HAARLEM'S DAGBLAD DE GROOTEN DER HISTORIE. Haarlemmer Halletjes. ZATERDAG 7 MEI 1927 TWEEDE BLAD XIV. Maarten Harpertsz. Tromp, 15971653. Graftombe van Maarten Harpertszoon Tromp in de Oude Kerk te Delft. Maerten Harpertszoon Tromp als vlootvoogd. In die gesdbi-ed'eniis van de N-edcr» lanidsche marine speelt .Jhet demo* crattisohe elcanent" een hoofdrol. Ook in den glorietijd van do Republiek werden vaak de mooie baantjes weg» gegeven door invloedrijke vrienden of familieleden. Dat was zelfs een ken; merk van den Rcgeniteratijid. Maar de benoeming dor vlootvoogden bleef altijd boven dat kleine gedoe verhes ven vermoedelijk omdat iedereen besefte dat daarbij je hoogste levens» belangen dos lands op het spel stom den. Alleen werkelijke b'ekiwaamiheid gaf den doorslag bij dc beraoamiirag van Holland's groote admiraals, en zoo kon bet gebeuren dat dc meeste groote zeehelden onzer historie men» schen van den eenvoudigs ten komaf waren, terwijl een aristocraat als Van Was&en-aer van Obdam tot de uitzon» deringen behoorde. Maarten Harpertszoon Tromp, in 1597 te Brielle geboren, behoorde tót de groote meerderheid. Zijn vader was een scheepskapitein, een heel gewone zeerob, die bet blijkbaar maar 't bes» te vond om kleinen Maarten niet te veel geleerdheid bif tc brengen en hem spoedig aan het woeden der elementen en aan den strijd der men» schen te gewennen. Zoo woonde de negenjarige jongen den zeeslag bij Gï» braltar bij, waarin Holland veel glorie verwierf, cn twee jaar later was bij nog steeds aan boord van zijn vaders schip toen bet op de kust van Nieuw»G'uinea in gevecht raakte met een zecroover. 'a ijdens dat gevecht sneuvelde Maarten'® vader, en dc his» torie zegt dat de elfjarige het scheepsvolk toeriep: „Zult gij mijn vaders dood niet Avrekcn-?" Het geen. niet belette dat de kaper» kapitein bet schip buit maakte, cn Maarten twee jaar in gevangenschap hielid als zijn kajuitsjongen. Ten laatste slaagde bij er in om tc ontko» men en naar Holland terug te kee» EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Als je op een bank in den Hout gaat zitten, Avat mij nogal eens overkomt, cn er komt iemand naast je, dan kan je met een beetje menschenkennis al gauAv opmerken of bij praten avü of niet. in het laatste geval groet hij niet of heel eventjes, met een heel klein tikje aan zijn pet of hoed cn gaat zoover moge» lijk van je af zitten en kijkt precies den anderen kant uit'; in bet eerste geval zegt hij mot een zekere hartelijkheid in zijn stem, net alsof hij je verwacht had, goeien morgen, en bedenkt Avaar hij over beginnen zal. Je ziet dat aan den denk» rimpel boven zijn oogen en je zou avcI tegen hem willen zeggen: „maak jc niet druk vriend, begin maar oa-er het Aveer", Avanf daar draait het natuurlijk toch al» toos op uit. Op die manier heb ik al menig gesprek op een bankje gevoerd (want mijn eigen tong zit van nature ook los in mijn mond) oa-er verschillende onderwerpen. Over ziekten cn gebreken, over grieven van allerlei aard (waar jc. toch niets aan doen kunt) ook Avel over reizen en lot» gevallen en als ik een keus moet doen heb ik die bet liefst1. Er zijn ook wel uitzonderingen op dezen algcmcenen re» gel, maar die konten zelden voor. An» ders zouden ze immers geen uitzonde» ringen zijn! Tavcc daarvan zijn me bij» gebleven. De eene Avas een man, die er een beetje norsch uitzag en alleen maar Avat bromde toen hij ging zitten. Ik dacht al: dat is een zwijger, maar op eens begon hij een praatje en Avel op een bijzondere manier. Hij zei namelijk: „Meneer, wil je een praatje mei' me maken" Ik antwoordde natuurlijk: „zeker, waarom niet?" „Waarom niet?" zei hij. „Dat is bet mou juist. Waarom niet!" ,,Ik begrijp uw bedoeling niet", zei ik, een beetje gereserveerd, Avant hij deed Avat vreemd. „Nou, dan zal ik het' maar zeggen. Omdat ik uit de bajes kom". ..Bajes?" vroeg ik, Avant toen kende ik dat Avoord nog niet. „Weet u niet, Avat dat is? Dc bajes, meneer, dat is de gribus, de doos, de pa» raplu, de nor dc bajes, dat is om hei' in mijn moêrs taal tc zeggen: dc ge» vangenis? Snap jc het nou?" „Volkomen", zei ik, „maar bet is niet noodig tc schrecuAven. Ik ben niet doof". „Dus je wil .nog wel met me praten. Dat valt me mee. Daar net heb ik het» zelfde gezeid tegen een heelen dertigen meneer, die ook op een bankje zat. Weet je wat hij deed?" Nee", zei ik. „Hij stond dadelijk op en wandelde Aveg. Dacht misschien dat ik de kolecra had. Ben jc niet hang?" „Waarom zou ik?" De woorden Ava» j£a rusrig cn de toon, hoop ik, was het ren, waar hij als gewoon matroos in den zeedienst ging, en weldra bever» dei\d Averd. Tromp s promotie op de vloot kan. niet bepaald gesteund zijn door bet feit, dat A-an 16091621 wapens til» stand (in den Tachtigjarigen Oorlog tegen Spanje) heenschte, die ails bet Twaalfjarig Bestand in de (historie staat aangeteckemd'. 'Maar niettemin Avas zij snel genoeg. Hij oniderscheididc zich 'bij, zijn meer» deren door .zijn ernst en toewijding, zijn p'lichisgetnoiuwlbeid en initelligen» tie. Hij was godsdienstig, en een eer» lijk merasoh. Men kon op hein an, en toen bij, eers't kwartiermeester, la» ter stuurman en luitenant en (reeds in 1624, d'us op 27=>jariigcn leeftijd) fre» gatikapitein Avcrd', bleek dat zijn on» dergesobikten aan hem verknocht Ava» ren en alles voor bom over hadden. Dc admiraal Priet Hein, die niet ge» woon was zich aan lofspraken te bui» ten. te gaan, getuigde nochtans van Tromp „dat alle deugden in em ver» ceraigd waren". En de admiraal sneu» velde tenslotte aan izijn zijde, want het was Tromp die in 1639 „De Groe» rte Draak" onder zijn bevel bad', toen Piot Heiin dood olijk Averd getroffen,. In 1637 weTd Tromp, toen juist veertig jaar oud, door den stadhouder prins Fredcrik Hendrik tot 'luitenant» admiraal benoemd, met Witte Coroe» lc-sz dc V'itlh als zijn vice»admiraal. Hij was tioen, een tijd aan Aval geble» ven, nadat men 'hem (om niet zeer duidelijke redenen) zijn scbip ontno» men had. En ?'-oedig brak nu de pe» rlodc van zijn hoogste glorie aan, na» dat bij eerst den. strijd had aanigebon» den met de Duinkerker kaper®, die overal de rijklbc laden vracht vaar ders der welvarende Hoililandsche koopïie» den hdaagden. In enkele jaren had» den de Duinkerkers zeshonderd -oop» vaardlijscihepen, voor het overgroote me er ended Nederlandsche en t'waalf oorlogsschepen veroverd. Een hun» ner vend zoo rijk, dat hij den koning A-an Spanje, cm van Item een hooge decoratie tc krijgen, een dozijn oor» logsscihcpcn als cadeautje thuds stuur» dc. Tijdens Tromp's gedwongen inaoti» viteit aan land was de ontevreden» heid óver de av an daden, der Duimker» kapers zoo hoog gestegen in den lan» de, dat dc luitenantsadmiraal Van Dorp te Vlissingen. en Veere ge» hoond en met steeraen geworpen Avas. Toen deze zijn ontslag genomen had en Tromp benoemd was kv/am er Avel verbetering dn den toestand, maar do roowcrijen der Duinkerkers Avarera volstrekt niet afgeloopen De provin» ciën moesten in dien tijd veel gold opbrengen voor den .oorlog tc land, Avaarbij Frederilk Hendrik met alle energie liet beleg van Breda doorzet te en tot een zege voerde en er w-as weinig geld voor de vloot beschik» baar. Gedurende het jaar 163S kon Tromp niet veel anders doen dan de haven van Duinkerken blokfceeren ook, maar eerlijk gezegd was ik niet op mijn gemak, 't Is waar, je verkeert in dc maatschappij en 't kan best ge= beuren, dat je in de tram naast een oplichter komt tc zitten en in de Groo» tc Houtstraat een ander passeert, die erover denkt zijn vrouw tc vermoorden maar dat is nog Avat anders dan op een bankje in den Hout', in een stille laan, waar geen sterveling voorbijkomt, vlak naast iemand te zitten die uit de gevangenis komt. Mijn antwoorden kalmeerden hem blijkbaar. De wcggeloopen deftige heer had hem stellig driftig gemaakt. We praatten een half uurtje over dingen, die mij niet aangingen en u dus ook niet aangaan. Toen staken Ave allebei een sigaar op en scheidden. Het andere geval Avas een man op leeftijd, die een grief had tegen een buurman, omdat die hem uit' zijn huis had gezet. Eerst dacht ik. dat bet feit was voorgevallen in Haarlem of omstre» ken. maar dat was zoo niet: het was gebeurd in Breda. Het mag een beet'je kleinplaatselijk klinken, maar van dat oogenblik af verminderde mijn belang» stelling. En toen het verbaal voortging kon ik het niet meer volgen. Er kwa» men te veel personen aan te pas. Buren en ooms en tant'cs en een grootvader van zijn buurman, die dan wel een bui» lengeAvoon boosaardige man moet zijn geweest. Eenmaal op gang kon de ver» teller zijn vaart niet meer stuiten. Lang» zamerhand kwam heel Breda er aan tc pas-, tot in het! verleden toe. Mocht ik hem geloovcn, dan Averd de grond A-oor liet onrecht da>t hem was aangedaan, al gelegd in het begin van de A-orige eeuw. Het Averd duizelingwekkend, ik zocht naar een middel om van hem af te ko» men zonder hem tc beleedigen, maar vond cr geen, Avant hij had een knoop van mijn mouw beetgepakt', Avat do vlucht nog moeilijker maakte. Maar de redding naderde. Naderde in den vorm van ccn plantsocnwachter, die op een paar pas af stands van de bank bleef staan en rustig zei: „De Groot!" De verteller bad' hom niet zien aan» komen cn schrikte op, toen hij zijn naam 'hoorde noemen. ,.Ja meneer",'zei hij onderdanig. „Zou je maar niet liever doorioo» pen?" „Ja, meneer." Hij stond van de bank op cn ging, zwaar beladen met zijn grieven, den Hout verder in. „Een onschadelijke man", zei dc plant SO'C'OW achter, „.imaar die een beetje maling geworden is. Als hij u weer lastiig valt, moet u maar zeggen: „ga weg of ik roep een plantsoen» wachter." Dan gaat hij dadelijk. De man van Aviera ik dezen keer ver» tellen avü, kwam langzaam aanslcn» teren. Hij zag er niet vroolijk uit, l'cp somber naar den grond te kijken en had niet dc minste aandacht voor het e.n een aantal kaperschepen, mem-en.. Maar 1639 werd het groote gloriejaar van zijn loopbaan. De Kardinaal Infant Ferdinand, die landvoogd der Spaanschc Nederlanden was cn, aam de Belgische grenzen door drie Fran&che legers en één Neder» landsch bedreigd Averd. had oan Imp uit Spanje gevraagd en kreeg die in niet geringe mate. Men zond hem 67 oorlogsschepen, waarvan, vier galjoe» men die met 5468 s-friklkem, geschut bewapend waren (hetgeen- i,n dien- tijd een geweldig aantal was), 45 schepen met 2044 stukken en 18 va-n- 17 en 18 stukken. Deze vloot had, met in» begrip van, 10.000 mam landimgstroc» pens in totaal 24.C00 man aam boord en stond onder hevel van den ad,mi» raai An toni a d' Oquendo. Het landingsleger moest blijkbaar te Duinikcrken aam wal worden gcizet, cn eer Tromp deze haven opnieuw had kunnen, bloktkeerem, liep de Duinikerlk» sche admiraal Miehïel Doorn op IS Februari met twintig schepen- uit. Tromp trok hem met slechts elf s,che» pen- tegemoet, sneed twee Duinkerkers van de rest af en- dwong ze tot over» gave, en (hield daarna tmeit z'n eigen admiraalsschip gedurende -drie uren, vijf schepen van den vijand in actie. Tenslotte weken zij. De Duinkcriksche a-loot Averd verslagen, nam de vlucht, en admiraal Doorn werd bij. zijn- terug» keer gearresteerd. Deze zege, van, het grootste belang voor d'c veiligheid' van onzen Oost» Indisch en. zeehandel, -werd in Holland met geestdrift begroet. Tromp en zijn kapiteins kregen gouden ketenen en eerepemningen van de StatencGeneraal, en de Fransche ge-zant Damonteau •schonk onzen admiraal, in opdracht van koning Bodewijk XIII, de orde van St. Michel. gezang der vogels in de boomen. Want het Avas n-og A-roeg in den morgen Door het lezen van d-ëtectivetwerhalen heb ik de gewoonte gekregen om tc overdenken. wat het beroep is van ccn voorbijganger, die mijn aandacht trekt. Deze Avas netjes gekleed. Zijn bewegingen warein rcgelmafnig, zijn houding was wat gebogen als iemand die veel zit. „Gepensioneerd ambte» naar", zei ik tot mijzelf. Som-s gaat dat op. Als je iemand ziet voorbijgaan met een rechten rug, een flinke regelmatige pas en een pakje dat hem niet goed schijnt te passen, dan kun je zeggen: „militair". Als je een ander ziet met -e.en flink postuur, een gezonde kleur en een uit» drukking op zijn gezicht: „bang ben ik niet en voor niemand", dan kan het zeer wel een aannemer wezen. Iemand die naar jodoform ruikt zal waarschijnlijk wel ,een medicus zijn cn een stevige boy met een waggelenden gang, een 'bruine kleur en een trui zonder boord, zal een zeeman zijn". Die waggelende garag komt van het in evenwicht blijven op een deinend schip ze kan ook van iets anders komen, maar dan is het verschijnsel volstrekt niet tot den zeem,anssfarad beperkt. Deze dctecfive»aardigheid is interes» sant maar je moet ex niet te veel op bouwen- Ik hclb eens demand ontmoet, die sterk gebruind Avas, den zeemans» gang had, naar jodoform rook en in weerwil van dat alles een hooge jus» titieelc ambtenaar uit Indië was, d'c dus een lange zeereis gemaakt bad en pas van den dokter kwam, die hem verbonden, had voor een polsfractuur. Sedert die ervaring ben ik Avat voorzichtig -geworden met beroepen te schrijven op 'het gc-laat van onbeken» de menschen. Maar met den ZAvaarmoedigen man die *smorgens vroeg op het bankje kwam toestappen, had :k het toch gc» raden. Het Avas een gewezen ambte» naar uit Rotter-dam, die t-erAvill-c van zijn vrouw in Haarlem was komen wonen. Maar geperasdonneerd was hij niet. „Afgevloeid1", ze-i hij met iets bit» ters in zijn stem, to era hij nog geen vijf minuten naast mij zat. ,.Afge» vlo ei d. Weet u wel wat dat bctec» kent? A'l je geperasioraraeerd moet worden weet je dat jaren van te vo» re-ra, je rekent er op, je zegt tegen jezelf: dan en dan wordt mijn inko» men minder. Je a-touav weet het ook, je kinderen, jc familie, allemaal, 't Is niet plezierig inaar je bent voorbes reifd. Maar afvloeien, dat is wat an» ders. Jc komt op een morgen op je bureau en weet van den prins geen Het duurde nu raiet lang meer of de tijding kwam dat de groote Spaanscbe vloot was uitgeloopen, era 'Bestewaêr Tromp kruiste weer in het Kanaal om den vijand te lijf te gaan. Dat Beste» vaêr oudsHollan dsch voor groot» vader, die Immers vaak -nog g-rooter liefde voor zij-n kleinkinderen heeft dan hun vader was de eereraaam die Maarten Harpertsz. Tromp van zijn manraen gekregen had. Officieren cn matrozen droegen 'hem, den een» voudigc, die wars van alle ijdelhcid en verwaandheid Avas, en. in wiens ge» zaghebbend inzicht zij allen het groot» ste vertrouwen stelden, innige be» wondering toe. In den strijd werden er Avonderen voor hèm alleen verricht. Hij was de man die niet alleen wist tc organiseeren en tactisch te bande» len, maar bovenal ook te bezielen. Dit is de grootste en noodzakelijkste eigenschap voor alle waarlijk»groote leiders. In contrast daarmee was de bitse, soms hevige en altijd harde na» tuur van- zijn vice»admiraal, Witte Corn-elisz. de With.... even moedig en energiek, en even. goed vaderlan» der al® Tromp, maar een tyran voor zijn ondergeschiktera. De With kon Tromp's gezag slecht verdragen en daardoor was de verhouding tussohen die twee verre van goed. Zij hadden zelfs ernstige conflicten gehad. Maar tegenover den naderenden ovenmachtigen vijand sloten zij zich aaneen. Toen de trotsdhe Spaanschc vloot naderde was dc Hollandsche slechts 18 schepen sterk. Bezield door den vurigen geestdrift a-an de With stemde de bedaarde Tromp erin toe om met dit zwakke vloot deel den vijand slag te leveren. In een strijd van vier uren. slaagde d' Oquendo er niet in om eer voordeel -te behalen dan de vernietiging van een Neder» kwaad; daar komt .de bode en zegt, of je dadelijk even bij den burgemeester komcra walt. Je gaat cn denkt: wat zou er. wezen! De burgemeester kijkt jc een beetje raar aan, net of bij zelf geen plezier in "t gesprek heeft. „Gaat u zitten." Bij dc eerste woorden hoor jc al dat hot mis is, ,,'t Spijt mij, dat ik een slechte tijding voor u heb!" Hij wacht even, je wordt beurtelings waitm en koud, je zou Avat willen zeg» gen-, maar je kunt niet. Dan, gaat de burgemeester aroort: „Burgemeester era Wethouders hebben tot hum leed» wezen moeten besluiten, wegens de bezuiniging, u op wachtgeld tc stel» len. „Als dc financiën der gemeente cr raiet toe dwongen...." Jc hoort de rest al niet meer, alleen zoo'n beetje klank van vriendelijke Avoorden ..groote Avaardeering.... altijd trouw ge» arbeid darak van de gemeente jc wankelt zoo wat de kamer uit cn jc hebt niet eens gehoord, waaneer het wezein moet. Je informeert: aan 't eind van de Aveek dan is juist de maand om. een collega kan jc werk overnemen. Je bent afgevloeid. Zoo» iets als a-uil wafer. Over een Aveek gaat het Stadhuis je raiet meer aan. En. je moet voortaan een baantje zoc» ken, dat de menschen je n.iet willen geven of waar je zelf geen plezier in nobtl" „Dat moet buitengewoon onaange» naam Avezen", zeg ik. ..Er is één troost: u bent de eenige niet". Dit schijnt hem inderdaad te troos» ten. Ik heb nooit begrepen waarom, maar uit ervaring weet ik dat het zoo is. Als je zelf je neus kAvijt bent (af» gebeten door ccn kwaadaardigen hond bijvoorbeeld) is het -dan een troost, dat cr twee straten a'order een man woont, die zijn neus kwijtgeraakt is bij ccn auto»ongcluk? Ik kan het niet bc» grijpen. Als jc duiten gehad hebt, maar zc kAvijt geraakt bent, is het dan een troost, dat je neef net in 't zelfde geval verkeert? Maar Avaartoe langer filosofccrcn? Het schijnt eenmaal zoo te moeten zijn: als je iets onplezierigs overkomt, is het een troost, dat anderen in 't zelfde geval verkeeren. Wanneer het iets ple» zicrigs is, schijnt het juist andersom te zijn: dat nemen de menschen elkaar kwalijk. Vreemde Avereld. Enfin, dc troost» grorad werkte weer bij den afgevloei» den ambtenaar. Als hij er mee tevre» den Avas, waarom zouden wij het dan niet wezen. Maar plotseling zei hij iets, dat mij buitengewoon verwonderde: „En dan dat lot uit de loterij!" Ik Avecrhield een vraag, die on-bc» scheiden had kunnen zijn, maar hij ging er zelf op door: „Want ik heb een prijs uit dc loterij getrokken". „Dat moet dan toch gjjed tc pa® ge» landsch schip, dat in dc lucht a-loog. Hij „hield af", maar werd door Tromp achtervolgd, die ter hoogte vun Duin: kerken door 12 schepen onder bevel van Banckers versterkt werd, waarop de Spaanschc vloot een bevriende Engelsche haven (The Downs Duin®) binnenliep. waarbij zij twee schepen aan de Hollanders verloren. Daarna werd dc toestand zeer pre» cair, want de Eragclsc'hen 'bleken er steric toe geneigd te zijn om hun neutraliteit ten voordcelc van Spanje te schenden. In Holland achtte men een oorlog met En-geland erger dan de garasche Spaansche vloot, en. dc Staten aarzelden. Intusschen, bleef Tromp Duins blokkecren, en toen tenslotte bleek dat de Engelsche koning geen steun in den lande had voor zijn oorlogszuchtige plannen werd i-n vier weken tijds een nieuwe Hol» landsche A-loot gebouwd, die met Tromp's schepen tezamen 95 sohepera en elf branders telde. Dc Engelsche admiraal Pennington trachtte d'Oquendo te 'bewegen om dc T-eede te veriaten, maar de Spanjaard wei» gerde, op grond van gebrek aan mas» te-n en stengen. Tromp zond hem d'e, waarop hij verklaarde gebrek aan kruit te 'hebben. Hij vroeg erom aan Pennington, die het verzoek door» zond aan Tromp. Wel een merkwaar» digc gang van zaken! Maar zoo belust waren de Hollanders op een besi's» si-rag dat zij zelfs in dit verzoek toe» stemden onder voorwaarde alleen dat de Spaansche vioot dc haven zou verlaten. Maar dat deed zij niet, en ■herhaalde het verzoek ook raiet meer. waarop de Hollanders haar op de roede zelve aanvielen, Onze macht was in zes sm al de el en gesplitst, die resp. onder bevel stonden vvra Tromp Eve-rtsen. Cats, Denys, Jol en Witte de With. De laatste had de ondank» bare era A-oor zijn karakter schier on» dragebjke taak om af te wachten, en de Engelsohen te observecren. Lang duurde deze zeeslag niet, en dc nederlaag der Spaanschc vloot was ontzettend. Zeventien Spaansche schepen werden door branders ver» nield, een aantal andere in den grond geschoten en een vijift'cnta'l door de Hollanders veroverd. In totaal verio» ren dc Spanjaarden meer dan veert g schepen e-n zevenduizend man. Met twintig schepen vluchtten de admi» raals d' Oquendo en Van Doorn naar Duinkerken- Het totale Hollandsche verlies bedroeg één schip cn 100 man. De Engelsohen hadden geen deel aan den strijd genomen, cn Witte de With was dus met zijn 30 schepen ook werkeloos gebleven. De Nederiaradschc vilootibevelhclb» bers, en A-ooral natuurlijk Tromp, Aver» den na deze schitterende zege geest» driftig in Holland gehuldigd, en met eerbewijzen overladen. Maar Tromp bleef de eenvoudige, d'e zich niet op zijn succes liet voorstaan- Gedurendc het jaar 1640 voerde hij een soort van guerilla»oorlog ter zee tegen de Duinkerker kapers, cn. door hem en ook door minder vermaarde Hollandsche scheepsbevelhebbers wer» den Avonderen van dapperheid ver» richt. In 1641 bracht Tromp, met twintig oorlogsschepen onder -zijn bevel, den jeugdigen zoon van stadhouder Fre» derik Hendrik, die prins Willem II zou Avorden, raaar Engeland over. waar de prins in het huAvelïjk trad met Mary Stewart, dochter van 'koning Karei I. In 1642 bezocht 'hij Av.eer komen zijn", waagde ik op te merken. „Dat zeggen ze allemaal. Jc zou zeg» gen. hé, als je een tientje krijgt van de honderdduizend „Van dc honderdduizend! Dat wil nogal wat zeggen" „Nadat de Staat er het zijne \-an gc» nomen heeft. Een wonderlijk ding. Er wordt aangekondigd honderdduizend en als 't er toe komt, betaalt dc Staat vijf en tachtig uit. Vijftien procent voor de moeite. Als een particulier ccn ton be» loofde cn vijf en tachtig mille uitbc» taalde. „Maar een tiende van vijf cn tachtig is ook een mooie duit". „Ik wou, dat ik den prijs nooit ge» kregen had", zei hij heftig. „U moet weten ik speel al wel vijf cn twintig jaar. Nooit iets gehad, niet eens eigen geld. Altijd er in tot de vijfde klasse en dan op het laatste oogenblik een krats. Soms op den allerlaatsten dag. „De pechA-ogel" noemden zc mij op het Stadhuis te Rotterdam. Daarentegen een van mijn collega's op het bureau precies andersom. Soms ccn kleine- prijs, soms een groote, anders eigen geld. Die lachte me uit. „Jc hebt cr geen slag van", zei hij altijd. „En hoe doe jij dan?" vroeg ik wel. Dan trok hij een geheimzinnig ge» zicht. „Dat kan ik je zoo niet zeggen. Het is een slag. Jc hebt het of je hebt het met". „Loop naar de maan", zei ik cn jian lachte hij maar weer, zoo sarrend dat ik hem wel een klap had willen geven. Maar je kunt als ambtenaar op het Stadhuis toch niet vechten! Maar wat gebeurt er? Hij was altijd platzak. Nooit had hij een cent over. Op ccn goeien dag komt hij bij me en zegt: „ik heb geld noodig. wil je mijn tientje over» romen? Het is een. staartnummcr, de honderdduizend is er nog in cn je weet ik heb altijd geluk". Ik had al een twintigje cn zoo dik zat ik ook niet in de dubbeltjes, maar 't was of ik voelde, dat cr iets op val» hn zou. We handelden ccn beetje, hij avou vijf rijksdaalders, ik bood een tientje, ik kreeg het. Den volgenden dag valt op zijn lot de honderdduizend, op het mijne natuurlijk weer de ge» Avonc krats. U kan begrijpen welk ge» z:cht hij trok. „Je mocht avcI met hem deelen", zeiden dc collega's, maar aan dat oor was ik doof, dat begrijpt u, maar ze zeurden zoo lang, tot ik hem eindelijk vijfhonderd gulden gaf, als troostprijs. Het ging als een looperad vuurtje, dat ik een portie van dc honderdduizend gewonnen had; dat begrijpt u. Een broer van mijn vrouw, een kerel waar ik altijd een hekel aan had. zei tegen mijn a-rouw het avss een half lot ge» wccst. Mijn vrouw, een beetje wantrou wig uitgevallen, vroeg: „jc bedot me toch niet!" Bewijzen kon ik natuurlijk niet, dat het maar een tientje geweest Engeland om dc NccTerlancfsche ge# delegeerden Borccl cn Van Rcns» woudc af te halen, cn werd door den koning en dc koningin ontvangen. Daarna trok hij opnieuw op dc Duin» kerkers los 'en behaalde een serie suc» cessen. In samenwerking met een Fransch leger onder den prins van Enghicn sloot hij Duinkerken 111 en (bracht het in 1646 ten val. Daarna kwam in 164S dc vrede vara Munster een eind maken aan den oJndeloossclrijnenden strijd met Spanje en er A'olgde ccn vredestijd op die ter zee precies vier jaar duurde. Toen barstto do eerste Engclschc zeeoorlog los. D, Vice=AdmiraI Witte Corueliszoon de With. Dc verhouding tusschen Engeland en Holland was verslechterd door de groote handelsAvelvaart van de Rcpu» bliek, gebaseerd op Oost»Indic. die den Engelschen naijver had opgewekt. Na dat de Britten hun koning vermoord hadden Averd dc verstandhouding nog moeilijker door de bekende Acte van Navigatie, die voornamelijk tegen dc Nederlandsche vrachtvaart Avas ge# richt. In 1652 ontmoetten de vloten van Tromp en Blakc elkaar. Blake vuurde eerst twee schoten over Tromp's adrni# raalsschip, mogelijk als saluutschoten bedoeld, en toen die onbeantwoord bleven loste hij ccn derde op het schip zelf, dat twee matrozen ver» wondde. Dit Avas het begin van den oorlog. Na vijf uur bleef dit eerste zeegevecht onbeslist. Het kwam de Hollandsche regeering buitengewoon ongelegen, cn de Raadpensionaris Adriaan Pauw ver» trok naar Engeland om het conflict uit den Aveg tc ruimen, maar zonder suc» ces. De oorlog werd doorgezet. Tromp was inmiddels bij velen in ongenade gCA-allen, en toen zijn vloot van 96 schepen, met 11000 strijders bemand, door een storm uiteengedreven was, benutte men dit als een geschikt voor» ■wcndsel om hem het opperbevel te ont* nemen. Hij behoorde bovendien tot de Stadhouderlijke partij, die na den dood van prins Willem II vrijwel nöets meer te vertellen had. Maar spoedig zag dc regcering in dat zij tegen haar eigen belang had ge» handeld, en nog in 't zelfde jaar gaf men Tromp weer het opperbevel in Jariden. Intusschen was ccn arade.-e groote vlootvoogd op het tooraeel verschenen. De Vlissinger MichicI Adriacnszoon dc Ruytcr had met 30 schepen bij Plymouth den Engelschen admiraal Ascuc met 4# schepen volkomen verslagen. Hij deed -ijdens Tromp's afwezigheid dienst on» was. Wil u wel geloovcn, dat ze nu nog niet heelemaal gelooft, dat ik niets ach» tergehouden heb? Daar begon het al mee. Maar toen die plannen! Mijn vrouw avou een beter huis en mijn doch# ter een stuk of wat nieuwe japonnen, mijn zoon ccn motorfiets, als het dan geen autotje lijden kon vader is al# tijd zoo krenterig zeiden ze. Dat was 'het eenige, Avaarover ze het eens waren. Yader was altijd zoo krenterig. Mijn zwager kwam geld lecnera. Met een paar duizend gulden kon hij een aardig zaakje overnemer, Ik kcrade die aardige zaakjes van hem bij ervaring zc lie# pen altijd op niemendal uit. „Geen cent", zei ik. „Weet avcI, wat je doet?" zei hij. „ik zet geen voet meer in je huis." ..Dat is mijn minste zorg", zei ik en hij ging. Maar niet voordat hij mijn vrouw nog eens flink tegen me opgezet had. Mijn eigen familie wou een feest» diner hebben- Dat was toch het minste Avat ik geven kon. Ik maakte cr een avondpartij van. die een hand met geld kostte. Toch zeiden ze nog dat ik kren# ■terig was. Op 't laatst kon het mij niet jncer schelen, ik zag het geld toch Aveg» smelten onder al die bcreidAvillige ham- den, Je weet nooit hoe gauw geld weg» s-nclt, vóórdat jc het geprobeerd hebt. 't Heeft precies acht maanden geduurd, op den dag af. Toen was alles op cn niemand wou het geloovcn. toen ik zei: ..dit is de laatste rijksdaalder, 'k Had van alles bock gehouden, ,,'t Papier is geduldig", zei mijn familie. Het eenige wat ik van mijn tientje van de honderdduizend overgehouden heb, zijn drie slechte humeuren thuis cn bovendien dure gewoonten in de toe# komst, want die leggen mijn vrouw en kinderen zoo gauw niet af. Ik heb alles gegeven, niets voor mij zelf gehouden en ik hect moer dan ooit dc Krent. Toen mijn zoon dat woord nog eens ge# bruiktc werd ik woedend. „Nou wordt Pa nog zenuwziek ook", zeiden- zc. Hij stond op om ver#cr tc wandelen. Ik zei ccn vriendelijk woord over „geld, dat toch niet gelukkig maakt" of zoo. Jc moet toch wat zeggen. „En speelt u nu niet meer in dc loterij?" Hij bleef nog even staan cn zei toen: „ik kan het toch niet laten. Maar als ik ooit Avecr een prijs trek, zeg ik cr niemand wat van, mijn vrouw n-ict, mijn kinderen niet cn mijn familie niet. Ik doe het op de spaarbank cn laat de rente oploopen. Als ik dan dood ben. moeten ze maar beslissen wat zc cr mee willen doen, ik zal het dan ten minste niet meer Avetcn". „U heeft gelijk", zei ik. „Goed suc# ces". Als ik hem ooit weer ontmoet, zal :k toch eens vragen hoe het verder gegaan is. Mij zal hij het zeggen. FIDELlQi J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 5