B.J.VANLIEMT HAARLEM'S DAGBLAD Allover Nets Etamine Mousseline Madras FLITSEN ZATERDAG 27 MRT. 1926 DERDE BLAD HAARLEM'S PSEUDO-LEPROZEN IN HET JAAR 1736 DE REPUBLIEK EN HAAR REGLEMENTEN In dit artikel kom ik tot de eigen*" lijke pieudo'Icpiozcn. die "k niet ver geten heb, el moest ik dc andere pa» tienten van het Leprozenhuis laten voorgaan. Ook dc Uaarlemschc burgemeesters van heÈ" jaar 1736 schonken hun aan dacht aan deze pa.ia's der samentc» ving. zij 't op een gansch andere wijze. Dc lezer herinnert zich. hoe Haar Kdclc Groot Achtbaurhcdcns, zooals burgemeesters destijds betiteld wer den, aan de lOgcntcn van het Leprozen huis gevraagd hadden, waardoor het toch kwam dat in dc stad zoovel laza russen rondzwierven. En hoe de re» genten daarop hadden geantwpord. dat liet geen lazarussen varen, maar leeg» ioopers, die voorgaven met de lazanj 'besmet tc zijn om ongehinderd te kunnen bedelen- Ziehier de moeilijkheid, over dc op< lossing waarvan burgemeesters en re» genten het maar niet eens konden won deneen moeilijkheid, waarvoor hc= dcndaagsche armvcrzorgcis zich nog ,wcl eens geplaatst zien- Zulke lazarus sen, zcidc mij dezer dagen een lid van liet Burgerlijk Armbestuur naar aanlei ding van hetgeen ik een vorige maal schreef, zulke lazarussen zijn er nog wcL Hij dacht aan dc velen, die liever lui dan moe zijn, en zich onder het een of ander voorwendsel aan allen ar beid onttrekken. Voor zoover deze mcnschcn voorgeven wel tc willen maar niet tc kunnen werken, zou je ze pseudo'wcrkwilligcti kunnen noemen. Merkwaardige overeenkomst tusschcn de kluchten \.in nu en toen, tusschcn de ondervindingen der tegenwoordige armmccrstcrs en die van tweehonderd jaar geleden. lmmc:s wat verzekeren tl dc hecrcn Tetterode en Aertsen, Je toenmalige regenten van het Leprozen huis? Dat zij „opnieuw een tweede ge» ncralc schouwing over dc leprozen, die op ordrc van haar Ed. Gr. Achtb- in het huis gebracht waren, hadden laten doen, en weer gelijk als dc vorige reis cenigc die schoon geschouwen waren, hadden laten uitgaan waarbij zij ver zochten, dat haar Ed- Gr- Achtb. aan dc zoodanige die uit het huis uitgingen, een recommandatie geliefden te geven, wijl anders tc vreczcn was, dat er van de zoodanlgcn in 't kort wel weer in 't huis t uden komen, ter ooezakc van hun luiheid, als denkende, dat zij in 't huis wel verzorgd wc.den. en dat rij voor'oude plunje weer nieuwe zouden krijgen". Laz.arij of luiheid, daarom ging het eigenlijk. Wij zouden zeggen: on» macht of onwil. En dit was en Is een der vraagstukken van armenzorg. Waarheen met deze onnutte mcn schcn? Opnemen in 't huis? Of laten bedelen op 's hecrcn straten? Hierom ging het tenslotte tusschcn burgemees ters en regenten. Welk inzicht het win» ncn zou. is niet moeilijk te raden. In onze dagen geeft een geschilpunt tus» schen de stedelijke overheid en het bc» stuur van een godshuis licht aanleiding tot het stellen van vragen. Wie be slist? Welke is de verhouding tusschcn het gemeentebestuur en het college van regenten? Wat is een godshuis naar zijn wezen en zijn oorsprong? Zulke netelige vragen liet men vroeger ge woonlijk rusten, en wat deze regenten betreft: zij gaven bij voorbaat als'huh voornemen te kennen, dat „wanneer haar Ed. Gr. Achtb. geliefde te ordon- nccrcn, zij zouden gehoorzamen". Het» geen intusschcn niet zeggen wil, dat zij zich aanstonds gewonnen gaven en hun oordcel wijzigden. Let maar eens op het verloop dezer historie. Het komt mij voor, dat hier het aangename met het nuttige ver» cenigd is, en ik aarzel dan ook geen oogenblik om uw aandacht tc vragen door "t geen mij dienaangaande bekend werd. Het eerste onderhoud „ter caine» re" is afgcloopcn. „Na nog ecnigc raisonncmcntcn over en weer", aldus vernam ik van betrouwbare zijde, ..gin» gen de regenten op de justitickamcr: ondcrtusschen wierden de schouw» meesters hinncn gescheld, die na ccni» gen tijd met haer Ed. Gr. Achtb. over dezelve zaak gesproken hebbende, mede op de justitiekamer gaan mots» ten; eindelijk lieten "haer Ed. Gr. Achtb. dc twee gemelde regenten weer op haar kamer komen". De anticham bre was hier dus dc kamer van onzen gemccnte>secrctaris, den heer Wesstra. welk vertrek door een deur met dc burgemeesterskamer verbonden is. En dit anticharabrccrcn, waarbij dc hec- - ren een en andermaal moesten „bui» ten" staan en wachten op een burgc» 1 meesterlijk besluit, beeldt voor u af het ontzag, dat dc achttiende eeuw 'den magistraat toonde. Maar liet had de oplossing van het vraagstuk niet nader gebracht, Burgc» meesters handhaafden hun mecniiig, 'dat „het Lazarushuis de plaats was, daar de mcnschcn moesten geholpen worden", de tegenpartij bleef er bij. dat het beter wis hen te plaatsen ..on der het opzicht van hun ouders of hij dc chirurgijns". Dc overheid tastte nog niet door. Ze zond de hecrcn heen met de boodschap: „wij zullen een commissie benoemen om inspectie van "t huis te nemen". .In deze commissie namen zitting d* stadssecretaris. dc heer Guldcwager. en de beide pensionarissen. Naar mijn mccnh-.g was ze tc eenzijdig samen ge stcld: ik zou er dan ook op aangedror- gen hebben een tweede commissie tc benoemen, die de samenstelling der eerste had te onderzoeken. Maar re» genten wisten, beter dan ik. dat je op deze wijze het gezag tc na zou komen. Hoffelijk ontvingen zij dc afgevaardig den der stedelijke regeermg, toen deze gekomen waren „om de papieren ra kende de lazarij tc lezen en te cxami-- nccrcn en om het huis tc bezichtigen en zijn gclcgentheid op te nemen". Die papieren namen ze mee. Of men ten stadhuizc moeite met het oude schrift heeft gehad, is mij niet bekend. Wel weft ik. dat het zes maanden duurde voor dat regenten een uitnoodiging ontvingen dc zaak nog eens, nu met den pensionaris, den heer Giliis. tc be spreken. Over dit onderhoud kan ik zwijgen. Immers de pensionaris herin nerde slechts aan hetgeen burgemees ters vroeger gezegd hadden, en dc re genten herhaalden wat ze bij die gele genheid zelf gezegd hadden. Overigens openden dc hecrcn geen nieuwe ge zichtspunten. Wie zich in de achttiende eeuw een beetje thuis voelt, vermoedt al. dat een en ander zal uitloopcn op een re glement. Juister gezegd, op de „ver» nicuwing en nmplintie" van een bc. staand reglement. In reglementen zoch ten dc vaderen hun heil, het was alsof ze er verzamelingen van aanlegden. Ten slotte was het aantal zoo groot, dat niemand ze meer waardeerde. Hoe meer bepalingen, hoe meer overtredin gen. en ik durf de stelling verdedigen, dat dc Republiek nan reglementen is ten gronde gegaan. In het ocval dat ons bezig houdt, werden de pscudo.Icpro. zen bercglementccrd. maar natuurlijk niet genezen. Ik ontken dc Tnocilijk» heid van het vraagstuk niet, ik wil niet gehouden worden voor den bekenden stuurman die aan wal staat. Maar :k kan er inkomen, dat regenten naar een nieuwe verordening niet verlangden. Op een volgende bijeenkomst deelde de heer Gillis, die dc commissie alleen waarnam, aan regenten mee, dat bur gemeesters tot een besluit gekomen waren en dat ..zoo zij dc resolutie eens wilden liooren lezen Sijn Ed. de zelve had". Waarop dc hecrcn ant woordden. dat „zulks niet noodig was, dewijl zij ze ten eersten stonden tc krij» Hadden zij er genoeg van? Van am» oliatks? II. E. KNAPPERT. INGEZONDEN MEDEDEELINGF.b a 60 Cent* per regel GROOTE HOUTSTRAAT- VERWULFT EEN VROUW OM VOOR TE VERVEN* OLVY STKOSCL (Nadruk verboden.) Eiken middag oia kwart over vijf siapu zij parmantig niet baar kleine voetje* don ruod.lrijpen looper van den wmi naar >ie tiop, welke baar lot, op de eerste verdieping bracbu Zij kwam dau natuurlijk van buiten en ging dan natuurlijk naar binnen, naar baai aaiuers op de eerste etage. want met dien winkel had zij rue'.e te znaken, hoege n&arad niets. Dat zou ook te dwaas zij® nietwaar; Peil meisje, dat zijdei, kouejo» draagt van de teurete kleur oliomp.'ign» en hoedjes, die zelfs de oogun van den meest verstokten vrijgezel verlustigen, en lolletjes, die schooner zijn dan de glim. lacli van <eu SpitAnsche. ach, zOó'n meisje kan natuurlijk nooit iets met een winkel u.tsiaacdo hebben. Zij woont er boogj iene boven. Dit zijn geen gedachten van den echrij er, vriendelijke lezeres en lezer. Oh, verre xn dalHet zijn de overp, n zingen van liet keurig g old eed o jongniensc. dat el. ken middag om kwart over vijf aan den verkam van den winkel etend te kijken aar do zijden kousjre, het vorrukkelijxs hoedje, en het eohoone toiletje, alsmede naar h-beeldschoon* meisje, dat m a: die heerlijkheden verpakt wasI Dat jonge manech stond daar oolr akrt roor zijn plezier; integendeel, hij stond sr voor zijn verdriet, want het griefde Hem zoo, dat „zij" altijd vreer precies liezelfde winkeldeur imging zonder ook maaï eens één enkel keertje haar dierli.i» kopje otn te wenden naar hém. Dat zijn zulke harde dingen in het leven van «en jongeman: verliefd zijn, je alle opoffe in ecu daarvoor getroosten en dan to: loon ;:et6 anders ontvangen dan d« kouds".-' onverschilligheid ven haar, wier glimlach je gelukkig kan molken- Zoo «e het leven.óók voor keurig ge. kleede jongelieden I Maar het is een oude waarheid, dat hel najagen dikwijls mooier Ie dan het bezit dat is mkuchicn ook we] de reden, wna» ons kcurir jongmensrh met zooveel volharding eiken middac het appèl deef verschijnen. Hij deed nog meer; iij zon -op plannen om dichter bij die zijden kousjes en dat leoVe-hoedje to ko non on doordat hij een goed salaris ver. bende on ontzaglijk veel costumes bezat tlnngdo"hij er betrekkelijk gauw in zoo'n ï'.an te verwezenlijken. On do ruiten van hen winkel stond nsmelïVk met zeldzaam kromme letters geschilderd /"hemische etoomwasscherij en ververij" Uw oude kleereu maken wij gloednieuw' Dat was een attractie op ziclizcif nie'. wati:Oude kieoren nieuw waken en dan bovendien nog gowasschcn met echten stoom en ton overvloede uog geverfd. kon het mooier Eu loo gebeurde het, dat toen op zeke ren mniriag de heldin van onze roman tiscbe gosohiedems weer met haar klem» bandje de winkeldeur opende daarna met haar kle.jie voetje- bet rood-trijp van u* vloer-beklceding betrad en met een gena dig knikje naar de winkeljuffrouw door dep tol bij de trap... zij op den voet ge. volgd werd door ons jongemonsch, die u- zijn hand een doos droeg eu in de ander* hand zijn hoed. De dear, wclko zij geopend had, werd door hem weer ge-loten. Het roode tapi dat r. ij hei reden hnd, werd door hem c-vei o:na belrcdeji en de winkeljuffrouw, die door haar gegroet w.v-, werd door hem vier kant voorbijgeloopcn. Totdat zij bij do trap waren, Toen riep Je winkeljuffrouw: ,,M* neerl U loopt verkeerd l" Hij keerde zioh om on stamelde. ..I'.p-pardon". Ilij zag het groote lichtgat van do deur. Vrijheid! En zoo vlug hij kon snelde hij erheen, angstzweet op zijn voorhoofd. „Meneer! U vergeet uw handschoenen at nl" Weer bleef hij staan, nu allerwege ont. butst. Waren dan werkelijk alle kwade go den tegen hem? Was er diui ai iet: -dat hij goed dood? Wat was hij hior eigenlijk komen doen? Hulpeloos keek hij rond plotseling onidekio hij dat „zij" op de trap haar kleine, verrukkelijke hoedje had afgezet, waardoor een weelde van kaston j,-bru-.no krulletjes vroolijk om haar be. koor", ijk kopje dar.-*e en nog meer gru tto vorleenoe aan haar verschijning. En het trof hom, haar zoo te zien staan. Met verrukte oagen koek hij tot haar op', liep voetje voor voetje in haar richting en bleef weer onderaan de trap staan Hij wilde haar van héél dieht bij toefluis teren hoo beeldig hij haar vond. hij wilde haar zeggen lioe dankbnar hij zijn ala hij winkelbediende zou zijn tn dezen winkel.in deze chemisch* toomwnascherij 1 „Uw handschoenen, meneer," moedigde de kleine godin hem aan, bomerkond, dat hij het doel van zijn komst -totaal verge ten liad. „Oh, meneer," sprak zij ^limlachnnd en blozend, ,.U bent heel em aal in de de winkeljuffrouw sta»! déSrl" Meteen snelde zij weg, naar boren. Bn hii bleef haar nastaren tot langzaam hot besef van de werkelijkheid weer tot ben» VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 550 PAPPA HOUDT BABY VAST Pappa merkt op, dat het nu zijn beurt is, om ba» by eens vast tc houden zij hoeven niet tc doen kreten van baby's vrou- of hij het zal laten val» I wclüke familieleden om len. li ij heeft het hcusch I het hoofdje op te hou» wel meer gedaan I den baby is vandaag wel erg bewegelijk, misschien is het beter om tc gaan zitten doet dit voorzichtig baby gorgelt en pappa constateert dat zij het bij hem nog zoo naar niet vindt waarop baby onmiddel» lijk van opinie verandert en begint te schreeuwen wipt haar op en neer tot acht den tijd gekomen, dc dames het hem ver-1 dat iemand anders haar bieden het kind heef; I weer eens overneemt en juist haar pap gehad I veegt zich het verhitte I voorhoofd. (Nadruk verboden) erug kwam. Als een verdwaalde pelgrim strompelde hij x-xar de toonuank toe. „Zijn di: uw handschoenen, meneer?'- vroeg de jufisouw innemend en zij pak.o do dot». Hij knikte. „Kan vk ze morgen komen halen?" „Als dl® doos hee.emaal vol is niet, me. neer. Zoo'n voorraad is genoeg voor uw lieele leven. U moei niet zoolang wachten tot al uw han'lschoenon vuil zijn." „Ja. daar hebt U gei ijk in. maar ik draag nooit handschoenen zie'. U-" Nu kon dc juffrouw haar lach ntei meet onderdrukken. Zij koerde zich even om. Toen zij Bijgekomen was nam zij een tob aar en knipte hot touw van de doe* „Vindt u het niet beier, dat ik even kijk wat er in zit, meneer? U bent veel te ver eirooid om bet zoo maar uit bei hoofd ie minnen ween. Misschien cijn hei wel gor Hij kn i-te gelaten en bleef afwezig naar i<u:ten staren tax de juffrouw hsa ont. dekking bad gedaan. „Gut meneer, het i» een colbert co-tuum Wat een prachtig grijs pakwilt u be: luien 6toornen?" Hij schudde het hoofd. „Chemisch wa66ehen met stoomen en verven. U maakt oude kloeren toon r „Zeker meneer, zeker. Maar het is zon de- van zoo'n mooi; nieuw pak. Enfxi, dat moet u zelf weten. Welke kleur?" ..Maak het maar kastanje bruin, die k.eur van het haar van die jongedame hierboven „Goed znonoor. Over veertien dagen is bet klaar. Mag ik uw naam en adres noteeren, dan zullen wij het laten bezor gen." Hij sprong op. „Neen, doet u dat fn 's hemelena&ar. niet. Ik wil het zelf komen halen. Daar gaat het immers om l Belt u maar op Prite Overaaltea Noord 38671." De juffrouw noteerde allee en Frits slen. u-rde don winkel uit. Buiten gekomen keek hij naar boven en lusschen de zwa. re gordijnen door zag hij twee liclitblau wc oogen, tallooze kastanjebruine lokken en krulletjes, en een glimlach.een spoi tendon glimlach. Enkele dagen later werd het lieftallig* mei-je met do zijden kousjes en de ver rukkclijke hoedjes, opnieuw op den voet gevolgd door het keurige jongmensch. „Zij" keek strak naai de trap, ofschoon zij glimlachte en „Hij" liep nu regel, recht naar de toonbank en zette er een doos op. De winkeljuffrouw knipte h<y touwtje door en nam er een brum co» tuum uit. „Welke kleur wilt u hebben, meneer?'- „Maak dit maar eens groen." „Goed meneer. Over veertien dagen klaar." En hot jongmensch verliet opnieuw den winkel; kook buiten omhoog en zag op nieuw diem glimlach van een rozenmond en twee rijen parelwitte taaiden. Maar ni was de lach nog spotender dan eerst Er gingen twee dagen voorbij. Toen her. haalde zich het spel opnieuw. Het meis je lachte zonder dat te laten blijken de winkeljuffrouw proeetie openlijk. Me» w&rig keek zij temdoue weer naar het uioo-u j»r-'--< met den keurig an gestreeu ten pantalon. „Welke kleur meneer?" „Neemt u nu maar eens paars." ,.Goed meneer, over veertien dage®." En buiten was de spottende laohl Het word voor Frits mlueschen een ge- woonto en eiken avond om kwart ©vei vijf droeg hij een costuum naar don win kel toe, alléén om het meisje van eijn ilroomen ie kUDnen zien vaji dichtbij. Nooit, Nooit was zij anders in haar op re den. In den winkel zag hij haar rug en haar blanke halsje. Et buiten zag hij haar glimlach vol hoon. Na twaalf keer in den winkel te zijn geweest waren al zijn co-tuums op. Hij Jroeg neg eleohts een tweed 6port jasje met oen hchl.grijzon broek. Vorder was alios in de verfpot. Ten etnde raad begon hij weer opnieuw en toen he' eerste oos- 'uum klaar was. gaf hij het meieen weer af om opnieuw geverfd te worden in een andere kleur. Des nachts lag hij ure® wakker om nieuwe kleuren uit te denken en tnee=:-il kwam het weer neer op CKtanjebrutn. Die tint vond hij pracn ugl Toen op een avond zat Frits alleen ibuis. De bel ging en verveeld deed hij -pen. Daar stond hij tegenover het mets ju met do kastanjebruine lokken! Me: één eiuak viel hij naar beneden en rocg haar waarmede hij haar helpen „Oh meneer, u kent mij wel niet, niet waar? Ik woon boven de etoomwassent rij „II bedoelt do Chemische Sioomwassohe. tij en Ververij, waar men oude kleeren gloednieuw maakt?" „Juist. F.n nu wil het toeval, dat ik -laar gordijnen had, laten verven, die ran- -luag klaar zouden zijn geweest en nu te .-le do»- nergens meer te vinden in den winkel. Het eenige. wai de juffrouw nog beeft i® een wit tennis pak van U, dar juist rood geverfd is Hebl u nu mis schien vanmiddag een verkeerde doos mee Friis schudde ontsfeld het hoofd. „Dat zal niet meevallen om het uit te •"eken! Weet u. al die doozen staan boven nóg anuiteepste. Tk zet ze altijd maar zoo neer en als ik er dan weer mee in den winkel kom maakt do juffrouw ze open. Mnar ik zal dadelijk voor U caan kijken. Wilt u even binnen komen?" TTt meisje aarzelde even, maar deed bet (och en samen mei Frits keken zij twaalf doozen na. De twaalfde bevatte haar gor dijnenl Oh wat ben ïk blii. Ik wilde ze beslist vanavond nog ophangen. Mag U har 'elijk bedanken voor do moeite! En... oh tot ziens in de wasscherij Zij wilde weggaan, maar hij hield haar terug. „Wadhf evenIk mag U zoo niet laten vaan. Hel is to laai en bovendien kunt U -la' Ewaro pak toeb niet dragen den tiee- len weg Kom. ik zal mijn hoed opzetten en een jas aandoen, dan zal ik U even weehrengen en het pak voor U dragen." Hij verdween even en kwam weldra te rug met een hoed. „Ik vergat zoowaar, dat al mijn jassen bij de vei very zijn. Ajs b het goed vindt ga ik zoo mei Li mee." Zij vanci bet goed. En zij vond nog veel meer goed, onder andere, dat hij bij haar huis een aJ i-raai maaku» voor den vol genden avond. „Trek je dau je grijze pak aan?" vroeg zij kmpoogend. „Ik bedoel het pak, waar. m je vroeger altijd stond te wachten aas den overkant. Weet je nog? Hè toe, dat 6iond je zoo leuk „Maar dat kan niet lieve, dat pak is aas:anjebruin geverfd 1" „Hè wat jammer. Dat ie weer echt zoo'n domme mannenslreekIMaar enfin, doe het totai maar aan, want het past je toen :n elk geval mooier." En zoo spraken zij af. Maar d.en volgenden avond sloeg eij ont zet hoor handen in oLkaai en riep: „Ia dat je grijze pak?" Hij JcniUe en vroeg wat eraan was. ..Je ze; dat htt kastanjebruin geworden was en het i» no:a bene hèl-groen! Hoo -un je nu zoo'n vergissmg begaan t" - Toen 6chudde hij meewang het hoofd en sprak„Vergeef mij dan ben ik zeker kleurenblind ..Ja", knikte zij, „Dat kan, want tegen de juffrouw in den winkel vertelde je ook dat ik kastanjebruin haar had en li ben warempel hoogblond!" Hij lachte cn i.ia haar in zijn armen, loen fluisterde hij WaI komen die -den- ren erop aan kind, je bent een vrouw om voor te sterven!" Toen vleide zij zacht haar blond kopje legen zijn schouder en zei: „Je bedoelt tooh zeker: om voor te verven 1"- (Nadruk verboden.)? KOLONlëN MR. FOCK NEEMT AFSCHEID VAN DE BESTUURDERS DER BUITENGEWESTEN. BATAVIA. 25 Maart (Anefa). Aneta verneemt, dat. naar aanleid ng van het feit, dat de Landvoogd op den eersten bcstuursconfcrentiedag d3nk had uitgesproken aan dc residenten en de Gouverneurs der Buitengewesten voor dc samenwerking, de Landvoogd heden op verzoek van laatstgenoemden gehoor verleende aan alle bestuurs hoofden der Buitengewesten, die af» scheid wenschten tc nemen van den binnenkort repatrieerenden landvoogd alvorens terug te keeren naar hun ressort. De heer Van Sandick, Gouverneur van Amboir..1, voerde namens hen het woord en betuigde dank voor de aan» gename samenwerking, den steun, dc hulp en onbeuring, welke zij bij ver» vulling van hun taak steeds van den Landvoogd mochten ondervinden. Hij sprak de grootste sympathie der be» stuurshoofden voor den Landvoogd uit en eindigde zijf» rede met den uitroep: Hou zee!" waarbij qllc bestuurshoof» den zich spontaan aansloten. FEUILLETON LANGS VERBORGEN PADEN Ze* Avonturen uit het leven van den beroemden EngeUchen detective HERBERT PORTER Vry bewerkt uit bot Engel*ch door ELLEN WAYLAND (Nadruk Verboden). 27) HET VIERDE AVONTUUR HET GEHEIMZINNIGE TELEFOON GESPREK. Herbert Porter zat in zijn rustige, smaakvol en gezellig gemeubelde stu» deerknmer in 't deftige Bcrlijnschc pen sion, waar hij voor ccnigcn tijd zijn tenten had opgeslagen, nu dc ontwar» rirg van de uiterst ingewikkelde knocic rijen bij dc groote mctaaltrust in Span» dau zijn aanwezigheid in de Duitsche rijkshoofdstad voor langoren tijd eisch» tc. Dc kamer lag in het halfdonker: op dc schrijftafel slechts brandde dc stu» dccrlnmp. Dc beroemde detective zat aan zijn bureau, verdiept in de studie van een nieuw dossier dat hem dien middag was ter hand gesteld. Juist had hij zijn hoofd geheven, hij keek strak voor zich uit de scherpe blik in de leege ruimte vóór hem ge richt, alsof hij oog in oog stond met een tegenstander; over heel het gelaat met den krachtigcn mond en dc sterke, bijna vierkante kin en het hooge intclli gente voorhoofd, lag een uitdrukking van energie cn sterke wilskracht Het was hem aan tc zien dat hij ernstig na» dacht en in zijn blik verried iets dat dit nadenken niet zonder resultaat was; dat de gevreesde cn scherpzinnige En» gelsche speurder een uitgangspunt had gevonden, vanwaar hij zijn onderzoek wellicht tot een goed resultaat zou kunnen brengen. De stilte in het rustige studeerver trek werd onderbroken door een be scheiden tikken op dc deur. De trekken van den detective ontspanden zich cn met een uitdrukking van misnoegen, die echter snel weer werd behccrscht, riep hij: „Binncnl" Dc deur werd geopend cn een vricn» dclijk kamermeisje kwam binnen dat hem beleefd meedeelde dat :r een lieer was die bem jiringend spreken moest. ..Ik heb immers gezegd dat ik door niemand gestoord wenschtc tc worden die geen speciaal afgcteckcnd hewijsje van mij heeft", zei Herbert Porter op niet onvriendclijkcn toon. „Waarom 'kom je nu toch een ge oncn czocker aandienen?" „Ik heb alle mogcijlke moeite gedaan om hem weg te krijgen", zei het mcis» je, „maar hij wil niet weggaan vóór hij u gcopioken beeft cn hjj zegt al» n ook maar een greintje me^schclijk ge voel bezit, u hem een oogenblikje moet tc woord staan". Dc deur van de kamer, die hnlfsge» opend gebleven was, ging eensklaps weer geheel open cn de bezoeker trad binnen: „Neemt u mij niet kwalijk, Mr. Porter", zet hij zenuwachtig, „dat ik u zoo om overvallen, maar ik moet u spreken. U kunt er zeker van zijn dat ik niet zoo zou hebben aangedrongen en zelfs onaangediend bij u zou zijn binnengekomen, als bet niet om het eigenaardigste en angstigste voorval was. dat ik ooit heb beleefd". Dc man zag er zoo ontdaan uit, dat de detective het niet van zich kon verkrijgen hem zoo maar weer te laten gaan; bovendien men kon immers nooit weten op welke geheimzinnige wijze 'tgecn dien man overkomen was in ver» band stond met dc zoo samengestelde zaak die hem naar Berlijn had gevoerd En was dat niet zoo, dc keten van zijn gedachten was nu toch onderbroken., dus kon hij zijn bezoeker licht even aanhooren. „Neemt u dan maar een oogenblik plaats", zei de detective en terwijl hij een sigarettendoos van zijn bureau op nam, vroeg hij: „Rookt u?" Dc bezoeker zette zich langzaam in dc hem geboden fuuteuil cn zei ver» strooid: „Dank u, ik zal nu liever niet roo» ken". Na zelf een sigaret te hebben opgc* stoken, zette Herbert Porter dc doos weer op het oureau cn wendde zich tot zijn bezoeker: „Zooals ik zie komt u van een avond» partij. Daar is iets voorgevallen dat u heclcmaal van streek heeft gebracht en daarom hebt u uw gezelschap tien mi» nuten later weer verlaten. Wat u ge» merkt hebt, is zoo onrustbarend, dat u niet kon besluiten om naar uw wo ning terug te keeren, ik mag wel zeggen dat u zich in jw huis niet vei lig zoü voelen." De bezoeker zag den spreker met wijd»opcn oogen aan. zonder iets te antwoorden. Na een lange pauze begon hij eindelijk aarzelend; „Ieder woord wat u zegt is juistmaar zegt u me ia hemelsnaam, Mr. Porter hoe ik dat allemaal weet?" vol» tooide dc ander den zin. „Ik denk dat dut gemakkelijk genoeg is. U bent in rok dus was u bij een avondpartij uitgenoodigd. Schouwburgbezoek is uit» gesloten, want in den schouwburg pleegt men geen lakmoliéres aan tc .doen. Het is nu kwart voor negenen vóór acht uur zal de partij niet begon» ncn zijn. Het pension waar ik woon ligt tamelijk ver van de buurten waar men avondpartijen geeft, ik kan gerust zeggen een half uur. De vreesetijke re» gen, die voor een goed half uur begon» nen is, heeft uw lakschoenen volkomen doorweekt cn u zoudt zeker een paar droge schoenen zijn gaan aantrekken als u niet een ernstige reden had om voor» loopig niet in uw woning terug te kee ren. De bezoeker keek een poosje den detective zwijgend nnn en knikte daar op. „U hebt gelijk. Tk zal probecrcn n zoo kort mogelijk deze ongelooflijke ge schiedenis tc vertellen. Ik weet voodoo» pig nog niet wat er achter steekt Maar veel goeds waarschijnlijk niet. Mijn naam is Loebe, Dt. Carl Loebe. Ik houd mij bezig met natuurkundige studiën en woon sedert een half jaar hier in Berlijn in een stille straat, om ongestoord een uitvinding, waaraan ik werk, tc kun nen voltooien. Ik ken hier zoo goed als niemaaid cn ga ook zoo goed ails nooit uit. Ik was dan ook buitengewoon ver baasd, toen ik vanochtend een uitnoo diging voor een avondpartij kreeg en nog wel van iemand dien ïk absoluut niet ken: dc bekende bankdirecteur Dr. van Bodendorff inviteerde mij om in zijn villa in Grünewald zijn gast te wil» len zijn voor het avondmaal. Nog meer verhaa.sd was ik toen ik zag dat de uit noodiging al voor vanavond was". „Dat is in elk geval geen gewoonte', viel dc detective den spreker in de .rede. I „Neen. Maar dit raadsel werd direct opgelost. Dc huisknecht die den brief bracht, verontschuldigde zich door te zeggen, dat hij de envtloppe m zijn zak had gehouden en pas vanochtend had teruggevonden. Toen wns hij het direct gaan bezorgen en hij voegde erbij of ik het hem niet kwalijk wilde nemen. En het kwam uit: de brief was op 12 Octo» bcr gedateerd, dat is dus de gewone termijn van acht dagen. Ik gaf den. knecht een fooi en hield de invitatie kaart besluiteloos in dc hand. Dc uit» noodiging kwam mij tamelijk ongelegen, ik zit druk in het werk cn bovendien ben ik geen liefhebber van dergelijke festijnen. Ik ben nu eenmaal een ccnigs* zins in mij zelf gekeerde natuuronder zoeker cn voel mij bij vreemden niet zoo thuis. Bovendien ben ik niet wat men noemt een „man van de wereld", j Maar aan den anderen kant: Dr. Von Bodendorff is iemand uit de allerbeste kringen; bij is geweldig rijk en staat be» kend als iemand die een royale hand heeft en gaarne wetenschappelijk werk steunt. Ik wist niet goed wat ik behoor» de te doen; bet eind van mijn overpeins .zingen was dat ik besloot de uitnoodi» jging aan te nemen ook omdat afs zrgcen op den laatsten ditg mij onbe» leefd toeleck. Zoo stuurde ik vanavond een jongen met mijn visitekaartje: dat ik dc uitnoodiging in vricndelijken dank aannam enz Precies om acht uur was j ik in de villa van den bankier. Het scheen mij toe dat dc huisknecht die miin overjas en hoed aannam mij een beetje verwonderd aanzag maar zoo» als ik zei. ik hen nu eenmaal een beetje onhandig in gezelschap en ik kon het mij ook wel verbeeld hebben. Ii de deur naar de salon stonden de gastheer en de gastvrouw, die dc honneurs waarna» men. Ik ging op ze.toc en zei: „Ik heb wel niet het genoegen u te kennen, mijn» heer Von Bodendorff, maar een zoo vriendelijke uitnoodiging meende ik niet te mogen ureigeren". (Wordt vervolgd), j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 9