FLITSEN ELECTRISCHE STROOM ALS EXPORTARTIKEL. BINNENLAND DE SPOORWEGRAMP BIJ DE VINK. FEU-LLETON ZIJN KLEINE MEISJE HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 14 OCT. 1926 Hoe Zwitserland er in handelt. Onder de vele exportartikelen. waar» ©ver de verschillende landen de be. schikking hebben neem; de electrische stroom wel een zeer b rondere plaats :n. De onderlinge concurrentie van de dit artikel produceerende* en tevens exportee rende landen :s klein, zooal niet geheel ontbrekend. Voor zoover mij bekend is. heeft zich slechts eenmaal een. geval voorgedaan, waarin van een tegen eikander opbieden sprake is. Hoe het zü, dit artikel met zijn bij» zonder karakter zou zrker door vele landen gaarne opgenomen worden on» der de uitvoerartikelen om mede te kunnen werken tot verbetering van de handelsbalans, ware het niet. dat speciale factoren, waaraan in vele op» zichten weinig te veranderen is, van zoo overwegenden invloed zijn bij de beantwoording van de vraag: Kan het land electrischen stroom uitvoeren? Het gaat hier n.l. niet zoo zeer om de inrichting en instandhouding van dure centrales, het gaat evenmin over de meer of minder moderne hulp mid* delen. Ware dat het geval, dan zouden zeker tal van landen electrischen stroom uitvoeren. Maar neen. het gaat hier vóór alles om de aanwezigaeid van natuurlijke hulpbronnen van snel» vliedend water en hooge ^bergen eti dat alles op die plaatsen, waarvoor als het ware overheveling van een sur» plus aan electrische energie naar een raburg land mogelijk is. De natuurlijke hulpbronnen. hierboven geschetst, mis: ons 'and. Daartegenover is Z4ri'* seriand er o.m. co gelukkige bezitter van. Oorspronkelijk voerde Zwitser* land alleen 's zomers electrischen stroom ui: z-g. ..AbfalNkraft". cie door de oentrales beschikbaar gesteld werd als surplus boven het gebruik in de spitsuren. De buitenlandsche koopers waren daarmede op den duur nie; geholpen ea reeds spoedig bleken zij alleen can cog tot afnemers van dit Zwitsersch artikel te willen behooren. indien zij gedurende hc: geheele jaar een mini» mzm»hoeveelheia stroom konden be- trekken. Noodgedwongen is men van Zwirsersche zijde daartoe overgegaan en de stroomuitvoercontracten van tegenwoordig voorzien :n levering ge» durende het geheele jaar. waarbij in perioden van gunstigea waterstand een extra quantum K.W.U. wordt geleverd. Op dezen energie»u:tvoer is m Zwit* seriand sterke kritiek uitgeoefend, vooral omdat deze export»stroom meer dan eens goedkooper werd geleverd dan die welke door de binnenlandsche verbruikers werd betrokken. Hier en daar ging men zoo ver. da; mer. in dezen uitvoer een begunstiging zag van de buitenlandsche concurrentie, ja. ik heb zelfs hier en daar in Zwit> sersche periodieken gelezen, dat men :n een en ander een gevaar voor de neutraliteit zag. aangezien het buiten» land tot een inme-nging in politieke of economische zaken verleid zou kunnen worden. Zooals het met dergelijke za« ken meer gaat: van het een komt men in het ander en zoo gemakkelijk maakt men zich schuldig aan overdrij» ving. Hoewel een grond van waarheid in bovenomschreven beschouwing niet ontbreekt, mag men niet ujt het oog verliezen dat in Zwitserland een over» schot aan stroom resteert, nadat aan de Zwitsersche behoefte is voldaan. Het zoeken van een afzetgebied voor dit restant is niet alleen noodig. maar economisch bekeken van het grootste belang, vooral ook omdat de toeneming van het inlandsch gebruik achterblijft bij de vermeerdering aan opgewekten stroom. Een verbod tot uitvoer van electrischen stroom zou daarbij hoogst remmend werken voor den verderen bouw van nieuwe centrales. 3ij de wet van 22 December 1916 (Wasserrechtsgesetz) werd alles t.a.v. dezer, uitvoer geregeld, waarbij o.m. werd bepaald, dat bij gebrek aan stroom in eigen land de uitvoer beperkt moet worden. Het spreekt wel van zelf, dat de na' buurstaten: Italië, Frankrijk en Du:*sch land afnemers van dit exportartikel zijn. De uitvoer naar Frankrijk dateert van 1906. die naar Italië en Duitscn» land van 1907. terwijl ook Oostenrijk tegenwoordig Zw;tserschen stroom im. porteert. Niet alleen dat deze export zeer belangrijk is voor Zwitserland om afzetgebied te hebben voor een overtol lig product, maar daarnaast is het mo» gel-ijk de wanverhouding ongedaan :e maken, welke bestond tusschen den hoeveelheid gcproducecrden stroom in de® zomer en in den w-intcr. De -komsten u.t dezen u:gevoerder. siroom blijkt uit het onderstaande: In 1920: totaal 377 miliioen K.W.U hetgeen 12% der nroductie bcteekent. Zcrmerenergic 58.4%. In 1923: totaal 522 miliioen K.W.U. is 17% der productie. Zomerenergie 56.5%. In 1925: totaal 655 miliioen K.W.U, ■is 53.2% Zomerenergie. Inkomsten 1920: fres. 6.300.000. 1923: fres. 12.700.000 ca 1925 fres. 13.600.000. MOLLERUS. Het rapport betreffende het onderzoek. GEEN KWAADWILLIGHEID. Verschenen :s het versla» van het onderzoek ter zake van de ontsporing van trein 218 op het baanvak 's»Gra* venijage—Leiden nabij K. M. 48.800 op 9 September 1926. Dit verslag is uitge» bracht door Ir. E. C. W. van Dijk. chef van den dienst der exploitatie; door Ir. H. P. Maas Geesteranus. chef van den dieast van weg en werken; en door Ir. H. E. Hoekstra, chef van den dienst der tractie. De ramp. Uitvoerig wordt in het rapport ver* a!a? gegeven van de ramp. Her volgende is daaraan ontleend: Ter hoogte van Duivenvaarde (Prin* senfcosch) bemerkte de machinist dat de locomotief sterk schommelde. Vol» eens hem moet de instructeur Rnon toen nog de opmerking gemaakt heb» ben. dar de weg daar zoo slecht lag. Bij nadering van De Vink wees de snelheidsmeter, zooals later gebleken is, een snelheid van bijna 90 K. M. per uur aan. Plotseling zonder dat de machinist eenige onregelmatigheid op den veg voor zich bespeurd had. be^on de lo» comoticf hevig in dwarsrichting te •schommelen, zoo hevig, dat hij er van schrok cn de regulateur dicht trok. Daarop hoorde hii een harde knal tus* sefcen dc locomotief en den tender, waarna hij zoo krachtig mogelijk rem» de. Vervolgens bemerkte hij dat de locomotief over de dwarsliggers reed en zeer hevig slingerde. Een oogenblik Later sloeg zij naar links om, schoof nog iets op haar zijde door en bleef ten slotte liggen. De spoorslaven waren onder het ont spoorde treindeel nagenoeg geheel weggeslagen, terwijl het spoor ter plaatse waar de locomotief lag. geheel was opgewerkt cn dc dwarsliggers naar elkander toegeschoven waren. Dit ge» deelte van het spoor welfde als het ware gelijk een brug tegen dc locomo» tief aan. terwijl een spoorstaaf geheel verbogen daarover heeji lag. De mogelijke oorzaak. Inzake de mogelijke oorzaak zegt het rapport o.m. het volgende: Er is geen aanleiding om te denken aan kwaadwilligheid of aan het zich toevallig op ©en der spoorstaven bc» vjrden van eenig zwaar voorwerp: noch vóór. noch gedurende het onder» zoek is iets gpbleken, dat hierop zou kunnen wijzen. Aangezien ook ten opzichte van den toestand van dc locomotief, den tender en het overige rollend materieel niets is gevonden, dat een aanleiding tot dc 'ontsporing zou kunnen geweest zijn en de snelhejd, waarmede gereden werd, de hoogst toegelaten snelheid voor dit baanvak niet overschreed, rijst de vraag, of de oorzaak in den toestand van den weg moet worden gezocht. De bovenbouw bevond zich in tfoe» den staat en bestaat uit spoorstaven lang 18 M. van NT'. 46 op stoelen metf 24 dwarsliggers per spoorstaaflcngte. Het spooj; was -n 1921 gelegd en dc spoorstaven en dwarsliggers waren dus nog zeer goecL Spoorverw ijding is bij spoor van deze constructie en dezen leeftijd uit gesloten. spoorstaafbreuk evenzeer. Spoor spatting achten wij zeer onwaar» schijnlijk. Daarenboven lag het spoor goed in den ballast, zij het ook dat deze vrij nieuw was. Aan het losloopen van laschbout* of klemboutmocren behoeft niet te worden gedacht, alle moeren waren volgens de opgenomen verklaringen niet lang geleden losge- nomen, opnieuw geteerd, en vast aan» gedraaid. Volgens mededcelioc van den oud» machinist Mulder ontbrak er iets ver der dan de plaats van het ongeval éér. lasohbout. Het is gebleken. d: j deze in den ochtend vóór het ongeval bij het aandraaien van moeren door den weg-!, werker Van der Bent was stukgcdraai.1 cn daar de reservebouten bij dc Vink brug lagen bleef deze bout cenigen tijd ontbreken, hetgeen op zichzelf geen bezwaar oplevert. Uit het ontbreken van dezen bout mag dus geen conclusie getrokken wor den omtrent minder goed onderhoud van het spoor. Wij hebben nergens in de aansluitende sporen één laschbout gemist. Gebroken laschplaten zijn niet gevonden; ook niet in dc aansluitende spoorvakken. In den bovenbouw is naar onze mec ning dus met nagenoeg absolute zeker heid geen oorzaak van het ongeval te vinden. De plaats der ontsporing. ~Bü K.M. 48.S82 is op de rechter spoorstaaf een moet gevonden, loopen* de van binnen naar buiten over een lengte van Ó25 M.; voorbij deze moet vertoonden aan de rechterzijde der spoorstaven, de klembouten. kraag- schroeven en stelen teekenen. dat daar een of meer ontspoorde wielen over geloopcn hebben. Deze teckcncn wa» ren echter niet zoo diep, dat het gei heele ontspoorde treingedeeltc daan over geloopcn kan hebben. Wij racci nen dan ook, dat ter plaatse dc ontspo» ring nier is aangevangen, doch dat bij het door het plotseling omvallen en vastraken der locomotief ontstaan van een grooten weerstand in hc: voorste gedeelte van den trein en het daardoor sterk samendrukken der voertuigen, op genoemde plaats een of enkele as» sen zijn ontspoord. Door den stand van het materiaal na de ontsporing wordt o.i. het bovenstaande bevestigd. Het buitenbeen van het spoor vóór de plek der ontsporing lag na dc ont» ^poring 2 12 a 3 c31. lager dan het bin nenbeen, dat is een toestapd die geen gevaar oplevert; ook vertoonde het spoor aldaar lichte inzinkingen cn on effenheden, echter niet van dien aard. dat deze aanleiding zouden kunnen geven tot ontsporing. Ter plaatse van het ongeval was het spoor zoodanig vernield, dat van de ligging niets te zeggen valt. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 718 DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT Het baanlicbaam. heeft eer. enkel teeken van verzakking vertoond; daartoe was ook geen aan^ leiding, de ondergrond is niet ••'rcht en de op'nooging is ger.r. j De ballast was op 7 en 10 Augustus geheel ver» nieuwd. Gebruikt werd grind ui; onze eigen grinderij in Linunc. gezeefd door horren van 6 c_M. traliewijdte terwijl daarna het grind passeert over fijnere horren, waardoor de zeer kleine korrel» tjes grootendeel worden uitgezeefd. Het grind van Linne is eenigszins be slagen met leem en zand en daardoor vrij stroef. Deze kwaliteit van grind is gedurende vele jaren op de Neder» landsche Spoorwegen gebruikt en heeft steeds goed voldaan. In he; algemeen werd de ballast tot 25 a 30 c-M. onder onderkant dwarslig» gers vernieuwd. Ter plaatse van het ongeval lag het spoor nou wat laag en moest dit nog circa 10 c-M. gelicht worden, zoodat slechts 15 a 20 c~M. grind onder onder kant dwarsliggers aanwezig was. Er is na de ballastvernieuwingen op den spoorweg AmsterdamRotterdam door het locomotiefpersoncel veel ge» klaagd over onrustig rijden; klachten over het gedeelte waar de ontsporing plaats had, zijn evenwel alleen op 17 Augustus geuit. Dit spoor werd gerc» geld onderhouden. De opzichter van den weg heeft na 10 Augustus meer» malen den ploegbaas speciaal opgedra» gen naar het van nieuwe ballast voor» zienc baanvak te gaan kijken. Den dag vóór het ongeval was in het andere spoor ballast vernieuwd (deze werkzaamheden kunnen niet van in» vloed geweest zijn op de ligging van Als, na eindeloos wachten, hef meisje verschijnt en voor iedereen verstaanbaar in je oor fluistert dat de pudding niet stijt wil worden en wat ze moet doen. (Nadruk verboden) het spoor ter plaatse van het ongeval, omdat dit ongeveer 300 Meter verder in de richting Leiden plaats vond); toen men daarmede gereed was, droeg, volgens verklaring van den assistent» opzichter, die de leiding bad, deze aan den ploegbaas op om bet afgaand spoor nog eens na te zien. he.tgeen geschied is. De wegwerker, die in den ochtend van den 9en September het bewuste baanvak heeft geschouwd, heeft het spoor in orde bevonden. Dc m nisten van de vier aan trein 2: >9 September voorafgaande treinen verklaren allen, dat zij niets bij» zonders hebben opgcmcrkt-Niettemin hebben enkele reizigers van die trci» ncn naar aanleiding van 'net ongeveer ter plaatse van het ongeval hevig heen cn weer geschud zijn. Deze tegenspraak is wellicht ddaruit te verklaren, dat dc machinisten zich niet direct over ecnig onrustig rijden ongerust maken cn daarom er geen bijzondere aandacht aan hebben ge» schonken, indien inderdaad die trc» ncn op dc bewuste plaats wat gcschom meld hebben. Hieruit volgt toch wel, dat het niet zeer ernstig kan zijn geweest. Ook dc machinist van trein 218 heeft niet bijzonders aan het spoor gezien; hij verklaart alleen, dat de lo» comoticf vlak vóór de ontsporing hc» vig «chommelde. Niemand van het personeel verantwoordelijk. Wij hebben ons afgevraagd, of bij dc kleine ongelijkheden en inzinkin» gen, die in het spoor vóór de plaats van het ongeval zijn waargenomen cn ook ter plaatse van het ongeval aanwc» zig kunnen zijn geweest en die meer voorkomen, doch nooit getoond heb» ben gevaar op tc leveren, gevoegd bij dc ccnigszins verkante ligging van het spoor, het hevig schommelen van de locomotief, dat dc machinist vlak voor dc onsporing zegt te hebben opgc» merkt, en verder de ontsporing tc ver» klaren zou zijn. Het is denkbaar dat. wanneer zulke kleine inzinkingen zich over een groo» teren afstand herhalen, de schommclin gen. die de locomotief daardoor krijg! op een oogenblik, toevallig, in verband met de snelheid van den trein en den eigen slingertijd van de locomot.cf in resonantie komen met de inzinkingen in den weg cn daardoor steeds grooter worden. Voegt men daarbij, dat door deze schommelingen in dwarsrichting door de dynamische werking aan de zijde waar de locomotief overhelt, een veel grooter druk op de spoorstaaf wordt uitgeoefend dan de statistische belas» ting, waardoor de inzinkingen nog kun» ncn worden verdiept, dan is het denk» baar dat tenslotte door ontlasting van de wielen aan de andere zijde ontspo» rin? volgt. Wij vestigen er echter dc aandacht op. dat er dan al een bijzonder toeval» lig samentreffen van bedoelde inzin» kingen met de schommeltijden van de locomotief zich moe» voordoen, het» geen slechts zeer zelden het geval zal zijn. doch dat in het geval van :rein 218 op 9 September zich bij uitzonde» ring kan hebben voorgedaan. Hoewel gebleken is. dat er vóór de plaats van dc ontsporipg onvolkomen heden :n den weg waren, meenen wy. dat niemand van het personeel voor het ongeval verantwoordelijk te stellen is, omdat het verband tusschen deze onvolkomenheden en het ongeval niet voldoende vaststaat. JE AMSTERDAMSCHE OLYMPIADE. De hui»ve*ting. Woensdagavond had op het Alge meen Secretariaat van het Comitc Olympische Spelen 1928 eert bespreking plaats tusschen vertegenwoordigers van dc vcrccniging 't Koggeschip. Ned. Hotc!» cn Restaurant Industrie, Ver» cenigingcn voor Vreemdelingenverkeer, ccn groot aantal rcisburcaux cn dc sc» crct.iris ran dc aftiteling Huisvesting van het Comité 1928. tin einde dc mid» delen tc bespreken, welke door eer al» gcmccnc samenwerking tot het welsla gen der huisvesting in 1928 zullen lei den. Deze vergadering werd bijge woond door den algemeen secretaris cn den heer L. Verwoerd. Na een uitvoerige toelichting en be« spreking van het onderhavige onder» werp kwam deze vergadering tot de unanieme conclusie, dat het wensche» lijk en noodzakelijk is om over te gaan tot dc inrichting san een Centraal Huisvestingsbureau waaraan alle bc» langhebhend'hun medewerking zul» ïcn verlcenen. Dit bureau zal staan onder de neu trale leiding van het Nedcrlandsch Olympisch Comité. EEN SLEEPSCHIP MAAKT SLAGZIJ. 80 ton staal verloren. Woensdagmiddag te ongeveer 6 uur heeft bij het verhjlcn op het IJ 'net sleepschip „Wijkdienst 19" van de Nieuwe Rijnvaartmaatschappij tc Am» sterdam* door onbekende oorzaak ter hoogte van het établissement der Kon. Ncd. Stoomboot Maatschappij aan de Lcvantkadc slagzij ccmaakt. met het gevolg, dat dc deklast, bestaande uit circa 80 ton staal voor de Levantha» vens te water gleed cn verloren ging. NOODLOTTIGE ONVOORZICH» TIGHE1D. Woensdagmiddag tegen kwart over vier is een v|jf»jarig knaapje, dat op een vrachtauto was geklommen op de Prinsengracht ter hoogte van de Wes» termarkt zoo gevallen, dat ccn der wie len hem over het linkerbeen reed. Het been werd zwaar gekwetst. Dc jongen is naar het ziekenhuis vervoerd. LIJDENDE DIENST- WEIGERAARS. Het antwoord van den minister. Op de vragen van den heer Van Zajeihoff in verband met voorgeko men ziektegevallen bij dienstweigeraars verblijvende in dc bijzondere strafge» van gen is te Scheven in gen, antwoordde dc Minister van Justitie: Reeds vóór de ontvangst der vragen heeft de Minister een onderzoek ,nge» steld, naar aanleiding van een bericht in het ,-Haagsche Volk'' van 13 Sept. j.L. van soortgelijke strekking als de in houd van dc thans gestelde vragen. Als resultaat van dit onderzoek kan op de vragen het volgende worden ge» antwoord. Onder dc dienstweigeraars is er op het oogenblik ccn, die kort na binnen» komst tuberculeuze lymphomen aan den hals vertoonde en deswege wordt bc» handeld met extra»voeding. lucht» en Hgkurcn. Een ander is lijdende aan verouderde ooraandoening. Overigens komen de in dc vraag bedoelde kwa» len op het oogenblik onder dc gedeti» neerden niet voor. Wel kan hieraan worden toegevoegd dat zich tn April en Mei drie gevallen van steenpuisten hebben voorgedaan, die op de gewone wijze zijn behandeld en genezen; in een dier gevallen tra» den eenige furunkcls op. zoodat men van ruru.nculosc kon spreken: een aan den betrokkene voorgeslagen behande ling met vaccin werd geweigerd, waar» door de genezing is vertraagd. Voorts is in den laatsten tijd nog een geval van huidaandoening opgetreden bij een sinds reeds ontslagen gedeti» neerde, die or voldoend gebruik maak te van dc gelegenheid tot lichaam*» reiniging. Ui! dc verkregen inlichtingen is van een bijzondere oorzaak n et gebleken. Eenige aanwijzing, dat dc boven» omschreven ziektegevallen, voor zoo» ver deze zich niet reeds bij inkomst openbaarden, in verhand zonden staan met het veiWijf >n de bijzondere straf» gevangenis, is niet verkregen. Meer be» paalde!jk is er ook geenerlei reden aan verband met dc voeding te denker. De regeHr.g dezer voeding biedt dc noodigc afwisseling cn wordt door den gestichtsgcneeshier ruim voldoen de geacht, terwijl uit de omstandigheid dat de voeding door dc andere gevan genen algemeen wordt verdragen, valt af tc leiden, dat deze niet als ver» kcerd behoeft tc worden gequalifi» ceerd. Voor eenigerlei maatregel is dan ook geen aanleiding. POTEMKIN. Te Zutphen verboden. Naar^gemeld wordt heeft de burge meester van Zutphen dc opvoering van de film „Potemkin" verboden. Uil hef Engelscb van L. G. MOBEPLY. 22) Vertaald door P. P. T. (Nadruk verboden). Hugh Berncrs was geen man die zich tot nu toe veel aan vrouwen gelegen ,id laten .i.'gcn: rijn drukke practijk I et hem gvi-r. tijd to' veel omgang cn ram het grootste deel van zijn denken ir. r es lag. Hij had natuurlijk, hij was cn acht en twintig, wei een paar jon* gensachtiiie verliefdheden achter den rag mar die waren meestal even snel afgezakt als ze opgekomen waren. De iron* aan wie fc-j eet beste van zich zc!: geven, die zijn eerste groote C - -. :--e liefde zou zijn. was nog r e' fn zijn leven gekomen. Maar van* hai een vrouwengelaat een on» v -er ndruk op hem gemaakt en terwijl hij voortl.cp zag hij trek voor trek van dar gezicht duidelijk voor ..Mag ik u aan Miss Rosa Muller voorstellen", had Mrs. Cardew tegen hem ;rzcgd. nadat zij hem had mec* genomen naar een slank meisje dat een beetje apart stond. „Miss Müller is naar Engeland gekomen om haar oom. een kennis van ons, een beetje gezel» schap te houden. Ik wilde alleen maar" zei de gastvrouw, „dat ik Miss Müller's moedertaal voor de helft zoo goed sprak als zij de onze' „Miss Müller's moedertaal is waar» schijnlijk Duitsch?" vroeg Berncrs, ter» wijl hij voor het meisje boog en tege» lijk merkte hij op hoe merkwaardig diep»blauw haar oogen waren en wat een allerliefst glimlachje om haar fijne lippen speelde. „Inderdaad." zei ze met een lage, welluidende stem. die hem heel prettig in de ooren klonk. ..maar ik ben ovc» riger.s een echte cosmopoüct. Ik voel niet dat ik tot een bepaalde natie be* hoor; ik voel me overal thuis". Ze sprak vlekkeloos Engelsch; een ^poor van een vreemd accent gaf een bijzon* dere bekoring aan haar spreken en Hugh stelde vast dat haar lach dezelf» de diepe, muzikale klank had als haar stem. Ofschoon ze geen opvallende schoonheid was en r.iet kon wedijve ren met de mooie dochter des huize*, ging er van dit meisje toch een ondefi nieerbare bekoring uit, die heel sterk tot Hugh sprak. Ze praatte gemakke» lijk en vlot, ze was absoluut niet ver* legen, maar toch ook heelemaa! niet vrijpostig of opdringerig en haar diep» blauwe oogen ontmoetten de zijne met een openheid die geen spoor van co* quetterie had. En haar manier van praten was even open als haar blik. Berners was al gauw gewaar geworden, dat ze in de meeste hoofdsteden van Europa gewoond had. dat zc geen ouders meer had en dat haar oom. haar naaste bloedverwant, die in Jipioma» tieken dienst was, op het oogenblik in Londen woonde. „Maar dat wil niet zeggen dat ik met mijn oom samenwoon", voegde zij er vroolijkdachcnd aan toe. „Hij is zoo aan het jonggezellenleven gewoon, dat een nichtje een blok aan 't been voor hem zou zijn en ik logeer in een hotel met een gezelschapsdame, maar die is op het oogenblik niet hier. Mijn oom is cr ook niet; ik ben alleen naar Mrs. Cardew gekomen, zc is een goede ken» nis van hem. Vindt u haar niet aar» dig? Weet u", ze: ze plotseling, „ik heb altijd verlangd dat ik als Engel» sche op de wereld was gekomen: de Engelsche vrouwen zijn de vrijste, de aardigste en ik denk ook wel de ge* lukkigste op de wereld". Hugh overdacht deze woorden nog eens. terwijl hij langs de hekken van Green Park liep en naar het frisschc. jonge groen van de boomen en het gras keek. Hij glimlachte en dacht bij zichzelf dat over het meisje dat hij juist had ontmoet, ook de tcere frisch» heid cn dc lif^-ikhcid van den vroegen zomer la?. Hij betrapte zichzelf er op. dat hij besloot om de Cardews vaker te bezoeken; hij vond het jammer dat de oom van Miss Muller er niet was geweest, omdat hij rraag kennis met hem had gemaakt; hij overwoog mid* delen om het meisje wéér te ontmoc» ten cn hij vergeleek Rosa met de jon» ge meisjes uit Stockely, welke verge* lijking niet uitviel in het voordeel van zijn stadgenootjes! Onder het eten, samen met een vriend, werden zijn gedachten weer af* geleid van de ontmoeting van dien mid» dag. doordat zijn tafelgenoot het ge» sprek bracht op een nieuwe medische ontdekking en daarna met allerlei ver» halen aankwam uit het ziekenhuis waar zc allebei assistent waren geweest. Maar Hugh bleef na het diner niet lang meer in dc club rondhangen en toen Big Ben negen sonore slagen deed hooren, ging hij heen en wandelde langs St. James' Park in de richting van de rivier. Hij was in de stemming voor een wandeling, voor een groote en verre wandeling. Hij h?d eerst het idee om het hcclc eind naar Stockely te loopen, maar dat leek hem toch wel er« en zoo besloot hij naar een van de Zu:d»Lon» densche stations te wandelen cn daar in een trein te stappen inplaats van aan het eindpunt. Het was een zwoele avond; rware wolken kwamen uit het Noorden op» zetten en voorspelden onweer, maar act was nog steeds droog. Hugh begon langzamer te loopen cn toen hy door de stille wijken aan de Surrey»/yde van dc rivier liep, nan hij zijn hoed af en liet den zoclcn wind door zijn ha» ren spelen. Hij had ccn poosje zoo gc> wandcld, zonder aandacht aan zijn om* geving tc schenken, werktuigelijk de goede richting inslaand, terwijl hij nog eens het gesprek van dezen middag overdacht. Plotseling keerde hij weer tot dc werkelijkheid terug. Hij bevond zich in een smalle, donkere straat, die hij niet kende en merkte dat hij ver» keerd geloopcn was. Hij keek naar dc sombere huizen, armelijk cn verwaar* Ioosd cn concludeerde dat het hier niet bepaald ccn deftige huurt was cn de gezichten van de weinige voorbij» gangers gaven hem geen erg gerust» stellend idee omtrent den aard der bewoners. Hij sprak een ongunstig»uit* ziend man aan. die hem loerend, aan» keek cn hij vroeg hem beleefd hoe hij weer op den hoofdweg moest komen. Dc man antwoordde norsch: ..Dc eerste straat links. Graham rireet. loop die miar door, dan kom je er van zelf". Het werd steeds donkerder; de heele lucht w-as pikzwart geworden cn toen Hug!) den weg insloeg die hem gezegd was, vielen de eerste groote druppels op zijn haar. Hij zette zijn hoed weer on en wenschtc wel dat hij zijn dwaze plan om een paar mijlen te wandelen niet uitgevoerd had cn in de tweede plaats dat hy niet zoo gedachteloos was voortgeloopen, zoodat hij niet in dit doolhof van obscure straten verzeild as geraakt. Toen hij merkte in wat voor extra»ongurc straat hij nu liep, verhaastte hij zijn schreden. Dc huizen aan beide kanten maakten ccn ongezelligcn, doodschcn cn som» beren indruk, het plaveisel was ver» waarloosd cn het verre rumoer van de groote stad klonk tot hier niet door; het leek of dc hooge huizen een muur vormden tot ver omhoog. Iets in de duisternis cn dc stilte maakten hem onrustig, ofschoon hij niet gauw last van zijn zenuwen Lad. Hij ging nog harder loopen, verbeeldde zich steeds dat hij uit al die huizen bespied werd en hij overdacht juist hoe lang hij nog zou moeten loopen tot hij aan het eind van die straat was, toen het geluid van een naderende auto de doodschc stilte verbrak en tot zijn groote verbazing passeerde hem een sierlijke kleine lan- daulette. die voor een van dc huizen aan den linkerkant van de straat stop te. Dat zoo'n chique wagen hier in deze buurt kwam. was op zichzelf al een wonder, maar dat hij stilhield voor een van die armelijke huizen, deed Hugh's verbazing toenemen cn hij bleef onwillekeurig staan om te zien wie er wel uit zou komen. (Word! vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 10