HAARLEM'S DAGBLAD FLITSEN BIJDRAGEN TOT HET NEDERLANDSCHE FOLKLORE. BINNENLAND FEUILLETON DOOR EIGEN KRACHT VRIJDAG 2 JULI 1926 DERDE BLAD WAAR WIJ DEN VAAD'REN TROUW BLEVEN. ALLGEMENDE HOFSTEDEN KLEEDING VOLKSAARD. ■Het te onize fout, dat wij m het ah gemeen de besidhavirug beschouwen, minstens doen of wij haar be-sohou* wen: als ee,n onmetelijke verzameling grillen, die niet eens altijd onze eigene grillen zijn. wtaar aan wij ons ge du* rende enkele maanden onderwerpen om ze daar,na weer te laten varen, en idie wij generaLitzee>ren onder het be* grip: seizoien^mode. Het tegendeel is waar! De beschaving is een eeuwig, immer voller groeiend proces Het te onjuist te denken dat wij op omzeil tijd vooruit zijn. Ook staan wij niet hooger in beschaving dan de ach* ter ons liggenide geslachten. In<tege-n= deel! Wij hebben de organisatie van het Romeinsohe wereldrijk, noch het zege tijd perk der Grieksche kunst, on* danks al onize pedanterie, ooit kunnen benaderen. Degenen die dan ook op de verdwenen geslachten neerzien als on onbeschaafde kannibalen, demon* streeren daarmee slechts hunne on* kunde in de geschiedenis. Of ziet u verschil in onze kranten en de Acta Diunna der Romeinen? tussohen onizen postdienst en de An ga ren der oude Perzen? tussohen een 20ste eeuwsch iBuick en de aziatisdhe Harmamaxa Zoekt het verschil niet, want het ont* breekt. Wij hebben slechts onze t&ch* mis-ohe vorderingen gebruikt om deze oer*oud© cultuurverschijnselen aan de eischen van onzen tijd aan te passen. Evenals ons verging 't den Germanen. Hoe verder de uit het ZuidaOosten stammende volken naar onze streken trokken, des te meer veranderde hun kleeding. Hen volk dat uit de bergen kwam en gewoon was daar in grotten te wonen, leerde dat hier aan de oevers der chronisch overstroomende rivieren wel af en bouwde hechte hui* zen op ihooge palen. Anderen die - slechts klein wild te jagen, gewoon wa* Ten, zagen zich elders m den strijd te* gen den oeros gedwongen om andere wapenen te vervaardigen. E-n zoo zat er ook voor de van 'her en dier komende Germanen die Langzaamaan liet nijvere handwerk boven den krijg begonnen te stellen, niet anders op dan dat ze gehoorzaamden aan de grillen van het lage land aan de zee dat hen meer of minder gastvrij qrat* ving. Nemen wij nu aan dat onze voorva* deren zich op een willekeurig moment geheel hadden aangepast bij de cischcn die hun nieuwe omgeving betreffende bodem, klimaat en daarvan afha-nke* 1 i.jke nood.en stelde, dan vloeit (daar m.i. uit Voort dat wij die in wezen onder dezelfde omstandigheden leven, op*en*'t*op Gc-rmaa.nsch moeten zijn.- En zoo is het ook! Schakelen wij den uiterlijk en rompslomp uit om ons alleen tot het wezen der dingen te be* palen, dan zijn wij uitgesproken Ger* maansch in onze samenleving, in onze woonwijzen, in onze kleeding en in onzen aard. (Ik neem dit Holland* sctec woord, ofschoon het meer gene* Talizcercndc psyche wel beter is). Hier schakel i'k liever de steden maar uit. Weliswaar kende men hier ten tijde der Romeinen Lugdunum Ba* tavorum (Leiden), Noviomagum (Nij* megen). Pons (Maastricht), Trajectum (Utrecht) e.a., maar deze steden heb* ben die beteekente die zij toen ter tijd hadden, in den loop der geschie* deniis grootendeels verloren. En daar de Germanen vissdhers, jagers, land* bouwers en veehóud ens waren, zoodat hun tram*oond'ucteurs, gasfitters, elee* triolens, typografen, kort*om: het meer* en deel onzer steedsohe 'bewoners on* bruikbaar was, herinneren mij per* soonlijk onze moderne steden, zelfs als zij uitGermaarische nederzettingen zijn gegroeid, maar weinig aan de onder* havigc cultuur. Volgt men de idealis* tischc beschouwing van sommige folkloristen, dan zou ook Honolulu Ger* maansch kunnen zijn! Wij bepalen ons dus tot de plaat* sen waar onze tijdgenooten leven als de Germanen dat deden; tot het platte* land, tot de dorpen. Maar vooraf een enkel woord over de samenleving der Germanen. Dc staatkunde onzer vaderen had het huisgezin tot fundament. Het hu* welijk was verplicht en ontrouw werd zec,r streng gestraft. Veelwijverij kwam zelden voor. Het huwelijk smeedde sterke banden tussohen de families, en de zoogenaamde 'zwager* schap logde zoo zware etechen op dat de aangetrouwde families stuk voor stuk stammen vormden in den grooten stam tot welke zij behoorden en de geheele nederzetting welke Ailg-emen* de heette, in groepen verdeelden. Pri* vaat 'bezit was onbekend. Jagers, vis* schers, herders en krijgslieden werdien om beurten voor een bepaalden tijd 'benoemd door de vergadering van eerbare mannen en van de opbrengst leefde men gezamenlijk. Onder den naam van Marke of Markegrond heeft de Allgemende practrsdh voortbe* staan tot 10 Mei 1886, toen de wet cd er der aandeelhouders het recht gaf om oogeniblikkclijke verdeeling te eischen. Toch vindt men nog Marke* tjes in Drente. Zij het dan niet in een gelijke ge* meemschap van goederen, toch treft men de Allgemende nog veel in Ne* derland aan. Althans wat er van over* bleef. Men spreekt in zoo een geval van groepdorp. Zoo een dorp bestaat eigenlijk uit uit een verzameling van buurten die te dicht aan elkaar grenzen om ze strate* gisch te scheiden, maar die onderling alles behalve een geheel vormen. Ze hebben bovendien ook verschillende namen. Het esch*dorp is even zoo Ger* maansch.Men vindt het op natuurlijk: 'hoogten die aan vruchtbaar bouwland grenzen. De naam esch of engen be= teekent bouwland. Op -den Hondsrug treft men niet anders aan. Het terpdorp is Friesch en dankt aan het esühdorp zijn ontstaan. De verhooging der woonplaats is hier slechts kunstmatig opgeworpen door de Genmahen die allesbehalve waterrotten schijnen geweest te zijn en in hun doen en laten steeds een merkw-aardigen eerbied voor het natte aan den dag plachten .- te leg* gen. Eep streek* of rijndorp is bijvoor: beeld het nabije Roelofarendsveeri ('bij Leiden). Zonder een dwarsstraat flankeert het een weg, gewoonlijk een waterweg, en is in Drente algemeen. Het dankt zijn ontstaan aan de verve* ning waarvan het het centrum is en waarvoor het kanaal tot afvoer dient. Een verzameling van straatdorpen noemt men de Langstraat (N.B.). Dat hier geen toeval in het spel is, leert de geschiedenis die daar ter plaatse, in de middeneeuwen oen levendigen turf: handel op 'srfTerbogenbosch en 's*Gra* Tcnmoer aangeeft. Na het uitsterven van dien. handel ontdekte men de ge* schiktheid dezer omgeving voor de leerlooierij. Het straatdorp, dat in we* zen een streekdorp is, 'bleef tot heden gehandhaafd. Wij kennen ook nog duin* en dijk* dorpen, maar daar u wel eens van Overveen naar .Hoofddorp zult gcfietsj: hebben, gebruik ik mijne plaatsruimte liever voor onze woonhuizen. Ik zal mij bepalen tot een korte be* schrijving van de hofeteden*types in ons land. Waarom ik mij aan het -plat* teland houd, zeid'e ik al eerder. Vooropgesteld zij dat men ongeveer in elk dorp, minstenis in elke streek een eigen tvpe van boerderij heeft. De afwijkingen zijn, echter dusdanig dat zij zich eigenlijk alleen op den platte* grond- laten aanwijzen. Om deze reden en tevens uit vrees voo-r -te groote uit* voerigheid, geef ik u de vier hoofd* types die zonder noemenswaardige ver anderingen v-an de Germanen tot ons zijn gekomen. Zij zijn: het Saksische, het Fri-esche, het FrankisclisRomein* sche en het Frankisoh*Kcltisehe type. Het Saksische type dat voornamelijk als halle*'huis bekend is, bestaat uit vier muren en een dak w-aartuss-chen en *onder mensch en dier vreedzaam met en naast elkaar leven. Het duidt op een betrekkelijk lage ontwikkeling van het bedrijf en veelal op schraal* held van den bodem. Het Friesche type, dat men stelphoe* ve noemt, maakt een heel wat betieren indruk. Het munt uit dooT practische j e.n gezonde verdeeling, is ongeweer vierkant e-n omsluit een ruime binnen* plaats die door een immensen -hooi*, berg wordt gevuld. Het vele hooi is tij* den-s den winter noodzakelijk voor het vee, wa-nifc de stelphoevcbe won-er 'legt zich voornamelijk op veeteelt en zul* velberieiding toe. Het Fran-ki solwRomeinische type heeft even-eens een ruime binnenplaats die echter door een ongehoord groote, onoverdekte mestvaalt wondt ingeno* mem. Deze mestvaalt duidt op land* 'bouw naast de veeteelt. Het FrankisclwKeltisehe of langge* vclstype is bet erfdeel van den land* bouwer. Het is breed en ruim en. be* staat gewoonlijk uit meerdere, aan elkaar vast gebauwde doelen. Van links naar rechts, zijn deze afdeelin* gen: 1. keuken, opkamer, kelder en wasahbok; 2, voorsbal; 3. koestal; 4. idccl; 5. schuur en paardestal; 6. berg* plaatsen. Intusschen. is het uitsterven, van. alle deze types te voorzien-. Op hygiënische wetenschappelijke gronden begint men naar andere woonwijzen uit te zien. Al sinds een .tiental jaren bur* gert de Hollanidsohe stal in.v De Hol* landsche modelboerderij zal nu in den loop van deze eeuw wel volgen. Ik neem kleeding en aard maar ^a* men omdat zij -practisch toch heel nauw met elkaar in verband staan. Wanneer u van mij een klare beschrij* ving van, de evolutie dierenh:uid*bom* ibazijn*balken*whipcord verwacht, moet ik u tot mijn spijt teleurstellen, want noch London's first class tailors, noch de Parijsche creatie*maohines toonen eenigen eerbied voor de traditie. Dat wij Nederlanders ©en- mengeling zijn van Tontonen en Alpinen, interes* seert u waarschijnlijk minder dan dat in onze tijdgenooten nog steeds liet type der vaderen is terug te vinden. Wij onderscheiden den Fries wien wij dadelijk een zekere beslistheid aanzien door den vastberaden trek die zich groeft om zijn wijden, to-ege* beten mond en breed© onderkin; den Saks wiens hoekig en beenig gelaat wilskracht en beheerschi-ng weerspie* geit; den Frank die rond en goed* lachs een overgang vormt tusschen de stokke*istijve Hollanders en de levens* kunstenaars die mén Vlamingen noemt. Wat ons volkskarakter betreft, is ondanks een sterke kruising toch nog een Noordelijk en een Zuidelijk gebied duidelijk aan te wijzen. De scheidings* lijn loopt ongeveer over Utrecht. De NoordaNederlander is zindelijk (voor* al!), huiselijk en eenvoudig. Hij i.s fleg* matisc-h, besluit langzaam, handelt be* dachtizaam en is uiterlijk vrijwel het* zelfde in genot smart en voorspoed. De Zuid*Nederlander is zorgeloos min* sterns lucihtig, gemoedelijk, vrij, heeft ondernemingsgeest en weet wat geest* drift beteekent. Zij het dan in nauw verband met die wélvaart der bevolking, zoo weer* spiegelt de kleeding de volkspsyche minstens even duidelijk als de karak* teristieke koppen .die al zoo velen on* zer schilders hebben geïnspireerd. Aan hef slot van mijn opstel cenige algemeen e regels over de kleeder* drachten: De Fries houdt van felle kleuren die zoo bont mogelijk door èlkaaf moeten gedragen worden, tot op den ranid der disharmonie; de Saks, .is stemmig; zijn kleeren zijn altijd eenigszins somber en de stof is (soms poover) eenvoudig; de Frank vereenigt beiden, ma-ar dirkt zich op; alleen het vel voldoet hem. Zijn smaak valt me* nigmaal beneden alle oritiek. Van onze cosfcuum*geschioden!s hoop ik u later nog eens te kunnen vertel len. JOH. VAN DEN HOEK. DE VALSCHE FRANSCHE BANKBILJETTEN. ONDERSCHEIDING VOOR DEN HEER SANDERS. De heer A. J. Sanders, de houder van het wisselkantoor in de Passage te den Haag, waar indertijd een Hongaar een .valsch Eransch bankbiljet van 1000 francs trachtte te wisselen, hetgeen leid* de tot de bekende inhechtenisnemingen en strafprocessen, die in binnen* en bui* tenland zooveel opzien haarden, is door de Fransche regeering benoemd tot officier de l'Académie „als erken* ning van een hoogst belangrijken dienst aan de Fransche belangen bewezen", ge* lijk de Fransche gezant in Den Haag het uitdrukte. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 629 EEN MOEILIJK BESLUIT Wanneer je in je kasbonnetje een vergissing van 15 cent in je voordeel ontdekt. Mag je zwijgen? (Nadruk verboden) OM DE SCHADE- VERGOEDING VAN ƒ90.000 In een nota naar aanleiding van het verslag der Tweede Kamer, over hel wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de Begrooting van Buitenlandsche zaken voor het dienstjaar 1925, deelt mi* nister van Kamebeek thans mede, dat Baron Sweerts de Landas Wyborgh, voor wien voorgesteld is een schade* vergoeding te verleenen voor het ver* lies van zijn inboedel te Petrograd, waar hij destijds gezant was, in Juli 1919 het toenmalige Petrograd verlaten heeft en wel toen het kabinet Kerenski in Rus* land het bewind voerde. De minister betwijfelt of op dat tijd* stip kon worden ondersteld, dat in_Rus* land zoodanige toestanden zouden intre* den, dat de vertegenwoordigers van een bevriende mogendheid in de onmogelijk heid zouden komen te verkeeren, om over particulier eigendom te beschik* ken. Den leden die het als schadevergoe* ding toe te kennen bedrag van 90.000 zeer hoog achten merkt de minister op dat mag worden aangenomen dat de waarde van den inboedel van Baron Sweerts de Landas Wyborgh, waarvan deze een zoo nauwkeurig mogelijken in* ventaris heeft overgelegd, het voorge* stelde bedrag aanmerkelijk te boven ging. PRINSES JULIANA TE BAZEL. Men seint uit Bazel, dat Prinses Ju* liana heden, onder leiding van den Vice* Consul van Nederland aldaar, den heer C. Haessig, verschillende instellingen te Bazel bezocht, ook de Nederlandsche af* deeling van de Schcepvaarttentoonstel* ling. Bij het bezoek aan die tentoonstelling werd de Prinses rondgeleid door den heer Snoek, secretaris der Nederland* sche Vereeniging voor Tcntoonstellings* belangen, leider der Nederlandsche af* dceling. KERMISVREUGDE. Dinsdag vierde men te Grubbenvorst kermis, aldus het Hbld. Een prachtige gelegenheid om een oude veete uit te vechten, die tusschen eenige jongelui van Lottum en Horst bestond, naar aanleiding van een eens te Tienrooi gehouden muziekfeest. Om* streeks half negen gingen de beide groepen jongelui van Lottum en Horst elkaar te lijf. Een landbouwer uit Lottum werd met een hard voorwerp een gat in het hoofd geslagen en een dorpsgenoot werden twee diepe steken met een mes in het schouderblad toegebracht. Een ander kreeg eveneens een slag met een hard voorwerp op het hoofd. De marechaussées deden eenige aan* houdingen. De verdachten werden evenwel later weer op vrije voeten ge* steld. DOODGEVALLEN. Een 71*jarige landbouwer te Ommen is van een ladder gevallen en aan de ge* volgen overleden. SLUIKHANDEL IN MORPHINE TE ANT WERPEN. De correspondent van de Tel. te Brus* sel meldt: Den laatsten tijd is de sluikhandel in morphine in Antwerpen sterk toegeno* men. De politie deed een inval ten huize i den Nederlander R, de W. in de La* morièrestraat. Deze had juist van een pleegzuster uit het Stuivenbergsche Zie* kenhuis een groote hoeveelheid mor* phine ontvangen welke hij aan een voor* verkooper wilde overhandigen. Het drie# lal is aangehouden. GEEN NIEUWE LASTEN. KRACHTIGE VERSOBERING VAN DEN STAATSDIENST NOODIG. In de zitting der Kamer van Koop* handel en Fabrieken voor Salland is ter zake van de weeldeverteringsbelasting een motie aangenomen, waarbij het be* stuur der Kamer opgedragen wordt in overleg met de andere Kamers alles in het werk te stellen Om de Regeering te bewegen van haar voornemen tot het opleggen van nieuwe lasten af te zien en verlaging van het peil der directe belastingen te zoeken in voortgezette krachtige versobering van den Staats* dienst. IJZEROER IN ONS LAND Te Ter Apel heeft aldus meldt Het Volk de heer;S. dc Graaf een agent* schap gevestigd, voor de ontgraving en voor den uitvoer van ijzeroer, bijzonder naar Engeland. Het Agentschap tracht den verkoop ■an het erts vanuit midden en Oost* Drenthe, zoo ook uit Oost Groningen te bevorderen. De uitvoer naar Engeland en Zweden neemt toe en bijna iedere week verlaten eenige scheepsladingen de haven van Delfzijl met bestemming naar die lan* den. VERKEERSONGELUKKEN Noodlottig terechtgekomen Woensdagmorgen reed te {Maastricht «en vrachtauto ter hoogte van den Frameehen Singel ouder de spoorbrug door. Een man die op den auto stond, botste pret zijn -achterhoofd tegen de onderzijde van de brug en sloeg tegen dein grond. Hij werd met een echedelfractuur opgenomen. Voor zijn leven wordt gevreesd. Een auto tegen een telefoonpaal Woensdagmorgen reed een luxe-auto, waarin vier personen rzat«n, o.w. de eige naar, de heer Nieuwenhuizen uit iLi-sse, op den hoek van Mastenbroek en Venhuizen bij het passé eren van een anderen nuto tegen 'n .telefoonpaal. De inzittenden wer den gelukkig slechts licht gewand. Een 15-jarige knaap, J. Deen genaamd, geraak te echter ander den auto en bekwam 'n hersenschudding en inwendige keuzingcri. Zijn toestand is ernstig. DE LUSTRUMFEESTEN TE UTRECHT. BEZOEK DER KONINGIN. MOEDER. De Koningin*Moeder heeft Donde-rv dag dc opvoering van het openluchtspel bijgewoond. Op het terrein van het openluchtspel heeft de senaat van het Utrechtsche Studentencorps de Koningin*Moeder ontvangen. De rector van den senaat, de heer Korthals Altes, bood H. M. bloemen aan. Toen H, M. op de tribune verscheen, werd zij hartelijk toegejuicht. Dc mu* ziek viel in met het Wilhelmus en het publiek zong mee. Toen de muziek op* hield met spelen klonk opnieuw gejuich. Daarna is het spel begonnen. De voorstelling werd o.a. bijgewoond door den heer 's Jacob, commissaris der Koningin in de provincie Utrecht en echtgenoote; kolonel Buenos de Mesquita, commandant van het regi* ment genietroepen, en luitenant*koloncl Du Vijn, commandant van het eerste regiment veld*artillerie, tevens plaatse* lijk commandant. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Centg per regel. W1-' rag «r? Uit 't Duitsch. 15) „Je zult er wel anders over gaan den* ken, Knöwe", antwoordde Wolfgang, ernstig. „Vandaag wil ik er niet met je over spreken, in elk geval, neem ik voorloopig je aanvraag om ontslag nog niet aan; daarmee heeft 't den tijd tot den eersten October. Ik wil overigens hopen dat de verkooping van 't Seben* felder bosch vernietigd zal kunnen wor* .den". „Wat zegt u daar?" riep de hout* vester opgewonden uit. „Is 't bosch nog niet voor goed verkocht? Dan had ik ten slotte toch geen recht om boos en knorrig te zijn op m'n ouden mees* ter, toen ik den vervloekten brief van die vennootschap kreeg". „Je had zeker geen recht om boos op m'n vader te zijn, ook in geval hij 't bosch had verkocht!" antwoordde Wolfgang streng. „Wacht, in elk geval, met je opzegging, tot de zaak beslist is". „Göèd, ik zal wachten", was 't nor* sche antwoord van den houtvester, ,,maar dat zeg ik u, da't geen tien paar* den me tegen zullen houden, als het bosch verkocht is en als dat ellendige gedoe van 't verloopen jaar, zoo door zou gaan". „Houd je tong in bedwang, Knöwe! Ik zal niet dulden dat je je op 'n*ou* behoorlijke manier over m'n vader en zijn daden, uitlaat. Later zullen we misschien gelegenheid hebber om eens te spreken over wat je in Brandenberg niet meer aanstaat, vandaag kwam ik met een ander doel, en wel naar aan* leiding van wat de oude opzichter Ber* ner me meedeelde. Jij bent dc eerste geweest, die m'n ongelukkigen vader, zwaar gewond, in 't bosch hebt gevon* den; Berner vertelde me dat je mij mcdedeelingen zoudt kunnen doen, die mij opheldering over den dood van m'n vader zou geven". „Ik weet niets met zekerheid; maar wat ik weet, zal ik niet verzwijgen," antwoordde dc houtvester somber; vraagt u me een en ander, dan zal ik u antwoorden". „Ben je, net als Berner van meening, dat mijn vader het offer van een mis* daad is geworden?" „Wat kan mijn meening u schelen, meneer Brandt?" vroeg de houtvester norsch. Wat zoo'n oude ezel, als ik, denkt en zegt is toch immers niets waard. Ja. de raadsheer, dat is 'n wijs man, die beweert dat 't krankzinnig is om naar 'n misdaad te willen zoeken, waar cr geen is begaan. Beroofd is me* neer niet, dus is er ook geen misdaad begaan. Wie zou hem dan ook ver* moord kunnen hebben, hij heeft im* mers geen vijand gehad, al z'n oude bc* dienden en alle menschen die hem kenden, hielden van hem, nooit heeft hij iemand belccdigd. Dat zei de raads* heer en die heeft 't natuurlijk bij het rechte eind. Vraagt-u 't meneer Friih* berg maar, meneer, die zal u beter op dc hoogte kunnen stellen dan ik van wat u moet weten". „Ik wil niet vernemen, wat ik weten moet, maar wat de zuivere waarheid is. Jc hebt me beloofd mij te antwoorden, als ik je vragen stel over wat je weet en toch weiger jc me al op de eerste vraag 't antwoord". „Nu ja, u hebt gelijk, een woord blijft een woord, dus wil ik u rond* borstig en rechtuit vertellen wat waar is. Ja, ik geloof dat uw vader doodge* schoten is". „Op welken grond steunt deze ver* denking?" vroeg Wolfgang. „Dat is veel op eens jevraagd, maar ik zal u antwoord geven, zóó goed ik kan. Ik was in 't bosch bezig, waarmee, dat raakt niemand en hoorde opeens 'n schot vallen. Op 't eerste oogenblik dacht ik er aan om even te gaan onder* zoeken wie daar geschoten had, maar daar ik meende dat 't op 't gebied van Dahlwitz was, in Sarbou, dat ik het schot hoorde vallen, dacht ik, wat gaat 't jc aan? Voor meneer von Funk bc* hoef je je huid niet te wagen, om mis* schien zoo'n wilddief te snappen. Mis* schicn 'n minuut of drie a vier later, vielen er weer twee schoten, onmiddel* lijk na elkaar, die kwamen uit 't ge* weer met dubbelen loop van onzen ouden meester, ik ken dien knal goed. Let u nu eens goed op. meneer, er wa* ren drie schoten gevallen, 't eerste uit 't eene of andere vreemde geweer, de twee anderen uit de bewuste buks. Nu vond ik 't toch beter om eens te onderzoeken, waarop meneer gescho* ten mocht hebben; ik wilde hem toch spreken, om hem te vertellen dat ik niet langer houtvester in Brandenberg zou kunnen blijven. Ik had 'n flink stuk te loopen, 't duurde wel vijf minuten eer ik op de plaats aankwam, maar uw vader was niet weggegaan, hij had op me gewacht. Daar lag hij op z'n rug, dwars over den zandweg. Z'n gezicht zat vol zand, even als z'n jas, op de bórst. Toen hij geraakt was, was hij eerst voorover, met z'n gezicht in 't zand gevallen, dat bleek door 't zand in zijn gezicht, maar toen ik hem vond let u eens goed op, meneer lag hij op z'n rug! Nadat dc kogel in z'n hoofd gedrongen was, had hij zichzelf niet meer om kunnen draaien, dus kon 't niet anders, of 't lijk was door iemand anders omgekeerd. Toch was 't me direct duidelijk, dat meneer ver* moord moest zijn. ik dacht zoo dat de cep. of andere laaghartige wild* of hout* dief, den doode had willen bestelen, en hem daarom op den rug gelegd. Daar* in vergiste ik me, want meneer is niet beroofd. Er ontbrak niets, zooals na* derhand, bij 't onderzoek, van 't li* chaam in Brandenberg bleek. Het groo* te gouden horloge was er nog, in z'n broekzak zat z'n portemonnaie met 'n aardig sommetje in goud* en zilvergeld, en in den borstzak van den demisaison zat de groote, roode portefeuille die meneer altijd meenam, als hij van de fabrieken groote geldsommen placht mee te nemen, en daarin zat nog vier duizend mark in papieren geld. Een roofmoord had er dus niet plaats ge* had". „En toch geloof je aan een moord?" „Ja! Hebt u vergeten wat ik u gezegd heb over 't omdraaien van 't Iichifam? En buitendien waren er drie schoten afgevuurd, waarvan twee uit meneer z'n buks die, afgeschoten, op den weg naast 't lichaam lag. Wie had het eer* ste schot afgevuurd? De twee loopen van de buks heeft de moordenaar dan later afgeschoten, om elke verdenking van zich af te wenden, zoodat zulke wijze hoeren als de raadsheer moeten gelooven, dat meneer, of door een on* gelukkig toeval, of door zelfmoord om 't leven was gekomen. Zoo'n oude ezel als ik, denkt daar, wel is waar, anders over. Temand schiet zich niet zoo ge* makkelijk dood met zoo'n lange buks: zoo'n manoeuvre vercischt veel moei* te, en moet met den voet afgedrukt worden. Had meneer zich dood willen schieten dan had hij dat met de revol* ver gemakkelijker kunnen doen. Hij is doodgeschoten, daar verwed ik mijn hoofd onder". „Heb je mijn oom Frühberg je gron* den al uitgelegd?" „Natuurlijk, lang en breed! Maar me* neer dc raadheer is ook zoo verschrik* kclijk verstandig. Die glimlachte alleen maar en meende: ..Dat zijn misleidin* gen, m'n beste Knöwe! Er is geen roof* moord begaan, dat is zeker. En wat voor aanleiding is er dan om een an* deren moord aan te nemen?" „Hebt u op den een of ander ver* denking?" „Als ik die had zou ik ze niet uiten. Met 'n verdenking onder bewijzen, kan men de eer van iemand vermoor den, zonder dat hij zich verweren kan. Dat is echter erger dan een moord. Daarom vind ik 't ook heel best, als er geen gerechtelijk onderzoek plaats heeft, dat misschien een valsche ver* denking op den een of ander deed val* len- die er geheel onschuldig aan is. Had ik een bewijs, al was 't ook no« zoo klein, dan zou ik niet aarzelen om er mee voor den dag te komen. In dit geval mag, wat mij aangaat, dus alles zoo blijven als 't is". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 9