HAARLEM'S DAGBLAD
HET TOONEEL
VAN DEN WATERSNOOD IN
ONS LAND
ZATERDAG 2 JAN. 1926 TWEEDE BLAD
ONZE TOONEEL-DlLETTANTEN
Mevrouw A. M. C. StolkHermans
Trouweix6 nïet alleen in „Boete" heeft
mwrouw Stolik rlaarvan de bewijzen gege
ven. In het. milieu, waarin zij optrad,
zij meermalen een der beeten. In „Zijn
WöLEdei Gestrenge" gaf zij indertijd aan
moeko Stevens, de haaiebaaiige maar au
fond goedhartige juffrouw uit de soldaten,
kroeg door haar pittig, typeeren'd spel
kleur en leven. Da:, was een rol. die wel
een heel andere richting uitging dan de
onderworpen en gedweeë Lise in Boete
toch laat mevrouw fitolk ook dBflrin voor
oen liefhebster iets voortreffelijke
Levendig en vermakelijk, raak typeerend
in spreken en gebaren, «peelde zij toer
plompe juffrouw zóó goed, dat het mij tot
heden is hij gebleven. En dan denk ik ook
aan een heel ander rolletje, aan Toni Lei-
(onberger in ,.De Jongezellenbond"
Fuida, dat zij geest. g en werkelijk ko
misch'uitbeeldde. Een dilettante, die drie
zulke absoluut verschillende rollen
zuiver en gaaf weet te 6pelen, toont daar
mee, dat zij zoker voor liet I.efhebberij-
tooneel een kracht is, die bij haar 30-ja-
rig fee.v. „gehuld gd" mag worden»
liet talent van mevrouw Stolk is, men
zou kunnen zeggen van bescheiden aard.
Voor de groole driwnn: ieche rollen lijkt zij
mij niet aangelegd en hel is heel verstan
dig van do regie, dat zij mevrouw Stolk
daaraan ook nkt waagt In het Holhand-
eche, Teal'sliecho weik, het „huiselijk"
drama en liet eenvoudige blijspel is zij
echter "geheel op haar plaats. Zij paRt
daarom volkomen in het re.perioire, dat op
ons dilelianten-tooneel bij voorkeur wordt
gespoeld. Ik zou mevrouw Stolk wel eens
willen zien als Marianne, de huishoudster
in „Schake's". Het zou mij niet ven
deren, wanneer zij van die rol onder
itrenge regie iets heel goeds zóu maken.
En ook rollen als de vrouw van .Taspar in
Eva Bcnheur of de vrouw van Matthijs,
Sterke in De Opgaande Zon zouden
baar uitefcekend liggen. Rollen dus, die
geen expansieve dramatische kracht ver
langen, maar eenvoudig, natuurlijk, doerti
gevoelig spel.
In den eenacter „Thuiskomst" bijvoor
beeld bleek duidelijk, waa/r de grenzen vam
haar talent liggen. Zoolang zij de harte-,
lijke, vriendelijke boerenvrouw moest zijn,
trof zij door natuurlijke accentenvoor het
oogeriblik van dramatische spanning, toen
er een werkelijke „actrice" verlangd werd,
echoot zij en dat waa waarlijk geen
schande te kort.
Mevrouw Stolk heeft met haar gerouti
neerd spel vele Haarlemeche vereeniglngen
aan zich verplicht Van „Cremer" was zij
ongeveer 10 jaar een zeer gewaardeerd wet
kend lid. Zij speel.de er onder anderen in
het Justus van Maurik-repertoire tame
Miebet in Anarchisten en mevrouw Guld-
hof in „Men zegt". Dit was echter voor
mijn tijd als criticus. Ook trad zij als
„gast" eenige malen in de bekende ver-
ceniging „Door Inspanning Uitspanning"
op en ging zij met die vereen iging naar
een wedstrijd- te VJaardimgen, waar D. I.
U. met „Aan Flarden" van Top Kseff den
eersten prijs behaalde en aan mevrouw
Stolk -- als Jeanne Kalsfra da perso
dieele prije voor beste tooneelspeeister er
de eereprijs voor de beste uitspraak werd
Tn de laatste jaren (reedt mevrouw Stolk
echler uitsluitend op bij Haariera'e Too-
neel en het is alleen bij deze vereeniging,
dat ik haar zag «pelen. Een „slechte." kri
tiek heeft mevrouw Stolk voor zoover ik
mij herinner van .mij nog nooit, gehad.
Zij behoort, tot de speelstere, die altijd
een rol geheel bederven. Dal is voor een
dilettante een niet geringe lof. Zoo her
inner ik mij van haar een in goeden toon
gespeelde Anna in ..Als de Kei
bloeien" van Jan van Kepen, de aller
makelijkst gespeel do „tante Koe"
Emanta' „Jonge Harten" en een wol niet:
geheel bevredigende, maar toch door ge
voelige momenten treffende Eleonora in
Roelvjrfk's „Lentewolken".
Maar hoven alles et cl ik haar met zoo
groote innigheid gespeelde en juiet gely-
peerde Lisa in Boete en ik durf mevrouw
Stolk dam ook Dinsdagavond in deze rol
«n groot euocee voorspellen. Aan harte
lijkheid zal het haar bij haar jubileum
ongetwijfeld niet ontbreken. Ik weet, dat
Haarlem's Tooneel de medewerking van
mevrouw Stolk zeer waardeert en het is
wel zeker, dat men haar hiervoor Dins
dagavond de meest overtuigende bewijzen
zal geven.
J. B. SCHUIL
liet i
iek opzettelijk
avond" van haar jubileum,
k l« ree-Is jaren lang
verdienstelijke krachten
diIetlaiitcn-tooneel en zijl
de
kolen
te wérden. Er zijn
dilettanten, die op lie! I
matischo kracht ontwik
w techniek heechft
maar mevrouw SloMe behoort tocfli tot dc
beproefde krachten, waarop «en a
ginc altijd weer vertrouwen ksn
steeds c#n benijdenswaardige rot
planken medebrengen. En zoo
zooals in „Boete" verraste zij door I
een spontane warmte in haar spel,
irwerlijien gloed, die zeer prettig aandeel
Wanneer een dilettante in een rol als Lij-
roet natuurlijke middelen zoo vermag
boeien en :n de dramatische scènes he:
publiek zelfs weet te ontroeren, levert zij I
het bewijs, dat zij op het liefhebberij-loo-1
do beste
neel werkelijk niet do e
BINNENLAND
OVER DEN DOORBRAAK BIJ GRAVE
Het water stroomt het land van Maas en Waal binnen
Voorloopige dijkwachten die niets bemerkt hebben
Het gat in den dijk is niet te stoppen
Wat overstroomd is
Verscheidene dorpen om Roermond van bet water te lijden
Maastricht geïsoleerd
Van de hulpverleening
De spoordijk tusscben Ravenstein en Wychen doorgebroken
Ernstig gevaar voor den Rivierdijk bij Cuyk
Mevrouw Stolk als Liz®
„Boete"
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Nu het pas weer Nieuwjaar geweest
ls, komt de herinnering bij mij op ann
ccn bezoek dat wij het vorige jaar op
dien dag bij een neef van dc Hupstra's
hebben gebracht, die bij hen te gast
wns, een commissaris van politie uit
een andere gemeente.
Het waa een prettige en 6praakza»
me man en toen hij merkte, dat %ve
naar zijn verhalen wilden luisteren, had
hij er al gauw een paar ten beste ge»
geven, die ik hier herhalen zal. Gc*
heimhouding is mij niet opgelegd en
auteursrecht behoeft cr niet betaald te
worden voor mondelinge verhalen,
waardoor ze ver uitsteken boven aller»
lei andere zaken, teekeningen, photo»
grafieën" en vooral van muziek, waar»
voor nog rechten betaald moeten wor*
den, wanneer de componist al lang in
't graf ligt, ten bate van dc achtcrgc»
bleven familie, die er part noch deel
aan gehad heeft.
Maar laat ik niet afdwalen en terug»
keeren tot mijn r<idcrwcrp, dat ik ge»
makshalvc zal noemen „vreemde
Nieuwjaarsbezoeken" dc commis»
saris vertelde daarover natuurlijk van
z ij n kant, maar het lijkt mij beter
de helden van die verhalen zelf sprc»
kend in te voeren.
Het was dan zoo. Ferdinand van der
Wel had een landhuis laten bouwen
even buiten de stad. een beetje een»
zaam. ,,'t Hindert niet", placht hij te
zeggen, wanneer vrienden en kennis»
sen die wat afgunstig waren en daar»
om wel graag ccn klein wraakje wil»
den nemen, hem, daarop attent maak»
ten „'t hindert niet, de stad komt
wel naar mij toe. binnen een paar jaar
zal het hier rondom bebouwd wezen".
Toch besloot hij heel voorzichtig te
zijn, kocht een revolver, ging zich
oefenen in 't schieten en lette goed op
verdachte personen, die in dc nabijheid
van zijn huis mochten komen. En ja»
wel. op ccn morgen in het laatst van
December, om een uur of vijf, toen de
kiespijn hem in radeloosheid uit zijn
bed had gejaagd, keek hij toevallig uit
zijn raam en zag bij het licht van een
lantaren een man om zijn huis sluipen,
die alles zorgvuldig opnam, llij droeg
een groote bonten pet met oorklep»
pen. die bijna zijn gehecle gezicht ver»
borg, maar toevallig keek de man
juist onder den lantaarn naar boven en
zag onze Ferdinand, dat hij_ een bij»
zonder schecven neus had. Hij wachtte
totdat de m2n verdwenen was, belde
toen de politie op en gaf kermis van
zijn ondervinding. Daarna ging hij (het
begon te dagen) zoo koud als een ijs»
kegel naar lied. De kiespijn was door
de emotie, verdwenen.
Met prijzenswaardigen ijver ging de
politie de gangen van den scheefneus
jta. Ze kende hem wel en het duurde
niet lang, of ze wist hem te vertellen-
dat de Scheefneus zich uitgelaten had
over een inbraak, die hij in den nacht
na Nieuwjaar wou plegen. „Een best
nachie", zei de inspecteur, die aan Fer»
dinand het verhaal kwam doen; „op
den Oudejaarsavond blijven de men»
schc-n gewoonlijk later op dan anders
en daarom slapen ze bijzonder vast in
den nacht na Nieuwjaar. Maar we zul»
Icn den Scheefneus op hccterdaad bc»
trappen".
Het plan was heel mooi, maar er
kwam al dadelijk verschil van mccning
over dc uitvoering. De inspecteur was
er namelijk zeker van, dat de inbreker
zou binnenkomen door een keuken»
raam, dat cr bijzonder geschikt voor
was, terwijl Ferdinand altijd dc deur
van den salon voor de meest kwets»
bare plek van het landhuis had aangc»
keken, omdat een boosdoener daar
maar een ruitje behoefde uit te snijden
en dan op zijn gemak een spanjolet
kon omdraaien en zoo binnenstappen
door de tuindeur. Ze vonden elkaar
eigenwijs en weken niet van hun opinie
aften slotte kwamen ze dit overeen:
de inspecteur zou, met een agent, de
wacht betrekken in de keuken en Fer*
dinand alleen in den salon. De beide
partijen zouden met een doordringend
fluitje elkaar waarschuwen, als de
muis in den val was.
De familie, mevrouw Ferdinand met
de kinderen, ging dien nacht bij fami»
lie logccren. „Waarom onnoodig risico
te loopen?" zei Ferdinand cn toen zijn
vrouw hem smeekte, het werk liever
aan de politie over te laten en met haar
mee te gaan, zei hij trotsch: „ik zal
mijn eigen huis helpen verdedigen".
Vluchten en uitgelachen worden door
zoo'n eigenwijzen inspecteur? Dat
nooit
Bang was hij niet, nooit geweest. En
zoolang je af en toe een Iat.cn voorbij»
ganger hoort stappen cn in dc verte de
bel van een tram, is het zoo erg niet.
Maar wanneer alles stil wordt is het
geen pretje, in het donker op ccn in»
breker te wachten, al zitten ccn inspec»
teur cn een agent aan den achterkant
van het huis in de keuken.
Er stond een gemakkelijke divan in
de kamer en de inspecteur had, met
een knipoogje in die richting gevraagd
of hij, Ferdinand, wel zeker wist, dat
de slaap hem niet ovevmannen zou.
Maar zóó, in een leunstoel gezeten, den
revolver op de eene cn het fluitje op
de andere leuning, had hij niet ,dc min»
ste neiging om te slapen. Het sloeg
twaalf uur; half een, een uur, half twee
en hij moest toch wel even gedommeld
hebben, toen hij plotseling glas hoorde
rinkelen en met een koude rilling, die
hem toch, tóch nog over den rug kroop
begreep, dat het oogenblik nu aangc»
broken was.
Flij hoorde dat de spanjolet lang»
zaam wetd omgedraaid, de deur ging
In ons vorig nummer maakten wij
al melding van den dijkdoorbraak aan
den Gelderschen oever van de Maas
bij Nederhasselt- Later werd gemeld
dat Donderdagmiddag boven de plaats
waar de Maasdijk was bezweken het
water nog steeds wassende was cn dat
beneden den doorbraak het water val»
lende was en dat het met kracht het
land van Maas cn Waal binnenstroom»
de.
De bewoners vluchtten naar veiliger
plaatsen en joegen zelf bepakt met
have en goed, het vee voor zich uit
naar dc dijken om aan den vloed tc
ontkomen- Veel vee is echter vcrdron»
ken.
Een later bericht meldde De Com»
missaris van de Koningin in Gelder»
land en de hoofdingenieur van den pro»
vincialen waterstaat zijn per auto naar
de plaats van de doorbraak in den
Maasdijk gegaan.
Donderdagmiddag half vier meldde
het persbureau Vaz Dks
Het water van de Maas blijft wassen
cn steeds dieper zinkt net land achter
den Maasdijk in het water weg. Veel
vee is naar Grave gebracht, waar het
voorloopig is gestald.
Het gat in den dijk wordt door de
woeste kracht van het water steeds
grooter; steeds verder brokkelt het af.
Ook op andere plaatsen vertoont de
Maasdijk zwakke punten en eenige
honderden mannen zijn aan den arbeid
getogen om de dijken op de bedreigde
plaatsen te versterken.
Hoe de doorbraak werd
gemerkt-
Aan de medcdeclingen in het Vrij»
dagochtcndnummer van de N. R, Crt.
ïtlccnen wij het volgende
De dijkgraaf Bruisten, uit Neerasselt,
e. voortdurend in de weer is, zeide,
dat men volstrekt niet bang was ge»
weest voor die plaats van den dijk,
wel een kwartier verder naar de z-g.
Tempel, waar men voorzieningen had
getroffen en nu nog wat zakken zand
had laten inbrengen.
Dc buitengewone 'iviercorrcspon*
dentie had Woensdagavond volgens een
telegram van kwart over 8 moeten wor»
den ingesteld. Ilct was echter te laat
de offiéieele maatregelen te nemen,
waarom de dijkgraaf voorloopig dijk»
wachten liet loopen twee in de rich»
ting Niftrik cn twee in de richting
Veer van den Tempel.
Deze mannen zeggen niets gemerkt
tc hebben. De dijkgraaf kon niet zeg»
gen of dc mannen hun plicht goed had»
den gedaan. Zoo werd dus de door»
braak pas gemerkff toen de mensclien
binnendijks last van het water bc»
gonncn tc krijgen-
De dijk te Overasselt, waar het on»
geluk gebeurde, is bijna overal bezet
met betonblokken, de kruin van den
dijk is plus minus 5 M. breed, terwijl
de dijk nog een boord had van onge»
Van de hulpverleening.
Dadelijk bij het vernemen van de
ramp zijn de vissehers Adams te Grave
door den opzichter van den waterstaat
Visser tc Ncderasselt met alle booten
naar dc plaats des onheils gerequireerd-
Ook werd aan den minister van Wa»
terstaat en andere autoriteiten getele»
grafcerd, evenals aan den.stations»chef
te Nijmegen en Wiichcn met het oog
op de spoorwegen- Ook werden 200
pontonniers ter assistentie ontboden.
Thans worden de menschen en die»
ren per roeiboot van de bedreigde
boerderijen gehaald- Van den zolder
van het huisje van W. Willcms, vlak
voor dc doorbraak gelegen, werden
door J. van Krefeld per roeiboot 9
menschen gered, die anders reddeloos
verloren waren geweest-
Algemeen wordt deze wa terra nip toe»
geschreven aan het ophoogen van de
Kade van de Beersche Maas, waardoor
deze rivier, welke vroeger reeds bij
10,32 M- 4- N.A-P. begon te loopen, nu
pas goed begint te werken bij een stand
van 11 M- op de peilschaal te Grave.
Verleden jaar, locn dc waterstand ook
boven 11 M- was, liep alles goed af,
daar men toen kalm weer had.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEES
60 Cent* per regel j
zachtjes open, er kwam een koude
luchtstroom naar binnen daarna ging
de deur weer zachtjc$ dicht, kloek be.
sloten draaide Ferdinand den knop van
het electrisch licht om en greep naar
het fluitje. Ilct was was er niet meer,
blijkbaar op den grond gevallen cn
meteen had hij aan den anderen kant
van zijn leunstoel den revolver gegre
pen cn richtte het wapen op den in-
breker, die verblind door het licht en
van den schrik tegen dc deur geval
len was.
„Als je één beweging maakt, schiet
ik".
Scheefneus, want hij was het indcr»
daad, keek beteuterd genoeg en kon,
toen hij van den schrik bekomen was,
niet anders dan kermen: „genade, ge»
nade, laat me gaan".
„Dat kun je begrijpen", zei Ferdi»
nand, „ga daar op den stoel zitten en
sla je armen achter om de leuning; als
je ze ook maar een oogenbiik naar
voren brengt, schiet ik".
„Ik heb geen wqpen", jammerde de
Scheefneus.
„Ja, dat kun je wel zeggen". Met den
uitgestoken arm den revolver in zijn
richting houdend, tuurde Ferdinand
naar het fluitje. Eindelijk zag hij het
liggen, tamelijk ver wesgerold onder de
tafel. Het kon gevaarlijk zijn het te
gaan halen en dan nog te bukken om
het op te rapen. Maar waarom zou hij
dat doen? Het in elkaar gezakte, be»
vende wezen op den stoel zag er niet
uit alsof hij zich verzetten zou tegen
den nog altijd dreigenden revolver. Hij
kon immers altijd de politie nog roe»
pen! Daarom legde hij zijn wapen op
zijn knie, klaar voor dadelijk gebruik
en zei barsch: „Hoe kom je er toe om
bij mij in te breken?" Want Ferdinand
romafitisch van natuur en vond
den toestand wel interessant: hij tegen»
over den inbreker en de niets vermoe»
dendc politic vruchteloos wachtend in
de keuken.
Toen kreeg dc bevende Scheefneus
wat moed en begon te vertellen van
armoede en ziekte cn werkloosheid,
totdat het Ferdinand wat raar om zijn
hart werd cn de gedachte bij hem op»
kwam of hij niet beter deed, den sturn»
per te laten gaan. !n 't begin zette hij
dat van zich af. om dc politie en om
al de moeite, die vruchteloos zou zijn
geweest. Maar toen Scheefneus, die wel
zag dat hij aarzelde, voortging met
smeeken: „maakt u een armen man
niet ongelukkig" en „ik zal het nooit
weer doen" en dure eeden begon te
zweren op het hoofd van zjjn kinde»
ren, kreeg Ferdinand het toch te
kwaad, en zei op eens, bijna voor dat
hjj het zelf wist: „maak dat je weg
komt, maar pas op dat ik je hier in de
buurt nooit meer zie snuffelen".
Hij was al weg, de inbreker, als een
haas, maar gooide in zijn bangheid zijn
stoel met zooveel lawaai omver, dat
hfj rammelde tegen dc ruiten. Ze'
moesten het in de keuken gehoord heb»
ben, want dc deur werd opengesmeten
en daarna die van den salon en de in»
specteur riep, met een stem die toch
ook zoo heel vast niet meer was: „wat
is hier aan de hand?" Maar hij zag
niets, want Ferdinand had toen de
keukendeur openging het licht meteen
uitgeknipt en gaf eerst geen antwoord.
Pas toen de inspecteur de vraag her»
haalde, zei hij met een slaperige stem:
„is er wat?" cn stond meteen uit zijn
stoel op.
„Toch geslapen?" vroeg de inspec»
teur, die nu op zijn beurt het licht had
aangedraaid en scherp rondkeek.
„Ik weet nietzei Ferdinand, be»
grijpende dat hij nu zijn rol spelen
moest. Maar de agent liep naar dc
tuindeur cn zag, de gordijnen weg»
schuivende, het gebroken ruitje en de
drie keken elkaar verwonderd aan,
chtende wie er wat zeggen zou. Ik
zeker niet, dacht Ferdinand, die het
heele verraderlijke ruitje vergeten had.
Maar de inspecteur bracht hem zeif in
veiligheid. „Ik begrijp er alles van",
zei hij langzaam cn gewichtig. „De kc»
rel heeft het ruitje verbrijzeld en heeft
toen met een electrischen lantaren naar
binnen gekeken en toen hij u daar zag
slapen, heeft hij de becnen genomen
en den stoel omgegooid". Die oplossing
werd door de anderen grif aangeno»
men, ofschoon Ferdinands ijdelheid
wel geprikkeld werd, toen de inspec»
teur met een lachje zei: „de kans is
verkeken. Als je dieven vangen wilt,
meneer van der Wel, moet je wakker
blijven".
.Ik heb toen goed geraden, dat hij
hier binnenkomen zou", troefde Ferdi»
nand.
Het wonderlijkste van 't geval is nog,
dat Ferdinand den volgenden dag op
stap ging, eerst naar het woninkje van
Scheefneus en toen .naar zijn vrienden
kennissen om een baantje voor den
n. „Dc kerel kwam er heelemaal bo»
vcnop", zoo eindigde de commissaris
zijn verhaal en jaren naderhand heb ik
het heele relaas van de inbraak van
Van der Wel gehoord. Omdat het wel
beschouwd zoo goed afgeloopen was, is
de zaak blijven rusten".
it was het eene verhaal van den
commissaris. Het tweede was veel min»
der griezelig want daar kwam hij niet
in zijn qualiteit aan te pas. Hierbij zal
ik zijn eigen woorden weergeven.
,Ik geloof niet, dat een van mijn
vrienden, een van mijn heel goeie
vrienden, ooit van zijn leven zoo'n
vreemd bezoek gehad heeft als de
vriend dien ik bedoel op den Nieuw»
jaarsdag. Je moet dan weten: hfj had
zoon. een flinken jongen die te
Leiden studeerde cn waar groote ver
pachtingen van waren en hij cn zijn
rouw zouden dan ook overgelukkig
geweest zijn, als Lize er niet geweest
was, 1
Een beeld van een meisje, een
schoonheid en waar niets op te zeggen
was. Maar ja. wanneer een vader groo
te verwachtingen van zijn zoon heeft
en hoopt, dat hij nog wel eenmaal pro»
fessor zal worden, dan is hij niet ge»
steld op een familie, waarin dc vader
zich letterlijk dood gedronken heeft en
alles er doorgebracht, zoodat dc we»
duwe en haar dochter zonder een stui»
ver achtergebleven cn met naaien
voor andere menschen cn les geven er
zich moesten zien door tc slaan. Wat
dc zoon ook zei, de vader wou niet,
en dreigde een eind aan de studie te
maken, nis de jongen bij dat huwelijk
bleef. Je zult vragen: hoe dacht de moe»
der er over? Ja, die sprong haar jon»
gen bij. zooals dat altijd gaat, maar de
vader was niet te vermurwen; soms
waren er scènes met een schreiende
vrouw en twee booze mannen.
Ellendig. Het huiselijk leven werd er
door bedorven. Den Oudejaarsavond
hadden ze met hun drieèn doorge»
bracht, want de student fwas zóó ge»
leerd niet. of hij hield de groote dagen
in ecrc. Maar de ware stemming was
er niet. Om een uur of acht mompelde
de zoon, dat hij een straatje om zou
gaan en vertrok. Naar Lizc. Dat be
greep vader wel cn dc moeder begreep
't ook en stuurde smcckende blikken af
in dc richting van den vader, die zich
hield alsof hij ze niet zag. Om negen
uur kwam de zoon terug. Hij bleef den
heelen avond Stil en somber en lang
vóór twaalven was de familie naar bed.
De stemming was er niet naar, om den
overgang van het oude in het nieuwe
jaar te vieren.
Den volgenden dag was het natuur»
lijk nog niet beter. De vader en de
zoon feliciteerden elkaar, maar niet
harte, 't Ging gedwongen, want
ze dachten allebei aan "t zelfde.
Om een uur of een zei de zoon: „dag
moeder, dag vader, :k ga terug naar
Leiden, nog wat studeeren". En daar
ging hij. 'S Middags ging de moeder
paar visites maken bij kennissen
dc vader bleef alleen. Zijn gcdach»
waren niet bijzonder plezierig; hoe
graag had hij op een heel andere ma»
nier het nieuwe jaar gevierd dat die
jongen toch zoo koppig op dat onmo»
gelijke meisje gesteld was.
Terwijl - hij daar zoo zat te tobben,
werd cr gebeld. Daar er niemand an»
ders in huis was, ging hij opendoen cn
schrikte, want daar op de stopp stond
Lize, heel bleek c i zei: „Mag ik u even
spreken?"
„Komt u binnen", zei hij bedeesd en
ging haar voor.
Nauwelijks had zij plaats genomen,
of daar begon ze, met een bevende
stem: „Het doel van mijn komst is om
onduit te vragen, wat u tegen mij
hebt".
De vader was zoo verwonderd, dat
hij eerst niet anders doen kon, dan
herhalen: „wat ik tegen u heb?" i
vooral op naam enrrwk^
De omvang van de
ramp.
Aan de Prov- Geld. en Nijm. Crt- is
nog het volgende ontleend
Het water stortte zich door de
opening, die weldra 70 meter groot:
was cn in korten tijd was het geheele
land tusschcn Overasselt en Neder»
asselt overstroomd. Alle boerderijen,
meestal van kleine landbouwers, liepen.'
onder water. Het is een geluk dat de
ramp in den ochtend heeft plaats ge»
had en dat zij niet geheel onverwachts
kwam. Op vele boerderijen werden de
menschen door den vloed verrast en
overal in den ochtden zag men boeren
btzig het gehecle huisgezin of het vee
naar hooger gelegen plaatsen te bren»
gen.
In sommige huizen waren honderden!
koeien bij elkaar gebracht. Het geloei
van de beesten was verschrikkelijk»
Het water werd dpor het hooger gele»
gen land van het Noordelijke gedeelte
van het Rijk van Nijmegen gestuwd!
in Westelijke richting naar den Teers»
dijk, die dc scheiding vormt tusschen
het Rijk van Nijmegen en het land van
Maas en Waal- De verschillende dui»
kers kregen groote massa's water te
verwerken cn voor den Teersdijk steeg
het water met elke minuut.
In den Teersdijk tusschen het kloos»
ter Alverna en Lunen (de hoofdweg
NijmegenGrave) bezweek omstreeks
12 uur dc brug, waaronder een duikec
doorloopt. Daardoor werd de verbin*
dingsweg tusscben Nijmegen en Neder*
asselt vernield-
Het water stortte zich thans door
het hier ontstane gat en stroomde mede
Maas en Waal binnen. Inmiddels was
het water'ïn het Rijk van Nijmegen zoo
hoog gestegen, dat de laaggelegen ge»
declten van den Teersdijk over de uit*
gestrektheid van verscheiden kilome»
ters geheel onder water kwamen te
staan. Dientengevolge werd ook heï
land van Maas en \Wal geheel over»
stroomd-
Dc uitwerking van de dijkdoorbraak
is ontzettend. In haar gevolgen doet
zij denken aan de dijkdoorbraak bij
Cuijk van eenige jaren geleden. Zij
heeft heel het Zuidelijk gedeelte van
het Rijk van Nijmegen en het la*ïd van
Maas cn Waal getroffen.
Zoover het oog reikt staat alles on»
der water. Het reddingswerk is onmid»
dcllijk met kracht aangevangen. Over»
al werden bootjes en schuitjes gerequï»
re'erd om in de eerste plaats het vee
van de bedreigde boerderijen weg te
halen en in veiligheid te brengen-
Er is een uitgebreide dienst inge»
steld om de menschen die op de kleine
boerderijen op den zolder zitten van
levensmiddelen te voorzien en ook
voor het voederen van het vee te zor»
gen.
.Ik weet Wel". m ze. „d.t u mis,
scnien mijn bezoek heel ongepast en
heel onvrouwelijk vinden zal, maar er
hangt voor mij. zooveel van af. Uw
zoon en ik, wij houden van elkaar. Wat
heeft u tegen mij?"
Dc vader was wat van zijn verbazing
bekomen en probeerde, op echte man»
nenmanier haar te overbluffen.
„Hoor eens", zei hij, „ik weet niet, of
ik wel verplicht ben, u daarop te ant»
woorden. Uw optreden is heelheel
ongewoon".
„Neen", zei ze, „zóó Iaat ik mij niet
afschepen. Ij kunt mij bij een arm ue»
men en de deur uitzettcn.Maar ais u dat
niet doen wil, vraag ik nog eens: wat
heeft u tegen mij?"
En daar begint ze, zonder op ant»
woord tc wachten, een hartstochtelijk
pleidooi. Was het al niet erg genoeg,
dat haar arme, lieve, zwakke vader zijn
eigen leven bedorven en haar moeder
en haar hulpeloos achtergelaten had?
Moest dat nu nog verder gestraft wor»
den? Was het het dan een schande, om
arm te zijn? En uit de volheid van
haar hart stroomden de welsprekende
woorden en de vader wist niet wat hij
antwoorden zou (hij had er ook den
tijd niet voor) toen ze op eens niet ver»
der kon en in een zenuwachtige huil»
bui uitbarstte.
W at zou hij in de alteratic anders
doen, dan zeggen: „maar lieve juf»
frouw, maar lieve juffrouwen
rondkijken naar een glas water dat niet
in de buurt was en een glas wijn in*
schenken, dat zij niet hebben wou. Het
is heel gemakkelijk, tegen iemand bc»
zwaar te maken zoolang ze afwezig is,
maar wanneer ze voor je zit en er heel
lief uitziet en zoo dapper opkomt voor
haar rechten, dan voel jc je zelf toch
als een boosdoener en gaat aan 't troos»
ten en dan is dc toestemming niet ver
meer.
Je kunt wel begrijpen, hoé verbaasd
de moeder keek toen ze terugkwam
en daar Lize vond met haar zoon, want
de trein naar Leiden dien hij nagekc»
ken had, ging niet op den Nieuwjaars*
dag en ze hadden hem samen nog net
ann 't station gevonden en terugge»
haald. Dien middag was de stemming
er wel, dat verzeker ik u".
Mijn vrouw had tranen in de oogen
van dat aandoenlijke verhaal van den
commissaris.
„Hoe maakt het je zoon de profes»
sor?" vroeg Hupstra.
„Dank je, heel goed, ze hebben nu
vier kinderen, 't is een alleraardigst
gezin".
Toen wij naar huis gingen, wou mjjn
vrouw met alle geweld, dat dc commis»
sari's zelf de strenge vader was ge»
veest; nu ia, vrouwen hebbe: soms
an die romantische denkbeelden!
FIDELIO.