.TI ZATERDAG 27 FEBR. 1926 TWEEDE BLAD HET NIEUWE OP ONDERWIJSGEBIED De Bioscoop in de School Opinies van drie Haarlemsche directeuren Er is vee! nifuwa op onderwjjsge» bied. Als oud«lcerIing. die zich zijn H. B. S-»tijd nog levendig herinnert, volg jc met begrijpelijke helangstelling al die nieuwigheden, die men in de laatste jaren is gaan beproeven. Het feit op zichzelf dat men ze beproeft is een reden tot voldoening, en als je zelf tot de „leerlingen zonder wiskun» *le»hoofd" behoord hebt, concentreert je aandacht zich spoedig op het aller» nieuwste: de littcrair-cconomische af» dcellng, die kersversch is maar op het «noment al ;n niet minder dan vijftig Ncdcrlandsche scholen werkt. Te Haar» lcm is zij bij den aanvang van den hui» digen cursus begonnen in het Gemeen» lelijk Lyceum met 18 leerlingen in de speciale vierde klasse, die haar verte» genwoordigt. Een vijlde is er natuurlijk nog niet; die zal in den herfst van dit jaar moeten ontstaan. En wellicht zal er dan ccn nieuwe rcgecring zijn. met ven Minister van Onderwijs die de r.icuwc instelling steviger op haar bcencn zet, en de bij sommige Han» delsscholcn te haren aanzien bestaan» de misverstanden uit den weg ruimt. Een kwarteeuw geleden kenden wij alleen de H. B. S. met 3» en 5>j. c., het Gymnasium en de Meisjes H. B. S., plus écn Handelsschool te Amsterdam. Later zijn de Handelsscholen overal verrezen, de Handels»hoogeschool te Rotterdam is cr op gevolgd, dc Lycea met haar dubbelen „bovenbouw" «n haar nieuwen Ondcrv. ijs--gec»t zijn ont» staan, de littcrair»cconomische afdee» ling is een nieuw stuk aanbouw ge» worden. Dc jongens dio nu de lagere school verlaten mogen zich gelukkig prijzen boven ons. die ons tot de keu» zc tu6schcn H. B. S. en Gymnasium moesten beperken. Er waren er wel die zich evenmin tot wis» en natuur, kundo als tot Latijn en Grieksch bij» zonder voelden aangetrokken, die voor zichzelf wel voelden dat zij voor een andere richting bestemd waren maar die niet wisten welke dat was. omdat zij niet bestond. Inplaats van al die abstractie en hersengvmnastiek hadden zulke leerlingen dc gelegenheid moeten vinden om de richting uit te gaan waarvoor zij geschikt waren. En ofschoon ik mij den H. B. S.»tijd zon» der verdriet herinner omdat aan het gevreesde wiskundevak zich dc ge» dachtc vastknoopt aan den huidigen directeur van het Lyceum, die toen dc Iccraur Van Mourik Broekman was en die al z'n jongens zoo goed begreep kan ik mij toch niet anders voor» stellen dan dat vele lcerilngen een (sccr harden schooltijd doormaakten. Wijze vaders plachten te zeggen: Je zult er later nog eens naar terug ver» langen. Ik heb zonen ontmoet die dat nooit gedaan hebben. Er is natuurlijk nog vee! meer ver» ■snderd. Dc laatste periode van den strijd tusschcn openbare en bijzondere school buiten beschouwing latend, zien wij allerlei wijzigingen in leerprogram» ma's en ook in scholenbouw. Toeval» lig bezocht ik dezer dagen het nicu» Vbrc gedeelte van het gymnasium, met zijn prachtige lokalen vol licht en fris» echc lucht, en ook in het Gem. Lyceum merkte Tc niets meer van dc oude. duf» ie schoollucht die wij in de dagen van het gebouw in de Jacobijncstrant plach» ten te haten, en die inhacrent scheen aan alle scholen. Er is ontzaglijk veel veranderd. De directeuren en dc leeraren zijn anders dan vroeger, niet alleen In hun ver» houding tot dc leerlingen maar ook In hun opvattingen van hun vak. Er hccrscht een tijd van overgang, van zoeken naar nieuwe wegen, van proef» nemingen en dc daarop volgende nauwkeurige observatie. Men zou het kunnen vergelijken met de overgang»» periode die kunst en litteratuur, recht» spraakja. eigenlijk Alles id onze :menlev:ng doormaakt sinds dien Oor» log. die ruik een geweldigen knuppel in het kalme, ietwat.slapcrige hoender» :hok heeft geslingerd. De beschaafde wereld reorganiseert zich in nieuwe ba» nen. Er wordt overal hard gewerkt, cr wordt overal initiatief getoond en ont. wikkeld. Dit alles lijkt een vrij lange en breed- voerige inleiding tot een speciaal nieuw puntje van onderwijsontwikkeling, waarover wij de opinies hebben inge» wonnen van drie der voornaamste autoriteiten in het Haarlemsche Onder» wijs. Maar dat éenc puntje het ge» hruik van dc bioscoop in de school behoort ook tot het grootc geheel, en het kan geen kwaad om op dat laatste eens den nadruk te leggen. Er wordt zooveel gemopperd en geklaagd over dit na»oorlogsche tijdperk. Laten wij liever eens erkennen hoeveel nieuws er tot stand komt. hoe hard er gewerkt en gezocht wordt naar verbetering in toestanden, di© in de onvolprezen „vooroorlogsche era" maar plachten door te suffen. Ik heb dc hceren Ir. W. C. G. H. van Mourik Broekman en Dr. C. Spoel» der naar hun meening gevraagd, en beiden zijn begonnen met mij tc ver» zekeren dat dit veel en lang besproken onderwerp veel te ingewikkeld was om in een kort gesprek af t© handelen. Maar het bleek interessant genoeg om de indrukken en ervaringen van deze beide heeren en van Dr. S. El» j-.inga die door een onzer redacteu» ren geïnterviewd werd te boek» staven. Dc heeren Van Mourik Broekman cn Spoelder waren beiden gunstig ge» Stcmd ten aanzien van „het stilstaan» de lichtbeeld" en reserveerden zich vrij sterk ten aanzien van de bioscoop. Ik sprak den eerste in het Lyceum, den laatst© in het Gymnasium, maar •vond bij hen vrijwel dezelfde opi» nies, hetgeen in hun gemeenschappelijk Lyccum»bchcer verklaarbaar is. In het Lyceum wordt een bioscoop» toestel gebruikt, dat In het Natuurlijke Hiatoric»lokaal is opgesteld en gisteren nog (bij het bezoek van de Indische prinsen) in werking was. Bij lessen in dit vak cn in aardrijkskunde is het vaak doeltreffend gebleken. Op ander gebied wordt het niet of bij uitzonde» ring toegepast. Speciaal zag dc heer Broekman ccn belangrijk nut in de bioscoop waar die microscopisch on« derzock kan weergeven en hij wees op het succes dat dc heer Meilink daarmee bereikt heeft maar ten aanzien van andere vakken dan dc genoemde was hij gereserveerd, even» als Dr. Spoelder. Gedegen onderwijs blijft de hoofdzaak dc bioscoop een •hulpmiddel, dat bovendien anders licht aanleiding tot oppervlakkigheid zou geven. Langdurige voorstellingen bijvoorbeeld van een uur worden met het LyceMm»toestel niet gehou» den. Men gebruikt het voor een korte J toelichting van b.v. tien minuten, aan het einde van een lesuur. Op die wijze 1 erduidelljkt cn illustreert liet. Mis» schien is veel te bereiken door de j mogelijkheid om een film tc onderbre» i ken maar dan keert men vanzelf weer tot het stilstaande beeld van dc tooverlantaarn terug. Ervaring heeft1 reeds geleerd dat het stilstaande beeld veel langduriger cn scherper indruk bij den leerling achterlaat dan dc sncl» wissclcnde beelden van dc rolprent, ofschoon dit verschil zich minder sterk doet gelden naarmate dc leerlingen ouder zijn. Dr. Spoelder achtte de bioscoop bruikbaar bij wijze van re» petitie op een bepaalde hoeveelheid leerstof, nadat deze eerst in gedegen onderwijs behandeld was. Hij toonde mij verder een nieuwe Duitschc too» verlantaarn, die juist voor het Gymna» sium aangekocht en die in zooverre de bioscoop nabijkomt, dat de (stil» staande) beelden op een filmpje zijn aangebracht, dat er net zoo vlug als men wcnscht doorgedraaid kan wor» den. Zoo'n filmpje telt twintig platen en kost maar drie gulden, zoodat het een economisch leermiddel is. hetgeen in deze tijden óok van groot belang is ten afzonderlijk maar zeer belang» rijk probleem bij ccn algemecne invoc» ring van de bioscoop op de scholen wordt opgeleverd door dc vragen: Wie maakt de films, hoe krijgen wij al» leen goede want zij moeten met de uiterste zorg gekozen worden en zit er voordcel voor de industrie in? Tot dusver schijnt dit laatste punt noc zeer onzeker, ofschoon cr al zooveel beproefd is. De heer v. Mourik Broekman achtte dc Haagschc methode éen centrale biocoopzaal voor de scholen niet verkieselijk. De orga» nisatieamoeilijk'hedctt zijn vele, en het wordt voor de jongens licht een amu- semcnt»allcen. ccn uitgangetje- Om werkelijke resultaten tc bereiken zou elke school haar eigen toestel moeten hebben, opgesteld in een speciaal lo« kaal. on wellicht zouden dar. alle scho» len film» kunnen betrekken uit een ccn» traal d©pót. Maar nog eens: zij zouden zeer zorgvuldig gekozen moeten wor» den. In het filmen van dc werking van een bepaalde industrie (bijvoorbeeld) zit weinig nut. Het is te oppervlakkig. Hetzelfde geldt voor historische films, die men beter en duidelijker kan ver» vangen Juir het stilstaande lichtbeeld. Dr. S. Elzinga stolde voorop, dat hij het onderwerp, waarover wij zijn mee» ning vroegen, als belangrijk beschouw» de; doch dat hij nog geen speciale stu» die van het probleem had gemaakt. In het algemeen kan gezegd worden, dat zoowel het staande als hot beweeg» Üjke beeld voor het onderwijs van be= teekenis zijn, daar beide de aanschou» welijkheid van het onderwijs ten zeer» stc verhoogen. De indrukken, die dc leerling krijgt worden versterkt en worden beter vastgelegd. Dc onbcweegelijke projectie vap een enkelvoudig beeld heeft tegenover het beweeglijk beeld der film. haar voor» deelcn. Want het stilstaande beeld geoft den onderwijzer meer gelegenheid tot rustig vertellen. Hij kan vrijer te werk gaan. Bij déze voorstelling véél uitlegging, bij een afbeelding die hij minder leerrijk vindt, minder explicatie geven. Hij is bij het staande beeld niet gebonden aan het tempo, waarin de film draait. Nu wist dc heer Eizinga wel dat er apparaten zijn. waarbij men het beeld kan vasthouden. Maar dat kan ook bc< zwarer. opleveren. Het kan gebeuren, dat de regelmatige opéénvolging der beelden op het verkeerde oogenblik wordt onderbroken.Zooiets heeft licht hilariteit bij de leerlingen tengevolge en belachelijke situaties zijn zeker on« gewensebt. Tegenover alle bezwaren 6taat echter hét groote voordeel dat de be-wc egel ijk» hciil der films sterker indruk maakt cn het daardoor van bet staande beeld wint. Een heel ander belangrijk punt is dan het volgende: Moeten alle scholen haar bioscopen hebben, of moet een schoolbioscoop worden gesticht, die door de leerlin» gen i an een aantal scholen wordt bc» zocht? Beide oplossingen van het pro» hleem zijn tc verdedigen. Bij een bc» hoorlijlkc voorbereiding door de lcsgc» vers kunnen vele scholieren samen veel in een bioscoop loeren. Maar in het laatste geval kan ook bet didactisch clement in het gedrang komen omdat de leeraar dan bijvoor» beeld niet een onderwerp kan beham delen, en als illustratie even een film kan vertoonen bij welke laatste ïncrho- de toch alles wordt -vastgelegd en hel verband tusschen onderwijs en bios» coop niet verloren gaat. Er zij® zeker ook bezwaren verbon den aan het vereenigen van groote groepen in één gebouw, daar hierdoor gemakkelijk het resultaat van de voor- ••telling verkleind wordt. Dc didacti» sche strekking van dc schoolbioscoop mogen wij nimmer uit 't Oog verliezen. Die strekking nu gaat spoediger vcrlo» ren als de leerlingen „en masse" ccn bioscoopvoorstelling gaan hijwonen. Zij •zün dan zoo licht geneigd, iets anders tc verwachten dan onmiddellijk onder wijs, omdat het milieu te weinig ver band houdt met de sfeer daarvan cn omdat hun aantal veel t'j groot Zoo kunnen zij een leerrijke film, die voor hen in ccn theater vervelend den kring van dc klasse na een aardige explicatie, interessant cn boeiend v den Aldus besloot Dr. S. Elzinga zijn uit» cenzettingen. Mijn conclusie kan niet anders zijr dan dat men met dezen vorm van aan schouwelijk onderwijs nog in het sta. dium der proefnemingen cn onderzoc- kingen verkeert, maar dat er groote belangstelling voor bestaat Van dc schonlbiscoop staat het blijkbaar vast „qu'clle est en marohe, et rien ne l'arrêtera". Maar men gaat bedacht zaam te werk. cn neemt zorgvuldig de resultaten waar. Dat kan niet anders. In het zoo hoogstaande Haarlemsche onderwijs is een probleem als dit in veilige handen hij leiders, die met onzen wethouder van Onderwijs zelf vooruitstrevend zijn, maar het nicu» wc duchtig bestudecren om het ten bate der leerlingen op dc beste wij-ze tc kunnen benutten. R .P. Vervolg Stadsnieuws LEZING. Zondagavond 28 Februari zal Jo .Meijer in gebouw „Voorwaarts" aan de Raaks een lezing houden over „Anar« chismc". Deze lezing is georganiseerd door den Jongelieden Gch. Onth. BonJ, het Vrije Jeugdvcrbond en den Ned. Bond van Abstinent»Studcerendcn. DE LIGHALUITVOERINGEN. Dc Lighsluit'oeringen, georganiseerd ten bate der Vereenigïng tot bestrij» ding der Tuberculose in Haarlem en Omstreken, hebben netto opgebracht dc som van 3064.35, welk bedrag aan deze Vcrecniging is afgedragen- De heer A. J. Meijerink betuigt zijn dank aan allen, die tot het welslagen der uitvoeringen en het bijeenbrengen der gelden meewerkten. BADEN. In het Douchebadhuis aan het Leid» scheplein zijn in de afgcloopen week 806 baden genomen, in dat op het Hof» dijkplcin 702, in dat aan den Schotcr. singel 1186, cn dat aan den Koudenhorn 411. Radio en de tram storingen Gebruik van koolsleeps tukken doet de storingen verdwijnen! In den nacht van 1920 Februari jJ. werd door de afdccling Haarlem der Ncdcrlandsche Verccniging voor Radio door de bereidwillige medewerking van de directie der N. Z. II, TJuT. daartoe in staat gesteld een 2e serie „tramprocven" genomen, thans om het verschil in storingen na te g-an. ver» oor/aakt door een aluminium er. een koolslecpstuk. Deze proeven hebben een zoodanig resultaat opgeleverd, dat in het rapport aan de tramdirectie ge» schreven kon worden: Gebruik van kool» in plaats van aluminiumsleep» stukken doet de storingen zoo goed als geheel verdwijnen! Laten wc, om dit duidelijk te locn uitkomen, thans het verloop der proe» ven volgen: 1. Ie rit: a. zonder rijstroom, met licht alumimium slccpstuk. Alle posten melden sterke en zeer sterke storingen. b. met rijstroom, met licht. Aluminium sleepstuk. Aiie posten meld-c-n matige tot sterke storingen. 2. 2e rit: met rijstroom, zonder Echt. Kool slccpstuk. Dc posten melden zoo goed als geen storingen. 3. 3e it: zonder rijstroom, met Echt. Kool sleepstuk. De posten melden zoo goed als geen storingen. 4. 4c rit. met rijstroom, met licht. Kool sleepstuk. Dc posten melden zoo goed als geen storingen. Dc zeer weinige storingen, die bij gebruik van het koolsleepstuk nog over bleven, bepaalden zich tot ecnigc korte, afgebroken ..tikken", die niet hinder» lijk waren. Nemen wc daarbij nog in aanmerking dat het gebruikte sleep stuk slechts zeer korten ijd in gebruik en daardoor de rijdraad nog lang nic. „gepolijst" was, dan kan met zekerhel voorspeld worden dat, indien de tram» directie cr toe mocht overgaan alle wa» gens van een dergelijk sleepstuk te voorzien, de Haarlemsche tramstorin» gen in de naaste toekomst opgehevci. zullen worden. Ook nu neer was bij de proeven de directie aanwezig cn zij heeft persoon» lijk het verschil in storingen kunnen constatecren. Voorloo-pig zullen nu alle wagen» van de lijn VerwulftOverveen van kool» sleepstukkeo worden voorzien, zoodat de trammaatschappij zich dan een zui» ver oordcel kan vormen omtrent hun levensduur. Tevens kunnen wij nog mededeclen dat bovendien nog eenbe proeven genomen zulien worden met condensatoren die tusschen rijdraad en rails geschakeld worden, daartoe wel» willend in bruikleen afgestaan door de Firma Stokvis te Rotterdam. Ten slotte namens alle „gestoorde" Haarlemsche radioamateurs nogmaxls een woord var. hartelijker, dank aan de directie der N.Z.H.T.M. voer haar io» vale medewerking Inzake het zooveel mogelijk verminderen van de hinder» 1 ijke tramstorïngen zoo schrijft het bestuur der Radkwcrrcniglng ons- MUZIEKSCHOOL VAN TOON KUNST. Met ingang van 1 Maart a s. is aan de muziekschool van de Maatschappij tot 1 evordering der Toonkunst afdce» ling Haarlem, als leeraar in het viool» spel benoemd de heer Douw© Draais» ma tc Haarlem. Deze benoeming is een gevolg van het toenemen van het aantal leerlin» gen. LANGS DE STRAAT De Zemiwachtige Op de Grootc Markt was hij komen inhollen met snelle, schutterige bc» wegingen van beenen. armen en hoofd, steeds wat voorover loopend cn schuins.rcchts onderuit starend, als speurde hij naar iets dat hem aldoor een meter of tien vóór bleef en dat hij maar niet ko inhalen. Blijkbaar dribbeUholdc cn staarde hij dus met een bepaald doel. Wat dit doel wa* bleek spoedig toen hij. na de gele tram tc zijn binnenge» struikcld. naast ons op het aohterbtl» kon kwam staan. „Station?" vroeg hij angstig aan den conducteur. Zijn stem sloeg bijna over van zenuwachtigheid en uit zijn fle't» se oogen lichtte de vrees: „Goeie hc« el, wat moet ik beginnen als»ie eens jet naar 't station gaat?" „Station meneer!" stelde Jo conduc» teur gerust en belde af. „Station?" vroeg de nerveuze tram» uiger bij het Politiebureau en Sta» tlon?" vroeg hij bij Hotel Funckler en .station?" informeerde hij ten derden male, toen dc tram aan d© Parklaan stopte. Op het Staionsplein vroeg hij niets: zijn zenuw»crisis had nu waarschijn» lijk een hoogte bereikt, waarop hij al» len kijk op stationsgebouwen verloren had. Als de conducteur nirt met een nobclen cn royaien armzwaai zijn aan» dacht op het ïlaarlcmsche gebouw der Nedcrlandschc Spoorwegen had geves» ttgd, was hij meegereden naar Scho» ten. Na dc waarschuwing van den con» ductcur liet de man zich uit de tram vallen. Hij stootte daarbij met zijn hoofd tegen een stang, zoodat zijn hoed op de straat terecht kwam. Al bukkend naar zijn hoofddeksel begon hij een nieuwe spurt naar het starion. Helaas: dit heelt twee ingangen: één echten en één die eigenlijk uitgang is, althans daarvoor dient. Dat onze vriend den verkeerden zou nemen was in aanmerking genomen zoo juist beschreven verrichtin» gen te voorzien. Inderdaad: hij schoof dribbelend of dribbelde schui» end met een heel aardige snelheid schuins de tramrails overnaar den uitgang bij den Kruisweg, niet achtend de goedgemeende waarschuwing, di© wij hem achterna zonden. Wij begre» pen dat hij weer spoedig te voorschijn zou komen en liepen onderwijl door naar den ingang bij den Jansweg. In de vestibule van het station za» gen wij nog juist, hoe de man met een van angst verwrongen gelaat kwam binnenstruikelen cn ccn tweede»kla* kaartje vroeg aan het derde=klas loket. Wij hadden geen gelegenheid meer om zijn verdere avonturen te volgen, r dat deze zenuwachtige in een verkeerden trein is gaan zitten, daar» van ziin wij overtuigd! DE NALATENSCHAP VAN DEN HEER C. J. GONNET. Door wijlen den heer C. J. Gonnet zijn o.a. de volgende beschikkingen ge» maakt: Aan het Rijksmuseum een draaibord van Delftsch aardewerk, ontbrekende in de verzameling van Loudon. Aan het Frans Halsmuseum het voornaamste van zijn antieke meu» beien; terwijl zijn schilderij©® moeten verdeeld worden tusschen het 'Frans Halsmuseum cn het bisschoppelijk mu seum. Zijn boeken worxlen verdeeld tusschen dc Vereenigir.g Haarlem, het bisschoppelijk museum, de Openbare Leeszaal en het archief der gemeente Haarlem. Dit laatste wordt bovendien nog verrijkt met teekeningen van C. van Noorde; het portret van den heer Gonnet, geschilderd door Lizzy An* singh komt aan de Vereeniging „Hacr» 1-cm". Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Het was ook onverantwoordelijk. Hoe kon iemand ter wereld mcencn, dat hij iederen morgen van acht uur af tot 's avond» twaalf, een uur toe, met ccn tusschenpoos van nauwelijks een enkel uur voor een paar haastige maaltijden cn dan boyendien nog op Zondag cr bij, altijd maar werken kon •nn dc zware taak om een in 't achter» spit geraakt mact»incfabriekje er weer bovenop te helpen? Dat moest uitloo» pen op slapelooze nachten en hoofd» pijnen cn gebrek aan eetlust cn al dc andere narigheden, die jc ten slotte naar den dokter jagen cn die deze brave man dnn samenvat in dat cene noodlottige woord: „Overspanning". Met daarachter onmiddellijk het von» nis. „Rust nemen". Alsof 't een partij ijzer was begon bij af te dingen. Goed dan. hij zou op Zondag niet meer werken; dat was ook eigenlijk dwaasheid, hij zag het nu zelf wel in. „Maar dat is niet genoeg", zei de dokter. „En 's avonds niet lan» gcr dan een uur of tien cn dadelijk naar bed voor een flinke nachtrust". „Nog niet genoeg", zei dc medicus cn keck met een glimlach naar de kronkelingen van den patient, om aan zijn vonnis te ontkomen. .Ja. ik kan den hcelcn avond toch niet missen", zei bij balsturig. „Ik denk niet aan den avond maar aan den hcclcn dag", antwoordde dc dok» ter koeltjes cn dc protesten van den patient „onmogelijk, onmogelijk" sloeg bij ineens dood met de ernstige ver» klaring: .,u moet ccn keus doen. Vier weken absolute rust of ccn ernstige zenuwaandoening naderhand, allicht voor jaren". Dat maakte hem stil. den volijvcri» gen directeur van dc „Vesuvius" cn als nuchtere zakenman gewoon tusschen twee kwadon tc kiezen, koos hij de we» ken boven de jaren, regelde zijn werk cn vertrok twee dagen later naar het rustoord „Mon Repos", dicht by Arn» hem. dut dc dokter hem had aangera» den. „Vier bejaarde heeren wonen daar. ik ken er een van. hij geeft hoog op van de uitstekende verzorging. Een dame op leeftijd, maar nog flink voor haar jaren :s cr directrice, cr is een buisknecht, die een juweel moet wezen. Geen tram in dc buurt, geen gramu» phoon, geen radio, 's avonds om Hen uur alles naar bed. ontbijt om negen uur. Veel wandelen, maar niet ver» moeien, weinig vleesch. in 't geheel geen alcoholica, weinig rooken, wat lichte lectuur cn geen enkele zaken» brief. Als u dat doet, komt u over vier weken vurig om weer te beginnen, naar de Vesuvius terug. En dan met mate weer beginnen 1" Zoo kwam Willem Wegman op „Mon Repos" aan. werd ontvangen door de directrice, een opgewekte oude dame, met wit haar en het puikje der huis» knechts in een gestreept jasje, die den zwaren koffer op zijn schouder laadde alsof het een „chemin de fer" was en hem bracht in een van de kamers op het zuiden, in een van die veel te groote huizen, die rijke heeren met een talrijk gezin alten bouwen cn die nader» hand onverbiddelijk alleen voor pen» sion nog ccn huurder vinden. Dat er vier heeren woonden was eeu ge» heugenfout van den dokter. Het waren cr zes. Maar wat kwam dat er op aan! Er was ruimte genoeg. Had de vorige bewoner cr niet gehuisd met vrouw, tien kinderen en een sleep van dienst» personeel, totdat de kinderen op een puur na, waren uitgevlogen, als duiven uit de ouderlijke tik juist in den tijd, toen de rijke jaren na den oorlog voor» hij waren en de malaise menig fortuin, ook het zijne, een duchtige klap bad gegeven, zoodat een hcelwat klei» r.cr huis redelijk cn ook noodzakelijk geworden was. „Lunch om cén uur", had Gijs. de modcbhuisknccht, gezegd toen hij den nieuwen gast, alléén liet op zijn ka» mcr. En bij lunch vond Wegman dan dc zes vaste pensiongasten bijeen, aan wie de directrice hem dadelijk had voorgesteld. .„Meneer Wegman is een tijdelijke gast, voor vier weken. Mag ik ii in kennis brengen met meneer Van dc Vijver, assistent»resident uit Indié. meneer Sabelman, oud»referendaris aan het departement van Oorlog, me- neer Vaëll, meneer Wast, vroeger di» recteur van een suikerfabriek, meneer Botermans. oud-gezagvoerder van de groote vaart en meneer Redink, vroe» gcr president van de Kamer van Koophandel". Dc kennismaking was correct ge» gaan. Wegman had, zooals behoort, ccn plaats onder aan de tafel gekre» gen en de lunch was begonnen. Het gesprek was algemeen. Mevrouw van de Werk bleek een tafelpresidente vol tact te zijn, die allen handig aan 'de conversatie wist tc doen deelnemen. De nieuwe gast werd met rust gela ten. Hij had zijn aandacht wel noodig om zich bij dc nieuwe omgeving aan te passen. Men praatte over de aan» gelegenheden van de naaste omgeving, hoeveel eieren de nieuwe kippen ge» legd hadden en hoe heerlijk toch de verschc eitjes smaakten; heelwat an» ders, dan de geïmporteerde. Bij het I einde van dc lunch had de directrice Jgezegd: „de regel van het huis, me» neer Wegman is dat de meeste hceren rich In den middag op hun kamer te» rugtrekken om wat te studeeren, te lezen of brieven te schrijven. Dan is alle© hier doodstil in huis. Om vijf uur is er thee in de veranda cn tc half ze» ven diner in deze zaal. Maar natuurlijk is iedereen volkomen vrij om iets an ders tc doen. Alleen rekenen wij graag op uw aangename tegenwoordigheid bij dc maaltijden. Hceren. do tafel is opgeheven. ,.!k kan het voor gezegd houden", dacht Wegman en keek de directrice na, die met haar sleutelmandje aan den arm dc kamer uitging. Hij dacht onwillekeurig aan dc kostschool uit zijn jeugd, waar het régime even streng was. al werd het op meer bevelende manier aangekondigd en al waren de gasten jonger, dan dezen. Onder de lunch bad hij zich al beziggehouden met dc leeftijden van dc hceren bij elkaar tc tellen: van dc Vijver, eerder zeventig dan vijf cn zestig. Sabelman van gclij» ken tijd. Vaëll, met gec-n haartje ineer op het hoofd cn een knevel, öic ver dacht zwart was. stel zestig. Wast mis schien vijl en vijftig, Botermans cn Re dink, zeker zestigers. Samen naar schat» ting dus driehonderd vijf en zeventig, zoodat hij zelf de vier eeuwen ruim» schoots vol maakte. Met zijn veertig voelde hij zich als het knaapje tc mid» den van deze grijsaards. En lettende op den huisknecht, die rich aan dc lunch ccn kostclijkcn tafcldicnaar had getoond, schoot plotseling generaal Bo» napartc op den veldtocht in Egypte, aan den voet van dc pyramiden, hem tc binnen: „Bedenk, Gijs, dat vier eeuwen tegenover u staan". En bij deze herinnering schoot hjj onwillekeurig in een lach. Maar Wast kwam al naar hem toe -oor nadere kennismaking. „Het doet nij plezier, n zoo opgewekt te zien. Mijn neef de dokter heeft mij over u geschreven: ik zou u in deze nieuwe omgeving van dienst zijn. Als ik iets voor u doen kan...." Wegman antwoordde erkentelijk, ver telde waarom hij hier was, informeerde n3ar het leven op „Mon Repos". „Het rs hier niet kwaad, goede verzorging, een gedistingeerde gastvrouw. U heeft haar gezien. Wij waardceren haar allen, zonder uitzondering. Ook onze criticus in het gezelschap. Laat ik u niet zeggen wie dat is: u zult het gauw genoeg opmerken". „Uw neef zei, dat u hem veel goeds van het huis gezegd heeft". „O zeker. Natuurlijk zijn er ook be zwaren. Het is wat eentonig, altijd zoo met dezelfde menschen om te gaan- Wij weten al lang alles van elkaar af; dat spreekt van zelf. Vexrassingen ko men nier niet meer voor. Het is een maatschappijtje apart Maar misschien dat wel goed op onzen leeftijd. Hij zei het met eenigen weemoed. „En heeft u al besloten, hoe u den middag denkt tc passeeren? Misschien kan ik daarbij van dienst zijn?" „Dc hceren trekken zich immers te» rug op hun kamers? Ik wil niet storen". „Dat is te zeggen, de mecsten doen een siaapje, maar ze willen dat zoo niet weten. Als ik u een advies mag geven, doe dat ook". „Ik heb anders volstrekt geen slaap". Maar toen Wegman vijf minuten later op zijn kamer kwam en daar een gemak» kclijken divan vond, ging hij er eerst op zitten, daarna op liggen cn toen hij met een schrik wakker werd, was het kwart voor vijven en had hij nog juist den tijd zich wat op te frisschcn voor de thee. waarvan dc directrice niet zon» der nadruk gezegd had, dat die om vijf klaar zou zijn. ...Mag ik eens nader kennis met u ma» ken?" vroeg dc kale heer met den on» natuurlijk zwarten knevel, op Wegman fkomende, „Ik vrees, dat ik uw naam vergeten ben. liccl dom van mij maar bet is niet gemakkelijk al dc namen dadelijk te onthouden. Natuurlijk niet Vacll. Laat ik u even mijn kaartje geven, dat >s gemakkelijk. Vacll, met de trema op dc c. zoodat de nadruk op den laatstcn lettergreep ell valt, met twee I's. U komt hier om tc rusten, hoor ik". „Juist. Voorschrift van mijn dokter- Een kleine overspanning". „O. rust kan u hier voldoende heb ben. Het is hier heel goed, maar wat saai. Altijd dezelfde menschen. Wat eentonig. Waarschijnlijk heel goed voor de oude heeren onder ons. Wjj jonge» ren zouden wat afwisseling kunnen ge» bruiken". .Voor mij persoonlijk is kalme rust zoogoed als medicijn". .Natuurlijk, Het heeft u misschien getroffen, dat onze gastvrouw de quali» teiten van al de heere® opgenoemd heeft, behalve de mijne". „Ik meen zooiets tc hebben geboord", zei Wegman, die het zich niet meer kon herinneren. „Juist. De zaak is: ik heb nooit de cene of andere functie gehad. Particu» lier, zuiver particulier". Er klonk ccn toon van triomf in, als» of de heer Vaëll daar trotsch op was. Wegman raakte cr niet van onder den indruk. Als je overspannen geraakt bent omdat je met overmaat van in» spanning een verachterde onderneming tot bloei probeert te brengen, dan ben je niet de meest geschikte man om vrijwillige werkloosheid t© bewondc* ren. De thee werd rondgediend. Er kwa» men dagbladen binnen. Men praatte wat „Als u van de Vijver een genoegen wilt doen", zei Wast stilletjes aan zijn oor. „dan gaat u hem eens toe» spreken. Hij is de oudste gast hier en maakt daar min of meer aanspraak op. Maar neem er ccn half uur voor, want hij vertelt zeker over Indic en zijn teleurstellingen". Dc nadere kennismaking was hoogst beleefd cn correct. Misschien school cr een klein tikj: neerbuigendheid in dc houding van den oud assistent» resident „U is in de industrie. Een prachtig vak. Toen ik in Indic was, heb ik de nijverheid zooveel ik kon bevorderd. Maar men kan niet altijd wat men wil. Tegenwerking, kuiperij, intrige, hebben de beste voornemens in Indic doen mislukken". En met de gebarsten stem van den ouderdom wierp hij zich in lange beschouwingen over Indische toestanden, totdat de gastvrouw hem redde, „Ik vrees, meneer van de Vijver, dat u onze nieuwen huisgenoot wat accaparcert. U permitteert? Als u morgenochtend een mooie wandeling doen wilt, meneer Wegman, dan kan ik u dc boerderij „Ons Genoegen" aanbevelen. Een half uur hier vandaan eri gelegenheid om een glas melk te drinken, die voortrcffc,jk is". Aan tafel zat Wegman tusschen Wast cn Botermans in. „Je bent dus veilig uit Indié terug gekomen?" vroeg dc oud»gezagvoerder met een dreunende stem, waarmee hij vergeefs trachtte te fluisteren". Een kolossale knipoog in dc richting van Van de Vijver, maakte de bc» doeling duidelijk. Mevrouw van de Werk keek al in zijn richting, met iets als een vriendelijke waarschuwing in haar oogen. „Meneer van de Vijver", zei Weg» man,daar hij toöh iets zeggen moest, „vindt veel goeds, maar ook veel ver» keerds in Indië". Daarop barstte Botermans in een bulderend gelach uit, alsof hij nog op zijn schip was en het bruisen van de golven overstemmen wou; toen nam hij het menu cn schreef daarop aan den achterkant: „hij is gepasseerd voor resident", opnieuw met een geweldigen oogknip in dc richting van den Indisch» man. Maar Wegman gaf aan het gesprek een andere wending. Hij vond den kapitein een compromittanten buur* man met zijn persoonlijke opmerk in» gen op daverenden toon en vroeg hem liever naar zijn ervaringen op zcc. Daarvan vertelde Botermans. allerlei boeiende staaltjes om te eindigen met deze dreunende verklaring, dio schalde in de eetzaal: „En zoo ben ik, oude zeeman, als een wrak nu eindelijk hier aangespoeld". „In veilige haven aangeland hoop ik, kapitein", zei mevrouw van de Werk met een vriendelijk lachje op het moe» derlijk gezicht onder den krans van het witte haar. „Ja. ja, mevrouw, u heeft gelijk, zoo had ik het moeten zeggen. U heeft al;ijd gelijk!" En de boozc oogen van andere gas» ten, die in zijn richting gekeken had» den. werden weer vriendelijk. Het gesprek werd algemeen. Er was cr maar een, d:e daaraan leiding gaf, de gastvrouw. Ging het eens een kant uit, die iemand kon hinderen, dan gaf zij onmiddellijk afleiding, een gaping vulde zij tactvol aan. De indruk van dien morgen kwam bij Wegman terug: jongens op een kostschool. Oude kin» deren weliswaar, maar onder welk ccn onverbeterlijke leiding! FIDELIO. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 5