OM ONS HEEN
HAARLEM'S DAGBLAD
FLITSEN
ZATERDAG 13 MAART 1926
DERDE BLAD
LANGS DE PROVINCIALE HOOFDSTEDEN
I. VHERTOGENBOSCH
Natuurlijk irn deze uitstapjes langs
dc provinciale hoofdsteden van .veder»
land niet bij den Bosch beg:r.ncn om»
dat deze'stad de grootste /ou zijn: zij
behoort met haar 4't.OOO inwoners in»
tegendeel tot de kleine en begint dan
ook alleen oin toevallige oorzaken de
rei kv.
Wonderlijk is het. dat wij in Haar»
Km den indruk Li^trcn. alsof den
Bosch ver van ons af ligt: inderdaad is
dc »tad dichtbij. Je gaat 9_5 uit Haar»
Icm. 9J>8 uit Amsterdam en komt 11.4S
in den Bosch ruim twee uur dus en
het ecnige inconvenient is, dat er te
Utrecht nog eens moet worden overge»
Stipt. Overigens is dc verbinding uit.
stekend. Internationale trei-en doen er
nög korter over en ook dc raorgentrein
dien ik noemde doet tusscucn Utrecht
en den Bosch maar twee stations aan:
Zah Bommel en een stadje van onze.
kcre spelling: „Kuilenburg!"' roept de
conducteur als de trein bij het perron
aanschiet. Culcmborg staat er «>p het
station zelf te lezen, als zwijgend pro.
test tegen dc vereenvoudigde spelling.
Ofschoon er niets van aanmatiging te
*ien is bij den chef. die zoodra onze
trein vertrokken is hoogst eigenhandig
een wissel omzet.
lien mooi station maar van ietwat
ouderwctscho gevclfactuur verrast in
den Bosch met een nabootsing van dc
bekende glooiingen, die te Bazel de
trappen vervangen. Alleen zijn ze in
den Bosch wat steiler aangelegd en wie-
er met rhcumatiseho knieën tegenop
moet, zal er niet minder moeite mee
henben. dan met gewone trappen. Rot»
terdammers die nog altijd twee vuile
barakken als stations voor een modcr.
jic havenstad voor lief moeten nemen,
zullen den Bosch benijden, ook om den
aardigen Stationsweg, die gunstig af»
steekt bij den banalen en onsicrüjken
toegangsweg bij 't station Uclftschc
Poort. Natuurlijk legt den Bosch het
af, in omvang. Niet 111 rangschikking,
liet centrum van den Bosch is zoo ge»
zcliig beknopt, dc straten loopen er zoo
genocgelijk in en langs elkaar, min of
meer in den vorm van een bolus. Soms
kun je kleine dwarsstraten doorloopcn»
de een winkelstraat die je uit wilt.
maar niet kwijt raken ei. een anderen
keer sta je, een gebouw zoekende, bij
het omslaan van een hoek er op eens
voor. alsof het je vriendelijk tegemoet
gcloopcn is. Ken gemoedelijke bouw»
orde. vriendelijk en gastvrij als de Bra»
banters zelf mit hun sterk brouwende
r en den eigenaardigen tongslag
„cigcnaardicch", zouden ze zelf zeg»
gen.
Het is niet noodig. hier naar merk.
waardige gebouwen te zoeken. Ze doen
zich dadelijk aan ons op: de Sr. .lans»
kerk en het Stadhuis. Vergelijkingen
dienen tot niets, maar dut St. .Ian dc
mooiste kerk van de provincie is, staat
vast. Wie maar luttel gevoel voor
houwkunst heeft, kan er niet voorbij
komen zonder even stil te staan en bc«
wonderend op te zien naar die weelde
van architectuur; als hij dal loet kan
hij niet nalaten om het gchcelc trotschc
gebouw- heen te gaau en de manier te
bewonderen, waarop nu al jaren lang
het gebouw in zijn vroegcrcn staat
wordt terug gebracht. Rijk. provincie
en gemeente dragen sommen bij tot
de kostbare herstelling, die ook nu, in
dagen van zuinigheid hij dc openbare
besturen, wordt voortgezet.
De beste kenner van dc kathedraal,
de heer Mosmans. heeft de vriendelijk»
heid gehad mij daarin Tond to leiden.
Hij weet van alles, heeft er hcclc boe»
ken over geschreven en vertelt zoo
onder het rondgaan, over wat hij op dit
gebied al zoo in het buitenland gezien
heeft. Wat bier mooier is: het zuider
portaal, dc prachtige bovcnvcrlichtmg.
het geweldige schip van do kerk met
zijn zeven bogen, do doopvont, de
preekstoel het is niet te zeggen.
Maar het geheel is van een machtige
pracht in vorm en kleur en afmeting.
Indrukwekkend, ziedaar het woord, dat
het best weergeeft wat de bezoeker
van de Bossche St Janskerk bij het
zien van dit monument van oude bouw»
kunst gevoelt
Het is nu vier ecuwen oud, maar niet
verouderd en kan dat nooit worden en
nog altijd past het woord van verruk»
king, waarmee niemand minder dan
Albrccht Durcr haar prees, toen hij
haar zag in 1520. focn dc kerk nog
maar pas was afgebouwd.
Over het Stadhuis later. Laat ik
nu alleen dit van zeggen, dat het wel
op de Orootc Markt uitziet, maar door
zijn plaats die niet zoo b'checrscht.
als het geval is met andere stadhui
bijvoorbeeld dat te Middelburg.
wc in den Bosch niet vinden, is het
voerrniddei. dat. zij het dan ook tegen
wil en dank. ic:Jcrc stad lecüjk maakt,
een elcctrische tram. Zoo'n gemh
een voordeel voor ieder, die van
kleine stad juist de intimiteit waardeert.
Dc autobussen (die zijn er genoeg) hi
deren r.iet en het paardetrammetje
naar Vught herinnert aan de vorige
eeuw. Met grootc stappen draaft het
j paard voor het kleine wagentje, langs
dm straatweg, die nog niet lar.g gele»
den geheel open was. maar r.u den
Bosch er. Vught met 'n rij van mecst.il
bescheiden landhuizen verbindt. O,
■gemoedelijk trammetje! Dc koetsier
keert zich om en knikt een kennis toe,
die pas in den wagen is gekomen en
dc conducteur, een oude heer met een
bril op. zeg; „dankie" als hij wat
krijgt boven de vracht.
Er zijn nog heel wat oude gevels on»
der de woonhuizen al moet er wel
evenals bij ons, in den loop van de ja»
ren heel wat verdwenen zijn. Het gou.
vcrncmcntsgcbouw behoort nu juist
niet tot dc schoone bouwkunst: het
doet in de verte denker, aan den
schabloncbouw, die een tijdlang door
het Rijksbouwburcau voor postkan»
toor is toegepast tn d:e wij to Ilaau
lem ook nog in de Zijlstraat tegenover
de Nieuwe Groenmarkt kunnen zien.
Het eigenlijke Bossche postkantoor
staat <>p een heel andere plaats en hoe»
vel het niet uitmunt, kan de bezoeker
een waarschuwing in vinden, die hij
allicht in andere postkantoren nooit
troffen heeft. „Verzoeke aan dc
loketten niet te rooken". En kijk. de
loketten hebben zoowaar aan het
verzoek voldaan.
Een van de redenen waarom ik naar
den Bosch ging was om in do Lang»
straat eens een schoenfabriek te zien.
De tocht zou naar Waalwijk gaan.
Maar het stond geschreven, dat mijn
zolen de- straatstccncn van Waalwijk
r.ict drubkcu zouden. Waarvoor ook'
Dc grootste schoenfabriek staat in den
Bosch zelf, die van dc firma van den
Bergh.
Waarom een bepaald bedrijf juist in
een bepaalde streek vereenigd werd, is
niet te zeggen. Of het moest wezen,
omdat daar in den loop van de jaren
daar de arbeidersfamilies, in den
brcedstcn zin van het woord genomen,
gevestigd zijn. Dat is dc reden, waar»
om in Nederland bloemen gekweekt
worden, die niet goed slagen in Belgii
en omgekeerd. Het moet ook de re»
den wezen waarom in Brabant ongc»
veer dc hcole Nederlandschc schoen»
industrie is bijeengebracht.
Want al mag dun de machinale
schocnfabricagc een grooicn rijkdom
bezitten aan mcerendeel kleine, mochl»
nes. wie een .halfuur bij van den Bergh
doorbracht, weet heel goed dat het ver»
nu ft van dc mcnschcn die de machines
uitvonden, toch altijd nog behoefte
heeft aan dc kracht en de behendig»
heid van den mensch. Zie, hoe een
doodc machine, alsof ze een levend
wezen ware stikt, en ringt en haken
aanzet, schoenen doornaait, zoolleer
ponst; hoe ze spijkertjes maakt uit
draad en die me:,en maar zelf uitzaait,
omdat ze toch bezig is. hoe een nijdiu
mes 43 lagen voering roet gretigheid
doorbijt, hoe weer een andere machine
houten pinnen vervaardigt, ze tegelijk
indrijft en verkort wanneer dat.noodig
is. hoe alweer een andere venijnig
uitschiet en haar gevaarlijken tand
prccie» terughaalt wanneer ze juist bij
den vinger van den arbeider is geko»
men, hoe ze nog weer een andere bcwe»
ging maakt, eerst naar links, daarna
naar rechts. Maar let dan ook op dc
hand die de machine bestuurt en die
altijd van den mensch zijn moet, omdat
zij vastzit aan een denkend tzen!
Deze fabriek heeft een personeel van
500 a 600 man, al naar gelang van
drukte of slapte en een monsterkamer,
waarin al de modellen sierlijk achter
glas zijn tentoongesteld. Hoeveel ei
wel zijn heb ik niet geteld, maar alle
denkbare modellen zijn erde een»
voudige heerenschocn. de lakschoen,
het kindersehoentje in alle soorten
i en de eindelooze variaties van dames»
schoenen en laarzen. Ze staan opgc»
somd en afgebeeld in keurig uitgc»
voerde catalogi met Engolschcn
tekst, want er is grootc export van
Brabantsch schoentvzrk over de hcclc
wereld en bovendien verbeelden Ne»
dcrlandschc dames en hceren zich niet,
dat hun schoeisel, wanneer het goed
zijn, in ieder geval Engclsch of
Fransch moet wezen? Dit zou het
leniac artikel niet zijn, dat eerst de
et Kanaal maakt en daarna
terugkomt als echt Engclsch!
Dc schocnfabricagc heeft nog een an»
dere cigenuardfghcid, namelijk dat zfj
dc Duiische machines alleen in huur
krijgen kan. Die in Van den Berghs
schoenfabriek zijn eigendom, maar dc
meeste fabrieken werken met gehuui
de machines, omdat de fabrieken die
ze maken een overeenkomst hebben
gesloten om ze niet te verkoopen.
- Een interessant bedrijf. Langzaam
wordt de schoen opgebouwd, gaat van
dc cene naar de andere afdcclmg door
de reeks der vernuftige machines hei
totdat hij na al deze manipulaties
de afwerking toe is. Dit :s wel het
stukwerk in di-n rechten zin van het
oord, want niemand die den schoen
begint levert hem ook af. Het werk
•crdccld over vele nfdeclingcn
ede re afdecling doet er het hare aan
en zendt dan den schoen verder dopr-
Den avond, na ons bezoek, vertelde
mijn gastheer enthousiast aan zijn
rouw van wat hij gezien had en voor»
al van dc mooie monsterkamer, waar»
in letterlijk alle soorten kinderschoen»
tjes te zien waren.
„Dan weet ik het goed gemaakt," zei
Mevrouw, „dan gaat gij met onze kin»
deren inaar eens naar die fabrics,
schaft daar schoenen aan voor alle
Maar aan het gezicht te zien. dal
hij zette, geloof ik niet, dat daar voor»
eerst van komen zal.
's Nachts, als ik toevallig een uurtje
wakker lig, tinkelen van twee kanten
verte carillons. Daar gaat de
Bosscher groot op, op zijn klokken»
pelen. Hem steekt de glorie van Mc»
ehclcn en van Jef Denijn en gaarne or»
ganiseert hij zelf wedstrijden en con»
ecricn. waarop dc beste beiaardiers
zich doen hooren. Dc Bossche cari!»
Ions maken er aanspraak op. dat zij
mooier, grooter en zuiverder zijn, dan
die in andere steden jk 'geloof niet
ten onrechte. Maar toch, terwijl ik lig
te luisteren naar het zilveren tinkelen
in den doodstillen nacht, glij ik toch
de wereld der muziek uit en liet droo»
menland weer binnen.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 538
HET KNIPSEL
je ziet een nuttige infor»
ma tic over dc nieuwe
belasting en besluit het
stukje uit te knippen
je informeert boven of
iedereen dc krant uit
heeft want je wil er iets
uit knippen
je brengt de krant nog
even naar je vrouw, die
I niet geantwoord heeft,
gaat weer naar beneden
en ontdekt dat je penne»
mes boven moet zijn
je vraagt of er beneden
ook een schaar is te vin»
den
je kijkt op alle plaatsen
waar een schaar kan zijn
maar vindt er geen
i besluit dus maar om hetl scheurt het stukje metl legt het knipsel keurig
I uit te scheuren waarop I bijzondere zorg uit en I in je portefeuille en
je de hcclc krant moet I slaagt erin niet meer I kijkt er nooit meer naar
doorzoeken, omdat je de I dan een kwart te be» I om.
I plaats kwijt bent schadigen J
(Nadruk verboden)
J. C. P.
EEN BLADZIJDE UIT DE
GEHEIME GESCHIEDENIS
VAN EEN GEVANGENIS
Dr. .Weitere, die kon geleden benoemd
was lot gevangoniedoktor, wandelde langs
liet nieuw aangelegde pnd naar zijn ofti-
oieele woning, vanwaar ecu geluid van
schaven en hameren tot hem doordrong-
Do wachthebbende bewaker grootte en de
dokter bleef etaan om oen praatje met hem
te maken.
„lloo gaat het met het werk, Janacn?'
- „Lang niet Biecht, dokter," antwoordde
Jansen, „ik lieb achttien man mui het
werk cu we zullen binnen tien dagen klnur
zijn."
„Gelukkig," zei de doktor. ,.ik verlang
er naar om in mijn eigen huis met mijn
eigen meubelen te trekken: het kamer!©
ven begint mij te vervelen."
„Gaat u ©ven mee kijken, mijnheer
uioodigde Joneen uit.
.jDaar kom ik juist voor, antwoordde
do dokter, terwijl hij Jansen volgde, liet
-.been vol met -werklui in gcvangc-
nieklcenn. „Hoe werken ze»" vervolgd© hij
r het algemeen uitstekend. Maar u
rekenen, dat we do beste mannen
gébruiken voor werk als dit. Hijvoorbeeld
Btucadoor daar. Battels heet hij, u
zoudt moeilijker een beter vakman kun-
vinden. En dun Tijeeen, daar, do
glazenmaker!" Hij dempte zijn stem: „Een
snijboon!.... maar werken, dat hij
kan I"
TijÉwen kon onmogelijk gehoord hebben
-:v. er over hem gepraat word, maar bij
keek ©p, en een ©ogenblik zu'-tton zijn
oogen op den dokter. De dokter keek ju.-1
den anderen kant op, maar Janeen ving
den korten blik op en zag do vreemd©
uitdrukking, dia over Tijeeen's ongunstig©
gezicht vloog. Verbazing, woede, haat en
misschien nog icta andere.
In «CIl ©ogenblik was het voorbij maar
het gaf den bewaker heel veel te denken.
„Wat ©'genaard g." zei hij bij zichzelf
„die twee hebben elkaar vast meer ge
zien."
De dokter maakt© ©en rondgang door
het heel© huis. en wae vol lof over het
wcrlc. Toen ging hij weer naar de gevan
genis voor zijn middagbezoek.
Een poosje werd er rustig doorgewerkt,
loon er plotseling van boven ©en hard ge
schreeuw klonk.
De gevangen© Bartel© kwam naar bene-
■ien rennen.
„Brauid I" schreeuwde hij. „De lamp
bculjnt in du krullen te zijn omgevallen."
Water vlugl" riep Janeen, terwijl hij
naar boven liep- Boven gekomen zag hij
swar© woile rook hangen, waardoor
heen h'.j dc vlammen kon z en. De achier-
b slaapkamer «tond in lichte laaie.
„Tijgeen, vaar ben jel" riep Jansen.
Maar er kwam geen antwoord. „Goede
hemel, de anno kerel is al verbrand!"
eeb/ecuwde Jansen 'en terwijl liij zijn zak
«look voor zijn neus en inond boud, pro
beerde hij do brandend© kamer t® berei
ken. Maar do brand was te fel, en hij
me. eet terug mot gezengde haren en
Hij eneldo weer naar beneden.
„Drlessen!" riep hij.
„Drie*S'-n kom direct boven met do rnan-
Ben met water. lij «en is ln d« branden-
du kantor!"
Do mannen kwamen aangesneld, en em
mer na emmer water werd in do vlammen
gegooid. Na tien minuten was de brand
goblu9cht en Janeen kroop door d6 rook
om de overblijfselen van zijn ongelukki-
gen gevangene te zoeken. En pas toen hij
zich overtuigd had, dat er noch men6clie-
lijke, nodh andere overblijfselen waren,
kwam do onaangename gedacht© in hem
op, dat do geheels! brand boos opzet was
geweest.
Tijsscn had de boel in brand gestoken
en van do daardoor ontstane verwarring
gebruik gemaakt om door het raam te
.ontvluchten
Nader onderzoek bewees dat d® veron
derstelling ju iet was, -want- i.n do modder
onder hel venetor en verder den weg op
waren do onmiskenbare afdruksels
de schoenen van Tijssen, welko op de
zool het gevangeniemerk droegen. Maar
n man zelf geen epoor, hetgeen
hcolcmaal niet to verwonderen wae, daar
hij minstens twintig minuten tijd had gc-
ad te maken, dat hij weg kwam.
Eeuige oogenblfkken later verkondigde
do gevangenisbel luide en dreigend, dat
gevangene ontvlucht was
zeventig wakers maakten zich gereed den
omtrek af to zoeken.
Het weer werd hoo langer hoo slechter
cu tegen middernacht begon net to sneeu-
won, en dc ontvluchte was en bloef weg.
Tegen vijf uur :"n den morgen ging Jansen
na een koudon, mistroostigen zoeknachl
op weg naar hui©, Het sneeuwen had op
gehouden en het begon nu to vriezen. Jan
sen wae hongerig, moe en bitter koud.
Hij gevoelde zich ook vreoselijk ongeluk
kig. Want, hoewel de ontvluchting
zijn schuld was geweest, wae het toch
oer zijn dienst gebeurd. Het beteekende
een zwarte vlek op zijn etaat vai
het beteekende ook uitstel van promotie,
en dat hield weer i-n, uitstel van zijn hu
welijk met Anna Kok, de dochter van deen
gevangenisoi-.dorwijzer. met wie hij een
jaar verloofd was. Zijn gewoonlijk recht©
«choudei», waren gebogen en hij liep
moeizaam voort.
Hij sloeg een zijpad in om den weg
n.-Sr zijn huis te bekorten, toen hij plot
seling stil bleef staan, en strak op den
grond in do sneeuw 6taarde, als kon hij
zijn oogen n et gelooven. En dat was geen
wonder, want dwars over het pad, liepen
door de en eeuw schoen afdrukken, waarin
duidelijk het govangenismerk to lezen was.
Alle gedachten aan moeheid en moede
loosheid waren als bij tooverslag verdwe-
vol moed volgde hij de voetspo
ren Die weg liej) door een woud en over
,-n weide lot Jansen aan hel eind van een
un een groot hui© zag staan.
..Woudz.chtzei hij tot zichzelf.
Het was het huie, waar dokter Wolters
i pension was, en plotseling herinnerde
Janetn zich den eigenaardigen blik dien
hij van Tijescn opgevangen 'had, toen hij
rei» naifr den dokter keek, aten middag.
Zijn hart klopte luid toen hij zag, dat
het spoor recht naar den achterkant van
het "huis leidde, en toen hij, 'daar aange
komen, ontdekt»:-, dat heb raam daar gefor
ceerd was, kon hij nauwelijks ademhalen
van louter opwinding.
„De schelm is daar nog in huis," dacht
hij, en zonder uitstel volgde hij hem door
het raam en stond spoedig in de halL Eerst
Itoorde hij n et®, toen hij na ingespannen
luisteren het zwakke geluid hoorde van
heel licht krakend© trede. Het was
heel donker in huis maar hij kon d© trap
de linkerhand goed onderscheiden. Op
dat oogenblik kraakt© er weer een trede
.as hij er zeker van, dat het ge
luid kwam van de tweede verdieping.
Tijssen wilde zeker naar dokter'© ka
iner gaan. Wilde hij den dokter vermoor
den? Vliegensvlug ging Jansen naar boven
Tijssen had hem zeker gehoord, want
hij lieerde zich om en zag Jansen. Een
oogenbltk standen beide mannen sprake
loos tegenover elkaar, men hoorde nic-ts
dan hun snelle ademhaling, toen gre
pen zij elkaar beet in een worsteling. Tijs-
1 anger en Jansen was gespierder,
maar ze waxon beiden vermoeid door den
langen macht dien ze buiten hadden door
gebracht. Zo bevonden zich juist op
portaaltje tussclieu beide trappen in,
er zoo pikdonker, dat Jansen, niet
een© do leuning kon. zien. Hij spande al
zijn krachten in en duwde zijn tegenstan-
achteruit. Het lichaam van den man
stootte tegc-n iet6 aan, Jansen dacht, dat
liet de'muur was.
Toen voelde hij plotseling, dat Tijseen
sn hem wegviel en hij deed een vruehte-
loozo poging den val van den man
breken. Hij faalde en viel met den m
ben eden. In zijn val werd hij het
zich met schrik bewust, dat Tijssen
tegen den muur, inaar tegen de leuning
had geduwd, en dat zij samen over de leu
ning in de hall vielen. Met een smak, die
door het heele huis klonk, vielen beide
mannen. Boven werd een deur openge
rukt.
„Wat gebeurt daarl" Tien Dr. Wolters
stem. Maar Jansen was t© versuft
t© antwoorden. Het licht flapt© aan e
dokter kwam haastig in pyj'ama naa:
„Ben jij" het, Jansen? Goede hemel,
Jansen ïichlle zich moeilijk op.
„Tijssen, mijnheer," zei hij hijgend.
..Ik heb hem juist bïitijete gesnapt." Dr.
Wolters hielp hem opstaan.
,Bc-n j© erg gewond?" vroeg hij.
„Niets gebroken, geloof ik, dokter. Maar
Tijwen heeft, geloof ik, meer uw hulp
noodig."
„Goede hemel!" riep hij, „het is Jan
Remmers 1"
„Hij heeft zijn rugg-egraat gebroken,"
ging hij verder. Kan je mij éven helpen
hem in d© kamer te dragen, Jansen?" Zij
kregen hem in de zitkamer op een divan.
Tijssen opende de oogen en etaaid© Wol-
„Ben jij hetj Herman?" vroeg hij met
zacht© fctern.
Hij probeerde zich te bewegen, maar het
lukt© hem niet.
heb 3c J" vroeg hij. „Ik ken mijrt
beenen niet voelen. Ik kwam hier ©m ja
vragen of je <eo vijf en twintig guldon
voor mij had. Die snaak bier pakt© mij
beec, en wij vielen naar beneden. Ie het
gedaan met me?" vroeg hij na een klem©
pauze.
Wolters lippen bewogen zich.
„Ja," zei Lij. bijna fluisterend.
Tijescn lachte bitter.
„Dat behoef jij je niet aan te trekken»
Herman. Als ik dood ben, komt het geld
aan jou."
„Dat weet ik wc'., Jan. Maar, wc zijrX
toch in ieder geval neven van eikaar."
ten tranen in zijn oogen en de an
der keek hem ongcloovig aan.
lit mij toch niet wijsmaken, dat
het je epïjt, dat ik ga!" vroeg hij.
„Ja zeker, spijt het mij. Ik zou graag hei
geld cn nog meer geven, als de laatste tien
jaar daarmee ongedaan konden gemaakt
rorden."
De gevangene lachte weer, maar niet zo a
bitter.
„Dat hoeft niet meer, Herman. Ik heb
mijn eigen bed geej>re:d en fuoet er du|s
ook op liggen." Hij zweeg ©ven, toen ging
hij voort:
„Herman, is het je nooit opgevallen»
dat het erg vreemd wae, dat oom GeoiigtJ
alles aan mij heeft nagelaten?"
,,Ja," antwoordde Wolters openhartig,
,Ik vond tiet wel vreemd, ik had verwacht
lat minstens dc grootste helft voor mij
ras geweest."
De stervende man keek zijn neef vasfi
„En zoo was het ook," zei hij stug.
„Wat meen je?" vroeg Wollera ontsteld.
„Precies, wat ik zeg. Oom Georg gaf mij
ten lijfrente van 100 gulden per maand
m de rest was voor jou. Ik w|;t het en heb
ten nieuw testament gemaakt. Het was
niet moeilijk voor mij," ging hij cynisch
voort, „je weet ik wae altijd handig in
het namaken van bandteekeningen. Wol-
s liaalde snel adem.
Ik ben blij. dat je het mij t^xteld hebt
3," zei hij daarna rustig. De ander
staarde hem aan.
,1e dat alles, wat je daarop te zeggeel
at. Verwensch j© mij niet, dat tk tnoer
dan negen jaar jouw geld genomen heb?"
Remmers harde oogen werd».; zachter
..Je bent een beste kerel, Herman," zei
hij .„Ik
Hij sloot de oogen en een rilling ging
door hem heen.
„Hij is dood." zei Wolters ernstig. Hij
wendde zich lot Jansen.
„Wat je hier gehoord hebt, Jansen, büjffi
onder ons niet?"
„Ik beloof hel u." Zei Jansen plechtig.
En nu zal ik maar naar de gevangenis
gaan en rapport'uiibrengen."
Het geluk, dat Jansen gehad had. de
vluchteling weer te pakken, wischte d<J
zwarte vlek u::, en zes maanden later vier
de hij zijn promotie gelijk met zijn huwe
lijk. Onder de huwelijksgeschenken waa
er ook een cheque van 1200 gulden van
den gevangenisdokter.
FEUILLETON
LANGS VERBORGEN
PADEN
den
Avonturen uit hit leven va
beroemden Engelachen 'etcctiv©
HERBERT PORTER
Vrfi bewerkt uit het Engclsch door
ELLEN WAYLAND.
(Nadruk Verboden^
HET TWEEDE AVONTUUR
15)
HET BRANDGAT.
De atmosfeer in dc redactiekamer
was nerveus en gespannen. Sneller dan
anders vlogen dc pennen en potlooden
over het papier: als met koortsachtige
haast ratelden de schrijfmachines uit
dc aangrenzende typistcnzaal. Maar
bijna niemand sprak ccn woord; hier
cn daar werd eens een snelle blik gc«
wisseld werd luisterend ccn hoofd
opgeheven het gevoel alsof elk
oogenblik uit een of anderen duisteren
al grond iets raadselachtigs cn vreesc»
lijics kon omhoog stijgen, lag als een
lóoden druk op de bezigo mcnschen.
Het aanrollen van een auto, die
knarsend stilhield, werd van buiten
hoorbaar.
Direct daarop kwam Jack, het facto»
turn, met een visitekaartje.
De chefredacteur wierp er een blik
op cn zei daarop met een stem. waar»
•erbazing cn respect gemengd wa>
ren:
„Herbert Porter".
De hecren keken op en een seconde
lang scheen de polsslag van den arbeid
te stokken. Alle oogen richtten zich
zwijgend op de deur. Deze ging open
cn ccn heer in ccn lange manteljas
verscheen op den drempel. Zijn kalm
gezicht met dc brcedc kin monsterde
iangzaam het gezelschap. Dan zeide
iiij met een rustige stem: „Ik zou gaar»
tic dc kamer willen zien waarin Mr.
Turner vanochtend vermoord is ge»
vonden".
Dc ehtf»red3Cteur trad beleefd op
den bezoeker toe en boog.
„Heel graag. Mr. Porter", zei hij;
„maar de kamer is door de autoritei»
ten verzegeld".
i Dc detective trok zijn gezicht in een
gewichtige plooi. „Alle respect! Verze»
geld?En nog wel door dc autori»
teitcn? Ja dan zal er niets anders
opzitten dan dc zegel te verwijderen'
Dc ander knikte.
..U zult wel weten, hoever u gaan
kunt. Mr. Porter". En terwijl hij nog»
maals een lichte buiging maakte, voeg»
dc hij er aan toe: „Mijn naam is Shers»
ton".
Herbert Porter drukte hem glimla»
chcnd de hand. „U was op dc redno»
tic toen dc moord gepleegd werd?"
„Ja. Ik beb Cavianchi zien komen cn
heb hem geobserveerd toen hij dc ke»
mcr van Mr. Turner verliet. Als mijn
collega een vermoeden had gehad dat
deze scherpe critiek zulke ontzettende
gevolgen zou hebben, dan had hij er
nog wel eens eventjes overrage*
dacht".
„U houdt dus Cavianchi voor den
moordenaar?"
Shcrston keek den vrager stom»ver«
baasd aan.
„Of ik Cavianchi voor den moordc.-
naar houd?" herhaalde hij. „Maar dat
toch geen vraag meer. Heeft die
mijnheer misschien den moed tc ont»
kennen?"
De detective, die zich ondcrtusschen
met het losmaken der zegels had bc»
ziggehouden. stootte de deur open.
„Hij ontkent inderdaad".
Daarop traden beiden dc kamer bin»
nen.
De doodc lag nog in dezelfde hou»
ding op den grond voor de schrijf»
tafel, die met een kleinen doorgang,
loodrecht op den wand stond. Herbert
Porter knielde bij den doodc neer cn
onderzocht hem nauwgezet. Daarop
stond hij op en inspecteerde dc kamer.
Het vertrek, dat zijn licht ontving door
zij*ramen, was smaakvol, in modernen
stijl ingericht, half als kantoor, half als
hoerenkamer. Het donkere vloerkleed,
dat den vloer bijna geheel bedekte,
had een rustig patroon. Links stond dc
schrijftafel, daar achter een gemakke»
lijke armstoel voor bezoekers. Achter
den stoel was een donkerbruine por»
tière gedrapeerd, die tot op den
grond neerhing.
..Is daarachter ccn deur?" vroeg de
detective.
Shcrston opende de portiêrc een wei»
nig; ..Er is wel een deur in den zij»
wand. maar ze wordt nooit gebruikt.
Zooals u ziet heeft men het behang er
over heen geplakt".
Herbert Porter streek met de hand
over dc voegen in het behang en knik»
tc.
„Waarheen voert deze ovcrplakte
deur?"
Shcrston wees in de richting waar»
uit ccn zacht rhythmisch gcklapper
kwam.
„Daar zitten dc typisten", verklaar»
de hij.
„Werken die dames den geheelen
dag?"
„Van negen tot vijf".
„Het is dus buitengesloten, dat
iemand ongemerkt door deze deur
heeft kunnen komen".
Dc detective keerde zich om. Het
late middaglicht viel grauw cn droef
naar binnen. In den muur achter de
portiere was links een hoog venster.
Rechts bevond zich precies zoo'n ven»
ster. dat echter tot op den grond reik»
tc cn als een soort balcon»deur kon
dienen. Herbert Porter ging op de deur
toe en vatte den knop. De deur bleek
niet gesloten.
„Waar voert deze trap heen?" vroeg
hij. terwijl hij op een soort bordesje
stapte.
De redacteur volgde hem. Vier tre»
den voerden van het platform naar
een klein, smal plaatsje, nauwelijks S
meter lang en dat op een lage deur
uitkwam.
„Dat is een eigenaardige bouw",
meende de detective, terwijl hij dc
klink van de poortdeur greep. Zij was
gesloten.
„Het is een oud huis", helderde
Shcrston op. „Mr. Turner gebruikte
dezen weg om niet telkens door de
redactiekamer tc moeten".
„Had behalve hij nog iemand een
sleutel?"
„Niemand".
„Is hij vanochtend ook langs dezen
weg gekomen?"
„Ja".
„Dus dan moet hij den sleutel in
den Z3k hebben".
Sherston was getroffen door deze
opmerking en knikte aarzelend.
„Ja daar hebt u gelijk in", zei hij
na een lange pauze. „Ik geloof dat nog
.aicmaeti daaraan gedacht heelt".
„We zullen het onderzoeken".
Dc beide mannen Liepen vlug weer
naar binnen. Dc speurder doorzocht
de zakken van den doode.
„Dc sleutel is er niet", zei hij, terwijl
hij opstond. De redaetcur liet zijn blik
door de kamer glijden en zag den dc»
tective radeloos aan.
„Welke conclusie trekt u daaruit?'1
zei hij met trillende s:em.
Herbert Porter haalde dc schouders
op.
„Ik maak daaruit op...." zei hij lang»
zaara, ieder woord overdenkend...".''
halt. wat hebben we daar?"
Hij ging op de portiere toe en greep
naar het gouden mondstuk van een si*
garct. dat op den yrond achter het
gordijn, dat opengeschoven gebleven
was. lag.
„Khcdive". las hij. ..Dat is hetzelfde
merk als daar :n het aschbakje ligt"
Sherston zei: „Het is het merk dat mr.
Turner gewoon was te rooken. Hij zal
het stompje weggegooid hebben".
Dc detective keek uit de verte naar
het aschbakje.
„Dc portière is, zooals u ziet, tamc*
lijk lang. Ze raakt niet alleen den vloer,
maar ligt zelfs nog in een plooi er op.
Als Mr. Turner dus dit eindje sigaret
heef; weggegoo-d, dan moest het vóór
portière liggen",
(Wordt vervolgd),