HAARLEM'S DAGBLAD HET TOONEEL VAN DEN WATERSNOOD IN ONS LAND ZATERDAG 2 JAN. 1926 TWEEDE BLAD ONZE TOONEEL-DlLETTANTEN Mevrouw A. M. C. StolkHermans Trouweix6 nïet alleen in „Boete" heeft mwrouw Stolik rlaarvan de bewijzen gege ven. In het. milieu, waarin zij optrad, zij meermalen een der beeten. In „Zijn WöLEdei Gestrenge" gaf zij indertijd aan moeko Stevens, de haaiebaaiige maar au fond goedhartige juffrouw uit de soldaten, kroeg door haar pittig, typeeren'd spel kleur en leven. Da:, was een rol. die wel een heel andere richting uitging dan de onderworpen en gedweeë Lise in Boete toch laat mevrouw fitolk ook dBflrin voor oen liefhebster iets voortreffelijke Levendig en vermakelijk, raak typeerend in spreken en gebaren, «peelde zij toer plompe juffrouw zóó goed, dat het mij tot heden is hij gebleven. En dan denk ik ook aan een heel ander rolletje, aan Toni Lei- (onberger in ,.De Jongezellenbond" Fuida, dat zij geest. g en werkelijk ko misch'uitbeeldde. Een dilettante, die drie zulke absoluut verschillende rollen zuiver en gaaf weet te 6pelen, toont daar mee, dat zij zoker voor liet I.efhebberij- tooneel een kracht is, die bij haar 30-ja- rig fee.v. „gehuld gd" mag worden» liet talent van mevrouw Stolk is, men zou kunnen zeggen van bescheiden aard. Voor de groole driwnn: ieche rollen lijkt zij mij niet aangelegd en hel is heel verstan dig van do regie, dat zij mevrouw Stolk daaraan ook nkt waagt In het Holhand- eche, Teal'sliecho weik, het „huiselijk" drama en liet eenvoudige blijspel is zij echter "geheel op haar plaats. Zij paRt daarom volkomen in het re.perioire, dat op ons dilelianten-tooneel bij voorkeur wordt gespoeld. Ik zou mevrouw Stolk wel eens willen zien als Marianne, de huishoudster in „Schake's". Het zou mij niet ven deren, wanneer zij van die rol onder itrenge regie iets heel goeds zóu maken. En ook rollen als de vrouw van .Taspar in Eva Bcnheur of de vrouw van Matthijs, Sterke in De Opgaande Zon zouden baar uitefcekend liggen. Rollen dus, die geen expansieve dramatische kracht ver langen, maar eenvoudig, natuurlijk, doerti gevoelig spel. In den eenacter „Thuiskomst" bijvoor beeld bleek duidelijk, waa/r de grenzen vam haar talent liggen. Zoolang zij de harte-, lijke, vriendelijke boerenvrouw moest zijn, trof zij door natuurlijke accentenvoor het oogeriblik van dramatische spanning, toen er een werkelijke „actrice" verlangd werd, echoot zij en dat waa waarlijk geen schande te kort. Mevrouw Stolk heeft met haar gerouti neerd spel vele Haarlemeche vereeniglngen aan zich verplicht Van „Cremer" was zij ongeveer 10 jaar een zeer gewaardeerd wet kend lid. Zij speel.de er onder anderen in het Justus van Maurik-repertoire tame Miebet in Anarchisten en mevrouw Guld- hof in „Men zegt". Dit was echter voor mijn tijd als criticus. Ook trad zij als „gast" eenige malen in de bekende ver- ceniging „Door Inspanning Uitspanning" op en ging zij met die vereen iging naar een wedstrijd- te VJaardimgen, waar D. I. U. met „Aan Flarden" van Top Kseff den eersten prijs behaalde en aan mevrouw Stolk -- als Jeanne Kalsfra da perso dieele prije voor beste tooneelspeeister er de eereprijs voor de beste uitspraak werd Tn de laatste jaren (reedt mevrouw Stolk echler uitsluitend op bij Haariera'e Too- neel en het is alleen bij deze vereeniging, dat ik haar zag «pelen. Een „slechte." kri tiek heeft mevrouw Stolk voor zoover ik mij herinner van .mij nog nooit, gehad. Zij behoort, tot de speelstere, die altijd een rol geheel bederven. Dal is voor een dilettante een niet geringe lof. Zoo her inner ik mij van haar een in goeden toon gespeelde Anna in ..Als de Kei bloeien" van Jan van Kepen, de aller makelijkst gespeel do „tante Koe" Emanta' „Jonge Harten" en een wol niet: geheel bevredigende, maar toch door ge voelige momenten treffende Eleonora in Roelvjrfk's „Lentewolken". Maar hoven alles et cl ik haar met zoo groote innigheid gespeelde en juiet gely- peerde Lisa in Boete en ik durf mevrouw Stolk dam ook Dinsdagavond in deze rol «n groot euocee voorspellen. Aan harte lijkheid zal het haar bij haar jubileum ongetwijfeld niet ontbreken. Ik weet, dat Haarlem's Tooneel de medewerking van mevrouw Stolk zeer waardeert en het is wel zeker, dat men haar hiervoor Dins dagavond de meest overtuigende bewijzen zal geven. J. B. SCHUIL liet i iek opzettelijk avond" van haar jubileum, k l« ree-Is jaren lang verdienstelijke krachten diIetlaiitcn-tooneel en zijl de kolen te wérden. Er zijn dilettanten, die op lie! I matischo kracht ontwik w techniek heechft maar mevrouw SloMe behoort tocfli tot dc beproefde krachten, waarop «en a ginc altijd weer vertrouwen ksn steeds c#n benijdenswaardige rot planken medebrengen. En zoo zooals in „Boete" verraste zij door I een spontane warmte in haar spel, irwerlijien gloed, die zeer prettig aandeel Wanneer een dilettante in een rol als Lij- roet natuurlijke middelen zoo vermag boeien en :n de dramatische scènes he: publiek zelfs weet te ontroeren, levert zij I het bewijs, dat zij op het liefhebberij-loo-1 do beste neel werkelijk niet do e BINNENLAND OVER DEN DOORBRAAK BIJ GRAVE Het water stroomt het land van Maas en Waal binnen Voorloopige dijkwachten die niets bemerkt hebben Het gat in den dijk is niet te stoppen Wat overstroomd is Verscheidene dorpen om Roermond van bet water te lijden Maastricht geïsoleerd Van de hulpverleening De spoordijk tusscben Ravenstein en Wychen doorgebroken Ernstig gevaar voor den Rivierdijk bij Cuyk Mevrouw Stolk als Liz® „Boete" Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Nu het pas weer Nieuwjaar geweest ls, komt de herinnering bij mij op ann ccn bezoek dat wij het vorige jaar op dien dag bij een neef van dc Hupstra's hebben gebracht, die bij hen te gast wns, een commissaris van politie uit een andere gemeente. Het waa een prettige en 6praakza» me man en toen hij merkte, dat %ve naar zijn verhalen wilden luisteren, had hij er al gauw een paar ten beste ge» geven, die ik hier herhalen zal. Gc* heimhouding is mij niet opgelegd en auteursrecht behoeft cr niet betaald te worden voor mondelinge verhalen, waardoor ze ver uitsteken boven aller» lei andere zaken, teekeningen, photo» grafieën" en vooral van muziek, waar» voor nog rechten betaald moeten wor* den, wanneer de componist al lang in 't graf ligt, ten bate van dc achtcrgc» bleven familie, die er part noch deel aan gehad heeft. Maar laat ik niet afdwalen en terug» keeren tot mijn r<idcrwcrp, dat ik ge» makshalvc zal noemen „vreemde Nieuwjaarsbezoeken" dc commis» saris vertelde daarover natuurlijk van z ij n kant, maar het lijkt mij beter de helden van die verhalen zelf sprc» kend in te voeren. Het was dan zoo. Ferdinand van der Wel had een landhuis laten bouwen even buiten de stad. een beetje een» zaam. ,,'t Hindert niet", placht hij te zeggen, wanneer vrienden en kennis» sen die wat afgunstig waren en daar» om wel graag ccn klein wraakje wil» den nemen, hem, daarop attent maak» ten „'t hindert niet, de stad komt wel naar mij toe. binnen een paar jaar zal het hier rondom bebouwd wezen". Toch besloot hij heel voorzichtig te zijn, kocht een revolver, ging zich oefenen in 't schieten en lette goed op verdachte personen, die in dc nabijheid van zijn huis mochten komen. En ja» wel. op ccn morgen in het laatst van December, om een uur of vijf, toen de kiespijn hem in radeloosheid uit zijn bed had gejaagd, keek hij toevallig uit zijn raam en zag bij het licht van een lantaren een man om zijn huis sluipen, die alles zorgvuldig opnam, llij droeg een groote bonten pet met oorklep» pen. die bijna zijn gehecle gezicht ver» borg, maar toevallig keek de man juist onder den lantaarn naar boven en zag onze Ferdinand, dat hij_ een bij» zonder schecven neus had. Hij wachtte totdat de m2n verdwenen was, belde toen de politie op en gaf kermis van zijn ondervinding. Daarna ging hij (het begon te dagen) zoo koud als een ijs» kegel naar lied. De kiespijn was door de emotie, verdwenen. Met prijzenswaardigen ijver ging de politie de gangen van den scheefneus jta. Ze kende hem wel en het duurde niet lang, of ze wist hem te vertellen- dat de Scheefneus zich uitgelaten had over een inbraak, die hij in den nacht na Nieuwjaar wou plegen. „Een best nachie", zei de inspecteur, die aan Fer» dinand het verhaal kwam doen; „op den Oudejaarsavond blijven de men» schc-n gewoonlijk later op dan anders en daarom slapen ze bijzonder vast in den nacht na Nieuwjaar. Maar we zul» Icn den Scheefneus op hccterdaad bc» trappen". Het plan was heel mooi, maar er kwam al dadelijk verschil van mccning over dc uitvoering. De inspecteur was er namelijk zeker van, dat de inbreker zou binnenkomen door een keuken» raam, dat cr bijzonder geschikt voor was, terwijl Ferdinand altijd dc deur van den salon voor de meest kwets» bare plek van het landhuis had aangc» keken, omdat een boosdoener daar maar een ruitje behoefde uit te snijden en dan op zijn gemak een spanjolet kon omdraaien en zoo binnenstappen door de tuindeur. Ze vonden elkaar eigenwijs en weken niet van hun opinie aften slotte kwamen ze dit overeen: de inspecteur zou, met een agent, de wacht betrekken in de keuken en Fer* dinand alleen in den salon. De beide partijen zouden met een doordringend fluitje elkaar waarschuwen, als de muis in den val was. De familie, mevrouw Ferdinand met de kinderen, ging dien nacht bij fami» lie logccren. „Waarom onnoodig risico te loopen?" zei Ferdinand cn toen zijn vrouw hem smeekte, het werk liever aan de politie over te laten en met haar mee te gaan, zei hij trotsch: „ik zal mijn eigen huis helpen verdedigen". Vluchten en uitgelachen worden door zoo'n eigenwijzen inspecteur? Dat nooit Bang was hij niet, nooit geweest. En zoolang je af en toe een Iat.cn voorbij» ganger hoort stappen cn in dc verte de bel van een tram, is het zoo erg niet. Maar wanneer alles stil wordt is het geen pretje, in het donker op ccn in» breker te wachten, al zitten ccn inspec» teur cn een agent aan den achterkant van het huis in de keuken. Er stond een gemakkelijke divan in de kamer en de inspecteur had, met een knipoogje in die richting gevraagd of hij, Ferdinand, wel zeker wist, dat de slaap hem niet ovevmannen zou. Maar zóó, in een leunstoel gezeten, den revolver op de eene cn het fluitje op de andere leuning, had hij niet ,dc min» ste neiging om te slapen. Het sloeg twaalf uur; half een, een uur, half twee en hij moest toch wel even gedommeld hebben, toen hij plotseling glas hoorde rinkelen en met een koude rilling, die hem toch, tóch nog over den rug kroop begreep, dat het oogenblik nu aangc» broken was. Flij hoorde dat de spanjolet lang» zaam wetd omgedraaid, de deur ging In ons vorig nummer maakten wij al melding van den dijkdoorbraak aan den Gelderschen oever van de Maas bij Nederhasselt- Later werd gemeld dat Donderdagmiddag boven de plaats waar de Maasdijk was bezweken het water nog steeds wassende was cn dat beneden den doorbraak het water val» lende was en dat het met kracht het land van Maas cn Waal binnenstroom» de. De bewoners vluchtten naar veiliger plaatsen en joegen zelf bepakt met have en goed, het vee voor zich uit naar dc dijken om aan den vloed tc ontkomen- Veel vee is echter vcrdron» ken. Een later bericht meldde De Com» missaris van de Koningin in Gelder» land en de hoofdingenieur van den pro» vincialen waterstaat zijn per auto naar de plaats van de doorbraak in den Maasdijk gegaan. Donderdagmiddag half vier meldde het persbureau Vaz Dks Het water van de Maas blijft wassen cn steeds dieper zinkt net land achter den Maasdijk in het water weg. Veel vee is naar Grave gebracht, waar het voorloopig is gestald. Het gat in den dijk wordt door de woeste kracht van het water steeds grooter; steeds verder brokkelt het af. Ook op andere plaatsen vertoont de Maasdijk zwakke punten en eenige honderden mannen zijn aan den arbeid getogen om de dijken op de bedreigde plaatsen te versterken. Hoe de doorbraak werd gemerkt- Aan de medcdeclingen in het Vrij» dagochtcndnummer van de N. R, Crt. ïtlccnen wij het volgende De dijkgraaf Bruisten, uit Neerasselt, e. voortdurend in de weer is, zeide, dat men volstrekt niet bang was ge» weest voor die plaats van den dijk, wel een kwartier verder naar de z-g. Tempel, waar men voorzieningen had getroffen en nu nog wat zakken zand had laten inbrengen. Dc buitengewone 'iviercorrcspon* dentie had Woensdagavond volgens een telegram van kwart over 8 moeten wor» den ingesteld. Ilct was echter te laat de offiéieele maatregelen te nemen, waarom de dijkgraaf voorloopig dijk» wachten liet loopen twee in de rich» ting Niftrik cn twee in de richting Veer van den Tempel. Deze mannen zeggen niets gemerkt tc hebben. De dijkgraaf kon niet zeg» gen of dc mannen hun plicht goed had» den gedaan. Zoo werd dus de door» braak pas gemerkff toen de mensclien binnendijks last van het water bc» gonncn tc krijgen- De dijk te Overasselt, waar het on» geluk gebeurde, is bijna overal bezet met betonblokken, de kruin van den dijk is plus minus 5 M. breed, terwijl de dijk nog een boord had van onge» Van de hulpverleening. Dadelijk bij het vernemen van de ramp zijn de vissehers Adams te Grave door den opzichter van den waterstaat Visser tc Ncderasselt met alle booten naar dc plaats des onheils gerequireerd- Ook werd aan den minister van Wa» terstaat en andere autoriteiten getele» grafcerd, evenals aan den.stations»chef te Nijmegen en Wiichcn met het oog op de spoorwegen- Ook werden 200 pontonniers ter assistentie ontboden. Thans worden de menschen en die» ren per roeiboot van de bedreigde boerderijen gehaald- Van den zolder van het huisje van W. Willcms, vlak voor dc doorbraak gelegen, werden door J. van Krefeld per roeiboot 9 menschen gered, die anders reddeloos verloren waren geweest- Algemeen wordt deze wa terra nip toe» geschreven aan het ophoogen van de Kade van de Beersche Maas, waardoor deze rivier, welke vroeger reeds bij 10,32 M- 4- N.A-P. begon te loopen, nu pas goed begint te werken bij een stand van 11 M- op de peilschaal te Grave. Verleden jaar, locn dc waterstand ook boven 11 M- was, liep alles goed af, daar men toen kalm weer had. INGEZONDEN MEDEDEELINGEES 60 Cent* per regel j zachtjes open, er kwam een koude luchtstroom naar binnen daarna ging de deur weer zachtjc$ dicht, kloek be. sloten draaide Ferdinand den knop van het electrisch licht om en greep naar het fluitje. Ilct was was er niet meer, blijkbaar op den grond gevallen cn meteen had hij aan den anderen kant van zijn leunstoel den revolver gegre pen cn richtte het wapen op den in- breker, die verblind door het licht en van den schrik tegen dc deur geval len was. „Als je één beweging maakt, schiet ik". Scheefneus, want hij was het indcr» daad, keek beteuterd genoeg en kon, toen hij van den schrik bekomen was, niet anders dan kermen: „genade, ge» nade, laat me gaan". „Dat kun je begrijpen", zei Ferdi» nand, „ga daar op den stoel zitten en sla je armen achter om de leuning; als je ze ook maar een oogenbiik naar voren brengt, schiet ik". „Ik heb geen wqpen", jammerde de Scheefneus. „Ja, dat kun je wel zeggen". Met den uitgestoken arm den revolver in zijn richting houdend, tuurde Ferdinand naar het fluitje. Eindelijk zag hij het liggen, tamelijk ver wesgerold onder de tafel. Het kon gevaarlijk zijn het te gaan halen en dan nog te bukken om het op te rapen. Maar waarom zou hij dat doen? Het in elkaar gezakte, be» vende wezen op den stoel zag er niet uit alsof hij zich verzetten zou tegen den nog altijd dreigenden revolver. Hij kon immers altijd de politie nog roe» pen! Daarom legde hij zijn wapen op zijn knie, klaar voor dadelijk gebruik en zei barsch: „Hoe kom je er toe om bij mij in te breken?" Want Ferdinand romafitisch van natuur en vond den toestand wel interessant: hij tegen» over den inbreker en de niets vermoe» dendc politic vruchteloos wachtend in de keuken. Toen kreeg dc bevende Scheefneus wat moed en begon te vertellen van armoede en ziekte cn werkloosheid, totdat het Ferdinand wat raar om zijn hart werd cn de gedachte bij hem op» kwam of hij niet beter deed, den sturn» per te laten gaan. !n 't begin zette hij dat van zich af. om dc politie en om al de moeite, die vruchteloos zou zijn geweest. Maar toen Scheefneus, die wel zag dat hij aarzelde, voortging met smeeken: „maakt u een armen man niet ongelukkig" en „ik zal het nooit weer doen" en dure eeden begon te zweren op het hoofd van zjjn kinde» ren, kreeg Ferdinand het toch te kwaad, en zei op eens, bijna voor dat hjj het zelf wist: „maak dat je weg komt, maar pas op dat ik je hier in de buurt nooit meer zie snuffelen". Hij was al weg, de inbreker, als een haas, maar gooide in zijn bangheid zijn stoel met zooveel lawaai omver, dat hfj rammelde tegen dc ruiten. Ze' moesten het in de keuken gehoord heb» ben, want dc deur werd opengesmeten en daarna die van den salon en de in» specteur riep, met een stem die toch ook zoo heel vast niet meer was: „wat is hier aan de hand?" Maar hij zag niets, want Ferdinand had toen de keukendeur openging het licht meteen uitgeknipt en gaf eerst geen antwoord. Pas toen de inspecteur de vraag her» haalde, zei hij met een slaperige stem: „is er wat?" cn stond meteen uit zijn stoel op. „Toch geslapen?" vroeg de inspec» teur, die nu op zijn beurt het licht had aangedraaid en scherp rondkeek. „Ik weet nietzei Ferdinand, be» grijpende dat hij nu zijn rol spelen moest. Maar de agent liep naar dc tuindeur cn zag, de gordijnen weg» schuivende, het gebroken ruitje en de drie keken elkaar verwonderd aan, chtende wie er wat zeggen zou. Ik zeker niet, dacht Ferdinand, die het heele verraderlijke ruitje vergeten had. Maar de inspecteur bracht hem zeif in veiligheid. „Ik begrijp er alles van", zei hij langzaam cn gewichtig. „De kc» rel heeft het ruitje verbrijzeld en heeft toen met een electrischen lantaren naar binnen gekeken en toen hij u daar zag slapen, heeft hij de becnen genomen en den stoel omgegooid". Die oplossing werd door de anderen grif aangeno» men, ofschoon Ferdinands ijdelheid wel geprikkeld werd, toen de inspec» teur met een lachje zei: „de kans is verkeken. Als je dieven vangen wilt, meneer van der Wel, moet je wakker blijven". .Ik heb toen goed geraden, dat hij hier binnenkomen zou", troefde Ferdi» nand. Het wonderlijkste van 't geval is nog, dat Ferdinand den volgenden dag op stap ging, eerst naar het woninkje van Scheefneus en toen .naar zijn vrienden kennissen om een baantje voor den n. „Dc kerel kwam er heelemaal bo» vcnop", zoo eindigde de commissaris zijn verhaal en jaren naderhand heb ik het heele relaas van de inbraak van Van der Wel gehoord. Omdat het wel beschouwd zoo goed afgeloopen was, is de zaak blijven rusten". it was het eene verhaal van den commissaris. Het tweede was veel min» der griezelig want daar kwam hij niet in zijn qualiteit aan te pas. Hierbij zal ik zijn eigen woorden weergeven. ,Ik geloof niet, dat een van mijn vrienden, een van mijn heel goeie vrienden, ooit van zijn leven zoo'n vreemd bezoek gehad heeft als de vriend dien ik bedoel op den Nieuw» jaarsdag. Je moet dan weten: hfj had zoon. een flinken jongen die te Leiden studeerde cn waar groote ver pachtingen van waren en hij cn zijn rouw zouden dan ook overgelukkig geweest zijn, als Lize er niet geweest was, 1 Een beeld van een meisje, een schoonheid en waar niets op te zeggen was. Maar ja. wanneer een vader groo te verwachtingen van zijn zoon heeft en hoopt, dat hij nog wel eenmaal pro» fessor zal worden, dan is hij niet ge» steld op een familie, waarin dc vader zich letterlijk dood gedronken heeft en alles er doorgebracht, zoodat dc we» duwe en haar dochter zonder een stui» ver achtergebleven cn met naaien voor andere menschen cn les geven er zich moesten zien door tc slaan. Wat dc zoon ook zei, de vader wou niet, en dreigde een eind aan de studie te maken, nis de jongen bij dat huwelijk bleef. Je zult vragen: hoe dacht de moe» der er over? Ja, die sprong haar jon» gen bij. zooals dat altijd gaat, maar de vader was niet te vermurwen; soms waren er scènes met een schreiende vrouw en twee booze mannen. Ellendig. Het huiselijk leven werd er door bedorven. Den Oudejaarsavond hadden ze met hun drieèn doorge» bracht, want de student fwas zóó ge» leerd niet. of hij hield de groote dagen in ecrc. Maar de ware stemming was er niet. Om een uur of acht mompelde de zoon, dat hij een straatje om zou gaan en vertrok. Naar Lizc. Dat be greep vader wel cn dc moeder begreep 't ook en stuurde smcckende blikken af in dc richting van den vader, die zich hield alsof hij ze niet zag. Om negen uur kwam de zoon terug. Hij bleef den heelen avond Stil en somber en lang vóór twaalven was de familie naar bed. De stemming was er niet naar, om den overgang van het oude in het nieuwe jaar te vieren. Den volgenden dag was het natuur» lijk nog niet beter. De vader en de zoon feliciteerden elkaar, maar niet harte, 't Ging gedwongen, want ze dachten allebei aan "t zelfde. Om een uur of een zei de zoon: „dag moeder, dag vader, :k ga terug naar Leiden, nog wat studeeren". En daar ging hij. 'S Middags ging de moeder paar visites maken bij kennissen dc vader bleef alleen. Zijn gcdach» waren niet bijzonder plezierig; hoe graag had hij op een heel andere ma» nier het nieuwe jaar gevierd dat die jongen toch zoo koppig op dat onmo» gelijke meisje gesteld was. Terwijl - hij daar zoo zat te tobben, werd cr gebeld. Daar er niemand an» ders in huis was, ging hij opendoen cn schrikte, want daar op de stopp stond Lize, heel bleek c i zei: „Mag ik u even spreken?" „Komt u binnen", zei hij bedeesd en ging haar voor. Nauwelijks had zij plaats genomen, of daar begon ze, met een bevende stem: „Het doel van mijn komst is om onduit te vragen, wat u tegen mij hebt". De vader was zoo verwonderd, dat hij eerst niet anders doen kon, dan herhalen: „wat ik tegen u heb?" i vooral op naam enrrwk^ De omvang van de ramp. Aan de Prov- Geld. en Nijm. Crt- is nog het volgende ontleend Het water stortte zich door de opening, die weldra 70 meter groot: was cn in korten tijd was het geheele land tusschcn Overasselt en Neder» asselt overstroomd. Alle boerderijen, meestal van kleine landbouwers, liepen.' onder water. Het is een geluk dat de ramp in den ochtend heeft plaats ge» had en dat zij niet geheel onverwachts kwam. Op vele boerderijen werden de menschen door den vloed verrast en overal in den ochtden zag men boeren btzig het gehecle huisgezin of het vee naar hooger gelegen plaatsen te bren» gen. In sommige huizen waren honderden! koeien bij elkaar gebracht. Het geloei van de beesten was verschrikkelijk» Het water werd dpor het hooger gele» gen land van het Noordelijke gedeelte van het Rijk van Nijmegen gestuwd! in Westelijke richting naar den Teers» dijk, die dc scheiding vormt tusschen het Rijk van Nijmegen en het land van Maas en Waal- De verschillende dui» kers kregen groote massa's water te verwerken cn voor den Teersdijk steeg het water met elke minuut. In den Teersdijk tusschen het kloos» ter Alverna en Lunen (de hoofdweg NijmegenGrave) bezweek omstreeks 12 uur dc brug, waaronder een duikec doorloopt. Daardoor werd de verbin* dingsweg tusscben Nijmegen en Neder* asselt vernield- Het water stortte zich thans door het hier ontstane gat en stroomde mede Maas en Waal binnen. Inmiddels was het water'ïn het Rijk van Nijmegen zoo hoog gestegen, dat de laaggelegen ge» declten van den Teersdijk over de uit* gestrektheid van verscheiden kilome» ters geheel onder water kwamen te staan. Dientengevolge werd ook heï land van Maas en \Wal geheel over» stroomd- Dc uitwerking van de dijkdoorbraak is ontzettend. In haar gevolgen doet zij denken aan de dijkdoorbraak bij Cuijk van eenige jaren geleden. Zij heeft heel het Zuidelijk gedeelte van het Rijk van Nijmegen en het la*ïd van Maas cn Waal getroffen. Zoover het oog reikt staat alles on» der water. Het reddingswerk is onmid» dcllijk met kracht aangevangen. Over» al werden bootjes en schuitjes gerequï» re'erd om in de eerste plaats het vee van de bedreigde boerderijen weg te halen en in veiligheid te brengen- Er is een uitgebreide dienst inge» steld om de menschen die op de kleine boerderijen op den zolder zitten van levensmiddelen te voorzien en ook voor het voederen van het vee te zor» gen. .Ik weet Wel". m ze. „d.t u mis, scnien mijn bezoek heel ongepast en heel onvrouwelijk vinden zal, maar er hangt voor mij. zooveel van af. Uw zoon en ik, wij houden van elkaar. Wat heeft u tegen mij?" Dc vader was wat van zijn verbazing bekomen en probeerde, op echte man» nenmanier haar te overbluffen. „Hoor eens", zei hij, „ik weet niet, of ik wel verplicht ben, u daarop te ant» woorden. Uw optreden is heelheel ongewoon". „Neen", zei ze, „zóó Iaat ik mij niet afschepen. Ij kunt mij bij een arm ue» men en de deur uitzettcn.Maar ais u dat niet doen wil, vraag ik nog eens: wat heeft u tegen mij?" En daar begint ze, zonder op ant» woord tc wachten, een hartstochtelijk pleidooi. Was het al niet erg genoeg, dat haar arme, lieve, zwakke vader zijn eigen leven bedorven en haar moeder en haar hulpeloos achtergelaten had? Moest dat nu nog verder gestraft wor» den? Was het het dan een schande, om arm te zijn? En uit de volheid van haar hart stroomden de welsprekende woorden en de vader wist niet wat hij antwoorden zou (hij had er ook den tijd niet voor) toen ze op eens niet ver» der kon en in een zenuwachtige huil» bui uitbarstte. W at zou hij in de alteratic anders doen, dan zeggen: „maar lieve juf» frouw, maar lieve juffrouwen rondkijken naar een glas water dat niet in de buurt was en een glas wijn in* schenken, dat zij niet hebben wou. Het is heel gemakkelijk, tegen iemand bc» zwaar te maken zoolang ze afwezig is, maar wanneer ze voor je zit en er heel lief uitziet en zoo dapper opkomt voor haar rechten, dan voel jc je zelf toch als een boosdoener en gaat aan 't troos» ten en dan is dc toestemming niet ver meer. Je kunt wel begrijpen, hoé verbaasd de moeder keek toen ze terugkwam en daar Lize vond met haar zoon, want de trein naar Leiden dien hij nagekc» ken had, ging niet op den Nieuwjaars* dag en ze hadden hem samen nog net ann 't station gevonden en terugge» haald. Dien middag was de stemming er wel, dat verzeker ik u". Mijn vrouw had tranen in de oogen van dat aandoenlijke verhaal van den commissaris. „Hoe maakt het je zoon de profes» sor?" vroeg Hupstra. „Dank je, heel goed, ze hebben nu vier kinderen, 't is een alleraardigst gezin". Toen wij naar huis gingen, wou mjjn vrouw met alle geweld, dat dc commis» sari's zelf de strenge vader was ge» veest; nu ia, vrouwen hebbe: soms an die romantische denkbeelden! FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 5