HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
FLITSEN
WILDZANG
ZATERDAG 2 JAN. 1926
DERDE BLAD
No. 3535
HET JAARVERS VAN „TROU MOET BLYCKEN"
Men weet, dat deze aloude stichting
in vroegere eeuwen een redcrijkerska»
mcr is geweest, die vaak grootc
uitvoeringen gegeven heeft, o.a. ,op <le
Grootc Markt. De tijd is veranderd,
de stichting daarmee gewijzigd en
sinds vele jaren beoefent „Trou moet
Blyeken" dc uiterlijke welsprekend»
hcid in het openbaar niet meer. Toch
is daarvan nog iets overgebleven, het
jaarvers, dat door den „factor" samen»
gesteld cn op den avond van den
Nieuwjaarsdag aan dc leden cn hunne
dames wordt voorgelezen, waarna aan
al de leden een gedrukt exemplaar
wordt uitgereikt.
De ongewone titel van factor sluit
zich aan bij de namen der overige bc»
etuursledcn. die niet zijn president,
vice»presidcnt, secretaris, penningmees»
ter, zooals bij dc hcdcndnagschc ver»
ecnigingep, maar Keizer, Prins, Fis»
caal, Vaandrig, Eerste, Tweede en
Derde Vinder, naar den ouden trant.
De factor is natuurlijk lid van dc So<
cieteit, mmir geniet voor zijn dichters»
arbeid vrijstelling van contributie als
ccnig emolument; aan het dagelijksch
bestuur van de Sociëteit neemt hii neen
deel, wel aan het „hoofdcnmaal" (be»
stuursdiner) dat in de maand Dcecm»
bcr van ieder jaar gehouden wordt en
bij welke gelegenheid hij zijn jaarvers
aan Hoofden der Sociëteit voordraagt.
In den loop van de jaren hebben na»
tuurlijk velen het factorsambt vervuld.
Vóór den tegenwoordigen titularis wa»
ren het de hccrcn H. F. Waller, cenigc
iaren geleden gestorven, Mr. H. I'h.
Visser 't Hooft en Jhr. O. van Lcnncp;
naar ik vernomen heb. zal in 1926 een
nieuwe titularis dc taak weer overne»
men. Ofschoon uit den aard van de
zaak het jaarvers van inticmen aard
is. in het bijzonder vat het leven en dc
lotgevallen van de Sociëteit betreft, is
het gewoonte geworden daaruit in dc
bladen bet een cn ander over tc némen,
gelijk wij sinds jaren in Haarlem's
Dagblad hebben gedaan. Dat het vers
niet alleen voorgelezen, maar ook gc»
drukt aan dc leden meegegeven of
thuis gezonden wordt, heeft daartoe
natuurlijk wel meegewerkt.
Het begint volgens dc traditie met
een heilwensch van den kastelein, naar
ouden trant „knegt" gchecten. t»e«
woonlijk zijn dit maar weinige rege»
len. Van het pas verschenen jaarvers
voor 1926 ontleen ik het volgende aan
iden heilwensch van den „knegt
Nu voor dc eerste maal mijn schreden
Het glibberig pad der poczie betreden.
Ik kom er eerlijk, rond voor uit;
Dat was voor mij een heel besluit.
De factor zei: ik moest beginnen;
Johan, ie moet je plicht beminnen
Denk om het schittrend knegtenklccd,
Waar een ander graag een moord voor
deed.
Dat klinkt bar. jnaar het is zoo erg
niet bedoeld. Voortgaande wcnscht hij
aan de leden:
Ik wcnsch dat gij (het moog beklijven)
Oud zult worden, jong zult blijven.
Een beste wcnsch ook voor anderen,
'dan leden van „Trou" cn dc slotregels
zijn dan ook gerechtvaardigd:
Ik ben hiermee aan het eind' van het
lied,
Moor ik applaus of hoor ik het niet?
En wij mogen er wel op rekenen, dat
'de toehoorders geklapt hebben, al was
het alleen om de hartelijkheid van een
jeugdigen ouderdom.
„Jeugd" is het motief van den twee»
den zang cn daar doorheen gevlochten
het herdenkingsfeest van de Leidschc
academie, een kinderfeest op de socie»
teit, de bloemententoonstelling, den
voetbalwedstrijd met de Belgen en het
tennisconcours te Noordwijk. Het zal
wel aan do verscheidenheid van dc
onderwerpen liggen, dat de factor het
niet al tc nauw neemt met de maat cn
daarmee doet denken aan den ouden
Schoolmeester:
Ontbreekt aan een regel somtijds ee
voet,
Een andere heeft er ccn te veel
dat is door malkandcrc-n goed.
Natuurlijk wordt dc groote jubilaris
van dit jaar niet vergeten Van Prof.
Lorentz heet het:
Denk aan Tcyler en ge denkt ook
Aan dien goeden, ouden kop
Van Lorentz, zijn geestesgaven;
Allen zijn wij fier daarop.
Gentleman van top tot te enen.
Gulhartig als geen ander man,
Al kan men zelf zoo niet wezen,
Wij leerden allen toch daarvan.
Natuurlijk ook ccn woordje over dc
„dobbelsteencn", waarbij de factor bc»
weert, dat Haarlem bij Kampen wordt
vergeleken. Overigens heeft hij ccn
nieuwe oplossing.
De ecne wil ze af gaan breken,
Terwijl dc andere daarbij zucht:
Er is geen gevaar bij oversteken,
We gaan toch spoedig door de lucht.
Als dat nu waar was, namelijk dat wij
binnenkort toch de aarde voor dc lucht
zullen verruilen, dan zou ik zeggen:
laat de huisjes maar staan Dan zouden,
wij zelfs kunnen betreuren dat
eeuw geleden het prachtige oude poort»
gebouw, ook om het verkeer, afgebro»
ken is. Maar de factor bouwt hier (hij
houdt nogal van Fransch) „chdteaujt en
Espagne" of luchtkastcclcn. Zóó gauw
zuilen we den vasten grond nog niet ver»
laten.
Ook nog een herinnering aan de ver»
kiczingen, waarbij de factor niet gesteld
blijkt tc wezen op parlementen:
Het helsch krakeel van parlementen,
Dc helschc poppenkast daarbij.
Het is erger, dan op straat venten
Met appelen of met kramcrij.
Ecnigc regelen worden gewijd aan het
Koninklijk bezoek, aan het Roode Kruis,
aan Zang cn Vriendschap en de komst
den Prins in „Trou" cn op eens bc»
speurt blijkbaar de factor, dat hij wat
haast maken moet omdat hij er anders
niet komt in dc ruimte, die hem toe»
gestaan is, of hij zichzelf toegestaan
heeft precies kan ik dat niet zeg»
Nu moet ik veel nog gaan vermelden,
Ik doe het hier met vromea zin,
Anders gaat men op mij schelden,
Ik rijm: dc dansschool van Martin.
Het meeleven voor d' Olympiade,
De Kamer weigert het credict.
Verwekt daarmee veel jeremiade,
Maar onze natie deed zóó niet.
En dan volgt een hcclc reeks gebeur»
tenissen op een enkele bladzijde; Locar»
dc daling van den Pranschcn frank,
het jubilé van den heer van Siyrum,
het feest van dc Prins Hendrik Stich»
ting.
Herdenk dc H. O. V. in nood,
Gered door onze burgerij.
Daarna nog Jaap Eden's dood,
Sportfigurcn uit de eerste rij.
Onze oud.burgemeester, de heer Bo»
reel van Hogelanden, heeft eenigen
tijd •geleden, Jang na zijn aftreden als
burgemeester, dus toen hij nog zoo jong
liet meer was, een lange reis in Indïë
gemaakt cn daarover een voordracht
gehouden voor dc leden van „Trou".
Boreel die, zegt dc factor,
Van Indië kwam vertellen,
Als voorbeeld van een ceuwge jeugd,
Wicn jaren niet beknellen.
Als ik dichter was (maar dat ben ik
helaas niet) zou ik het woord kwellen
hier voor het rijm gekozen hebben,
maar dat zij gezegd met gepaste be»
scheidenhcid. Dc factor zelf is trouwens
ook zeer bescheiden, zooals wel blijkt
uit den laatstcn regel van wat hij zegt
over wijlen Koolhoven:
Den ander men zeer dankbaar is
Voor al zijn werk en steun.
Ik roem zijn nagedachtenis.
En staak dan dezen dreun.
Hierna komt de factor aan het slot
cn eindigt met een epiloog en bij deze
gelegenheid komt hij op dc verjongings»
kuur terug, die blijkbaarf den onder»
grond van zijn jaarvers vormt.
Zijt gij of .Trou" al oud van jaren,
Ieder zal daar wel bij varen,
Wacht geen maand, geen dag,
geen uur.
Denk eens aan de oude Zeeuwen,
Denk aan het oude Amsterdam,
Dat na zes cn halve eeuwen
Nog een nieuwe jeugd bekwam.
Steeds zal men ouderdom wel ecren,
Maar ze moo't niet als dc wijn,
(Juist moet men het ommckcercn)
Niet zoo erg belegen zijn.
Dan gooit hij het op een anderen
boeg en wil gaan strijden „als Siegfried,
die den draak versloeg", maar voor den
bloei van Trou.
Dan gaan wc rij aan rij, in rijen staan,
Reien, reien, klinken gaan,
Elke maülit zal moeten wijken,
Voor do kracht van Trou moet
Blyeken,
Ten slotte de epiloog:
Zie hier een vers, een geesteskind,
Dat mij niet heeft voldaan;
Dus komt het voor, dat wat men
mint,
Blijkt ras een ijdele waan,
Zoo kans men loopt, soms
ondervindt;
Het lijkt op een levensbaan
Van zeepbel, die vaak mooi begint
Een zucht en het is gedaan.
Dit is nu toch een droevig einde van
een vers, dat zoo opgewekt begonnen
was met jongen ouderdom cn lente»
weelde. En om op mijn beurt den lezer,
die gebukt gaat onder stormen, regen»
buien cn benauwenis van doorbraak en
overstrooming ginds in de verte, tot op»
gowektheid te stemmen, mogen uit den
jaarzang ecnigc regels over de lente, de
beste uit het stuk, worden, aangehaald.
Als de lente is gekomen,
Met zijn groen en met zijn gras.
Met de bloesems aan de boomen,
Mooier steeds dan 't vroeger was*
Als de hyacinthen bloeien
En de tulpen open gaan,
Als we alles zoo zien groeien,
En wij opgetogen staan
Voor de heesters en seringen,
Bloemen als do violier,
Hooren wij dc vogels zingen,
Van genot en van plezier.
Vervolg Stadsnieuws
Jubileum H. J. Bouman
De huldiging
In de regentenkamer van het Stads»
Armen» en Ziekenhuis werd ter gele»
genheid van zijn 25»jarig ambtsjubileum
de heer H. J. Bou»
man, op Nieuw»
jaarsdag te half
één gehuldigd. Te»
genwoordig waren
het voltallig Bur»
gerlijk Armbestuur
onder voorzitter»
schap van Mr. J.
N. J. E. Hcerkcns
Thijssen, de oud»
secretaris van het
II. J. BOUMAN. b®stu"r, de. -heer
G. r. hmjder cn
het ambtenarencorps van het Burger»
lijk Armbestuur.
Nadat dc heer Bouman cn zijn fa»
milie waren binnengeleid, nam de heer
Hcerkcns Thijssen het woord. In de
eerste plaats om de aanwezigen geluk
toe te wcnschcn voor het jaar 1926, in
het bijzonder dc leden van het Burger»
lijk Armbestuur, van wie spreker hoop»
te, dat zij met dezelfde opgewektheid
en lust als in 1925, recht zullen doen
waar zij mccncn dat recht gedaan moet
worden.
Woorden van waardecring werden
daarna gewijd aan den arbeid van dc
ambtenaren van het Armbestuur.
Vervolgende zcide spreker tot den
heer Bouman: „Slaan wij nu ccn blik
in het verleden, welke ons rechtstreeks
naar onzen vriend Bouman voert. Dc
eerste mijlpaal vind ik een paar jaar
geleden, toen wij herdachten, dat hij 25
jaar in gemeentedienst had gewerkt.
Wij zeiden toen al: „Uw groote dag
komt later". Nu zijn wij zoo ver. Nu
kunnen wij herdenken wat gij in deze
25 jaren, voor het armbestuur, en voor
de gemeente Haarlem bent geweest.
Ik geloof niet dat er nog één ambtc»
naar in dc gemeente is, die zóó de be»
langstelling van de gcheele bevolking
oj) zich gevestigd ziet als deze jubila»
ris. Die belangstelling is niet altijd ple»
zicrig. Heeft het publick genoegen of
plcizier dan loopt het daarmee niet zoo
gauw naar dc courant, maar als- bet
klachten heeft is het- spoedig geneigd,
die openbaar te maken, cn zoo stond
dc heer Bouman, naar mijn mceniug t<
dikwijls in do algemccnc belangstel»
ling.
U werd daar mistroostig ender, en
u sprak mij wel eens van dc misken»
ning van uw arbeid. En daarom ook,
doet het ons zoo een plezier u te kun»
nen zeggen, dat liet Burgerlijk Armbc»
stuur tevreden is. Tevreden is het
woord, het heeft geen comperlaticf en
geen superlatief. Het zegt alles. En het
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 487
GOEDE VOORNEMENS
Vader herinnert zich.
dat het de eerste dag
des jaars is en dus het
oogenblik voor goede
voornemens
hij zou kunnen ophou»
den met rooken, maar
dat heeft hij meer ge»
probccrd en het duurde
nooit langer dan twee
dagen
het beste zou zijn om te
besluiten in huis zijn
humeur niet meer tc
verliezen
hij is niet bepaald drif»
tig, maar hij kan zich
nog woleens boos maken
om kleinigheden
ten slotte is er geen cn»
kcle familie, waar alles
steeds op rolletjes loopt
en juist in die gevallen
'hoort de m3n zich tc
hchccrschcn ccn glim»
lach doet altijd meer
dan een nijdige opmer»
king
zoodra hij naar kantoor is belt moeder den huis*
arts op, om te vertellen dat haar man zoo
vreemd doet, hij heeft zijn tong gebrand aan
zijn koffie, op zijn nieuwe das gcanorst en een
van zijn overschoenen was zoek cn hij glim»
lachte maar. Zij maakt zich bezorgd-
(Naziruk verboden).
Armbestuur mag het hier gebruiken.
Immers dagelijks neemt het kennis van
uw werk, omdat gij de eerste ambte»
naar zijt. Ik stel cr prijs op het luide
te zeggen: „Het armbestuur is met er»
kentclijkbeid vervuld voor wat gij in
die 25 jaren deed".
Verder memoreerde de heer Heer»
kens Thijssen hoe hij dikwijls de tolk
was geweest van het Armbestuur als
hij tot den heer Bouman zcidc, dat hij
wat „remmen" moest, dat hij niet tc
hard moest werken, dat het Armbe»
stuur en de gemeente hem nog langen
tijd noodig hadden. De gemeente heeft
zooveel aan u te danken. Haarlem kan
als voorbeeld gesteld worden, wat be»
treft armenzorg. Elk geval wordt apart
behandeld. Dc zorg is individueel; per»
soonlijk onderzoek gaat steeds vooraf.
Maar geen der leden van het Armbe»
stuur zou zijn taak zoo goed kunnen
vervullen, als hij riet naast zich had,
den heer Bouman in wiens hoofd èn in
wiens hart, geschreven staan de namen
van hen, die niet in het adresboek voor»
komen, van hen, die niet weten waar
zij 's nachts het hoofd zullen neerleg»
gen. Onbewust wist gij ons steeds te
bezielen. En wanneer ik van oprechte
hulde spreek, dan spreek ik ook een
oprechten wensch uit: dat gij van God
dc kracht moogt ontvangen om
taak, die gij reeds 25 jaar hebt vervuld,
nog langen tijd te kunnen volbrengen.
(Applaus).
Namens het Burgerlijk Armbestuur
bood de heer Hcerkcns Thijssen, den
heer Bouman een haard en een mand
met bloemen aan. Daarna richtte de
voorzitter zich tot de eehtgenoote van
den jubilaris, die haar man in alles ter
zijde stohd.
Nog sprak de heer G. F. Snijder, oud:
secretaris van het Armbestuur 25 jaar
geleden heette dc heer Snijder den heer
Bouman op het Proveniershuis welkom.
23 jaar werkte hij met hem samen. Dc
lieer Snijder sprak van dezen tijd, prees
liet heldere oordeel cn den zuiveren
hlik van den heer Bouman cn zcidc
zich gelukkig te gevoelen dat hij dezen
dag mocht bijwonen. Namens dc amb»
tcnaren sprak de heer v. d. Berg. Hij
bood den heer Bouman namens die
ambtenaren ccn artistieke hanglamp en
bloemen aan.
Daarna kwam de heer Bouman' aan
het woord. Hij zeide dat het hem een
onuitsprekelijk genoegen was geweest
dat de heer ITecrkens Thijssen het
woord „tevreden" had gebruikt. Spre»
ker zcide in eenvoudige woorden welk
een indruk dc eerste dag van 't nieuwe
jaar op hem heeft gemaakt. In grootc
trekken verhaalde hij dan dc gcschic»
denis van zijn benoeming hii het Arm»
bestuur en van zijn bevindingen tijdens
dc periode die in het verleden ligt „Ik
heb mijn plicht gedaan, cn het hart
al kan het hard zijn is nog niet ver»
hard. Ik kan, geloof ik warmte uitstra»
len, als de haard die u mij schonk,
maar ook „niet altijd"..
Tot den heer Snijder richtte .zich de
heer Bouman in het bijzonder. Hij zei» I
de liet een geluk te vinden dat'deze bij
dit feest tegenwoordig was. Spreker had
al dikwijls gcwcnscht, dat hij eens in
het bezit zou komen van een door
den heer Snijders, geschilderde bloem,
cn ziet: vandaag ontving ik van hem
een schilderstukje van een héél bosch,
met de onderteekening G. F. S. De heer
Bouman sprak dc hoop uit, dat de heer
Snijder, de jaren die hem nog gegeven
ijn, in ongestoord geluk mocht leven.
Nadat spreker woorden van dank
gesproken had tot den heer Hecrkens
Thijssen en' de overige leden van het
Armbestuur, richtte hij zich zeer onder
den indruk tot zijn eehtgenoote, die
hem steeds kracht en moed had gege»
ven, om zijn werk te blijven doen.
Woorden van hartelïjkcn dank, van
hulde en van opwekking sprak de ju»
bilaris tot het ambtenarencorps.
Nog eenigen tijd bleef men daarna in
gczelligen kring bijeen.
HET HANDELSREGISTER
Blijkens niededceBng in Handelsfce»
richten hadden in Haarlem en omstre»
ken de volgende nieuwe inschrijvingen
in het Handelsregister plaats.
N. R. van den Berg en Co., Dubbele
Buurt 19 rood, aannemers en bouw.
ondernemeis. Venn. N. R. van den Bcr>
én A. Hobo.
De Bazar, Gen. Cronjéstraat 10, huis»
houdelijke artikelen en speelgoederen.
Eigenaar: A. B. Suirland.
l irma G. J. Droste, Groote Hout»
straat 75, verkoop van cacao en choco»
lade. Eigenaar E. S. G. C. DrosteBe»
geer.
Fijnstrijkerij de Lelie, Blcekersvalrt»
weg 45, Heemstede. Eigenaar P. W. A.
van Houten.
Monopolc, Zuidpoldcrstraat 47, café
Eigenaar J. Kaandorp.
E. K. Stoel en J. H. Stoel, Bloemen»
daalscheweg 167, BIcemendaal, taxateur
cn makelaar in onr. goederen. Venn.
E. E. Stoel (H.V.) en J. H. Stoel.
En verder de volgende wijzigingen.
N.V. Bloembollencultuur en Handel
B1JCO, Rijksstraatweg 343, Sehoten,
Uitgetreden dir.: R. Tceuwen.
N. van Calcar, Spaamwouderstraat
77, café. 'Uitgetreden eigenaar N. van
Calcar. Nieuwe eigenaar A. G. van
Aken, Handelsnaam gewijzigd in: A. G.
van Aken.
Coöp. Broodbakkerij cn V-erbruiksver.
Onderling Belang, Hoogcwerfstraat 2.
Hillegom. Uitgetreden bestuursleden: J.
J. Gijselaar, C. van der Mey, C. Veelen»
turf, G. Marïnus en J. J. Staats Out en
comm. G. Philippo, P. H. van Baasbank
Th. A. Stevens cn J. IT. A. Vooren.
Coöp. Tuinb.ver. Vrije Groenten» en
Fruitveiling. Meerstraat, Beverwijk. Be»
noemd tot dir. H- Ph. Philipoom Bever»
wijk cn tot bestuurslid G. Joor Bever»
wijk.
N.V. Credietverzekering Maatschap»
pij, Oranje Nassaulaan 140, Overveen,
Uitgetreden dir. W. op der Heyde. Be»
noemd tot dir.: M. J. de Haan, Am<
sterdam.
W. Dekker, Kritzingerstraat 8 Scho»
ten. bakker. Uitgetreden eigenaar W.
Dekker. Nieuwe eigenaar J, A. F,
Gierstberg.
Handelsnaam gewijzigd in: J. A» F,
Gierstberg.
J. van Goor en Zoo, Klein Houtweg
109, deelgenooten bij admrnistratiek.xn»
toren der Ncd.* Werkelijke Schold. Af»
komstig van Amsterdam. Venn. Wed.
A. E. Maarschalkvan Goor en C,
Maarschalk (H.V.).
N.V. Haarlemsche Draadnagelfabrielj
Phoenixweg 3. Uitgetreden dir. H. A'.
E. M. Kraetzcr. Benoemd tot dir. F,
James, Apeldoorn (was comm.) Proou*
Tatie verleend aan: F. G. M. Caron,
(B. P.)
N.V. Hanzebank (F.) tc Delft Bever*
wijk, Breestraat 23, Opgeheven F. te
Beverwijk, Hillegom en Lisse.
D. Houtman, Kruisstraat 26, 6Üager,
Overleden eigenaar J. D. Houtman»
Nieuwe eigenaar Wed. A. C. Houtman;
de Graaf.
N.V. Ijsfabriek IJmuiden; N.V. Mij,
tot Expl. van Ijsfabrieken De Noord»
pool, Trawlerka.de C 232425, IJmui*
den. Uitgetreden comm.: Pcrof. Dr. J,
F. van Beminden, Mr. J. H. Thiel,-Mr.
B. van Marwijk Kooy cn A. Th. Baert.
Gebr. Koper, Stationsplein 4 c., Zand»
voort, sigarcnhandel cn banketbakkerij,
Gehuwd de venn. E. Koper (H.V.)
Mij. tot Expl. van Onroerende Goede*
ren Luctor et Emergo, Emmaplein 2,
Halfweg. In liquidatie'getreden. Vroe»,
gcre eigenaar, Broekhuis, Arnhem.
N.V. Mij. voor Spoorwegmaterïaa!
Walter Hocnc (F.), te 's Gravenhage,
Jansstraat I. Rcheerders F. Haarlem;
W. Hocnc, Berlin en E. Loevinsohn.
Gcbrs. Romcyn, Kindcrhuissmgel 6
timmerman. Uitgetreden M.»E.: P..
Romcyn.
C. j. Tol, de Clerqstraat 157, melk»
slijter. Uitgetreden eigenaar C. J. Tol
Nieuwe eigenaar A. Sligter. Handels*
naam gewijzigd in: A, Sligter.
Visser en Andringa, Wolstraat 15,
rund» en varkensslager. Vennootschap
onder de firma ontbonden. De handels*
zaak wordt voortgezet door C. G. Pe*
per onder den naam 't Centrum.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN
a 60 Cents per regel
Cbsrlahnshiin
Voor huishoudelijk gebruik bizonder aan
bevolen in heele Literschroefflesschen,
Inhoudspr. 32 c.
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ESMé STUART.
18)
„Het is heel vriendelijk van u om
zoo goed voor ons te zorgen. Ik drink
eindeloos veel thee, vooral als ik met
mijn tante een rijtoer heb gemaakt".
„Wie is uw tante?" vroeg Toney cn
lccek den kring rond.
„Een lange dame; ze is mager en
'draagt een bril".
Toney nam haar scherp op, met haar
onderzoekenden blik, Lewis glimlachte
toen Toney zeide:
„Ze is zeker van binnen niet stijf,
maar ze wil er van buiten zoo uit zien,
is het niet?"
„O, ze is vriendelijker dan de meeste
andere mcnschcn als ze wil".
„Kijk ecus, juffrouw Cadet, hoe vindt
u dc tante van meneer Waycott?"
„O, juffrouw Antonia, zulke persoon»
ïijke opmerkingen
„Hè, Cadetje, je bent al net als de
rest hier. Ze zeggen dingen achter den
rug van hun vrienden om en durven
er niet eerlijk voor uit tc komen. Ge»1
meen vind ik het".
„Zou het niet een beetje lastig wor»
den als wc allemaal precies zeiden wat
we dachten?" zei Lewis Waycott.
„Waarom?"
„Nu we zouden onplezierige din»
gen te hooren krijgen denk ik".
„Lijkt het u ook zoo lastig, mevrouw
Halls?"
„Ik vrees dat we alle openhartige op»
merkingen niet altijd zouden waardcc»
ren", antwoordde deze.
..Het kan mij niets schelen. Tante
Duif zit tegen dc mcnschcn te fluiste»
ren dat het zoo vriendelijk van haar is
om mij in huis te nemen omdat ik een
arme bloedverwant van Sir Evas ben.
Nu, dat is de waarheid, en het kan mij
niet schelen oF iedereen het weet, dus
ik wou dat ze het maar hardop zei. Als
ze met haar hoofd vink bij iemand nn»
ders komt cn als ze zoo even in mijn
richting kijkt, weet ik precies dat ze
het over mij heeft".
„Juffrouw A»tonia!" riep juffrouw
Cadet verschrikt uit.
„Cadetje! Ik heb je gezegd dat je
mij Toney moest noemen. Dat doet
iedereen. Ik ben niet volwassen. Je
hebt zelf nog geen druppel thee gc*
had. Meneer Waycott, zorgt u daar
eens voor, terwijl ik ga kijken waar
Trick terecht gekomen is".
„liet is heel vriendelijk van u, maar
Kct komt cr niet op aan o! ik thee
krijg", zei juffrouw Cadet, die heelc»1
maal in dc war raakte door de attenties
van Lewis Waycott en in angst zat dat
Lady Duif er iets van merken zou.
„Maar ik moet juffrouw Whitburn
toch gehoorzamen; zc zou mij zeker
een standje geven als ik het na liet",
zei hij lachend.
„Maar ze meent het goed", zei juf»
frouw Cadet op verontschuldigenden
toon. „Ze is in haar hart zoo vriende»
lijk en dit leven is heelemaal nieuw
voor haar. Ze is pas gisteren gekomen
en in Australië was alles heel anders.
Lady Duif zal haar wel gauw
Maar nu zweeg juffrouw Cadet toen
zc zag dat Lewis Waycott begon te
lachen.
„Ik weet wel wat u zeggen wilt
maar dat hoop ik toch niet?"
„O ja, zc zal het zeker doen. Na
verloop van tijd moet men cr zich wel
in schikken. Ik heb het ook gedaan".
Dc droevige uitdrukking op het blee»
kc, onbeduidende gezichtje van dc
theeschenkster trof Lewis.
„U woont hier geloof ik?"
„O ja; ik ik bencn eindelijk
bracht juffrouw Cadet het ovet haar
lippen: „Ik ben alleen maar de gezel»
schapsjuffrouw van Lady Duif, ze was
zoo vriendelijk mij jaren geleden bij
zich te nemen, toen toen ik nog
jong was en nu ben ik hier nog".
Lewis begjeep nu alles en glimlach»
te niet meer. Die enkele woorden en
dc kleur, die ze kreeg, hadden hem
haar levensgeschiedenis duidelijker ver»
teld dan de welsprekendste rede dit
hnd kunnen doen.
Hij deed zijn best om haar op te
vroolijken door te zeggen:
„Nu, het is ccn mooi huis om te
wonen. Het park is prachtig en u gaat
zeker wel eens uit rijden".
Hij besefte maar heel vaag wat dc
plichten van een gezelschapsjuffrouw
waren, maar Toney had hem gezegd
dat hij haar bezig moest houden cn hij
deed zijn best om haar tc gchoorza»
men.
„Ja, als Lady Duif niemand anders
heeft of als dc paarden beweging moe»
ten hebben".
„O! U moet eens bij cr.3 komen.
Mijn tante is werkelijk...."
Plotseling stond Toney weer bij hen.
„Trick is in orde, maar hij is nog erg
verontwaardigd op u, meneer Waycott.
Meneer Waycott, uw tante knipoogt
tegen u. Ze bedoelt er zeker wat mee,
is 't niet?"
Lewis dacht een oogenblik dat hij nu
werkelijk in lachen uit zou barsten,
maar met groote moeite slaagde hij er
in zich te bcheerschen.
„U ziet ook alles, juffrouw Whitburn.
Ja, mijn tante yil daarmee zeggen dat
ik met iemand anders moet gaan pra»
ten"; en hij verdween cn Halls nam
zijn plaats in.
„O, daar is meneer Halls. Komt u
uw leerling eens ernstig toespreken?"
De kalmte van den jongen dominé
maakte dat Toney iets ernstiger ver»
volgde:
„Ik kom werkelijk morgen. Ik hoop,
dat u het niet al te erg vindt. Uw zus»
ter zal het wel vreeselijk vinden. Juf»
frouw Cadet kent u haar? Meneer
Halls juffrouw Cadet. Zoo stel je
toch mcnschcn aan elkaar voor is 't
niet? En wilt u haar nu eens zeggen
dat ik best alleen kan loopen?"
„Als ik mij herinner hoe ik u voor
het eerst zag, zou ik zeker zeggen dat
u dat kunt, juffrouw Whitburn".
„O, maar Lady Duif' begon juf»
frouw Cadet, toen de dominé haar dc
hand schudde
„Antonia!" zei Lady Duif en To»
ncy moest naar haar toe.
„Lady Carew wil nog wat thee. Neem
haar kopje even mee, als 't je blieft".
„Als u meegaat naar dc theetafel,
krijgt u een lekker warm kopje", zei
Toney, en tot groote schrik van Lady
Duif, ging Lady Carew werkelijk glim»
lachend met Toney mee; maar het
ergste moest nog komen.
„Houdt u van deze roomtaart? Ik
wel. Lady Carew, juffrouw Cadet. Ik
vond dat ik u maar dadelijk aan elkaar
moest voorstellen, want het is zoo ake»
lig als je elkaar aan staat te staren zon»
der een woord te zeggen, vindt u.niet?
Thuis hielden we ons met dien onzin
niet op, maar hier wel, zie ik".
„Een heerlijk kopje thee, juffrouw
Cadet", -zei Lady Carew en keek glim»
lachend naar haar nieuwe kennis. Ze
had net in den spiegel het verontwaar».
digde gezicht gezien van Lady Duif,
toen Toney haar aan de gczelschaps»
juffrouw voorstelde, en zc genoot er
van. Vroeger was ze zelf een levendig
kind geweest, maar de zorgen en de
verantwoordelijkheid die haar positie
meebracht hadden haar gekalmeerd; en
haar man vond het het prettigste als
ze heel kalm en bedaard was. Het kost»
te haar wel eens moeite.
„O" begon juffrouw Cadet; maar
voor ze iets meer kon zeggen kwam
Lord Carew zijn vrouw halen en toen
zij eenmaal vertrokken waren werd
het steeds leeger in de kamer.
„Wanneer komt u ons eens bezoe»
ken?" vroeg Lewis, die weer naar To»
ncy toe was gekomen.
„Tante Honor, hier is juffrouw Whit»
burn".
„Ik zei dat ik er zeker van was dat u
niet zoo stijf was als u er uit zag", zei
Toney opgewekt. „Is het wel? En u
komen opzoeken kan ik niet?"
„Waarom niet?" vroeg juffrouw Way
cott vriendelijk.
„Omdat", zei Toney, terwijl ze met
moeite een lach onderdrukte „om»
dat het niet op mijn rooster staat".
(Wordt vervolgd.)