FLITSEN
HAARLEM'S DAGBLAD
HET KOLONIAAL INSTITUUT TE AMSTERDAM
BINNENLAND.
FEUILLETON
ZIJN KLEINE MEISJE
DINSDAG 19 OCT. 1926
DERDE BLAD
De bloei van het Koloniaal Instituut zal
de maatstaf zijn van Nederland"s liefde
voor zijn koloniën.
De Hindoekamer in de af deeling Volkenkunde.
Het! is een oude klacht: Nederland
toont geen belangstelling genoeg voor
tropisch Nederland.
Mannen als Cremcr en Hubrecht heb»
ben dit ingezien. Zij hebben een een»
trum van belangstelling voor onze kolo*
niën willen scheppen. Een tiental ja»
ren geleden namen /ij het initiatief tot
stichting van het Koloniaal Instituut,
dat eerst gevestigd was te Amsterdam
in de Sarphailstraat, vervolgens op de
Keizersgracht en dat nu aan de Maurits»
kade in de hoofdstad beschikt over een
prachtig gebouw, uit» cn inwendig onze
rijke overzecsche bezittingen waardig.
Het is bekend, dat in de verzamclin»
gen \an het Koloniaal Instituut Is op»
genomen wat vroeger in het Koloniaal
Museum hier was gehuisvest cn het
doet het Haarlemsche hart goed in het
Koninklijk Koloniaal Instituut ïc Am»
sterdam op een koperen plaat tc lezen:
„Dit Museum is de voortzetting van
het Koloniaal Museum te Haarlem.
Overgedragen aan de Koninklijke Ver»
ecniging koloniaal Instituut te Amstcr»
dam den 4cn Januari 1913".
Dit Instituut moet in sAiat zijn de
sluimerende belangstelling in onze ko>
lonicn bij eiken bezoeker te wekken
niet alleen door de schatten die het be#
vat', maar ook en dat in niet gd
ringc mate door de buitengewoon
overzichtelijke en royale wijze waarop
alles tentoongesteld wordt. U behoeft
dit museum want zij ia dan toch
tenslotte óók onder meer „museum'
«leze veelzijdige instelling niet tc
bezoeken, i iderend in een catalogus of
een giJs. Ilct oriëntccrcn gaat er bij»
zonder gemakkelijk; ik kom daar straks
nog op terug.
Doel van het Instituut ia: verspreiden
en verzamelen van kennis van onze ko«
lonicn en verder het behartigen der
verschillende belangen, zoowel in het
moederland als in de koloniën, die het
gevolg zijn van het feit dat Nederland
een „koloniale mogendheid" Is.
Om dit doel het beste te kunnen bc»
reiken is het Instituut verdeeld in drie
hooWafdcclingen: de afdccling Volken»
kunde, dc liandclsafdecling cn dc af»
deeling Tropische Hygiëne.
Dc afdeeling Handels»
museum.
Deze afdeeling ia feitelijk dc recht»
Kolo»
strceksche voortzetting van het
niaal Museum te Haarlem.
Het museum is thans geheel nieuw in»
gericht en geeft een overzicht van het
gchccle productievermogen van Oost»
en \Vest»Indic. Grondstoffen, afkomstig
van land», bosch» en mijnbouw cn ook
grondstoffen uit het dierenrijk zijn sys»
tematisch en groepsgewijze in de fraaie
museumkastcn opgesteld, zooals op een
der bij dit artikel gevoegde aibeeldingcn
tc zien is. Dc tusschen stadia bij dc ver»
werking van grondstof tot eindproduct
zijn ook te zien, benevens vele grafische
cn statistische voorstellingen. Glazen
transparanten in de vensters en een
groot aantal stereoscopische foto's ma»
ken het den bezoekers mogelijk zich een
juist beeld te vormen van dc beteekenis
van de meeste producten.
Dc handelsafdceling beschikt nog over
cel materiaal dat niet is tentoongesteld
en dat een onuitputtelijke bron ls voor
wetenschappelijk onderzoek
Zeer belangrijk voor dc verspreiding
van kennis omtrent Indië zijn dc school»
verzamelingen van grondstoffen en pro»
ducten; in ongeveer 27 jaar zijn 3370
van die collectie samengesteld cn aan
allerlei onderwijsinrichtingen afgestaan.
Door vele tentoonstellingen in binnen»
en buitenland (o.rn. dc koloniale afdec»
ling van de Jaarbeurs) heeft dc afdeeling
Handelsmuseum kraci..ig bijgedragen tot
het bekend maken van Jndic.
De Inlichtingsdienst geeft hulp cn
aanwijzingen aan hen, die een werk»
kring in Indië hopen te vinden. Voorts
wordt in dc laboratoria gaarne gastvrij»
licid verleend aan met tot den eigenlij»
ken staf der afdccling bchoorendc om
derzockers.
Dc Handelsafdceling heeft een eigen
handbockcrij.
De afdeeling Tropische
Hygiène.
Deze afdeeling beschikt over een
eigen gebouw in het Oosterpark,
dc onmiddellijke nabijheid van het
hoofdgebouw van het Koloniaal Instf»
tuut en werd opgericht om te voorzien
in een leemte op het gebied van het
hygiënisch onderwijs. De arts, die in de
tropen werkzaam wil zijn. kan zich hier
voor zijn aanstaanden werkkring voor»
bereiden.
Het gebouw bevat, behalve de cursus»
en collcgc'lokakn, o.m. verschillende la»
borutoria en weer een uitgebreide boe»
kerij met uitleenbureau. Het onderwijs
sluit zich nauw aan bij dat van de Am»
sterdamsche gemeentelijke Universiteit
en wordt gegeven zoowel aan aanstaart»
de artsen en officieren van gezondheid
als aan hen, die dit reeds zijn maar be*
hoefte hebben aan aanvulling van hun
kennis.
De afdeeling Volkenkunde.
De afdeeling Volkenkunde heeft een
afzonderlijken ingang in de Linnaetis»
straat. Een marmeren trap in dc vesti»
bulc leidt naar de bebétage cn het trap»
penhuis van dit prachtige gebouw, waar
de directeurskamer is en men voorts
vindt dc secretarie, de handbibliotheek
en de kamers der conservatoren. In
de kamer van één der conservatoren
staat een kast, waarin volgens kaart»
systeem de beschrijving der cthnogra*
fica (dc verzameling telt ongeveer
30.000 stuks) is geregistreerd, volk voor
volk.
In de handboekerij vinden de aan dc
afdeeling Volkenkunde verbonden amb*
.tenaren de litteratuur voor hun studies,
dagelijks kan men hier ook een groot
aantal studenten aan de Amsterdamschc
Universiteit en van de door de afdec»
ling Volkenkunde gehonden Indologi»
schc leergangen vinden, die hier hun
kennis komen verrijken en boeken en
kaarten raadplegen.
Boven is de collegekamer, waarin dc
hoogleerarcn J. C. van Eerde en Klei»
weg de Zwaan hun colleges geven
aan de studenten in de sociale geo»
graphic, van de Handelsfaculteit en
voor de middelbare examens in dc
aardrijkskunde. In deze collegekamer
worden door een staf van docenten ook
de lessen gegeven aan de leerlingen
van dc Indologische leergangen, die
twee maal per jaar gedurende drie
maanden worden gehouden. Verder zijn
hier nog tal van studielokalen, kamers
voor dc archivarissen en het kabinet
van den anthropoloog, Prof, Kleiweg
de Zwaan.
Het onderdeel van de afdeeling Vol»
kenkunde dat het meest de grootc
massa zal aantrekken, is ongetwijfeld
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 722
HET GEVALLEN TASCHJE
Je vrouw fluistert in de duisternis
van de bioscoop, dat zij haar
taschje heeft laten vallen
galant als immer, probeer jc het
te vinden, zonder iets van dc
film tc missen
geeft dit op en verdwijnt, terwijl
je vrouw advies geeft waar wel
en waar niet te zoeken
als zij je onverwachts komt hel»
pen leidt dit slechts tot pijnlijk
contact van dc hoofde*
je juicht dat je het hebt, tot je
bemerkt dat je een hak van dc
dame voor je vasthoudt
je vrouw ontdekt dat het niet
gevallen is (zij zat erop) op het
moment dat je constateert dat
tijdens het bukken je vulpen uit
je zak gegleden is.
(Nadruk verboden)
Een kijkje in de afdeeling Handelsmuieum.
het Museum
Prachtig is dit museum ingericht. Wie'
het binnenkomt heeft dadelijk aan dc
nkerhand de Hindoe»kamr- (zie af»
beelding); de H:ndoe»mor. .ten op
a, voorbeelden van Hdiiiioc*Javaan<
schc beeldhouwkunst en voorbeelden
an oud Hindoe»schrift era den invloed
daarvan op de Indische schriftsoorten.
Van de Hindoe»afdeeling komt men
in een der galerijen, die om de grootc
lichtbal van 't grootsche gebouw loopen
Dit ia het eigenlijke ethnografisch
museum. In fraaie glazen kasten, die
electrisch verlicht kunnen worden,
staan hier de in prachtige costuums ge»
klccdc poppen, de gebruiksvoorwerpen,
de sieraden en dc Wajang»poppen, d:c
betrekking hebben op toonccl. muziek,
dans klceding, opschik, volksnijverheid,
scheepvaart, jacht, visscherij, markt»
wezen en adatrecht op de eilanden. Java
Bali en Sumatra. Als bepaalde groc»
pen worden nog gedemonstreerd dc
ruilmiddelen in den Ncdcrlar»dsch»
Indischen archipel en verder d.e In»
dischc landbouw, met wat daarmede
verband houdt: rijstoogst, sago», suiker»
tabaksbouw, enz.
In een atfzonderlijke zaal zijn dc
kostbaarheden uit den Indischen Archi»
pel tentoongesteld van Java, Bali en
Lombok, Riouw, Zuid*Celebes en Suma»
tra. Uit al deze streken vindt men
hier de prachtigste wapenen, sieraden
en gebruiksvoorwerpen.
Buitengewoon overzichtelijk is dit
alles tentoongesteld. Blijkbaar heeft de
gedachte voorgezeten: wie hier komt.
moet zelf zijn weg kunnen vinden en
niet telkens behoeven te vragen.
Dit overzichtelijke wordt bereikt,
behalve door de onbekrompen wijze
waarop alles geëxposeerd is, doordat
aan elke kast een kaart is bevestigd,
waarop de inhoud der kast op zeer ver*
klcinde schaal, maar zeer duidelijk, is
gctcckcnd. Op een lijst op dc kaart
vindt dc bezoeker die nummers terug
cn er staat achter geschreven wat het
voorwerp of het beeld in quacstic is of
voorstelt.
Bovendien is nog bij elke kaart een
klein landkaartje gevoegd, waarop de
streek, waar de in een bepaalde kast
geëxposeerde voorwerpen worden aan»
getroffen, rood is gekleurd.
Overzichtelijker en duidelijker kan
het al niet!
Alleen het vervaardigen van deze
kaart»catalogus is een arbeid geweest,
waarvoor men eerbied moet hebben.
Langs de wanden van de galerij zijn
ook hier transparanten aangebracht
met foto's die op het :n de kasten
tentoongestelde betrekking hebben.
Het ligt in dc bedoeling in de grootc
lichthal, waarop men van dc galerijen
uitzicht heeft, Inlandsche huisjes te
plaatsen, zoveel mogelijk ra hun na»
i tuurlijkc omgeving.
Thans voor het
publiek opengesteld.
Het Koloniaal. Instituut is juist Maan»
dag voor het publiek opengesteld. Het
zal gedurende den eersten tijd, bij wijze
proef, ook des avonds geopend
zijn.
Deze stichting, grootsch misschien
te grootsch van opzet, ondergebracht
in dit rijke en monumentale gebouw,
dat zoo royaal is uitgevoerd (hierbij
moet niet vergeten worden dat het plan
tot stichting werd opgevat in een
periode van hoogen economischen bloei)
:s van het allergrootste belang voor
ons land en voor Indië.
Het Koloniaal Instituut moet bloeien,
het geheele Nederlandsche volk moet
het steunen. Doet het dit niet, door
schenkingen, door een druk bezoek,
kortom, door warme belangstelling op
allerlei wijzen getoond, dan zal daaruit
blijken dat Nederland nóg niet vol*
doende doordrongen is van de groote
beteekenis der koloniën voor het moe*
derland.
„De bloei van het Koloniaal Insti*
tuut zal de maatstaf zijn van Neder»
land's liefde voor zijn Koloniën" is
gezegd.
Moge dan blijken dat die liefde niet*
te*metcn groot is!
J. C. E.
EEN MINISTERCRISIS OP
KOMST?
EEN EIGENAARDIGE
KWESTIE.
We lezen in de Telegraaf:
Naar wij uit goede bron vernemen
heeft de directie der Aigcmccnc Cen*
tralc Bankvereeniging voor den Mid»
denstaivd op een vergadering van rayon»
directeuren dc mededeel.ng gedaan dat
mra:stcr De Geer de portefeuille*
kwestie stellen zal ten aanzien van den
in de begrootir.g 1927 opgenomen me»
moriepost, strekkende tot het verhoo»
gei. der ten behoeve der Algemcene
Centrale tegenover de Nederlandsche
Bank versterkt regeeringsgarantie met
tien millioen dulden.
Naar verder verluidt is het geheele
gcwone»aandcelenkapitaal der Alge»
mcene Centrale verloren en zal op de
preferente aandeeien vijf en zestig
procent worden afgeschreven. Wel zal
men pogen voor de gewone aandeel,
houders iets te redden door de af»
schrijving voor de preferente aandeel»
houders hoogcr te stellen dan over»
cenkomt met hun prioriteitsrechten.
WRAK VAN EEN VISSCHERS.
VAARTUIG?
Het Nederlandsche stoomschip „AI*
melo" is op weg van Antwerpen naar
Hamburg op 14 dezer des middags te
half zeven een wrak gepasseerd,
Standpuntbepaling
door de vrijz^dem.
De vrijzinnig*democraten komen einde
dezer week bijeen ter bespreking van
de vraag, wat de houding der fractie
tegenover dit verdrag behoort te
zijn.
HET VERDRAG MET
BELGIë.
Een meerderheid.
Het Hbld schrijft:
Terwijl sommige vrienden van het
Belgisch verdrag nog rekenen (of ho*
pen?) op een meerderheid voor de
ratificatie door de Tweede Kamer,
hoorden wij uit parlementairen kring
een berekening, die hoop geeft, dat dit
gevaarlijk verdrag stellig geen meer*
derheid zal vinden. In het allerergste
geval zouden de vrijzinnig»democraten
op de wip zitten, maar waarschijnlijk
zullen ook die niet allen één lijn trek*
ken en een meerderheid van 52/48 tegen
het verdrag schijnt wel het minste te
zijn, waarop men in de- kringen der
tegenstanders rekent.
Nu blijven dergelijke kansbecijferin»
gen een riskant spel, omdat door afwe»
zigheid van menschen, die weifelen of
hun verantwoordelijkheid schuwen, het
resultaat der stemming zeer wel kan
worden vervalscht.
Voor de tegenstanders evenwel is
het aangenaam te weten, dat het geens»
zins zooals men wel getracht heeft
te zeggen een verloren zaak is, waar»
voor zij strijden.
Wanneer in behandeling?
De kansen, dat het wetsontwerp
tot goedkeuring van het verdrag nog
vóór de begrooting worden behandeld,
stijgen weer. Er is in vrij breeden kring
van vóór» en tegenstanders het gevoel
dat men nu tot een beslissing moet
komen. Tegenover het inzicht van den
voorzitter der Tweede Kamer, dat er
vóór de begrooting wel geen tijd meer
zal zijn, staat de meening van een aan»
tal Kamerleden, dat dan maar wat later
dan 9 Nov. met de begrooting moet
worden begonnen, maar dat voor de
zaak, die zoo lang reeds hangt,
tijd moet worden gevonden.
Een voorstel het ontwerp aan de
agenda der Kamer toe te voegen kan
dan ook vrij stellig worden verwacht.
De houding der
antisrevolutionairen.
Tc Den Haag heeft aan het einde
van de vorige week. vergaderd het
moderamen van de anti»rev. fractie
der Tweede Kamer met een aantal
heeren, d:e zich over het verdrag heb»
ben geuit, mr. Grosheide. H. Diemer,
den Dordtschen burgemeester De Gaay
Fortman en den wethouder J. A. j.
Janssen vandaar.
Dc beide laatsten hebben zich met aan 149 vereenigingen voor verwaar»
DROEVIG ONGEVAL.
MACHINIST GEDOOD.
Toen Zondagmorgen de machinist
van het stoomgemaal van het Water»
schap ,jDieze" ontwaakte, bemerkte
hij, dat het stoomgemaal niet werkte,
terwijl toch in verband met den hoogen
waterstand, dag en nacht gemalen
moest worden. Bij onderzoek Week de
hulpamachinist M. Kwakkel, die nacht»
dienst had, spoorloos verdwenen te
zijn. Alleen een oliekannetje werd ge»
vonden.
Daar de machine automatisch blijft
stilstaan, wanneer iets tusschen de
schoepen van den molen cn den be#
tonvloer van het anderhalven meter
diepe reservoir komt, vreesde men ter»
stond, dat K. te water was geraakt,
wat ook later bleek het geval te
zijn.
Het duurde zeer lang voor het lijk
onder dc machine verwijderd kon wor»
den. De beenen waren op verschillen#
de plaatsen gebroken. De ongelukkige
is blijkbaar bij het smeren te water
geraakt en door den sterken stroom
meegesleurd tot onder de scheprade*
ren. Om vijf uur hadden visschers het
stoomgemaal nog zien werken, en om
ha'.fzes verwonderden voorbijgangers
zich er over, dat de machine stilstond.
K. was ongehuwd en. 27 jaar oud.
DE WELDADIGHEIDS.
ZEGELS-1925.
VERDEELING DER
OPBRENGST.
De opbrengst van de weldadigheids»
postzegels, vejke van 15 December 1925
tot 15 Januari 1926 werden verkocht,
bedroeg f 77.356.77. Na aftrek en
kosten cn reserveering voor de actie
voor de a.s. uitgifte, werd dit bedrag
als volgt in verdeeling gebracht: aan
zes vereenigingen voor achterlijke kin#
deren tezamen f 8542.57; aan 54 ver»
eenigingen voor kindervacantiekolonies
en herstellingsoorden tezamen f 9664.50
een aantal andere geziene Dordtenaren
aangesloten bij het adres van Rot*
terdamsche antisrevolutionairen tegen
het verdrag.
Dc a.*r. kiesvereeniging te Gorinchem
wijdde een tweetal vergaderingen aan
het verdrag, Waar allen overtuigd bic*
hoogte van de Wezer, vermoedelijk een ken van het groote gevaar van dat ver»
omgeslagen visschersvaartuig. drag,
loosde en misdadige jeugd tezamen
f 48.330,03: aan zeven vereenigingen
voor blinde, doove en doofstomme
k-.nderen tezamen f 2900.70; ten be»
hoeve van kinderen van postpersoneel
f 1000; totaal f 70.437.80.
Aan reserve en kosten is tezamen
mitsdien nog geen 9% van de opbrengst
besteed.
Uit het Engelsch
van
L. G. MOBEPLY.
Vertaald door P. P. T.
(Nadruk verboden).
26)
„Als wc uit Indië terugkomen zei
hij na een poos zwijgen „dan ben jij
groot cn dan zul jij ons helpen dc
gasten ontvangen en voor alles in huis
zorgen. Jij zult de rechterhand van ^de
koningin zijn; dat wil je toch wel?"
„Ik wou graag uw rechterhand zijn
zei Sylvia terwijl ze haar voogd met
schitterende oogen aankeek: „Ziet u, ik
ben er niet zeker van dat Miss Cardew
het prettig zal vinden om door mij ge»
holpcn tc worden. Ik kan nog maar
altijd niet geloovcn. dat^ ze zoo erg
veel van kinderen houdt".
„Maar van dit kind zal ze toch zeker
wel houden", antwoordde Giles. Hij
sloeg zijn arm om Sylvia heen cn trok
haar naar zich toe. „Jij hoort bij mij en
Grace cn ik zijn één. dus hoor jc ook
bij haar. En als wc weer terugkomen,,
wel. dan vinden we jou als onze trou»
yrc hulp!"
„Ik wou maar dat u niet meer naar
Indië tcrughoefde", zei het kind terwijl
ze met haar kleine hand over zijn arm
streelde; „ik wou dat u maar hier
bleef en ik alleen bij u. Ik hou er niet
van als prettige dingen veranderen".
„Maar kind, geen mensch houdt er
van als prettige dingen veranderen. En
zoo jong als je bent heb je al ruim*
schoots je deel van de wisselvalligheid
van het leven gehad, arme meid. Maar
je zult zien: als we hier voor goed ko»
men wonen, hoe gelukkig we alle drie
zullen zijn".
„U kunt u niet voorstellen hoe ge»
lukkig ik zou zijn als u altijd bij mij
was cn als ik er aan denk dat u weer
weggaat, heb ik vrecselijk veel ver*
drict", zei ze met kinderlijke oprecht*
hcid. „Ik kan er gewoon niet tegen!"
„Jc moet niet te veel aan verdriet
denken, hou je maar voor dat ik niet
zoo heel lang weg blijf. Gebruik je tijd
maar goed om te leeren en om cen
flink meisje te worden".
„Een meisje zooals u graag zou wil*
len?"
„Juist; een zooals ik het graag zou
willen. Én ik verwacht een pracht»excm
plaar, hoor. En laten we nu eens in
den tuin gaan kijken hoe alles er uit
ziet. Grace komt deze week een dag-
Maar Grace kwam die week niet, en
de volgende week ook niet en dc daar*
op volgende week evenmin. Op haar
wijze manier zei Sylvia tegen Miss
Stansdale:
,Ik geloof niet dat Miss Cardew er
veel zin in heeft om dit prachtige bui»
ten te komen zien. Ze heeft het altijd
ergens anders druk mee als Monsieur
het haar vraagt".
„Heb je Sir Giles altijd Monsieur
genoemd", vroeg Helen Stansdale la»
chcnd, „en waarom noem je hem zoo?"
,Och, ik weet niet; ik deed het di*
reet toen we hem voor het eerst ont»
moetten". Sylvia zat met opgetrokken
knieën in het brcede venster van de
leerkamer cn keek haar gouvernante
glimlachend aan „Moeder en ik heb»
ben cen heelen tijd in Frankrijk ge»
woond en daar zeg je tegen iederen
heer Monsieur. Ik vind het leuk om
het tc zeggen. En toen ik Sir Giles voor
het eerst sprak zei ik het natuurlijk
ook tegen hem en nu ben ik licm zoo
blijven noemenen ik vind het leuk.
Het bctcckent eigenlijk hetzelfde als
„Sir", nietwaar? Sir Giles is een ech»
te edelman, hij heeft niet alleen maar
den titel! Ik 'as onlangs ergens van
„een vlckkcloozen. edelen ridder",
maar dat is Monsieur ook, vindt u
niet?"
„Ja, dat geloof ik ook wel; ik heb
nog nooit iemand ontmoet die zoo vol
zorg cn liefde voor anderen is en hij is
toch eigenlijk nog maar een jonge m»n.
Ik ben erg benieuwd naar zijn ver»
loofde. Om voor hem een goede vrouw
te zijn, moet ze wel heel bijzonder
zyn".
Miss Helen zei dat met groot en*
thousiasme, maar zonder eenigc senti*
mentaliteit en haar kleine leerling be*
greep haar volkomen.
„Ik vind dat Monsieur de liefste ko»
ningin ter wereld verdient", zei ze, „en
hy denkt dat er geen is zooals Miss
Cardew. Maar ik geloof vast niet dat
ze er veel moeite voor doet om hem
erg gelukkig te makenze laat hem
allerlei karweitjes voor zich doen. Ik
wou dat ze maar eens hier kwam, want
hij vindt het wat naar dat ze nooit
komt. En als hij iets naar vindt, vind
ik het ook naar".
Helen Stansdale keek vol liefde naar
het smalle gezichtje en de donkere
oogen. In dc paar weken dat ze op
Manderby Court was. was ze veel van
Sylvia gaan houden. Het was soms nog
zoo echt een kind en soms had ze al
zoo een rijp en verstandig oordeel. Het
leven op het buiten van Sir Giles was
cen verademing en een verkwikking
voor de aardige vrouw, die het leven
in het voorstads»villatje bij haar broer
ondraaglijk had gevonden terwijl die
broer zelf haar een voortdurende er»
gernis was geweest. Dat Robert „zijn
hapden van haar hnd afgetrokken",
hij het -.'i drukte, deed haar
leed, maar alleen omdat zij, fijngevoe*
lig als ze was. er altijd verdriet van
had als iemand den vrede verstoorde.
Overigens voelde ze het als een onuit*
sprekelijke verlichting dat ze nu buiten
de sfeer van Robert leven kon. dat ze
zijn bulderende, kwaadaardige stem
niet behoefde te hooren cn zich niet
behoefde te ergeren aan zijn hindcrlij*
ke bansspelerij. En de stap die ze gc»
daan had, kon ze voor haar geweten
uitmuntend verantwoorden. Ze was er
van overtuigd dat ze goed deed door
zelf haar brood te verdienen inplaats
van afhankelijk te zijn van Robert, die
niet naliet zijn zusters steeds op een
grove en onkiesche manier te laten
voelen dat hij ze met weldaden over»
laadde.
In het huis van Giles Tredman had
ze cen omgeving gevonden waarin ze
zich thuis voelde en voor hem zelf
koesterde zij een groote bewondering
en eerbied.Waarschijnlijk zou haar broer
Zulke gevoelens bij een dame van haar
stand hoogst ongepast hebben gevon»
den! Soms vroeg ze zich wel eens af
of het leven op Manderby Court even
vredig en bekoorlijk zou blijven als er
naast den heer van het huis ook een
meesteres kwam; maar ze troostte zich
met de gedachte dat waar Sir Giles
van plan was zijn vrouw eerst nog mee
naar Indic tc nemen, hef nog wel cen
poosje zou duren voor die meesteres
hier voor goed de scepter zou zwaaien.
En in dien tijd zouden Sylvia en zij van
het lieflijke en rustgevende leven hier
kunnen genieten en gelukkig zijn met
eikaars gezelschap.
De eenige reden waarom Helen er
nog wel eens spijt van had gehad dat
ze het huis van haar broer had veria»
ten was dat ze haar zuster Marion al*
leen in de „hoede" van Robert had ach»
tergelaten.
Maar na Marion's laatsten brief voel»
de zc zich hierover niet meer be»
zwaard, want die brief liep over van
enthousiasme voor het Duitsche meis»
je dat ze op Robert's verlangen als
„paving guest" in huis hadden geno»
men.
„Miss Muller is buitengewoon lief",
zoo stond het in den brief die in He»
len's schoot lag, terwijl Sylvia met
haar praatte, „ze is heel knap om te
zien., ik mag wel zeggen mooi; ze is
zoo vriendelijk en interesseert zich
voor iedereen en alles. Ik heb heel aar»
dig gezelschap aan haar en ik verveel
me geen oogenblik.
Wat zou ik het aardig vinden als jij
en je leerlingetje eens een middag in
de auto konden overkomen om haar
eens te zien, tenminste als Sir Giles
er ricts tegen heeft".
(Wordt vervolgd).