FLITSEN
ELECTRISCHE STROOM ALS EXPORTARTIKEL.
BINNENLAND
DE SPOORWEGRAMP BIJ DE VINK.
FEU-LLETON
ZIJN KLEINE MEISJE
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 14 OCT. 1926
Hoe Zwitserland er in handelt.
Onder de vele exportartikelen. waar»
©ver de verschillende landen de be.
schikking hebben neem; de electrische
stroom wel een zeer b rondere plaats
:n. De onderlinge concurrentie van de
dit artikel produceerende* en tevens
exportee rende landen :s klein, zooal niet
geheel ontbrekend. Voor zoover mij
bekend is. heeft zich slechts eenmaal
een. geval voorgedaan, waarin van een
tegen eikander opbieden sprake is.
Hoe het zü, dit artikel met zijn bij»
zonder karakter zou zrker door vele
landen gaarne opgenomen worden on»
der de uitvoerartikelen om mede te
kunnen werken tot verbetering van de
handelsbalans, ware het niet. dat
speciale factoren, waaraan in vele op»
zichten weinig te veranderen is, van
zoo overwegenden invloed zijn bij de
beantwoording van de vraag: Kan het
land electrischen stroom uitvoeren?
Het gaat hier n.l. niet zoo zeer om
de inrichting en instandhouding van
dure centrales, het gaat evenmin over
de meer of minder moderne hulp mid*
delen. Ware dat het geval, dan zouden
zeker tal van landen electrischen
stroom uitvoeren. Maar neen. het gaat
hier vóór alles om de aanwezigaeid
van natuurlijke hulpbronnen van snel»
vliedend water en hooge ^bergen eti
dat alles op die plaatsen, waarvoor
als het ware overheveling van een sur»
plus aan electrische energie naar een
raburg land mogelijk is. De natuurlijke
hulpbronnen. hierboven geschetst,
mis: ons 'and. Daartegenover is Z4ri'*
seriand er o.m. co gelukkige bezitter
van. Oorspronkelijk voerde Zwitser*
land alleen 's zomers electrischen
stroom ui: z-g. ..AbfalNkraft". cie door
de oentrales beschikbaar gesteld werd
als surplus boven het gebruik in de
spitsuren.
De buitenlandsche koopers waren
daarmede op den duur nie; geholpen
ea reeds spoedig bleken zij alleen can
cog tot afnemers van dit Zwitsersch
artikel te willen behooren. indien zij
gedurende hc: geheele jaar een mini»
mzm»hoeveelheia stroom konden be-
trekken. Noodgedwongen is men van
Zwirsersche zijde daartoe overgegaan
en de stroomuitvoercontracten van
tegenwoordig voorzien :n levering ge»
durende het geheele jaar. waarbij in
perioden van gunstigea waterstand een
extra quantum K.W.U. wordt geleverd.
Op dezen energie»u:tvoer is m Zwit*
seriand sterke kritiek uitgeoefend,
vooral omdat deze export»stroom meer
dan eens goedkooper werd geleverd
dan die welke door de binnenlandsche
verbruikers werd betrokken. Hier en
daar ging men zoo ver. da; mer. in
dezen uitvoer een begunstiging zag
van de buitenlandsche concurrentie,
ja. ik heb zelfs hier en daar in Zwit>
sersche periodieken gelezen, dat men
:n een en ander een gevaar voor de
neutraliteit zag. aangezien het buiten»
land tot een inme-nging in politieke of
economische zaken verleid zou kunnen
worden. Zooals het met dergelijke za«
ken meer gaat: van het een komt men
in het ander en zoo gemakkelijk
maakt men zich schuldig aan overdrij»
ving. Hoewel een grond van waarheid
in bovenomschreven beschouwing niet
ontbreekt, mag men niet ujt het oog
verliezen dat in Zwitserland een over»
schot aan stroom resteert, nadat aan
de Zwitsersche behoefte is voldaan.
Het zoeken van een afzetgebied voor
dit restant is niet alleen noodig. maar
economisch bekeken van het grootste
belang, vooral ook omdat de toeneming
van het inlandsch gebruik achterblijft
bij de vermeerdering aan opgewekten
stroom. Een verbod tot uitvoer van
electrischen stroom zou daarbij hoogst
remmend werken voor den verderen
bouw van nieuwe centrales.
3ij de wet van 22 December 1916
(Wasserrechtsgesetz) werd alles t.a.v.
dezer, uitvoer geregeld, waarbij o.m.
werd bepaald, dat bij gebrek aan stroom
in eigen land de uitvoer beperkt moet
worden.
Het spreekt wel van zelf, dat de na'
buurstaten: Italië, Frankrijk en Du:*sch
land afnemers van dit exportartikel
zijn. De uitvoer naar Frankrijk dateert
van 1906. die naar Italië en Duitscn»
land van 1907. terwijl ook Oostenrijk
tegenwoordig Zw;tserschen stroom im.
porteert. Niet alleen dat deze export
zeer belangrijk is voor Zwitserland om
afzetgebied te hebben voor een overtol
lig product, maar daarnaast is het mo»
gel-ijk de wanverhouding ongedaan :e
maken, welke bestond tusschen den
hoeveelheid gcproducecrden stroom in
de® zomer en in den w-intcr.
De -komsten u.t dezen u:gevoerder.
siroom blijkt uit het onderstaande:
In 1920: totaal 377 miliioen K.W.U
hetgeen 12% der nroductie bcteekent.
Zcrmerenergic 58.4%.
In 1923: totaal 522 miliioen K.W.U.
is 17% der productie. Zomerenergie
56.5%.
In 1925: totaal 655 miliioen K.W.U,
■is 53.2% Zomerenergie.
Inkomsten 1920: fres. 6.300.000. 1923:
fres. 12.700.000 ca 1925 fres. 13.600.000.
MOLLERUS.
Het rapport betreffende het onderzoek.
GEEN KWAADWILLIGHEID.
Verschenen :s het versla» van het
onderzoek ter zake van de ontsporing
van trein 218 op het baanvak 's»Gra*
venijage—Leiden nabij K. M. 48.800 op
9 September 1926. Dit verslag is uitge»
bracht door Ir. E. C. W. van Dijk.
chef van den dienst der exploitatie;
door Ir. H. P. Maas Geesteranus. chef
van den dieast van weg en werken; en
door Ir. H. E. Hoekstra, chef van den
dienst der tractie.
De ramp.
Uitvoerig wordt in het rapport ver*
a!a? gegeven van de ramp.
Her volgende is daaraan ontleend:
Ter hoogte van Duivenvaarde (Prin*
senfcosch) bemerkte de machinist dat
de locomotief sterk schommelde. Vol»
eens hem moet de instructeur Rnon
toen nog de opmerking gemaakt heb»
ben. dar de weg daar zoo slecht lag.
Bij nadering van De Vink wees de
snelheidsmeter, zooals later gebleken
is, een snelheid van bijna 90 K. M. per
uur aan.
Plotseling zonder dat de machinist
eenige onregelmatigheid op den veg
voor zich bespeurd had. be^on de lo»
comoticf hevig in dwarsrichting te
•schommelen, zoo hevig, dat hij er van
schrok cn de regulateur dicht trok.
Daarop hoorde hii een harde knal tus*
sefcen dc locomotief en den tender,
waarna hij zoo krachtig mogelijk rem»
de. Vervolgens bemerkte hij dat de
locomotief over de dwarsliggers reed
en zeer hevig slingerde. Een oogenblik
Later sloeg zij naar links om, schoof
nog iets op haar zijde door en bleef
ten slotte liggen.
De spoorslaven waren onder het ont
spoorde treindeel nagenoeg geheel
weggeslagen, terwijl het spoor ter
plaatse waar de locomotief lag. geheel
was opgewerkt cn dc dwarsliggers naar
elkander toegeschoven waren. Dit ge»
deelte van het spoor welfde als het
ware gelijk een brug tegen dc locomo»
tief aan. terwijl een spoorstaaf geheel
verbogen daarover heeji lag.
De mogelijke oorzaak.
Inzake de mogelijke oorzaak zegt
het rapport o.m. het volgende:
Er is geen aanleiding om te denken
aan kwaadwilligheid of aan het zich
toevallig op ©en der spoorstaven bc»
vjrden van eenig zwaar voorwerp:
noch vóór. noch gedurende het onder»
zoek is iets gpbleken, dat hierop zou
kunnen wijzen.
Aangezien ook ten opzichte van
den toestand van dc locomotief, den
tender en het overige rollend materieel
niets is gevonden, dat een aanleiding
tot dc 'ontsporing zou kunnen geweest
zijn en de snelhejd, waarmede gereden
werd, de hoogst toegelaten snelheid
voor dit baanvak niet overschreed,
rijst de vraag, of de oorzaak in den
toestand van den weg moet worden
gezocht.
De bovenbouw bevond zich in tfoe»
den staat en bestaat uit spoorstaven
lang 18 M. van NT'. 46 op stoelen metf
24 dwarsliggers per spoorstaaflcngte.
Het spooj; was -n 1921 gelegd en dc
spoorstaven en dwarsliggers waren
dus nog zeer goecL
Spoorverw ijding is bij spoor van
deze constructie en dezen leeftijd uit
gesloten. spoorstaafbreuk evenzeer.
Spoor spatting achten wij zeer onwaar»
schijnlijk. Daarenboven lag het spoor
goed in den ballast, zij het ook dat
deze vrij nieuw was. Aan het losloopen
van laschbout* of klemboutmocren
behoeft niet te worden gedacht, alle
moeren waren volgens de opgenomen
verklaringen niet lang geleden losge-
nomen, opnieuw geteerd, en vast aan»
gedraaid.
Volgens mededcelioc van den oud»
machinist Mulder ontbrak er iets ver
der dan de plaats van het ongeval éér.
lasohbout. Het is gebleken. d: j deze in
den ochtend vóór het ongeval bij het
aandraaien van moeren door den weg-!,
werker Van der Bent was stukgcdraai.1
cn daar de reservebouten bij dc Vink
brug lagen bleef deze bout cenigen tijd
ontbreken, hetgeen op zichzelf geen
bezwaar oplevert.
Uit het ontbreken van dezen bout
mag dus geen conclusie getrokken wor
den omtrent minder goed onderhoud
van het spoor. Wij hebben nergens in
de aansluitende sporen één laschbout
gemist. Gebroken laschplaten zijn niet
gevonden; ook niet in dc aansluitende
spoorvakken.
In den bovenbouw is naar onze mec
ning dus met nagenoeg absolute zeker
heid geen oorzaak van het ongeval te
vinden.
De plaats der ontsporing.
~Bü K.M. 48.S82 is op de rechter
spoorstaaf een moet gevonden, loopen*
de van binnen naar buiten over een
lengte van Ó25 M.; voorbij deze moet
vertoonden aan de rechterzijde der
spoorstaven, de klembouten. kraag-
schroeven en stelen teekenen. dat daar
een of meer ontspoorde wielen over
geloopcn hebben. Deze teckcncn wa»
ren echter niet zoo diep, dat het gei
heele ontspoorde treingedeeltc daan
over geloopcn kan hebben. Wij racci
nen dan ook, dat ter plaatse dc ontspo»
ring nier is aangevangen, doch dat bij
het door het plotseling omvallen en
vastraken der locomotief ontstaan van
een grooten weerstand in hc: voorste
gedeelte van den trein en het daardoor
sterk samendrukken der voertuigen,
op genoemde plaats een of enkele as»
sen zijn ontspoord. Door den stand van
het materiaal na de ontsporing wordt
o.i. het bovenstaande bevestigd.
Het buitenbeen van het spoor vóór
de plek der ontsporing lag na dc ont»
^poring 2 12 a 3 c31. lager dan het bin
nenbeen, dat is een toestapd die geen
gevaar oplevert; ook vertoonde het
spoor aldaar lichte inzinkingen cn on
effenheden, echter niet van dien aard.
dat deze aanleiding zouden kunnen
geven tot ontsporing. Ter plaatse van
het ongeval was het spoor zoodanig
vernield, dat van de ligging niets te
zeggen valt.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 718
DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT
Het baanlicbaam.
heeft eer. enkel teeken van verzakking
vertoond; daartoe was ook geen aan^
leiding, de ondergrond is niet ••'rcht
en de op'nooging is ger.r. j De ballast
was op 7 en 10 Augustus geheel ver»
nieuwd. Gebruikt werd grind ui; onze
eigen grinderij in Linunc. gezeefd door
horren van 6 c_M. traliewijdte terwijl
daarna het grind passeert over fijnere
horren, waardoor de zeer kleine korrel»
tjes grootendeel worden uitgezeefd.
Het grind van Linne is eenigszins be
slagen met leem en zand en daardoor
vrij stroef. Deze kwaliteit van grind
is gedurende vele jaren op de Neder»
landsche Spoorwegen gebruikt en heeft
steeds goed voldaan.
In he; algemeen werd de ballast tot 25
a 30 c-M. onder onderkant dwarslig»
gers vernieuwd.
Ter plaatse van het ongeval lag het
spoor nou wat laag en moest dit nog
circa 10 c-M. gelicht worden, zoodat
slechts 15 a 20 c~M. grind onder onder
kant dwarsliggers aanwezig was.
Er is na de ballastvernieuwingen op
den spoorweg AmsterdamRotterdam
door het locomotiefpersoncel veel ge»
klaagd over onrustig rijden; klachten
over het gedeelte waar de ontsporing
plaats had, zijn evenwel alleen op 17
Augustus geuit. Dit spoor werd gerc»
geld onderhouden. De opzichter van
den weg heeft na 10 Augustus meer»
malen den ploegbaas speciaal opgedra»
gen naar het van nieuwe ballast voor»
zienc baanvak te gaan kijken.
Den dag vóór het ongeval was in het
andere spoor ballast vernieuwd (deze
werkzaamheden kunnen niet van in»
vloed geweest zijn op de ligging van
Als, na eindeloos wachten, hef meisje verschijnt en
voor iedereen verstaanbaar in je oor fluistert dat de
pudding niet stijt wil worden en wat ze moet doen.
(Nadruk verboden)
het spoor ter plaatse van het ongeval,
omdat dit ongeveer 300 Meter verder
in de richting Leiden plaats vond);
toen men daarmede gereed was, droeg,
volgens verklaring van den assistent»
opzichter, die de leiding bad, deze aan
den ploegbaas op om bet afgaand
spoor nog eens na te zien. he.tgeen
geschied is.
De wegwerker, die in den ochtend
van den 9en September het bewuste
baanvak heeft geschouwd, heeft het
spoor in orde bevonden.
Dc m nisten van de vier aan
trein 2: >9 September voorafgaande
treinen verklaren allen, dat zij niets bij»
zonders hebben opgcmcrkt-Niettemin
hebben enkele reizigers van die trci»
ncn naar aanleiding van 'net ongeveer
ter plaatse van het ongeval hevig heen
cn weer geschud zijn.
Deze tegenspraak is wellicht ddaruit
te verklaren, dat dc machinisten zich
niet direct over ecnig onrustig rijden
ongerust maken cn daarom er geen
bijzondere aandacht aan hebben ge»
schonken, indien inderdaad die trc»
ncn op dc bewuste plaats wat gcschom
meld hebben.
Hieruit volgt toch wel, dat het niet
zeer ernstig kan zijn geweest.
Ook dc machinist van trein 218
heeft niet bijzonders aan het spoor
gezien; hij verklaart alleen, dat de lo»
comoticf vlak vóór de ontsporing hc»
vig «chommelde.
Niemand van het personeel
verantwoordelijk.
Wij hebben ons afgevraagd, of bij
dc kleine ongelijkheden en inzinkin»
gen, die in het spoor vóór de plaats
van het ongeval zijn waargenomen cn
ook ter plaatse van het ongeval aanwc»
zig kunnen zijn geweest en die meer
voorkomen, doch nooit getoond heb»
ben gevaar op tc leveren, gevoegd bij
dc ccnigszins verkante ligging van het
spoor, het hevig schommelen van de
locomotief, dat dc machinist vlak voor
dc onsporing zegt te hebben opgc»
merkt, en verder de ontsporing tc ver»
klaren zou zijn.
Het is denkbaar dat. wanneer zulke
kleine inzinkingen zich over een groo»
teren afstand herhalen, de schommclin
gen. die de locomotief daardoor krijg!
op een oogenblik, toevallig, in verband
met de snelheid van den trein en den
eigen slingertijd van de locomot.cf in
resonantie komen met de inzinkingen
in den weg cn daardoor steeds grooter
worden.
Voegt men daarbij, dat door deze
schommelingen in dwarsrichting door
de dynamische werking aan de zijde
waar de locomotief overhelt, een veel
grooter druk op de spoorstaaf wordt
uitgeoefend dan de statistische belas»
ting, waardoor de inzinkingen nog kun»
ncn worden verdiept, dan is het denk»
baar dat tenslotte door ontlasting van
de wielen aan de andere zijde ontspo»
rin? volgt.
Wij vestigen er echter dc aandacht
op. dat er dan al een bijzonder toeval»
lig samentreffen van bedoelde inzin»
kingen met de schommeltijden van de
locomotief zich moe» voordoen, het»
geen slechts zeer zelden het geval zal
zijn. doch dat in het geval van :rein
218 op 9 September zich bij uitzonde»
ring kan hebben voorgedaan.
Hoewel gebleken is. dat er vóór de
plaats van dc ontsporipg onvolkomen
heden :n den weg waren, meenen wy.
dat niemand van het personeel voor
het ongeval verantwoordelijk te stellen
is, omdat het verband tusschen deze
onvolkomenheden en het ongeval niet
voldoende vaststaat.
JE AMSTERDAMSCHE
OLYMPIADE.
De hui»ve*ting.
Woensdagavond had op het Alge
meen Secretariaat van het Comitc
Olympische Spelen 1928 eert bespreking
plaats tusschen vertegenwoordigers
van dc vcrccniging 't Koggeschip. Ned.
Hotc!» cn Restaurant Industrie, Ver»
cenigingcn voor Vreemdelingenverkeer,
ccn groot aantal rcisburcaux cn dc sc»
crct.iris ran dc aftiteling Huisvesting
van het Comité 1928. tin einde dc mid»
delen tc bespreken, welke door eer al»
gcmccnc samenwerking tot het welsla
gen der huisvesting in 1928 zullen lei
den. Deze vergadering werd bijge
woond door den algemeen secretaris
cn den heer L. Verwoerd.
Na een uitvoerige toelichting en be«
spreking van het onderhavige onder»
werp kwam deze vergadering tot de
unanieme conclusie, dat het wensche»
lijk en noodzakelijk is om over te gaan
tot dc inrichting san een Centraal
Huisvestingsbureau waaraan alle bc»
langhebhend'hun medewerking zul»
ïcn verlcenen.
Dit bureau zal staan onder de neu
trale leiding van het Nedcrlandsch
Olympisch Comité.
EEN SLEEPSCHIP
MAAKT SLAGZIJ.
80 ton staal verloren.
Woensdagmiddag te ongeveer 6 uur
heeft bij het verhjlcn op het IJ 'net
sleepschip „Wijkdienst 19" van de
Nieuwe Rijnvaartmaatschappij tc Am»
sterdam* door onbekende oorzaak ter
hoogte van het établissement der Kon.
Ncd. Stoomboot Maatschappij aan de
Lcvantkadc slagzij ccmaakt. met het
gevolg, dat dc deklast, bestaande uit
circa 80 ton staal voor de Levantha»
vens te water gleed cn verloren ging.
NOODLOTTIGE ONVOORZICH»
TIGHE1D.
Woensdagmiddag tegen kwart over
vier is een v|jf»jarig knaapje, dat op
een vrachtauto was geklommen op de
Prinsengracht ter hoogte van de Wes»
termarkt zoo gevallen, dat ccn der wie
len hem over het linkerbeen reed. Het
been werd zwaar gekwetst. Dc jongen
is naar het ziekenhuis vervoerd.
LIJDENDE DIENST-
WEIGERAARS.
Het antwoord van den
minister.
Op de vragen van den heer Van
Zajeihoff in verband met voorgeko
men ziektegevallen bij dienstweigeraars
verblijvende in dc bijzondere strafge»
van gen is te Scheven in gen, antwoordde
dc Minister van Justitie:
Reeds vóór de ontvangst der vragen
heeft de Minister een onderzoek ,nge»
steld, naar aanleiding van een bericht
in het ,-Haagsche Volk'' van 13 Sept.
j.L. van soortgelijke strekking als de in
houd van dc thans gestelde vragen.
Als resultaat van dit onderzoek kan op
de vragen het volgende worden ge»
antwoord.
Onder dc dienstweigeraars is er op
het oogenblik ccn, die kort na binnen»
komst tuberculeuze lymphomen aan den
hals vertoonde en deswege wordt bc»
handeld met extra»voeding. lucht» en
Hgkurcn. Een ander is lijdende aan
verouderde ooraandoening. Overigens
komen de in dc vraag bedoelde kwa»
len op het oogenblik onder dc gedeti»
neerden niet voor.
Wel kan hieraan worden toegevoegd
dat zich tn April en Mei drie gevallen
van steenpuisten hebben voorgedaan,
die op de gewone wijze zijn behandeld
en genezen; in een dier gevallen tra»
den eenige furunkcls op. zoodat men
van ruru.nculosc kon spreken: een aan
den betrokkene voorgeslagen behande
ling met vaccin werd geweigerd, waar»
door de genezing is vertraagd.
Voorts is in den laatsten tijd nog een
geval van huidaandoening opgetreden
bij een sinds reeds ontslagen gedeti»
neerde, die or voldoend gebruik maak
te van dc gelegenheid tot lichaam*»
reiniging.
Ui! dc verkregen inlichtingen is van
een bijzondere oorzaak n et gebleken.
Eenige aanwijzing, dat dc boven»
omschreven ziektegevallen, voor zoo»
ver deze zich niet reeds bij inkomst
openbaarden, in verhand zonden staan
met het veiWijf >n de bijzondere straf»
gevangenis, is niet verkregen. Meer be»
paalde!jk is er ook geenerlei reden aan
verband met dc voeding te denker.
De regeHr.g dezer voeding biedt dc
noodigc afwisseling cn wordt door
den gestichtsgcneeshier ruim voldoen
de geacht, terwijl uit de omstandigheid
dat de voeding door dc andere gevan
genen algemeen wordt verdragen, valt
af tc leiden, dat deze niet als ver»
kcerd behoeft tc worden gequalifi»
ceerd.
Voor eenigerlei maatregel is dan ook
geen aanleiding.
POTEMKIN.
Te Zutphen verboden.
Naar^gemeld wordt heeft de burge
meester van Zutphen dc opvoering van
de film „Potemkin" verboden.
Uil hef Engelscb
van
L. G. MOBEPLY.
22)
Vertaald door P. P. T.
(Nadruk verboden).
Hugh Berncrs was geen man die zich
tot nu toe veel aan vrouwen gelegen
,id laten .i.'gcn: rijn drukke practijk
I et hem gvi-r. tijd to' veel omgang cn
ram het grootste deel van zijn denken
ir. r es lag. Hij had natuurlijk, hij was
cn acht en twintig, wei een paar jon*
gensachtiiie verliefdheden achter den
rag mar die waren meestal even snel
afgezakt als ze opgekomen waren. De
iron* aan wie fc-j eet beste van zich
zc!: geven, die zijn eerste groote
C - -. :--e liefde zou zijn. was nog
r e' fn zijn leven gekomen. Maar van*
hai een vrouwengelaat een on»
v -er ndruk op hem gemaakt en
terwijl hij voortl.cp zag hij trek voor
trek van dar gezicht duidelijk voor
..Mag ik u aan Miss Rosa Muller
voorstellen", had Mrs. Cardew tegen
hem ;rzcgd. nadat zij hem had mec*
genomen naar een slank meisje dat een
beetje apart stond. „Miss Müller is
naar Engeland gekomen om haar oom.
een kennis van ons, een beetje gezel»
schap te houden. Ik wilde alleen maar"
zei de gastvrouw, „dat ik Miss Müller's
moedertaal voor de helft zoo goed
sprak als zij de onze'
„Miss Müller's moedertaal is waar»
schijnlijk Duitsch?" vroeg Berncrs, ter»
wijl hij voor het meisje boog en tege»
lijk merkte hij op hoe merkwaardig
diep»blauw haar oogen waren en wat
een allerliefst glimlachje om haar fijne
lippen speelde.
„Inderdaad." zei ze met een lage,
welluidende stem. die hem heel prettig
in de ooren klonk. ..maar ik ben ovc»
riger.s een echte cosmopoüct. Ik voel
niet dat ik tot een bepaalde natie be*
hoor; ik voel me overal thuis". Ze
sprak vlekkeloos Engelsch; een ^poor
van een vreemd accent gaf een bijzon*
dere bekoring aan haar spreken en
Hugh stelde vast dat haar lach dezelf»
de diepe, muzikale klank had als haar
stem. Ofschoon ze geen opvallende
schoonheid was en r.iet kon wedijve
ren met de mooie dochter des huize*,
ging er van dit meisje toch een ondefi
nieerbare bekoring uit, die heel sterk
tot Hugh sprak. Ze praatte gemakke»
lijk en vlot, ze was absoluut niet ver*
legen, maar toch ook heelemaa! niet
vrijpostig of opdringerig en haar diep»
blauwe oogen ontmoetten de zijne met
een openheid die geen spoor van co*
quetterie had. En haar manier van
praten was even open als haar blik.
Berners was al gauw gewaar geworden,
dat ze in de meeste hoofdsteden van
Europa gewoond had. dat zc geen
ouders meer had en dat haar oom. haar
naaste bloedverwant, die in Jipioma»
tieken dienst was, op het oogenblik in
Londen woonde.
„Maar dat wil niet zeggen dat ik met
mijn oom samenwoon", voegde zij er
vroolijkdachcnd aan toe. „Hij is zoo
aan het jonggezellenleven gewoon, dat
een nichtje een blok aan 't been voor
hem zou zijn en ik logeer in een hotel
met een gezelschapsdame, maar die is
op het oogenblik niet hier. Mijn oom
is cr ook niet; ik ben alleen naar Mrs.
Cardew gekomen, zc is een goede ken»
nis van hem. Vindt u haar niet aar»
dig? Weet u", ze: ze plotseling, „ik
heb altijd verlangd dat ik als Engel»
sche op de wereld was gekomen: de
Engelsche vrouwen zijn de vrijste, de
aardigste en ik denk ook wel de ge*
lukkigste op de wereld".
Hugh overdacht deze woorden nog
eens. terwijl hij langs de hekken van
Green Park liep en naar het frisschc.
jonge groen van de boomen en het
gras keek. Hij glimlachte en dacht bij
zichzelf dat over het meisje dat hij
juist had ontmoet, ook de tcere frisch»
heid cn dc lif^-ikhcid van den vroegen
zomer la?. Hij betrapte zichzelf er op.
dat hij besloot om de Cardews vaker
te bezoeken; hij vond het jammer dat
de oom van Miss Muller er niet was
geweest, omdat hij rraag kennis met
hem had gemaakt; hij overwoog mid*
delen om het meisje wéér te ontmoc»
ten cn hij vergeleek Rosa met de jon»
ge meisjes uit Stockely, welke verge*
lijking niet uitviel in het voordeel van
zijn stadgenootjes!
Onder het eten, samen met een
vriend, werden zijn gedachten weer af*
geleid van de ontmoeting van dien mid»
dag. doordat zijn tafelgenoot het ge»
sprek bracht op een nieuwe medische
ontdekking en daarna met allerlei ver»
halen aankwam uit het ziekenhuis waar
zc allebei assistent waren geweest.
Maar Hugh bleef na het diner niet lang
meer in dc club rondhangen en toen
Big Ben negen sonore slagen deed
hooren, ging hij heen en wandelde langs
St. James' Park in de richting van de
rivier.
Hij was in de stemming voor een
wandeling, voor een groote en verre
wandeling. Hij h?d eerst het idee om
het hcclc eind naar Stockely te loopen,
maar dat leek hem toch wel er« en zoo
besloot hij naar een van de Zu:d»Lon»
densche stations te wandelen cn daar
in een trein te stappen inplaats van
aan het eindpunt.
Het was een zwoele avond; rware
wolken kwamen uit het Noorden op»
zetten en voorspelden onweer, maar
act was nog steeds droog. Hugh begon
langzamer te loopen cn toen hy door
de stille wijken aan de Surrey»/yde
van dc rivier liep, nan hij zijn hoed af
en liet den zoclcn wind door zijn ha»
ren spelen. Hij had ccn poosje zoo gc>
wandcld, zonder aandacht aan zijn om*
geving tc schenken, werktuigelijk de
goede richting inslaand, terwijl hij nog
eens het gesprek van dezen middag
overdacht. Plotseling keerde hij weer
tot dc werkelijkheid terug. Hij bevond
zich in een smalle, donkere straat, die
hij niet kende en merkte dat hij ver»
keerd geloopcn was. Hij keek naar dc
sombere huizen, armelijk cn verwaar*
Ioosd cn concludeerde dat het hier
niet bepaald ccn deftige huurt was cn
de gezichten van de weinige voorbij»
gangers gaven hem geen erg gerust»
stellend idee omtrent den aard der
bewoners. Hij sprak een ongunstig»uit*
ziend man aan. die hem loerend, aan»
keek cn hij vroeg hem beleefd hoe hij
weer op den hoofdweg moest komen.
Dc man antwoordde norsch:
..Dc eerste straat links. Graham
rireet. loop die miar door, dan kom
je er van zelf".
Het werd steeds donkerder; de heele
lucht w-as pikzwart geworden cn toen
Hug!) den weg insloeg die hem gezegd
was, vielen de eerste groote druppels
op zijn haar. Hij zette zijn hoed weer
on en wenschtc wel dat hij zijn dwaze
plan om een paar mijlen te wandelen
niet uitgevoerd had cn in de tweede
plaats dat hy niet zoo gedachteloos was
voortgeloopen, zoodat hij niet in dit
doolhof van obscure straten verzeild
as geraakt. Toen hij merkte in wat
voor extra»ongurc straat hij nu liep,
verhaastte hij zijn schreden.
Dc huizen aan beide kanten maakten
ccn ongezelligcn, doodschcn cn som»
beren indruk, het plaveisel was ver»
waarloosd cn het verre rumoer van de
groote stad klonk tot hier niet door;
het leek of dc hooge huizen een muur
vormden tot ver omhoog. Iets in de
duisternis cn dc stilte maakten hem
onrustig, ofschoon hij niet gauw last
van zijn zenuwen Lad. Hij ging nog
harder loopen, verbeeldde zich steeds
dat hij uit al die huizen bespied werd
en hij overdacht juist hoe lang hij nog
zou moeten loopen tot hij aan het eind
van die straat was, toen het geluid van
een naderende auto de doodschc stilte
verbrak en tot zijn groote verbazing
passeerde hem een sierlijke kleine lan-
daulette. die voor een van dc huizen
aan den linkerkant van de straat stop
te. Dat zoo'n chique wagen hier in
deze buurt kwam. was op zichzelf al
een wonder, maar dat hij stilhield voor
een van die armelijke huizen, deed
Hugh's verbazing toenemen cn hij
bleef onwillekeurig staan om te zien
wie er wel uit zou komen.
(Word! vervolgd).