HAARLEM'S DAGBLAD UIT DEN RAAD. FLITSEN FEUILLETON PAPIEREN ROZEN DONDERDAG 19 MEI 1927 DERDE BLAD De belastingvoorstellen en het lot der electriciteits- tarieven 14 dagen uitgesteld. Het vraagstuk van de gehuwde onderwijzeres. Woninghuren. Een uit zicht over 't Zuider Buitenspaarne, en het Huis te Zanen. kon dit al voorzien toen in November de verlaging der ekctriciteitstarievon werd aangenomen. De- heer Joosten wildé de zaak met plezier nog in dezen ouden Raad bes handelen, maar niet in deze zitting, en tenslotte werd men het er over eens om over 14 dagen ermee door te gaan. Alles werd aangehou» den, ook het heffingspcrcentage. Een klein intermezzo had plaats: den op* per»stcnograal moest nog gevraagd worden ofde over veertien dagen kon vergaderen. Maar. het bleek gelukkig te kunnen, en gehoord den heer d' Oliveira hamerde dc burgemeester punt 16 voor heden af. Het zal over veertien dagen wel een interessant debat worden. Het hoofdnummer van het pro* jgramana stond heelemaal achteraan vlak voor de benoemingen. Het was natuurlijk het voorstel van B. cn W. om het hcffingspercentagc van dc be* lasting op 1/4 te stellen, de opcenten op het personeel te verminderen van 50140 tot 50 (ingaande 1 Januari 1928) en de verlaging der elcctrici* tcitstarieven die zou ingaan op 1 Juli as.) niet tc laten doorgaan. Daar tegen was inmiddels een sociaal*dc* mocratisch voorstel ingediend, strek* kende tot een andere berekening van de opcenten op het personeel, waar* door de progressie gehandhaafd zou blijven en de kleine inkomens dus meer van de verlaging zouden profi* feeren dan de hoogere. De S. D. A P. liet het niet hierbij. Zij opende het debat bij imonde van haar fractieleider, den heer Gerritsz, die onmiddellijk begon met de verkla* ring dat zX deze Raad niet bevoegd meer was tot de behandeling van zulke ingrijpende voorstellen als B. en W. hadden gedaan. De nieuwe Raad zou zich hiermee moeten be* zighouden- De heer Gerritsz stelde voor om alles aan te houden behalve 'dc vaststelling van 'het 'heffingspcrcen* tage, nadat hit ten aanzien van het S- D. A. P^voorstel te kennen had gegeven dat de Raad niet voldoende tijd van voorbereiding had gehad. Wethouder Slingenbcrg begreep daar niets van. Gebrek aan voorbe* reiding bij de hceren Gerritsz en Joosten leek heim een raadsel. De wethouder merkte op dat uitstel tot den nieuwen Raad (dus in September) tengevolge zou hebben dat de ver* laagde electriciteitstaricven een vol* dongen feit zouden zijn. Die moeten voor 1 Juli zijn afgedaan, anders zit* ten wij ermee, zei de heer Slingen* berg, en het leek wel alsof het een 'of anderen verouderden misstand gold anplaats van een tariefsverlaging die •dc Raad pas een half jaar geleden ilieeft aangenomen. Dat was ia No* vember, en toen wisten B. en W. al even precies als nu hoeveel de an* Tiexatie zou gaan kosten, en dat de Kamer de wet op de personeele be* lasting zou herzien. Toch vond men toen voldoende redenen aanwezig voor een belangrijke verlaging van de electriciteïtstarievcn.die nu ineens weer zou worden ingetrokken. Duide* lijk is deze politiek allesbehalve. Wethouder Slingcnbci-g deed zijn best om gelijktijdig aan te toonen: Je dat zijn voorstellen niet zoo belang* rijk zijn dat ermee op den nieuwen Raad gewacht behoeft tc worden; 2e dat zij zóó belangrijk zijn dat er on* verwijld over beslist moet worden. Het psychologisch moment, zegt de twethouder. is daar. Er zijn gean* nexeerde Heemstedere die al bcslo* ten hebben om te verhuizen, er zijn cr die al besloten hebben om tc blij* ven, en daartusschen aarzelt een groote categorie twijfelaars. Geef ze een belastingvoordeel, cn de balans slaat ten voordeelc van Haarlem door. Het klonk wel belangwekkend, ttnaar ik werd niet overtuigd van het bestaan van die groote categorie, en van de noodzaak om een zakelijk besluit tot verlaging der electricit-eits» tarieven na zes maanden weer in te trekken zonder dat cr iets in de al* gemeene situatie is veranderd. Dit is geen proeve van veel systeem, van lijn in de financiëele politiek van iB. en W. De „choc des opinions*' leidde tot oen vlot argumentenss teekspelletje tusschen den wethouder eenerzijds en de hoeren Gerritsz en Joosten ander* zijds, waarbij beide partijen eenige van hun mooiste argumenten zorg* vuldig in reserve hielden. Niet dat de heeren het mij verteld hebben, maar 't was duidelijk merkbaar, en dc heer Joosten erkende het trou* wens toen hij op een „We zitten er nu toch middenin", ,van den wethou* der, triomfantelijk antwoordde: „Nee we zijn nog lang niet middenin". Ilandiglijk bracht dc wethouder nog het argument te berde dat de herrie^ ning van de wet op de personeele be* lasting, die o.a. tengevolge heeft dat zesduizend perceelcn in Haarlem er nu buiten vallen, het in elk geval noodig maakt dat de Raad de kwestie van de opcenten opnieuw in ovcrwe* ging neemt. Heel waar, maar men Een vrij levendige discussie ont* stond govcr een dierbaar oud vraag* stuk: de gehuwde onderwiizeres. De heer Boes leidde dit tournooi met de vriendelijke .bezadigdheid die hem kemerkt, en eindigde met een persoonlijk succes te boeken. Een schoolhoofd had een onderwij* zeres, die volgens zijn uitgebracht advies uitstekende qualiteiten bezat, blijkbaar alleen niet aanbevolen om* dat zij gehuwd was, en omdat dit een overwegend bezwaar voor den inspec* teur en B. cn W. zou zijn. Daarover interpelleerde de heer Boes, en hij stelde een drietal soherp*geformu« leerde vragen aan B. en W- Wethouder Bruch was in zijn ele* ment, en hield een betoog dat op iedere rechtbank indruk gemaakt zou hebben. Hii voelde dit blijkbaar zelf,?: en sprak den voorzitter bij vergis* sing als „meneer de president" aan. Ik hoop dat de wethouder niet eerst* daags een reactie in de Jansstraat krijgt, een pleidooi in politieke allure opbouwt cn den president als „meneer de voorzitter" betitelt Dat zou eiger zijn. Hier ten Prinsenhove kijken wij zoo nauw niet. Ondanks dc finesse was de strek* king van mr. Bruch's betoog du ie genoeg. De meerderheid van B. en W. beschouwt het enkele feit van het ge* huwd zijn van een onderwijzeres niet als een belemmering voor baar be* noeming. Maar cr zijn andere motie* ven in bijzondere gevallen. In dit ge* val b.v. beschouwde de wethouder den leeftijd van de sollicitante (49 jaar) als een overwegend bezwaar. De ervaring leert dat onderwijzeres* sen veel minder gaan presteerqn na haar 55ste jaar, en dat het onderwijs op een school er bepaald onder lijdt als er teveel van deze oudere leer* krachten zijn. Verder is de wethouder geneigd om bij overigens*gelijkc om* standighedeu dc voorkeur te geven aan ongehuwde candidaten, en dat wel om economische redenen. Zoo* velen loopen vrij en verlangen ernaar om een betrekking te krijgen, oin promotie te maken. Laat men dan ge* huwden voorgaan, dan leidt dat tot een opeenhooping van salarissen in weinige gezinnen. Daarentegen was de wethouder cr wel voorstander van geweest om de benoeming van een ge* huwde onderwijzeres te bevorderen toen de man (tengevolge van ziekte) het gezin als kostwinner dreigde tc ontvallen. De heer Boes scheen tamelijk wel bevredigd door de uiteenzetting van mr. Bruch, maar hij stelde toch nog voor om de aanbeveling terug te zenden aan het bewuste schoolhoofd met de opmerking dat de Raad de motiveerinrt niet iuist" achtte en de vraag of hij deze aanbeveling niet wilde herzien. Dit voorstel werd aangenomen met 1714 stemmen. Voor waren de S. D. A. P.'ers. dc Communist, de twee V. D. twee van de vier Vrijheids* bonders. (Dr. G. Adrian en mej. Bcr* denis van Berlekom), en de heeren v. d. Kamp en de Boer. Eer het tot stemmen kwam was er nogal wat vinnig debat geweest, waar* in de heeren Castricum en de Braai zich erg vierkant en principieel tegen dc gehuwde onderwijzeres uitspra* ken en mevrouw Maarschall en mej. Van Vliet nogal vertoornden. Er werd zwaar geïnterrumpeerd. Me* vrouw Maarschall zei dat zij de liee* ren nooit bezwaren ertegen had hoo* ren opperen dat de gehuwde vrouw er aïs werkvrouw op uittrekt. Als het maar minderwaardig werk is, d.w.z. werk d3t minderwaardig betaald wordt, hindert het niet, zei mevrouw Maarschall bitterlijk. De heer Castri» cum zei dat hij 't betreurde dat ge* huwde vrouwen uit werken moeten gaan maar dat hij daaraan niets kon doen. Hieraan kon hij wel wat doen, en daarom stond*ie dan ook op de bres. Temidden van dit woeden der prin» cipiëele hartstochten stond de wet* houder van Onderwijs bedaard en tactvol. Mevrouw Van Loov zei dat tegen* woord'ig de maatschaimiï voor alles zorgt, dat de mannen genoeg vefdie* nen en dat de biosooqD*cxq]oitanten anomaal rijk worden. Mevrouw bleef buiten dc „sexswar". die- in dit debat af cn toe niet onduidelijk tot uiting kwam. Mevrouw bleef cigcnl buiten de heele zaak. Er was voorts een debat over wo* ninghuren naar aanleiding van een voorstel van B. cn \V. o:n de huren voor dc woningstichting Het Oosten en de woningbouwvereeniging De Voorzorg op f5 en f5,25 tc bepalen. De heer Peper wilde ze allemaal o>p f4,50 stellen en de gemeentebijdra* gen verhoogen, de heer Joh. Visser daarentegen wilde de huren een kwartje per weck hooger maken. De wethouder van Openbare Wcr* ken hield daarbij wceT een rede over zijn stelsel tot opruiming van krot* woningen, gebaseerd op vele jaren van ondervinding en vele Raadsuit* spraken. De nog bestaande 900 krot# woningen worden geleidelijk als zoo* danig afgeschaft en tijdelijk als werk* plaats en pakhuis benut. Een op* schuivingsssystccrn wordt toegepast. Men kan ze niet ineens door duizend nieuwe woningen vervangen. „Dat kan wel", meende de heer Vis* ser, die er een eigen woningpolitiek op na houdt, zooa's ons sinds eenigen tijd vrijwel bekend is. ,X)oor nieuwe krotwoningen"... schamperde een stem. Tenslotte werd het voorsteLPeper met 312 stemmen verworpen, het voorstcLVjsscr met 258 cn een voor* stel*Wolzak, dat den Raad de vrijheid liet om elk jaar de bijdragen in de exploitatie opnieuw vast tc stellen, met 1716. Waarna het voorstel van B. en W. er z. h. s. kwam. Naar aanleiding van een voorstel tot verkoop van grond aan de Mar* nixstraat en de Buitenrustlaan kwam er ongerustheid aan den dag betref* fendc de schoone uitzichten op het Zuider Buitenspaarne. Mej. Berdenis van Berlekom verzekerde dat een mooi uitzicht zou teloor gaan cn was daarom tegen het voorstel. Het cri* tieke punt blijkt ten Zuiden van het pontje en ten Noorden van de nieuwe Buitengewone school te liggen. De Commissie voor Openbare Wer* ken is gaan kijken, en heeft zich te* vreden getoond omdat er een mooi uitzicht zou overblijven. Maar deze commissie wordt vaak miskend. De Raad hield het voorstel van B. cn W. aan, op voorstel van den heer Koppen, die nu wil gaan kijken. In zoo'n geval moest het col* lege eigenlijk dc zitting schorsen, een dozijn taxi's laten komen, zich meteen ter plaatse laten brengen en een half uur later besluiten. Dat zou vlot re* geeren wezen. Het voorstel om lokalen in het Huis te Zaanen voor het onderwijs beschikbaar te stellen werd ook aan* gehouden. De hceren van dc Kamp en Scholl kwamen beiden in verzet, omdat de schenker in rijn brief heeft gezegd dat de bedoeling is dat het l.<iis als monument bewaard zal blij* ven. Waarom is de meening van den heer Brcdius niet gevraagd? Bij de rondvraag pakte de heer Peper uit over do belangen van de Schotcnsche wcrkloozen. Ik verwijs naar ons verslag. R. P. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regeL Als n van geregeld veranderen houdt, moet u niet met C ADEN A beginnen. Dan rondt o n* aard geweld aan doen. Want wie met' CADENA begint. blijft b-j CADENA! In de voornaamste sigarenwinkels. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 900 KNOOFEN VASTMAKEN Jantje hoort moedor roepen dat het ontbijt! klaar is trekt zijn sporthemd aan begint de knoopen vast te maken cn loopt naar het raam om te kijken of er ook ictSs te zien is raakt verdiept in de aar, schouwing van den vuil nisman. die van huis tot huis gaat ontdekt dat een knoop j in 't verkeerde knoops* gat is geraakt in herstelt de fout leest een bladzij m zijn nieuwste boek en inaakt gedachteloos twee knoo* pen weer los staakt bet knoopen tij* delijk geheel om even naar rijn nieuwe post* zegels t'e kijken moeder roept dat hij geen jam krijgt als hij niet onmiddellijk bene* den komt voltooit zijn toilet in 154 seconde (Nadtuk verboden.) HONDERD JAREN LUCIFER. HET GEHEIM VAN FOSFOR. Wanneer «wij ons tegenwoordig dfoor het sne'Me aanstrijken van een lucifer vuiuir voor onze sigaar verschaffen, denken wij er niet aan,, hoeveel werk en moeite het den mensch een eeuw geleden kostte om vuur te maken. Destijds werkte men nog omslachtig met steen en staal, die als (dikwijls fa* lend) wrijfvlak dienst decdi en had ten hoogste nog eenige „chemische" vuurwerk tuigen beschikbaar, weinig deugdelijke apparaten, die vaker faalden dan hun werk deden, öe luci* fer eerst heeft de menschlheid van deze moeilijkheden en bezwaren ver* lost cn het is deze maand juist hon» derd jaren geleden, dat de eerste luci* fer die practdsch bruikbaar was, werd uitgevonden. Londensche bladen her* inneren er aan, dat John Walker in April 1927 in zijn nog bewaard gebïe* ven dagboek vermeldde, dat hij een doosje met honderd ^.wrijfhoutjes" voor een schilling ha.d verkocht. De meeste historische beschrijvingen van de uitvinding van de lucifer vermei* den Walker in het geheel piet, want hij had ge-lijk zoo menige andere uit* vmder, geen, geluk cn heeft niet de vruchten van: zijn arbeid geoogst. In de lange geschiedenis van de pogin* gen, een practische lucifer tc vervaar* ■diigen, komt hen echter dc roem toe, deze taak te hebben volbracht. Nadat Robert Bovle in 1780 het alchemist-en* geheim van fosfor had openhaar ge» maakt, heeft men herhaaldelijk ge* tracht van fosfor en zwavel een brand bare massa te maken, die de plaats van staal cn steen zou kunnen irnn-e* men. Dc onderzoeker Pe-yla in Turijn, wieai het gelukte, dle zelfontbranding van de fosfor aan de lucht te voor» komen, bracht de naar hem geno-em* dc kaarsen in dem handel, die be* stonden uit een ongeveer vier duim langen wassstok. Deze staaf was aan het eenc einde overtrokken met een mengsel van zwavel, fosfor en, olie en in een glazen buisje gesmolten. Brak mem het buisje cn, trok men de lont er uiit. dan behoorde zij feitelijk ter» stond te ontbranden: maar dat bleef herhaaldelijk achterwege en boven* dien waren de Peyia*kaarsen wegens haar breekbaarheid gevaarlijk. Later vond dc P3rijschie apotheker Derosne een vuurw-erktuig uit, waarbij een zwavelstok niet geiijïk tot dat oogen* blik dooT het doop en in een vLoei* stof, maar door wrijving te-gen een ruw voorwerp tot onltbramdóng werd gebracht. Dit was dus de laatste voor* loper van de lucifer. Maar de laatste stap moest nog gedaan worden. De Londensche chemicus Cooper moei reeds in 1825 een dergelijke lucifer hebben vervaardigd, maar zijn uit* vinding kwam niet in den handel. Dc eerste, die lucifers verkocht en daarmede haar zegetocht door d'e we* rcld baseerde, was John Walker, die in 1781 te S:ockton*on*Tees was ge» boren. Hij zou dokter worden, maar hij was zeer angstig voor operatics: daarentegen was zijn lievelingsvak dc chemie cn- zoo kwam het, dat hij apotheker werd. Twee jaren vo-or hij dc fosforlucifer uitvond, had hij een mengsel, dat uit gelijke dcclen chloor* kali cn antimomumsulfide bestond als „percussie-pocder" verkocht en daar» door zal hij vermoedelijk tot de uit» vinding van zijn lucifer zijn gekomen. John Walker was een bescheiden man. die cr niet aan daoht. zijn hout* jes tc laten patentecron. Hij verkocht in den loop van het jaar 1827 en in dc beide volgende jaren 168 doosjes van zijn lucifers. In iedere doos bevond rich een stuk glaspapier en het vuur werd voortgebracht door wrijving van den luciferskop tegen dit papier. Wetenschappelijke tijdschriften hiel» den zich met zijn uitvinding bezig en daardoor kwam een man met meer commercieel inzicht op het denkbeeld de zaak te e-Xploitecrcn. Dat was Samuel Johns, die nu zijn „lucifer* houtjes" op de maiikt wierp en er goede zaken mee maaktc.Toen Walker er van hoorde, verloor hij alle interes* se voor zijn uitvinding cn gaf dc ver* vaardiging van zijn lucifers op. EEN GENEESMIDDEL TEGEN BIJZIENDHEID? DE ONDERZOEKINGEN VAN CROWDER. Tn de bijlage van de ..Oil, Paint and Drug Reporter" maakt de bioloog William Crowdej melding van de proefnemingen, d'ic in de laboratoria van, het Amcrikaansche chemische concern het geheim van den Thymus een ondier den bovensten borstbeen* rand liggende inwendige klier beoogen te ontraadselen. Aan de hand van zijn omvangrijk materiaal verklaart Crowder, dat de verwijdering van dc Thymusklier bij hoogere dieren, beha!* ve de reeds bekende storingen in dc beeradfarkalk cn gebreken van anderen aard, ook vermindering van het rege* nerabievefmogen tengevolge had- en in heit bijzonder een langzaam intreden* de, maar otcverbiddellijk voortschrij* dende verslapping van het oogappel* weefsel. Deze ziekteverschijnselen bleken te bestrijden door toediening van versch Thymuskicrenpreparaat Crowder wijst er nu op. dat bij den monsch de Thymus klier alleen gedti» rende de groeiperiode werkzaam is, doch tusschen het achttiende en twin* iiigste levensjaar geraakt rij geheel op d'en aohtergrond. Do bekende ont* aarding van den oogappel, die dc kortzichtigheid veroorzaakt, wordt naar de meetring van Crowder niet al* leen verwekt door d« sterke inspan* ning van het gezichtsvermogen in de o-ntwikke'l-i ngsj a ren,. Het is wel een feit, dat bij kleine kinderen (niet zeer weinig uitzondering normale, in ieder geval echter geen bijziende oogen zijn waar te nemen: maar het is eveneens een feit, dat meer dan dc helft van a'Uc porsonenc, die zich uit hoofde van hun beroep voortdurend niet 1c» zen cn schrijrven rn-oaton, bezighouden en daarbij in het algemeen cr niet op bedacht zijn, hun cogen tc sparen, over normale oogen beschikken. Op grond nu van zijn onderzoekingen vermoedt Crowde r. dat een oogappel* weefsel met matig weerstandsvermo* gen het gebruik door de oogappelspie* ren, dat een gezond oog zonder na* deel uitihoudt, niet kan verdragen cn langzaam aan den druk toegeeft. -VU dus zou alleen bij degenen-, die hier* toe in het bijzonder gcdispomccrd zijn de oogappel Hakker wordlen cn den vorm van het bijriendc oog aao» nemen. Tot dusver heeft dc oogheelkunde vergces gezocht naar de primair© oorzaak van de ziekte van. den oog* appel. Daarom verdienen optmeikin» gen van Crowder dc aamdaoht. Blijkt zijn veronderstelling mam-olijk juist cn 'bij de zeer zorgvuldige voorbereiding van zijn onderzoek is dat .vaarsc. lijk, dan wordt daarmede de weg ge* opend voor de bcstrijd'icg van deze onschuldige, maar storende ziekte. In het tegen-woord-!"e stadium valt even wel over de toekomstige bel- wcl over dc toekomstige behancle* 'ling nog niets te zeggen, want voor* loopig blijft de vraag nog onbeant woord, of niet ook die werking van- de bijschildkliercn op de verandering van het normale oog in het kortzich tige van indttrccten invloed is cn evenrwichtsstoringen tusschen Thymus klier en bijsclv.l-dklier ecrivitcit ten» slotte de werkelijke ziekteoorzaak zijn. MODERNE MUMMIES. Prof. Hochstcttcr. een Weenseho hoogleeraar aan de medische faculteit^ heeft dertig jaar gestudeerd om ee* middel te ontdckkc-n tot het maken vat mummies, zooa's het bij dc oude Egypte* naren gebruikelijk was. Het procédé van den prof. heeft dit voor op dc oude methode, d-at dc mummies niet vergrij zen, maar de natuurlijke kleuren be* houden. Zij kunnen zelfs zoo duurzaam als marmer gemaakt worden. Dit wordt bereikt door aan het lichaam alle vocht te onttrekken cn te vervangen door pa* raffïne. Als professor succes heeft zul len dus de Ëgypt'cnaren het monopolie voor mummies verloren hebben. DE EENIGE. Dc Ycrcenigdo Staten zijn cén vul* kaan rijk Om ben daaraan nog eens tc herinneren is deze Mount Lossen, gc* legen in de Sierra Nevada in California, maar eens heftig aan 't werken gegaan. Dc omliggende dictrictcn Shasta. Lassen, Plumas cn Tchama zien met schrik dik» ke rookwolken uit den krater ten hemel stijgen. Dc aard van dezen zeldzamo schijnt echter goedaardig te zijn. DE ROMAN VAN EEN CIRCUS* MEISJE Uit het Engelsch van RUBY M. AYR ES. Vertaald door J. van der Sluys. (Nadruk verboden). 8) Roderick begon onverschillig te lachen. Hij had het gevoel, alsof de doode wist, wat hy de laatste paar uren gedaan had en hij was blij blij, dat hij in staat geweest was, een flinken klap tegen den familietrots te geven. Hij had het gevoel, dat zij het allen wisten, die lange sta tige rij van voorvaderen, die nu op hem, den laatsten van hun geslacht, neerza gen, met grimmige afkeuring. Weer lachte hij onverschillig. toen hij den kandelaar liet zakken; hij blies het klei ne vlammetje uit en ging in het donker verder naar boven. Blunt, de stijf-deftige huisknecht, bracht de koffie binnen en trok zich naar het buffet terug, met een sphinx- achtige uitdrukking in de oogen. Roric had den heelen nacht geen oog dicht gedaan: zijn hoofd barstte: hij bad het gevoel als een man, die op een mooien lentemorgen gewekt wordt door gouden zonnestralen, die op zijn gezicht schijnen en tot het besef komt, dat het de dag van zijn executie is. HU dronk rijn kop koffie in één teug leeg en keek naar Blunt. Deze zag het raam uit met een eigen aardige waakzame uitdrukking op zijn gewoonlijk strak gezicht. Wat sta je daar zoo te koekeloeren, vroeg Roderick geïrriteerd. Blünt kwam naderbij. In zijn toon klonk beleedigde waardigheid. Sinds vanmorgen vroeg sluipt er een man om het huis rond, Mr. Roric. Ik heb hem nu al eenmaal weggejaagd, maar ik zie hem nu juist weer door de heg glu ren. Zijn manier van kijken staat mij niet aan, Mr. Roric. Zeker een bedelaar. Neen, dat denk ik niet, mijnheer. Ik geloof niet, dat hU een van die ge wone bedelaars is. die meestal hier voor- bykomen. Hij is gebrekkig. Mr. Roric. Gebrekkig. Roric schrok; hü stond op en tuurde naar buiten. Ik zie hem niet. Aan welken kant van het hek was hU? Hij is nu weg, Mr. Roric. Ik geloof dat hU zag, dat ik naar hem keek. Hij is den weg afgegaan. Stuur Scott op hem af, als hy weer komt. Ik wil niet, dat hier landloopers rondsluipen. En laat den wagen voor komen, Blunt, ik ga naar Londen, Ja, mijnheer. Blunt keek cenigszins bezorgd naar zyn jongen meester. - Zult u zult u vanavond nog terug zijn, mr. Roric? Zeker! Blunt verliet de kamer met groote waardigheid. Roric liep opnieuw naar het raam en ging nu zoo staan achter de lange gordij nen, dat hij van den weg af niet te zien was. HU st-ak zijn hoofd iets naar voren, zijn oogen zochten den verwaaiden tuin af, maar ofschoon hy een paar minuten geduldig wachtte, van den gebrekkige was niets meer te bespeuren. Maar toen hU een half uur later in de auto het groote hek uitreed, keken twee kwaadaardige oogen uit de dichte haag naar hem en twee groote handen balden zich tot vuisten. De gebrekkige zond hem een vloek achterna op zijn weg naar Londen. V. In de schemerige stilte van de kleine dorpskerk werden een man en een vrouw Li het huwelijk verbonden. Buiten joeg de wind de dorre bladeren over de graven van het oude kerkhof; em trieste regen kletterde neer. De langzame stem van den geestelijke klonk eentonig door de kleine kerk als een stem in een droom. Roric luisterde er naar met een onwezenlUk gevoel; hij kon zich nauwelijks realiseeren, dat het geen droom was; de omgeving, de ver legen stem van het meisje naast hem, haar bevende vingers in zijn hand, het moest een droom zyn, waaruit hU spoedig zou ontwaken om zichzelf terug te vin- t'en ln zUn weelderige kamers te Londen. Pas toen hy' rijn naam teekende in een oud, muf register, scheen hy met een rilling te ontwaken, en keek in de bUna verschrikte oogen van het meisje, dat nu zijn vrouw was. ZUn vrouw. De jonge Briton voelde al het bloed uit rijn gezicht wegtrekken. Machinaal stak hy" die uit en zocht steun bU de tafel. De oude geestelijke feliciteerde hem. Roric kreeg het gevoel, alsof hij moest lachen: hU voelde den lach in zUn keel opkomen. Dan keek hy weer in de oogen van het meisje tegenover hem. Er was iets tragisch in die oogen. De jonge Bri ton stapte impulsief vooruit. Hij legde een hand op elk van haar teere schou ders. Hij bukte zich en kuste verlegen haar zachte wangen. HU probeerde te spreken, maar hy kon geen woord uit- trengen en plotseling waren zU buiten de kerk. Nu ben je mijn vrouw, zei Roderick. Er was iets als ontsteltenis in zyn stem, hU nam zUn hoed af en liet den vochti- gen wind over zijn gloeiend voorhoofd strijken. JaHet woord kwam fluisterend over haar lippen. Haar armen hingen lusteloos langs haar lichaam, terwijl zij hem met verschrikte oogen aankeek. SpUt het je? vroeg zU hem lang zaam. Een golf van medelijden sloeg ln den Jongen Briton omhoog; hU dwong zich tot een lach. Wat een vraag! Natuurlijk niet. Wij zullen, heel, heel gelukkig zijn en een mooien tyd tegemoetgaan. Er is voor al les gezorgd de boot vertrekt morgen middag. Je hebt toch niets vergeten van wat Ik je gezegd heb? Neen, zei rij verlegen. ZU wandelden het smalle pad af naar het hekje, waar Roric's auto stond. Een speciale vergunning om te trouwen een rit met een grooten omweg naar een afgelegen dorpje, waar niemand Roric kende en hun vreemd huwelUk was voltrokken. Er werd iets wakker in den jongen Bri ton! De vreemde gevoelloosheid viel van hem af zUn hersens, die de laatste dr:e dagen verdoofd schenen, kwamen weer in actie, het was alsof hU zyn her innering terugkreeg en weer voor uit kon zien naar de jaren, die vóór hem lagen en hij was bang bang. HU wikkelde Rosalie warm in de bont jas hy" zag hoe ze beefde, toen zijn hand onopzettehjk de hare raakte en op nieuw kwam er wroeging over hem. Wees toch niet bang voor my, zei hU onhandig ik zal heel lief voor je zijn, en je heel gelukkis maken- Wat klonk dat nuchter. Wat heel an ders dan de hartstoehtelyke woorden, die zoo gemakkelyk over zyn lippen waren eekomen op den avond dat hy afscheid had genomen van Lilian Pane. Hij kreeg een afschuw van zichzelf. Hij durfde zUn oogen niet opslaan naar het meisje naast hem. Zij legden den terugrit zwijgend af. Toen Alporton in het gezicht kwam, liet Roric den wagen stilstaan. Je moet hier uitstappen. HU lachte haar bemoedigend toe. Ik geloof niet, dat Shorny of iemand anders achter docht zal hebben, wij zijn nog geen an derhalf uur bij elkaar geweest. Kijk niet zoo bedrukt. Rosalie, dit is de laatste dag van het oude leven. Vergeet vooral niet wat ik je gezegd heb; je moet de woon wagens verlaten, heel vroeg in den mor gen, zoodra het licht wordt. Ik zal hier met de auto op je wachten en dan gaan wij recht door naar Londen. Tegen den t(id dat ze je missen zijn wU al lang bui ten hun bereik om danademde hU diep en keek over haar heen naar de groep bladerlooze bcomen, waarachter het oude huis stond, waarvan hii nooit meester zou zijnen dan zullen wU een nieuw leven beg'nnen. Hy stak haai- zijn hand toe. Heb Je geen glimlach voor me? vroeg hy moe. Geen glimlach voorje man? Een diepe blos kwam over haar ge zicht: haar oogen stonden vol tranen, {Wordt vcrvolgd.|

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9