HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DEN RAAD.
FLITSEN
FEUILLETON
PAPIEREN ROZEN
DONDERDAG 19 MEI 1927 DERDE BLAD
De belastingvoorstellen en het lot der electriciteits-
tarieven 14 dagen uitgesteld. Het vraagstuk van de
gehuwde onderwijzeres. Woninghuren. Een uit
zicht over 't Zuider Buitenspaarne, en het Huis te
Zanen.
kon dit al voorzien toen in November
de verlaging der ekctriciteitstarievon
werd aangenomen.
De- heer Joosten wildé de zaak met
plezier nog in dezen ouden Raad bes
handelen, maar niet in deze zitting,
en tenslotte werd men het er over
eens om over 14 dagen ermee
door te gaan. Alles werd aangehou»
den, ook het heffingspcrcentage. Een
klein intermezzo had plaats: den op*
per»stcnograal moest nog gevraagd
worden ofde over veertien dagen kon
vergaderen. Maar. het bleek gelukkig
te kunnen, en gehoord den heer
d' Oliveira hamerde dc burgemeester
punt 16 voor heden af.
Het zal over veertien dagen wel
een interessant debat worden.
Het hoofdnummer van het pro*
jgramana stond heelemaal achteraan
vlak voor de benoemingen. Het was
natuurlijk het voorstel van B. cn W.
om het hcffingspercentagc van dc be*
lasting op 1/4 te stellen, de opcenten
op het personeel te verminderen van
50140 tot 50 (ingaande 1 Januari
1928) en de verlaging der elcctrici*
tcitstarieven die zou ingaan op 1
Juli as.) niet tc laten doorgaan. Daar
tegen was inmiddels een sociaal*dc*
mocratisch voorstel ingediend, strek*
kende tot een andere berekening van
de opcenten op het personeel, waar*
door de progressie gehandhaafd zou
blijven en de kleine inkomens dus
meer van de verlaging zouden profi*
feeren dan de hoogere.
De S. D. A P. liet het niet hierbij.
Zij opende het debat bij imonde van
haar fractieleider, den heer Gerritsz,
die onmiddellijk begon met de verkla*
ring dat zX deze Raad niet bevoegd
meer was tot de behandeling van
zulke ingrijpende voorstellen als B.
en W. hadden gedaan. De nieuwe
Raad zou zich hiermee moeten be*
zighouden- De heer Gerritsz stelde
voor om alles aan te houden behalve
'dc vaststelling van 'het 'heffingspcrcen*
tage, nadat hit ten aanzien van het
S- D. A. P^voorstel te kennen had
gegeven dat de Raad niet voldoende
tijd van voorbereiding had gehad.
Wethouder Slingenbcrg begreep
daar niets van. Gebrek aan voorbe*
reiding bij de hceren Gerritsz en
Joosten leek heim een raadsel. De
wethouder merkte op dat uitstel tot
den nieuwen Raad (dus in September)
tengevolge zou hebben dat de ver*
laagde electriciteitstaricven een vol*
dongen feit zouden zijn. Die moeten
voor 1 Juli zijn afgedaan, anders zit*
ten wij ermee, zei de heer Slingen*
berg, en het leek wel alsof het een 'of
anderen verouderden misstand gold
anplaats van een tariefsverlaging die
•dc Raad pas een half jaar geleden
ilieeft aangenomen. Dat was ia No*
vember, en toen wisten B. en W. al
even precies als nu hoeveel de an*
Tiexatie zou gaan kosten, en dat de
Kamer de wet op de personeele be*
lasting zou herzien. Toch vond men
toen voldoende redenen aanwezig
voor een belangrijke verlaging van de
electriciteïtstarievcn.die nu ineens
weer zou worden ingetrokken. Duide*
lijk is deze politiek allesbehalve.
Wethouder Slingcnbci-g deed zijn
best om gelijktijdig aan te toonen:
Je dat zijn voorstellen niet zoo belang*
rijk zijn dat ermee op den nieuwen
Raad gewacht behoeft tc worden; 2e
dat zij zóó belangrijk zijn dat er on*
verwijld over beslist moet worden.
Het psychologisch moment, zegt de
twethouder. is daar. Er zijn gean*
nexeerde Heemstedere die al bcslo*
ten hebben om te verhuizen, er zijn
cr die al besloten hebben om tc blij*
ven, en daartusschen aarzelt een
groote categorie twijfelaars. Geef ze
een belastingvoordeel, cn de balans
slaat ten voordeelc van Haarlem
door.
Het klonk wel belangwekkend,
ttnaar ik werd niet overtuigd van het
bestaan van die groote categorie, en
van de noodzaak om een zakelijk
besluit tot verlaging der electricit-eits»
tarieven na zes maanden weer in te
trekken zonder dat cr iets in de al*
gemeene situatie is veranderd. Dit is
geen proeve van veel systeem, van
lijn in de financiëele politiek van
iB. en W.
De „choc des opinions*' leidde tot
oen vlot argumentenss teekspelletje
tusschen den wethouder eenerzijds en
de hoeren Gerritsz en Joosten ander*
zijds, waarbij beide partijen eenige
van hun mooiste argumenten zorg*
vuldig in reserve hielden. Niet dat
de heeren het mij verteld hebben,
maar 't was duidelijk merkbaar, en
dc heer Joosten erkende het trou*
wens toen hij op een „We zitten er
nu toch middenin", ,van den wethou*
der, triomfantelijk antwoordde: „Nee
we zijn nog lang niet middenin".
Ilandiglijk bracht dc wethouder nog
het argument te berde dat de herrie^
ning van de wet op de personeele be*
lasting, die o.a. tengevolge heeft dat
zesduizend perceelcn in Haarlem er
nu buiten vallen, het in elk geval
noodig maakt dat de Raad de kwestie
van de opcenten opnieuw in ovcrwe*
ging neemt. Heel waar, maar men
Een vrij levendige discussie ont*
stond govcr een dierbaar oud vraag*
stuk: de gehuwde onderwiizeres.
De heer Boes leidde dit tournooi
met de vriendelijke .bezadigdheid die
hem kemerkt, en eindigde met een
persoonlijk succes te boeken.
Een schoolhoofd had een onderwij*
zeres, die volgens zijn uitgebracht
advies uitstekende qualiteiten bezat,
blijkbaar alleen niet aanbevolen om*
dat zij gehuwd was, en omdat dit een
overwegend bezwaar voor den inspec*
teur en B. cn W. zou zijn. Daarover
interpelleerde de heer Boes, en hij
stelde een drietal soherp*geformu«
leerde vragen aan B. en W-
Wethouder Bruch was in zijn ele*
ment, en hield een betoog dat op
iedere rechtbank indruk gemaakt zou
hebben. Hii voelde dit blijkbaar zelf,?:
en sprak den voorzitter bij vergis*
sing als „meneer de president" aan.
Ik hoop dat de wethouder niet eerst*
daags een reactie in de Jansstraat
krijgt, een pleidooi in politieke allure
opbouwt cn den president als „meneer
de voorzitter" betitelt Dat zou eiger
zijn. Hier ten Prinsenhove kijken wij
zoo nauw niet.
Ondanks dc finesse was de strek*
king van mr. Bruch's betoog du ie
genoeg. De meerderheid van B. en W.
beschouwt het enkele feit van het ge*
huwd zijn van een onderwijzeres niet
als een belemmering voor baar be*
noeming. Maar cr zijn andere motie*
ven in bijzondere gevallen. In dit ge*
val b.v. beschouwde de wethouder
den leeftijd van de sollicitante (49
jaar) als een overwegend bezwaar.
De ervaring leert dat onderwijzeres*
sen veel minder gaan presteerqn na
haar 55ste jaar, en dat het onderwijs
op een school er bepaald onder lijdt
als er teveel van deze oudere leer*
krachten zijn. Verder is de wethouder
geneigd om bij overigens*gelijkc om*
standighedeu dc voorkeur te geven
aan ongehuwde candidaten, en dat
wel om economische redenen. Zoo*
velen loopen vrij en verlangen ernaar
om een betrekking te krijgen, oin
promotie te maken. Laat men dan ge*
huwden voorgaan, dan leidt dat tot
een opeenhooping van salarissen in
weinige gezinnen. Daarentegen was
de wethouder cr wel voorstander van
geweest om de benoeming van een ge*
huwde onderwijzeres te bevorderen
toen de man (tengevolge van ziekte)
het gezin als kostwinner dreigde tc
ontvallen.
De heer Boes scheen tamelijk wel
bevredigd door de uiteenzetting van
mr. Bruch, maar hij stelde toch
nog voor om de aanbeveling terug te
zenden aan het bewuste schoolhoofd
met de opmerking dat de Raad de
motiveerinrt niet iuist" achtte en de
vraag of hij deze aanbeveling niet
wilde herzien.
Dit voorstel werd aangenomen met
1714 stemmen. Voor waren de S.
D. A. P.'ers. dc Communist, de twee
V. D. twee van de vier Vrijheids*
bonders. (Dr. G. Adrian en mej. Bcr*
denis van Berlekom), en de heeren v.
d. Kamp en de Boer.
Eer het tot stemmen kwam was er
nogal wat vinnig debat geweest, waar*
in de heeren Castricum en de Braai
zich erg vierkant en principieel tegen
dc gehuwde onderwijzeres uitspra*
ken en mevrouw Maarschall en mej.
Van Vliet nogal vertoornden. Er
werd zwaar geïnterrumpeerd. Me*
vrouw Maarschall zei dat zij de liee*
ren nooit bezwaren ertegen had hoo*
ren opperen dat de gehuwde vrouw
er aïs werkvrouw op uittrekt. Als het
maar minderwaardig werk is, d.w.z.
werk d3t minderwaardig betaald
wordt, hindert het niet, zei mevrouw
Maarschall bitterlijk. De heer Castri»
cum zei dat hij 't betreurde dat ge*
huwde vrouwen uit werken moeten
gaan maar dat hij daaraan niets kon
doen. Hieraan kon hij wel wat doen,
en daarom stond*ie dan ook op de
bres.
Temidden van dit woeden der prin»
cipiëele hartstochten stond de wet*
houder van Onderwijs bedaard en
tactvol.
Mevrouw Van Loov zei dat tegen*
woord'ig de maatschaimiï voor alles
zorgt, dat de mannen genoeg vefdie*
nen en dat de biosooqD*cxq]oitanten
anomaal rijk worden. Mevrouw bleef
buiten dc „sexswar". die- in dit debat
af cn toe niet onduidelijk tot uiting
kwam. Mevrouw bleef cigcnl buiten
de heele zaak.
Er was voorts een debat over wo*
ninghuren naar aanleiding van een
voorstel van B. cn \V. o:n de huren
voor dc woningstichting Het Oosten
en de woningbouwvereeniging De
Voorzorg op f5 en f5,25 tc bepalen.
De heer Peper wilde ze allemaal o>p
f4,50 stellen en de gemeentebijdra*
gen verhoogen, de heer Joh. Visser
daarentegen wilde de huren een
kwartje per weck hooger maken.
De wethouder van Openbare Wcr*
ken hield daarbij wceT een rede over
zijn stelsel tot opruiming van krot*
woningen, gebaseerd op vele jaren
van ondervinding en vele Raadsuit*
spraken. De nog bestaande 900 krot#
woningen worden geleidelijk als zoo*
danig afgeschaft en tijdelijk als werk*
plaats en pakhuis benut. Een op*
schuivingsssystccrn wordt toegepast.
Men kan ze niet ineens door duizend
nieuwe woningen vervangen.
„Dat kan wel", meende de heer Vis*
ser, die er een eigen woningpolitiek
op na houdt, zooa's ons sinds eenigen
tijd vrijwel bekend is. ,X)oor nieuwe
krotwoningen"... schamperde een
stem.
Tenslotte werd het voorsteLPeper
met 312 stemmen verworpen, het
voorstcLVjsscr met 258 cn een voor*
stel*Wolzak, dat den Raad de vrijheid
liet om elk jaar de bijdragen in de
exploitatie opnieuw vast tc stellen,
met 1716. Waarna het voorstel van
B. en W. er z. h. s. kwam.
Naar aanleiding van een voorstel
tot verkoop van grond aan de Mar*
nixstraat en de Buitenrustlaan kwam
er ongerustheid aan den dag betref*
fendc de schoone uitzichten op het
Zuider Buitenspaarne. Mej. Berdenis
van Berlekom verzekerde dat een
mooi uitzicht zou teloor gaan cn was
daarom tegen het voorstel. Het cri*
tieke punt blijkt ten Zuiden van het
pontje en ten Noorden van de
nieuwe Buitengewone school te liggen.
De Commissie voor Openbare Wer*
ken is gaan kijken, en heeft zich te*
vreden getoond omdat er een mooi
uitzicht zou overblijven.
Maar deze commissie wordt vaak
miskend. De Raad hield het voorstel
van B. cn W. aan, op voorstel van
den heer Koppen, die nu wil gaan
kijken. In zoo'n geval moest het col*
lege eigenlijk dc zitting schorsen, een
dozijn taxi's laten komen, zich meteen
ter plaatse laten brengen en een half
uur later besluiten. Dat zou vlot re*
geeren wezen.
Het voorstel om lokalen in het
Huis te Zaanen voor het onderwijs
beschikbaar te stellen werd ook aan*
gehouden. De hceren van dc Kamp
en Scholl kwamen beiden in verzet,
omdat de schenker in rijn brief heeft
gezegd dat de bedoeling is dat het
l.<iis als monument bewaard zal blij*
ven. Waarom is de meening van den
heer Brcdius niet gevraagd?
Bij de rondvraag pakte de heer
Peper uit over do belangen van de
Schotcnsche wcrkloozen. Ik verwijs
naar ons verslag.
R. P.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per regeL
Als n van geregeld
veranderen houdt,
moet u niet met
C ADEN A beginnen.
Dan rondt o n*
aard geweld aan
doen. Want wie met'
CADENA begint.
blijft b-j CADENA!
In de voornaamste sigarenwinkels.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 900
KNOOFEN VASTMAKEN
Jantje hoort moedor
roepen dat het ontbijt!
klaar is trekt zijn
sporthemd aan
begint de knoopen vast
te maken cn loopt naar
het raam om te kijken of
er ook ictSs te zien is
raakt verdiept in de aar,
schouwing van den vuil
nisman. die van huis tot
huis gaat
ontdekt dat een knoop j
in 't verkeerde knoops*
gat is geraakt in herstelt
de fout
leest een bladzij m zijn
nieuwste boek en inaakt
gedachteloos twee knoo*
pen weer los
staakt bet knoopen tij*
delijk geheel om even
naar rijn nieuwe post*
zegels t'e kijken
moeder roept dat hij
geen jam krijgt als hij
niet onmiddellijk bene*
den komt voltooit
zijn toilet in 154 seconde
(Nadtuk verboden.)
HONDERD JAREN
LUCIFER.
HET GEHEIM VAN FOSFOR.
Wanneer «wij ons tegenwoordig dfoor
het sne'Me aanstrijken van een lucifer
vuiuir voor onze sigaar verschaffen,
denken wij er niet aan,, hoeveel werk
en moeite het den mensch een eeuw
geleden kostte om vuur te maken.
Destijds werkte men nog omslachtig
met steen en staal, die als (dikwijls fa*
lend) wrijfvlak dienst decdi en had
ten hoogste nog eenige „chemische"
vuurwerk tuigen beschikbaar, weinig
deugdelijke apparaten, die vaker
faalden dan hun werk deden, öe luci*
fer eerst heeft de menschlheid van
deze moeilijkheden en bezwaren ver*
lost cn het is deze maand juist hon»
derd jaren geleden, dat de eerste luci*
fer die practdsch bruikbaar was, werd
uitgevonden. Londensche bladen her*
inneren er aan, dat John Walker in
April 1927 in zijn nog bewaard gebïe*
ven dagboek vermeldde, dat hij een
doosje met honderd ^.wrijfhoutjes"
voor een schilling ha.d verkocht. De
meeste historische beschrijvingen van
de uitvinding van de lucifer vermei*
den Walker in het geheel piet, want
hij had ge-lijk zoo menige andere uit*
vmder, geen, geluk cn heeft niet de
vruchten van: zijn arbeid geoogst. In
de lange geschiedenis van de pogin*
gen, een practische lucifer tc vervaar*
■diigen, komt hen echter dc roem toe,
deze taak te hebben volbracht. Nadat
Robert Bovle in 1780 het alchemist-en*
geheim van fosfor had openhaar ge»
maakt, heeft men herhaaldelijk ge*
tracht van fosfor en zwavel een brand
bare massa te maken, die de plaats
van staal cn steen zou kunnen irnn-e*
men. Dc onderzoeker Pe-yla in Turijn,
wieai het gelukte, dle zelfontbranding
van de fosfor aan de lucht te voor»
komen, bracht de naar hem geno-em*
dc kaarsen in dem handel, die be*
stonden uit een ongeveer vier duim
langen wassstok. Deze staaf was aan
het eenc einde overtrokken met een
mengsel van zwavel, fosfor en, olie en
in een glazen buisje gesmolten. Brak
mem het buisje cn, trok men de lont
er uiit. dan behoorde zij feitelijk ter»
stond te ontbranden: maar dat bleef
herhaaldelijk achterwege en boven*
dien waren de Peyia*kaarsen wegens
haar breekbaarheid gevaarlijk. Later
vond dc P3rijschie apotheker Derosne
een vuurw-erktuig uit, waarbij een
zwavelstok niet geiijïk tot dat oogen*
blik dooT het doop en in een vLoei*
stof, maar door wrijving te-gen een
ruw voorwerp tot onltbramdóng werd
gebracht. Dit was dus de laatste voor*
loper van de lucifer. Maar de laatste
stap moest nog gedaan worden. De
Londensche chemicus Cooper moei
reeds in 1825 een dergelijke lucifer
hebben vervaardigd, maar zijn uit*
vinding kwam niet in den handel.
Dc eerste, die lucifers verkocht en
daarmede haar zegetocht door d'e we*
rcld baseerde, was John Walker, die
in 1781 te S:ockton*on*Tees was ge»
boren. Hij zou dokter worden, maar
hij was zeer angstig voor operatics:
daarentegen was zijn lievelingsvak dc
chemie cn- zoo kwam het, dat hij
apotheker werd. Twee jaren vo-or hij
dc fosforlucifer uitvond, had hij een
mengsel, dat uit gelijke dcclen chloor*
kali cn antimomumsulfide bestond als
„percussie-pocder" verkocht en daar»
door zal hij vermoedelijk tot de uit»
vinding van zijn lucifer zijn gekomen.
John Walker was een bescheiden
man. die cr niet aan daoht. zijn hout*
jes tc laten patentecron. Hij verkocht
in den loop van het jaar 1827 en in dc
beide volgende jaren 168 doosjes van
zijn lucifers. In iedere doos bevond
rich een stuk glaspapier en het vuur
werd voortgebracht door wrijving van
den luciferskop tegen dit papier.
Wetenschappelijke tijdschriften hiel»
den zich met zijn uitvinding bezig en
daardoor kwam een man met meer
commercieel inzicht op het denkbeeld
de zaak te e-Xploitecrcn. Dat was
Samuel Johns, die nu zijn „lucifer*
houtjes" op de maiikt wierp en er
goede zaken mee maaktc.Toen Walker
er van hoorde, verloor hij alle interes*
se voor zijn uitvinding cn gaf dc ver*
vaardiging van zijn lucifers op.
EEN GENEESMIDDEL TEGEN
BIJZIENDHEID?
DE ONDERZOEKINGEN VAN
CROWDER.
Tn de bijlage van de ..Oil, Paint and
Drug Reporter" maakt de bioloog
William Crowdej melding van de
proefnemingen, d'ic in de laboratoria
van, het Amcrikaansche chemische
concern het geheim van den Thymus
een ondier den bovensten borstbeen*
rand liggende inwendige klier beoogen
te ontraadselen. Aan de hand van zijn
omvangrijk materiaal verklaart
Crowder, dat de verwijdering van dc
Thymusklier bij hoogere dieren, beha!*
ve de reeds bekende storingen in dc
beeradfarkalk cn gebreken van anderen
aard, ook vermindering van het rege*
nerabievefmogen tengevolge had- en in
heit bijzonder een langzaam intreden*
de, maar otcverbiddellijk voortschrij*
dende verslapping van het oogappel*
weefsel. Deze ziekteverschijnselen
bleken te bestrijden door toediening
van versch Thymuskicrenpreparaat
Crowder wijst er nu op. dat bij den
monsch de Thymus klier alleen gedti»
rende de groeiperiode werkzaam is,
doch tusschen het achttiende en twin*
iiigste levensjaar geraakt rij geheel
op d'en aohtergrond. Do bekende ont*
aarding van den oogappel, die dc
kortzichtigheid veroorzaakt, wordt
naar de meetring van Crowder niet al*
leen verwekt door d« sterke inspan*
ning van het gezichtsvermogen in de
o-ntwikke'l-i ngsj a ren,. Het is wel een
feit, dat bij kleine kinderen (niet zeer
weinig uitzondering normale, in ieder
geval echter geen bijziende oogen zijn
waar te nemen: maar het is eveneens
een feit, dat meer dan dc helft van
a'Uc porsonenc, die zich uit hoofde
van hun beroep voortdurend niet 1c»
zen cn schrijrven rn-oaton, bezighouden
en daarbij in het algemeen cr niet op
bedacht zijn, hun cogen tc sparen,
over normale oogen beschikken. Op
grond nu van zijn onderzoekingen
vermoedt Crowde r. dat een oogappel*
weefsel met matig weerstandsvermo*
gen het gebruik door de oogappelspie*
ren, dat een gezond oog zonder na*
deel uitihoudt, niet kan verdragen cn
langzaam aan den druk toegeeft. -VU
dus zou alleen bij degenen-, die hier*
toe in het bijzonder gcdispomccrd
zijn de oogappel Hakker wordlen cn
den vorm van het bijriendc oog aao»
nemen.
Tot dusver heeft dc oogheelkunde
vergces gezocht naar de primair©
oorzaak van de ziekte van. den oog*
appel. Daarom verdienen optmeikin»
gen van Crowder dc aamdaoht. Blijkt
zijn veronderstelling mam-olijk juist cn
'bij de zeer zorgvuldige voorbereiding
van zijn onderzoek is dat .vaarsc.
lijk, dan wordt daarmede de weg ge*
opend voor de bcstrijd'icg van deze
onschuldige, maar storende ziekte. In
het tegen-woord-!"e stadium valt even
wel over de toekomstige bel-
wcl over dc toekomstige behancle*
'ling nog niets te zeggen, want voor*
loopig blijft de vraag nog onbeant
woord, of niet ook die werking van-
de bijschildkliercn op de verandering
van het normale oog in het kortzich
tige van indttrccten invloed is cn
evenrwichtsstoringen tusschen Thymus
klier en bijsclv.l-dklier ecrivitcit ten»
slotte de werkelijke ziekteoorzaak
zijn.
MODERNE MUMMIES.
Prof. Hochstcttcr. een Weenseho
hoogleeraar aan de medische faculteit^
heeft dertig jaar gestudeerd om ee*
middel te ontdckkc-n tot het maken vat
mummies, zooa's het bij dc oude Egypte*
naren gebruikelijk was. Het procédé van
den prof. heeft dit voor op dc oude
methode, d-at dc mummies niet vergrij
zen, maar de natuurlijke kleuren be*
houden. Zij kunnen zelfs zoo duurzaam
als marmer gemaakt worden. Dit wordt
bereikt door aan het lichaam alle vocht
te onttrekken cn te vervangen door pa*
raffïne. Als professor succes heeft zul
len dus de Ëgypt'cnaren het monopolie
voor mummies verloren hebben.
DE EENIGE.
Dc Ycrcenigdo Staten zijn cén vul*
kaan rijk Om ben daaraan nog eens
tc herinneren is deze Mount Lossen, gc*
legen in de Sierra Nevada in California,
maar eens heftig aan 't werken gegaan.
Dc omliggende dictrictcn Shasta. Lassen,
Plumas cn Tchama zien met schrik dik»
ke rookwolken uit den krater ten hemel
stijgen. Dc aard van dezen zeldzamo
schijnt echter goedaardig te zijn.
DE ROMAN VAN EEN CIRCUS*
MEISJE
Uit het Engelsch van
RUBY M. AYR ES.
Vertaald door J. van der Sluys.
(Nadruk verboden).
8)
Roderick begon onverschillig te lachen.
Hij had het gevoel, alsof de doode wist,
wat hy de laatste paar uren gedaan had
en hij was blij blij, dat hij in staat
geweest was, een flinken klap tegen den
familietrots te geven. Hij had het gevoel,
dat zij het allen wisten, die lange sta
tige rij van voorvaderen, die nu op hem,
den laatsten van hun geslacht, neerza
gen, met grimmige afkeuring. Weer
lachte hij onverschillig. toen hij den
kandelaar liet zakken; hij blies het klei
ne vlammetje uit en ging in het donker
verder naar boven.
Blunt, de stijf-deftige huisknecht,
bracht de koffie binnen en trok zich
naar het buffet terug, met een sphinx-
achtige uitdrukking in de oogen.
Roric had den heelen nacht geen oog
dicht gedaan: zijn hoofd barstte: hij
bad het gevoel als een man, die op een
mooien lentemorgen gewekt wordt door
gouden zonnestralen, die op zijn gezicht
schijnen en tot het besef komt, dat het
de dag van zijn executie is.
HU dronk rijn kop koffie in één teug
leeg en keek naar Blunt.
Deze zag het raam uit met een eigen
aardige waakzame uitdrukking op zijn
gewoonlijk strak gezicht.
Wat sta je daar zoo te koekeloeren,
vroeg Roderick geïrriteerd.
Blünt kwam naderbij. In zijn toon
klonk beleedigde waardigheid.
Sinds vanmorgen vroeg sluipt er een
man om het huis rond, Mr. Roric. Ik heb
hem nu al eenmaal weggejaagd, maar ik
zie hem nu juist weer door de heg glu
ren. Zijn manier van kijken staat mij
niet aan, Mr. Roric.
Zeker een bedelaar.
Neen, dat denk ik niet, mijnheer.
Ik geloof niet, dat hU een van die ge
wone bedelaars is. die meestal hier voor-
bykomen. Hij is gebrekkig. Mr. Roric.
Gebrekkig. Roric schrok; hü stond
op en tuurde naar buiten. Ik zie hem
niet. Aan welken kant van het hek was
hU?
Hij is nu weg, Mr. Roric. Ik geloof
dat hU zag, dat ik naar hem keek. Hij
is den weg afgegaan.
Stuur Scott op hem af, als hy weer
komt. Ik wil niet, dat hier landloopers
rondsluipen. En laat den wagen voor
komen, Blunt, ik ga naar Londen,
Ja, mijnheer. Blunt keek cenigszins
bezorgd naar zyn jongen meester.
- Zult u zult u vanavond nog terug
zijn, mr. Roric?
Zeker!
Blunt verliet de kamer met groote
waardigheid.
Roric liep opnieuw naar het raam en
ging nu zoo staan achter de lange gordij
nen, dat hij van den weg af niet te zien
was. HU st-ak zijn hoofd iets naar voren,
zijn oogen zochten den verwaaiden tuin
af, maar ofschoon hy een paar minuten
geduldig wachtte, van den gebrekkige
was niets meer te bespeuren.
Maar toen hU een half uur later in de
auto het groote hek uitreed, keken twee
kwaadaardige oogen uit de dichte haag
naar hem en twee groote handen balden
zich tot vuisten.
De gebrekkige zond hem een vloek
achterna op zijn weg naar Londen.
V.
In de schemerige stilte van de kleine
dorpskerk werden een man en een vrouw
Li het huwelijk verbonden.
Buiten joeg de wind de dorre bladeren
over de graven van het oude kerkhof;
em trieste regen kletterde neer.
De langzame stem van den geestelijke
klonk eentonig door de kleine kerk als
een stem in een droom. Roric luisterde
er naar met een onwezenlUk gevoel; hij
kon zich nauwelijks realiseeren, dat het
geen droom was; de omgeving, de ver
legen stem van het meisje naast hem,
haar bevende vingers in zijn hand, het
moest een droom zyn, waaruit hU spoedig
zou ontwaken om zichzelf terug te vin-
t'en ln zUn weelderige kamers te Londen.
Pas toen hy' rijn naam teekende in
een oud, muf register, scheen hy met
een rilling te ontwaken, en keek in de
bUna verschrikte oogen van het meisje,
dat nu zijn vrouw was. ZUn vrouw. De
jonge Briton voelde al het bloed uit rijn
gezicht wegtrekken. Machinaal stak hy"
die uit en zocht steun bU de tafel.
De oude geestelijke feliciteerde hem.
Roric kreeg het gevoel, alsof hij moest
lachen: hU voelde den lach in zUn keel
opkomen. Dan keek hy weer in de oogen
van het meisje tegenover hem. Er was
iets tragisch in die oogen. De jonge Bri
ton stapte impulsief vooruit. Hij legde
een hand op elk van haar teere schou
ders. Hij bukte zich en kuste verlegen
haar zachte wangen. HU probeerde te
spreken, maar hy kon geen woord uit-
trengen en plotseling waren zU buiten
de kerk.
Nu ben je mijn vrouw, zei Roderick.
Er was iets als ontsteltenis in zyn stem,
hU nam zUn hoed af en liet den vochti-
gen wind over zijn gloeiend voorhoofd
strijken.
JaHet woord kwam fluisterend
over haar lippen. Haar armen hingen
lusteloos langs haar lichaam, terwijl zij
hem met verschrikte oogen aankeek.
SpUt het je? vroeg zU hem lang
zaam.
Een golf van medelijden sloeg ln den
Jongen Briton omhoog; hU dwong zich
tot een lach.
Wat een vraag! Natuurlijk niet. Wij
zullen, heel, heel gelukkig zijn en een
mooien tyd tegemoetgaan. Er is voor al
les gezorgd de boot vertrekt morgen
middag. Je hebt toch niets vergeten van
wat Ik je gezegd heb?
Neen, zei rij verlegen.
ZU wandelden het smalle pad af naar
het hekje, waar Roric's auto stond. Een
speciale vergunning om te trouwen
een rit met een grooten omweg naar een
afgelegen dorpje, waar niemand Roric
kende en hun vreemd huwelUk was
voltrokken.
Er werd iets wakker in den jongen Bri
ton! De vreemde gevoelloosheid viel van
hem af zUn hersens, die de laatste
dr:e dagen verdoofd schenen, kwamen
weer in actie, het was alsof hU zyn her
innering terugkreeg en weer voor uit kon
zien naar de jaren, die vóór hem lagen
en hij was bang bang.
HU wikkelde Rosalie warm in de bont
jas hy" zag hoe ze beefde, toen zijn
hand onopzettehjk de hare raakte en op
nieuw kwam er wroeging over hem.
Wees toch niet bang voor my, zei
hU onhandig ik zal heel lief voor je
zijn, en je heel gelukkis maken-
Wat klonk dat nuchter. Wat heel an
ders dan de hartstoehtelyke woorden, die
zoo gemakkelyk over zyn lippen waren
eekomen op den avond dat hy afscheid
had genomen van Lilian Pane. Hij kreeg
een afschuw van zichzelf. Hij durfde zUn
oogen niet opslaan naar het meisje naast
hem. Zij legden den terugrit zwijgend
af. Toen Alporton in het gezicht kwam,
liet Roric den wagen stilstaan.
Je moet hier uitstappen. HU lachte
haar bemoedigend toe. Ik geloof niet,
dat Shorny of iemand anders achter
docht zal hebben, wij zijn nog geen an
derhalf uur bij elkaar geweest. Kijk niet
zoo bedrukt. Rosalie, dit is de laatste dag
van het oude leven. Vergeet vooral niet
wat ik je gezegd heb; je moet de woon
wagens verlaten, heel vroeg in den mor
gen, zoodra het licht wordt. Ik zal hier
met de auto op je wachten en dan gaan
wij recht door naar Londen. Tegen den
t(id dat ze je missen zijn wU al lang bui
ten hun bereik om danademde hU
diep en keek over haar heen naar de
groep bladerlooze bcomen, waarachter
het oude huis stond, waarvan hii nooit
meester zou zijnen dan zullen wU
een nieuw leven beg'nnen.
Hy stak haai- zijn hand toe. Heb Je
geen glimlach voor me? vroeg hy moe.
Geen glimlach voorje man?
Een diepe blos kwam over haar ge
zicht: haar oogen stonden vol tranen,
{Wordt vcrvolgd.|