HAARLEM'S DAGBLAD VAN HET POLITIEKE TOURNOOIVELD TWEEDE KAMER BINNENLAND FEUILLETON ZIJN KLEINE MEISJE WOENSDAG 10 NOV. 1926 DERDE BLAD 9 November. Middagvergadering. Het Belgische tractaat De replieken. Tegenstanders blijven tegenstanders. Het gaat niet om de keuze tusschen goed en beter, maar om de keuze tusschen slecht en slecht- De Schelderegeling en onze souvereiniteit. Het Moer- d ijk kanaal. De Wielingen- Een motie-Marchant op komst. Korte regeling van werkzaamheden. A.s. Dinsdag 16 November zal de Kamer een aanvang maken met dc behandeling van de Staatsbegrooting. Daarna opnieuw het Belgisch Trac. iaat. De replieken. Waarover we uit den aard der zaak waar de nieuwe ge* zichtapuntCD natuurlijk niet vele kon> den zijn bij deze materie, die reeds zoo lange voorbereiding, schriftelijk en mondeling, heeft gevonden kort zult len zijn. De Kamer begon teekenen van moe» heid te vertoonen, na zooveel dagen van vergaderen over het tractaat. Er was veel rumoer, weinig aandacht. Aan» dacht alleen bij enkele belangrijke mo» inenten. Waaronder wij opnieuw moe» ten rangschikken dc rede van den heer Brautigam. Teekenen van moeheid gsat de Ka» mer vertoonen. En daarom zal 't aan de frischheid der discussies over de Staatsbegrooting goed doen, dat dc Ka» mer nog enkele dagen op recèa gaat. om zich op die discussies voor te be« reiden: want wanneer bet Belgische debat beëindigd is, en dat over de in' terpcllatics, gaat de Kamer voor dc laatste dagen der week buis'toc. De beer Lovink betreurde het (even» als later de heer Krijger) dat de minis» ter niet is overgegaan tot het pubii» oeeren van dc adviezen der Water» staatsingenieurs en der Gedeputeerde Staten van Zeeland. Betreurde het ook. dat de bewindsman nieuwe onder» handelingen niet wcnschte. Een geluk» kig teeken noemde dc c.»h. spreker het wel. dat de minister dc gedachte, aks zou het tractaat logisch vdlgcn uit die van 1839, heeft losgclateu. Maar dan concludeerde de heer Lovink is het kanaal Antwerpen—Moerdijk ook on» juist. De publicatie van dc Rotterdamsche Kamer van Koophandel cn van bet ge» xnccntebcstuur van Rotterdam over dc rede des ministers hadden niet alleen den heer Lovink, maar ook dc heeren Kersten, Knottenbelt en Brautigam zeer en zeer verwonderd. En waarom aldus des heeren Lovink's slotvraag waarom sprak de minister over een „huiveren" voor dc gevolgen der ver» werping? Hij drong dan ook zeer sterk aan op duidelijkheid van den minister in dit opzicht. Welk het antwoord op dezen aandrang ook zijn zou, dc heer Lovink zal stemmen /ooals hij zulks het meest acht tc zijn in 's lands bc» lsng. De eerste dag der replieken ls ge» heel gevuld geworden met dc woorden van tegenstanders. Na den heer Lovink de heer Krijger. Deze betoogde en met hem de heer Knottenbelt dat het toch werkelijk niet aanging dc Schelde gelijk te stel» len. zooals dc minister het deed met de Elbe, en Donau. Belde afgevaardig» den waren het er volkomen over eens. dat dc minister verkeerd zag. toen hij het nieuwe Sohelde«regicm als kleiner van bctcekcnis zag. dan die over dc Elbe, Donau etc. De eerste, omdat hij nog steeds dc belangen der oeverbewo» ners. de belangen der bedijking in ge» vaar zag. de heer Knottenbelt, omdat hij het recht van het laatste woord over de Schelde weggenomen zag van Nederland, zijne regcering cn zijn volks» vertegenwoordiging cn gelegd in handen van den telkenmale bij geschil opnieuw te benoemen voorzitter der commissie van arbitrage. (God zegen de greep!). De heer Brautigam voegde zich bij beide afgevaardigden. Ook de,heer Kersten nam geen woord van zijn Scheldchezwaren terug. De heer Brau» tigam legde den nadruk op den eisch. dien 't tractaat stelt, door den minis» ter heel schoon genoemd en „sententia declaratoria", dat de Schelde steeds aan de eischen van scheepvaart en scheeps» bouw moet voldoen. Dat kén niet an. ders dan slecht werken voor ons land. want men moet denken aan het grootc onheil, dat ontstaat wanneer dc Schelde verzandt. We blijven nog even bij de Schelde. En dan bleek opnieuw dat het bezwaar bleef de tegenstanders blekeq niet overtuigd dat de mogelijkheid uit» gesloten wordt civiel beslag te leggen op schepen In doorgaande vaart. Zoo» wel dc heer Knottenbelt als de heer Krijger konden het met de waardigheid van ons land niet in overeenstemming achten, dat er op de Schelde een rcchtsvacui-m ontstaat. Wat bet kanaal AntwerpenMoeydijk betreft, dc heer Brautigam, Knottenbelt en Krijger bicken ontsteld over de uit. spraak van den minister, dat hij geen argumenten tegen het kanaal had ge» hoord! Verontwaardigd was de heer Brautigam over den minister, dat hij niet kende zelfs de waarheid zijner bewering, dat Rotterdam voor 4/5 vol* komen afhankelijk is van het RijnveT. keer en Antwerpen voor slechts 1/5 dee! terwijl Antwerpen met zijn bloeiend stukgoederenverkeer dan in staat ge steld wordt een fnuikende concurrentie op het Rijnverkeer daarbij te voegen De heer Knottenbelt zag bet Moerdijk, kanaal worden tot een voorhaven van Antwerpen. Verontwaardigd waren do heeren Knottenbelt en Brautigam mede over het ter sprake brengen van don minis» ter van adviezen, in 1919 gegeven door de Rotterdamsche Kamer van Koophan» del en het Rotterdamsche gemeente, bestuur. Uit de publicaties dier beide lichamen is wel gebleken, hoezeer wat dc minister deed in 1919, allermist was het vragen van advies over het bcpaa! dc Moerdijkkanaal van thans, maar slechts over een „stumperig" kanaaltje mondeod in de Soheldc op Nederlandsch territoir en daarover word nog gespro- ken als over een plan van fantasten.... En daarenboven nam dc heer Knot» tenbeh het den minister kwalijk, dat hij met adviezen, die in 's ministers rede indruk maakten, echter van oiet veel bctcckenis bleken, niet gekomen was bij de sohriftelijke voorbereiding. De regeling der bdoodsmg kon ook na de rede des ministers de Kamer niet bevredigen. Men vreesde voor bet iets geven in de hand van België voor Ncderlaod's souvcTeinc rechten op de Wielingen. Soortgelijke vrees koesterde dc heer Knottenbelt van België's ver: klaring over de Belgische oorlogs- schepen op de Schelde. Daaruit werd duidelijk immers, dat de kwestie bleef zooals zij was, ra.a.w. dat België steeds bet recht ontkent van Nederland om oorlogssohcpcn aan tc houden. Dus ook deze open kwestie bleef; de dis» puten blijven. De heer Tilanus sterode daarmede, zooals direct blijken zal, algeheel in. Dc cerate sprekers in repliek waren allerminst door des ministers rede „bekeerd". Dc heor Knottenbelt bleef spreken van een „sprong in het duister' niet van durf, als de minister van een tractaat oiet in gerechtigheid geboren, van een tractaat. dat niet be» teekent evolutie der betrekkingen, maar oen revolutie daarin. En de heer Brautigam laakte 't m de regeering. dat zy de Kamer gesteld had voor een keuze, niet tusschen goed of beter, maar tusschen .slecht" of „slecht" omdat verworpen slechte gevolgen heeft, maar aannemen nóg slechter gevolgen. De heer Tilanus beeft oog in den breede betoogd. dat de minister met zijn casuvbelluverklarrng geenerlei obligo op ons land heeft gelegd, dat hij zich neerlegt bij de verklaring over de casus beili*yraag in de eerste me» morie van antwoord aangevuld door 'a ministers rede. dat hij 't voorts niet eens kan zijn met des heeren Albarda's mecning, dat niet elke opzettelijke schending van ons territoir behoeft ge» keerd te worden. Dc kwestie der oor» Jogsschepcn op de Schelde had bij den heer Tilanus ongerustheid gelaten: hier de kiem van aanslagen op onze souve» P* I I P™ Ik I reiniteit. Hij is niet gerust: België had Cm !M hier geen voorbehoud mogen maken,' het had zich eerlijk moeten schikken j VAN HAARLEMS DAGBLAD No. 741 naar dc regelen van het internationaal recht. Dit voorbehoud was voor den CaH. spreker onaannemelijk. Morgen gaat dc verdragsdisoussic voort. Dan zal dg heer Marchant een motie voorstellen, die om nieuwe onderhandelingen vraagt. Avondvergadering. De Kamer over de relletjes te Ede en te Asten. Moties. Le ger en Volk. Wij hebben vanavond gencraabtitu» lair Duijmaer van Twist beklaagd. Hij ierde zijn 63steo verjaardag en hij moest in d$ Kamer zijn, om de verde» rc discussie bij te wonen over de inter» pellatie van dc heeren de Visser en K. ter Laan over de militaire relletjes te Ede en te Assen. Zooals onze lezers weten, heeft de minister Vrijdagmiddag nog kunnen antwoorden op de redevoeringen in eersten termijn. Vanavond hoorde de Kamer de repliek der hiterpellanten cn de redevoeringen fier „tusschenkomen» de" Kamerleden aan. De repliek der beide interpeBanten bleek te zijn een handjtaven der mee* ning in eersten termijn. De heer H. L de Visser erkende heel duidelijk, dat zijn doel is: het leger regelmatig onder» mijnen. Zijn rede eindigde met he-t in» dienen van een motie, waarin allereerst het leedwezen werd uitgesproken over het feit, dat de beloften van 1918 niet werden nagekomen, waarin vervolgens het optreden van den commandant van het veldleger, generaal Muller Massis wordt afgekeurd, om tenslotte te vra» gen van de regeering maatregelen nemen tot afschaffing van de herha» lingsoefeningen van het instituut der politietroepen en tot oogenblikkelijk ontslag uit hunne vrijheidsbeperking •der bij de relletjes gearresteerden. De heer Ter Laan verdedigde nog eenmaal den kapitein Glasius en her» haalde de betuiging, dat de S. D. A. P. geen reHetjes wil. maar rustig haar ont» wapeningsoropaganda wil voortzetten Ook dc heer ter Laan diende *n motie in, welke als uitspraak van de Ka» mer vroeg een nieuw onpartijdig on» derzoek nqar oorzaken en verloop van de relletjes te Ede cn tc Assen, Daarna kwam de Kamer aan het woord. De hee»r v. Rappard pleitte voor wat meer takt in het leger, voor wat meer ontspanning, voor herhalingsoefeningen niet in groot verband. Met velen der volgende sprekers was de heer Van Rappard het eens. dat er direct verband is tusschen de ontwa» peningspropaganda en de relletjes. De heer DECKERS o.m. heeft het een tac» tischc fout genoemd van de S- D. A. P., die dc ontwapeningsmecting deed val» len aan den vooravond van de herha» lingsoefeningen. Dc leiders aldus de spreker hebben de beweging niet in de hand, ten nadeelc van land cn volk, ten nadccle van hen, die hun plicht doen, welke op wattelijke bc» palingen berustte. Dr. DE VISSER critiseerde evenzeer de S. D. A. P. om haar propaganda, welke hij evenzeer nadcelig noemde voor den geest in het leger. De c.»h. fractievoorzitter wenschtc een woord van waardeering te uiten voor de man» nen in het leger, d'c daar leiding geven. De heer KERSTEN bracht bij de In» terpcllatics. die tenslotte een beperkt gebied beslaan, allerlei kleinigheden te -berde, die den geest in het leger zou» den kunnen bederven. En dc jarige ge neraal DUYMAER die zich nogal opwond, wat weer felle uitroepen ten gevolge had van de heeren L. dc Visser en Zudelhoff verdedigde hartstochtelijk de heer Muller Massis. den commandant van het veldleger. De heer ALBARDA, die om zijn re de op de meeting van Houtrust nog al eens werd aangevallen in verband met het construccren van nauwen samen» hang door enkele sprekers tusschen dc ontwapeningspropagnnda cn de relle tjes. kreeg vijf minuten langer spreek» tijd dan dc andere heeren. De heer Alharda begon uiteen tc zet» ten, dat voor kleine landen bewapening onmogelijk is, om daarna tc zeggen, dat dc relletjes niet de strijdwijze zijn der S. D. A. P. deze wil niet vcrwilde» ring, maar overwinning van het militai, risme. De relletjes zijn een uiting van den afkeer van het militairisme, even» als de gestadige, maar rustige propa» ganda voor ontwapening der S. D A. P. Maar zeide de heer Albarda die beide uitingen staan naast elkaar Het directe en causale verband tus* schen de ontwapeningsmecting en dc relletjes ontkende dc heer Albarda ten cencnmale. Om daarna te besluiten met verschillende voorvallen (in dc I pers medegedeeld door „burgerlijke" MOEILIJK BESLUIT Daar heb je de heele reis slechte kaarten gehad en juist als je een prachtspel hebt. waarschuwt de con ducteur dat je halte bereikt is. (Nadruk verboden.) militaire medewerkers) uit de laatste herhalingsoefeningen, welke naar des heeren .Albarda's mcening het leger be» lacbelijk maken. Hij drong dat had» den ook anderen reeds gedaan aan op tact der otiiciercn. De heer VAN DIJK de oud» minister sloot zich algeheel aan bij dc heeren Deckers, Duymaer en Dr. dc Visser. De heer MARCHANT wees op de noodzakelijkheid, dat er tucht in het leger zij. Maar dat van de soldaten te veel gevraagd was achtte hij duidelijk. Evenzeer als dat dc ccni» ge die zijn plicht deed, kapitein Gla» sius was. Overigens begreep hij even» min als Dr. de Visser dc aansluiting der verschillende orders tijdens de rel» letjes. Morgen voortzetting der interpella* tic in avondvergadering. INTIMUS. ONZE RIVIEREN. DE HOOGE WATERSTAND. Omtrent den toestand der Gelder» sche dijken langs de Maas verneemt de Msb„ dat de nu weer toenemende was een voortdurend groot gevarr op» levert tussche-n Heumen en Wychen. Op sommige plaatsen gaat de kwel dwars door de dijken. Er moet dag en naoht gewaakt worden voor steeds drci» gc.nd gevaar. Vele boeren achter den Maasdijk hebben hun vee reeds in veiligheid gebracht. Leden van polder* besturen zijn steeds op den dijk. De berichtgever van het Hbl-d. te Tiel meldt: In verband met den toestand van den Maasdijk tc Overasselt doen hieT de wildste geruchten de ronde. Per'O» nen. die Dreumel hadden bezocht, ver» zekerden dat de burgemeester aier ge* meente bij afkondiging de ingezetenen had aangeraden hun levende have op den dijk in veiligheid te brengen. Dit gerucht mist evenwel allen grond. NIEUWE FOTO'S VAN DE KONINGIN EN DEN PRINS. Naar het Corr.»-Bur. verneemt, zul len binnen enkele dagen twee nieuwe foto's van de koningin en den prins den handel verschijnen. De opneming geeft dc koningin en den prins weer ten voeten uit. H.M in galaklccding met diadeem en Z.K.H. in uniform van !uitenant*generaal van het Indische leger. De foto's zijn ten paleizc Het Loo op» genomen en zullen brom:dc«uitvoe» ring in den handel worden gebracht. WEER EEN. AUTOBUS VAN DEN DIJK GEROLD. Na het ongeval bij Medemhlik waar een autobus van een dijk viel, weer een dergelijk geval. Dinsdag is namelijk de autobus van Helmich, rijdende van Gorinchem op Waardenburg, ter hoogte van Haaften over den kop geslagen en van den dijk gevallen, na eerst tegen een boom te hebben gereden, die geheel afknapte. Er zaten twaalf passagiers in de bus, van wie drie ernstig en de overigen licht gewond werden: GEEN RIJKE SCHIPPERS. Op de vragen van den heer Braat betreffende het niet aanslaan in de Rijksinkomstenbelasting van schippers, die geen domicilie hebben gekozen, antwoordde die Minister van Financiën o.m. er niet mede bekend te zijn, dat er vooral onder schippers, die geen do» micilie gekozen hebben, velen zijn, die een groot inkomen genieten en niet in dc Rijksinkomstcnbelasting worden aan» geslagen. Hij acht zulks ook niet waar» schijnlijl; in verband met de vastge» stelde bepalingen ter verzekering van de inkomstenbelasting van binnenschip* pers en van tot de bemanning van een b.nnenvaartuig behoorende personen, die binnen het Rijk hun bedrijf of be» roep uitoefenen zonder er een vaste woonplaats te hebben. Mochten echter gevallen bekend zijn, dat schippers, als bedoeld, ten onrechte niet in de Rijksinkomstenbelasting zijn aangeslagen, dan zal de minister daar» omtrent gaarne nadere inlichtingen ont vangen, opdat alsnog tot het opleggen van aanslagen kan worden overge» gaan. Voor zooveel noodig zij opgemerkt, dat de niet binnen het Rijk wonende schippers, die in internationaal verkeer varen, alsmede het op hun schepen werkzaam zijnde personeel, voor zoo» ver dat niet binnen het Rijk woont in» gevolge art. 3 der Wet op dc Inkom» stenbclasting 1914 te dier zake van de RijksinkomstenbeLasting zijn vrijgc» steld. EEN DOMOOR. De tuinder F. J. K. te Nieuwveen los» te een schot hagel uit een jachtgeweer teneinde de musschen te verjagen. Het schot werd onvoorzichtigerwijze gelost in dc richting van de wooing van den arbeider A. Skvf en trof diens echt» genoote en hun 5»jarig dochtertje. Dc geneeskundige achtte overbrenging van het kind naar het zekenhuis te Leiden noodzakelijk. Procesverbaal werd op» gemaakt. DE MOORD TE ROTTERDAM. Het onderzoek in zake dem moord in de Asterstraat te Rotterdam, heeft heden weinig nieuws opgeleverd. Er zijn nog eenige omwonenden gehoord, die echter niet veel licht in deze steeds duister wordende zaak hebben gebracht. Enkele arrestanten zijn weer op vrije voeten gesteld. De man, dre van de misdaad getuige is geweest en volgens anderen riep, dat hij den dader kende, heeft zich nog steeds niet aangemeld. Dc hoop van de politie is thans op hem gevestigd. VALSCHE PASSEN. De politie te Utrecht heeft in d*> Vogelenbuurt aldaar een drietal Duit» schers gearresteerd, die zich hebben schuldig gemaakt aan het vervalschen van pasporten. Zij waren in het bezit gekomen van eenige passen en hadden die in hun woning, waar zij een inrichting voor die vervalsching hadden, van andere por» tretten en signalementbeschrijving voor* zien. De stempels waren bijgeteekend. De recherche heeft al deze hulpmidde# len in beslag genomen. Een der drie Duitschers was zonder papieren over onze grenzen gekomen, terwijl de anderen door de Duitsche justitie voor aanhouding waren gesig* naleerd. Zij zijn ter beschikking van de Justitie gesetld. TRAGISCH. De heer J. Everts te Deu-roe is, ter» wijl hij Dinsdagmorgen huiswaarts keer» de tusschen het station en den weg naar Liessel waarschijnlijk door de duis» ternis misleid in een diepe sloot ge» raakt en verdronken. DE GESTOLEN MUNTEN. De inbreker in het Delftsche histori» sche museum blijkt zich te hebben meester gemaakt van 202 gouden munten, waarvan vele van gTOOte histo» risohe waarde; en bovendjen van een 80»tal gangbare zilveren munten. DE POTEMKIN.-FILM TE VENLO VERBODEN. Naar de „Neew VenL Ct. verneemt, heeft de Burgemeester van Venlo de opvoering van den „Potemkin"»film die, zooals reeds was aangekondigd in het Pollak»theater zou worden ver» toond voor Venlo verboden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regeL Uit bet Eogelscb van U O. MQBERLY. Vertaald door P. P. T. (Nadruk verboden). Zooveel woorden van medelijden kwamen zelfs* niet op de lippen van Hugh Berncrs, toen hij eenige dagen eerder op een afstand van duizenden kilometers van de plaats waar Giles deze verzuchting siaakte. hetzelfde be» richt las en het -an zijn vrouw mee» deelde. „O Hugh. a!s zij zoovrel van Her» ma'nn houdt als k van jou. dan heh ik vrccselijk medelijden met haar. Ze heeft Si Giles op een allergemeenste manier behandeld, maar van Hermann hield ze: daar ben ik zeker van. Ik heb echt medelijden met haar. O. hcmeL Hugh, derk je er toch eens in on je eigen na tc zien verongelukken!" Hugh dacht aan het oogenblik waar» op hij Rosa bewusteloos in den tuin gevonden had, gewond doo. een werk» tuig van Hermann en dat ze er het leven had afgebracht was heusch niet aan hém tc danken en na een oogen» blik zwijgen zei hy grimmig: „ik wil niet zeggen dat ze krijgt wat haar toe» komt, maar als ik bedenk hoe Sir Giles er uit zag toen hij bij jou was een paar dagen nadat ze met Hermann was weg» gegaan, kan ik toch niet zeggen dat ik grootc sympathie voor haar voeL En je zult zeker niet van me verlangen", voegde hij er met een glimlach aan toe. „dat ik buitengewoon hartelijk denk over den man, die jou kalm wou laten vermoorden!" „Nu ik zelf zoo erg gelukkig ben, ben ik geneigd iedereen te vergeven", zei ze. haar hand leggend in die van haar man, die over den armstoel waarin zij zat gebogen stond, „en ik wil ook niet vergeten dat toen ik klein was, hij al* tijd lief voor me is geweest.... en mijn moeder hield van hem". „Dan beantwoordde hij haar liefde niet op een manier, die ik sympathiek kan vinden. Hij gebruikte jou als zijn werktuig, hij zou je tenslotte heele» maal in het moeras hebben getrokken en den eersten keei dat je je tegen zijn wcnschcn durfde verzetten, was hij direct klaar om je uit den weg te rui» men. Neen hoor. ik voel geen steek voor hem". „Maar toch moet je me naar hem toe laten gaan", antwoordde Rosa. Ze ging rechtop in haar stoel zitten en keek haar man m het verbaasde gc» zicht. „Neen, wacht nu één oogenblik voor je wat zegt. lieve jongen. Je weet wel dat ik nooit iets doe tegen je wil of wat jij onplezierig vindt, nooit. Maar ik voelik kan je gewoon niet zeg» gen boe sterk ik het voeldat ik naar Hermann toe moet voor hij sterft. In ieder geval, dat ik moet prohecrcn om hem nog levend aan te treffen. En als mijn voorgevoel mij niet bedriegt, is hij nog niet dood. Hij was de broer van mijn moeder, al was het dan maar een half»broer, maar ze hield zoo vree» selijk veel van hem cn tenslotteik kan het je niet uitleggen wat me bc» zielt, ik weet het zelf niet precies, maar ik heb een ondefinieerbaar gevoel dat ik moet gaan. een gevoel alsof het me bevolen wordt, zelfs al zou ik zelf niet willen. Toe, verzet je er niet te» gen". „Ik zal je zeker niet weerhouden als je meent verplicht te zijn er heen tc gaan. maar ik wil je wel eerlijk zeg» gen. dat ik jc gevoel in dit geval niet heelcmaal begrijp". „Ik begrijp het zelf niet héclcmanl. dat heb ik je al gezegd. Maar er is een stem in me die zegt dat ik moet pro* bceren Hermann nog te spreken voor hij sterft. Het is alsof ik geroepen word", Hugh Berners was een veel te ver* standig man om onder deze omstandig» heden zich tegen den wcnsch van zijn vrouw te verzetten. Hij verzocht een collega een paar dagen zijn praktijk I waar te nemen cn vergezelde Rosa naar de kleine stad tusschen de be» I bloemde weilanden en de blauwe ber» gen in het zonnige land van Savoye. Het viel hun niet moeilijk terstond ge* waar te worden waar Hermann was: het ongeluk had Prins Damanskv tot het middelpunt van dc belangstelling in het stadje gemaakt en Hugh en Rosa reden direct van het station naar zijn hotel. Rosa stuurde een briefje naar de ap* partementcn van Hermann en binnen 1 een paar minuten kwam de hoteljon» gen terug met de boodschap dat Ma» dame la Princcsse de Engelsche dame direct wcnschte te ontvangen. Rosa had Grace sinds het vorige voorjaar natut rlijk niet meer gezien en toen ze het bleckc. verwrongen gezicht zag van dc vrouw die,haar in dc zitkamer op» wachtte, viel het haar bijna moeilijk I zich tc realisecren dat dit dc schittc» rende Grace Cardcw was, een van de beauties van het vorige seizoen. Haar trekken waren nog mooi. het gezicht had zijn vo-maakten vorm nog bchou* Jen. dc fijne lijnen van wenkbrauwen, neus en mond waren niet uitgcwischt. maar de glans van haar prachtige. blauwe oogen en de lieflijke trek om haar mond waren verdoofd door een uitdrukking van onuitsprekelijk ver» driet. „Je bent zijn nichtje", zei ze, Rosa met haar vermoeide, glanslooze oogen aankijkend, „hij is bij bewustzijn en hij wil je nog wel zienhij kan niet lang meer leven". Ze sprak in korte, afgebroken zinnen, haar stem klonk mat en emotic*loos". „Is bij zoo vreeselijk gewond?" vroeg Rosa cn een groot medelijden met de andere vrouw vervulde haar. „Er is niets meer aan te doen. We wachtenop het einde", was het ho» peloozc antwoord. „Ik heb zoo met je te doen", riep Rosn uit, terwijl ze in een impuls van eindeloos med' jden haar armen om Grace sloeg. „Hou je zoo vreeselijk veel van hem?" „Zoo ontzettend veel", was het toon* looze en bijna onhoorbare antwoord. Ik heb te voren nooit echt van iemand gehouden. Ik wist niet wat liefde was voor ik hem kende. Mij heeft het mc geleerd. Het is hemel en hel allebei". Voor mij is het alleen maar de he* mei", zei Rosa zacht. „De hemel? Ja, als je je man bij je mag boaden en gelukkig bent. De hel als ie hem moet afstaan, zooals ik". Het torn looze in haar stem was on» der het sp eken geweken, de starre trekken hadden zich verzacht; haar lippen trilden. „Je moet maar naar hem toegaan", zei ze, haar gevoelsuitbarsting plotse» hng behecrschend. „Hij weet dat je hier bent en je moet hem niet laten wachten. En je moet ook niet te lang blijvener is zoo weinig tijd meer voor mij De zin werd niet afgemaakt, hij ein» digde in een snik, een drogen snik zonder tranen, maar waar «meer jammer uit sprtk dan uit een hevigen huilbui. Ze had z'chzclf echter onmiddellijk weer in bedwang. „Hij moet mi' niet zoo opgewonden zien", zei ze, alsof ze zich verontschul» digen moest over haar zelfbeheersching. „de dokter zegt dat we hem zoo rustig mogelijk moeten houden.... als het tusschen de razende pijnaanvallen mo* gelijk isGa maar mee". Ze voerde haar over de corridor, naar een grootc slaapkamer waar. in een bed tegenover het venster, haar man lag. Hij lag onbeweeglijk, zijn ge» zicht was doodsbleek, maar in zijn sterke, donkere oogen was het volle leven nog en toer. lichtten zij op en er zweefde een glimlachje over zijn ge» zicht. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 9