HAARLEM'S DAGBLAD
FLITSEN
BIJDRAGEN TOT HET NEDERLANDSCHE
FOLKLORE.
BINNENLAND
FEUILLETON
DOOR EIGEN KRACHT
VRIJDAG 2 JULI 1926 DERDE BLAD
WAAR WIJ DEN VAAD'REN TROUW BLEVEN.
ALLGEMENDE HOFSTEDEN KLEEDING VOLKSAARD.
■Het te onize fout, dat wij m het ah
gemeen de besidhavirug beschouwen,
minstens doen of wij haar be-sohou*
wen: als ee,n onmetelijke verzameling
grillen, die niet eens altijd onze eigene
grillen zijn. wtaar aan wij ons ge du*
rende enkele maanden onderwerpen
om ze daar,na weer te laten varen, en
idie wij generaLitzee>ren onder het be*
grip: seizoien^mode. Het tegendeel is
waar! De beschaving is een eeuwig,
immer voller groeiend proces
Het te onjuist te denken dat wij op
omzeil tijd vooruit zijn. Ook staan wij
niet hooger in beschaving dan de ach*
ter ons liggenide geslachten. In<tege-n=
deel! Wij hebben de organisatie van
het Romeinsohe wereldrijk, noch het
zege tijd perk der Grieksche kunst, on*
danks al onize pedanterie, ooit kunnen
benaderen. Degenen die dan ook op
de verdwenen geslachten neerzien als
on onbeschaafde kannibalen, demon*
streeren daarmee slechts hunne on*
kunde in de geschiedenis. Of ziet u
verschil in onze kranten en de Acta
Diunna der Romeinen? tussohen onizen
postdienst en de An ga ren der oude
Perzen? tussohen een 20ste eeuwsch
iBuick en de aziatisdhe Harmamaxa
Zoekt het verschil niet, want het ont*
breekt. Wij hebben slechts onze t&ch*
mis-ohe vorderingen gebruikt om deze
oer*oud© cultuurverschijnselen aan de
eischen van onzen tijd aan te passen.
Evenals ons verging 't den Germanen.
Hoe verder de uit het ZuidaOosten
stammende volken naar onze streken
trokken, des te meer veranderde hun
kleeding. Hen volk dat uit de bergen
kwam en gewoon was daar in grotten
te wonen, leerde dat hier aan de
oevers der chronisch overstroomende
rivieren wel af en bouwde hechte hui*
zen op ihooge palen. Anderen die
- slechts klein wild te jagen, gewoon wa*
Ten, zagen zich elders m den strijd te*
gen den oeros gedwongen om andere
wapenen te vervaardigen. E-n zoo zat
er ook voor de van 'her en dier
komende Germanen die Langzaamaan
liet nijvere handwerk boven den krijg
begonnen te stellen, niet anders op
dan dat ze gehoorzaamden aan de
grillen van het lage land aan de zee
dat hen meer of minder gastvrij qrat*
ving.
Nemen wij nu aan dat onze voorva*
deren zich op een willekeurig moment
geheel hadden aangepast bij de cischcn
die hun nieuwe omgeving betreffende
bodem, klimaat en daarvan afha-nke*
1 i.jke nood.en stelde, dan vloeit (daar
m.i. uit Voort dat wij die in wezen
onder dezelfde omstandigheden leven,
op*en*'t*op Gc-rmaa.nsch moeten zijn.-
En zoo is het ook! Schakelen wij
den uiterlijk en rompslomp uit om ons
alleen tot het wezen der dingen te be*
palen, dan zijn wij uitgesproken Ger*
maansch in onze samenleving, in onze
woonwijzen, in onze kleeding en in
onzen aard. (Ik neem dit Holland*
sctec woord, ofschoon het meer gene*
Talizcercndc psyche wel beter is).
Hier schakel i'k liever de steden
maar uit. Weliswaar kende men hier
ten tijde der Romeinen Lugdunum Ba*
tavorum (Leiden), Noviomagum (Nij*
megen). Pons (Maastricht), Trajectum
(Utrecht) e.a., maar deze steden heb*
ben die beteekente die zij toen ter
tijd hadden, in den loop der geschie*
deniis grootendeels verloren. En daar
de Germanen vissdhers, jagers, land*
bouwers en veehóud ens waren, zoodat
hun tram*oond'ucteurs, gasfitters, elee*
triolens, typografen, kort*om: het meer*
en deel onzer steedsohe 'bewoners on*
bruikbaar was, herinneren mij per*
soonlijk onze moderne steden, zelfs als
zij uitGermaarische nederzettingen zijn
gegroeid, maar weinig aan de onder*
havigc cultuur. Volgt men de idealis*
tischc beschouwing van sommige
folkloristen, dan zou ook Honolulu Ger*
maansch kunnen zijn!
Wij bepalen ons dus tot de plaat*
sen waar onze tijdgenooten leven als
de Germanen dat deden; tot het platte*
land, tot de dorpen.
Maar vooraf een enkel woord over
de samenleving der Germanen.
Dc staatkunde onzer vaderen had
het huisgezin tot fundament. Het hu*
welijk was verplicht en ontrouw werd
zec,r streng gestraft. Veelwijverij
kwam zelden voor. Het huwelijk
smeedde sterke banden tussohen de
families, en de zoogenaamde 'zwager*
schap logde zoo zware etechen op dat
de aangetrouwde families stuk voor
stuk stammen vormden in den grooten
stam tot welke zij behoorden en de
geheele nederzetting welke Ailg-emen*
de heette, in groepen verdeelden. Pri*
vaat 'bezit was onbekend. Jagers, vis*
schers, herders en krijgslieden werdien
om beurten voor een bepaalden tijd
'benoemd door de vergadering van
eerbare mannen en van de opbrengst
leefde men gezamenlijk. Onder den
naam van Marke of Markegrond heeft
de Allgemende practrsdh voortbe*
staan tot 10 Mei 1886, toen de wet
cd er der aandeelhouders het recht gaf
om oogeniblikkclijke verdeeling te
eischen. Toch vindt men nog Marke*
tjes in Drente.
Zij het dan niet in een gelijke ge*
meemschap van goederen, toch treft
men de Allgemende nog veel in Ne*
derland aan. Althans wat er van over*
bleef. Men spreekt in zoo een geval
van groepdorp.
Zoo een dorp bestaat eigenlijk uit
uit een verzameling van buurten die te
dicht aan elkaar grenzen om ze strate*
gisch te scheiden, maar die onderling
alles behalve een geheel vormen. Ze
hebben bovendien ook verschillende
namen.
Het esch*dorp is even zoo Ger*
maansch.Men vindt het op natuurlijk:
'hoogten die aan vruchtbaar bouwland
grenzen. De naam esch of engen be=
teekent bouwland. Op -den Hondsrug
treft men niet anders aan.
Het terpdorp is Friesch en dankt
aan het esühdorp zijn ontstaan.
De verhooging der woonplaats is
hier slechts kunstmatig opgeworpen
door de Genmahen die allesbehalve
waterrotten schijnen geweest te zijn
en in hun doen en laten steeds een
merkw-aardigen eerbied voor het natte
aan den dag plachten .- te leg*
gen.
Eep streek* of rijndorp is bijvoor:
beeld het nabije Roelofarendsveeri ('bij
Leiden). Zonder een dwarsstraat
flankeert het een weg, gewoonlijk een
waterweg, en is in Drente algemeen.
Het dankt zijn ontstaan aan de verve*
ning waarvan het het centrum is en
waarvoor het kanaal tot afvoer dient.
Een verzameling van straatdorpen
noemt men de Langstraat (N.B.). Dat
hier geen toeval in het spel is, leert de
geschiedenis die daar ter plaatse, in de
middeneeuwen oen levendigen turf:
handel op 'srfTerbogenbosch en 's*Gra*
Tcnmoer aangeeft. Na het uitsterven
van dien. handel ontdekte men de ge*
schiktheid dezer omgeving voor de
leerlooierij. Het straatdorp, dat in we*
zen een streekdorp is, 'bleef tot heden
gehandhaafd.
Wij kennen ook nog duin* en dijk*
dorpen, maar daar u wel eens van
Overveen naar .Hoofddorp zult gcfietsj:
hebben, gebruik ik mijne plaatsruimte
liever voor onze woonhuizen.
Ik zal mij bepalen tot een korte be*
schrijving van de hofeteden*types in
ons land. Waarom ik mij aan het -plat*
teland houd, zeid'e ik al eerder.
Vooropgesteld zij dat men ongeveer
in elk dorp, minstenis in elke streek
een eigen tvpe van boerderij heeft. De
afwijkingen zijn, echter dusdanig dat
zij zich eigenlijk alleen op den platte*
grond- laten aanwijzen. Om deze reden
en tevens uit vrees voo-r -te groote uit*
voerigheid, geef ik u de vier hoofd*
types die zonder noemenswaardige ver
anderingen v-an de Germanen tot ons
zijn gekomen. Zij zijn: het Saksische,
het Fri-esche, het FrankisclisRomein*
sche en het Frankisoh*Kcltisehe type.
Het Saksische type dat voornamelijk
als halle*'huis bekend is, bestaat uit
vier muren en een dak w-aartuss-chen
en *onder mensch en dier vreedzaam
met en naast elkaar leven. Het duidt
op een betrekkelijk lage ontwikkeling
van het bedrijf en veelal op schraal*
held van den bodem.
Het Friesche type, dat men stelphoe*
ve noemt, maakt een heel wat betieren
indruk. Het munt uit dooT practische j
e.n gezonde verdeeling, is ongeweer
vierkant e-n omsluit een ruime binnen*
plaats die door een immensen -hooi*,
berg wordt gevuld. Het vele hooi is tij*
den-s den winter noodzakelijk voor het
vee, wa-nifc de stelphoevcbe won-er 'legt
zich voornamelijk op veeteelt en zul*
velberieiding toe.
Het Fran-ki solwRomeinische type
heeft even-eens een ruime binnenplaats
die echter door een ongehoord groote,
onoverdekte mestvaalt wondt ingeno*
mem. Deze mestvaalt duidt op land*
'bouw naast de veeteelt.
Het FrankisclwKeltisehe of langge*
vclstype is bet erfdeel van den land*
bouwer. Het is breed en ruim en. be*
staat gewoonlijk uit meerdere, aan
elkaar vast gebauwde doelen. Van
links naar rechts, zijn deze afdeelin*
gen: 1. keuken, opkamer, kelder en
wasahbok; 2, voorsbal; 3. koestal; 4.
idccl; 5. schuur en paardestal; 6. berg*
plaatsen.
Intusschen. is het uitsterven, van. alle
deze types te voorzien-. Op hygiënische
wetenschappelijke gronden begint
men naar andere woonwijzen uit te
zien. Al sinds een .tiental jaren bur*
gert de Hollanidsohe stal in.v De Hol*
landsche modelboerderij zal nu in
den loop van deze eeuw wel volgen.
Ik neem kleeding en aard maar ^a*
men omdat zij -practisch toch heel
nauw met elkaar in verband staan.
Wanneer u van mij een klare beschrij*
ving van, de evolutie dierenh:uid*bom*
ibazijn*balken*whipcord verwacht, moet
ik u tot mijn spijt teleurstellen, want
noch London's first class tailors, noch
de Parijsche creatie*maohines toonen
eenigen eerbied voor de traditie.
Dat wij Nederlanders ©en- mengeling
zijn van Tontonen en Alpinen, interes*
seert u waarschijnlijk minder dan dat
in onze tijdgenooten nog steeds liet
type der vaderen is terug te vinden.
Wij onderscheiden den Fries wien
wij dadelijk een zekere beslistheid
aanzien door den vastberaden trek
die zich groeft om zijn wijden, to-ege*
beten mond en breed© onderkin; den
Saks wiens hoekig en beenig gelaat
wilskracht en beheerschi-ng weerspie*
geit; den Frank die rond en goed*
lachs een overgang vormt tusschen de
stokke*istijve Hollanders en de levens*
kunstenaars die mén Vlamingen
noemt.
Wat ons volkskarakter betreft, is
ondanks een sterke kruising toch nog
een Noordelijk en een Zuidelijk gebied
duidelijk aan te wijzen. De scheidings*
lijn loopt ongeveer over Utrecht. De
NoordaNederlander is zindelijk (voor*
al!), huiselijk en eenvoudig. Hij i.s fleg*
matisc-h, besluit langzaam, handelt be*
dachtizaam en is uiterlijk vrijwel het*
zelfde in genot smart en voorspoed.
De Zuid*Nederlander is zorgeloos min*
sterns lucihtig, gemoedelijk, vrij, heeft
ondernemingsgeest en weet wat geest*
drift beteekent.
Zij het dan in nauw verband met
die wélvaart der bevolking, zoo weer*
spiegelt de kleeding de volkspsyche
minstens even duidelijk als de karak*
teristieke koppen .die al zoo velen on*
zer schilders hebben geïnspireerd.
Aan hef slot van mijn opstel cenige
algemeen e regels over de kleeder*
drachten: De Fries houdt van felle
kleuren die zoo bont mogelijk door
èlkaaf moeten gedragen worden, tot
op den ranid der disharmonie; de Saks,
.is stemmig; zijn kleeren zijn altijd
eenigszins somber en de stof is (soms
poover) eenvoudig; de Frank vereenigt
beiden, ma-ar dirkt zich op; alleen het
vel voldoet hem. Zijn smaak valt me*
nigmaal beneden alle oritiek.
Van onze cosfcuum*geschioden!s hoop
ik u later nog eens te kunnen vertel
len.
JOH. VAN DEN HOEK.
DE VALSCHE FRANSCHE
BANKBILJETTEN.
ONDERSCHEIDING VOOR
DEN HEER SANDERS.
De heer A. J. Sanders, de houder
van het wisselkantoor in de Passage te
den Haag, waar indertijd een Hongaar
een .valsch Eransch bankbiljet van 1000
francs trachtte te wisselen, hetgeen leid*
de tot de bekende inhechtenisnemingen
en strafprocessen, die in binnen* en bui*
tenland zooveel opzien haarden, is
door de Fransche regeering benoemd
tot officier de l'Académie „als erken*
ning van een hoogst belangrijken dienst
aan de Fransche belangen bewezen", ge*
lijk de Fransche gezant in Den Haag
het uitdrukte.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 629
EEN MOEILIJK BESLUIT
Wanneer je in je kasbonnetje een vergissing van
15 cent in je voordeel ontdekt. Mag je zwijgen?
(Nadruk verboden)
OM DE SCHADE-
VERGOEDING VAN ƒ90.000
In een nota naar aanleiding van het
verslag der Tweede Kamer, over hel
wetsontwerp tot wijziging en aanvulling
van de Begrooting van Buitenlandsche
zaken voor het dienstjaar 1925, deelt mi*
nister van Kamebeek thans mede, dat
Baron Sweerts de Landas Wyborgh,
voor wien voorgesteld is een schade*
vergoeding te verleenen voor het ver*
lies van zijn inboedel te Petrograd, waar
hij destijds gezant was, in Juli 1919 het
toenmalige Petrograd verlaten heeft en
wel toen het kabinet Kerenski in Rus*
land het bewind voerde.
De minister betwijfelt of op dat tijd*
stip kon worden ondersteld, dat in_Rus*
land zoodanige toestanden zouden intre*
den, dat de vertegenwoordigers van een
bevriende mogendheid in de onmogelijk
heid zouden komen te verkeeren, om
over particulier eigendom te beschik*
ken.
Den leden die het als schadevergoe*
ding toe te kennen bedrag van 90.000
zeer hoog achten merkt de minister op
dat mag worden aangenomen dat de
waarde van den inboedel van Baron
Sweerts de Landas Wyborgh, waarvan
deze een zoo nauwkeurig mogelijken in*
ventaris heeft overgelegd, het voorge*
stelde bedrag aanmerkelijk te boven
ging.
PRINSES JULIANA TE BAZEL.
Men seint uit Bazel, dat Prinses Ju*
liana heden, onder leiding van den Vice*
Consul van Nederland aldaar, den heer
C. Haessig, verschillende instellingen te
Bazel bezocht, ook de Nederlandsche af*
deeling van de Schcepvaarttentoonstel*
ling.
Bij het bezoek aan die tentoonstelling
werd de Prinses rondgeleid door den
heer Snoek, secretaris der Nederland*
sche Vereeniging voor Tcntoonstellings*
belangen, leider der Nederlandsche af*
dceling.
KERMISVREUGDE.
Dinsdag vierde men te Grubbenvorst
kermis, aldus het Hbld.
Een prachtige gelegenheid om een
oude veete uit te vechten, die tusschen
eenige jongelui van Lottum en Horst
bestond, naar aanleiding van een eens
te Tienrooi gehouden muziekfeest. Om*
streeks half negen gingen de beide
groepen jongelui van Lottum en Horst
elkaar te lijf.
Een landbouwer uit Lottum werd
met een hard voorwerp een gat in het
hoofd geslagen en een dorpsgenoot
werden twee diepe steken met een mes
in het schouderblad toegebracht. Een
ander kreeg eveneens een slag met een
hard voorwerp op het hoofd.
De marechaussées deden eenige aan*
houdingen. De verdachten werden
evenwel later weer op vrije voeten ge*
steld.
DOODGEVALLEN.
Een 71*jarige landbouwer te Ommen
is van een ladder gevallen en aan de ge*
volgen overleden.
SLUIKHANDEL IN
MORPHINE TE ANT
WERPEN.
De correspondent van de Tel. te Brus*
sel meldt:
Den laatsten tijd is de sluikhandel in
morphine in Antwerpen sterk toegeno*
men. De politie deed een inval ten huize
i den Nederlander R, de W. in de La*
morièrestraat. Deze had juist van een
pleegzuster uit het Stuivenbergsche Zie*
kenhuis een groote hoeveelheid mor*
phine ontvangen welke hij aan een voor*
verkooper wilde overhandigen. Het drie#
lal is aangehouden.
GEEN NIEUWE LASTEN.
KRACHTIGE VERSOBERING
VAN DEN STAATSDIENST
NOODIG.
In de zitting der Kamer van Koop*
handel en Fabrieken voor Salland is ter
zake van de weeldeverteringsbelasting
een motie aangenomen, waarbij het be*
stuur der Kamer opgedragen wordt in
overleg met de andere Kamers alles in
het werk te stellen Om de Regeering te
bewegen van haar voornemen tot het
opleggen van nieuwe lasten af te zien
en verlaging van het peil der directe
belastingen te zoeken in voortgezette
krachtige versobering van den Staats*
dienst.
IJZEROER IN ONS LAND
Te Ter Apel heeft aldus meldt
Het Volk de heer;S. dc Graaf een agent*
schap gevestigd, voor de ontgraving en
voor den uitvoer van ijzeroer, bijzonder
naar Engeland.
Het Agentschap tracht den verkoop
■an het erts vanuit midden en Oost*
Drenthe, zoo ook uit Oost Groningen
te bevorderen.
De uitvoer naar Engeland en Zweden
neemt toe en bijna iedere week verlaten
eenige scheepsladingen de haven van
Delfzijl met bestemming naar die lan*
den.
VERKEERSONGELUKKEN
Noodlottig terechtgekomen
Woensdagmorgen reed te {Maastricht «en
vrachtauto ter hoogte van den Frameehen
Singel ouder de spoorbrug door. Een man
die op den auto stond, botste pret zijn
-achterhoofd tegen de onderzijde van de
brug en sloeg tegen dein grond. Hij werd
met een echedelfractuur opgenomen. Voor
zijn leven wordt gevreesd.
Een auto tegen een telefoonpaal
Woensdagmorgen reed een luxe-auto,
waarin vier personen rzat«n, o.w. de eige
naar, de heer Nieuwenhuizen uit iLi-sse, op
den hoek van Mastenbroek en Venhuizen
bij het passé eren van een anderen nuto
tegen 'n .telefoonpaal. De inzittenden wer
den gelukkig slechts licht gewand. Een
15-jarige knaap, J. Deen genaamd, geraak
te echter ander den auto en bekwam 'n
hersenschudding en inwendige keuzingcri.
Zijn toestand is ernstig.
DE
LUSTRUMFEESTEN
TE UTRECHT.
BEZOEK DER KONINGIN.
MOEDER.
De Koningin*Moeder heeft Donde-rv
dag dc opvoering van het openluchtspel
bijgewoond.
Op het terrein van het openluchtspel
heeft de senaat van het Utrechtsche
Studentencorps de Koningin*Moeder
ontvangen. De rector van den senaat,
de heer Korthals Altes, bood H. M.
bloemen aan.
Toen H, M. op de tribune verscheen,
werd zij hartelijk toegejuicht. Dc mu*
ziek viel in met het Wilhelmus en het
publiek zong mee. Toen de muziek op*
hield met spelen klonk opnieuw gejuich.
Daarna is het spel begonnen.
De voorstelling werd o.a. bijgewoond
door den heer 's Jacob, commissaris
der Koningin in de provincie Utrecht
en echtgenoote; kolonel Buenos de
Mesquita, commandant van het regi*
ment genietroepen, en luitenant*koloncl
Du Vijn, commandant van het eerste
regiment veld*artillerie, tevens plaatse*
lijk commandant.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Centg per regel.
W1-'
rag
«r?
Uit 't Duitsch.
15)
„Je zult er wel anders over gaan den*
ken, Knöwe", antwoordde Wolfgang,
ernstig. „Vandaag wil ik er niet met
je over spreken, in elk geval, neem ik
voorloopig je aanvraag om ontslag nog
niet aan; daarmee heeft 't den tijd tot
den eersten October. Ik wil overigens
hopen dat de verkooping van 't Seben*
felder bosch vernietigd zal kunnen wor*
.den".
„Wat zegt u daar?" riep de hout*
vester opgewonden uit. „Is 't bosch
nog niet voor goed verkocht? Dan had
ik ten slotte toch geen recht om boos
en knorrig te zijn op m'n ouden mees*
ter, toen ik den vervloekten brief van
die vennootschap kreeg".
„Je had zeker geen recht om boos
op m'n vader te zijn, ook in geval hij
't bosch had verkocht!" antwoordde
Wolfgang streng. „Wacht, in elk geval,
met je opzegging, tot de zaak beslist
is".
„Göèd, ik zal wachten", was 't nor*
sche antwoord van den houtvester,
,,maar dat zeg ik u, da't geen tien paar*
den me tegen zullen houden, als het
bosch verkocht is en als dat ellendige
gedoe van 't verloopen jaar, zoo
door zou gaan".
„Houd je tong in bedwang, Knöwe!
Ik zal niet dulden dat je je op 'n*ou*
behoorlijke manier over m'n vader en
zijn daden, uitlaat. Later zullen we
misschien gelegenheid hebber om eens
te spreken over wat je in Brandenberg
niet meer aanstaat, vandaag kwam ik
met een ander doel, en wel naar aan*
leiding van wat de oude opzichter Ber*
ner me meedeelde. Jij bent dc eerste
geweest, die m'n ongelukkigen vader,
zwaar gewond, in 't bosch hebt gevon*
den; Berner vertelde me dat je mij
mcdedeelingen zoudt kunnen doen, die
mij opheldering over den dood van m'n
vader zou geven".
„Ik weet niets met zekerheid; maar
wat ik weet, zal ik niet verzwijgen,"
antwoordde dc houtvester somber;
vraagt u me een en ander, dan zal ik
u antwoorden".
„Ben je, net als Berner van meening,
dat mijn vader het offer van een mis*
daad is geworden?"
„Wat kan mijn meening u schelen,
meneer Brandt?" vroeg de houtvester
norsch. Wat zoo'n oude ezel, als ik,
denkt en zegt is toch immers niets
waard. Ja. de raadsheer, dat is 'n wijs
man, die beweert dat 't krankzinnig is
om naar 'n misdaad te willen zoeken,
waar cr geen is begaan. Beroofd is me*
neer niet, dus is er ook geen misdaad
begaan. Wie zou hem dan ook ver*
moord kunnen hebben, hij heeft im*
mers geen vijand gehad, al z'n oude bc*
dienden en alle menschen die hem
kenden, hielden van hem, nooit heeft
hij iemand belccdigd. Dat zei de raads*
heer en die heeft 't natuurlijk bij het
rechte eind. Vraagt-u 't meneer Friih*
berg maar, meneer, die zal u beter op
dc hoogte kunnen stellen dan ik van
wat u moet weten".
„Ik wil niet vernemen, wat ik weten
moet, maar wat de zuivere waarheid is.
Jc hebt me beloofd mij te antwoorden,
als ik je vragen stel over wat je weet
en toch weiger jc me al op de eerste
vraag 't antwoord".
„Nu ja, u hebt gelijk, een woord
blijft een woord, dus wil ik u rond*
borstig en rechtuit vertellen wat waar
is. Ja, ik geloof dat uw vader doodge*
schoten is".
„Op welken grond steunt deze ver*
denking?" vroeg Wolfgang.
„Dat is veel op eens jevraagd, maar
ik zal u antwoord geven, zóó goed ik
kan. Ik was in 't bosch bezig, waarmee,
dat raakt niemand en hoorde opeens
'n schot vallen. Op 't eerste oogenblik
dacht ik er aan om even te gaan onder*
zoeken wie daar geschoten had, maar
daar ik meende dat 't op 't gebied van
Dahlwitz was, in Sarbou, dat ik het
schot hoorde vallen, dacht ik, wat gaat
't jc aan? Voor meneer von Funk bc*
hoef je je huid niet te wagen, om mis*
schien zoo'n wilddief te snappen. Mis*
schicn 'n minuut of drie a vier later,
vielen er weer twee schoten, onmiddel*
lijk na elkaar, die kwamen uit 't ge*
weer met dubbelen loop van onzen
ouden meester, ik ken dien knal goed.
Let u nu eens goed op. meneer, er wa*
ren drie schoten gevallen, 't eerste uit
't eene of andere vreemde geweer, de
twee anderen uit de bewuste buks.
Nu vond ik 't toch beter om eens te
onderzoeken, waarop meneer gescho*
ten mocht hebben; ik wilde hem toch
spreken, om hem te vertellen dat ik
niet langer houtvester in Brandenberg
zou kunnen blijven. Ik had 'n flink stuk
te loopen, 't duurde wel vijf minuten
eer ik op de plaats aankwam, maar uw
vader was niet weggegaan, hij had op
me gewacht. Daar lag hij op z'n rug,
dwars over den zandweg. Z'n gezicht
zat vol zand, even als z'n jas, op de
bórst. Toen hij geraakt was, was hij
eerst voorover, met z'n gezicht in 't
zand gevallen, dat bleek door 't zand
in zijn gezicht, maar toen ik hem vond
let u eens goed op, meneer lag
hij op z'n rug! Nadat dc kogel in z'n
hoofd gedrongen was, had hij zichzelf
niet meer om kunnen draaien, dus kon
't niet anders, of 't lijk was door
iemand anders omgekeerd. Toch was 't
me direct duidelijk, dat meneer ver*
moord moest zijn. ik dacht zoo dat de
cep. of andere laaghartige wild* of hout*
dief, den doode had willen bestelen, en
hem daarom op den rug gelegd. Daar*
in vergiste ik me, want meneer is niet
beroofd. Er ontbrak niets, zooals na*
derhand, bij 't onderzoek, van 't li*
chaam in Brandenberg bleek. Het groo*
te gouden horloge was er nog, in z'n
broekzak zat z'n portemonnaie met 'n
aardig sommetje in goud* en zilvergeld,
en in den borstzak van den demisaison
zat de groote, roode portefeuille die
meneer altijd meenam, als hij van de
fabrieken groote geldsommen placht
mee te nemen, en daarin zat nog vier
duizend mark in papieren geld. Een
roofmoord had er dus niet plaats ge*
had".
„En toch geloof je aan een moord?"
„Ja! Hebt u vergeten wat ik u gezegd
heb over 't omdraaien van 't Iichifam?
En buitendien waren er drie schoten
afgevuurd, waarvan twee uit meneer
z'n buks die, afgeschoten, op den weg
naast 't lichaam lag. Wie had het eer*
ste schot afgevuurd? De twee loopen
van de buks heeft de moordenaar dan
later afgeschoten, om elke verdenking
van zich af te wenden, zoodat zulke
wijze hoeren als de raadsheer moeten
gelooven, dat meneer, of door een on*
gelukkig toeval, of door zelfmoord om
't leven was gekomen. Zoo'n oude ezel
als ik, denkt daar, wel is waar, anders
over. Temand schiet zich niet zoo ge*
makkelijk dood met zoo'n lange buks:
zoo'n manoeuvre vercischt veel moei*
te, en moet met den voet afgedrukt
worden. Had meneer zich dood willen
schieten dan had hij dat met de revol*
ver gemakkelijker kunnen doen. Hij is
doodgeschoten, daar verwed ik mijn
hoofd onder".
„Heb je mijn oom Frühberg je gron*
den al uitgelegd?"
„Natuurlijk, lang en breed! Maar me*
neer dc raadheer is ook zoo verschrik*
kclijk verstandig. Die glimlachte alleen
maar en meende: ..Dat zijn misleidin*
gen, m'n beste Knöwe! Er is geen roof*
moord begaan, dat is zeker. En wat
voor aanleiding is er dan om een an*
deren moord aan te nemen?"
„Hebt u op den een of ander ver*
denking?"
„Als ik die had zou ik ze niet uiten.
Met 'n verdenking onder bewijzen,
kan men de eer van iemand vermoor
den, zonder dat hij zich verweren kan.
Dat is echter erger dan een moord.
Daarom vind ik 't ook heel best, als
er geen gerechtelijk onderzoek plaats
heeft, dat misschien een valsche ver*
denking op den een of ander deed val*
len- die er geheel onschuldig aan is.
Had ik een bewijs, al was 't ook no«
zoo klein, dan zou ik niet aarzelen om
er mee voor den dag te komen. In dit
geval mag, wat mij aangaat, dus alles
zoo blijven als 't is".
(Wordt vervolgd).