ter plaatso van Jacobus Nijloe- Deze bekwame man, schrijver van een aantal godgeleerde en letterkundige werken, was in 1696 te Assen als predikant bevestigd. Een ver» standige keus van de Assers, die op deze wijze toonden prijs te stellen op goede leiding. Met dit al is de verdediging, bij monde van dominee Reddingius, wat zwakjes, en het slot mankt bepaald ecu onaangenamen indruk. „Ik kan het de menschen niet uit het hoofd praten." zoo besluit deze pleitbezorger zijn plci* dooi voor zijn stad en hna: inwoners, „dat Gij onmogelijk zoo had kunnen schrijven, zonder de hatelijke intentie te hebben van Assen in een beiagchelijk en verachtelijk licht te plaatsen, en zocke hen tot hier toe te vergeefs te beduiden, dat enkel onkunde van het locale de oorzaak zal zijn van Uw ongemesureerd geschrijf Misschien hebt gij wel eens gelegenheid om deze gege* verte ergernis weer weg te nemen" Hatelijke intentie? Het is niet onmo» gelijk, dat deze boozc veronderstelling Loosjes gehinderd heeftook kan het zijn, dat hij, als een wijs man en een verstandig schrijver, zich in onaandoen» lijkhcid heeft gehuld- In ieder geval zal de Assensche ergernis hem zijn Kerst» dagen niet in die mate bedorven heb» ben, als de lectuur der ongelukkige bladzijden van zijn roman die zijner voormalige vrienden. Gemakkelijk is het niet deze ergernis te begrijpen- De Assers lieten zich uit het veld slaan door een romanheld, door de ondoor* dachte taal van een miskenden propo* nent, die kwaad sprak niet van hen maar van hun voorgeslacht. Logisch gedacht is dit allerminst, maar deze menschen lieten zich hier ook niet let» den door hun verstand, ze lieten hun gevoel spreken. Zooicte komt meer voor Ik voor mij bewaar aan Assen en zijn in» woners te aangename herinneringen om den gemoedsgesteldheid hunner stadge» nooten van December 1816 niet te kun» nen verklaren. Het eigene, de dagclijk» schc omgeving, de geboorteplaats, het was hun trots. Raak er niet aan. En laat loral den vreemdeling zich wachten n .critiek te oefenen. Is dit niet men» se hel ijk? Loosjes stierf in Februari 1818, Tuim een jaar na het ontstaan van het droe vig misverstand. Het is mij niet bekend of hij nog gelegenheid heeft gevonden de ergernis weg te nemen. .Maar als hij geweten had. dat een zijner nakomclin» gen een Asscnsch meisje tot vrouw zou nemen, dan zou de rondborstige man zich stellis in deze oplossing van harte •erheugd hebben- H- E. KNAPPERT. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent» per regel BINNENLAND Kolendampvergiftiging in een kerk Gelukkig geen ernstige gevolgen Uit Vcendam wordt aan De Tel- ge» meld Tijdens de Godsdienstoefening in de Ned. Herv. Kerk ontsnapte door een defect aan de buizenleiding een hoe» veelheid stcenkolcngas. De gevolgen bleven niet uit. Kort na den aanvang van den dienst werd deze reeds ver» stoord, doordat enkele kinderen zich minder wel begonnen te gevoelen en de kerk moesten verlaten- Feitelijk had niemand het idee wat er nan haperde- Langzamerhand echter begonnen steeds meerderen zich onwel te gevoelen en zij. die nog konden, verlieten haastig het kerkgebouw. Voor de deuren ont stond een gedrang om zoo gauw mo» gelijk in de open lucht Ie kunnen ko» men. Ecnige kinderen benevens een aantal ouderen zakten ineen, zij moes» ten vhaastig huiswaarts worden ge» bracht. De twee doktoren ter plaatse hadden weldra de handen vol werk. Gelukkig heeft niemand nadccjige ge» volgen ondervonden, WIJZIGING LAGER-ONDERWIJS 1920. Blijkens het voorioopig verslag der Eerste Kamer, over het ontwerp van wet tot wijziging van de Lagcr»onder* wijswet 1920 mecnen eenigc leden om dezelfde redenon, als gegolden hebben bij de verwerping van het voorstel van mcj. Westerman, hun stem ook tegen het thans aan de orde zijnde wetsont» werp te moeten uitbrengen. Verschillende andere leden konden zich daarmede niet verccnigen. Zij waren van oordeel, dat de in de Me» moric van Toelichting gegeven inter» prctatie van de verwerping van het oorstehWestefman volkomen juist is en dat de leden dezer Kamer, die dat voorstel om formeele redenen hebben bestreden, hun stem zeer wel aan het huidig ontwerp kunnen geven. Door enkele leden werd er op gewe» zen. dat, nadat deze Kamer 24 Juni 1925 het voorstel» Westerman had ver» worpen en het toenmalige ministerie op 29 Juni d.a.v. zijn ontslag had aange boden, dit wetsontwerp den lOden Juli 1925 werd ingediend. Zij stelden de vraag, of de regeling dezer aangelegen» beid wel behoort tot de afdoening van loope-ndc zaken en' dit te meer -nu dit ontwerp ook weder door 'n demission» n.iir minister wordt verdedigd. Dit wetsontwerp doet,, meenden deze leden voorts, onrecht aan, wie de La» i(or»ondcrwijswet 1920 loyaal uitvoer» den. Deze leden hadden ook overwegend bezwaar, dat bij aanneming van dit ont werp weder een jaar van onzekerheid zou intreden en zij meenden, zich bo» vendien ernstig te moeten afvragen of die tijdsruimte wel voldoende zou zijn om tot een eindbeslissing te komen. Verschillende andere leden, hoezeer beamend, dat rust inzake het onderwijs zeer wenscheiijk is, waren niettemin van oordeel, dat die rust eerst dan wel» dadig zal kunnen zijn, wanneer terug» keer tot een goeden vorigen toestand j zal zijn verkregen. Daaronder behoort j volgens hen ook de mogelijkheid om Icen of meer vreemde talen op de lage» re school aan to leeren. Een autobus-ongeluk Een voorzichtige chauffeur en zenuwachtige passagiers Tep gevolge van diepe moddersporen kwam de autobus GenemuidenZwolle tusschen Genemuiden en Hasselt m een grinthoop, met het gevolg dat de bus van den Zwarten Waterdijk naar beneden reed. Door niet te zwenken wist de chauffeur de bus voor kantelen te behoeden en aan den voet van den dijk in het water tot staan te bren» gen. Zenuwachtige passagiers sloegen zonder noodzaak de ruiten in, waardoor een viertal door glasscherven aan het hoofd gewond werd, terwijl van ÊCn passagiers de polsslagader werd door» gesneden. Hij werd naar het zieken» huis in Zwolle overgebracht. GEVAARLIJK KINDERSPEL. Een driejarig meisje uit Rijnsburg heeft haar broertje van 1 1/2 jaar met een. gloeiende pook in de oogen gesto» ken. Een oog moet als verloren wor» den beschouwd, vor het behoud van het andere wordt gevreesd. DE INBRAAK TE ALPIJEN AAN DEN RIJN. In verband met de inbraak te Alphen ad- Rijn heeft de politie een inwoner van Bodegraven en een Inwoner van Alphen aangehouden. Bij den eerste is een belangrijk bedrag aan geld gevon» den- De politic meent tevens .op "het spoor te zijn dei «daders van de In» braak bij een alleenwonende weduwe te Alphen, enkele weken geleden. Een van dezen diefstal afkomstige gouden halsketting is opgespoord, terwijl het geldkistje, dat een waarde van ƒ20 000 Inhield uit den Rijn is opgedregd. EEN BARAK VOOR DAKLOOZEN. De gemeenteraad van Utrecht be» sloot op voorstel van B. en W. tot het bouwen van een barak voor dak» loozen aan het Ondiep. HOOG WATER. Wij mankten reeds melding van het wassen van de Maas. Volgens latere berichten uit Maastricht, is de rivier buiten haar oevers getreden en staat Heugem onder water. H. HOLLENKAMP. Te Arnhem is op den leeftijd van 65 jaar overleden, de heer H. Hollenkamp. oprichter der bekende, firma Hollen» kamp en Co. W. GRAAF VAN HOGENDORP. Woensdag is ten huize „Oudeweg" te Doorn, overleden, W. graaf van Ho» gendorp, gepensionneerd schout»bij» nacht, adjudant in buitengewonen dienst van de Koningin. UIT DEN TREIN GEVALLEN. Woensdagmorgen is een leerling van de kostschool van Bleyerheid (L.), die met vacantie tiaar huis kwam, te Duyvendrecht, door onvoorzichtigheid uit den trein gevallen. Ernstig verwond is hij in een van de ziekenhuizen op» genomen. HET ONTWERP.WEELDEWET. De Kamer van Koophandel te Am» sterdam heeft besloten naar aanleiding van het bericht dat het gewijzigd ont» werp der zg. Wecldcwet aan den Nij* verbeïdsraad om advies was gezonden, den minister van Financiën te verzoeken daar naast de belangen der nijverheid ook andere belangen bijv. die van den importhandel. bij de voorgenomen wette lijke regeling betrokken schijnen, te rechter plaatse ook in dit vciband ad» ies in te winnen. Een klipperaak gezonken Een kind van 5 maanden verdronken Uit-Lobith wordt gemeld: Tengevolge van den storm is op den Rijn de klipperaak „Hendrika", uit Am» sterdam, schipper Ten Klcy, gezonken. Een kind van vijf maanden verdronk. De andere opvarenden werden gered. NAALD INGESLIKT. Tc Hccrlerheidc heeft een dochtertje van den heer B. een naald doorgeslikt De geneesheer acht. den toestand van de kleine zorgwekkend. AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN Het 4»jar:g zoontje der familie H. uit Simpelvcld, dat voor enkele dagen een ketel kokend water over zich had ge» trokken en daarbij vrccselijke brand» wonden had opge'.oopen, is in het zie» kenhuis overleden. STORM. In den nacht van Dinsdag op Woens» dag heeft in Zuid Limburg een hevige storm gewoed. Te Spekholzerheide is een boom omgewaaid en terecht geko» men Op een bovcngrondsche tramlei» ding. Een mijnwerker, zekere L. P„ die van de mijn af kwam en juist zijn huis binnen wilde gaan. werd door den zwaren draad getroffen en ernstig gewond. Hij schreeuwde om hulp. waar» op men hem van den draad is komen bevrijden. DE MOORDAANSLAG TE HILLIGERSBER Naar de N. R. Ct. verrit was de toestand van C. v. E.. die 'rij de twist in een herberg aan den Kleiwtg te Hille» gersberg zwaar gewond werd. Woens» dagavond, ofschoon nog zorgwekkend, naar omstandigheden bevredigend. Het slachtoffer wordt behandeld in het zie» kenhuis aan den Bergweg, waarheen hij, zooals wij ook aanvankelijk gemeld hebben, onmiddellijk vervoerd is en niet naar het ziekenhuis aan do Coolsingcl, als in het bericht van gisteravond stond, H. CROISSET. In den ouderdom van 48 jaar is fe Am sterdam overleden de heer 1 lijman Croisset, een in communistische kringen bekende persoonlijkheid. JHR. Mr. W. M. VAN WEEDE. Onze gezant te Wtenen Jhr. Mr. W, M. van Weede is Woensdag overle» den. EEN GEVEL INGESTORT. Te Rotterdam is in den nacht van Dinsdag op Woensdag het bovenste ge» deelte van een perceel 33n de Bierstraat ingestort. De bewoners konden zich tij» dig in veiligheid brengen, zoodat geen persoonlijke ongelukken plaats had» den. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel Zenuw-73c.Hoofdpijn-60c.Hoest-60c. Maag75Staal90Laxeer60Rheumatiek73 Keelpij'n 60 Kiespijn 60 NierA Blaasl gld.' Griep a Influenza- 75 cent Galsteen- 3,50 Verkoudheids 60 EeL'ustopwtekkende 75- Wormtab!.SOct. Bloedzuiverende- 75 ctj Koortstabl. 60 et. Pijnstillende Tabl.75 ct| Verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten. Voorzien van naam MijnhardL Let hierop! Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE De spoorweg is niet gemoedelijk, de tramdienst weL Als je met de spoor wilt gaan. dan moet je naar écn aangc» wezen plaats gaan: daar aangekomen vind je twee poortwachters, die wel niet,bar van humeur zijn. noch van na» tuur, maar je dan toch maar niet door» laten, als je geen spoorwegkaartje (p 1 a a s b e w ij noemt de spoorweg» maatschappij het) vertoonen kunt. Zelts het begeleiden van vriend of maag of het afhalen van zoo iemand mag niet ronder betaling meer gebeuren, hetgeen daarom zoo gek is, dat vroeger de per» rons veel minder ruimto opleverden: toen mocht je er gratis op en nader» hand moest je een halvcn stuiver beta» Itn. Later (het publick was er toch aan gewend geraakt) werd dat verdubbeld Vriendelijkheid en beleefdheid werden toen met een Stuiver gestraft. Nu dat weer een poosje goed gegaan is, zal de hoofddirectie wel over een dubbeltje denken. Je slijt altijd wel aan de vesti» bulc, de trappen en de perrons en het onderhoud van groote gebouwen is zóó duur tegenwoordig ze kan het voor een stuiver niet meer doen. Na al deze ongcmoedelijke geheurte» nissen kom je op het perron en daar nadert de trein. Wat een aanmatiging! Met den buik vooruit, rookende. soms gierende komt hij daar aanzetten ais ik dat zoo zie denk ik altijd aan mijn vriend Trotsman: die heeft ook zoo'n manier van optreden, vooral in den zomer, wanneer een wit vest zijn hrccdcn buik omsluit. Plotseling als de locomotief en Trotsman verschijnen, ontstaat er groote drukte. Inwaai, bc» weging. „Mijn hemel", zeg je. „daar pas was het nog zoo rustig en nu op eens die matschudding!" Conducteurs loopen op een drafje langs den trein en roe pen waar hij naar toe gaat (Trotsman liccft ook altijd behoefte om dat te ver» tellen) en dan worden portieren dicht gesmeten en vertrekt de trein met groot kabaal, net als Trotsman, dïo ook al tijd een soort luchtledig schijnt achter te laten. Je zit opgesloten in een rechthoekig kastje en je mag er niet uit. Ben je aan de plaats van je bestem ming, dan moet je je kaartje vertoonen (de maatschappij is ijsclijk wantrou wend) voordat je van het perron af en het station uit mag. 'k Heb me wel eens afgevraagd, wat er gebeuren zou. als je kaartje zoek was geraakt en dus niet meer vertoond kon worden. Houdt de chef je dan gevangen en laat hij je door den restaurateur of uit zijn eigen keu» ken wat eten brengen en waar moet je den nacht doorbrengen en hoe kom je er ooit vandaan? Dat is allemaal niet gemoedelijk. Vergelijk het eens met de tram, met de E.S.M. bijvoorbeeld. .Tc gaat maar er» gens staan en ze komt wel. Met ie me dereizigers ga je naar binnen: de ingang is niet te breed en de klim is wat hoog, vooral wanneer je wat op jaren komt, maar wie heeft er ooit gehoord van een passagier, die niet mee kon en bleef staan, omdat de tree te hoog was? Ik heb zoo iemand nooit langs de lijn zien staan. Nu ga je zitten, niet in een hokje, drie of vier aan den cenen kant en evenveel aan den anderen, maar in een grootcn wagen, met een groot gczcl» schap. Echt gemoedelijk. En dan wacht je kalm af tot de conducteur bij je komt en je vraagt, wat je blieft: een enkclrcis Halfweg of een enkelrcis Amsterdam, of een retour Halfweg of Amsterdam, net wat je wilt. Desnoods mag je zeggen: „wat is het vandaag weer nat, of koud, of winderig!" tien tegen een dat hij daar een vriendelijk antwoord op geeft en in tusschen rijdt de wagen verder, zoo'n beetje wiegend, heel gemoedelijk, zoodat je al gauw tot een dutje komt. En als je aangekomen bent, dan stap je uit en er is verder niemand, die zich om je bekommert. Je kunt gaan. vaar je wilt. De overeen» komst is geëindigd en beide partijen zijn weer vrij. Hieruit blijkt dus, dat er in de E S M. een atmosfeer van gezelligheid hecrscht. Je voelt je er min of meer één familie, met den bestuurder als koetsier en den conducteur als een soort van toezienden voogd. Als hij liet beletten kan, zal je niets kwaads gebeuren. Maar je moet een beetje den tijd heb» ben Niet dat gehol en gevlieg van den nieuwen tijd, alsof je toch ril niet gauw genoeg aan je einde komt, maar een rustig, kalm en gemoedelijk verplaatsen van de ccnc stad naar de andere. Daar» om erken ik ook ten volle en geheel, dat wat mij Woensdagmorgen over kwam, mijn eigen schuld was. Ik was te Amsterdam met de E.S.M. een paar boodschappen gaan doen en wou gauw, gauw, terug met de tram van twaalven. Het ging net, ik stond juist in de Spuistraat op mijn post, toen de wagen aankwam en rekende uit: kwart vóór een op de Turfmarkt, dat gaat net goed. Helaas, dat was fout ge» dacht. Langs den de Ruijtcrweg ging alles goed, zonder bezwaar kwamen we op Sloterdijk, maar niet lang hadden wc die plaats achter den rug, of onze vaart minderde, het was alsof de be» stuurdcr den trein liet uitloopen, het ging voortdurend langzamer en tenslotte stonden we stil. Het was niet druk in onzen wagen: een heer, een jong» rncnsch, een juffrouw, een oude heer, een middelbareheer met een jong meisje en ik zelf. Samen zeven. Veer tien oogen keken door de ruiten naar buiten en zagen, dat wij nog een eind van Halfweg verwijderd waren. Voetstappen gingen langs de wagens. Stemmen weerklonken. Zij waren de geruststellende teckcnen, dat er san on» ze redding gewerkt werd. Want wij wa= ren gestrand! Het was niet, dat er stroom ontbrak, want een trein van den anderen kant schoot onhartelijk in volle vaart in de richting Amsterdam, zon» der zelfs te informccrcn hoe wc het maakten en wat ons scheelde. Zoo komt zelfs onder familieleden koelheid en on» vcrschillighcid voor. „Opbelle kenne we niet, hé?" hoor den we iemand buiten zeggen, „Piep", zei do motorwagen van on» zen trein en weer: „piep!" Toen een schokje, alsof de bestuurder het onmo». gelijke voor ons probeeren wou. Maar wij bleven op dezelfde plaats. Op dat oogenblik hoorden zes van de zeven passagiers een geluid waaruit bleek, dat de zevende passsgicr. de oude heer. het voorval aanvaardde op de juiste manier. H ij snorkte. Als ik toen den moed er toe had kunnen vin» den (helaas, valsche schaamte onder» drukt vaak onze beste denkbeelden) dan zou ik de andere vijf hebben bij» cengeroepen en hen toegesproken als volgt: „dames, heeren, jongmenseb, laat ons gezamenlijk het edele voor» beeld van dezen medereiziger bewon» deren. Onze motor kan blijkbaar niet verder. Wij kijken door de ruiten en op onze horloges, wij staan op en maken ons bezorgd. Wat doet hij? Hij snurkt! Dit is de ware houding, die in een steken blijvende tram past. Laat ons zijn voorbeeld volgen!" Deze rede werd, zooals ik zeide, niet gehouden. Mflar de les, die ons de snurkende lotgenoot gnf. troostte ons toch over de snelheid, waarmee een spoortrein op dat oogenblik aan den overkant passeerde. Af en toe rammel» de het onder den wagen, alsof hij buik» pijn had en op eens, nadat wij tien minuten stilgestaan hadden, kreeg onze brave bestuurder weer beweging in den trein: wc sukkelden voort tot aan de eerste huizen van Halfweg. Daar ston» den wij weer stil, "maar nu waren wij gerust: de bewoonde wereld was weer bereikt en ons hart klopte regelmatiger bij het zien van een controleur, die langs de rails liep en het strenge ge zicht zette, dat bij den toestand paste. Kr was weer eenig zwak gefluit, blijkbaar een teeken, dat de bestuur der ons ook in dezen nood niet zou •crlaten. Nu gingen wij niet vooruit, maar achteruit. Medereizigers uit an» dere wagens, blijkbaar van Halfweg» schcn bloede, waren uitgestapt. Onze reisgenoot snurkte verder, toonbeeld van rustig vertrouwen in de E. S. M. Onze achterwaartsche concentratie duurde niet lang. Wij stonden stil. Er rammelde iets aan wat ik voor de gele» genheid onze staart zou willen noemen, Om ons heen draaide de extra bonte auto van een Haarlemsche schoenfirma, waarop de vcelbcteekenendc woorden: „Zooiemans hoenwerk overtreft al» les" en lk moet erkennen, dat hij ons op dat oogenblik althans in bewegelijk» heid overtrof. Wat er toen precies gebeurde kan ik tot mijn lecdwezt.i niet rapportccren. Toen ik nog jong en onervaren was heb ik wanneer mijn voertuig stilstond wel eens naar de oorzaak geïnformeerd, maar sedert ik nooit iets anders ont ving dan een onverstaanbaar gebrom of een half bescheid op zijn best. heb ik wel goed begrepen dat het een pas» sagicr niet aangaat waa.om zfjn reis on» voorspoedig is daar heeft alleen de directie mee te maken. Zoo vraag ik nu niet meer en onderga in rust en kalmte, maar lerondersteld mag toch worden, dat de laatste wagen werd af» gehaakt en voor aan '.n trein gezet, waardoor alweer bewaarheid werd, dat de laatste de eersten zullen zijn. Wc gingen verder, kwamen opnieuw het dorp binnen, „Halfweg!" riep onze conducteur niet stentorstom in onzen wagen, de goeierd, als f wij dat zelf niet wisten. Ook hier had het opont» houd tien minuten geduurd. Maar nu gingen wij dan ook de trambru over en op Haarlem aan; wel stopten wij ook bij de timmerfabriek en verderop nog eenmaal bij het fort, maar onze trein had nu een geregelde, zij het ook zeer matige, snelheid aangenomen en haalde zelfs bij de Amsterdamsche Poort het bonte scboencnwagcntjc weer in, ofschoon toegegeven moet worden, dat het een oogenblik later ons op zijn beurt voorbijstoof en or»9 derhalve getrouw aan zijn leus. op nieuw overtroffen had. Toen wij aan de Turfmarkt kwamen, had de reis juist een uur en tien mi nuten geduurd, wat voor een bedacht» zamen tramrit niet onverdienstelijk ,s. Maar een record (ha, dat modewoord!) is het niet Nu het voorgekomen is, dat de brand» weer niet tijdig opgeroepen kon wor» den omdat de bewoners zenuwachtig waren en het nummer 15333 niet ont houden hadden, worden aan alle kan» ten voorstellen gedaan die ten doel heb» ben, ons dat nummer goed in 't hoofd te prenten. In het bovenstaand geval schijnt het overigens niet veel kwaad te hebben gedaan, want het alarmeeren van de brandweer schijnt toch twin» tig minuten te hobbcn geduurd wat de autoriteiten niet lang vonden, omdat de menschen in den nacht vast slapen. Dit is natuurlijk waar. In mijn familie slaapt mep zoo vast, dat niemand eer» dor dan na een half uur toonbaar is en gereed tot handelen: waarschijnlijk ligt hierin de reden, waarom wij nooit een rol bij de brandweer hebben mogen vervullen. Maar de brandende familie vindt twintig minuten zeker wel heel lang. Vandaar, dat ik alle pogingen toejuich om de menschen er toe te brengen, ver» schillende nummers, die zij gedurende den nacht noodig kunnen hebben, in hun geheugen te prenten. Het eenvou digste zou wezen, wanneer zij die num mers op een cartonnetje schreven en dat naast hun telefoon ophingen, maar daar deze simpele methode wegens aangeboren gemakzucht onuitvoerbaar is, zullen andere middeïen toegepast moeten worden. Er zijn er verschei» dene. Zoo kan een brandweerman in uniform de stad rondgaan en ons exa» minccren. „Kent u het nummer van de brand» weer, juffrouw?" „Om de waarheid te zeggen: neen," „Onthoudt u dan: 15333. Vijftien duizend drie honderd drie en dertig. Over een maand kom ik terug of u het nog weet." Dit is een methode. Er zijn er an dere. Na tien uur 's avonds houdt iedere agent van politie de menschen aan, die hü op straat tegenkomt. „Mijnheer, mevrouw, het van de brandweer? „U weet het niet? 15333." „En de eerste Hulpdienst?" .Dat weet o ook- niet? 11111. Ont. houdt u dat nu good. Vijf ecnen. En het nummer van de politie ,1, er een in. breker komt? „Zou u denken, agent, dat een inbre ker zou toelaten, dat ik de politie op. bel, terwijl hij er bij is?" „Meneer, u moet geen ongepaste vra» gen doen die niet in mijn dienstboekje staan. Alzoo, het nummer van de po litie is 11858. En dat van de reddings brigade?" .Maar agent 5k raak "s nachts toch niet te water?" „Meneer, u kan nooit weten. Red dingsbrigade 10231. Leert u ze nu uit uw hoofd, vóórdat u naar bed gaat. Iedereen in een goedgeordend huis» houden moest eiken avond vóór hij ging slapen, die vier nummers opzeg» gen. Heeft u wel eens gehoord van Coué? Ja? U kan ook met het opzeg» gen van doze vier getallen best in slaap komen. Wel te rusten". Van alle kanten wordt tegenwoordig een beroep op ons geheugen gedaan. Juist vandaag heb ik een almanak voor 1926 present gekregen, die wil dat lk zal noteeren: het numnw van mijn boord, van mijn overhemd, handschoenen, hoed, schoenen, kousen, sokken, rijwiel, hor loge, abonnement spoor, abonnement tram. scheergereedschap. telefoon, huis en kantoor. Sommige van die dingen. zooals spoor» en scheerabonnement. hou ik er niet op na. Van de rest weet ik er drie. juist de drie laatsten. En moet ik de rest koopen, dan stel ik mijn vertrouwen op den leverancier, ie dat nog nimmer beschaamd heeft. Ik zou er bij kunnen zeggen, dat toch niet overal brand komt of ingebroken wordt of de hulpdienst of de reddings brigade zoo gauw noodig zijn, dat je geen tijd hebt om jo telefoonhoekje op te slaan. Maar dat is misschien een excuus van la la. Ik gebruik Tct dan ook niet. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5