HAMIEM'S DAGBLAD
DE GROOTEN DER HISTORIE.
Kaarlemmer Halletjes.
ZATERDAG 30 APRIL 1927 TWEEDE BLAD
George Washington, 17321799.
Opperbevelhebber van het Amerikaansche leger 1775—I7S3
President der Vereenlgde Staten 1789—1797
zijn levenswerk was volbracht; de Ver*
eenigde Staten waren er, krachtig en
onafhankelijk in hun sterke, jonge Unie
Washington had huD overhccrschers
verdreven cn hun republikeinschen
bond gelegd. Hij had een rijk, en vrucht
baar leven geleid, zooals slechts zeer
enkelen in den loop van al die eeuwen
der wereldhistorie beschoren is.
Zijn overgrootvader John Washing»
ton, behoorde tot een aanzienlijke
Noord-Engelscbe familie en week in
1657 uit naar Amerika, waar hij zich in
Virginia vestigde. Men weet wenig van
hem. Aangezien hij tijdens Cromwell's
bewind den aftocht blies wordt veron»
dersteld dat hij een royalist was.
Zijn kleinzoon Augustinus Washing»
ton, een planter, had uit zijn eerste
huwelijk twee zoons, en hertrouwde,
na zijn eerste vrouw door den dood te
hebben verloren, op vrij gevorderden
leeftijd nog met Miss Mary Ball. Uit
dezen tweeden echt sproten zeven kin
deren, van wie George, op 22 Februari
1732 te Bridges Kreek, graafschap West;
morcland, staat Virginia, geboren, het
oudste was.
Zijn vader ontviel hem al toen hij
pas tien jaar oud was, en dit feit was
niet erg bevorderlijk voor zijn school»
opvoeding. De Amerikaansche „opper»
rechter" John Marshall zei in zijn bio»
grafie van Washington: „Hij ontving
een zoogenaamde Engelsche opvoeding,
eene benaming, die de uitsluiting van
het aanlccren van andere talen dan onze
eigene in zich bevat."
Zeker is het dat men hem niet veel
leerde op de school te Williamburg
waarop hij van zijn 10e tot zijn 15c jaar
ging. Wel schijnt hij zich op ccnige wis»
kundige zelfstudie te hebben toegelegd,
die hem vrij ver in dit vak bracht, maar
overigens besteedde hij (als een echte
planterszoon) heel veel tijd aan jagen
cn visschen. De familie verkeerde na den
dood des vaders evenwel niet in groot
ten welstand, en spoedig bleek dat de
jonge George kon aanpakken als hel
moest. Hij had grooten lust om zeeman
te worden, maar zijn moeder, hevig
verschrikt door dit denkbeeld, wist dat
te voorkomen. Toen werd hij en het
contrast is niet onvermakelijk maar
landmeter van beroep, en trok naar zijn
veel ouderen halfbroeder Lawrence, die
het landgoed Mount Vernon bewoonde,
en arbeidde in zijn dienst en in dien
van zijn buurman. Lord Fairfax.
Toen begon hij zich toch al, bij allen
die hem kenden, te onderscheiden als
een knaap van bijzondere begaafdheden.
Vooral toonden zich de eigenschappen
die iedere groote leider al in zijn jongens»
jaren getoond heeft. George Washing»
ton's domineerende persoonlijkheid
bleef niet verborgen tot Engcland's
Amerikaansche koloniën haar zouden
GEORGE WASHINGTON.
In de rij van de Vaderen der Ameri
kaansche Onafhankelijkheid staat Gcor»
ge Washington nummer één. Naast hem
staat Benjamin Franklin, en dan volgen
mannen zooals John Adams en Thomas
Jefferson. In de Vereenigdc Staten is
altijd dc naam van hun eersten grondleg»
gcr hoog gehouden en volkomen onbc»
zocdcld gebleven. Men is zijn nagc*
dachtcnis blijven vereeren, cn onder dc
vele monumenten, die voor hem zijn op»
gericht, is wel het schoonste, dat de
hoofdstad naar hem is genoemd.
Aan den naam George Washington is
de legende verbonden, dat dc drager
nimmer in zijn leven een onwaarheid
heeft gesproken. Het lijkt schier boven»
menschelijk, en laten wij bovendien er»
kennen dat het een absolute onmogelijk»
heid is bij een man die in zijn leven
heel wat plooibaarheid en handigheid,
heel wat diplomatie moet hebben be»
nut om zijn groote resultaten te berei»
ken. In haar absoluten zin is de legen»
dc natuurlijk onzin, maar ongetwij»
feld getuigt zij voor een nobel karak»
ter. Washington moet een zeer hoog»
staand mensch zijn geweest, niet alleen
in begaafdheden maar ook in de wijze
waarop hij die benutte. Hij was geen
dolle jager naar de vervulling van per»
soonli'ke ambities, geen specimen van
opgeblazen eerzucht, geen despoot. Hem
stonden groote idealen voor den geest.
Hij werkte ervoor zoolang hij wist dat
zijn arbeid vereischt werd, en retireer»
dc in het rustige planterslevcn telkens
als hij meende dat men het zonder hem
kon stellen, of dat een ander het beter
kon doen. In zijn levensgeschiedenis
komt het vele malen voor: „Toen trok
hij zich weer op zijn landgoed Mount
Vernon terug"
Maar telkens werd hij er na langer
of korter tijd weer van weg gehaald,
tot tenslotte de dood hem overviel eer
hij hoogen ouderdom bereikt had, cn
toen hij nog belangrijke dieasten aan
Amerika had kunnen bewijzen. Maai
opeiseïen om het bevrijdingswerfc it
leiden.
In dien tijd werd door Frankrijk en
door de Indianen een strijd van voort»
durende „raids" en invallen tegen de
Engelsche koloniën gevoerd, die het
Britsche gezag veeleer versterkte dan
benadeelde, want men wilde evenmin
met de Franschen als met dc roode
broeders iets te maken hebben, en
duchtte hun methodes veel erger dan
die der Engclschen.
Dc staat Virginia vormde een militie»
legertje waarhij George Washington 07
zijn 19c jaar al majoor was, wel een bc?
wijs van den grooten indruk dien zijn
persoonlijkheid maakte. Hij bleek ccn
voortreffelijk militair leider en werd
regiments»commandant, maar kreeg
spoedig zijn bekomst van de samen»
werking met de Engclschen. Toen zijn
halfbroeder Lawrence stierf cn hem het
landgoed Mount Vernon aan de rivier
Potomac naliet, vestigde dc jonge kolo*
ncl zich daar als planter. Maar hij bleet
niet lang in ruste en trok al in 1755,
drieëntwintig oud, weer als vriiwi'ligcr
met het expediticlcgcr van den Engel
schen generaal Braddock tegen dc Fran
schen op. In hetzelfde jaar gaf men
hem het bevel over de gchcclc militie
van Virginia, nadat generaal Braddock
gesneuveld was. Hij had nu algcmccnc
faam in den staat Virginia verworven,
en zijn reputatie als militair leider
bteidde zich over geheel Amerika uit
gedurende dezen oorlog, die tot 1763
duurde. In het bestek van dit korte ar»
tikcl is het niet mogelijk om ook maar
een beknopt overzicht te geven van dc
lange reeksen wapenfeiten die haar ken»
merkten en waarbij Washington zich
herhaaldelijk onderscheidde.
Na den vrede keerde Washing»
ton naar zijn landgoed terug en leefde
er vele jaren lang een rustig plantcrsle»
ven, tot in 1774 zijn bind hem opnieuw
opeischte ditmaal voor den grooten
strijd die hem tot den climax van zijn
leven zou voeren en waarvoor hij blijk»
baar de voorbestemde leider was. lm»
mers. in den oorlog tegen dc Franschen
was hij zoo vaak op 't randje aan den
dood ontkomen! Hij had zelfs een gc»
vecht doorstaan waarin alle andere of»
ficicren gedood en gewond werden, en
vier kogels zijn wapenrok doorboorden
zonder hem te deren. Hij scheen on»
kwetsbaar, door de Voorzienigheid
speciaal bestemd om voor een groote
taak gespaard te worden.
In 1774 dan vaardigde dc staat Virgb
nia hem af naar het congres der ver»
cenigde Britsche koloniën, dat te Phila»
dclphia werd gehouden. Laat ik hier
even terloops herinneren aan het vo»
rige artikel in deze serie, over Benja
min Franklin. Tijdens het Congres trad
Washington op als voorzitter van dc
commissies van landsverdediging, en
daarop volgde zijn benoeming tot op»
pcrbevclhcbber van het leger. Dc strijd
met de Britsche ovcrhcerschcrs begon
in diepen ernst in 1776, nadat'in Maa'rt
generaal Washington erin geslaagd was
om Boston door generaal Howe te
doen ontruimen, en op 4 Juli dc ver»
maarde Onafhankelijkheidsverklaring
was afgelegd.
Zeven jaar duurde den oorlog, en
aanvankelijk had zij een allesbehalve
gunstig, later een zeer afwisselend ver»
loop voor het jonge, niet zeer erva*
ren en niet zeer sterke Amerikaansche
leger. In den aanvang bezetten dc En»
gelschen New»York en dwonyc.i late:
den Amerikaanschen opperbevelhebber,
na een reeks kleine veldslagen die vrij»
wel alle slecht voor hem verliepen, om
zich in het Noordelijk gebergte terug te
trekken. Zijn landgenootcn verloren
evenwel volstrekt niet het vertrouwen
in hem. Integendeel men zag naar
hem op als naar den cenigcn man die
he; land redden kon. Toen hij het Con»
gres adviseerde om het leger uit te brei»
den tot honderd bataljons werd deze
raad onmiddellijk opgevolgd, en boven»
dien werd generaal Washington vrijwel
onbeperkte macht toegekend.
Toen hij zich weer sterk gevoelde om
den strijd te hervatten trok Washington
over de Delaware rivier cn versloeg dc
Engclschen op 26 December 1776 bij
Trenton en ccn week later bij Prince»
town. Maar het jaar '77 was verder niet
gelukkig voor hem. Hij leed in het na>
jaar een paar nederlagen en moest op»
nieuw terugtrekken, ditmaal in het dis»
trict Valley Forge. Toen kwamen dc
resultaten van den arbeid van dien an»
deren grooten Amerikaan, Benjamin
Franklin, zich bij Washington's werk
aansluiten. Franklin had als gezant te
Parijs een of» cn defensief verbond met
Lodcwijk XVI gesloten, en de Franschc
koning ging inderdaad tot actieven mi»
litairen steun over. Versterkt niet een
Fransch legertje van zesduizend man,
onder generaal Rochambeau, dwong
Washington op 18 October 1781 ccn
Engelsche (onder Cornwallis' bevel) tot
een volledige capitiulatie bij Yorktown.
Binnen een jaar werd toen de voorloo»
pige vrede gesloten. Amerika had zijn
onafhankelijkheid bevochten. In No»
vcmbcr 1783 ontruimden de Engclschen
Ncw»York cn Washington ontsloeg zijn
leger en legde zijn militair oppergezag
neer. Hij droeg de macht aan het Cor»
gres over en keerde opnieuw naar zijn
landgoed Mount Vernon terug om er
zijn plantersbestaan te hervatten.
Ditmaal bleef hij er vier jaar.
In Mei 1887 werd hij weer als afgc
vaardigde van Virginia naar de verga»
dcring der Staten te Philadelphia gc»
zonden, waar men hem met het presi»
dium belastte. In 1789 werd hij tot eersten
president van de Vereenigdc Staten gc
kozen.
Het was een geweldig zware taak die
Washington daarmee aanvaardde, want
felle partijstrijd woedde in de jonge
republiek. Maar zijn persoonlijkheid cn
zijn buitengewoon organisecrend gtnic
wisten te zegevieren. In allen dcclc
werd zijn politiek als staatshoofd een
succes. Hij wist het administratieve he»
wind volkomen te regelen, de afbetaling
van de staatsschulden op bevredigende
wijze vast te stellen, en de handclsrela»
ties met Engeland te herstellen door in
dc buitenlandsche politiek een houding
van zuivere neutraliteit aan te nemen
Ook legde hij de grondslagen voor het
prachtige wegen» en kanaicnstclscl dat
n de Vercen gdc Staten tot uitvoering
zou worden gebracht.
In 1793 werd hij herkozen als presi»
dent, en gedurende zijn tweede bewinds»
periode sloot hij een handelsverdrag
met Engeland cn trad met kracht op
tegen dc diplomatieke agenten van de
Fransche rcgccring (toenmaals het Di=
rcctoire) die verzet tegen pijn bewind
trachtten te ontketenen. Zij werden uit
dc Staten verbannen.
In 1797 wilde Washington zich niet
meer verkiesbaar stellen voor het pre»
sidentschap, en steunde de candjdatuur
van zijn vriend John Adams, die tij»
dens zijn bewind vicc»prcsidcnt was gc»
weest. Adams werd inderdaad gekozen
ofschoon met een slechts zeer geringe
meerderheid. Thomas Jefferson werd
vice»prcsident, en Washington trok zich
weer terug op Mount Vernon dit»
maal. naar hij meende, voor de laatste
maal.
Maar binnen een jaar kwam er gc»
vaar voor een oorlog met Frankrijk, en
hij gaf aan Adam's roepstem gehoor,
aanvaardde opnieuw het opperbevel
over het leger cn organiseerde dit cn
het gar.sche verdedigingsstelscl van dc
Vereenigde Staten.
Maar dit was zijn laatste groote stuk
arbeid. In het najaar van 1799 werd
George Washington ernstig ziek en op
14 December stierf hij, 67 jaar oud, op
Mount Vernon.
Ziin dood maakte diepen indruk in de
gansehe wereld. Terwijl de herdenking
in het Amerikaansche Congres haar
hoogtepunt vond in een schitterende.
d:ep»ontroerende rede van generaal
Hcnry Lee werd Washington in Frank»
rijk herdacht door Bonaparte, den Eer»
sten Consul, die een bijzondere dag
order aan zijn leger uitvaardigde. Zelfs
in Engeland werd Z'in gedachtenis gc»
eerd. en een admiraal van de Engelsche
vloot liet bij het vernemen van dc
doodstijd'ng op alle schenen van zijn
rskadcr de vlag halfstok hiischen.
Washington stierf kinderloos: maar
hij was de vader van gansch het jonge
Amerika. Tijdens het bewind van zijn
opvolger John Adams werd de zetel
der regeering verplaatst naar de nieuwe
hoofdstad aan de rivier Potomac, die
n*>ar hem genoemd was.
Zijn naam zal altijd blijven leven in
deze wereld als die van een harer groot»
stc zonen.
R. P.
HET I.AOFP ONOERWIJS
OVER 1926.
Geen vooruitgang van
het openbaar onderwijs.
Verschenen, is het verslag over den
toestand van h;t Lager Onderwijs in
de gem enfe Haarlem gedurende het
jaar 1926 uitgebracht door de commis»
sic van Plaatselijk Toezicht op het La»
gcr Onderwijs.
Het verslag mrldt. dat niettcgenstaan.
'c den iiver der onderwijzers het open»
-fr onderwijs hier ter stede n:ct voor»
"it g'ng. Ofschoon het aantal lcerlin»
"en op dc lagere scholen hooger was
dan ccn vorig jaar. zoo kwam deze
vooruitgang geheel ten goede Pan het
bijzonder onderwijs. Was in 192a het
aantal leerlingen der ooenharc scholen
nog 570 boven dat der bijzondere scho»
len. zoo bedroeg dit verschil in 1926
nog slechts 334 leerlingen. Deze over»
"?ng van leerlingen van openhaar naar
bijzonder heeft aldus het verslag, voor
een deel zijn oorzaak inden wensch
der Otldcrs naar confessioneel onder»
wijs voor h"n kinderen, maar daar
naast moet toch ook gewezen worden
on dc voordcelcn der vriic school. Of
on den duur dc Ovcrheidsschool de
'"bonden school opwerken kan tegen
de vriie de bijzondere school zal
*oekomst lecren.
Wii gaan op deze kwestie dit jaai
"iet dieper in. Door het openen van
n-'euwe en het oneffen van 0"de scho»
'en ziin veel leerlingen ongevraagd
overgepl-atst. D:f maakt dat wij niet
met eenige zekerheid bcsehouwïngen
kunnen va^tknoonen aan het verloopcn
d"r schoolbevolking.
Het aantal leerlingen dat einde 1926
onenhaar onderwijs genoot bedroeg
voor de dagscholen 6182 en voor de
volgcursusscn 458. Voor '««scholen
bcteekent dat een achteru.igang van
ruim l Het U. L. O. ging vooruit
met 43 leerlingen. Het aantal lecrlin»
«cn der Opleidingscholcn bleef onge*
veer gelijk «an dat van het voorgaande
jaar.
Het gemiddelde aantal leerlingen per
klas aan dc gemeentescholen G. L. O.
bedraagt nog geen 27. wat zeker niet
hoog te noemen is. Slechts 4 der aan--
vangsklassen tellen nog 40 leerlingen,
al'.e overige klassen ziin kleiner. Voor
een der 7 klassigc scholen is het ge»
middelde aantal kinderen per klasse
zelfs niet ten volle 19. Bijzonder groot
blijft het aantal leerlingen uit dc hu
tengemcentcn nl. 6^2 of 15 1/2 Voor»
al de U. L. O. scholen cn de scholen
G. L. O. no. 17 (Wilhelminastraut)
no. 27 (Schoterstraat) en de Rijkslcer»
school tellen respectievelijk 102. 70. 48
~n 72 k ndcren uit andere gemeenten
onder hun leerlingen. Omgekeerd ver»
trekken er steeds veel leerlingen uit
Haarlem naar andere gemeenten.
In de eerste helft van het jaar was
de gezondheidstoestand der schooThe»
volking vrii goed. Wel klagen verschil»
Unde scholen over een groot aantal
slarpe kinderen maar er waren betrek»
kelijk weinig zieken. Doch in de laat»
stc maanden des jaars was het ziekte»
cijfer zeer hoog. Veel gevallen van
griep, van mazelen, van hof en enkele
«cva'len van roodvonk kwamen voor.
In school no. 13 werd dc 2c klasse cn»
kele weken gesloten wegens bof en de
le klasse van school no. 34 werd geslo»
ien wegens mazelen. Dc school aan de
Bakkerstraat had vele jaren te klagen
over malariflgevalh n doch gelukkig is
hier verandering tc constatecren.
Fnk"1e scholen klagen dat dc lcerlin»
gen uit het "c leerjaar zoo dik.verf
verzuimen, nu de jeernlicbt ben niet
meer vasthoudt. Ook dc school voor
•itengewoon onderwijs no, 2 kF'-gt
er nadrukkelijk over dat de ouders hun
kinderen zooveel thuis houden voor
Echte werkzaamheden of kleine ver»
(Pcnste. Ook hier dc vraag naar leer»
nPcht voor deze misdeelde kinderen.
De cursus voor snraakgebrekkigen
werd bc/ocht door 27 lecrFngcn thuis
hehoorende op 18 scholen. Hef aantal
is iets minder dan het vorig jaar. Het
aantal leerlingen dat heilgymnastiek ge»
noot. was iets grOOtcr dan in 1925 na»
mclijk 119. Het is tc betreuren, dat er
van de zijde der ouders dikwijls nog te
weinig medewerking ;s om te zorgen dat
hun k'ndercn geregeld de cursussen bc
zoeken, enkelen zien zelf het nut er
niet van in en weigeren hun kinderen
r heen tc zenden. Voorts uit het ver»
slag nog het volgende:
Tot ons leedwezen moeten wij over
ccn der schoolgebouwen een ernstig
woord zeggen. Nog geen twee jaar ge»
leden is in het gebouw aan de Bakker»
straat een verbouwing aangebracht,
waardoor twee lokalen gebruikt konden
worden voor de nieuw op te richten
Montcssori bewaarschool. Ten behoeve
van dc kleuters werd een keurig hyglc»
nische inrichting aangebracht In de
ru'mtc. die er vroeger tot gang diende:
muren met tegeltjes bedekt, kleine mar»
mcrplnten het geheel was cn is uit»
stekend in orde. Heeft echter het gc»
meentcbcstuur een zoo weinig vooruit»
zienden bPk gehad, of is cr n'et vol»
doende samenwerking tusschen de s-er«
schillende takken van gemeentedienst?
Nu de Montessorischool zich uitbreidt,
wil men de gangruimte weer beschik»
haar hebben en zal, wat kort geleden
net groote kosten aangebracht is, we»
der weggebroken worden. Hadden deze
vrij belangrijke kosten voor dc gemeen»
tc niet voorkomen kunnen worden'
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Deze week was de krans weer bijeen
en wel compleet. Toevallig keek er ccn
van ons op den scheurkalender en zei:
„vandaag 26 April, over een paar dagen
is 't Mei. 't Wordt tijd om aan onze zo*
mc-ruitstapjcs tc denken."
„Waar gaan jelui naar toe?" vroeg
een ander.
„Naar den winter!" zei een derde
bitter.
„Pessimist."
„Pessimist? Blijf jij maar optimist
met zoo'n weer en zoo'n temperatuur!"
Alsof de elementen hem in het gelijk
wilden stellen sloeg er meteen een
harde regenvlaag tegen de ruit en floot
de wind om 't huis alsof het November
was: „hoei..i hoeii"
Nu ja, op dien toon ging het niet door
Daar we zoo graag gelooven, wat we
hopen voorspelde iedereen om strijd,
dat we een mooien zomer zouden heb»
ben. De kieviten deden het een of an»
der of lieten iets na (ik weet het niet
precies meer) dc zwaluwen vlogen hoog,
verzekerde Hopma en dat was een tee»
ken van mooi weer de zwaluwen
vliegen juist heel laag, zei Hupstra en
dat was een nooit missend teeken van
mooi weer. Wij raakten er door in dc
war en Wouter, die noo-i wat over
zijn kant kan laten gaan, vroeg bij hoog
en bij laag hoe moet het nu eigenlijk
wezen? Natuurlijk werd de strijd niet
opgelost; omdat we het aan de stomme
dieren zelf ook niet konden gaan vra»
gen.
„Jullie kent zeker den tuinman wel."
bracht na eenig debat van Stuiteren in
liet midden.
„Welke tuinman?" riepen er velen.
„Welke tuinmar.l" herhaalde van
Stuiteren minachtend. „Welke tuin*
man! Ik zeg toch d c tuinman. Die ieder
jaar zoo ongeveer in November aan zijn
omgeving vertelt hoe de winter zal
uitvallen, kom, jullie weet toch wel."
„Ja, ja," riepen er eenigen.
„Nu dan, dc tuinman voorspelt een
mooien, warmen zomer. Van 1 Mei af
tot einde September toe."
„Prachtig", zei het gezelschap opgc»
togen Maar Wouter vroeg: „wat had de
tuinman voor dozen laatsten winter
voorspeld?"
„Strenge vorst," zei van Stuiteren,
„van 1 December af tot half Februari."
„O," zei het gezelschap teleurgesteld.
„Weg met den tuinman.' zei mevrouw
Hopma.
Intusschcn was de smadelijke val van
den tuinman natuurlijk geen reden om
liet gesprek over het zomcruitstapje
niet voort tc zetten Wij vroegen eerst
aan de Hopma's. Dat was eigenlijk een
aaformatie naar den bekenden weg en
meer als een plagerijtje dan wel als
ernst bedoeld, want de Hopma's gingen
al twintig jaar lang naar/hetzelfde pen»
sion, van een oude juffrouw met een
dochter, op de Vel uwe, in een heel
klein huisje met weinig gemakken en
een streek met weinig natuurschoon.
„Wij zullen wel weer naar M o n R e,
pos gaan, denk ik," zei Hopina en
keerde zich naar zijn vrouw om haar
instemming te vragen.
„Natuurlijk," antwoordde zij op een
zoo beslisten toon, dat wy er verder
niet op begrepen te moeten aandringen.
Dat zomcrplan stond vast. „En wat doen
jullie?" vroeg mevrouw Hopma, zich tot
de rest van het gezelschap koerende,
waarmede zij tevens de aandacht van
zichzelf afwendde.
„Ja Koosje, wat gaan jullie doen?"
werd gevraagd.
Ik weet nog niet, we zullen er over
spreken. Niet waar Wouter, wij zou»
den het in Mei bepalen."
„Ik heb er in de laatste dagen veel
over nagedacht," zei Wouter, en keek
de kringetjes na die hij uit zijn sigaar
blies. „Eerst naar Aken voor mijn jicht,
dan naar Vichv voor jou rheum itiek...."
„Waarom kan dat niet allebei in
Aken behandeld worden?" vroeg
Hopma.
„Onmogelijk, we moeten een deel
gunnen aan Duitschland en een ander
deel aan Frankrijk. Denk om het Euro»
peesch evenwicht.. Daarna gaan we een
maand naar Baden Baden om te inha»
leeren, want onze longen zijn ook niet
te best in orde en ten slotte maken we
een nakuur in het Schwarzwald tot ver;
betering van onzen algemcenen toe»
stand. Al deze kuren hebben ons zóó
uitgeput dat we een maand naar Sche»
veningen gaan om de baden te gebrui»
ken."
„En hoe lang zal dat alles samen wel
duren?" vroeg Emma Hopma, die wat
liehtgeloovig is. Tante Koos gaf haar
een knipoogje, dat een rhinoceros be»
greper. zou hebben, maar dat op Emma
afstuitte.
„Een best plan," zei van Stuiteren. „Ik
heb iemand gekend, die alle badplaat*
sen in alphabetische volgorde wou af*
reizen."
„Waarom doe je dat?" vroeg ik. Hij
zei: „dan weet ik zeker, dat dc goeie
er ook bij geweest is."
„En hoe Fep dat af?" vroeg die ramp»
zalige Emma Hopma weer.
„Heel slecht." zei van Stuiteren met
ccn stalen gezicht. „Zijn kwalen raak»
ten daardoor totaal de kluts kwijt, ze
raakten door elkaar en hij 's ten slotte
aan een gecombineerde rhcumatisohc
nieraandoening op malarischcn bodem
bezweken.
De dokter beschouwde htm als een
wonderbaarlijk geval en heeft er in den
geneeskundigen kring een lezing over
gehouden met lichtbeelden
„En toen kwam een varken met ccn
lange snuit en blies het hecle vei haal»
.je uit," zei Wouter.
„Ik vind die grapjes heel aardig," zei
mijn vrouw, die een kleur gekregen had.
Dat verschijnsel ken ik. Als haar ooien
■an boven een beetje beginnen te
gloeien, wordt ze boos. „De hccren zijn
heel geestig cn daar kan ik ook wel tc
gen, maar het moet niet tc ver gaan; op
die manier wordt ons gezelschap om
het nu maar ronduit te zeggen voor den
gek gehouden."
Van Stuiteren maakte excuus en daar
mee was de zaak weer afgeloopcn; in*
tusschen kwamen wij er niet verder
mee en er hcerschte een beetje gespan»
nen stemming. „Wat ik wel eens gc»
dacht hob", zei tante Koosje, „was om
gezamenlijk een huisje, een aardig land»
huis, niet al te groot, te huren, cn daar
om beurten een week of vier in tc gaan
wonen. Dat kost niet veel en is een
best middel om een poos te rusten."
„Maar waar?" vroeg mevrouw van
Stuiteren? „En kunnen wc het eens
worden over den tijd, dat ieder van
ons het huis zal huren? Ik wil alvast
wel zeggen: naar Brabant of Limburg
vil ik niet. Daar kan mijn gezondheid
niet tegen."
„Wij gaan bij voorkeur in Augustus
uit", zei vriend Hupstra, daar zullen de
vrienden wel niet tegen hebben."
Maar daar hadden ze nu juist wel tc»
gen. De van Stuiterens konden ook niet
anders, dan in Augustus en mijn vrouw
en ik dachten er net zoo over. Hop»
ma en zijn vrouw zouden zich weer
als altijd opbergen in „Mon Repos" en
zoo bleef er voor de rest van den tijd
niemand anders over dan Wouter en
tante Koosje.
Ook dit plan moest dus noodzakelijk
vervallen. Onze hersens werden weer
opnieuw aan 't werk gezet, maar zon»
der resultaat. „Dat komt van de lente»
kou", zei van Stuiteren mistroostig.
Hopma, een groot voorstander van het
kaartspel, gaf al bedcktelijk in over»
weging om de zaak tc laten rusten tot
onzen volgenden kransavond. toen op»
eens Hopma op een schitterend denk*
beeld kwam. „Als jelui dan toch ge»
zamcnlijk wat doen wilt, waarom huren
jelui dan in Augustus niet een auto en
'rekt er gezamenlijk op uit?"
Dat vond onmiddellijk algemeenen
bijval en daarvoor werden dien avond
schoone plannen ontworpen.
Daarover nu verder uit te weiden
heeft natuurlijk geen doel. Na:«jurlijk
kwamen wij dien avond niet tot een
besluit. Het kost altijd veel moeite om
aüe hoofden in één zak te krijgen en
om dc waarheid tc zeggen geloof ik
ook niet. dat de krans er op gesteld
was. de zaak zoo gauw af te werken
Wij konden daar nog wat langer pk#
z er van hebben. Heeft niet de Ita»
üaansche geleerde Francesco Zcurio in
een van zijn beroemde werken (ik
meen het voorlaatste) zoo terecht be»
toogd. dat dc mensch drievoudig van
dc reizen d'ic hij maakt, geniet, name*
lijk hij de voorbereiding, bij de uit*
voering en bij de herinnering?
Zoo zelfs, dat menig plan in het ge=
kccl niet tot stand komt. Ik heb twee
oude dames gekend, die op zekeren
dag uitmaakten, dat zij lang genoeg
jaar in, jaar uit, te Steenwijk gewoond
hadden en noodzakelijk iets meer
van de wereld moesten zicn.'Dus vroc»
gen zij bij verschillende reisbureau*
prospecti aan en zetten ziüh tot be*
shidcering van al die gedrukte stuk»
ken en kozen na veel wikken en we*
gen een reis naar Zwitserland uit. Er
volgde een uitgebreide corresponden
tie met de reisbureaux over de kosten
cn de bijzonderheden, totdat Je dames
eindelijk begrepen, dat het tijd werd
om een besluit te nemen, te meer
daar het al Juli was.
Zoo zaten ze dan op een mooien
morgen in Steenwijk op hun gewone
plaatsje ieder achter een horretje, op»
dat toch geen poes die de straat door»
ging haar ontgaan zou. De oudste nam
het woord en zei:
„Klaar, we moeten een besfluit ne*
men".
„Ja, Fem", zei Klaar.
„De mens oh en van het reisbureau
beginnen er op aan te dringen".
„Ze maken het ons wel wat moei»
lijk."
„Wij zullen wel besluiten, maar we
behoeven daarvoor tooh zoo'n haast
niet te maken".
„Onze correspondentie is tooh pas
in April begonnen."
„Mannen zijn altijd zoo onbeleefd
tegenover alleenwonende dame®".
„Waarom zouden we ons laten
dwingen?" vroeg Klaar dapper.
„Jc hebt gelijk", zei rem.
„Laten wc schrijven" zei Klaar.
„En dan maar dadelijk", zei Fcm
„En flink", zei Klaar.
„Juist", zoi Fem.
Daarna dronken zc verlicht een
kopje koffie en spraken over wat an*
ders.
Den volgenden dag. toen zii weer op
hetzelfde uur. np dezelfde plaats kc.
Ven naar dezelfde menschen, vroeg
Klaar:
„Fcm. is de brief aan het reisbureau
al verzonden?"
Ik dacht dat jii het zou doen", zei
Fem.
Jii bent toch de oudste."
„Maar jij had het voorgesteld."
Zc waren op het punt er ruzie over
'e krii«en. maar bedachten zich allebei
juist hij tijds. Je hebt mekaar in Steen»
wijk te veel aoodig, vooral wanneer je
in 't zelfde hui> woont. Dus zwegen zc
na deze volzinnen te hebben uitge»
sproken, ieder een half uur en waren
:oen weer bedaard. Vervolgens dron»
ken ze haar koffie en intusschcn had
Fem een mooie oplossing gevonden.
.►Als we eens hcelemaal niet ant»
woorden."
„Waarom dacht je dat zoo?" vroeg
Klaar.
„Anders krijgen we weer ccn brief
terug cd zoo komt er geen eind aan",
zei rem.
».En je moet toch zoo oppassen met
zwart op wit", zei Klaar.
Welvoldaan over zichzelf, schreven
ze dus niet. En tot haar genoegen
schreef het reisbureau ook niet meer
Dat jaar gingen ze niet op reis. Tot
haar vriendinnen zeiden zc: „we zijn
nog niet heeïcmaal klaar, er komt zoo»
veel kijken, we overhaasten ons niet".
„Jullie hebt gelijk", zeiden de
vriendinnen die nu 't geheim afgunstig
waren en dus geen reden hadden om
haar aan te sporen.
Zoo kwam de winter. Natuurlijk
reisden dc dames toen niet meer. Da»
mes op haar leeftijd doen beter met
's winters thuis te blijvenAVel kochten
ze een paar boeken over Zwitserland
en maakten daarmee in gedachten d«
reis, die het reisbureau voor haar in
elkaar gezet had. Het was een groot
genoegen.
,,'t Volgende jaar. Fem", zei Klaar
..Dan gaan wc zeker", zei Fcm.
Toen het weer Mej werd. durfden
zij niet meer aan het reisbureau te
schrijven, maar dat hoefde immers
ook niet. De inFchtangen hadden ze
tooh keurig bij elkaar in een groote
enveloppe. Haast was er niet bij Zc
konden ieder oogenblik de reisbiljet*
ten en de hötclcoupons bestellen. Bo»
vendicn was Mei te koud, Juui te
vroeg. Dan waren er nog maar weinig
menschen op reis. „Ongezellig'', zei
Fcm. In Juli was het weer slecht. Re»
gen en wind in heel Europa Met ruik
weer gaan we niet", zei Klaar. In
Augustus was het in Zwitsehland veel
te druk. Voile treinen, geen plaats in
de hotels. Dan bleven ze liever in
Steenwijk. Maar September krwarn
nog. Dan had je dikwijls prachtig
weer. al worden de dagen wat kort.
Maar wat trof da: nu slecht. Haar
schoonzuster "ui Wirdum kwam tc
overlijden en ze moesten toch op de
hegrafenis. precies midden in de
maand, 15 Sc-ptcmber. Hoe kon jc
dan een reis van vier weken maken?
„Ga dan wat korter", raadden de
vriendinnen, die nu wel bogrepen
hadden, hoe de zaak stond en dat ze
veilig haar raakonden geven. „Ga
veertien dagen, dc eerste helft of de
wee de helft.
„Dat kan niet," red Fem, „onze re»
is op vier weken berekend en minder
gaat het niet."
„Lnmogelijk"', bevestigde Klaar.
„De reis zou heeïcmaal uit haar
verband raken", verzekerde Fom.
„Natuurlijk", zei Klaar.
Zoo kwam er ook dieu zomer niet
van. Maar toch verloren ze het plan
neet u;t het oog- Er werden nog meer
botken over Zwitserland gekooht en
bestudeerd. Langzamerhand konden
ze dc reis wel dxoómen. t
Tot nu toe hebben dc dames dc
reis naar Zwitserland nog niet gc»
maakt. Het is mogelijk dat zij daartoe
nog zullen komen, maar Steenwijk gc*
looft liet niet; niet enkel de vriendin»
nen zijn daarvan overtuigd, maar ook
de rest van Steenwijk, bijvoorbeeld
de donr.iné, die een goede vriend van
de dames is en bovendien een goed»
hartig cn braaf mensch. die voor geen
goud ter wereld ooit iemand verdriet
zou willen doen. Welnu, zelfs hy ge*
looft niet racer aan de Zwitserschc
reis en vindt ook maar beter dat dc
dames er niet aan beginnen: „zij zou-
den van al het nieuwe dat ze tc zien
kregen, te veel schrikken. Steenwijk is
voor de dames veiliger".
Denk niet. dat ze het met he>m eens
zouden zijn, wanneer zij wisten, hoe
hij et over spreekt; integendeel, nog
altijd rekenen zij er op. dat eenmaal
dc reis zal doorgaan. Als er geen
slecht weer in den zomer meer voor»
komt, als er geen mensehen op de
bergen meer verongelukken, als er
geen rijke dames meer bestolen wor»
den in internationale treinen, als geen
overbelaste booten meer verongeluk*
ken op diepe meren, als er geen over»
drukke vacantiemaanden meer voor»
komen want dat zijn allemaal rede»
nen. die de dames tot nu toe van dc
fameuse reis tcruggehoudeu hebben.
Intusschcn kennen zij de reis op
een prik. Uit de boeken. Als zij ccn
enkelen keer de stad uitgaan, dan ver*
tellen zij daarover aan familie of
vrienden met een levendigheid, alsof
zij dc reis inderdaad gemaakt hebben
cn wanneer ccn vreemde dan zegt:
„wat heeft u daar een prachtige reis
gemaakt", dan komen zc cr maar
moeilijk toe, om te erkennen, dat zo
het alleen uit de boeken hobben. Het
is zoogoed alsof zij de reis werkelijk
gemaakt hebben, zonder herwaren die
je toch zoo licht op reis ondervindt
cn hovendien zoo goedkoop!
Het is waar. dat het reisbureau cr
vrij wat geld aan pespandeerd heeft
in den vorm van tijdverlies, drukwerk
cn porti. maar. niet waar', daar zijn
die menschen aan gcwoonl
FIDEtïO