HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 12 JUNI 1926 TWEEDE BLAD
DE LIJDENDE FRANC.
HOE DE KWAAL TE GENEZEN?
EEN POLITIEK VAN JA EN AMEN.
Voor vandaag ziet de toestand er al
weer heet anders uit. Een nieuw plan
■wordt uitgebroeid, iets waj men tot nu
toe niet kende, althans niet in vollen
vredestijd: de restrictie. Toen hot be»
richt in de avondkranten kwam. dat
ir.cn resrriotie overwoog, keken de men»
6chen elkaar even aan en lazen dan
•weer door omdat nienv3,.d begreep
■waarop het neer rou komen. Het ccnïgo,
vat men opa :n een officieel comxnu»
niqué mededeelde, was dat de Msnlstei
van Financiën Raoul Péret het noodia<
fcclijk aahtte voor het welzijn van den
franc dat de import welke moet wo
den betaald met booge deviezen
aanmerkelijk moet worden inge»
krompen. En thans heeft men
ons ophelderingen gegeven wat die rev
Triotic beteekent en in hoeverre wc
haar zullen bemerken in het gewone da<
gclijksche leven. Het kom: hierop neer
da: de vier vereenigde ministers, d e
van Financiën, van Handel. van Land»
bouw en van Openbare Worker, een
wetsontwerp voorbereiden waarbij be.
paaid moe: worden dat alle bakkerijen
en alle slagers verplicht worden twee
dagen van de week te sluiten. Een
oegenbJik heeft men overwogen om als
in den mobilisatietijd weer broodkaar»
ten en idem voor het vlccsch in te voo
ren maar dit zou zoo een administra«
t:i:vc rompslomp geven dat de b; winds»
2.eden dit plan onmiddellijk hebben la»
ten varen. De administratie zou niet al»
ken handen vol geld kosten maar er
zouden ook maanden over heen gaan al»
vu:ens dit sys:ecm in werking zou kun»
ncn treden. En zoo oost dan is het nu
eer. kwestie om snel te werk te gaan
ten einde den Franc te redden uit de
penibele situatie die in cijfers urtigc»
crukt heet: het pond sterling ad 15b
francs.
Menig vacantiereiziger zal ons van
tijd tot tijd heimelijk verwcnschcn wnn«
neer we herhaaldelijk als onzen irm
sten wcnsch te kennen geven dat de
franc zoo spoedig mogelijk geneze van
de kwaal waaraan hij lijdt. Maar wan»
neer men hol1 wereldbelang begrijpt
van deze aangelegenheid, wanneer men
ean de hand van statistieken ziet. hoe
de ontwaarding van den franc ook ca»
tastrofalc afmetingen aanneemt voor
het buitenland, dan kan men zich niet
meer op het eng egoïstische standpunt
stellen om nog mcor francs voor een
gulden te willen krijgen, dan men thans
ontvangt.
Het buitenland dat in Frankrijk steeds
een groot afzetgebied vond, wordt meer
en meer gehandicapt, juist door den
lagen frankenkoers en de export kan er
evenmin van profitceren wijl de prijzen
dn tegenovergestelde richting gelijken
tred, houden nut de daling van het na
tion:! e geld. Vandaar dat er iets zeer
logisch zit in de rcdcnccring van der-
heer Raoul Péret, wanneer hij Chans hef
volk op de verplichting wijst om so»
berder te leven en uiterst zu-r.ig te zijn
met de allereerste levensmiddelen. !n
het restrictieplan is tevens opgenomen
het artikel brandstoffen. Ook daarin
zijn wc voornamelijk aangewezen op het
buitenland, en de tijd van in»zout»watcr<
gedrenkte papierproppen schijnt weer
aar. te breken. Triest vooruicaabht voor-
onzen Parijschen correspondent.)
9 Juni.
den aanstaanden winter! Maar, s
vraagt men zich met bezorgdheid af.
zal dit alles wel het resultaat opleveren
hetwelk men ervan moet verwachten?
Het is nog uiterst twijfelachtig, want de
eerste geslachte zoodra men van zoo
een maatregel hoort, is: dan sla ik voor
«wee dagen tegelijk in en het is alleen
vervelend dat ik een etmaal lang oud»
bekken brood zal moeten «en.
Het antwoord daarop is natuurlijk:
Ja. maar dan eet je minder. Aangeno»
men. Maar ik sla toch dezelfde hoeveel»
hcéd in en.de rest wordt weggegooid.
Een tweede gevaar is, dat de vrecm»
delingen die per jaar mükarden bln»
nen brengen, niet zullen nalaten om te
boudccrcn en dat zij elders hun vacan»
:;es zullen doorbrengen. Dit is werke»
lijk, zonder overdrijving, een overwc»
J waarmede men wel degelijk reke»
n.ng moet houden a! schijn: dit niet te
bestaan in officicc'.c kringen. We „er»
digen natuurlijk de goede bsdccliog
hopen van ganschcr harte da: het re»
sulfaten zal opleveren, maar di. soort
„Christian Sciëntisme" in de politiek
is een enorm gevaar.
U kent de geschiedenis van dien
mijnheer, die zonder overjas uitging
en liep te rillen in de kou maar hij zei
moedig Ik wil het niet koud hebben,
dus ik heb 't niet koud. Den volgenden
dag vertoonde zijn neus bedenkelijke
•crschijnsclcn en ondanks zichzelf
maakte hij allerlei knorrende geluiden,
Maar heel stoicijnsch antwoordde hij:
ril niet verkouden zijn. dus ik stop
geen zakdoek in inijn zak. Den derden
dag. och lieve tijd. had hij 39 gr.
koorts en hij beweerde als maar: lk
wil niet ziek zijn. dus ik heb geen
koorts. Den vierden dag werd hij ge»
kist.
En die politiek voert men ook wel
een beetje al te veel met den franc.
Op alles ja en amen zeggen is toch niet
een politiek welke men kan voeren in
een land dat van alle kanten wordt be»
drcigd: een te groot optimisme is een
enorm gevaar. Waarom niet den export
plaats van den import aangetast.
Onze eieren, onze bloemkool, onze
•ruchtcn, ullcs gaat naar het buitenland
lat voor een klein prijsje wil koopen.
Wat bewaard blijft voor de Franschc j
markten zijn inférieure kwaliteiten die-
op dollarbasis moeten worden betaald.
Kijk eens hoe dwaas het gaiit. De wol
moet worden ingevoerd en betaald in
dollars en ponden. 1 Iet gaat naar de
spinnerijen en in het Noorden. Is het
gesponnen dan wordt het uitgevoerd
mar Engeland en het komt in Frank»
ijk terug (betaald in ponden) om hier
door den kleermaker te worden ver»
werkt. Dat alles komt niet den franc
ten goede maar Integendeel onlwanrdt
het geld hoe langer hoe meer. In het
laatst - junr hebben we nl zóó een serie
experimenten meegemaakt, pogingen
im den franc weer op pootcn te zet»
en. dat we wel degelijk grondig de
óór», maar ook de nadeden moeten
overwegen van een -nieuw plan.
Achtereenvolgens hebben wo gehad:
n goudlccnint». een comité van ex»
perts. een vrijwillige belasting, een fis»
c-a1e inquisitie, de carnets de coupons.
regeling van de internationale schulden
I.ocarno, en nog tal van andere maat»
regelen welke zouden moeten leiden tot
de stabilisatie van den franc. Het was
ijdelc hoop en dus schijnt het dat de
kwaal ergens anders schuilt. Wanneer
men he: van die zijde beziet dan ongc»
twijfeld heeft de heer Raoul Péret groot
gelijk wanneer hij voorschrijft om de
cv -.ur wat nauwer aan te halen en
da ra hebben we wel sympathie voor
het plan. Maarwe leven in een Re»
publick en het lijkt een beetje naief van
een man met een routine als Péret. om
straks van de fractiechcfs te eischen
dat zij er hun goedkeuring aan hechten
dat de grootc menigte zich moet privee»
ren. Dat hoort men reeds van alle kan»
ten. En nu komen we juist waar we
wezen willen: Dat is de oorzaak waar»
om de franc onnatuurlijk laag blijft.
„Le chèr Blum" zou misschien ..en
petit comité" wel willen toegeven dat
Raoul Péret's maatregelen, hoe lugu»
ber ze er ook uitzien en hoeveel men
er ook tegen kan aanvoeren, precies in
de richting gaan om het kwaad te be»
strijden, maar als hij straks openlijk
zijn mccninci er over moet zeggen in de
volksvergadering, ja. dan zal het wel
heetcn dat het volk toch al zoo zwaar
te lijden heeft en dat men beter deed
om alle kapitalisten op brood en water
te zetten. Dat is het gevaar: de ecuwi*
ge politiek, de eeuwige verdeeldheid,
de waanzin dat een handjevol men»
schen de wcnschcn en het welzijn van
veertig milliocn menschcn heet te ver
tegenwoordigen.
Raoul Perct is een van die zeldzame
blauwe vogels die recht door zee gaan
en die niet a-lccn maar een zeer be»
grijpclijke minachting hebben voor al»
les wat r.aar partijpolitiek riekt. Het
gat dat bij voor zich zelf begon te gra»
ven is nl zeer dic-p; met restrictie sjouwt
hij den zerk aan om straks over zich
heen te trekken. Niemand zal het hem
kunnen vergeven dat hij in 's lands be»
lang een trap geeft tegen het heilige
huisje, het vestinkje dat midden in
Frankrijk sta.it en vanwaar men naar
n'lc kanten vuurt: dat huisje heet par»
tiipolitick Iedereen. zonder onder»
scheid, is bereid om zich nieuwe opof»
feringen te getroosten, maar de beslis»
singen van het zooveelste socialistische
congres scliFncn zoo een opoffering
niet toe te laten Waarom?Ja.
aarom.
De man die dat kan vertellen moet
r.og geboren worden. Ondertusschen is
liet pond sterling 158 francs waard....
HENRY A. TH. .LESTURGEON.
STADSNIEUWS
HET FILMKIJKSPEL
Cinema Palace.
Welk een virtuoos regisseur heeft
Schenck bewezen te zijn. in onder an»
deren „The Lady" (De ..Dame" uit de
Nachtkroeg) een film, gebouwd op een
rij On»origineele en vrij sentimentcele,
maar in ieder geval zeer zuivere basis.
Een regisseur moet wel een weerga»
loos artistiek mensch zijn om op een
dergelijke wijze zoo een onbelangrijke
novelle tot een waarachtig puur kunst»
product te .verwerken.
Wij spreken van een onbelangrijke
novelle omdat het thema wat er in be»
handeld wordt al zoo vele malen op
zoo vele- wijzen behandeld is gewor»
den, Doch willen daarmede niet zeg»
gen dut die novelle daarom minder
aannemelijk is of dut er minder juist in
begrepen is, de tragiek van de verlaten
Norma Talmadgc en alle andere ac»
tcurs en actrices met uitzondering
slechts vin St Aubyn (de jongere)
geven uitstekend spel. 'madge is
zelfs voortreffelijk in deze rol, die zij
van tal van zijden prachtig belicht.
Als de Amcrikaanschc filmindustrie
voort gaat films te vervaardigen zooals
wij die den laatstcn tijd hebben kunnen
bewonderen, dan behoeft het ons
wat het artistiek resultaat betreft
niet te berouwen dat Amerika het ge»
hcelc bedrijf in zijn grootkapitalist!»
sche maag heeft opgeslokt.
Buster Keaton heeft een wel geestige
rol gecreëerd in „De Ballonmaniak".
Verder niets dan lof voor het weten»
'schappelijk, interessant en actueel
nieuws. Vooral de Parijsche revuc»at»
tractics der Moulin Rouge. Casino de
Paris. Follies Bergères. Olympia enz.,
memoreeren wij als buitengewoon en
bezienswaardig.
Luxor»Theater.
Feest in het Luxor»Theater!
De heer Hartman, de directeur, heeft
zijn eerste tijdperk van vijf jaar te
Haarlem afgesloten.
En met eere!
Met een programma, dat klonk als
een klok.
Met bloemen van de collega's»bios»
coopdirecteuren en van het personeel
van het theater.
Met een bloemenhulde en een har»
telijke speech van den heer R. van der
Hilst Jr.. lid van het Van der Hi!st»Fn<
xcmble dat deze jubilcumwcck in zijn
theater optreedt, een speech waarin de
heer Van der Hilst den dank van den
heer Hartman aan het publick over»
bracht voor het trouwe bezoek aan
Luxor in de afgcloopcn vijf jaar en
verder den jubileerenden directeur
prees als een joviaal man en een goed
theaterleider, die steeds tracht zijn
publick het beste te dcvcn.
Met bij vele andere telegrammen
een telegram van gelukwensch van
niemand minder dan den gróótcn
Tuschinsky te Amsterdam!
Met een hartelijk applaus van het
publiek na de toespraak van Van der
Hilst, waaruit wel bleek dat de heer
Hartman tot algcmccne tevredenheid
gedurende deze vijf jaar heeft gewerkt.
Dat de jubilaris voor deze feestweck
een uitmuntend programma heeft sa»
mrngesteid spreekt vanzelf.
Een waarlijk zeer komische klucht,
aardige actualiteiten, goede muziek en
last not least een boeiend hoofd
nummer: „Voor het voetlicht", geken»
merkt door goede regie en treffend
spel vooral van Lil Dagovcr. die met
haar ex' -cssief gezicht zooveel bcrci»
ken kan. Misschien volgen de heftig»
dramatische tooneelen in dit filmwerk
wat snel op elkaar, maar dit ictwat»tc«
eel aan dramatiek wordt door zooveel
goede qualiteitcn gecompenseerd, dat
deze naar een roman van Felix Hollan»
der bewerkte rolprent zeker tot He zeer
goede films mag gerekend worden.
Het EnscmblcsVan der Hilst trad na
de pauze op en zorgde na de vele dm»
tischc conflicten van het hoofdnum»
mor voor den oullen lach.
De klucht ..Een zeer wild huwelijk"
had zeer veel succes en zal zeker ook
He komende daoer. nog heel veel be»
zoekers van 't Lux-r Theater doen
schateren van het lachen.
HET DIER VOOR DE LENS
Hij vrwi ev*n graag lulorrwturs als kaas, .wordt voorbereid door oen nauwkeu.
en heeft besloten tot een aanval op het rige inspectie van den wagen. Eronder
wereldrecord, die natuurlijkvandaan kruipend.
slaat daarna eigenpootlg den i
Haarlem's Dagblad. Nadruk verboden.)
De Kroon.
De aankondiging van de Kroon be»
vatte deze week een zeer nnntrekke»
lijke noot, nl. „Verwacht Watt en 1/2
Watt in hun creatie: „De Fotografen".
Wie op de avonden van Watt en 1/2
Watt de theaters vol ziet loopen, be»
hoeft niet lang in twijfel te zijn waar
het publiek in zijn films meer van
houdt, van lachen of hullen. In het
algemeen gesproken hebben wc de tij»
den, waarin stukken als De twee
Weezen" c.s. tot tranen toe roerden al
ver achter ons en vooral van de film
■crwacht het publiek meer den vroo»
lijken kant van het leven, ernstige
kunst zoekt mon moestal niet in de
bioscoop.
„De Ziel van Broadway", het hoofd»
nummer, dat deze weck in de Kroon
gaat is een „dramatisch beeld uit het
artistcnicvcn". De opeenstapeling van
tegenspoed die den geest in den farn:»
lickring van de eens zoo gevierde too»
ncclstor zoo verbittert, wordt ons in
schrille tonen geschilderd, tot gelukkig,
ais alles reddeloos verloren schijnt, uit
komst komt en alles zich ton goede
koert, zoodat we tot slot een heel
gezellige geanimeerde oudejaarsavond»
viering meemaken.
liet bij programma is heel amusant,
waarvan de teokenfilm, nu eens niet
van onzen bekenden kater, bijzonder
geestig en grappig gevonden is.
Scala-Theater.
Een mooi journaal, waarvan we
vooral de acrobatische afdccling noe
men. valt zeer in den smaak. Van de
komische nummers heeft het meeste suc
ces: „Een dagje naar buiten". Dat was
echt komisch.
Als eerste hoofdnummer wordt ge
draaid: „De dweeper", naar het bekende
werk van Sir Hall Caine. Degenen die
het bock gelezen hebben zullen zich de
geschiedenis wél herinneren en voor hen
die het werk niet kennen zij in het kort
gezegd dat de inhoud van liet bock zeer I
goed wordt weergegeven. We zien den
dweeper, John Storm, in zijn (wc zouden
haast zeggen fanatieke) liefde voor het
geestelijke en voor Glory, de vriendin
zijner jeugd. Zooals zoo dikwijls ge
schiedt zijn er nu weer de slechte
elementen die hier een'woordje mee
praten, die het vooral op de onervaren
meisjes in de groote wereldstad hebben
voorzien. Ook op Glory hebben zij het
oog laten vallen en alleen haar lieïde
voor John Storm houdt het meisje
slaande. Uit wraak daarover wordt de
dweeper valsch beschuldigd dat hij ge
zegd heeft dat Londen zal vergaai:. Het
volk wordt angstig en mishandelt John,
die zich van niets bewust is. Die hard
handige behandeling kost hem het leven.
Vooral de vertolkers van de hoofdrollen
maken dat we gaarne meer van dit soort
films zouden willen zien.
„De Brandende Locomotief" verplaatst
ons naar het Verre Westen, waar een
spoorbaan wordt aangelegd. De tegen
standers doen alle moeite ora te verhin
deren dat de lijn in gebruik zal worden
genomen. Niet allij.l bezigen zij daarvoor
eerlijke middelen. Vooral de Rooie An
derson speelt hierbij een voorname rol.
Veel sensationeele tooneelen komen in
dit nummer voor. De liefde voor het kind
speelt hier een groote rol, maar ook de
moed van Benson wekt sympathie. De
kleine jongen heeft een mooie rol.
Alles bijeen een programma dat we
gaarne aanbevelen.
CONCERT IN DEN HOUT van de
H. O. V. op Zondag 13 Juni te half
'drie, c-nd-er leiding van Wiillem Knikker.
I. Tciufeüsmtirsc'h F. v. Suppé
2. Ouverture „Frau Lunia" P. Lwioke
3. Les Patineurs, Valse E. Walditeufel
4. „CoppeÜa", Ballet L. Detóbes
5. Ouverture „La Grande duchesse
de Gerolstein J. Offenbach
6. „Ave Maria" Fr. Sdjiubert
7. Soenes pittoresques J. Massoae-t
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Sommige mcnschen houden van lezen
in een trein en halen een krant uit den
zak. zoodra /ij in hun. hoekje ncerge»
vallen ziin. Dat is hun goed recht, maar
het is dan ook het mijne om precies
andersom te doen. Vooral sedert som
mige groote bladen allerlei medische be»
schouwingen ten beste geven over al de
onderdeden en organen van het incn»
schclijk lichaam. Ik hou daar niet var-
Ze kunnen misschien hun nut hebben
(de beschouwingen, meen ik) maar in
't algemeen denk ik nooit aan mijn
lichaam, wanneer ik op re's ben. De
voeten zijn zoo vriendelijk om te loo»
per. als dat noodig is en de handen om
te grijpen als het te pas kom: en het
voornaamste van alles. c!j welwillende
motor, het hart. loopt wel zon.
der dat een mensch er aan
behoeft te denken als je nu
voortdurend leest van wat er aan han
den en voeten en hart kan gun man»
keeren. dan let je pas op handen, voc»
ten. hart en alles waarover al zoo ge»
schreven wordt en je voelt het minste
en geringste, waar je vroeger niet aan
cacht en verbeeld je 'feschkn allerlei
narigheid, d'e in de werkelijkheid niet
bestaat en komt vol zorg aan het doel
van de reis.
Daarom onder anderen lees ik nooit
in den trein.
Maar een gezellig praatje, daar ben
ik een vriend van. In het d"c!ijksch
leven ontmoet je zoo gewoonlijk gere»
geld dezelfde mcnschen. die hetzelfde te
vragen en te zee-gen hebben. Op reis
kom ;e alleen toevallige mcnschen te
gen. die gesprekken voeren over andere
onderwerpen. Natuurlijk kan dat mee»
en tegenvallen. Soms zit ie tegenover
iemand, die wat aardigs weet te vertel»
len en een anderen keer. reizende met
zeven andere mcnschen. heeft niemand
iele bijzonders te zeggen, jezelf das ook
niet. Een enkele maal gaat het zelfs
hrelcmaal den verkeerden knot uit.
En over dien ccncn keer zal ik nu
eens wat paan vertellen.
Ik ging op reis. Niet ver. Alleen maar
van Amsterdam neer Rotterdam. Als
inwoner ven Haarlem, zou je zeggen,
gn je in zoo'n geval naar het Harri-m-
sche station. stant in den sneltrein er.
komt zoo van/elf te Rotterdam. Anders
doe ik het ook altijd zoo. Dezen keer
niet. Het is nu zoo vaak gebeurd dat
ik op bet station te Haarlem wachtende
den sneltrein Amsterdam—den Haag-
Rotterdam voorhij zag stuiven. Dit heen
me altijd gehinderd Niet wegens mijn
eigen waardigheid Die kon er tegen.
Maar om de waardigheid van Haarlem,
die ik er door bclccdigd vond. Zoo
besloot ik dun, eerst naar Amsterdam'
te pnan en daar den sneltrein naar Rot»
terdam te nemen, den zoogennnmden
blikscmtrcin.
Deze malligheid moest verkeerd af»
loopen. Dat deed ze ook Niet in het
begin. Langs den trein slenterend zag
ik een paar coupés niet rooken leeg
staan, Wel te verstaan: derde klasse.
Dat is mijn stand als ik voor privé
rekening op reis ga. Voor de onderne»
ming ga ik altijd tweede, omdat ik dan
de nhonnés vertegenwoordig en ook
omdat de directie dan de kosten betaalt.
Dezen keer dus derde, want ik kon toen
nog niet weten, dat er kopy In zitten
!>U.
Twee coupés naast elkaar waren leeg.
Dit is altijd moeilijk. Overvloed van
ruimte is lastig, omdat je kiezen moet:
is er weinig ruimte, dan gaal het gau»
wer. is er één plaats open, dan neem je
die en is er heek-maal geen plaats, dun
komt het er niet meer op aan waar je
Instapt. Je bent toch overal even on»
welkom.
Maar twee leege coupés ïijn lastig
lk aarzelde dus. In welke ik zou binnen
gaan. Op eens schoot iemand met een
handkoffer mij voorbij en stapte in de
ccne leege coupé. Had ik toen muur da»
de-lijk de andere gekozen' helaas, 's men»
schen geluk of onheil hangt er vaak
van af. of hij de ccne dwarsstraat in»
slaat of de andere. Een oogenblik daar»
nu wis 'net al te laar Want de man met
het koffertje had plaats genomen, ztg
mij aarzelen en zei, ik moet zeggen heel
vriendelijk: „Komt u binnen. Er is nog
plaats genoeg". Daarop nam hij meteen
mijn citybag over, legde die in 't net
er. wees met een gracieus gebaar op de
hockpLi.vs tegenover hern. OntnlddcT
daarna schenen al de conducteurs door
een soort van coöperatieve stuip over»
vallen te worden Zij draafden langs
den trein, schreeuwden om strijd:
„alléén voor den Haag en Rotterdam!"
en sloegen de portieren dicht.llet kostte
mij haast mijn rechter huk. daar ik op
zooveel spoed niet voorbereid was.
Wij Nederlanders zijn nu eenmaal
geen energieke instappers. F.erst staan
wc een beetje voor de deur te draaien
(zullen we, zullen wc niet!) dan beslui»
ten wc langzamerhand het»zou»wel»
kunnen tillen eerst ons rechterbeen
op, heffen er het linker achteraan en
stappen in. Dit gebeurt als wc alléén
zijn Met gezelschap bij ons nog inng
niet. Lian duren de toebereidselen
voor een wereldreis van hier naar L'it»
geest nog veel langer. Het ligt in onzen
aard. Wc zijn langzaam van besluiten
en de trein schiet toch niet zoo maar
onder onze voorzichtige blikken weg.
Een tramdirecteur, van mijn kennis
noemt dar knullig. Het is geen
mooi woord, maar niet heelemnnl on»
waar En ik had dus bijna de hak van
mijn schoen verloren.
„Dat is mij' ook bijna eens gebeurd",
zei mijn medereiziger, de punt van een
sigaar afbijtende. En het was geen
rookcoupé. ..U heeft er zeker niets te»
gen!" Meteen joeg hu de brand er in.
Ik had er wel tegen. Waarom zou ik 't
plezierig vinden. langer dan een uur in
de rook van andermans sigaar te zit»
ten? Maar zeg eens iets onvriendelijks
tegen een medereiziger, met wien je
alleen in een coupé zit? Dat doet nic»
mand. De mensch is lafhartig van na»
tuur. Net als de tijger, maar die alleen
als hij geen honger heeft. Wij altijd.
Ook vóór tafel.
„Ja", zei mijn medereiziger, zijn si»
gaar aantrekkende, „pfpf.., 't ge»
beurde mi; eens te Leiden. Een witkiel
sloeg het portier bom achter mij dicht,
'k Had hem net op zijn tecnen getrapt.
Niet opzettelijk, zooiets doe je niet
met opzet. Muur hij had me een vorigen
keer een standje gemaakt, omdat ik
hem in den weg stond. Ik had zijn ge»
zicht onthouden en stapte opeens, toen
ik de kans schoon zag. pardoes midden
op zijn voeten. „Au!" schreeuwde
hij en sprong in de lucht- .,Par»
don", zei ik. Als je pardon zegt
is het een ongeluk. Als je geen pardon
zegt. nou ja maar ik zei pardon!"
„Zoo", zei ik.
„Juist", zei hij. „Kan ik u met een
sigaar dicr.cr.?"
„Dank u". zei ik. Sedert ik gelezen
heb van een bceldschoone dame, die
een c:garct aannam van een tenger
meisje cr\ toen ze wakker werd merk»
te. dat haar diamanten ter waarde van
een half milliocn verdwenen waren-
neem ik van een vreemdeling niets race»
aar.. In mijn citybag waren alleen maar
cen paar nieuwe sokken, eer nachthemd
en twee reepen chocola. En ik rook
geen sigaren.
„Anders beste", zei bij en blies een
welk uit als een locomotief. „Monsters
van mijn huis".
„Huis?" vroeg ik.
.Ja. van mijn huis. 't Huis waar ik
voor reis. Agent van buitenlandschc
huizen. Sigaren, parfumerie, dcurslo»
ten en borstelwaren".
„Vreemde combinatie", zei ik.
„Waarom? Twee branches voor hcc»
ren er twee branches voor dames. Al»
tijd klaar. Gister nog was ik bij eer.
firma, waar ik al meer aan geleverd
had. De man was dood. daar praatte
ik sl'ijd mee over sigaren en deurslo»
ten. De zaak werd voortgezet door zijn
vrouw. Die wou alleen over uarfume»
ric en borstelwaren koopen. Best. Mij
kan 'r niet schelen, ik ben onpartijdig".
Hij begon sneller te praten. Ik keek
hem r.an. Hij had een gewoon gezicht,
niet onaangenaam, maar met een paar
vreemde rimpels om zijn mond. Net
alsof dat gedeelte van zijn gezicht meer
gebruikt was. dan de rest. Zijn manier'
van praten leek precies op een spoor»
trein: het begint met moeite, lang»
zaam, dan gaat het wat vlugger, alweer
wat gauwer, floep altijd sneller en cin»
dclijk is hij op vollen gang. Zoo kwam
zijn mond ook langzamerhand op volle
iclhcid.
„Daar gaat een tram naar Haarlem.
Wie gaat er nu toch in een tram zitten,
als hij een spoortrein krijgen kan! Juf»
frouwenwerk. Een goed vervoermiddel
naar zoo'n stadje als Haarlem. Kent u
Haarlem? Ik ken het. Negerij".
„Hcclcmaal niet", zei ik. „maar ik
had evengoed tegen de Niagara kun»
nen zuchten. Hij hoorde het niet eens.
Op dat oogenblik vlogen wc juist door
't station te Haarlem heen. „Kijk de
mcnschen dom staan kijken. Net of ze
nooit een trein gezien hebben. Ge.
groet, muggen!"
„Meneer!" riep ik verontwaardigd.
„Toen ik nog op school was. heetten
ij vliegen en onze schoolkameraden,
die in 't naaste dorp woonden, waren
de wespen. Tweemaal in 't jaar voJl.ten
we in partijen, de vliegen regen de -vcs»
pen. wij wonnen 't altijd, de vliegen,
omdat ik zoo vreesdjjk sterk was. 't
Was altijd met Mei en November, als»
of 't om couponknipper te doen was.
Later in de gymnastiekvereeniging was
:k altijd de stc-'-ste. Aan de ringc.t.
aan de b.ug, overal. Twintig eerste prij
zen, meneer en een hoop andere, een
heele kast vol."
Hij ratelde zonder ophouden en I
me daarbij voortdurend strak aan. Dat
doet men niet. Als je met iemand :n
gesprek voert, ijk je nu e:; dan -.
wat op zij. om rust te geven. Anders is
het doodvermoeiend. En je houdt even
op om hem ook gelegenheid te geven
wat te zeggen, "ij niet, hij praatte maar
voort.
„Zwemt u? Niet? Nee, na:..„ jk
met. Tachtig proeent van de mannen
in Nederland kan niet zwemmen. Ec.i
v.-ondcr dat er n.et meer verdrink.a,
met al die slooten en kanalen. Ik
zwem wel. Als een walvisch. „Frans",
zei de directeur van de zwemschool
meermalen, „ik geloof dat je een am=
phible bent. ie leeft net zoogoed op 't
water als op hot land. „Beter" zei ik."
„Wat beter?" schreeuwde ik. maar
hij hoorde mij niet of lette er niet op.
„Land. water en iuoht. De vorige weck
ben ik nog van Hamburg gekomen. Kent
u Hamburg? Nier? De Nederlanders
blijven te veel bij hun pappot. Pradh»
tige stad. Hamburg, daar is Aanstond: i
niemendal bij. Mooie brcede straten en
pleinen. En dan de Alstcr. En een d.ak»
te in de haven van belang. Ik heb daar
■relaties, loop alle kantoren binnen. Te»
gen het middageten, zoo om een uur of
een, ga ik in een restaurant, vind daar
kennissen bij tier-!allen: ah, gutcn Tag,
Johann. MohF/eil, Fritz, komen ook der
Karl en der Julius en der Max. Setzen
Sic sicfltj kom mee eten. Ja, ais ik gast
heer wezen mag. In geen geval. Dan
niet, ik wil niet altijd gc-traoteerd wor»
don. Na deun, wie Sic wollen. Kellner,
wat Is er vandaag te eten? En dan
wordt er een Kalbshaxen opgediend,
waar een huishouden genoeg aan heeft
en ieder speelt op zijn gemak zooiets
naar binnen. Wonderbaarlijk, wat een
eetlust! Ik ook. en een lekkere flcsch
Rijnwijn of Moezel erbij. Prosit. Ge»
sundheif! Een goede maag en een flinke
mond, daar kom je in den handel ver
mee. Mag ik vragen, wat uw vak is?"
„Koopman in leeuwen en tijgers,"
wil ik zeggen, maar het is al te laat. Hij
is al weer doorgegaan. Zoo gauw praat
hij dat zijn tanden af en toe tegen el»
kaar klapperen. „Maar hoe kwam ïk zoo
op Hamburg? Ja, ik weot het alweer.
De lucht. Verleden week ben ik er nog
vandaan gekomen met een vliegenden
storm. Zes passagiers. Drie dames, drie
heeren. Allemaal luch'.ziek, behalve
Het stormt uit het zuidwesten, het vlieg»
tuig wordt opgenomen en weggesmeten.
net als een vlieger :n den orkaan. Bijna
even erg als zes weken geleden, toen
wc ui: Londen kwamen en de piloot
van zijn zitplaats weg moest en regen
me zei: „meneer, u :s de ccnigc. die bij
dit verschrikkelijke weer nog bij zijn
positieven is gebleven. Stuurt u even.
over vijf minuten ben ik terug"
„Steady, jongen." zeg ik. „de kcclbloe»
digstc mensch is toch een Hollander."
want al zijn er onder mijn landgenoo»
ten geen knip voer den neus waard, te»
genover den vreemdeling ho„ je ze
hoog. Toen hij tien minuten later terug»
kwam, zoo bleek als een lijk. van ar.gs:
en luchtzlektc, dacht ik dat het maar
drie minuten was geweest. Maar nu
Hamburg. De machine rees en daalde
maar aldoor, als een schommel op de
kermis. De regen kletterde tegen de
ruiten. Af en roe donderde het. „Wel
te rusten," ze; ik, maakte hot me ge»
makkelijk :n mijn fauteuil en sliep in.
Verder heb :k van de reis niet al'.,.v»
ten, maar toen ik wakker werd, stond
cc portier aan Schiphol met een groote
bel aan mijn oor te luiden. U heeft zeker
nog nooit gevlogen."
„Al honderd en zestig keer!" riep ik
maar het was vergecfsche moeire. Hij
was eenmaal in gang en kon zijn vaar:
niet meer stuiten. En altijd maar waren
zijn groene oogen, die flonkerden als
die van een groo'.cn kater, op mijn ge»
zicht gevestigd, alsof hij mij betoovcrcn
wou. Wc schoten door het station te
Leiden heen. „Geldverspilling," zei hij.
„Daar staan onze millioenen en geen
schepsel heeft er wat aan. Heeft u amfe»
tenaren in uw familie? Doet er niet toe,
ik wil ze allemaal afsdha-ffen, op ee-n
paar honderd na. Daar zeg ik dan tegen:
jelui krijgt allemaal twintigduizend gul»
den per jaar y zorgt maar, dat de boel
nu in orde blijft De rest de laan uit.
Geen pensioen, geen wachtgeld, alle»
maal larie. Bij mij in de familie niets
dan mannen van zaken. Mijn grootvader
een prachfabriek in de textielbranche,
mijn vader helaas geruïneerd door een
schelm van een compagnon, mijn ooms
steunpilaren van de Beurs, maar wat
ht-b je daaraan, als ze de familie niet
steunen willen. En ik vertegenwoordiger
van buitenlandsche huizen in parfum?»
ricén, sigaren, borstelwaren en deur»
sloten. Te Lubeck is me onlangs een di»
recteurspla-ats aangeboden; ik zeg: nee,
dank u leve het vaderland, ik ben al
op weg naar welvaart en rijkdom. C.ef
me tijd en ik win het. Nu staat er een
naamlooze ver --o*sc!:..p op het ge»
touw. Komt tot stand, ik worÜ dïrec»
tcur, maar er moeten nog een paar aan»
dtolcn gepls-.st worden, voor ander»
halve ton. U neemt natuurlijk geen aan»
declcn. N :uurlij->. niet. De Nederlander
speculeert liever in rubber."
Ik kijk uit, de trein is dicht bij den
Haag. Nu is er gelegenheid om aan de»
zen vcrschrikkelijken woordenvloed te
ontkomen. De trein rolt over de lijn
Rotterdam— Soheveningen, zijn woon»
den vloed ro't mee. Hij merkt miin be»
weging op. „Gaat u er uit in den Haag?
Ik dacht, dat u naar Rotterd„m moest.
De ijseiijke gedachte bekruipt me. dat
hij er mee uit zal stappen en met m.j in
een andere coupé gaan. Maar liij denkt
er niet aan. Zijn n-.cnl is alweer in ua«
weging. Hij praat geloof ik, over Blan»
kensteïn en Grocninx van Zoelen, ik
luister niet meer, de trein schiet langs
het perron in den Haag, ik ruk de deur
open, roep: „goeie reis," spring er uit
en loop weg.
Achter mij een hevig geschreeuw. Een
heer houdt mij iCgen. en wijst: „daar is
iemand, die u roept!" Ik keer om. hij
staat daar. de vreeselijke. de wauwelaar,
de waterval, de klctsma h'ne, hij staat
daar. vriendelijk glimlachend, voor de
coupé en houdt iets in de hoogte. Mijn
citybag. ..U zou haast uw bagage ver»
geten hebben." zegt hij beleefd en ïk
wring ui: mijn wanhopige keel een e»
luid dat „dank u" moet verbeelden en
neem dan haastig de vlucht, naar het
voorste gedeelte van den trein, zoover
mogelijk van hem af, van dien bluffer,
dien leuteraar, dien kJetskerel. En als ik
weer op reis moet, neem ik een boek
mee, een d:k boek en hang een bondjo
om mijn hals: doofstom.
FIDELIO.