B.J.VANLIEMT
HAARLEM'S DAGBLAD
Allover Nets
Etamine
Mousseline
Madras
FLITSEN
ZATERDAG 27 MRT.
1926
DERDE BLAD
HAARLEM'S PSEUDO-LEPROZEN
IN HET JAAR 1736
DE REPUBLIEK EN HAAR REGLEMENTEN
In dit artikel kom ik tot de eigen*"
lijke pieudo'Icpiozcn. die "k niet ver
geten heb, el moest ik dc andere pa»
tienten van het Leprozenhuis laten
voorgaan.
Ook dc Uaarlemschc burgemeesters
van heÈ" jaar 1736 schonken hun aan
dacht aan deze pa.ia's der samentc»
ving. zij 't op een gansch andere wijze.
Dc lezer herinnert zich. hoe Haar
Kdclc Groot Achtbaurhcdcns, zooals
burgemeesters destijds betiteld wer
den, aan de lOgcntcn van het Leprozen
huis gevraagd hadden, waardoor het
toch kwam dat in dc stad zoovel laza
russen rondzwierven. En hoe de re»
genten daarop hadden geantwpord. dat
liet geen lazarussen varen, maar leeg»
ioopers, die voorgaven met de lazanj
'besmet tc zijn om ongehinderd te
kunnen bedelen-
Ziehier de moeilijkheid, over dc op<
lossing waarvan burgemeesters en re»
genten het maar niet eens konden won
deneen moeilijkheid, waarvoor hc=
dcndaagsche armvcrzorgcis zich nog
,wcl eens geplaatst zien- Zulke lazarus
sen, zcidc mij dezer dagen een lid van
liet Burgerlijk Armbestuur naar aanlei
ding van hetgeen ik een vorige maal
schreef, zulke lazarussen zijn er nog
wcL Hij dacht aan dc velen, die liever
lui dan moe zijn, en zich onder het
een of ander voorwendsel aan allen ar
beid onttrekken. Voor zoover deze
mcnschcn voorgeven wel tc willen
maar niet tc kunnen werken, zou je ze
pseudo'wcrkwilligcti kunnen noemen.
Merkwaardige overeenkomst tusschcn
de kluchten \.in nu en toen, tusschcn
de ondervindingen der tegenwoordige
armmccrstcrs en die van tweehonderd
jaar geleden. lmmc:s wat verzekeren tl
dc hecrcn Tetterode en Aertsen, Je
toenmalige regenten van het Leprozen
huis? Dat zij „opnieuw een tweede ge»
ncralc schouwing over dc leprozen, die
op ordrc van haar Ed. Gr. Achtb- in
het huis gebracht waren, hadden laten
doen, en weer gelijk als dc vorige reis
cenigc die schoon geschouwen waren,
hadden laten uitgaan waarbij zij ver
zochten, dat haar Ed- Gr- Achtb. aan
dc zoodanige die uit het huis uitgingen,
een recommandatie geliefden te geven,
wijl anders tc vreczcn was, dat er van
de zoodanlgcn in 't kort wel weer in
't huis t uden komen, ter ooezakc
van hun luiheid, als denkende, dat zij
in 't huis wel verzorgd wc.den. en dat
rij voor'oude plunje weer nieuwe zouden
krijgen". Laz.arij of luiheid, daarom ging
het eigenlijk. Wij zouden zeggen: on»
macht of onwil. En dit was en Is
een der vraagstukken van armenzorg.
Waarheen met deze onnutte mcn
schcn? Opnemen in 't huis? Of laten
bedelen op 's hecrcn straten? Hierom
ging het tenslotte tusschcn burgemees
ters en regenten. Welk inzicht het win»
ncn zou. is niet moeilijk te raden. In
onze dagen geeft een geschilpunt tus»
schen de stedelijke overheid en het bc»
stuur van een godshuis licht aanleiding
tot het stellen van vragen. Wie be
slist? Welke is de verhouding tusschcn
het gemeentebestuur en het college van
regenten? Wat is een godshuis naar
zijn wezen en zijn oorsprong? Zulke
netelige vragen liet men vroeger ge
woonlijk rusten, en wat deze regenten
betreft: zij gaven bij voorbaat als'huh
voornemen te kennen, dat „wanneer
haar Ed. Gr. Achtb. geliefde te ordon-
nccrcn, zij zouden gehoorzamen". Het»
geen intusschcn niet zeggen wil, dat zij
zich aanstonds gewonnen gaven en hun
oordcel wijzigden.
Let maar eens op het verloop dezer
historie. Het komt mij voor, dat hier
het aangename met het nuttige ver»
cenigd is, en ik aarzel dan ook geen
oogenblik om uw aandacht tc vragen
door "t geen mij dienaangaande bekend
werd. Het eerste onderhoud „ter caine»
re" is afgcloopcn. „Na nog ecnigc
raisonncmcntcn over en weer", aldus
vernam ik van betrouwbare zijde, ..gin»
gen de regenten op de justitickamcr:
ondcrtusschen wierden de schouw»
meesters hinncn gescheld, die na ccni»
gen tijd met haer Ed. Gr. Achtb. over
dezelve zaak gesproken hebbende,
mede op de justitiekamer gaan mots»
ten; eindelijk lieten "haer Ed. Gr.
Achtb. dc twee gemelde regenten weer
op haar kamer komen". De anticham
bre was hier dus dc kamer van onzen
gemccnte>secrctaris, den heer Wesstra.
welk vertrek door een deur met dc
burgemeesterskamer verbonden is. En
dit anticharabrccrcn, waarbij dc hec-
- ren een en andermaal moesten „bui»
ten" staan en wachten op een burgc»
1 meesterlijk besluit, beeldt voor u af
het ontzag, dat dc achttiende eeuw
'den magistraat toonde.
Maar liet had de oplossing van het
vraagstuk niet nader gebracht, Burgc»
meesters handhaafden hun mecniiig,
'dat „het Lazarushuis de plaats was,
daar de mcnschcn moesten geholpen
worden", de tegenpartij bleef er bij.
dat het beter wis hen te plaatsen ..on
der het opzicht van hun ouders of hij
dc chirurgijns". Dc overheid tastte
nog niet door. Ze zond de hecrcn heen
met de boodschap: „wij zullen een
commissie benoemen om inspectie van
"t huis te nemen".
.In deze commissie namen zitting d*
stadssecretaris. dc heer Guldcwager.
en de beide pensionarissen. Naar mijn
mccnh-.g was ze tc eenzijdig samen ge
stcld: ik zou er dan ook op aangedror-
gen hebben een tweede commissie tc
benoemen, die de samenstelling der
eerste had te onderzoeken. Maar re»
genten wisten, beter dan ik. dat je op
deze wijze het gezag tc na zou komen.
Hoffelijk ontvingen zij dc afgevaardig
den der stedelijke regeermg, toen deze
gekomen waren „om de papieren ra
kende de lazarij tc lezen en te cxami--
nccrcn en om het huis tc bezichtigen
en zijn gclcgentheid op te nemen". Die
papieren namen ze mee. Of men ten
stadhuizc moeite met het oude schrift
heeft gehad, is mij niet bekend. Wel
weft ik. dat het zes maanden duurde
voor dat regenten een uitnoodiging
ontvingen dc zaak nog eens, nu met
den pensionaris, den heer Giliis. tc be
spreken. Over dit onderhoud kan ik
zwijgen. Immers de pensionaris herin
nerde slechts aan hetgeen burgemees
ters vroeger gezegd hadden, en dc re
genten herhaalden wat ze bij die gele
genheid zelf gezegd hadden. Overigens
openden dc hecrcn geen nieuwe ge
zichtspunten.
Wie zich in de achttiende eeuw een
beetje thuis voelt, vermoedt al. dat
een en ander zal uitloopcn op een re
glement. Juister gezegd, op de „ver»
nicuwing en nmplintie" van een bc.
staand reglement. In reglementen zoch
ten dc vaderen hun heil, het was alsof
ze er verzamelingen van aanlegden.
Ten slotte was het aantal zoo groot,
dat niemand ze meer waardeerde. Hoe
meer bepalingen, hoe meer overtredin
gen. en ik durf de stelling verdedigen,
dat dc Republiek nan reglementen is
ten gronde gegaan. In het ocval dat ons
bezig houdt, werden de pscudo.Icpro.
zen bercglementccrd. maar natuurlijk
niet genezen. Ik ontken dc Tnocilijk»
heid van het vraagstuk niet, ik wil niet
gehouden worden voor den bekenden
stuurman die aan wal staat. Maar :k
kan er inkomen, dat regenten naar een
nieuwe verordening niet verlangden.
Op een volgende bijeenkomst deelde
de heer Gillis, die dc commissie alleen
waarnam, aan regenten mee, dat bur
gemeesters tot een besluit gekomen
waren en dat ..zoo zij dc resolutie eens
wilden liooren lezen Sijn Ed. de
zelve had". Waarop dc hecrcn ant
woordden. dat „zulks niet noodig was,
dewijl zij ze ten eersten stonden tc krij»
Hadden zij er genoeg van? Van am»
oliatks?
II. E. KNAPPERT.
INGEZONDEN MEDEDEELINGF.b
a 60 Cent* per regel
GROOTE HOUTSTRAAT-
VERWULFT
EEN VROUW OM VOOR
TE VERVEN*
OLVY STKOSCL
(Nadruk verboden.)
Eiken middag oia kwart over vijf siapu
zij parmantig niet baar kleine voetje*
don ruod.lrijpen looper van den wmi
naar >ie tiop, welke baar lot, op de
eerste verdieping bracbu
Zij kwam dau natuurlijk van buiten en
ging dan natuurlijk naar binnen, naar baai
aaiuers op de eerste etage. want met dien
winkel had zij rue'.e te znaken, hoege
n&arad niets. Dat zou ook te dwaas zij®
nietwaar; Peil meisje, dat zijdei, kouejo»
draagt van de teurete kleur oliomp.'ign»
en hoedjes, die zelfs de oogun van den
meest verstokten vrijgezel verlustigen, en
lolletjes, die schooner zijn dan de glim.
lacli van <eu SpitAnsche. ach, zOó'n
meisje kan natuurlijk nooit iets met een
winkel u.tsiaacdo hebben. Zij woont er
boogj iene boven.
Dit zijn geen gedachten van den echrij
er, vriendelijke lezeres en lezer. Oh, verre
xn dalHet zijn de overp, n zingen van
liet keurig g old eed o jongniensc. dat el.
ken middag om kwart over vijf aan den
verkam van den winkel etend te kijken
aar do zijden kousjre, het vorrukkelijxs
hoedje, en het eohoone toiletje, alsmede
naar h-beeldschoon* meisje, dat m a:
die heerlijkheden verpakt wasI
Dat jonge manech stond daar oolr akrt
roor zijn plezier; integendeel, hij stond
sr voor zijn verdriet, want het griefde
Hem zoo, dat „zij" altijd vreer precies
liezelfde winkeldeur imging zonder ook
maaï eens één enkel keertje haar dierli.i»
kopje otn te wenden naar hém. Dat zijn
zulke harde dingen in het leven van «en
jongeman: verliefd zijn, je alle opoffe
in ecu daarvoor getroosten en dan to: loon
;:et6 anders ontvangen dan d« kouds".-'
onverschilligheid ven haar, wier glimlach
je gelukkig kan molken-
Zoo «e het leven.óók voor keurig ge.
kleede jongelieden I
Maar het is een oude waarheid, dat hel
najagen dikwijls mooier Ie dan het bezit
dat is mkuchicn ook we] de reden, wna»
ons kcurir jongmensrh met zooveel
volharding eiken middac het appèl
deef verschijnen. Hij deed nog meer;
iij zon -op plannen om dichter bij die
zijden kousjes en dat leoVe-hoedje to ko
non on doordat hij een goed salaris ver.
bende on ontzaglijk veel costumes bezat
tlnngdo"hij er betrekkelijk gauw in zoo'n
ï'.an te verwezenlijken. On do ruiten van
hen winkel stond nsmelïVk met zeldzaam
kromme letters geschilderd
/"hemische etoomwasscherij en ververij"
Uw oude kleereu maken wij gloednieuw'
Dat was een attractie op ziclizcif nie'.
wati:Oude kieoren nieuw waken en dan
bovendien nog gowasschcn met echten
stoom en ton overvloede uog geverfd.
kon het mooier
Eu loo gebeurde het, dat toen op zeke
ren mniriag de heldin van onze roman
tiscbe gosohiedems weer met haar klem»
bandje de winkeldeur opende daarna met
haar kle.jie voetje- bet rood-trijp van u*
vloer-beklceding betrad en met een gena
dig knikje naar de winkeljuffrouw door
dep tol bij de trap... zij op den voet ge.
volgd werd door ons jongemonsch, die u-
zijn hand een doos droeg eu in de ander*
hand zijn hoed.
De dear, wclko zij geopend had, werd
door hem weer ge-loten. Het roode tapi
dat r. ij hei reden hnd, werd door hem c-vei
o:na belrcdeji en de winkeljuffrouw, die
door haar gegroet w.v-, werd door hem vier
kant voorbijgeloopcn. Totdat zij bij do trap
waren, Toen riep Je winkeljuffrouw: ,,M*
neerl U loopt verkeerd l"
Hij keerde zioh om on stamelde.
..I'.p-pardon". Ilij zag het groote lichtgat
van do deur. Vrijheid! En zoo vlug hij
kon snelde hij erheen, angstzweet op zijn
voorhoofd.
„Meneer! U vergeet uw handschoenen
at
nl"
Weer bleef hij staan, nu allerwege ont.
butst. Waren dan werkelijk alle kwade go
den tegen hem? Was er diui ai iet: -dat hij
goed dood? Wat was hij hior eigenlijk
komen doen? Hulpeloos keek hij rond
plotseling onidekio hij dat „zij" op de
trap haar kleine, verrukkelijke hoedje had
afgezet, waardoor een weelde van kaston
j,-bru-.no krulletjes vroolijk om haar be.
koor", ijk kopje dar.-*e en nog meer gru
tto vorleenoe aan haar verschijning.
En het trof hom, haar zoo te zien staan.
Met verrukte oagen koek hij tot haar op',
liep voetje voor voetje in haar richting
en bleef weer onderaan de trap staan
Hij wilde haar van héél dieht bij toefluis
teren hoo beeldig hij haar vond. hij
wilde haar zeggen lioe dankbnar hij
zijn ala hij winkelbediende zou zijn tn
dezen winkel.in deze chemisch*
toomwnascherij 1
„Uw handschoenen, meneer," moedigde
de kleine godin hem aan, bomerkond, dat
hij het doel van zijn komst -totaal verge
ten liad.
„Oh, meneer," sprak zij ^limlachnnd
en blozend, ,.U bent heel em aal in de
de winkeljuffrouw sta»! déSrl"
Meteen snelde zij weg, naar boren. Bn
hii bleef haar nastaren tot langzaam hot
besef van de werkelijkheid weer tot ben»
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 550
PAPPA HOUDT BABY VAST
Pappa merkt op, dat het
nu zijn beurt is, om ba»
by eens vast tc houden
zij hoeven niet tc doen kreten van baby's vrou-
of hij het zal laten val» I wclüke familieleden om
len. li ij heeft het hcusch I het hoofdje op te hou»
wel meer gedaan I den
baby is vandaag wel erg
bewegelijk, misschien is
het beter om tc gaan
zitten
doet dit voorzichtig
baby gorgelt en pappa
constateert dat zij het
bij hem nog zoo naar
niet vindt
waarop baby onmiddel»
lijk van opinie verandert
en begint te schreeuwen
wipt haar op en neer tot acht den tijd gekomen,
dc dames het hem ver-1 dat iemand anders haar
bieden het kind heef; I weer eens overneemt en
juist haar pap gehad I veegt zich het verhitte
I voorhoofd.
(Nadruk verboden)
erug kwam. Als een verdwaalde pelgrim
strompelde hij x-xar de toonuank toe.
„Zijn di: uw handschoenen, meneer?'-
vroeg de jufisouw innemend en zij pak.o
do dot».
Hij knikte.
„Kan vk ze morgen komen halen?"
„Als dl® doos hee.emaal vol is niet, me.
neer. Zoo'n voorraad is genoeg voor uw
lieele leven. U moei niet zoolang wachten
tot al uw han'lschoenon vuil zijn."
„Ja. daar hebt U gei ijk in. maar
ik draag nooit handschoenen zie'. U-"
Nu kon dc juffrouw haar lach ntei meet
onderdrukken. Zij koerde zich even om.
Toen zij Bijgekomen was nam zij een
tob aar en knipte hot touw van de doe*
„Vindt u het niet beier, dat ik even kijk
wat er in zit, meneer? U bent veel te ver
eirooid om bet zoo maar uit bei hoofd ie
minnen ween. Misschien cijn hei wel gor
Hij kn i-te gelaten en bleef afwezig naar
i<u:ten staren tax de juffrouw hsa ont.
dekking bad gedaan.
„Gut meneer, het i» een colbert co-tuum
Wat een prachtig grijs pakwilt u be:
luien 6toornen?"
Hij schudde het hoofd.
„Chemisch wa66ehen met stoomen en
verven. U maakt oude kloeren toon
r „Zeker meneer, zeker. Maar het is zon
de- van zoo'n mooi; nieuw pak. Enfxi,
dat moet u zelf weten. Welke kleur?"
..Maak het maar kastanje bruin, die
k.eur van het haar van die jongedame
hierboven
„Goed znonoor. Over veertien dagen is
bet klaar. Mag ik uw naam en adres
noteeren, dan zullen wij het laten bezor
gen."
Hij sprong op.
„Neen, doet u dat fn 's hemelena&ar.
niet. Ik wil het zelf komen halen. Daar
gaat het immers om l Belt u maar op
Prite Overaaltea Noord 38671."
De juffrouw noteerde allee en Frits slen.
u-rde don winkel uit. Buiten gekomen
keek hij naar boven en lusschen de zwa.
re gordijnen door zag hij twee liclitblau
wc oogen, tallooze kastanjebruine lokken
en krulletjes, en een glimlach.een spoi
tendon glimlach.
Enkele dagen later werd het lieftallig*
mei-je met do zijden kousjes en de ver
rukkclijke hoedjes, opnieuw op den voet
gevolgd door het keurige jongmensch.
„Zij" keek strak naai de trap, ofschoon
zij glimlachte en „Hij" liep nu regel,
recht naar de toonbank en zette er een
doos op. De winkeljuffrouw knipte h<y
touwtje door en nam er een brum co»
tuum uit.
„Welke kleur wilt u hebben, meneer?'-
„Maak dit maar eens groen."
„Goed meneer. Over veertien dagen
klaar."
En hot jongmensch verliet opnieuw den
winkel; kook buiten omhoog en zag op
nieuw diem glimlach van een rozenmond
en twee rijen parelwitte taaiden. Maar ni
was de lach nog spotender dan eerst
Er gingen twee dagen voorbij. Toen her.
haalde zich het spel opnieuw. Het meis
je lachte zonder dat te laten blijken
de winkeljuffrouw proeetie openlijk. Me»
w&rig keek zij temdoue weer naar het
uioo-u j»r-'--< met den keurig an gestreeu
ten pantalon.
„Welke kleur meneer?"
„Neemt u nu maar eens paars."
,.Goed meneer, over veertien dage®."
En buiten was de spottende laohl
Het word voor Frits mlueschen een ge-
woonto en eiken avond om kwart ©vei
vijf droeg hij een costuum naar don win
kel toe, alléén om het meisje van eijn
ilroomen ie kUDnen zien vaji dichtbij.
Nooit, Nooit was zij anders in haar op
re den. In den winkel zag hij haar rug
en haar blanke halsje. Et buiten zag hij
haar glimlach vol hoon.
Na twaalf keer in den winkel te zijn
geweest waren al zijn co-tuums op. Hij
Jroeg neg eleohts een tweed 6port jasje
met oen hchl.grijzon broek. Vorder was
alios in de verfpot. Ten etnde raad begon
hij weer opnieuw en toen he' eerste oos-
'uum klaar was. gaf hij het meieen weer
af om opnieuw geverfd te worden in een
andere kleur. Des nachts lag hij ure®
wakker om nieuwe kleuren uit te denken
en tnee=:-il kwam het weer neer op
CKtanjebrutn. Die tint vond hij pracn
ugl
Toen op een avond zat Frits alleen
ibuis. De bel ging en verveeld deed hij
-pen. Daar stond hij tegenover het mets
ju met do kastanjebruine lokken!
Me: één eiuak viel hij naar beneden en
rocg haar waarmede hij haar helpen
„Oh meneer, u kent mij wel niet, niet
waar? Ik woon boven de etoomwassent
rij
„II bedoelt do Chemische Sioomwassohe.
tij en Ververij, waar men oude kleeren
gloednieuw maakt?"
„Juist. F.n nu wil het toeval, dat ik
-laar gordijnen had, laten verven, die ran-
-luag klaar zouden zijn geweest en nu te
.-le do»- nergens meer te vinden in den
winkel. Het eenige. wai de juffrouw nog
beeft i® een wit tennis pak van U, dar
juist rood geverfd is Hebl u nu mis
schien vanmiddag een verkeerde doos mee
Friis schudde ontsfeld het hoofd.
„Dat zal niet meevallen om het uit te
•"eken! Weet u. al die doozen staan boven
nóg anuiteepste. Tk zet ze altijd maar
zoo neer en als ik er dan weer mee in den
winkel kom maakt do juffrouw ze open.
Mnar ik zal dadelijk voor U caan kijken.
Wilt u even binnen komen?"
TTt meisje aarzelde even, maar deed bet
(och en samen mei Frits keken zij twaalf
doozen na. De twaalfde bevatte haar gor
dijnenl
Oh wat ben ïk blii. Ik wilde ze beslist
vanavond nog ophangen. Mag U har
'elijk bedanken voor do moeite! En...
oh tot ziens in de wasscherij
Zij wilde weggaan, maar hij hield haar
terug.
„Wadhf evenIk mag U zoo niet laten
vaan. Hel is to laai en bovendien kunt U
-la' Ewaro pak toeb niet dragen den tiee-
len weg Kom. ik zal mijn hoed opzetten
en een jas aandoen, dan zal ik U even
weehrengen en het pak voor U dragen."
Hij verdween even en kwam weldra te
rug met een hoed.
„Ik vergat zoowaar, dat al mijn jassen
bij de vei very zijn. Ajs b het goed vindt
ga ik zoo mei Li mee."
Zij vanci bet goed. En zij vond nog veel
meer goed, onder andere, dat hij bij haar
huis een aJ i-raai maaku» voor den vol
genden avond.
„Trek je dau je grijze pak aan?" vroeg
zij kmpoogend. „Ik bedoel het pak, waar.
m je vroeger altijd stond te wachten aas
den overkant. Weet je nog? Hè toe, dat
6iond je zoo leuk
„Maar dat kan niet lieve, dat pak is
aas:anjebruin geverfd 1"
„Hè wat jammer. Dat ie weer echt zoo'n
domme mannenslreekIMaar enfin, doe
het totai maar aan, want het past je toen
:n elk geval mooier."
En zoo spraken zij af.
Maar d.en volgenden avond sloeg eij ont
zet hoor handen in oLkaai en riep: „Ia
dat je grijze pak?" Hij JcniUe en vroeg
wat eraan was.
..Je ze; dat htt kastanjebruin geworden
was en het i» no:a bene hèl-groen! Hoo
-un je nu zoo'n vergissmg begaan t" -
Toen 6chudde hij meewang het hoofd
en sprak„Vergeef mij dan ben ik
zeker kleurenblind
..Ja", knikte zij, „Dat kan, want tegen
de juffrouw in den winkel vertelde je ook
dat ik kastanjebruin haar had en li ben
warempel hoogblond!"
Hij lachte cn i.ia haar in zijn armen,
loen fluisterde hij WaI komen die -den-
ren erop aan kind, je bent een vrouw om
voor te sterven!"
Toen vleide zij zacht haar blond kopje
legen zijn schouder en zei: „Je bedoelt
tooh zeker: om voor te verven 1"-
(Nadruk verboden.)?
KOLONlëN
MR. FOCK NEEMT AFSCHEID
VAN DE BESTUURDERS
DER BUITENGEWESTEN.
BATAVIA. 25 Maart (Anefa).
Aneta verneemt, dat. naar aanleid ng
van het feit, dat de Landvoogd op den
eersten bcstuursconfcrentiedag d3nk
had uitgesproken aan dc residenten en
de Gouverneurs der Buitengewesten
voor dc samenwerking, de Landvoogd
heden op verzoek van laatstgenoemden
gehoor verleende aan alle bestuurs
hoofden der Buitengewesten, die af»
scheid wenschten tc nemen van den
binnenkort repatrieerenden landvoogd
alvorens terug te keeren naar hun
ressort.
De heer Van Sandick, Gouverneur
van Amboir..1, voerde namens hen het
woord en betuigde dank voor de aan»
gename samenwerking, den steun, dc
hulp en onbeuring, welke zij bij ver»
vulling van hun taak steeds van den
Landvoogd mochten ondervinden. Hij
sprak de grootste sympathie der be»
stuurshoofden voor den Landvoogd uit
en eindigde zijf» rede met den uitroep:
Hou zee!" waarbij qllc bestuurshoof»
den zich spontaan aansloten.
FEUILLETON
LANGS VERBORGEN
PADEN
Ze* Avonturen uit het leven van
den beroemden EngeUchen detective
HERBERT PORTER
Vry bewerkt uit bot Engel*ch door
ELLEN WAYLAND
(Nadruk Verboden).
27)
HET VIERDE AVONTUUR
HET GEHEIMZINNIGE TELEFOON
GESPREK.
Herbert Porter zat in zijn rustige,
smaakvol en gezellig gemeubelde stu»
deerknmer in 't deftige Bcrlijnschc pen
sion, waar hij voor ccnigcn tijd zijn
tenten had opgeslagen, nu dc ontwar»
rirg van de uiterst ingewikkelde knocic
rijen bij dc groote mctaaltrust in Span»
dau zijn aanwezigheid in de Duitsche
rijkshoofdstad voor langoren tijd eisch»
tc. Dc kamer lag in het halfdonker: op
dc schrijftafel slechts brandde dc stu»
dccrlnmp. Dc beroemde detective zat
aan zijn bureau, verdiept in de studie
van een nieuw dossier dat hem dien
middag was ter hand gesteld.
Juist had hij zijn hoofd geheven, hij
keek strak voor zich uit de scherpe
blik in de leege ruimte vóór hem ge
richt, alsof hij oog in oog stond met
een tegenstander; over heel het gelaat
met den krachtigcn mond en dc sterke,
bijna vierkante kin en het hooge intclli
gente voorhoofd, lag een uitdrukking
van energie cn sterke wilskracht Het
was hem aan tc zien dat hij ernstig na»
dacht en in zijn blik verried iets dat dit
nadenken niet zonder resultaat was;
dat de gevreesde cn scherpzinnige En»
gelsche speurder een uitgangspunt had
gevonden, vanwaar hij zijn onderzoek
wellicht tot een goed resultaat zou
kunnen brengen.
De stilte in het rustige studeerver
trek werd onderbroken door een be
scheiden tikken op dc deur. De trekken
van den detective ontspanden zich cn
met een uitdrukking van misnoegen,
die echter snel weer werd behccrscht,
riep hij: „Binncnl"
Dc deur werd geopend cn een vricn»
dclijk kamermeisje kwam binnen dat
hem beleefd meedeelde dat :r een lieer
was die bem jiringend spreken moest.
..Ik heb immers gezegd dat ik door
niemand gestoord wenschtc tc worden
die geen speciaal afgcteckcnd hewijsje
van mij heeft", zei Herbert Porter op
niet onvriendclijkcn toon. „Waarom
'kom je nu toch een ge oncn czocker
aandienen?"
„Ik heb alle mogcijlke moeite gedaan
om hem weg te krijgen", zei het mcis»
je, „maar hij wil niet weggaan vóór hij
u gcopioken beeft cn hjj zegt al» n
ook maar een greintje me^schclijk ge
voel bezit, u hem een oogenblikje moet
tc woord staan".
Dc deur van de kamer, die hnlfsge»
opend gebleven was, ging eensklaps
weer geheel open cn de bezoeker trad
binnen: „Neemt u mij niet kwalijk,
Mr. Porter", zet hij zenuwachtig, „dat
ik u zoo om overvallen, maar ik moet
u spreken. U kunt er zeker van zijn dat
ik niet zoo zou hebben aangedrongen
en zelfs onaangediend bij u zou zijn
binnengekomen, als bet niet om het
eigenaardigste en angstigste voorval
was. dat ik ooit heb beleefd".
Dc man zag er zoo ontdaan uit, dat
de detective het niet van zich kon
verkrijgen hem zoo maar weer te laten
gaan; bovendien men kon immers nooit
weten op welke geheimzinnige wijze
'tgecn dien man overkomen was in ver»
band stond met dc zoo samengestelde
zaak die hem naar Berlijn had gevoerd
En was dat niet zoo, dc keten van zijn
gedachten was nu toch onderbroken.,
dus kon hij zijn bezoeker licht even
aanhooren.
„Neemt u dan maar een oogenblik
plaats", zei de detective en terwijl hij
een sigarettendoos van zijn bureau op
nam, vroeg hij: „Rookt u?"
Dc bezoeker zette zich langzaam in
dc hem geboden fuuteuil cn zei ver»
strooid:
„Dank u, ik zal nu liever niet roo»
ken".
Na zelf een sigaret te hebben opgc*
stoken, zette Herbert Porter dc doos
weer op het oureau cn wendde zich tot
zijn bezoeker:
„Zooals ik zie komt u van een avond»
partij. Daar is iets voorgevallen dat u
heclcmaal van streek heeft gebracht en
daarom hebt u uw gezelschap tien mi»
nuten later weer verlaten. Wat u ge»
merkt hebt, is zoo onrustbarend, dat
u niet kon besluiten om naar uw wo
ning terug te keeren, ik mag wel
zeggen dat u zich in jw huis niet vei
lig zoü voelen."
De bezoeker zag den spreker met
wijd»opcn oogen aan. zonder iets te
antwoorden. Na een lange pauze begon
hij eindelijk aarzelend; „Ieder woord
wat u zegt is juistmaar zegt u me
ia hemelsnaam, Mr. Porter
hoe ik dat allemaal weet?" vol»
tooide dc ander den zin. „Ik denk dat
dut gemakkelijk genoeg is. U bent in
rok dus was u bij een avondpartij
uitgenoodigd. Schouwburgbezoek is uit»
gesloten, want in den schouwburg
pleegt men geen lakmoliéres aan tc
.doen. Het is nu kwart voor negenen
vóór acht uur zal de partij niet begon»
ncn zijn. Het pension waar ik woon
ligt tamelijk ver van de buurten waar
men avondpartijen geeft, ik kan gerust
zeggen een half uur. De vreesetijke re»
gen, die voor een goed half uur begon»
nen is, heeft uw lakschoenen volkomen
doorweekt cn u zoudt zeker een paar
droge schoenen zijn gaan aantrekken als
u niet een ernstige reden had om voor»
loopig niet in uw woning terug te kee
ren. De bezoeker keek een poosje den
detective zwijgend nnn en knikte daar
op.
„U hebt gelijk. Tk zal probecrcn n
zoo kort mogelijk deze ongelooflijke ge
schiedenis tc vertellen. Ik weet voodoo»
pig nog niet wat er achter steekt Maar
veel goeds waarschijnlijk niet. Mijn
naam is Loebe, Dt. Carl Loebe. Ik houd
mij bezig met natuurkundige studiën en
woon sedert een half jaar hier in Berlijn
in een stille straat, om ongestoord een
uitvinding, waaraan ik werk, tc kun
nen voltooien. Ik ken hier zoo goed als
niemaaid cn ga ook zoo goed ails nooit
uit. Ik was dan ook buitengewoon ver
baasd, toen ik vanochtend een uitnoo
diging voor een avondpartij kreeg en
nog wel van iemand dien ïk absoluut
niet ken: dc bekende bankdirecteur Dr.
van Bodendorff inviteerde mij om in
zijn villa in Grünewald zijn gast te wil»
len zijn voor het avondmaal. Nog meer
verhaa.sd was ik toen ik zag dat de uit
noodiging al voor vanavond was".
„Dat is in elk geval geen gewoonte',
viel dc detective den spreker in de
.rede.
I „Neen. Maar dit raadsel werd direct
opgelost. Dc huisknecht die den brief
bracht, verontschuldigde zich door te
zeggen, dat hij de envtloppe m zijn zak
had gehouden en pas vanochtend had
teruggevonden. Toen wns hij het direct
gaan bezorgen en hij voegde erbij of ik
het hem niet kwalijk wilde nemen. En
het kwam uit: de brief was op 12 Octo»
bcr gedateerd, dat is dus de gewone
termijn van acht dagen. Ik gaf den.
knecht een fooi en hield de invitatie
kaart besluiteloos in dc hand. Dc uit»
noodiging kwam mij tamelijk ongelegen,
ik zit druk in het werk cn bovendien
ben ik geen liefhebber van dergelijke
festijnen. Ik ben nu eenmaal een ccnigs*
zins in mij zelf gekeerde natuuronder
zoeker cn voel mij bij vreemden niet
zoo thuis. Bovendien ben ik niet wat
men noemt een „man van de wereld",
j Maar aan den anderen kant: Dr. Von
Bodendorff is iemand uit de allerbeste
kringen; bij is geweldig rijk en staat be»
kend als iemand die een royale hand
heeft en gaarne wetenschappelijk werk
steunt. Ik wist niet goed wat ik behoor»
de te doen; bet eind van mijn overpeins
.zingen was dat ik besloot de uitnoodi»
jging aan te nemen ook omdat afs
zrgcen op den laatsten ditg mij onbe»
leefd toeleck. Zoo stuurde ik vanavond
een jongen met mijn visitekaartje: dat
ik dc uitnoodiging in vricndelijken dank
aannam enz Precies om acht uur was
j ik in de villa van den bankier. Het
scheen mij toe dat dc huisknecht die
miin overjas en hoed aannam mij een
beetje verwonderd aanzag maar zoo»
als ik zei. ik hen nu eenmaal een beetje
onhandig in gezelschap en ik kon het
mij ook wel verbeeld hebben. Ii de deur
naar de salon stonden de gastheer en
de gastvrouw, die dc honneurs waarna»
men. Ik ging op ze.toc en zei: „Ik heb
wel niet het genoegen u te kennen, mijn»
heer Von Bodendorff, maar een zoo
vriendelijke uitnoodiging meende ik niet
te mogen ureigeren".
(Wordt vervolgd), j