HAARLEM'S DAGBLAD PARIJSCHE BRIEVEN. PERS OVERZICHT 'FLITSEN VERHAGEN'S MSLKO IS DE FIJNE BONBON "ET "OCCAS^SXtZSagSSSSF'* HETDE FEUILLETON ZIJN KLEINE MEISJE WOENSDAG 22 SEPT. 1926 DERDE BLAD (Van onzen correspondent) FRANKRIJK EN ITALIë. 'Het is met een «enigszins borwaard hart dat we er ons -voorzetten om d:t onderwerp te behandelen. Maar waar ihet onze taak -.6 om de belangrijkste gebeurtenissen in Frankrijk te behan* delen, daar mogen we d;t uiterst pc» nJbele onderwerp niet opzij zetten, het aan deo lezer van de telegrammen ovcriatend orn zich zelf een opinie te vormon. Het zijn niet aiieeo de couran» tem in Parijs en in de provincie die de j kolommen vullen met min »of meer rijd.ge en verontwaardigde artikelen; «et groote publick houdt zich met de kwestie bezig. Men kent <k z.g. oor» zaak van het conflict: de ondoordach» te redevoering van Mussolini van af het balkon van het Paiazzo Clvgi. Deze hoogst onaangenaam aandoende rede» voering waarin de Duce Frankrijk de 6ohuid geeft van den aanslag tegen zijn pereoon is echter niet ccn oorzaak als wel een middel om de hostiliteit van Mussolini tegenover Frankrijk nog wat aan te dikken. Want dc aan ha-n» den en voeten gebonden Italiaansche pers verzwijgt wel zooveel mogc»ijk de feiten, maar er is nog wel een an« dere wijze om te weten te komen wat er in Italië omgaat. Er als we dan aan 't opsommen gaan dan zien we dat vóór de toespraak van den Duce cn diens perscampagne herhaaldelijk in» cidenten voorvielen waarin Fransche onderdanen steeds hej slachtoffer wer» den. Hoe alles verzwegen wordt bewijst wel het feit darexcuses worden aangeboden dat de Italianen schoten hebben gelost op het Fransohe con» sulaat in Livorno en in Triest terwijl niemand één woord er van had vernomen uit dc couranten. En ais zulke incidenten ongemerkt voorbij» gaan dan kunt ge wel begrijpen hoe ©n;ercoh<tigdheden van minder ern» •tigen aard voor altijd dc doofpot in» gaan. Laten we maar eens enkele van die incidenten opnoemen: bij Vcrcti» mille kwamen Italkumsohc soldaten ©ver dc grens en plunderden een ruohtentuin. Twee Fransche vrouwen zijn door dc Itaiiaansche douane» beambten lastig gevallen. Mussolini heeft het besluit genomen om de Fransohe modie te weren. Een Fransche tooncclgroep zou op uitneodiging gast» voorstellingen in Milaan geven; toen de troep met al dc bagage in Milaan was, kwam persoonlijk van den Duce het verbod om te spelen; vandaar oen verlies van een 100.000 francs. Mussolini zal een verbod uibvaardi» gen om Fransche stukken op tc voc» ren of Fransche muziek ten gehoorc tc brengen. In Rome, in Napcis, Vc» r.ctië. Milaan cn zoo'n beetje overal: Fransche reizigers uitgejouwd, zoodat dc carabinieri tussohenbeide mochten komen. Allemaal onbelangrijke inci» dentjes, zeker, maar die toch op iets duiden. En wel op dit: dat Frankrijk naast zich heeft ccn groot volk dat onder don ijzeren dwang des hccrcn Mussolini stelselmatig cn kunstmatig wordt opgehitst tegen de zuster-natic. Ge ziet, ook zonder zich van al tc: krasse bewoordingen te bedienen, heel objectief dc zaken beschouwend komt men tot dc slotsom dat er hier moed» wil in 't spel is. moedwil om on-aange» naam te zijn en incidenten tc schep» pen. En. wat erger is. het gesohiedt alles op last van Mussolini. Ach wat!! zou Mussolini nu een theater-voorste!» l.ng in Milaan verbieden? hoor ik zeg. gen. Precies. Want toen men protes» teerde bij de Itaiiaansche lcgar.c in I'arijs kwam officieel het an'.woord: nadere inlichtingen kunnen wc niet verschaffen want de heer Mussobn; persoonlijk heeft dc voorstelling af» gelast. Dc heer Mussolini men moge over bcm denken hoc men wilten minste in een vrij land moet echter ccn reden hebben. Want er is hem bl ikbaar heel veel aan gelegen om ruzie tc maken. En dom is hij gcens» z.r.s al mist hij ook dc routine van de zuinige staatslieden van dc oude» garde. Vandaar z'n bijkans waanzin» n'gc cischeo. Ge herinnert u zijn fa» mcusc reis naar Afrika waar hij be= weerde: Frankrijk is niet in staat om z'n koloniën tc behecrschcn. daarom moet Frankrijk ons maar z'n overzee» sche gebieden afstaan. (ItaÜc's „mees» tcr»zct" in Tripoli herinneren wc ons óók nog) dat is dc prijs voor de vriendschap tusschcn Italië en Frank» VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 699 DE TROONREDE. rijk. Toen heel Europa het uitbulder» oe vin 't iaohen en Engeland heel droog zeide dat de Duce daarop noo.t moeste rekenen (Frankrijk antwoordde niet eens op dien nonsens) toen be» greep Mussel.rui dat hij zich leolijk in de v.ngers had gesneden en dat nie» mand ii«.m eigurl.jk au sérieux nam. Daarop bracht hij de mitrailleurs tegen Frankrijk in stelling om de eerste de beste gelegenheid af te wachten weer met het zwaar geschut voor den dag te komen. Da-t voigde op den misluk» ten aanslag van de vor.ge week. We zullen 't hem niet kwalijk nemen, dat hij zo woorden vergat welke hij 15 jaar grlcden sprak (ria een aanslag op den koning): een aanslag op een koning is wat een bedrijfsongeval voor een werkman is. Tegenwoordig 'heet het: de prijs van Italics vriendschap voor Frankrijk is de uitlevering van alle in Frankrijk verblijvende antifascisten. Maar 't is geen misdaad om anti» fascist te zijn! Volgons mij, Mussolini, is 't wél een misdaad. En m'n internationale wet» ten die me verbieden ook al zou ik er aan denken, maar wat geen oogen» blik het geval is om politieke tegen» standers uit te leveren? Ik zeg jc, dat ik hen als misdadigers „de droit com» mun" beschouw.- Dus uw wil moet voor ons wet zijn? Ik behoef er niets aan toe te voegen; doe wat ik jc zeg, anders is uit met onze vriendschap. Neen! Nooit! Nimmer!.chiche! 't Is een beetje vernederend om daarop nog diplomatieke praatjes te gaan hSuden en aap wat heb je een mooie jongen te gaan spelen; maar enfin, zooiets hoort er nu een» maal bij. Maar ik zei u al: Mussolini is niet dom Hij weet zelf wel dat z'n eisoh krankzinnig is. Maar hij denkt thans een middel te hebben gevonden om of» ficieus te brekenin afwachting van 'n officieclc breuk. En ziet dan eens hoe dicht we genaderd zijn bij Gevaaren waarom we steeds M'ussolini ca. een gevaar voor Europa en in 't bijzonder voor Frankrijk heb> ben genoemd. We moeten nu heel wat van aller geheugen, vergen. In Mei van dit jaar schreven we in Haarlem's Dagblad een artikel: Pcnétration pacifique. Weinig vermoedden wc toen dat Mussolini zoo Pruisisch*pl;,mp de feiten zou forceo ren. Maar is 't niet opvallend dat zich thans allerlei moedwillige hostiliteiten voordoen nu de pónétration paoifiq-ue in de Midi verwezenlijkt is? Mussolini imiteert h'ier precies Bismarck, maar hij vergeet het essenticelc: dat de IJzeren Kanselier een sterk leger, dat zegevierend uit den strijd te voor» schijn moest komen, aohter zich had. En de zwart-hemden moeten nog hun vuurdoop ondergaan. We hollen hier mc^ den dollen Duce vóór dc feiten uit, zeker. MaaT 't is nimmer tc Iaat om op een gevaar te wijzen. En zeker is 't beter om den steen des aanstoots aan te wijzen zoo dat men hem tijdig kan wegnemen dan 1 te schreeuwen en weg te hollen om het ongeluk maar niet te hoeven zrien j Maar wie denkt er nog aan oorlog? I Is niet de Volkerenbond er en het j Hof van Arbitrage in Den Haag dat juisj een dezer dagen de zaak van de „Lotus" za! behandelen? Tiens voilé une bonne chose: als Italië en Turkije dan persé onaangenaam heden willen uitlokken en een manier om hun krachten te meten dan is er een prachtig terrein in Syrië. 'Daar steunen beiden op Frankrijk. En u weet wat er gebeurt wanneer men een steun» punt wegneemt. Dan vallen de po» liolrneües tegen elkaar op en inplaats van het steunpunt't Is wc-nkelijk met een souvereine minachting en volkomen zelfbewust, bewust van z'n kryrht, moreel en ptoysiek. dat Frank» rijk kan antwoorden: „Vriendje, neem een goeden raad aan: Laat ons met rust". Al die aanspraken doen denken aan 't manneke dat nijdig werd omdat hij niet dc maan kon plukken.... Parijs. 17 September. HENRY A. TH. LESTURGEON. Pers-commentaren. Als gewoonlijk bevatten de bladen na de voorlezing van de troorwede uit» vocrige artikelen, waarin deze rede be» sproken wordt Alg. Handelsblad. Het .Algemeen Handelsblad" is al zeer uitvoerig in zijn beschouwing en het artikel vangt aldus aan: De eerste troonrede, die onder mi» nister De Geer aan de Vereenigde Ver» gadering dr beide Kamers is voorgele» zen, is een stuk zonder stijl. De rede i'crraadt door haar inhoud, hoezeer de oplossing der regeeringscrisis in Maart LI. een verlegenheidsoplossing was. Dat had zij niet behoeven te zijn. Een staatsman, die de staatkundige moge» ijkheden in ons land anders ziet dan een partijman, zou van de situatie, door „den nacht van Kersten" gcscha» pen, een ander gebruik hebben ge» maakt. Hij zou van de betrekkelijke onafhan kelijkheid zijner regccring van de partij» leiders gebruik hebben kunnen maken, om naar het voorbeeld van Cort van der Linden een basis voor zijn beleid to zoeken in den „volkswil", voor zoo» er hij dier. vermocht te peilen, of, als christelijK»bistorisch politicus doordro gen van het eigen recht der rcgccring, als correlaat van de parlementaire de» mocratie, hebben kunnen pogen de po» litick te heffen op een hooger peil, zoo dat aan de gevoelens, die een groot deel der geestelijke aristocratie koes» tert ten aanzien van het politiek be» drijf, hun grondslag werd ontnomen. Een „Nedcrlandsche staatkunde" zou de man uit de partij, die Groen Prinsterer gaarne als haar geestelijken voorvader beschouwt, heb'. v kunnen voeren; in zijn bock van daN naam had hij daarvoor richtlijnen kunnen vinden. Dat daaraan niet wordt gedacht, bc. wijst deze troonrede. Dc regeering zoekt niet de rechte ruime baan boven de politieke partijgcschillen, zij ver. kiest dc andere, een eng pad tusschcn de partijen doorkronkelend, dat men moeilijk kan gaan zonder --m stoot te geven bier en daar. Zij zot';.. Je objeo ten van haar wetgeving niet in een sfeer waar de medewerking der partijen haar zou worden verzekerd door het ontzag voor het zedelijk besef van het volk, dat ook de meest verpolitiekte partijleiding niet straffeloos kan ven waarloozen. Zij beperkt zich tot kleine „practische" maatregelen die geen i stoot geven. Dat acht zij zich blijkbaar verplicht aan haar karakter als intermczzo»re gcering. Inderdaad, het Is nuttig werk, Jat de regeering aankondigt, maar het blijft klein werk. En verder o.a.: „De troonrede geeft door haar alge» mecncn opzet en toon een nadere aanwijzing van dc opvatting, die dc regeering heeft van haar taak. De paragraaf over de buitcnlandschc betrekkingen is daarmede in volstrekte harmonie. Zij zegt in overeenstemming met de traditie over deze dingen zoo weinig mogelijk. Moet dit worden ver» klaart! uit de overweging, dat bij de nu weldra te wachten behandeling van het Belgisch tractaai zal blijken of de te» genwoordige bewindsman de leiding van het departement zal behouden? Dat over dit tractnat niets wordt ge» zegd is begrijpelijk". Met leedwezen constateert het blad dat bij de paragraaf Volkenbond niet van de gelegenheid gebruik heeft gc» maakt, in den boezem van het eigen volk haar leedwezen te betuigen oyer den gang van zaken te Geneve. Voorts wordt opgemerkt dat ten aar» zien van de koloniale politiek ccn st'el» ligen toon te bcluitercn valt. De paragraaf, gewijd aan den arbeid, noemt het blad een tikje minder vaag dan de rede als geheel. Verheugens» waard wordt het genoemd dat dc ziek» tewet zal worden ingevoerd. Het blad acht dc plannen van minis» ter de Geer betreffende de belasting» wetgeving stelliger. De Telegraaf. „De Telegraaf" zegt dat dc Troon» rede niet veel meer kan zijn dan een uitwerking cn aanvulling van het in Maart opgestelde schema van rcgccrbe» leid. „De ietwat schrale en vage inhoud var. dit jongste staatstuk behoeft daar» om in het algemeen geen reden tot ontevredenheid te zijn. Ernstige teleur» DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT Het waarschuwer.de gekreun van het te zwaar belasle hangmat-touw. (Nadruk verboden! stelling baar. slechts, dat op verschil» lende punten zelfs noodzakelijke ver» duidelijKmgen en bevestigingen van het regecringsprogram De Geer, bij het op» treden der nieuwe Regeering wegens onvoldoende voorbereiding hier en daar zeer algemeen en vaag gehouden geheel ontbreken. Opmerkelijk noemt het blad het dat de militaire paragraaf in deze troon» rede geheel ontbreekt. Eenige nadere verklaring was hier volgens het blad niet overbodig geweest. Te meer waar eenerzijds de rede die minister Lambooy bij zijn entrée hield hij den voorstanders van beperking der militaire uitgaven nieuwe reden tot twijfel gaf, anderzijds de evoluties van den nieuwen minister door de protes» tantsche groepen der rechterzijde met groot wantrouwen worden gadegesla» gen".. 1 En verder wordt o.m. gezegd: „Van belang kan ook worden de toe» zegging, dat eerlang voorstellen zullen worden gedaan tot wijziging en aan» vulling onzer sociale wetgeving, ten einde te geraken tot de ratificaties van sommige ontwerpverdragen van het Internationaal Arbeidsbureau. Dc belofte van nadere wijziging en invoering der Ziektewet is reeds tc vaak gedaan en onvervuld gebleven, dan dat wij daarvan nog veel zouden crwachtcn. Tot bevordering van het behoud van natuurschoon zal ccn voorstel worden ingediend om zekere fiscale verzach» tin»er. tc verbinden aan een vrijwillige beperK:-ig vtr» het beschikkingsrecht over bepaalde landelijke eigendommen. Zoolang deze maatregelen niet opnieuw op eer. anti»demOLratische bevoordee» Img der goedsbezitters blijken uit te loopen. zullen zij zeker op de sympa» thie van een ieder kunnen rekenen". Ten slotte schrijft dc Tc!.: „Nederland va' zi-h gclukk;g mogen prijzen als de komende regcerlngspe» riodc even rijk aan daden zal zijn als de Troonrede sober is in woorden". De Standaard. De Standaard (A.»R.) schrijft o.m.: „De inhoud der Troonrede heeft we!» nig verrassing gebracht. Van het inter» mczzo»Kab'net, dat thans het bewind voert, zijn geer. principecle hervorming gen te verwachten. Bovendien blijft de financiecle toestand van het land voort durend zorg eischen. zooals in dc Troonrede terecht wordt gezegd. Dc rede geeft dan ook geen voet aan dc hier en daar in het land opduikende gedachte dat de zorgelijke toestand van 's Lands financiën nu voorbij is. cn tegen het geleidelijk vermeerderen der uitgaven niet zooveel bezwaar meer bestaat". Komende op het onderwijs wordt o.m. opgemerkt: „Dat de bloei van het handelsonder» wijs door eene wettelijke regeling zal worden bevorderd, schijnt ons nog niet zeker. Dat de Regeering onnoodige beper» kingen van de vrijheid op het gebied van het Lager Onderwijs wil wegne» men, zal zeker in onzen kring met groote instemming vernomen worden". Het blad merkt op dat, wil het be» sluit de ziektewet invoeren, waarde hebben, en en ander met groote voort» varendheid moet geschieden. De wijziging en aanvulling onzer so» ciale wetgeving in verband met de ont» werpverdragen van Genève zal voor moeilijke vraagstukken stellen. En aan het slot wordt in het artikel gezegd: „Als geheel opent de Troonrede het vooruitzicht op eene zitting zonder schokkende gebeurtenissen; eene zit» ting, die, al is zij rustig, toch niet on» vruchtbaar behoeft te zijn". „De Nederlander". „De Nederlander" (Christel.»«Hist.) zegt dat de hoed van de troonrede en de beloften, warmede zij tot ons komt, tot gerustheid en hoop stemt. Aangenaam was de mededceling, al» dus het artikel, dat de regeering ver» lichting der lasten die op de bevo!» king zijn gelegd, op den voorgrond blijft stellen. Niet minde,r verheugt ons de aankondiging van. wetsontwerpen, teneinde Nederlanders, die zich in het Buitenland vestigden, om daarme» de den belastingdruk te ontgaan, mede een deel der nationale lasten te doen dragen Met ingenomenheid hebben wij ken» nis genomen van het voornemen der Regeering de bestaande Ziektewet te voeren. Verder wordt er op gewezen. dat de regeering erop uit is om de bevolking zooveel mogelijk te doen genieten van het natuurschoon, dat ons land biedt. Voorts d?.t dc paragraaf betreffende Indië en Nederlandsch*Indië zeker zal worden toegejuicht. „Het trof ons dat in de veelszins uit» vaerige troonrede geheel over de belan oen van nationale defensie, zoowel wat oorlog als marine betreft, en wat daar» mede samenhangt, geheel wordt gezwe» gen." „Het Volk". ..Het Volk" (S D A P.) schrijft over de troonrede o.a.: In overeenstemming met het politiek ^kleurloos karakter var. het kabinet is ook deze troonrede tamelijk kleur» iooc. Groote hervormingen worden er niet in aangekondigd, noch in achter- w-aartsche richting. Kleurloos is het stuk echter ook it INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL dien zin, dat zelfs omtrent de punten van wetgeving, die de regeering toezegt aan te snijden, men uit de bewoordin* gen waarin dat geschiedt, weinig wij» zer wordt. Er wordt, zoo vernemen wij bijvoorbeeld, naar „gestreefd" de be» lemmeringen in den buitenlandsohen afzet van producten „een einde te doen nemen". In'welke maatregelen dat strc» ven zal b'estaan. daarnaar moet menech ter raden. Betoogt men retorsie, weer» wraak? Of heeft men slechts onder» handelingen met het buitenland op het oog? Het is uit de troonrede niet te lezen. Er zal „een partieele herziening van de wettelijke bepalingen op de fo» pensen" voorgesteld worden. Wat zal zij inhouden? De regeering laat ons in heit duister. Aangekondigd wordt rati» ficatie van „sommige" internationale arbeidsverdragen. Van welke? Van de overeenkomst op den achturendag? Het wordt ons verzwegen. Op die wijze heeft men weinig aan de troonrede. Even verder wordt in het artikel ge» zegd, dat „dit onbeduidend, waschlijst» je" geen aanleiding geeft tot bespre» king". Het Volk" merkt op, dat de volks» nooden moeten wachten, waL -niet de schuld is van het kabinet, maar van de politieke partijen, die tot geen daad kunnen komen. „Met name", aldus .Het Volk" „ligt de schuld bij de Katholieke Staatspartij, die een coali» tie=kabinet heeft onmogelijk gemaakt, en ook niet aan een democratisch kabi» net heeft mee willen werken. Zij is in de eerste plaats verantwoordelijk voor de politick van onvruchtbarheid, waar» van deze troonrede getuigt". „De Tyd". „De Tijd" (R.K.) is van oordeel dat bet Staatsstuk geen nieuwe geziebts» punten geeft. Behalve instelling der Staatscommis» sie voor het Lager Onderwijs is er. al» dus het blad, van het indertijd gepubli» ceerde regeeringsprogram hoegenaamd niets verwezenlijkt. In de gegeven om» standigheden kan de Troonrede niet anders zijn dan wat zij is: een schrale aanvulling van het program uit de Re» geeringsverkiaring van II Maart jd. Bei» de stukken moet men naast elkaar leg» gen om van de dingen die komen zullen, iets tc begrijpen. „Het is merkwaardig", zoo wordt o.m. gezegd, „dat noch in de Regee» ringsvcrklaring van 11 Maart, noch in deze Troonrede één woord wordt ge* rept van het Ned.»Belgisch verdrag, dat als de voorteekenen niet bedriegen, vrij spoedig in openbare behandeling zal komen. Wil de heer De Geer op die wijze demonstreeren, dat aanneming of verwerping van dat belangrijk ver» drag hem volkomen onverschillig laat?" Het blad begrijpt niets van de gema» Mgde onverschilligheid, waarvan het kabinet tot nu toe in dezen Wijk geeft. Uit het Engclscb van L. G. MOBERLY. 3) Vertaald door P. P. T. (Nadruk verboden). „Ik? Hoe zou ik ze kennen?" klonk het antwoord. „Hun ponniewagentje kwam mijn wagen tegemoet en ik heb het buitengewone ongeluk gehad om hun rijtuigje in elkaar te rijden cn de dame te verwonden. Maar verder zijn wc, zooals ccn van uw dichters zegt: Schepen die elkaar in den nacht pas» sccrcn en elkaar bij het passeeren aan» roepen. Votia tout!" Giles constateerde met zijn scherpe opmerkingsgave, dat het Mngclsch van den man al even vlekkeloos was als zijn Fransch. ofschoon hij. tc oordcelen naar de instructies die hij aan zijn chauffeur gegeven had, veronderstelde d.'t hij een Kus was. „Neemt u mc niet kwalijk", zei Gi les onwillekeurig, „ik Jacht.... u stond naar dc dame tc kijken alsof u haar kende. Ongetwijfeld zal het meisje in staat zijn tc vertellen wie ze zijn en waar zc wonen". „Bent u dan van plan de verantwoor» dclijkhcid op u te nemen voor uw land» genoote?" het schampere lachje scheen zich in woorden tc hebben omgezet, de blauwe oogen blikten in de grijze van Giles, met een glimp van minach» ting cn toch ook van geamuseerd zijn. zoodat de jonge man de neiging hal den vreemdeling een klap in het wree» dc. knappe gezicht te geven. ..Of ze mijn landgenoote is of niet, ik kan toch al niet minder doen dan haar zoo goed mogelijk te helpen", antwoordde hij. met de verontwaaidi» ging trillend in zijn stem. het kleine meisje kan toqh immers nergens voor zorgen of eenige verantwoordelijkheid op zich nemen. Maar ik twijfel er niet aan of u zult alles wat u kunt, doen oor moeder en dochter, daar u toch. „Daar ik, wat?viel de ander hem plotseling met een hooghartig ge» baar in dc rede. En terwijl hij de wenk» brauwen fronste herhaalde hij: „Daar ik wat?Wat bedoelt u. meneer?" „Daar u verantwoordelijk bent voor het ongeluk, waarvan ik^ getuige ben geweest, wilde ik zeggen", gaf Giles ten antwoord, verbaasd over de licht» geraaktheid van den vreemdeling. Een gedwongen lachje kwam over zijn lippen hij keek den weg naar Aix af iets van zijn kalme koelbloedig» hcid scheen hij plotseling verloren te j hebben. „Niets zou mij meer genoe» gen doen dan al het mogelijke te doen voorMadame en het kleine meis» je", zei hij, „maar als dc dokter een» maal hier is cn de zaak in handen van de autoriteiten, dan moet ik tot mijn grootcn spijt verder. Ik heb dringende zaken, zaken van geweldig belang en daarvoor ma" ik mij door niets la» ten ophouden. Ik zal verplicht zijn.." Hij brak plotseling zijn zin af.... het geronk van den terugkeerenden motor werd weer hoörbaar en enkele oogenblikken later verscheen de groo* te auto, hij had ccn zwart gelakte ca» rosserie, zooals Tredman nu pas merk» te, weer op de plaats van het ongeluk. Een levendige Fransche dokter stapte uit en keck met onderzoekende oogen om zich heen. In een moment had hij de hecle situatie overzien cn hij bc» greep terstond dat hij van Giles de meeste hulp had te verwachten. „Als monsieur me helpen wil", wend» de hij zich tot hem, ,.za1 ik den aard van de verwondingen vaststellen en Madame zal dan ongetwijfeld in de auto naar Aix kunnen worden ver» voerd". De laatste woorden had hij gericht tot den eigenaar van den wa» gen, die nog steeds in dezelfde onbc» weeglijke houding was blijven staan. Tredman en dc Fransche dokter bo« gen zichover de gewonde en hadden hun volle attentie bij het onderzoek, ter» wijl de beide andere mannen met c!» ka :dcr stonden te praten. „We moeten haar zoo spoedig mo» gelijk naar het hotel of waar zij lo» geert, terugbrengen", zei de dokter zacht na 'n kort onderzoek. Hij demp» te zijn stem nog meer toen hij het ang» stige gezicht van het kind zag: „ze is vreeselijk gewond, hcclemaal inwendig gekneusd, ze kan niet lang meer le» venen De hand der dame. op de pols waar» van de hand van den dokter even had gerust, bewoog zachtjes op hetzelfde oogenblik opende zij de oogen, groote donkere weemoedige oogen „Zeg hem dat hij weggaat", zei zij met moeite", ik kan.... het.... niet., verdragenEen bijna gcluidloozc nik volgde, haar lippen werden asch» grauw, een grijze schaduw kroop over haar gezicht. „We moeten niet langer wachten", zei de Franschman gehaast. „Als u me helpen wilt om hanr in den wagen te leggen, zullen we probeeren haar zoo spoedig mogelijk hulp te bezorgen, of schoon het helaas wel weinig meer zal baten, maar- Zijn zin bleef onvoltooid. Achter hem hoorden zij plotseling het geluid van zich»in»bcwcging*zcttende wielen cn het gedaver van den 3angezettcn motor En vóór een der beide geknielde mannen weer op de been was, voor» <!.it een van hen de lafhartige daad kon verhinderen, raasde de zwarte wa» gen in volle vaart over den weg: een dichte stofwolk maakte het nummer direct onleesbaar en iedere seconde bracht hem verder buiten het bereik van zijn ongelukkige slachtoffers en van hen die gekomen waren om deze te helpen. De Engelschman en de Franschman staarden elkaar aan en in hun beider oogen was dezelfde huive» ring. dezelfde verachting en beiden leg» den bij zichzelf een dure gelofte af. De Franschman was de eerste die weer woorden vond. „Is Hie man een monster in men» schengedaantc?" riep hij uit. „Dat is geen menschelijk wezen!" „Hij is een onmensch", antwoordde Tredman tusschen zijn tanden", een wreede, hartelooze onmensch en als ik hem ooit weer ontmoet dan zal hij krijgen wat hem toekomt!" „Het lijkt me voor dat heerschar» beter dat hij u niet weer ontmoet", zei de Fransche dokter zachtjes", maar nu moeten we naar andere middelen om» zien om die arme vrouw in veiligheid te brengen". TWEEDE HOOFDSTUK. Ik vertrouw haar aan u toe. In de groote eetzaal van het hotel zat Sir Giles Tredman te wachten op zijn diner, ar# de kleine tafel in den hoek. vanwaar hij de lange zaal geheel kon overzien. Zijn geest was vervuld van de gebeurtenissen van dien mid» dag en gevoelens van medelijden en woede woelden in hem, als hij dacht aan de gewonde vrouw met haar jong dochtertje en aan den lafaard, die, na haar eerst doodelijk gewond te heb* ben, het van zichzelf .had kunnen ver» krijgen om er als een dief in den nacht van door te gaan en haar aan haar lot over te laten. Na veel oponthoud wa» ren de vriendelijke Fransche dokter cn hij zelf er in geslaagd een voertuig machtig te worden, waarin de dame naar haar hotel kon worden vervoerd (hetzelfde waar hij zelf dien morgen uit Florence gearriveerd was); hij had een Engelschen arts in consult geroc» pen en een Engelschc verpleegster bij de patiënt weten ip krijgen, opdat het haar in geen enkel opzicht aan goede verzorging zou ontbreken. Maar de beide geneeskundigen haddc* het hoofd geschud en hadden allebei de mcening uitgesproken dat noch een goede ver» plcging, noch de beste medische hulp, ook maar iets meer konden helpen om haar leven te redden. Iiaar verwondin» gen waren zoo erg dat noch chirurgisch ingrijpen, noch geneeskundige behande» ling ook maar de minste kans op sue» ces meer gaven. Het was alleen maar een kwestie van tijd en waarschijnlijk van ccn zeer korten tijd, voor het on» afwcivdbarc e:nde kwam. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 9