VICTORIA-WATER
HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
DE GEVANGENIS VAN
SAINT CLOTHAIRE.
FLITSEN
FEUILLETON
yr 91 \CHT
ZATERDAG 18 DEC. 1926 f ERDE BLAD
No. 3620
LANGS DE PROVINCIALE HOOFDSTEDEN
UTRECHT III.
IV
Naar aanleiding van mijn oordeel
©ver de Oudegracht heeft een belang»
«tellende lezer mij gevraagd, of die dan
niet bijzonder schilderachtig is en wat
het er toe doet, of er beneden op den
walkant en in het water wat rojnmcl
liet en drijft. Hij drukt zich precies uit.
alsof nu juist houtwol, zaagsel en oude.
vuile papipren het schilderachtige van
de gracht uitmaken en dat ben ik nu
niet met hem eens. Is bijvoorbeeld een
mestvaalt altijd schilderachtig en een
keurig opgeruimd binncnhuisic niet?
Er zijn, ccloof Je, wel mcnschcn. die
dat zoo vinden, maar mij persoonlijk
lijkt het toe. dat iets no? piet schil,
dcrachtig behoeft te wezen, omdat het
vuil of vies of ongewasschcn is. De
Oudegracht zou niet minder schilder,
achtig zijn. wannce.r de bewoners en
de gcmecntcreiniging te zamen en in
verccnigin? er voor zorgden dat ze er
netter uitzag.
Zoo kan bijvoorbeeld een trompettist
toch wel artistiek spelen, al glimt zijn
instrument je tegen uit het orkest:
voor dat daarover nu weer misverstand
©prijst, wil ik zeggen, dat het tegendeel
©iet in het Utrechtsch orkest te zien
was. Nu ik dan toch weer naar de
muziek verzeild ben. moet ik even mei»
ding maken van financ.ccle mocilijkhe»
dcH; die ook daar weer met hel orkes:
voorvallen. Helaas, waarom ligt Pluius
toch altijd over hoop met Apollo! En
hoe vreemd blijkt dat te gebeuren in
Utrecht! In den drang naar bezuiniging,
die wegens de begroeting op het Raad
huis hecrscbtc. is er een voorstel in=
gediend om het jaarlijksch subsidie aan
het orkest van f 52000 tot f 47000 te
vcjmindcrcn, hoewel het eerstgenoemde
bedrag vroeger tot en met het jaar
192S verleend >s- Ziedaar een ccone»
mie. die geen kans heeft.
In Utrecht, meer dan overal elders
kom ie mcnschcn bij groepjes tegen. In
het koffiehuis, in het restaurant, in
het hütc]. in den schouwburg en ook op
straat. Maar Utrechtenaars zijn het
©iet. dat merk je duidelijk aan de on-
gewende manier w«arop ze kijken naar
de namen van straten y naar de rich»
ting van trams. Dus vreemdelingen en
wel vreemden, die een aigemeene ver»
gadcring of een congres houden, want
er is er altijd een met een dikke por«
tefeuil'.e (de stukken) en een paar. dat
iiapraat over een gevaden beslis»
sing. Het mpést vergaderende volk van
de wereld zijn de Nederlanders en de
meeste van die vergaderingen houden
ze te Utrecht. Omdat het ons centrum
is. waar iedereen gemakkelijk naar toe
en weer vandaan kan komen. Zoo heet 't
althans en dat is een oploss'mg. wan.
neer iedere afdccling de jaarvergadc»
ring in haar eigen negorij wil hebben,
gemakshalve.
Maar de Utrcchtschc medewerker
van de Nieuwe Rott. Courant hangt
ruik een mooi tafrecl van Utrecht als
centrum van congressen niet op. „Wat
wordt er gcdaan4 om congressen nnar
Utrecht te lokken?" vraagt bij. Een
congrcS's'ad heeft noodigt verschil»
lende goede zalen om te vergaderen,
een bloeiende vcrecniging voor vrccni»
delingenvcrkcer, die tijdens meerdaag
ache congressen voor attracties zor»
gen kan. een aangenaam amusements»
centrum, waar vreemdelingen den
avond kunnen doorbrengen, een fojjds
op de gcmeentcbcgrooting. waarui:
reccpticlspstcn bestreden kunnen wor
den. die één glas port en Één saqdwich
per ?ast te boven mogen gaan. Van dat
alles heef? Utrecht zich nog maar web
nifi aangetrokken."
Zoo schrijft Graadt van Roggen over
Utrecht er. ik vraag, of er over Haar»
km meer en beter te vertellen valt. Ecu
gemeentelijk concert» en vergaderge»
bouw in een slop van een straat, waar je
met rij» en voertuigen niet in en ui:
kunt komen en dat iedere particuliere
ondernemer beter zou onderhouden,
dan de eemccntc doet: ga eens op de
eerste rij in de kleine concertzaal bo»
ven zitten en kijk naar het podium. Je
vraagt, hoe ze 't zoo verveloos krijgen
en iatcn. Kamcrmuziek-uitvocringen d>c
gegeven moeten worden tusschen de
coulissen van een bosch. als de boven»
zaaltjes van ..de Kroon al aap een an»
der verhuurd zijn ja. wanneer ..de
Kroon" er niet was. zaten wc met de
handen in het h«ar. Heb ik zelf niet van
mijr. leven op zoo'n schouwburgtooncc
eer. vleugelman© zien staan tusschen
de linnen boomen in, met een
verdwaald gezicht en een heer in
smoking binnentredende door de dub»
bele deur in het achterdoek, zien toe»
stappen op den vleugel (dat was Dirk
Schater) zonder dat één van de toehoor
ders daar verwonderd van opkeek om
te vragen, wat die heer en die piano
daar samen deden in dat bosch zóó
raken wij. als het maar lang genoeg
duurt, aan dwaze toestanden gewend.
En de godin der Muziek wéét, hoelang
w-ij «1 wachten op een fatsoenlijk
concertgebouw, dat noodig is als brood
in een stad van tachtigduizend zielen,
die maar verder groeien wil!
Hoe meer het verandert des te zeker»
Jer is het 't zelfde. Utrecht of Haarlem
Anders nog al verschillend zou je den»
ken. maar oelijk» en gelijkvormig in jrijn
behoeften en klachten. En wanneer
de Utrcchtsche penvoerder onder zijn
wcnschen een bloeiende vcrecni»
ging voor vreemdelingenverkeer noemt
en wij vandaar onzen hals omdraaien
om naar Haarlem te zien, vinden wij
hier een dito vcrecniging waar velen
met een soort van vriendelijk mc'delij»
den over spreken: „brave enthousias»
ten.'. die leven in de brouwerij
probcercn te brengen, verbeeld je!" Een
dacelijksch bestuur, dat zijn belang»
stelling concentreert op 't Stadhuis en
ie zamen verhinderd is om op een
grootc m'ddcnstandsvergadcrin? n
verschijnen. Als bet groene hout zich
zoo gedraagt, wat is er dan van he:
dorre te verwachten?
Vox clamans in deserto! De stern
van een roepende in de woestijn der
onverschilligheid. Laat ons dan laag b
den grond blijven en spreken over een
maatregel, die in Utrecht met succes
genomen is. tegen ontsiering van de
stad. De tijd kom; al gauw weer aa-i
waarin die te pas komt. Als de verkie
zing aanbreekt, dan slaat het poli
tlckc vuur in de vingers, waaruit even
wel geen vonk. maar stijfsel spat. Men
gaat plakken. Overal waar een vier
kante meter open ruimte overbleef, ver
schijncn de biljetten ten gunste van
candidaat Jan. die de beste en can»
didaat Piet. die de bovenst beste is
Zijn eenmaal de verkiezingen afgeloc.»
pen. dan mogen Jan en Piet gekozen of
ongekozen zijn, de biljetten blijven han»
gen. de wind en de kwajongens spelen
er mee en nog maanden naderhand blij.
ven de flarden er wapperen, omdat de
plakkers geen geld. geen tijd. geen lus:
en geen belangstelling meer hebben om
ze af te nemen en bet niet op den
weg van de gcmccntcreinigipg schijnt te
liggen, om vieze resten te verwijdt»
ren. Maar wij op onzen weg ergeren
ons en vragen waarvoor de gemeente
mooie plantsoenen aanlegt en betaal:,
als de burgerij om de zooveel tijd de
stad ondcrstijfsclt en ondcrn.ipierf.
Daar heeft men in Utrecht orde op
gesteld. Met een nieuwe bcppling in
Je politievtroidening denkt u? Ach
neen. men vangt meer vliegen met
overleg dan me» verbodsbepalingen. Er
is een vergadering gehouden met ver
tegenwoordigers van kicsvereenigingcn
en een of» en defensief verbond me:
die heeren aangegaan. „Gij moogt".
heeft de gcmcerue hier gezegd, „daar
en daar rustig plakken, wanneer u
aan dien hartstocht geen weerstane! bie
den kunt. Zoo u het hart tot plakken
dringt, zoo plakt! Als de verkiezingen
achter den rug zijn. zullen wij de drpc»
vc resten weer laten wegnemen. Maar
plakt dan ook nergens anders!" En da:
is aangegaan. Sinds dien tijd moet het
goed zjin in Utrecht. Kan dat ook nicl
in Haarlem?
Nóg twee opmerkingen kunnen ge»
maakt worden en dan kijk ik weer van
Utrecht af en binnenkort naar de
hoofdstad van Zuidholland of Drente
of Limburg, net als 't valt en de wind
waait. Ik had gehoopt, hier een voo'»
beeld te vinden van verkeer tusschen
centrum en buitenwijken, waar wij in
Haarlem van zouden kunnen profitcc»
ren. Dat is niet ^elukr. Wel bestaat
daar een net van autobussen uit een
vast autobusstation achter het station
naar alle denkbare buitengemeenten,
maar voor de buiten wij ken van de
stad is alleen met tramlijnen gezorgd,
nu is de toestand daar ook anders d.tn
bij ons, omdat de Utrechtschc tram in
handen van de gemeente is. Maar er
is één autobusdienst naar een vcrwij»
derd stadskwartier en die loopt van
Unuicp door de stad naar het slation.
In den zomer zorgt die ook voor de
verbinding met Khijnauwen. Heb ik
het goed begrepen, dan is die stads»
autobus evenwel bedoeld als voorgan
ger van de tram. In Utrecht is men
dus nog niet ontworsteld aan de tiran»
uic van de rails.
Dit is één zaak, de tweede betreft
de plantsoenen. Soms zegt men, dat het
natuurschoon van Utrecht te ver van
de stad ligt en denkt dan aan Zeist.
Maar er is nog meer dan dat. het thee»
huis van Oog in A 1 en de uitspan»
ning Rhcinauwen, beiden eigen
dom van de gemeente, die aan particu»
lieren worden verpacht. Voor zoover
dat in December kan worden bcoor»
dceld, als de boomen kaal zijn en de
winter zijn zuchten slaakt onder den
loodgrijzcn hemel, moeten dit mooie
wandelingen zijn in zomertijd. Vooral
Rhcinauwen met zijn overvloed van
lommer en zijn interessant kasteeltje,
waarin nu vreedzame tnee geschonken
wordt aan den gaanden en komenden
man.
Op weg naar het station om weer
naar Haarlem te vertrekken ben ik
voor de laatste maal nog even op de
Oude Gracht gaan kijken, want ja.
merkwaardig is die toch wel en daarom
moeten ze die maar nooit dempen, om»
dat er in de wereld al veel te veel ge»
lijk en te weinig eigen is. Bovendien
kun je er toch geen breeden boulevard
van maken: de bovenlaag is te dun en
zware trams en andere wagens zouden
er doorzakken. Voor den laatstcn keer
heb ik er weer in een kring gcloopcn.
Dat is met de Oudegracht zoo vreemd:
je loopt er van af en opeens sta je er
weer op. Gevolg van Jen kringloop der
dingen en grachten. Om te voorkomen
dat de tram al te scherp langs je sche»
nen schuift (want dat doet ze op som»
niigc trottoirs) ben ik er maar in gaan
zitten en behouden in 't station a3n»
geland. Hoe honderden (of zijn het er
duizenden) spoorwegambtenaren in
Utrecht kunnen wonen en werken en
nog één dag langer dat miserabele
station verdragen, is een raadsel.
Zoo zei ik tot mij zelf. Toen floot de
locomotief en stortten wij ons te za»
men in de duisternis van den avond,
hopende heelhuids Haarlem te halen.
J. C. P.
De inwoners van Saint=CIothnire zijn
zoo braaf en oppassend dat do gevan»
genis van dit kleine stadje nooit meer
dan twee of drie booswichten bevatte,
hoewel er vijftien cellen waren en een
personeel dat er op berekend was dat
liet instituut geheel functionnccrdc..
De directeur van deze gevangenis, de
heer Bernard Sigoulas, zeer gezien bij
zfjn medeburgers, was er zich wèl bc»
wust van dat zijn inrichting een voor»
beeld was van administratieve nonsens
maar dacht pi niet over zelf het minis»
tcric te wijzen op de noodzakelijkheid
van inkrimping der gevangenis. Dat zou
ambtelijk gesproken, je reinste krank»
zinnigheid zijn geweest!
Maar de bevoorrechte positie des hcc»
ren Sigoulas scheen jalouzie opgewekt
te hebben want op zekeren dag ont»
ving de directeur een brief van een
zijner vrienden, een ambtenaar van het
ministerie, waarin deze hem waar»
schuwde dat de abnormale toestand
van het gevangeniswezen te Saint Clo»
thairc verraden was aan de autoriteiten
en dat een inspecteur reeds den vol»
genden Vrijdagmorgen onverwacht een
onderzoek zou komen instellen
Het ontstellende nieuws bracht Sigou»
las geheel van streek. Juist op dat mo«
ment waren er maar twee gedetineerden
een landloopcr en een loopjongen, die
een taart had „verduisterd".
Zoo kwam dat Sigoulas toen hij zijn
dagclijkschc borrel ging drinken bij Ca»
zenave, zóó bleek en bevend voor zijn
vrienden trad dat zij een oogenblik
meenden dat-hem iets scheelde.
Ik ben verloren, zei de directeur
met een vreemde trilling in zijn stem
Een anonvmc lasteraar heeft het minis
tcric geschreven, dat de gevangenis
bijna leeg is. Vrijdag komt er een in»
specteur.
Wat een ellendeling, riep de archi»
tcct Cabossol die met het onderhoud
der gevangenis belast was. wat is er
toch een canaille op de waercld!
Wij zullen je verdedigen, amice,
zeiden de anderen en ieder voelde be«
hoeftc den ongelukkige op dat oogen»
blik de band te. drukken.
Maar Sigoulas schudde het hoofd.
„Allemachtig aardig van je, hcc re»,
maar over een maand sta ik op de
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No
774
DE WERELD OP Z'N FPGST
Wanneer je expres niet naar de klok gekeken
hebt, tot je er zeker van bent, dat het halt uur
om is en je ontdekt dat je juist 11 minuten
hebt gestudeerd.
(N'adrilc verboden.)
kqicn en ligt onze arme gevangenis te»
gen den grondt
Tegen den grond?! riepen zij uit.
Je méént het! Onmogelijk!
Hoeveel cellen zijn er dan wel
leeg? vroeg Cabirollc.
Dertien van de vijftien!
Dan is de zaak inderdaad ernstig,
zei Puybolet.
Maar kan je ze niet vóór dien tijd
uilen? vroeg de architect.
Dat zou werkelijk de beste oplos»
sing zijn, zei Cazcnavc.
- Jullie vergeet alleen dat overmor»
gen de inspecteur er is. Waar moet ik in
zoo korten tijd de misdaden van daan
halen, vervolgens de daders ontdekken,
hen arresteeren, doen berechten, vcroor»
dcclcn en opsluiten. Allemaal in twee
dagen?
- Maar natuurlijk riep Bigassc. De
inspecteur komt Vrijdagmorgen. Wie
van ons zal weigeren één enkelen mor»
gen in een cel door te brengen? Als het
>m Sigoulas gaal en onze prachtige ge»
vangenis?
Wij zijn bereid, zei de artillerie
kapitein enthousiast.
Maar dat is een grandioos idéc,
heeren, een geniaal idéc, heeren. ik dank
U, het zal schitterend gaan keilner.
Om zeven uur Vrijdagsmorgens zag
tot zijn niet geringe verbazing Cousiust
de chcf»cipier, terwijl hij zich uitrekte
in de gevangcnisvcstibule, den eigenaar
de „Grand Bazar" op de gevan»
genis toetreden.
De cipier deed open. Met neergcsla»
ion oogen vertelde de heer Cabirollc
dat hij zich kwam aangeven.
U mijnheer Cabirollc, riep de chef,
op het toppunt van verbazing.
Inderdaad ik! een zwakheid en
het geweten, mijn vriend, o het geweten!
De chef gaf den cipier een wenk.
Breng mijnheer naar het klceding»
magazijn, zei hij met een zucht.
Twee minuten later zag hij den heer
Quarquerade verschijnen, den bankier,
die met bevende stem zei: Ik kom me
laten opsluiten!
De chef dacht te droomen en hij
aakte heclemaal overstuur, toen hij
tegelijkertijd den architect Cabassoi zag
opdagen in gezelschap van Cazenave,
den eigenaar van het grootste café van
Saint«Clothaire en Horace Puybolet,
kapitein der artillerie!
Bij het zien van dezen laatsten kon
do chef niet nalaten te zeggen: Ook gij
kapitein I
„Chacun son tour, mijn vriend", zei
Puybolet smartelijk.
Maar zijn er dan geen eerlijke
menschcn meer op de wereld? riep de
ontstelde chef»cipier uit.
En welk een cynisme!! In plaats dat
het schaamrood hun wangen kleurde
toen zij om half tien „gelucht" werden
ontsponnen zich luidruchtige en ge.
nocglijkc gesprekken alsof de gevangc-
nisbinnenplaats een couloir van een
schouwburg was!
De gevangenen namen weer bezit
jn hun cel, tot kwart voor twaalf pre
cies, een korte, venijnige bel de komst
van den verwachten bezoeker aankon»
Egde Sigoulat, onmiddellijk gewaar»
schuwd. boog voor den binnentreden»
de den inspecteur»generaal zelf!
Welkom, meneer de inspecteur»
generaal Wat verschaft mij de eer van
dit hoogc bezoek?
- U weet meneer, dat de regeertng
de uiterste zuinigheid moet betrachten.
Uw gevunge: es bijna leeg...
- Bijna leeg? riep Sigoulas, vcront»
waardigd. uw knn beter zeggen bijna
•ol!
Wat zegt u' vroeg de Inspecteur»
generaal vernaasd Bijna vol, zegt u?
Als u de me cite wilt nemen u er
•an te overtuigen
En zoo gingen de heeren de cellen
langs, waarin de misdadigers, de stap»
pen hoorend in de gangen, trachtten
hun schuldigstc, hun misdadigste ge»
zichten te trekken.
De eigenaar van café»Cazcnave be
gon te brullen op een wijze als hij
meende dat echte moordenaars doen
wanneer hun cel wordt geopend. De in,
spectcurxgcneraal sprong verschrikt
achteruit.
Ben je ontevreden? vroeg hij op
cenigen afstand van Cazenave.
Bedoelt u het eten? vroeg de kof»
fiehuisman. O neen, dat is best. Wij
eten hier minstens zoo goed als thuis,
voegde hij er nog aan toe, meenende
Sigoulas een reuzensgenoegen te doen
met die opmerking.
Maar de inspecteur wendde zich tot
den directeur:
Zuinigheid meneer, zuinigheid
vóór alles!.
En wat heeft hij gedaan, vroeg de
inspecteur, toen zij hjj den eigenaar
vati de „Grand Bazar" waren.
Valschheid in geschriften, ant»
woordde Sigoulas prompt, terwijl de
schuldige het gelaat verborg in oe
handen.
Toen de ronde geëindigd was maak;
te de inspcetcursgeneraal Sigoulas zijn
compliment over zijn inrichting en
over de orde en de discipline.
Sigoulas boog diep en bracht den
chef tot aan de poort. Zoodra die dichr
was en gegrendeld rende hij naar de
cellen die hij alle openwierp.
Het is voor clkaai vrienden, riep
hij, dansend van plezier, onze gevan»
genis is gered!
Al de gedetineerden, ook de land»
looper en de loopjongen, losgelaten
vanwege de algcmccne amnestie, kwa»
men in de vestibule, lachend, zingend,
dansend.
De cipiers, die het nog niet heele»
maal begrepen gingen langs dien muur
staan, verbijsterd hun directeur aan»
starend.
Maar iemand kwam het feest beder»
ven De armen gekruist over de borsi
stond de inspccteur»generaal op den
drempel.
Men had in het spektakel zijn bellen
niet gehoord, alleen de cipier»wachter
aan de poort, had het vernomen
Er was een „stilte des doods" waarin
de inspecteur»gencraal zei: U denkt
toch niet meneer, dat ik heelemaèl van
het hondje gebeten ben! Laat onmïddel
lijk alle gedetineerden geboeid over*
brengen naar het centrale Huis van Bc»
waring met den eersten trein die ver*
trekt
En aldus werd de gevangenis van
Saint Clothaire tóch opgeheven.
AKDR6 MYCHO
EEN JOURNALISTENTEHUIS.
(Van onzen Londenschen
correspondent!).
Een welgesteld man, met een hart
dat bijzonder warm klopt voor journa»
listen, heeft onlangs aan The Institute
of Journalists een ruim en aantrekke*
1 ijk landhuis met mooien omliggendcn
grond gegeven met het doel het te be«
stemmen als rustoord voor oude jour»
mlisten. De weldoener heet T. R. Par*
kington en het huis dat behalve rust*
oord ook lustoord is heet Oak Hill
en ligt op een heuvel in Ipswich. De
aanvaarders van het geschenk zijn nu
een campagne begonnen om een fonds
van 600.000 bijeen te krijgen, t'cneinde
met de opbrengst van dit kapitaal het
huis te kunnen onderhouden en de be
lastingplichten nakomen, die op de be
zitters van zulk een „mansion" rusten.
De cnmnagne begon, zooals te doen ge»
bruikclijk is, met1 een lunch. Bij die ge»
legcnhcid zcidc Lord Birkenhead dat
Fleet Street (de Londensche straat en
omgeving, die met journalistiek wordt
vereenzelvigd) naar zijn idee een van
oe gevaarlijkste en angstigste beroemen
was, die een jongmenseh kon aanpak*
ken. Hij meende dat zij die door kri*
ikke lanen gingen die naar roem en
fortuin leidden, dienden te zijn toegé»
rust met de sterkste constituties, ooit
door medici geconstateerd. Men kan er
aan toevoegen, dat zelfs zij. die door
de lanen nimmer roem en fortuin be»
rriken. lichamelijk 3l even verbazing»
wekkend moeten zijn. De minister voor
Pesterijen, die ook mee at. vond dat zij
d'c hun aandeelcn in de dagbladbedrij
ven vanzelf zagen vermenigvuldigen,
wel een pakje aandeden voor het Te»
huis mochten afstaan. En Lord Ridddl.
een der grootc krantenmagnaten. stel»
de een heffing voor aan alle krant'cn»
bureaux, waaraan werkgevers zoovel
als werknemers zouden deelnemen. liet
vcreisditc bedrag zal er wel komen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL
Heeft gunsfigen invloed
OBERLAHHSTEIN
Naar bet Engelseh.
25)
Zii sprak met den nachtwaker, ging
terug naar de keuken om een g!aa
b-fndewijn voor den man te halen,
wis-dde rog "n psar woorden met hem
en ging dan weer aan haar sombere
lectuur. Ik was naar m'n kamer terug»
gegaan en sliep spoedig in.
Ik ben erg veranderd, beste Fred
Vroeger was ik prikkelbaar en nerveus
nu ben ik sterk; vroeger zou ik niet
hebben kunnen slapen zonder nacht»
licht nu hindert me de duisternis
niet meer: vroeger had ik een vasten
s]3„p nu zou me 't vallen van een
speld kunnen doen ontwaken.
W at me g:s'crcn wakker maakte was
ech'cr meer dan 't va" van 'n speld
Er wed in de k "ken gepraat ik on.
Je^schci'-'e Mrs Prcrd's stem en die
r-.n een m'n wie kon dat wezen?
Zacht stond ik oo. keek door de reet
van de deur, en herkende Richa:
Mmx.
Hij stond op den drempel van de
keukendeur; z'o gezicht kon ik niet
duidelijk zien, des te beter echter dat
van Mrs. Preedy; 't leek mij toe alsof
ze er verschrikt of angstig uitzag.
Richard Manx zei waarschijnlijk
ils antwoord op 'n opmerking van
iaar dat de pendule op den schoor
-tccnmantel niet goed ging: bij had 't
sl een kwartier geleden twaalf uur hoo;
ren slaan. Mrs. Preedy vroeg, of hij
soms gekomen was om de huur te bc»
'alen, en toen hij zei van neen. wilde
ze weten waarom hij zoo laat beneden
kwam waarop hij. met "n stem als
'n schorren raaf. ten antwoord gaf: „Ik
heb 't daar net weer gehoord!"
Nauwelijks had hij echter deze zon»
dcrlinge woorden gesproken, of Mrs
Preedy vloog naar hem toe. trok hem
de keuken in. en daarna kwam ze op
mijn kamertje af. Eer ze binnen kon
komen, lag ik weer te bed. en toen zij
bij me kwam. en zacht mijn naam riep
lag ik natuurlijk vast te slapen. Zij
overtuigde er zich van door over mijn
gezicht te strijken; mijn hart bonsde
maar ze was zelf te opgewonden om
daar on te le'ten. N'ndat ze weer weg
gegaan was bleef ik, uit voorzichtig
•ed. nog even liggen mijn gedachten
gingen vliegensvlug: R chnrd Manx had
liet weer gehoord! Wat kon Jat zijn?
Voorz'chtig stond ik op en luisterde
Richard Manx sprak over een geluid
in 't leege huis no. 119. Hij had 't al
een weck geleden gehoord, en nu voor
de tweede maal. Hij vertelde dat hij de
gewoonte had om in bed te rooken. en
vroeg Mrs. Prcedv of ze tegen brand
was verzekerd. Op dit oogenblik werd
hjj onderbroken door 't onweer, dat
hem en Mrs. Preedy erg scheen te ver»
schrikken. Ik ben niet in staat alles
te herhalen \#at ze gezegd hebben,
doch den inhoud er van kan ik nauw*
keurig weergeven.
Acht dagen geleden, precies op het»
zelfde uur. was Richard Manx, volgens
zijn zeggen, door een gescharrel en
stappen, in 't huis waar de moord bc*
gaan was uit z'n gepeins opgeschrikt,
had daar hij beweert erg schrikach»
tig te zijn zijn dakkamer verlaten,
om Mrs. Preedy op te zoeken, had
haar in de gang ontmoet en h.inr me*
degedccld. wat hij zooeven had ge*
boord. Zij echter had getracht hem te
doen verstaan, dat 't slechts een zins»
bedrog was geweest.
,.Hoc kunt u in 't volgend huis iets
"ehoord hebben?" vroeg ze hem; „er
:s fmmers geen mensch in".
Hij scheen 't te begrijpen, en hij ha-1
beloofd om er met niemand over te
snreken. als 't niet terug kwam. Nu
was 't echter teruggekomen in der
"acht waarover ik hier schrijf, en in z'hp
angst (of die echt of voorgewend is.
weet ik niet), had hij rs. Preedy op»
gezocht en» haar z'n t -slcryarcn mee
te dcelcn.
Hij meende dat 't geluid misschien
niet van een mensch kwam. doch van
een geest wat natuurlijk nog erger
/.ou zijn. Een mensch kan men pakken,
vasthouden wat moet men echter
met 'n spook beginnen? Alleen reeds
bij c'e gedachte er aan rijzen je haren
te berge.
Bij mij was dit overigens niet 't ge*
val, trouwens 't heele verhaal van Ri*
chard Manx maakte geen indruk op me.
Tenminste niet dien van ontzetting. Ik
gloeide aiuof ik koorts had doch al»
leen vat. verwachting, hoop en smarte*
lijk onged' ld.
Zou "t niet kunnen dat Richard
Manx uit een of ander egoïstisch mo.
tief, de geschiedenis van geluiden uit
't huis d: urn tast zoch: ie verspreiden?
Deze gedachte sproot niet uit overleg
mijnerzijds voort, zij ging als 't ware
bliksemsnel door mij heen, toen ik de
verandering zag d:e met hem plaats
greep.
Terwijl zij tegenover elkaar aan de
keukentafel zaten, zag de man er bijna
s huchtcr en nederig uit: maar toen
Mrs. Preedy naar'de kast g ig om sui
kcr te ri.'pen, kreeg z'n gezicht cc
geheel andere uitdrukking. Wat bc-tec
kende ze? List, wreedheid. ge-oei van
zegepraal, valschheid dit alles l.ts
men er uit, maar slcch's een cOLtcn-i'
want toen Mrs. Preedy terugkwam,
was hij weer schuchter en ootmoedig.
Deze plotselinge verandering ver*
raadde me dat deze jonge man de een
of andere rol speelde. Wat had hij daar
mee voor?
Mrs. Preedy had ook voor hem een
groc gereed gemaakt, hij had, nadat
't aangenomen was. nog om wat suiker
gevraagd, en toen ze die haalde, had
hij z'n masker een oogenblik laten zak»
ken.
•Als de zaak bekend wordt, ben ?k
te gronde gericht", zei ze, toen ze aar
de tafel terugkwam,
„Ja, zeker", antwoordde hij, „ik bi
grijpen wat wil zeggen, te gronde ge*
richt. Een huis met 'n schaduw er in,
een spook zal bang makenDit
huis heeft een spook", ging hij voort.
Mrs. Preedy huiverde maar hoort
u eens naar mij: Ik zal daarvan geen
woord zeggen, daarbij legde hij z'n
hand op z'n hart en keek haar aan. Op
m'n eer niet. U moet echter gcloovcn..
wat ik heb gehoord is geen verbeelding
is waarheid".
Hij vcr'c'.de nog veel meer om z'n
bewering te bckrach'igen; Mrs. Preeri*
was geheel in de put.
Richard Manx spreekt 't Engclsch ge
broken en slecht uit: ik kan er echte-
n'et u t opmaken ol hij 'n Franschmar
een Duitscher. een Italiaan of een
bedrieger is: ik wantrouw z.'n slecht En»
gclscb evenzeer als hemzelf.
In elk geval moest ik trachten te we»
ten te komen, of 't geluid in 119 nog
door iemand anders was vernomen; ik
wilde er Mrs. Bailey eens over spre
ken. Als er iets daar naast gebeurde,
moest zij 't ook merken.
Toen ik gisteren ochtend in haar ka
mer opruimde, bracht ik de zaak te
berde.
,,'t Zal me benieuwen of 119 weer
verhuurd zal worden", begon ik.
„Ik zou er niet in willen wonen, al
kreeg ik 't voor niets", antwoordde de
oude dame.
..'t Zou misschien niet erg behaaglijk
zijn", zei ik weer, „ik zou bang zijn
voor spoken".
..Geloof je aan spoken. Becky?"
,.Ik heb er nog nooit een gezien",
was m n antwoord: „maar ik zou toch
niet willen beweren dat ze niet be»
staan, 't Troost me tenminste, dat ze
alleen diegenen kwaad doen, over wie
ze zich hebben te beklagen, wij
tweeën gaan dus vrij uit".
..Zeker Becky ik geloof trouwens
niet. dat ze door een steencn muur
zouden heendringen, om *r. arme. oude
vrouw schrik aan te in gen".
..Neen", antwoordde ik. ..en da? «ro»
ken spreken of leven maken. k
norit s-h"ord of gelezenU zeker
ook niet?"
„Dat kan ik me tenminste niet her*
inncren", zei de oude dame.
(Wordt vervolgd),