ALLEN FLITSEN HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN BINNENLAND. FEUILLETON TE SLIM BEDACHT. .VRIJDAG 14 JAN. 1927 DERDE BLAD Ho. 3628 DE TROEBELEN IN CHINA. De pogingen, die op het oogenblik dn China worden gedaan om dc Hngci» schcn, die cr meer dan andere voike- xen te zeggen bobben te verdrijven, zijn natuurliik voor Nederland ook van het grootste belang- Dc vraag of men daar succes zal hebben met de verdrij- ving van de Europccschc hcerschers zal haar echo vinden in Ncerlandsch Indie al zijn de opstandjes in onze bczittin- gen oP dit oogenblik blijkbaar gedempt Achter de troebelen schuilen immers dc communisten. Zij zullen des te meer in vloed op de bevolking van Indie kun nen uitoefenen naarmate zij meer sue. ces hebben in China. Hier in het Oosten £cn wij den Sov» jet in zi/h ^are gedaante. In Europa hangj hij den lammcrenhuid nog om en tracht op goeden voet te komen met de Europccschc volkeren, die hij noodig heeft. Verwonderlijk is het. dat somm: ge regeeringen er nog zijn ingeloopen en on beloften en toezeggingen ver. tTOUwd hebben. Zij zijn bedrogen uit» gekomen daar zij vergeten hebben dat Rusland al ligt het gedeeltelijk in Europa, feitelijk niet tot Europa, maar tot Azië behoort, daar het dopr Mon golen of afstammelingen van Mongolen bewoond wordt cn de karaktertrek- ken van deze stammen, wreedheid, huichelarij cn onbetrouwbaarheid. in hoogc mate.bezit. Dc regeering der Tsaren was c«n regime van ondei* drukking, maar die van den Soviet ex nog huichelachtig bij; terwijl zijn vertegenwoordigers aan dc Europee, ache hoven in rok verschijnen om toch maar vooral bewijzen van aanpassing te geven, stoken zijn propagandisten on> der dc volkeren in het Oosten om aan dezelfde Europccschc hccrschcrs den voet te lichten. Voor ons is het dc vraag, of zij daar. mee :n China succes rullen hebben. Op. pervlakkig bezien trekken de Engel- echen terug. Dat zij zich verslagen gevoelen cn aan verlaten van Chinji denken, volgt daar evenwel volstrekt niet uit; -lier is stellig afdeinzen om aanstonds weer voorwaarts te trekken. Het koord vie ren. om het straks onder gunstige om standigheden weer aan tc halen. Enge» land. da: in alle wcrclddcclcn groote belangen heeft, kan wel uit eigen bewe ging of bij minnelijk overleg concessies doen. maar niet zich buigen onder den dwang van den aanval. Moest Engeland zijn positie in China opgeven, dan zou de weerstoot daarvan zich doen ge voelen in Brittch»Indié, u. Egypt* overal waar het land gezag uitoefent of invloed heeft; zelfs zou in landen, waar het die niet bezit, dc positie van den Engelschmap in bctcckcnis afnemen Dat risico aanvaardt dc Engelschc re geering nooit, zij kan het nifit op zich nemen. Toen Engeland deelnam aan den grootcn oorlog, was het spel voor Duitschland verloren, omdat Engeland voor zijn positie in -ie wereld winnen moest. Iets dergelijks is nu weer dc inzet cn wij kunnen er op rekenen: hoe toegevend het ook zijn zal. wijken doet het niet. Wanneer dc SovjcJ, die in het buitenland afleiding zoekt voor zijp eigen moeilijkheden In het binnen, land. daarop rekent, zal het bedrogen uitkomen. Ilc- Nederlandsche gezag in Indie wordt als door een vooruitgescho ven post. gesteund door dc Engel schc belangen in Chfpa. Al zenden dc Russen cr duizenden propagandisten heen. de Chineezen zelf zullen dc Engclschen moeten ver drijven. indien het ooit zoover zou (ko men. Maar daartoe komt het niet. Dc eigenschappen van de Augelsakscrs zul. len. dat. tegelijk met die van dc Chi neezen beletten. Bij ons in Europa is van de Chineezen langzamerhand., on der den invloed ook van romanschrij- vers. een beeld gevormd van den Chi nees. dat tc oordcclen naar wat lieden d»c onder hen geleefd hebbco, berichten, geheel en al onjuist is. Hij is niet de zwijgende, nooit vergetende, met ijzer- sterken wil ziin doel najagende, vaac- romantische figuren, integendeel toont hij zich opportunistisch bijvoorbeeld door zich aan tc sluiten bii het leger, dat de overhand hegft cn dus kans geeft op buit. In dc burgeroorlogen van den laatsten tüd is het duidelijk geble ken: de Chinecschc militair is om beur ten roover cn soldaat cn oms bei» den tegelijk. Dit klinkt heel wat anders dan de mare van den aan zijn levens» doel vastgeklonkenc. die liever sterven dan opgeven wil. En wanneer het zoo staat met bet karakter van den een voudige hoe is het dan gesteld met dien anderen kring die voedsel geven an een revolutie tegen den vreemdeling er. die ten slotte bevestigen moet, namelijk den kring der geieerden? Zij worden ons bij traditie altijd voorgesteld als diepe bronnen van wijsheid, studenten vol bezadigdheid. met een weten schappelijk voorgeslacht, dat zich ver liest in den nacht der tijden. Het feit dat vele Chineezen wetenschap komen opdoep aan Europeesche hoogescholen schijnt dit te bevestigen, maar een ar tikel in het Fransche tijdschrift 1 a l'resae Médicafe van November 1925 geeft ons een heel anderen indruk. Dit is van des te meer belang, om dat het geschreven is lang vóórdat de Ergclschen in China de tegenwoord.ge moeilijkheden kregen en omdat het niet afkomstig is van een Engelschman, dus met van tendentieusc strekking kan worden verdacht. De schrijver, dr. Le- gendre. is ook geen handelsman, heeft dus geen belang bij zaken doen en winst, maar een Fransche dokter, door zijn be roep genoodzaakt tot het stellen van een voorzichtige diagnose. De bewerking, die van dit artikel gegeven .8 in de „Wetenschappelijke Bladen" van Juli, begint al dadelijk met dezen veelbetec* kenenden volzin: „Voor mijn komst in China las ik telken male. als ik een klassiek boek over dat land nasloeg, dat het Chineesdhe ras intelligent en welgeequilibreerd is en "dat het z.ch kenmerkt door een grooten. aangeboren vlijt". Maar zijn ervaring stemde weinig met d:e beweringen overeen. In Hong kong en Shanghai werkt de Chineescbe arbeider inderdaad hard., maar aan ie kuststreek is „de concurrentie verschrik kedijk: voor een koelie, die het opgeven moet. treden honderd anderen m de plaats. ..De ellende is zóó groot, dat hij e'kcn arbeid aannemen moet in welken vorm die zioh aanbiedt ook al is die boven zijn krachten". Maar in 't groote binnenland is de toestand heel anders. „Aan één stuk werken kan bij niet. op allerlei wijzen zoekt hij zijn werk telkens af te breken, hij heeft voortdurend behoefte, zijn spieren eens te laten rusters in een woord: het ont breekt hem aan doorzettingsvermogen" Dr. Lcgcndre noemt hem dan ook lui cn die eigenschap blijkt vooral uit de qualiteit van zijn werk. Wat hij aflevert is dikwijls grof. zelden geacheveerd. ...Men moet maar eens zien hoe een plank geschaafd wordt hoe een stuk smeedwerk afgewerkt wordt, hoe een spijker ingeslagen, ©en schroef inge schroefd wordt. Een spinner is niet in tuat, een gelijkmatigcn draad te levcre». een wevor kan geen cgalcn inslag maken, een verver is niet in staat, twee kleur* stofhaden van gcl.jke concentrate tc maken. Dc Chinees heeft een groote. aangeboren handigheid. bij zou veel beter werk kunnen leveren, ma.ir zijn achteloosheid cn ongplettendheid zijn onverbeterlijk". Deze uitspraak is duidelijk en behoeft ons Nederlanders niet eens tc verwon» deren: hebben wij nooit van soortgelijk gebrek aan preciesheid cn tekort in vol» uarding bij inlanders in ons Indie ge» boord? Maar hoe staat het met den Chincc- schcn student den aanstaanden regeer der Is hij werkelijk vlijtig, zegt Dr. Legen, dre. dan valt bij hem de ongelijkheid :n zijn ijver op. „Dikwijls toont hij den besten wil cn werkt eenige dagen ot weken uitstekend, maar dan verdwijnt tty plotscliDg van dc leerschool. Hij is naar zijn dorp teruggegaan, om daar achttien uur per dag te babbelen, thee tc drinken cn pijpen te rooken. Na een w-.ck keert hij dan meestal terug, maar hij was nu eenmaal niet in staat aan du n aandrang weerstand te bieden, aan die behoefte eens een langen tijd rust tc nemen Zoo is dc ervaring van den schrij. ver. toen hij onderricht gaf aan de kei zerlijke geneeskundige school te Tchcn» tou. die hij zelf had opgericht. Maar tot die onaangenaamheid heeft zijn on» dervinding zich niet bepaald, intcgen» deel. Hij noemt den Chinccschen stu dent zeer zelfvoldaan Nooit erkent hij. dat hij dom of lui is: zijn leermeester noemt hem maar zoo, om eigen onwe tendheid tc verbergen! Vooral in voor» bereidende studie heeft hij een tegen» zin. hij is tuchteloos, heeft minachting voor regel en methode, en wfl sïudee» ren en zich ontspannen naar eigen luim. Bovenal moet alles gauw gaan. De leerlingen van Dr. Legendre wensch» ten direct in de chirurgie onderwezen te worden en niet eerst in de anatomie, ofschoon het duidelijk is, dat het eerstc zonder bet tweede nooit degelijk zijn kan. „Al de oppervlakkigheid en on» gestadigheid van het ras uiten zich dui delijk bij den student. Aldus is de conclusie van den Fran» schen schrijver. Wel heeft de regeering in de laatste jaren gepoogd, eenige orde in het on» derwijs tc brengen, maar er is geen gc» zag en geéh kennis van zaken. De stu» denten brengen het beste van hun tijd door roet politieke twistgesprekken of betoogingen tegen de hebzucht der vreemdelingen en hun snoode plannen De geestelijke ontwikkeling van den Chinees, zeer bij de onze ten achter, belet hem de verbetcringsmiddelen te overzien, waarvan hij dc beteekenis noch de uitwerking begrijpt „Onder deze omstandigheden kunnen dc stu» dent en de nicuw-model mandarijn al. leen verwarring en anarchie verwekken en dit zien wij alom in China geschie» den". Hoe zou het nu mogelijk wezen, dat een dergelijk volk het winnen kon van een rustig, bedaard, altijd doorzettend ras als dat van dc Angclsakr-ers! Wat ons Europeanen altijd benauwt is dc getweldige massa van de Chineezen. maar al deze milliocncn zijn op den duur, wanneer ze lui zijn, onverstandig en zonder volharding niet opgewassen tegen een handvol Engclschen; ook niet, wanneer Rusland zijn felste propagan» disten achter die massa aanjaagt. Bij den minsten tegenspoed gaat die me nigte, die samenhangt als duinzand, uit elkaar, zooals wij bij de oproertjes in Java nu al hebben gezien. Alle tijden brengen hun eischen mee en op den duur zal de verhouding tus» schen overhecrschers cn ovcrhecrsch» ten ook wel veranderen, maar alleen naarmate dc laatsten daartoe in staat zullen zijn. Bij grootcr ontwikkeling dus, dan zij thans bezitten. Daarom is een ^nederlaag, een verjaging van de En* gelschen uit China onmogelijk. Het kind kan nog niet alleen loopen. Daar» om zullen ook de Russische communis» ten hier falen, gelukkig voor China, dat in veel slechter toestand zou ra ken onder den invloed van den Sovjet, dan het nu is, met een eigen zij het ook zwak bestuur, waaraan Engeland in roe» nig opzicht eenige stevigheid geeft. J. C. P. EEN EXTRA-TREIN. VOOR EEN WISSELSTUK. Donderdag vloog op de spoorbaan nabij het station M. I'. te Amsterdam een stuk wissel uit dc rails. Het geval veroorzaakte natuurlijk weer ongerief voor het verkeer. Dit moest nu over één spoor geleid worden. Men toog er dadelijk op uit om maatregelen te tic* men, ten einde het defecte gedeelte van dc lijn spoedig te kunnen herstel len. Maar vlug kon dit toch niet ge» schicdcn zegt de Tel., want, wat men noodig had, was niet Ln de hoofdstad aanwezig. Het moest uitUtrecht komen. Met een extra»trein is het wis» sclstuk van daar naar Amsterdam ver voerd, maar het herstel heeft niettegen staande het snelle vervoer toch blijk» baar veel langer op zich laten wachten als noodig ware geweest. Immers ieder een zal zich afvragen, waarom Amster dam niet voor dergelijke gevallen over het noodigc materiaal beschikken kan! EEN VALLENDE STEEN. JONGEMAN GEWOND. Te Vcnlo is door onopgehelderde oorzaak een radiaalstecn van een in aanbouw zijnden schoorst'ccn voor een warenhuis naar beneden gevallen. De schoorsteen had reeds een hoogte van 19 Meter. De opperman P. W. krce<> den steen van 3'A K.G. op het hoofd. Bewusteloos werd de jongeman naar het R.K. gasthuis St. Joseph vervoerd, waar schedclfractuur werd geconstateerd. Zijn toestand is ernstig. EEN NOODLANDING. DIKKE MIST OORZAAK. Op het Frachelen bij den Hout on der Oosterhout deed een Fngelsch mi litair vliegtuig Woensdag een noodlan ding op een knollcnvcld. Het was een groote tweedekker, waarin twee offi- eieren en twee manschappen gezeten waren. Naar Het heet was het vliegtuig verdwaald geraakt door den mist. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No 795 DE MAN IN DEN SPEELGOEDWINKEL Vader loopt een speel goedwinkel binnen om een cadeautje te koopen voor zijn jongste- pauseert om een trisch treintje in king te zien elee* ruki! zichzelf niet zon der moeite weg, want het wordt laat blijft tien minuten kij ken naar een miniatuur nijschkraan. die een mi niatuurschip lost loopt langs de toonbank met gezelschapsspelen en onderzoekt cr ver scheidene gaat naar andere toon» bank en bestudeert een mechanische hond die gromt en zijn kaken be weegt r amuseert zich kostelijk met het spelen met be- wegende poppetjes beseft, dat hij beter doet later nog maar eens te rug te komen, als hij i meer tijd heeft (Nadruk verboden.) HET TRACTAAT. BEANTWOORDING VRAGEN. VAN Het Belgische Kamerlid Vos had aan den Belgischen minister van Buiten» landsche Zakcu zeer duidelijke vragen gesteld. Het kwam hierop neer dat hij vroeg, wat de Belgische opvatting was van den invloed, (lie aanvaarding van het tiactant op de zoogenaamde Schelde- reserve zou hebben. Meer in het bijzon der hoe het stond met het toelaten van oorlogsschepen. De heer Vandcrvelde licJi dit Kamerlid met een kluitje in het riet gestuurd door hem te verwij» zen naar des ministers antwoord op yra* gen van een ander Kamerlid, den heer Lamborelle. Zonderling genoeg werden diens vragen later gedaan en de N. R. Crt. zegt dat dc veronderstelling voor de hand ligt, dat de minister een dudde* lijk antwoord op de duidelijke vragen heeft willen vermijden en daarom in overleg met den liberalen senator Lam» borclle zelf andere vragen heeft opge steld. We laten hier vTagen en antwoorden volgen. Nog willen we er aan toevoegen dat onze Haagsche correspondent Don derdagmiddag seinde, dat het antwoord op dc vragen van den heer Vos waar* schijnlijk van dien aard zou zijn, dat het als onbevredigend voor ons land mocht worden beschouwd. Dc aanvaarding van het verdrag zou dan wel niet zoo heel veel kans van slagen meer hebben. Als het inderdaad zoo is. als de N. R. Crt. vermoedt, dat zullen zeker velen meer sceptisch tegenover de zaak komen tc st'an. We laten hier vragen en antwoord volgen: Vregen van senator Lamborelle Zou de minister van buitcnlandsche zaken mij willen mededeelen: le. Wat is volgens het Volkenrecht de huidige situatie op de Schelde voor wat betreft dc doorvaart van oorlogs» schepen in vredestijd cn in tijd van oor* log? 2c Op welke punten is dit statuut mis schien gewijzigd door het Nederlandsch» Belgisch verdrag? 3e. Bestaan er geen gegevens, die ons in staat stcl'cn na te gaan, welke prac» tische beteekenis die quaestic van de doorvaart der oorlogsschepen langs de Schelde voor 's lands verdediging zou kunnen hebben? 4e. Bestaan cr met name geen desbe» treffende studies van de marinestaven onzer geallieerden uit den oorlog en mogenvdc conclusies cr van worden me degedeeld? Het antwoord. le. Dc rechten van Nederland op het Ncdcrlandschc gedeelte van dc Schelde zijn die van alle souvercinc staten, in zoover /ij niet beperkt worden door in ternationale overeenkomsten. In dc commissie voor de herziening van de verdragen van 1839, dc zooge naamde commissie van XIV. die in 1919 en 1920 zetelde, heeft de Belgische dele gatie de stelling verdédigd, dat een der- gelijke beperking bestond; zij steunde daarbij op een Feitelijkcn toestand, be treffende de doorvaart der Belgische oorlogsschepen langs de Nederlandsche Schelde, die jaren lang bestaan heeft. Die stelling werd echter door de ge delegeerden der andere mogendheden in dc commissie van XIV (Amerika, Enge land, Frankrijk, Italië en Japan) ver worpen, als zijnde niet in overeenstem» filing met de beslissing van den Opper sten Raad (4 Juni 1919) waardoor icde* re oplossing werd uitgesloten, die een overdracht van souvereiniteit of het scheppen van een internationaal servi tuut insloot. Onder zulke voorwaarden blijkt het dus ontbetwistbaar, dat Nederland, daar zijn souvereiniteit niet beperkt is door «enig internationaal accoord. het recht hecit het Nederlandsche gedeelte van dc Schelde voor alle oorlogsschepen wel ke ook hunne nationaliteit zij, gesloten te houden (behoudens natuurlijk de ver plichtingen die voor dit land voort vloeien uit het handvest van den Vol kenbond, in 't bijzonder art. 16 para» graaf 3). Voor het geval Nederland in tijd van oorlog onzijdig wenscht te blijven en België wat een zeer onwaarschijnlij ke hypothese is belligerent zou zijn huiten de voorwaarden, voorzien in het handvest van den Volkenbond, zijn de verplichtingen van de Nederlandsche re geering inzake de gelijke behandeling yan alle belhgerenten vastgelegd in het volkenrecht en bijzonderlijk in art. 9 der beide conventies van den Haag over de rechten cn plichten van neutralen in ge val van oorlog te lande en van maritie- men oorlog. 2e. Het Nederlandsch-Belgische ver drag brengt geen enkele wijziging in den teger.woordigen toestand op de Schelde, l.i den brief gericht op 27 October 1926 aar den Nederlandschen gezant tc Brus sel, wordt in overeenstemming met de Nederlandsche regeering, verklaard, dat ,dc reserve betreffende de Belgische oorlogsschepen op dc Schelde in de toe» 1 chtcndc memorie bij het verdrag van 3 April 1925 is opgenomen, ten einde uit drukkelijk vast te stellen dat de door» vaart der Belgische oorlogsschepen een nateric is, welke buiten het verdrag is gebleven; dat dit laatste het politieke en militaire statuut van de Schelde niet heeft gewijzigd en de souvereiniteit van be'de staten ieder over zijn decL van dc rivier niet aantast 3e en 4e. België heeft geen oorlogs vloot meer en het vraagstuk van de vaart van vreemde oorlogsschepen door Nederlandsche wateren heeft alle prac- tische beteekenis verloren in verband net verplichtingen, welke aan Neder» hnd. als lid van den Volkenbond, door dc bcpahngen van het Handvest, in 't bijzonder door art. 16 paragraaf 3 zijn opgelegd. Aan den anderen kant hebben de ge delegeerden van de Geallieerde en Geas» ocieerde mogendheden in de commissie «-an XIV ter rechtvaardiging van hunne ouding tcjenover de Belgische delega te de volgende verklaring afgelegd. „Van uitsluitend militair en maritiem standpunt uit beoordeeld zou het ver zoek van België (betreffende de door vaart van oorlogsschepen), wanneer er gunstig over beschikt ware geweest, te- genos-er eenige problematische voordee en, talrijke en ernstige nadeelen hebben opgeleverd, welke de militaire deskundi gen in hun rapport aan de commissie van XIV naar voren gebracht hebben". Het is nutteloos daaraan toe tc voe gen, dat de meening van den Belgischen gen cr alen stal op dit punt niet afwij kend ts. Tot zoover het antwoord, dat in Bel gië niet vee! belangstelling heeft ge wekt. Over het algemeen is men het er daar in politieke kringen over eens dat het niet dubbelzinnig js en dat het aan» toont, d^; de toestand op de Schelde onveranderd zal blijven. Toch wordt h^t vrij zonderling gevonden, dat er geen antwoord is ge2.even op de._Yiagen van het Kamerlid Vos. De heer Vos heeft dan zelf ook het volgende verklaard: Het antwoord, dooT minister Vander- velde gegeven op de vraag van senator Lamborelle, is niet het antwoord, dat door mijn vraag werd gevergd. Dc BrussclscJiq bladen geven geen commentaar. DE GRIEP. Te Enkhuizen Wegens het ernstig heerschen van d© griep is de R.«K. Jongensschool tijde lijk gesloten. Te Zevenaar hëerscht de jN ip in een groot aantal gezinnen. De meeste lijders zijn na een paar dagen echter hersteld en over het algemeen is de ziekte ongevaarlijk. Te Zuid»Scharwoude is in verband met de vele ziektegeval len de openbare school gesloten. Onge veer de helft der kinderen was door de griep aangetast. De ziekte draagt geen ernstig karakter. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel. die op de hoogte willen blijven van de meest vooraanstaande automobielproducten moeten onze annonce van heden in dit blad lezen.. Naar hei Engelse h. 46) „Daar hij een roman schreef mocsi hij cr noodzakeijlk een booswicht in op laten treden, cn deze booswicht moest in de zwartste kleuren geschilderd worden. 't Ging cr toch om, de tal rijke schurken, Jie in onze stuiversbla den prijken, cn zoo'n diepen indruk ma ken op dc :C'jgd der armere klassen te overtreffen. Dc booswichten echter, die in deze bladen optreden, zijn fan. tasiebcelden en leven slechts in dc ge- dachtenwcrcld van twecdc*rangs schrij vers. Al worden hun nog zooveel schanddaden en eerloosheden aange wreven. niemand wordt cr door ge kwetst of geschaad. De schurk echte» die uw verslaggever n zijn „Roman uit 't werkelijke even" beschreven heeft was een mcnsch van vlecsch en bloed die ccn gcccrdcn naam droeg, en ten minste een trouwen -n betrouwbaren vriend bezat, dc man die nu deze re gelen schrijft. Om dc eer cn goeden naam aan ccn doodc te ontnemen, is echter een der onvergeeflijkste onge» rcchtigheden. cn aan z-lk een feit heeft uw verslaggever zich scivldig gemaakt. Ik heb in Oxford met Frederick Hold fast gestudeerd, en deelgenomen aai, zijn genoegens zoowel al6 aan z'n werk» Wc waren goede kameraden, hadden geen geheimen voor elkander, en onze vertrouwelijkheid heeft 't mij niet al» Len mogelijk gemaakt om Frederick's karakter te beoordeelen; ik kreeg ook achting en genegenheid voor hem. Daarom verklaar ik dus beslist, dat mijn overleden vriend geen enkele be* schuldiging verdient, die uw verslag gever zoowel als Mrs. Holdfast, aan gaande z'n gedrag in Oxford, op hero 'laadden, en dat ik hem volstrekt niet in staat acht tot de gemeenheid, die hij in zijn's vader's huis begaan zou hebben. De laatste beschuldiging kan ik slechts terugzwijgen op grond van mijn eigen waarneming van z'n karakter, van dc eersten weet ik benaald dat ze ge* logen zijn mijn overtuiging van z'n onschuld is echter in t eene qevid even vast als in 't andere. 't Is schandelijke laster met betrek» king tot hem, om te spreken van een .losbandig" leven, ..dat in den omgang met slechte vrouwen zijn toppunt bc« reikte". Hij achtte dc vrouw hoog; zijn geloof aan haar reinheid had" iets van 'n Don Quichotte, en zelfs waar hij veroordeelcn moest, werd de hardheid van zijn oordeel verzacht door een ede lmccdoogen. 't Cynisme van onzen tijd kende hij niet. Ik wil niet beweren dat hij zonder fouten was. maar ook zijn vergissingen en dwalingen verrie» den nooit het minste spoor van die los» zinnige neigingen, die uw verslaggever hem zoo vrijgevig toedicht. ..Ik zei u reeds, dat ik niet de eer heb met Mrs. Holdfast bekend te zijn. Ook hfeb ik haar vermoorden echtge noot, den vader van mijn overleden vriend, niet persoonlijk gekend; Frede rick heeft echter vaak over hem ge sproken, en wel steeds met de grootste achting cn liefde. Buitendien heb ik ook brieven gelezen, die Mr. Holdfast van Londen uit aan zijn zoon in Oxford heeft geschreven, cn daaruit herinner ik me niet cén regel, geen enkel woord, dat gezinspeeld zou hebben op een ont stemming tusschcn vader cn zoon. Deze feiten zijn voldoende om, dc waarheid van mijn bewering dat uw verslaggever mijn overleden vriend heeft belasterd te bewijzen. Uw verslag gever kan zich misschien verontschul digen. met dc medcdcelingen die hij van Mrs. Holdfast ontving. Daarover heb ik niet tc beslissen; mijn taak is alleen, de ccr van mijn vriend te ver dedigen, die niet meer voor zichzelf kan opkomen. Ik verzoek u echter, mijn brief, onverkort, in uw kolommen op tc nemen, en verzoek ook aan alle an» dere bladen, die uw „roman uit 't wer» kelijkc leven" hebben nagedrukt, nu ook mijn schrijven op te nemen, om der nagedachtenis van een afgestorvene gerechtigheid te laten wedervaren. Ik sluit hierin mijn kaartje voor u persoonlijk, wensch echter niet mijn naam geopenbaard te zien. Mocht 't ech ter noodzakelijk blijken, dat ik, t in deze regelen betuigde, persoonlijk zou moeten bevestigen, dan zou ik er niets in zien om mijn naam te noemen. Hoogachtend, Een vertegenwoordiger van de gerechtigheid". De „Volle Maan" had hier bijgevoegd de volgende verklaring van de redactie: „Volgens den wensch van den brief schrijver. hebben wc zijn mededeelin» gen onverkort gedrukt. Zijn naam. dien wc. op zijn. verzoek, verzwijgen, heeft zulk een goeden klank, dat wc niet kunnen twijfelen aan de zuiverheid van z'n bedoeling en de vastheid van z'n overtuiging. Als uitgever van 'n zeer verspreid dagblad, voelen we ons daar» enboven verplicht, elke gebeurtenis, die dc openbare opinie gaande houdt, van verschillende kanten tc belichten, cn zoodoende onzen lezers dc mogelijkheid tc verschaffen om zelf een oordeel te vellen. Ook in de zaak tusschen „den vertegenwoordiger der gerechtigheid", Mrs Holdfast, en onzen verslaggever willen we onze persoonlijke zienswijze niet laten gelden, vergenoegen ons veeleer er mede om te verwijzen naai een ding. dat de „vertegenwoordiger der gerechtigheidover 't hoofd heeft gezien. Door Mr. Holdfast's testament wordt zijn zoon Frederick geheel onterfd en "t heele fortuin nagelaten aan de on gelukkige weduwe. Dit is genoeg, om 't ongeloof aan 't bestaan van een ont stemming tusschen vader en zoon te beantwoorden. „Achting en liefde" zul» len zijn vader er niet toe gebracht heb* ben, zijn eenigen zoon te onterven. De uitgever van de. „Volle Maan". Becky had den brief met schitteren» dc oogen gelezen. ..Heb dank. edele onbekende", zei ze in zichzelf: je bent waard om de vriend van mijn Frederick te zijn. Ik feoop dat de dag nog eens zal komen, waarop 't me vergund zal wezen, je mijn erkente lijkheid uit te spreken voor deze war* me verdediging". Op dit oogenblik verscheen Fanny, in een nachtjaoon van Becky, op den drempel van 't kamertje. ..Goeden nacht, lieve Becky!" zei ze. „Goeden nacht, kindlief", antwoord de deze, en kuste 't kleine meisje, dat er met gladgcborsteld haar en schoon gewasschen, niet meer uitzag als een straatkind. „Ik zou kunnen denken, dat ik iemand anders was, Beckyzei 't kind met trillende lippen; ..ik ben zoo gelukkig!" „Dat is goed, kindje", antwoordde Becky, ga nu echter vlug naar bed; daar hoor ik Mrs. Preedy aan de voordeur". Fanny vloog naar 't kaftertje, klom in 't ledikant, en sliep in met 't stille gebed, dat de hemel de lieve Becky zou mogen zegenen -en haar liefste wen* schen vervullen. Becky was op haar onderhoud met Mrs. Preedy voorbereid, en wist pre cies wat ze tegen haar zou zeggen. Zij had de courant weggestopt en toen de meesteres van 't huis de keuken binnen kwam. vond ze haar meisje bezig met naaien. „Ben je nog op. Beckv!" riep Mrs. Preedy uit. „Je moest al lang in je fed liggen". ..Ik wilde niet naar bed gaan. eer u weer thuis was", antwoordde Becky; „ik heb iets met u te besnreken". ..Goeie hemel!" riep Mrs. Preedy, die sedert eenigen tijd erg gauw schrik» te, uit; „wat is cr dan. toch niets in huis gebeurd? .Mrs. Bai!ev soms „Er is niets gebeurd: ik wou iets met u bespreken wat mij zelf aangaat....'1 (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9