HAMIEM'S DAGBLAD DE GROOTEN DER HISTORIE. Kaarlemmer Halletjes. ZATERDAG 30 APRIL 1927 TWEEDE BLAD George Washington, 17321799. Opperbevelhebber van het Amerikaansche leger 1775—I7S3 President der Vereenlgde Staten 1789—1797 zijn levenswerk was volbracht; de Ver* eenigde Staten waren er, krachtig en onafhankelijk in hun sterke, jonge Unie Washington had huD overhccrschers verdreven cn hun republikeinschen bond gelegd. Hij had een rijk, en vrucht baar leven geleid, zooals slechts zeer enkelen in den loop van al die eeuwen der wereldhistorie beschoren is. Zijn overgrootvader John Washing» ton, behoorde tot een aanzienlijke Noord-Engelscbe familie en week in 1657 uit naar Amerika, waar hij zich in Virginia vestigde. Men weet wenig van hem. Aangezien hij tijdens Cromwell's bewind den aftocht blies wordt veron» dersteld dat hij een royalist was. Zijn kleinzoon Augustinus Washing» ton, een planter, had uit zijn eerste huwelijk twee zoons, en hertrouwde, na zijn eerste vrouw door den dood te hebben verloren, op vrij gevorderden leeftijd nog met Miss Mary Ball. Uit dezen tweeden echt sproten zeven kin deren, van wie George, op 22 Februari 1732 te Bridges Kreek, graafschap West; morcland, staat Virginia, geboren, het oudste was. Zijn vader ontviel hem al toen hij pas tien jaar oud was, en dit feit was niet erg bevorderlijk voor zijn school» opvoeding. De Amerikaansche „opper» rechter" John Marshall zei in zijn bio» grafie van Washington: „Hij ontving een zoogenaamde Engelsche opvoeding, eene benaming, die de uitsluiting van het aanlccren van andere talen dan onze eigene in zich bevat." Zeker is het dat men hem niet veel leerde op de school te Williamburg waarop hij van zijn 10e tot zijn 15c jaar ging. Wel schijnt hij zich op ccnige wis» kundige zelfstudie te hebben toegelegd, die hem vrij ver in dit vak bracht, maar overigens besteedde hij (als een echte planterszoon) heel veel tijd aan jagen cn visschen. De familie verkeerde na den dood des vaders evenwel niet in groot ten welstand, en spoedig bleek dat de jonge George kon aanpakken als hel moest. Hij had grooten lust om zeeman te worden, maar zijn moeder, hevig verschrikt door dit denkbeeld, wist dat te voorkomen. Toen werd hij en het contrast is niet onvermakelijk maar landmeter van beroep, en trok naar zijn veel ouderen halfbroeder Lawrence, die het landgoed Mount Vernon bewoonde, en arbeidde in zijn dienst en in dien van zijn buurman. Lord Fairfax. Toen begon hij zich toch al, bij allen die hem kenden, te onderscheiden als een knaap van bijzondere begaafdheden. Vooral toonden zich de eigenschappen die iedere groote leider al in zijn jongens» jaren getoond heeft. George Washing» ton's domineerende persoonlijkheid bleef niet verborgen tot Engcland's Amerikaansche koloniën haar zouden GEORGE WASHINGTON. In de rij van de Vaderen der Ameri kaansche Onafhankelijkheid staat Gcor» ge Washington nummer één. Naast hem staat Benjamin Franklin, en dan volgen mannen zooals John Adams en Thomas Jefferson. In de Vereenigdc Staten is altijd dc naam van hun eersten grondleg» gcr hoog gehouden en volkomen onbc» zocdcld gebleven. Men is zijn nagc* dachtcnis blijven vereeren, cn onder dc vele monumenten, die voor hem zijn op» gericht, is wel het schoonste, dat de hoofdstad naar hem is genoemd. Aan den naam George Washington is de legende verbonden, dat dc drager nimmer in zijn leven een onwaarheid heeft gesproken. Het lijkt schier boven» menschelijk, en laten wij bovendien er» kennen dat het een absolute onmogelijk» heid is bij een man die in zijn leven heel wat plooibaarheid en handigheid, heel wat diplomatie moet hebben be» nut om zijn groote resultaten te berei» ken. In haar absoluten zin is de legen» dc natuurlijk onzin, maar ongetwij» feld getuigt zij voor een nobel karak» ter. Washington moet een zeer hoog» staand mensch zijn geweest, niet alleen in begaafdheden maar ook in de wijze waarop hij die benutte. Hij was geen dolle jager naar de vervulling van per» soonli'ke ambities, geen specimen van opgeblazen eerzucht, geen despoot. Hem stonden groote idealen voor den geest. Hij werkte ervoor zoolang hij wist dat zijn arbeid vereischt werd, en retireer» dc in het rustige planterslevcn telkens als hij meende dat men het zonder hem kon stellen, of dat een ander het beter kon doen. In zijn levensgeschiedenis komt het vele malen voor: „Toen trok hij zich weer op zijn landgoed Mount Vernon terug" Maar telkens werd hij er na langer of korter tijd weer van weg gehaald, tot tenslotte de dood hem overviel eer hij hoogen ouderdom bereikt had, cn toen hij nog belangrijke dieasten aan Amerika had kunnen bewijzen. Maai opeiseïen om het bevrijdingswerfc it leiden. In dien tijd werd door Frankrijk en door de Indianen een strijd van voort» durende „raids" en invallen tegen de Engelsche koloniën gevoerd, die het Britsche gezag veeleer versterkte dan benadeelde, want men wilde evenmin met de Franschen als met dc roode broeders iets te maken hebben, en duchtte hun methodes veel erger dan die der Engclschen. Dc staat Virginia vormde een militie» legertje waarhij George Washington 07 zijn 19c jaar al majoor was, wel een bc? wijs van den grooten indruk dien zijn persoonlijkheid maakte. Hij bleek ccn voortreffelijk militair leider en werd regiments»commandant, maar kreeg spoedig zijn bekomst van de samen» werking met de Engclschen. Toen zijn halfbroeder Lawrence stierf cn hem het landgoed Mount Vernon aan de rivier Potomac naliet, vestigde dc jonge kolo* ncl zich daar als planter. Maar hij bleet niet lang in ruste en trok al in 1755, drieëntwintig oud, weer als vriiwi'ligcr met het expediticlcgcr van den Engel schen generaal Braddock tegen dc Fran schen op. In hetzelfde jaar gaf men hem het bevel over de gchcclc militie van Virginia, nadat generaal Braddock gesneuveld was. Hij had nu algcmccnc faam in den staat Virginia verworven, en zijn reputatie als militair leider bteidde zich over geheel Amerika uit gedurende dezen oorlog, die tot 1763 duurde. In het bestek van dit korte ar» tikcl is het niet mogelijk om ook maar een beknopt overzicht te geven van dc lange reeksen wapenfeiten die haar ken» merkten en waarbij Washington zich herhaaldelijk onderscheidde. Na den vrede keerde Washing» ton naar zijn landgoed terug en leefde er vele jaren lang een rustig plantcrsle» ven, tot in 1774 zijn bind hem opnieuw opeischte ditmaal voor den grooten strijd die hem tot den climax van zijn leven zou voeren en waarvoor hij blijk» baar de voorbestemde leider was. lm» mers. in den oorlog tegen dc Franschen was hij zoo vaak op 't randje aan den dood ontkomen! Hij had zelfs een gc» vecht doorstaan waarin alle andere of» ficicren gedood en gewond werden, en vier kogels zijn wapenrok doorboorden zonder hem te deren. Hij scheen on» kwetsbaar, door de Voorzienigheid speciaal bestemd om voor een groote taak gespaard te worden. In 1774 dan vaardigde dc staat Virgb nia hem af naar het congres der ver» cenigde Britsche koloniën, dat te Phila» dclphia werd gehouden. Laat ik hier even terloops herinneren aan het vo» rige artikel in deze serie, over Benja min Franklin. Tijdens het Congres trad Washington op als voorzitter van dc commissies van landsverdediging, en daarop volgde zijn benoeming tot op» pcrbevclhcbber van het leger. Dc strijd met de Britsche ovcrhcerschcrs begon in diepen ernst in 1776, nadat'in Maa'rt generaal Washington erin geslaagd was om Boston door generaal Howe te doen ontruimen, en op 4 Juli dc ver» maarde Onafhankelijkheidsverklaring was afgelegd. Zeven jaar duurde den oorlog, en aanvankelijk had zij een allesbehalve gunstig, later een zeer afwisselend ver» loop voor het jonge, niet zeer erva* ren en niet zeer sterke Amerikaansche leger. In den aanvang bezetten dc En» gelschen New»York en dwonyc.i late: den Amerikaanschen opperbevelhebber, na een reeks kleine veldslagen die vrij» wel alle slecht voor hem verliepen, om zich in het Noordelijk gebergte terug te trekken. Zijn landgenootcn verloren evenwel volstrekt niet het vertrouwen in hem. Integendeel men zag naar hem op als naar den cenigcn man die he; land redden kon. Toen hij het Con» gres adviseerde om het leger uit te brei» den tot honderd bataljons werd deze raad onmiddellijk opgevolgd, en boven» dien werd generaal Washington vrijwel onbeperkte macht toegekend. Toen hij zich weer sterk gevoelde om den strijd te hervatten trok Washington over de Delaware rivier cn versloeg dc Engclschen op 26 December 1776 bij Trenton en ccn week later bij Prince» town. Maar het jaar '77 was verder niet gelukkig voor hem. Hij leed in het na> jaar een paar nederlagen en moest op» nieuw terugtrekken, ditmaal in het dis» trict Valley Forge. Toen kwamen dc resultaten van den arbeid van dien an» deren grooten Amerikaan, Benjamin Franklin, zich bij Washington's werk aansluiten. Franklin had als gezant te Parijs een of» cn defensief verbond met Lodcwijk XVI gesloten, en de Franschc koning ging inderdaad tot actieven mi» litairen steun over. Versterkt niet een Fransch legertje van zesduizend man, onder generaal Rochambeau, dwong Washington op 18 October 1781 ccn Engelsche (onder Cornwallis' bevel) tot een volledige capitiulatie bij Yorktown. Binnen een jaar werd toen de voorloo» pige vrede gesloten. Amerika had zijn onafhankelijkheid bevochten. In No» vcmbcr 1783 ontruimden de Engclschen Ncw»York cn Washington ontsloeg zijn leger en legde zijn militair oppergezag neer. Hij droeg de macht aan het Cor» gres over en keerde opnieuw naar zijn landgoed Mount Vernon terug om er zijn plantersbestaan te hervatten. Ditmaal bleef hij er vier jaar. In Mei 1887 werd hij weer als afgc vaardigde van Virginia naar de verga» dcring der Staten te Philadelphia gc» zonden, waar men hem met het presi» dium belastte. In 1789 werd hij tot eersten president van de Vereenigdc Staten gc kozen. Het was een geweldig zware taak die Washington daarmee aanvaardde, want felle partijstrijd woedde in de jonge republiek. Maar zijn persoonlijkheid cn zijn buitengewoon organisecrend gtnic wisten te zegevieren. In allen dcclc werd zijn politiek als staatshoofd een succes. Hij wist het administratieve he» wind volkomen te regelen, de afbetaling van de staatsschulden op bevredigende wijze vast te stellen, en de handclsrela» ties met Engeland te herstellen door in dc buitenlandsche politiek een houding van zuivere neutraliteit aan te nemen Ook legde hij de grondslagen voor het prachtige wegen» en kanaicnstclscl dat n de Vercen gdc Staten tot uitvoering zou worden gebracht. In 1793 werd hij herkozen als presi» dent, en gedurende zijn tweede bewinds» periode sloot hij een handelsverdrag met Engeland cn trad met kracht op tegen dc diplomatieke agenten van de Fransche rcgccring (toenmaals het Di= rcctoire) die verzet tegen pijn bewind trachtten te ontketenen. Zij werden uit dc Staten verbannen. In 1797 wilde Washington zich niet meer verkiesbaar stellen voor het pre» sidentschap, en steunde de candjdatuur van zijn vriend John Adams, die tij» dens zijn bewind vicc»prcsidcnt was gc» weest. Adams werd inderdaad gekozen ofschoon met een slechts zeer geringe meerderheid. Thomas Jefferson werd vice»prcsident, en Washington trok zich weer terug op Mount Vernon dit» maal. naar hij meende, voor de laatste maal. Maar binnen een jaar kwam er gc» vaar voor een oorlog met Frankrijk, en hij gaf aan Adam's roepstem gehoor, aanvaardde opnieuw het opperbevel over het leger cn organiseerde dit cn het gar.sche verdedigingsstelscl van dc Vereenigde Staten. Maar dit was zijn laatste groote stuk arbeid. In het najaar van 1799 werd George Washington ernstig ziek en op 14 December stierf hij, 67 jaar oud, op Mount Vernon. Ziin dood maakte diepen indruk in de gansehe wereld. Terwijl de herdenking in het Amerikaansche Congres haar hoogtepunt vond in een schitterende. d:ep»ontroerende rede van generaal Hcnry Lee werd Washington in Frank» rijk herdacht door Bonaparte, den Eer» sten Consul, die een bijzondere dag order aan zijn leger uitvaardigde. Zelfs in Engeland werd Z'in gedachtenis gc» eerd. en een admiraal van de Engelsche vloot liet bij het vernemen van dc doodstijd'ng op alle schenen van zijn rskadcr de vlag halfstok hiischen. Washington stierf kinderloos: maar hij was de vader van gansch het jonge Amerika. Tijdens het bewind van zijn opvolger John Adams werd de zetel der regeering verplaatst naar de nieuwe hoofdstad aan de rivier Potomac, die n*>ar hem genoemd was. Zijn naam zal altijd blijven leven in deze wereld als die van een harer groot» stc zonen. R. P. HET I.AOFP ONOERWIJS OVER 1926. Geen vooruitgang van het openbaar onderwijs. Verschenen, is het verslag over den toestand van h;t Lager Onderwijs in de gem enfe Haarlem gedurende het jaar 1926 uitgebracht door de commis» sic van Plaatselijk Toezicht op het La» gcr Onderwijs. Het verslag mrldt. dat niettcgenstaan. 'c den iiver der onderwijzers het open» -fr onderwijs hier ter stede n:ct voor» "it g'ng. Ofschoon het aantal lcerlin» "en op dc lagere scholen hooger was dan ccn vorig jaar. zoo kwam deze vooruitgang geheel ten goede Pan het bijzonder onderwijs. Was in 192a het aantal leerlingen der ooenharc scholen nog 570 boven dat der bijzondere scho» len. zoo bedroeg dit verschil in 1926 nog slechts 334 leerlingen. Deze over» "?ng van leerlingen van openhaar naar bijzonder heeft aldus het verslag, voor een deel zijn oorzaak inden wensch der Otldcrs naar confessioneel onder» wijs voor h"n kinderen, maar daar naast moet toch ook gewezen worden on dc voordcelcn der vriic school. Of on den duur dc Ovcrheidsschool de '"bonden school opwerken kan tegen de vriie de bijzondere school zal *oekomst lecren. Wii gaan op deze kwestie dit jaai "iet dieper in. Door het openen van n-'euwe en het oneffen van 0"de scho» 'en ziin veel leerlingen ongevraagd overgepl-atst. D:f maakt dat wij niet met eenige zekerheid bcsehouwïngen kunnen va^tknoonen aan het verloopcn d"r schoolbevolking. Het aantal leerlingen dat einde 1926 onenhaar onderwijs genoot bedroeg voor de dagscholen 6182 en voor de volgcursusscn 458. Voor '««scholen bcteekent dat een achteru.igang van ruim l Het U. L. O. ging vooruit met 43 leerlingen. Het aantal lecrlin» «cn der Opleidingscholcn bleef onge* veer gelijk «an dat van het voorgaande jaar. Het gemiddelde aantal leerlingen per klas aan dc gemeentescholen G. L. O. bedraagt nog geen 27. wat zeker niet hoog te noemen is. Slechts 4 der aan-- vangsklassen tellen nog 40 leerlingen, al'.e overige klassen ziin kleiner. Voor een der 7 klassigc scholen is het ge» middelde aantal kinderen per klasse zelfs niet ten volle 19. Bijzonder groot blijft het aantal leerlingen uit dc hu tengemcentcn nl. 6^2 of 15 1/2 Voor» al de U. L. O. scholen cn de scholen G. L. O. no. 17 (Wilhelminastraut) no. 27 (Schoterstraat) en de Rijkslcer» school tellen respectievelijk 102. 70. 48 ~n 72 k ndcren uit andere gemeenten onder hun leerlingen. Omgekeerd ver» trekken er steeds veel leerlingen uit Haarlem naar andere gemeenten. In de eerste helft van het jaar was de gezondheidstoestand der schooThe» volking vrii goed. Wel klagen verschil» Unde scholen over een groot aantal slarpe kinderen maar er waren betrek» kelijk weinig zieken. Doch in de laat» stc maanden des jaars was het ziekte» cijfer zeer hoog. Veel gevallen van griep, van mazelen, van hof en enkele «cva'len van roodvonk kwamen voor. In school no. 13 werd dc 2c klasse cn» kele weken gesloten wegens bof en de le klasse van school no. 34 werd geslo» ien wegens mazelen. Dc school aan de Bakkerstraat had vele jaren te klagen over malariflgevalh n doch gelukkig is hier verandering tc constatecren. Fnk"1e scholen klagen dat dc lcerlin» gen uit het "c leerjaar zoo dik.verf verzuimen, nu de jeernlicbt ben niet meer vasthoudt. Ook dc school voor •itengewoon onderwijs no, 2 kF'-gt er nadrukkelijk over dat de ouders hun kinderen zooveel thuis houden voor Echte werkzaamheden of kleine ver» (Pcnste. Ook hier dc vraag naar leer» nPcht voor deze misdeelde kinderen. De cursus voor snraakgebrekkigen werd bc/ocht door 27 lecrFngcn thuis hehoorende op 18 scholen. Hef aantal is iets minder dan het vorig jaar. Het aantal leerlingen dat heilgymnastiek ge» noot. was iets grOOtcr dan in 1925 na» mclijk 119. Het is tc betreuren, dat er van de zijde der ouders dikwijls nog te weinig medewerking ;s om te zorgen dat hun k'ndercn geregeld de cursussen bc zoeken, enkelen zien zelf het nut er niet van in en weigeren hun kinderen r heen tc zenden. Voorts uit het ver» slag nog het volgende: Tot ons leedwezen moeten wij over ccn der schoolgebouwen een ernstig woord zeggen. Nog geen twee jaar ge» leden is in het gebouw aan de Bakker» straat een verbouwing aangebracht, waardoor twee lokalen gebruikt konden worden voor de nieuw op te richten Montcssori bewaarschool. Ten behoeve van dc kleuters werd een keurig hyglc» nische inrichting aangebracht In de ru'mtc. die er vroeger tot gang diende: muren met tegeltjes bedekt, kleine mar» mcrplnten het geheel was cn is uit» stekend in orde. Heeft echter het gc» meentcbcstuur een zoo weinig vooruit» zienden bPk gehad, of is cr n'et vol» doende samenwerking tusschen de s-er« schillende takken van gemeentedienst? Nu de Montessorischool zich uitbreidt, wil men de gangruimte weer beschik» haar hebben en zal, wat kort geleden net groote kosten aangebracht is, we» der weggebroken worden. Hadden deze vrij belangrijke kosten voor dc gemeen» tc niet voorkomen kunnen worden' EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Deze week was de krans weer bijeen en wel compleet. Toevallig keek er ccn van ons op den scheurkalender en zei: „vandaag 26 April, over een paar dagen is 't Mei. 't Wordt tijd om aan onze zo* mc-ruitstapjcs tc denken." „Waar gaan jelui naar toe?" vroeg een ander. „Naar den winter!" zei een derde bitter. „Pessimist." „Pessimist? Blijf jij maar optimist met zoo'n weer en zoo'n temperatuur!" Alsof de elementen hem in het gelijk wilden stellen sloeg er meteen een harde regenvlaag tegen de ruit en floot de wind om 't huis alsof het November was: „hoei..i hoeii" Nu ja, op dien toon ging het niet door Daar we zoo graag gelooven, wat we hopen voorspelde iedereen om strijd, dat we een mooien zomer zouden heb» ben. De kieviten deden het een of an» der of lieten iets na (ik weet het niet precies meer) dc zwaluwen vlogen hoog, verzekerde Hopma en dat was een tee» ken van mooi weer de zwaluwen vliegen juist heel laag, zei Hupstra en dat was een nooit missend teeken van mooi weer. Wij raakten er door in dc war en Wouter, die noo-i wat over zijn kant kan laten gaan, vroeg bij hoog en bij laag hoe moet het nu eigenlijk wezen? Natuurlijk werd de strijd niet opgelost; omdat we het aan de stomme dieren zelf ook niet konden gaan vra» gen. „Jullie kent zeker den tuinman wel." bracht na eenig debat van Stuiteren in liet midden. „Welke tuinman?" riepen er velen. „Welke tuinmar.l" herhaalde van Stuiteren minachtend. „Welke tuin* man! Ik zeg toch d c tuinman. Die ieder jaar zoo ongeveer in November aan zijn omgeving vertelt hoe de winter zal uitvallen, kom, jullie weet toch wel." „Ja, ja," riepen er eenigen. „Nu dan, dc tuinman voorspelt een mooien, warmen zomer. Van 1 Mei af tot einde September toe." „Prachtig", zei het gezelschap opgc» togen Maar Wouter vroeg: „wat had de tuinman voor dozen laatsten winter voorspeld?" „Strenge vorst," zei van Stuiteren, „van 1 December af tot half Februari." „O," zei het gezelschap teleurgesteld. „Weg met den tuinman.' zei mevrouw Hopma. Intusschcn was de smadelijke val van den tuinman natuurlijk geen reden om liet gesprek over het zomcruitstapje niet voort tc zetten Wij vroegen eerst aan de Hopma's. Dat was eigenlijk een aaformatie naar den bekenden weg en meer als een plagerijtje dan wel als ernst bedoeld, want de Hopma's gingen al twintig jaar lang naar/hetzelfde pen» sion, van een oude juffrouw met een dochter, op de Vel uwe, in een heel klein huisje met weinig gemakken en een streek met weinig natuurschoon. „Wij zullen wel weer naar M o n R e, pos gaan, denk ik," zei Hopina en keerde zich naar zijn vrouw om haar instemming te vragen. „Natuurlijk," antwoordde zij op een zoo beslisten toon, dat wy er verder niet op begrepen te moeten aandringen. Dat zomcrplan stond vast. „En wat doen jullie?" vroeg mevrouw Hopma, zich tot de rest van het gezelschap koerende, waarmede zij tevens de aandacht van zichzelf afwendde. „Ja Koosje, wat gaan jullie doen?" werd gevraagd. Ik weet nog niet, we zullen er over spreken. Niet waar Wouter, wij zou» den het in Mei bepalen." „Ik heb er in de laatste dagen veel over nagedacht," zei Wouter, en keek de kringetjes na die hij uit zijn sigaar blies. „Eerst naar Aken voor mijn jicht, dan naar Vichv voor jou rheum itiek...." „Waarom kan dat niet allebei in Aken behandeld worden?" vroeg Hopma. „Onmogelijk, we moeten een deel gunnen aan Duitschland en een ander deel aan Frankrijk. Denk om het Euro» peesch evenwicht.. Daarna gaan we een maand naar Baden Baden om te inha» leeren, want onze longen zijn ook niet te best in orde en ten slotte maken we een nakuur in het Schwarzwald tot ver; betering van onzen algemcenen toe» stand. Al deze kuren hebben ons zóó uitgeput dat we een maand naar Sche» veningen gaan om de baden te gebrui» ken." „En hoe lang zal dat alles samen wel duren?" vroeg Emma Hopma, die wat liehtgeloovig is. Tante Koos gaf haar een knipoogje, dat een rhinoceros be» greper. zou hebben, maar dat op Emma afstuitte. „Een best plan," zei van Stuiteren. „Ik heb iemand gekend, die alle badplaat* sen in alphabetische volgorde wou af* reizen." „Waarom doe je dat?" vroeg ik. Hij zei: „dan weet ik zeker, dat dc goeie er ook bij geweest is." „En hoe Fep dat af?" vroeg die ramp» zalige Emma Hopma weer. „Heel slecht." zei van Stuiteren met ccn stalen gezicht. „Zijn kwalen raak» ten daardoor totaal de kluts kwijt, ze raakten door elkaar en hij 's ten slotte aan een gecombineerde rhcumatisohc nieraandoening op malarischcn bodem bezweken. De dokter beschouwde htm als een wonderbaarlijk geval en heeft er in den geneeskundigen kring een lezing over gehouden met lichtbeelden „En toen kwam een varken met ccn lange snuit en blies het hecle vei haal» .je uit," zei Wouter. „Ik vind die grapjes heel aardig," zei mijn vrouw, die een kleur gekregen had. Dat verschijnsel ken ik. Als haar ooien ■an boven een beetje beginnen te gloeien, wordt ze boos. „De hccren zijn heel geestig cn daar kan ik ook wel tc gen, maar het moet niet tc ver gaan; op die manier wordt ons gezelschap om het nu maar ronduit te zeggen voor den gek gehouden." Van Stuiteren maakte excuus en daar mee was de zaak weer afgeloopcn; in* tusschen kwamen wij er niet verder mee en er hcerschte een beetje gespan» nen stemming. „Wat ik wel eens gc» dacht hob", zei tante Koosje, „was om gezamenlijk een huisje, een aardig land» huis, niet al te groot, te huren, cn daar om beurten een week of vier in tc gaan wonen. Dat kost niet veel en is een best middel om een poos te rusten." „Maar waar?" vroeg mevrouw van Stuiteren? „En kunnen wc het eens worden over den tijd, dat ieder van ons het huis zal huren? Ik wil alvast wel zeggen: naar Brabant of Limburg vil ik niet. Daar kan mijn gezondheid niet tegen." „Wij gaan bij voorkeur in Augustus uit", zei vriend Hupstra, daar zullen de vrienden wel niet tegen hebben." Maar daar hadden ze nu juist wel tc» gen. De van Stuiterens konden ook niet anders, dan in Augustus en mijn vrouw en ik dachten er net zoo over. Hop» ma en zijn vrouw zouden zich weer als altijd opbergen in „Mon Repos" en zoo bleef er voor de rest van den tijd niemand anders over dan Wouter en tante Koosje. Ook dit plan moest dus noodzakelijk vervallen. Onze hersens werden weer opnieuw aan 't werk gezet, maar zon» der resultaat. „Dat komt van de lente» kou", zei van Stuiteren mistroostig. Hopma, een groot voorstander van het kaartspel, gaf al bedcktelijk in over» weging om de zaak tc laten rusten tot onzen volgenden kransavond. toen op» eens Hopma op een schitterend denk* beeld kwam. „Als jelui dan toch ge» zamcnlijk wat doen wilt, waarom huren jelui dan in Augustus niet een auto en 'rekt er gezamenlijk op uit?" Dat vond onmiddellijk algemeenen bijval en daarvoor werden dien avond schoone plannen ontworpen. Daarover nu verder uit te weiden heeft natuurlijk geen doel. Na:«jurlijk kwamen wij dien avond niet tot een besluit. Het kost altijd veel moeite om aüe hoofden in één zak te krijgen en om dc waarheid tc zeggen geloof ik ook niet. dat de krans er op gesteld was. de zaak zoo gauw af te werken Wij konden daar nog wat langer pk# z er van hebben. Heeft niet de Ita» üaansche geleerde Francesco Zcurio in een van zijn beroemde werken (ik meen het voorlaatste) zoo terecht be» toogd. dat dc mensch drievoudig van dc reizen d'ic hij maakt, geniet, name* lijk hij de voorbereiding, bij de uit* voering en bij de herinnering? Zoo zelfs, dat menig plan in het ge= kccl niet tot stand komt. Ik heb twee oude dames gekend, die op zekeren dag uitmaakten, dat zij lang genoeg jaar in, jaar uit, te Steenwijk gewoond hadden en noodzakelijk iets meer van de wereld moesten zicn.'Dus vroc» gen zij bij verschillende reisbureau* prospecti aan en zetten ziüh tot be* shidcering van al die gedrukte stuk» ken en kozen na veel wikken en we* gen een reis naar Zwitserland uit. Er volgde een uitgebreide corresponden tie met de reisbureaux over de kosten cn de bijzonderheden, totdat Je dames eindelijk begrepen, dat het tijd werd om een besluit te nemen, te meer daar het al Juli was. Zoo zaten ze dan op een mooien morgen in Steenwijk op hun gewone plaatsje ieder achter een horretje, op» dat toch geen poes die de straat door» ging haar ontgaan zou. De oudste nam het woord en zei: „Klaar, we moeten een besfluit ne* men". „Ja, Fem", zei Klaar. „De mens oh en van het reisbureau beginnen er op aan te dringen". „Ze maken het ons wel wat moei» lijk." „Wij zullen wel besluiten, maar we behoeven daarvoor tooh zoo'n haast niet te maken". „Onze correspondentie is tooh pas in April begonnen." „Mannen zijn altijd zoo onbeleefd tegenover alleenwonende dame®". „Waarom zouden we ons laten dwingen?" vroeg Klaar dapper. „Jc hebt gelijk", zei rem. „Laten wc schrijven" zei Klaar. „En dan maar dadelijk", zei Fcm „En flink", zei Klaar. „Juist", zoi Fem. Daarna dronken zc verlicht een kopje koffie en spraken over wat an* ders. Den volgenden dag. toen zii weer op hetzelfde uur. np dezelfde plaats kc. Ven naar dezelfde menschen, vroeg Klaar: „Fcm. is de brief aan het reisbureau al verzonden?" Ik dacht dat jii het zou doen", zei Fem. Jii bent toch de oudste." „Maar jij had het voorgesteld." Zc waren op het punt er ruzie over 'e krii«en. maar bedachten zich allebei juist hij tijds. Je hebt mekaar in Steen» wijk te veel aoodig, vooral wanneer je in 't zelfde hui> woont. Dus zwegen zc na deze volzinnen te hebben uitge» sproken, ieder een half uur en waren :oen weer bedaard. Vervolgens dron» ken ze haar koffie en intusschcn had Fem een mooie oplossing gevonden. .►Als we eens hcelemaal niet ant» woorden." „Waarom dacht je dat zoo?" vroeg Klaar. „Anders krijgen we weer ccn brief terug cd zoo komt er geen eind aan", zei rem. ».En je moet toch zoo oppassen met zwart op wit", zei Klaar. Welvoldaan over zichzelf, schreven ze dus niet. En tot haar genoegen schreef het reisbureau ook niet meer Dat jaar gingen ze niet op reis. Tot haar vriendinnen zeiden zc: „we zijn nog niet heeïcmaal klaar, er komt zoo» veel kijken, we overhaasten ons niet". „Jullie hebt gelijk", zeiden de vriendinnen die nu 't geheim afgunstig waren en dus geen reden hadden om haar aan te sporen. Zoo kwam de winter. Natuurlijk reisden dc dames toen niet meer. Da» mes op haar leeftijd doen beter met 's winters thuis te blijvenAVel kochten ze een paar boeken over Zwitserland en maakten daarmee in gedachten d« reis, die het reisbureau voor haar in elkaar gezet had. Het was een groot genoegen. ,,'t Volgende jaar. Fem", zei Klaar ..Dan gaan wc zeker", zei Fcm. Toen het weer Mej werd. durfden zij niet meer aan het reisbureau te schrijven, maar dat hoefde immers ook niet. De inFchtangen hadden ze tooh keurig bij elkaar in een groote enveloppe. Haast was er niet bij Zc konden ieder oogenblik de reisbiljet* ten en de hötclcoupons bestellen. Bo» vendicn was Mei te koud, Juui te vroeg. Dan waren er nog maar weinig menschen op reis. „Ongezellig'', zei Fcm. In Juli was het weer slecht. Re» gen en wind in heel Europa Met ruik weer gaan we niet", zei Klaar. In Augustus was het in Zwitsehland veel te druk. Voile treinen, geen plaats in de hotels. Dan bleven ze liever in Steenwijk. Maar September krwarn nog. Dan had je dikwijls prachtig weer. al worden de dagen wat kort. Maar wat trof da: nu slecht. Haar schoonzuster "ui Wirdum kwam tc overlijden en ze moesten toch op de hegrafenis. precies midden in de maand, 15 Sc-ptcmber. Hoe kon jc dan een reis van vier weken maken? „Ga dan wat korter", raadden de vriendinnen, die nu wel bogrepen hadden, hoe de zaak stond en dat ze veilig haar raakonden geven. „Ga veertien dagen, dc eerste helft of de wee de helft. „Dat kan niet," red Fem, „onze re» is op vier weken berekend en minder gaat het niet." „Lnmogelijk"', bevestigde Klaar. „De reis zou heeïcmaal uit haar verband raken", verzekerde Fom. „Natuurlijk", zei Klaar. Zoo kwam er ook dieu zomer niet van. Maar toch verloren ze het plan neet u;t het oog- Er werden nog meer botken over Zwitserland gekooht en bestudeerd. Langzamerhand konden ze dc reis wel dxoómen. t Tot nu toe hebben dc dames dc reis naar Zwitserland nog niet gc» maakt. Het is mogelijk dat zij daartoe nog zullen komen, maar Steenwijk gc* looft liet niet; niet enkel de vriendin» nen zijn daarvan overtuigd, maar ook de rest van Steenwijk, bijvoorbeeld de donr.iné, die een goede vriend van de dames is en bovendien een goed» hartig cn braaf mensch. die voor geen goud ter wereld ooit iemand verdriet zou willen doen. Welnu, zelfs hy ge* looft niet racer aan de Zwitserschc reis en vindt ook maar beter dat dc dames er niet aan beginnen: „zij zou- den van al het nieuwe dat ze tc zien kregen, te veel schrikken. Steenwijk is voor de dames veiliger". Denk niet. dat ze het met he>m eens zouden zijn, wanneer zij wisten, hoe hij et over spreekt; integendeel, nog altijd rekenen zij er op. dat eenmaal dc reis zal doorgaan. Als er geen slecht weer in den zomer meer voor» komt, als er geen mensehen op de bergen meer verongelukken, als er geen rijke dames meer bestolen wor» den in internationale treinen, als geen overbelaste booten meer verongeluk* ken op diepe meren, als er geen over» drukke vacantiemaanden meer voor» komen want dat zijn allemaal rede» nen. die de dames tot nu toe van dc fameuse reis tcruggehoudeu hebben. Intusschcn kennen zij de reis op een prik. Uit de boeken. Als zij ccn enkelen keer de stad uitgaan, dan ver* tellen zij daarover aan familie of vrienden met een levendigheid, alsof zij dc reis inderdaad gemaakt hebben cn wanneer ccn vreemde dan zegt: „wat heeft u daar een prachtige reis gemaakt", dan komen zc cr maar moeilijk toe, om te erkennen, dat zo het alleen uit de boeken hobben. Het is zoogoed alsof zij de reis werkelijk gemaakt hebben, zonder herwaren die je toch zoo licht op reis ondervindt cn hovendien zoo goedkoop! Het is waar. dat het reisbureau cr vrij wat geld aan pespandeerd heeft in den vorm van tijdverlies, drukwerk cn porti. maar. niet waar', daar zijn die menschen aan gcwoonl FIDEtïO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 5