FLITSEN HAARLEM'S DAGBLAD HET KOLONIAAL INSTITUUT TE AMSTERDAM BINNENLAND. FEUILLETON ZIJN KLEINE MEISJE DINSDAG 19 OCT. 1926 DERDE BLAD De bloei van het Koloniaal Instituut zal de maatstaf zijn van Nederland"s liefde voor zijn koloniën. De Hindoekamer in de af deeling Volkenkunde. Het! is een oude klacht: Nederland toont geen belangstelling genoeg voor tropisch Nederland. Mannen als Cremcr en Hubrecht heb» ben dit ingezien. Zij hebben een een» trum van belangstelling voor onze kolo* niën willen scheppen. Een tiental ja» ren geleden namen /ij het initiatief tot stichting van het Koloniaal Instituut, dat eerst gevestigd was te Amsterdam in de Sarphailstraat, vervolgens op de Keizersgracht en dat nu aan de Maurits» kade in de hoofdstad beschikt over een prachtig gebouw, uit» cn inwendig onze rijke overzecsche bezittingen waardig. Het is bekend, dat in de verzamclin» gen \an het Koloniaal Instituut Is op» genomen wat vroeger in het Koloniaal Museum hier was gehuisvest cn het doet het Haarlemsche hart goed in het Koninklijk Koloniaal Instituut ïc Am» sterdam op een koperen plaat tc lezen: „Dit Museum is de voortzetting van het Koloniaal Museum te Haarlem. Overgedragen aan de Koninklijke Ver» ecniging koloniaal Instituut te Amstcr» dam den 4cn Januari 1913". Dit Instituut moet in sAiat zijn de sluimerende belangstelling in onze ko> lonicn bij eiken bezoeker te wekken niet alleen door de schatten die het be# vat', maar ook en dat in niet gd ringc mate door de buitengewoon overzichtelijke en royale wijze waarop alles tentoongesteld wordt. U behoeft dit museum want zij ia dan toch tenslotte óók onder meer „museum' «leze veelzijdige instelling niet tc bezoeken, i iderend in een catalogus of een giJs. Ilct oriëntccrcn gaat er bij» zonder gemakkelijk; ik kom daar straks nog op terug. Doel van het Instituut ia: verspreiden en verzamelen van kennis van onze ko« lonicn en verder het behartigen der verschillende belangen, zoowel in het moederland als in de koloniën, die het gevolg zijn van het feit dat Nederland een „koloniale mogendheid" Is. Om dit doel het beste te kunnen bc» reiken is het Instituut verdeeld in drie hooWafdcclingen: de afdccling Volken» kunde, dc liandclsafdecling cn dc af» deeling Tropische Hygiëne. Dc afdeeling Handels» museum. Deze afdeeling ia feitelijk dc recht» Kolo» strceksche voortzetting van het niaal Museum te Haarlem. Het museum is thans geheel nieuw in» gericht en geeft een overzicht van het gchccle productievermogen van Oost» en \Vest»Indic. Grondstoffen, afkomstig van land», bosch» en mijnbouw cn ook grondstoffen uit het dierenrijk zijn sys» tematisch en groepsgewijze in de fraaie museumkastcn opgesteld, zooals op een der bij dit artikel gevoegde aibeeldingcn tc zien is. Dc tusschen stadia bij dc ver» werking van grondstof tot eindproduct zijn ook te zien, benevens vele grafische cn statistische voorstellingen. Glazen transparanten in de vensters en een groot aantal stereoscopische foto's ma» ken het den bezoekers mogelijk zich een juist beeld te vormen van dc beteekenis van de meeste producten. Dc handelsafdceling beschikt nog over cel materiaal dat niet is tentoongesteld en dat een onuitputtelijke bron ls voor wetenschappelijk onderzoek Zeer belangrijk voor dc verspreiding van kennis omtrent Indië zijn dc school» verzamelingen van grondstoffen en pro» ducten; in ongeveer 27 jaar zijn 3370 van die collectie samengesteld cn aan allerlei onderwijsinrichtingen afgestaan. Door vele tentoonstellingen in binnen» en buitenland (o.rn. dc koloniale afdec» ling van de Jaarbeurs) heeft dc afdeeling Handelsmuseum kraci..ig bijgedragen tot het bekend maken van Jndic. De Inlichtingsdienst geeft hulp cn aanwijzingen aan hen, die een werk» kring in Indië hopen te vinden. Voorts wordt in dc laboratoria gaarne gastvrij» licid verleend aan met tot den eigenlij» ken staf der afdccling bchoorendc om derzockers. Dc Handelsafdceling heeft een eigen handbockcrij. De afdeeling Tropische Hygiène. Deze afdeeling beschikt over een eigen gebouw in het Oosterpark, dc onmiddellijke nabijheid van het hoofdgebouw van het Koloniaal Instf» tuut en werd opgericht om te voorzien in een leemte op het gebied van het hygiënisch onderwijs. De arts, die in de tropen werkzaam wil zijn. kan zich hier voor zijn aanstaanden werkkring voor» bereiden. Het gebouw bevat, behalve de cursus» en collcgc'lokakn, o.m. verschillende la» borutoria en weer een uitgebreide boe» kerij met uitleenbureau. Het onderwijs sluit zich nauw aan bij dat van de Am» sterdamsche gemeentelijke Universiteit en wordt gegeven zoowel aan aanstaart» de artsen en officieren van gezondheid als aan hen, die dit reeds zijn maar be* hoefte hebben aan aanvulling van hun kennis. De afdeeling Volkenkunde. De afdeeling Volkenkunde heeft een afzonderlijken ingang in de Linnaetis» straat. Een marmeren trap in dc vesti» bulc leidt naar de bebétage cn het trap» penhuis van dit prachtige gebouw, waar de directeurskamer is en men voorts vindt dc secretarie, de handbibliotheek en de kamers der conservatoren. In de kamer van één der conservatoren staat een kast, waarin volgens kaart» systeem de beschrijving der cthnogra* fica (dc verzameling telt ongeveer 30.000 stuks) is geregistreerd, volk voor volk. In de handboekerij vinden de aan dc afdeeling Volkenkunde verbonden amb* .tenaren de litteratuur voor hun studies, dagelijks kan men hier ook een groot aantal studenten aan de Amsterdamschc Universiteit en van de door de afdec» ling Volkenkunde gehonden Indologi» schc leergangen vinden, die hier hun kennis komen verrijken en boeken en kaarten raadplegen. Boven is de collegekamer, waarin dc hoogleerarcn J. C. van Eerde en Klei» weg de Zwaan hun colleges geven aan de studenten in de sociale geo» graphic, van de Handelsfaculteit en voor de middelbare examens in dc aardrijkskunde. In deze collegekamer worden door een staf van docenten ook de lessen gegeven aan de leerlingen van dc Indologische leergangen, die twee maal per jaar gedurende drie maanden worden gehouden. Verder zijn hier nog tal van studielokalen, kamers voor dc archivarissen en het kabinet van den anthropoloog, Prof, Kleiweg de Zwaan. Het onderdeel van de afdeeling Vol» kenkunde dat het meest de grootc massa zal aantrekken, is ongetwijfeld VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 722 HET GEVALLEN TASCHJE Je vrouw fluistert in de duisternis van de bioscoop, dat zij haar taschje heeft laten vallen galant als immer, probeer jc het te vinden, zonder iets van dc film tc missen geeft dit op en verdwijnt, terwijl je vrouw advies geeft waar wel en waar niet te zoeken als zij je onverwachts komt hel» pen leidt dit slechts tot pijnlijk contact van dc hoofde* je juicht dat je het hebt, tot je bemerkt dat je een hak van dc dame voor je vasthoudt je vrouw ontdekt dat het niet gevallen is (zij zat erop) op het moment dat je constateert dat tijdens het bukken je vulpen uit je zak gegleden is. (Nadruk verboden) Een kijkje in de afdeeling Handelsmuieum. het Museum Prachtig is dit museum ingericht. Wie' het binnenkomt heeft dadelijk aan dc nkerhand de Hindoe»kamr- (zie af» beelding); de H:ndoe»mor. .ten op a, voorbeelden van Hdiiiioc*Javaan< schc beeldhouwkunst en voorbeelden an oud Hindoe»schrift era den invloed daarvan op de Indische schriftsoorten. Van de Hindoe»afdeeling komt men in een der galerijen, die om de grootc lichtbal van 't grootsche gebouw loopen Dit ia het eigenlijke ethnografisch museum. In fraaie glazen kasten, die electrisch verlicht kunnen worden, staan hier de in prachtige costuums ge» klccdc poppen, de gebruiksvoorwerpen, de sieraden en dc Wajang»poppen, d:c betrekking hebben op toonccl. muziek, dans klceding, opschik, volksnijverheid, scheepvaart, jacht, visscherij, markt» wezen en adatrecht op de eilanden. Java Bali en Sumatra. Als bepaalde groc» pen worden nog gedemonstreerd dc ruilmiddelen in den Ncdcrlar»dsch» Indischen archipel en verder d.e In» dischc landbouw, met wat daarmede verband houdt: rijstoogst, sago», suiker» tabaksbouw, enz. In een atfzonderlijke zaal zijn dc kostbaarheden uit den Indischen Archi» pel tentoongesteld van Java, Bali en Lombok, Riouw, Zuid*Celebes en Suma» tra. Uit al deze streken vindt men hier de prachtigste wapenen, sieraden en gebruiksvoorwerpen. Buitengewoon overzichtelijk is dit alles tentoongesteld. Blijkbaar heeft de gedachte voorgezeten: wie hier komt. moet zelf zijn weg kunnen vinden en niet telkens behoeven te vragen. Dit overzichtelijke wordt bereikt, behalve door de onbekrompen wijze waarop alles geëxposeerd is, doordat aan elke kast een kaart is bevestigd, waarop de inhoud der kast op zeer ver* klcinde schaal, maar zeer duidelijk, is gctcckcnd. Op een lijst op dc kaart vindt dc bezoeker die nummers terug cn er staat achter geschreven wat het voorwerp of het beeld in quacstic is of voorstelt. Bovendien is nog bij elke kaart een klein landkaartje gevoegd, waarop de streek, waar de in een bepaalde kast geëxposeerde voorwerpen worden aan» getroffen, rood is gekleurd. Overzichtelijker en duidelijker kan het al niet! Alleen het vervaardigen van deze kaart»catalogus is een arbeid geweest, waarvoor men eerbied moet hebben. Langs de wanden van de galerij zijn ook hier transparanten aangebracht met foto's die op het :n de kasten tentoongestelde betrekking hebben. Het ligt in dc bedoeling in de grootc lichthal, waarop men van dc galerijen uitzicht heeft, Inlandsche huisjes te plaatsen, zoveel mogelijk ra hun na» i tuurlijkc omgeving. Thans voor het publiek opengesteld. Het Koloniaal. Instituut is juist Maan» dag voor het publiek opengesteld. Het zal gedurende den eersten tijd, bij wijze proef, ook des avonds geopend zijn. Deze stichting, grootsch misschien te grootsch van opzet, ondergebracht in dit rijke en monumentale gebouw, dat zoo royaal is uitgevoerd (hierbij moet niet vergeten worden dat het plan tot stichting werd opgevat in een periode van hoogen economischen bloei) :s van het allergrootste belang voor ons land en voor Indië. Het Koloniaal Instituut moet bloeien, het geheele Nederlandsche volk moet het steunen. Doet het dit niet, door schenkingen, door een druk bezoek, kortom, door warme belangstelling op allerlei wijzen getoond, dan zal daaruit blijken dat Nederland nóg niet vol* doende doordrongen is van de groote beteekenis der koloniën voor het moe* derland. „De bloei van het Koloniaal Insti* tuut zal de maatstaf zijn van Neder» land's liefde voor zijn Koloniën" is gezegd. Moge dan blijken dat die liefde niet* te*metcn groot is! J. C. E. EEN MINISTERCRISIS OP KOMST? EEN EIGENAARDIGE KWESTIE. We lezen in de Telegraaf: Naar wij uit goede bron vernemen heeft de directie der Aigcmccnc Cen* tralc Bankvereeniging voor den Mid» denstaivd op een vergadering van rayon» directeuren dc mededeel.ng gedaan dat mra:stcr De Geer de portefeuille* kwestie stellen zal ten aanzien van den in de begrootir.g 1927 opgenomen me» moriepost, strekkende tot het verhoo» gei. der ten behoeve der Algemcene Centrale tegenover de Nederlandsche Bank versterkt regeeringsgarantie met tien millioen dulden. Naar verder verluidt is het geheele gcwone»aandcelenkapitaal der Alge» mcene Centrale verloren en zal op de preferente aandeeien vijf en zestig procent worden afgeschreven. Wel zal men pogen voor de gewone aandeel, houders iets te redden door de af» schrijving voor de preferente aandeel» houders hoogcr te stellen dan over» cenkomt met hun prioriteitsrechten. WRAK VAN EEN VISSCHERS. VAARTUIG? Het Nederlandsche stoomschip „AI* melo" is op weg van Antwerpen naar Hamburg op 14 dezer des middags te half zeven een wrak gepasseerd, Standpuntbepaling door de vrijz^dem. De vrijzinnig*democraten komen einde dezer week bijeen ter bespreking van de vraag, wat de houding der fractie tegenover dit verdrag behoort te zijn. HET VERDRAG MET BELGIë. Een meerderheid. Het Hbld schrijft: Terwijl sommige vrienden van het Belgisch verdrag nog rekenen (of ho* pen?) op een meerderheid voor de ratificatie door de Tweede Kamer, hoorden wij uit parlementairen kring een berekening, die hoop geeft, dat dit gevaarlijk verdrag stellig geen meer* derheid zal vinden. In het allerergste geval zouden de vrijzinnig»democraten op de wip zitten, maar waarschijnlijk zullen ook die niet allen één lijn trek* ken en een meerderheid van 52/48 tegen het verdrag schijnt wel het minste te zijn, waarop men in de- kringen der tegenstanders rekent. Nu blijven dergelijke kansbecijferin» gen een riskant spel, omdat door afwe» zigheid van menschen, die weifelen of hun verantwoordelijkheid schuwen, het resultaat der stemming zeer wel kan worden vervalscht. Voor de tegenstanders evenwel is het aangenaam te weten, dat het geens» zins zooals men wel getracht heeft te zeggen een verloren zaak is, waar» voor zij strijden. Wanneer in behandeling? De kansen, dat het wetsontwerp tot goedkeuring van het verdrag nog vóór de begrooting worden behandeld, stijgen weer. Er is in vrij breeden kring van vóór» en tegenstanders het gevoel dat men nu tot een beslissing moet komen. Tegenover het inzicht van den voorzitter der Tweede Kamer, dat er vóór de begrooting wel geen tijd meer zal zijn, staat de meening van een aan» tal Kamerleden, dat dan maar wat later dan 9 Nov. met de begrooting moet worden begonnen, maar dat voor de zaak, die zoo lang reeds hangt, tijd moet worden gevonden. Een voorstel het ontwerp aan de agenda der Kamer toe te voegen kan dan ook vrij stellig worden verwacht. De houding der antisrevolutionairen. Tc Den Haag heeft aan het einde van de vorige week. vergaderd het moderamen van de anti»rev. fractie der Tweede Kamer met een aantal heeren, d:e zich over het verdrag heb» ben geuit, mr. Grosheide. H. Diemer, den Dordtschen burgemeester De Gaay Fortman en den wethouder J. A. j. Janssen vandaar. Dc beide laatsten hebben zich met aan 149 vereenigingen voor verwaar» DROEVIG ONGEVAL. MACHINIST GEDOOD. Toen Zondagmorgen de machinist van het stoomgemaal van het Water» schap ,jDieze" ontwaakte, bemerkte hij, dat het stoomgemaal niet werkte, terwijl toch in verband met den hoogen waterstand, dag en nacht gemalen moest worden. Bij onderzoek Week de hulpamachinist M. Kwakkel, die nacht» dienst had, spoorloos verdwenen te zijn. Alleen een oliekannetje werd ge» vonden. Daar de machine automatisch blijft stilstaan, wanneer iets tusschen de schoepen van den molen cn den be# tonvloer van het anderhalven meter diepe reservoir komt, vreesde men ter» stond, dat K. te water was geraakt, wat ook later bleek het geval te zijn. Het duurde zeer lang voor het lijk onder dc machine verwijderd kon wor» den. De beenen waren op verschillen# de plaatsen gebroken. De ongelukkige is blijkbaar bij het smeren te water geraakt en door den sterken stroom meegesleurd tot onder de scheprade* ren. Om vijf uur hadden visschers het stoomgemaal nog zien werken, en om ha'.fzes verwonderden voorbijgangers zich er over, dat de machine stilstond. K. was ongehuwd en. 27 jaar oud. DE WELDADIGHEIDS. ZEGELS-1925. VERDEELING DER OPBRENGST. De opbrengst van de weldadigheids» postzegels, vejke van 15 December 1925 tot 15 Januari 1926 werden verkocht, bedroeg f 77.356.77. Na aftrek en kosten cn reserveering voor de actie voor de a.s. uitgifte, werd dit bedrag als volgt in verdeeling gebracht: aan zes vereenigingen voor achterlijke kin# deren tezamen f 8542.57; aan 54 ver» eenigingen voor kindervacantiekolonies en herstellingsoorden tezamen f 9664.50 een aantal andere geziene Dordtenaren aangesloten bij het adres van Rot* terdamsche antisrevolutionairen tegen het verdrag. Dc a.*r. kiesvereeniging te Gorinchem wijdde een tweetal vergaderingen aan het verdrag, Waar allen overtuigd bic* hoogte van de Wezer, vermoedelijk een ken van het groote gevaar van dat ver» omgeslagen visschersvaartuig. drag, loosde en misdadige jeugd tezamen f 48.330,03: aan zeven vereenigingen voor blinde, doove en doofstomme k-.nderen tezamen f 2900.70; ten be» hoeve van kinderen van postpersoneel f 1000; totaal f 70.437.80. Aan reserve en kosten is tezamen mitsdien nog geen 9% van de opbrengst besteed. Uit het Engelsch van L. G. MOBEPLY. Vertaald door P. P. T. (Nadruk verboden). 26) „Als wc uit Indië terugkomen zei hij na een poos zwijgen „dan ben jij groot cn dan zul jij ons helpen dc gasten ontvangen en voor alles in huis zorgen. Jij zult de rechterhand van ^de koningin zijn; dat wil je toch wel?" „Ik wou graag uw rechterhand zijn zei Sylvia terwijl ze haar voogd met schitterende oogen aankeek: „Ziet u, ik ben er niet zeker van dat Miss Cardew het prettig zal vinden om door mij ge» holpcn tc worden. Ik kan nog maar altijd niet geloovcn. dat^ ze zoo erg veel van kinderen houdt". „Maar van dit kind zal ze toch zeker wel houden", antwoordde Giles. Hij sloeg zijn arm om Sylvia heen cn trok haar naar zich toe. „Jij hoort bij mij en Grace cn ik zijn één. dus hoor jc ook bij haar. En als wc weer terugkomen,, wel. dan vinden we jou als onze trou» yrc hulp!" „Ik wou maar dat u niet meer naar Indië tcrughoefde", zei het kind terwijl ze met haar kleine hand over zijn arm streelde; „ik wou dat u maar hier bleef en ik alleen bij u. Ik hou er niet van als prettige dingen veranderen". „Maar kind, geen mensch houdt er van als prettige dingen veranderen. En zoo jong als je bent heb je al ruim* schoots je deel van de wisselvalligheid van het leven gehad, arme meid. Maar je zult zien: als we hier voor goed ko» men wonen, hoe gelukkig we alle drie zullen zijn". „U kunt u niet voorstellen hoe ge» lukkig ik zou zijn als u altijd bij mij was cn als ik er aan denk dat u weer weggaat, heb ik vrecselijk veel ver* drict", zei ze met kinderlijke oprecht* hcid. „Ik kan er gewoon niet tegen!" „Jc moet niet te veel aan verdriet denken, hou je maar voor dat ik niet zoo heel lang weg blijf. Gebruik je tijd maar goed om te leeren en om cen flink meisje te worden". „Een meisje zooals u graag zou wil* len?" „Juist; een zooals ik het graag zou willen. Én ik verwacht een pracht»excm plaar, hoor. En laten we nu eens in den tuin gaan kijken hoe alles er uit ziet. Grace komt deze week een dag- Maar Grace kwam die week niet, en de volgende week ook niet en dc daar* op volgende week evenmin. Op haar wijze manier zei Sylvia tegen Miss Stansdale: ,Ik geloof niet dat Miss Cardew er veel zin in heeft om dit prachtige bui» ten te komen zien. Ze heeft het altijd ergens anders druk mee als Monsieur het haar vraagt". „Heb je Sir Giles altijd Monsieur genoemd", vroeg Helen Stansdale la» chcnd, „en waarom noem je hem zoo?" ,Och, ik weet niet; ik deed het di* reet toen we hem voor het eerst ont» moetten". Sylvia zat met opgetrokken knieën in het brcede venster van de leerkamer cn keek haar gouvernante glimlachend aan „Moeder en ik heb» ben cen heelen tijd in Frankrijk ge» woond en daar zeg je tegen iederen heer Monsieur. Ik vind het leuk om het tc zeggen. En toen ik Sir Giles voor het eerst sprak zei ik het natuurlijk ook tegen hem en nu ben ik licm zoo blijven noemenen ik vind het leuk. Het bctcckent eigenlijk hetzelfde als „Sir", nietwaar? Sir Giles is een ech» te edelman, hij heeft niet alleen maar den titel! Ik 'as onlangs ergens van „een vlckkcloozen. edelen ridder", maar dat is Monsieur ook, vindt u niet?" „Ja, dat geloof ik ook wel; ik heb nog nooit iemand ontmoet die zoo vol zorg cn liefde voor anderen is en hij is toch eigenlijk nog maar een jonge m»n. Ik ben erg benieuwd naar zijn ver» loofde. Om voor hem een goede vrouw te zijn, moet ze wel heel bijzonder zyn". Miss Helen zei dat met groot en* thousiasme, maar zonder eenigc senti* mentaliteit en haar kleine leerling be* greep haar volkomen. „Ik vind dat Monsieur de liefste ko» ningin ter wereld verdient", zei ze, „en hy denkt dat er geen is zooals Miss Cardew. Maar ik geloof vast niet dat ze er veel moeite voor doet om hem erg gelukkig te makenze laat hem allerlei karweitjes voor zich doen. Ik wou dat ze maar eens hier kwam, want hij vindt het wat naar dat ze nooit komt. En als hij iets naar vindt, vind ik het ook naar". Helen Stansdale keek vol liefde naar het smalle gezichtje en de donkere oogen. In dc paar weken dat ze op Manderby Court was. was ze veel van Sylvia gaan houden. Het was soms nog zoo echt een kind en soms had ze al zoo een rijp en verstandig oordeel. Het leven op het buiten van Sir Giles was cen verademing en een verkwikking voor de aardige vrouw, die het leven in het voorstads»villatje bij haar broer ondraaglijk had gevonden terwijl die broer zelf haar een voortdurende er» gernis was geweest. Dat Robert „zijn hapden van haar hnd afgetrokken", hij het -.'i drukte, deed haar leed, maar alleen omdat zij, fijngevoe* lig als ze was. er altijd verdriet van had als iemand den vrede verstoorde. Overigens voelde ze het als een onuit* sprekelijke verlichting dat ze nu buiten de sfeer van Robert leven kon. dat ze zijn bulderende, kwaadaardige stem niet behoefde te hooren cn zich niet behoefde te ergeren aan zijn hindcrlij* ke bansspelerij. En de stap die ze gc» daan had, kon ze voor haar geweten uitmuntend verantwoorden. Ze was er van overtuigd dat ze goed deed door zelf haar brood te verdienen inplaats van afhankelijk te zijn van Robert, die niet naliet zijn zusters steeds op een grove en onkiesche manier te laten voelen dat hij ze met weldaden over» laadde. In het huis van Giles Tredman had ze cen omgeving gevonden waarin ze zich thuis voelde en voor hem zelf koesterde zij een groote bewondering en eerbied.Waarschijnlijk zou haar broer Zulke gevoelens bij een dame van haar stand hoogst ongepast hebben gevon» den! Soms vroeg ze zich wel eens af of het leven op Manderby Court even vredig en bekoorlijk zou blijven als er naast den heer van het huis ook een meesteres kwam; maar ze troostte zich met de gedachte dat waar Sir Giles van plan was zijn vrouw eerst nog mee naar Indic tc nemen, hef nog wel cen poosje zou duren voor die meesteres hier voor goed de scepter zou zwaaien. En in dien tijd zouden Sylvia en zij van het lieflijke en rustgevende leven hier kunnen genieten en gelukkig zijn met eikaars gezelschap. De eenige reden waarom Helen er nog wel eens spijt van had gehad dat ze het huis van haar broer had veria» ten was dat ze haar zuster Marion al* leen in de „hoede" van Robert had ach» tergelaten. Maar na Marion's laatsten brief voel» de zc zich hierover niet meer be» zwaard, want die brief liep over van enthousiasme voor het Duitsche meis» je dat ze op Robert's verlangen als „paving guest" in huis hadden geno» men. „Miss Muller is buitengewoon lief", zoo stond het in den brief die in He» len's schoot lag, terwijl Sylvia met haar praatte, „ze is heel knap om te zien., ik mag wel zeggen mooi; ze is zoo vriendelijk en interesseert zich voor iedereen en alles. Ik heb heel aar» dig gezelschap aan haar en ik verveel me geen oogenblik. Wat zou ik het aardig vinden als jij en je leerlingetje eens een middag in de auto konden overkomen om haar eens te zien, tenminste als Sir Giles er ricts tegen heeft". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 9