VOORDE AGENDA 44e Jaargang No. 13472 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Maandag 23 Mei 1927 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENiEN ptr w«ek f 0.27M, met geïllustreerd Zondagsblad f 0.32; per 3 maandenVoor Haarlem en de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) f 3.57H- Franco per post door Nederland 3.87H- Afzonderlijke nummers 10.15. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haar«em en Omstreken f 0.57franco per post f 0-65 ADVERTE NT1ENVan 1 tot 5 regels 1175; iedere regel meer 35 cents Reclames 60 cents per regel. BI} abonnement aanzienlijk rabat Twaalfstuivers-advertentiën van Vraag en Aanbod van 1 tot 4 regels 60 Cents per plaatsing, elke regel meer 15 Cents contant; buiten het Arrondissement dubbele prijs. Directie, Redactie en AdministratieGr. Houtstraat 93, Post-Giro 38810 Telefoonnummers- Directie 13082, Hoofdredactie 15054, Redaotie 10500 «n Administratie 10724 en 14825. UITGAVE OER N.V. LOURENS COSTER Directeuren J. C. PEEREBOOM en P. W. PEEREBOOM HoofdredacteurROBERT PEEREBOOM Drukkerij: Z.B. Spaarne 12, Telefoon 10122, 12713 Bijkantoor voor Santpoort, V/eisen Velsen-Noord, iJmuiden, IJmuiden-Oosv, Beverwijk, enz., enz. Driehuizerkerk w eg 2, Volsen, Telefoon 3521 Lindbergh's kleine eendekkertje, waarmee hy den geweldi gen vliegtocht New-YorkParijs 33J4 uur volbracht. Inzet: de jonge Amerikaan zelf. nder tusscbenlanding in LINDBERGH'S SUCCES. r»e Zweedsch-Amerikaan Lindbergh is öus geslaagd in zijn geweldige onderne ming, en de gansc'ne beschaafde wereld heeft zich hartelijk verheugd in zijn suc ces, en meegeleefd met het geluk van zijn moeder en van hem. Bij de meeste dergelijke groote waagstukken worden de moeders van de heldhaftige bedrijvers door het publiek vergeten. Maar niet bij dit. Er is door millioenen gedacht en ge sproken over mrs. Lindbergh, dié die een voudige maar zoo diep-ontroerende woor den had gesproken: „Ik zou zoo graag willen meevliegen, maar ik besef dat ik alleen maar ballast zou zijn"... Het is een ontzaglijke prestatie, die Lindbergh geleverd heeft. In moreel op- sicht zelfs zooiets als een wonder, want wie zou ooit gedacht hebben dat een mensch-alleen, vliegend in eenzaamheid temidden van de grootste gevaren, 33 1/2 uur lang zulk een zenuwspanning kon verdragen? Maar dat juist deze jonge man geslaagd is, verwondert ons niet. Hij toonde zeer klaarblijkelijk de ware eigenschappen voor een reusachtige waag halzerij. Zijn jeugd (hij is pas 25 jaar) en het feit dat hij nog geen internationale vermaardheid verworven had golden als extra factoren in zijn voordeel. Hij trok er op los met een te klein en niet zeer krachtig vliegtuig, zonder mécanicien, zonder behoorlijke zeevaartkundige in strumenten, omdat hij niets van plaats- bepaling en meteorologische waarnemin gen wist. Enfin, het was een dolle, roekelooze onderneming, zonder wetenschappelijken grondslag en zonder de degelijke voor bereiding die men op allerlei punten toch nog nemen kan. Lindbergh leverde zich over aan zijn „lucky star", aan zijn bij geloof in een grijs poesje en een kippen- beentje, en slaagde. Het zijn altijd dergelijke kerels die in zulke ondernemingen slagen. De dolste curvers. De flying fools Het was wel een prachtige geste van dat Amerikaansche schouwburgpubliek c"at Vrijdagavond zwijgend van zijn plaat sen oprees toen bekend werd gemaakt: .Lindbergh is Newfoundland voorbij de tocht boven den Oceaan is nu be gonnen Maar niet minder mooi was de beau geste van Parijs, dat Lindbergh een schitterende ontvangst bereidde. Er had den allerlei geruchten geloopen dat de Franschen misschien den Amerikaan minder vriendelijk zouden begroeten. Niet bepaald uit spijt of afgunst na de verdwijning van Nungesser en Coli, maar uit verdriet over de ondervonden diepe teleurstelling, na de werkelyk-zeer-dom- me onjuiste berichtgeving uit Amerika over de vermeende aankomst der Fran- sche aviateurs. Ook het Amerikaansche departement van Marine had er maar wat van gemaakt. Zij die meenden dat de Parijzenaars Lindbergh niet hartelijk ontvangen zou den hebben hen evenwel miskend. Dat is wel heel duidelijk gebleken. Met grooter geestdrift dan hem in Le Bourget ten deel viel had de Amerikaan niet gehul digd kunnen worden. En Le Bourget ligt een heel eind van Parijs, is zelf een klein gat waarheen men nu heusch niet zoo licht in den laten avond zou trekken. Toch waren er een honderdduizend menschen toen Lindbergh er om 10 uur 22 landde. Langs den weg stonden dui zenden auto's uit Parijs. De vlieger moest door speciaal-gerequireerde troepen beschermd worden tegen den al te groo- ten aandrang van een wild-enthousiaste massa menschen die hem allen de hand wilden schudden, hem wilden omhelzen. Het Fransche volk heeft zijn groote fouten ,die voor ons Noordelijken alt'id zoo erg makkelijk zichtbaar zijn, omdat onze eigen dito's op heel ander gebied liggen. Maar men kan den Franschman nimmer generositeit ontzeggende generositeit om den bedrijver van een waarlijk groote daad daarvoor te huldi gen, ook al is hij een vreemdeling, en ook al ziin er pas pogingen van Fran schen mislukt. Dit is een hoogstaande uiting van het geen men in onzen modernen tijd als sportiviteit, en vroeger als edelmoedig heid betitelde. Het is spontaan, en het doet warm en prettig aan als je het leest. Le beau geste Parijs zal er nimmer in falen. R. P. verwijzen wij naar de tweede pagina van dit blad. DE OCEAANVLUCHT. FOKKER'S BEURT. De Parijsche correspondent van de Tel. heeft Lindbergh geïnterviewd en hem o.a., sprekende over de anderen die van plan zyn om de Oceaanvlucht te onder nemen, gevraagd: „Wien van uw col lega's geeft ge de meeste kans?" Waarop Lindbergh antwoordde: „Fok ker Hij gaf mij de boodschap mee voor ret Fransche volk, dat hij over enkele dagen hier zal arriveeren". Wij Hollanders, en wy Haarlemmers vooral gaan dus dagen van nog grooter spanning tegemoet, als onze groote land en stadgenoot eveneens den geweldigen tocht zou gaan ondernemen. "Van hem kunnen wü ons niet anders voorstellen .dan dat hij slagen zal DE AANKOMST VAN LINDBERGH IN LE BOURGET Geweldige geestdrift van de menigte. IN PARIJS. (Van onzen Pa rijs oh en correspondent) Parijs, Zaterdagavond. Hep.hep.chauffeur V'Ia m'sieu.... Au Bourget et en quaferième vitesse. B:en m'sieu.... Op weg naar Bourget. Het is avond. De chauffeur heeft de kap van den wagen opgezet want cr blaast een gure w'nd. Maar wat doet het cr toe? Is niet zoojuist het bericht tot ons gekomen dat Lindbergh Cherbourg is gepasseerd en dat hij zich in alle haast naar het eindpunt van zijn mag= ruifieke raid spoedt? Nu is het maar zaak om zoo spoedig mogelijk in Bourget te komen om bij dc aan* komst tegenwoordig te zijn. Want dat is een evenement hetwelk men niiet mag missen. Naarmate we Bourget naderen wordt de weg voller. Met moeite werkt de taxi voort door de menigte en we zitten, bekneld tusschen twee andere wagens. De chauffeur steekt van tijd tot tijd zijn armen in de lucht, beweging welke zijn wanhoop verraadt niet op te kunnen schieten,. Op een gegeven oogenblik: stop. Een. agent midden op den weg, we mogen niet verder. Meneer, u moet cr uit.ik mag mi et verder. Ik denk er niet aaneh, la bas.ik moet er door. Niemand meneer, zegt de agent laconiek, trouwens u ziet wel, er is geen mogek'jkhe'd cm er doo-r te ko» men. Een hoofdagent kwam er bij te pas Kaart vertoond, de agent zal naast den chauffeur plaats nemen. En zoo gaan we dan toch toeterend verder- belanden eindelijk waar we moeten zijn, aan den ingang van het aérodro* me. Hot is zwart van de mensohen. Hon* derd vijftig duizend Parijzenaars zijn naar Le Bourget gestroomd om tegen* woordig te zijn bij dit grootsche evene* ment. En deze enorme menigte is merk: waardig stil. Men ziet dat ieder in spam nmg is, dat men, met de treurige her* innering aan Nungesser niet durft te hopen alvorens de stoutmoedige Lind* bergh behouden en wel zal zijn aangc* komen. Het is langzamerhand donker geworden en de groote zoeklichten hier, en op den Mont Valérien worden ont= stoken. En steeds meer menschen drirn gen vooruit. Als het tien uur is wordt het stil. Iedereen zwijgt, men wacht en wil van verre reeds het gebrom van den motor hooren. Het is nu alsof er niemand meer aanwezig is; wanneer een enkeling heit waagt om te spreken dan sist men van alle kanten. Het is een impressionant oogenblik. Het is kwart over tienen. Dan hoort men in de nach* telijke stilte een ver gebrom, een geluid van een motor die nadert. Zou hij Steeds sterker wordt het geluid en dan ineens in een stralenbundel ziet men een toestel, op ongeveer tweehonderd meter hoogte, dat recht op het vliegveld aanstnwt. Ineens zwijgt dc motor en sierlijk glijdt het toestel omlaag. En dan barst ineens een oorverdoovend geschreeuw los. De menigte is niet meer te houden. Nog staat het toestel niet stil of men verbreekt de cordons. Duizend, tienduizend menschen begin: nen schreeuwend te hollen naar hot toesteJ.dat eindelijk stilstaat. Sommigen zingen, anderen, als be, zetenen beginnen te roepen: Leve Amerika! leve Lindbergh! Niemand is zijrn emotie meester. En daar zijn de eens;en bij het toestel. Men ziet Lindbergh, doodka1m, die is opge* staan en glimlacht. Hij zet zijn kap af en een stroohoed op cn wuift dan met zijn hand naar dc enihou* siaste menigte die zich dichter en dichter verdringt om het toestel. MaaT reeds zijn er d'? hem uit zijn machine tillen en in triomf wordt hij weggedra gen. Het gedrang wordt zoo geweldig dat er hulp moet komen opdagen om den held te ontzetten. Want ieder een wil hem de hand schudden. Zoo gaat het voort naar de bureaux waar dc autoriteiten wachten. De Amerikaansche gezant slaat de armen om hem heen en omhelst zijn krani* gen landgenoot. Buiten brult en schreeuwt de menigte. Men wil den held zien, men wil dat hij op het bal* con komt. Maar Lindbergh is te ver: moeid. Als de menigte opdringt om dichter bij hem tc zijn treedt dc Ame* rikaanschè gezant naar buiten, spreekt enkele woorden d'ie verloren gaan in het ge* schreeuw. Onder tusschen wordt de held door een achterdeurtje weggeleid naar een bijgebouwtje waar men hem een glas water brengt. Dat is het eeriigc wat hij voor het oogenblik vraagt. En dan, terwijl slechts enkelen tot 'hem worden toegelaten trekt hij een blauw werkpakje van Weiss aan en 't roode lint van het Legioen staat dezen jongen man wat goed. Lang zal hij niet hoeven wachten voor men het ook geeft. In een paar woorden vertelt hij nu hoe de tocht is geweest. Soms moet hij zijn stem verheffen om zich tc doen verstaan. Want buiten als een geweldige orkaan loeit de menigte •oen hoort niets dan kreten: Lind: bergh I Lindbergh 1 leve Lindbergh leve Amerika 1 1 Ik heb het met het weer goed getroffen, zoo vertelt hij. De nacht was kort en over een afstand van een kleine honderd kilometers alleen heb ik wat regen gehad. iIs er ondcrtusschen al berich van Nungesser? vraagt hij belang* stellend. Helaas moet men hem teleurstellen. Op tachtig kilometer zag ik al het licht van den Mont Yaléiien. An* ders heb ik heelemaal op het kompas gevlogen en op de kaart. Hij toont de beide voorwerpen Het is een kinderkompasje en een kleii kaartje. En toch vond hy precies den weg. Het is werkelijk bovenmenseke* lijk. En wat een geweldige durf! Een voor een worden de verschil: lende belangstellenden bij hem toege* laten. Is het niet begrijpelijk dat de Amerikanen die hem de hand komen schudden nauwelijks hun ontroering kunnen verbergen? Iemand deelt hem mede dat een am: bulance wacht om hem naar Parijs te transporteeren. Een zonnige lach glijdt over zijn gelaat. Nee, daar ga ik niet in. Moe?. ja, een beetje, maar toch niet zoo dat ik eerst niet iets van Parijs wil zien. Aardig moment. Hij treedt naar bui: ten. En voor alle zekerheid, voor 't geval 't publiek tóch zijn heengaan zou merken heeft men een detachement mi: litairen gezonden. En de brave poilu's, zonder dat iemand hun een commando heeft gegeven, presenteeren het ge* weer voor den held. In een eenvoudige auto wordt dc tocht naar Parijs aanvaard. Als de dui.- zenden die buiten wachtten eens ge\ve= ten hadden dat die wagen den held transporteerde. Zeker was hij dan nu nog niet in de hoofdstad beland. Want die menigte, ook al werd het laat hield maar niet op om haar enthousiasme te toonen. Gelukkig Waren dadelijk troe: pen komen opdagen om het toestel, waarmede de vlucht werd volbracht te beschermen want anders was er zeker niets meer van overgebleven. Want menigeen was reeds bezig om met een zakmesje of een schaartje een stukje tc knippen van de vleugcis, een souve: nirtje. Zoo, onopgemerkt, belandde de held in l'arys. En daar kon hij op den nou: levard duizenden anderen zien die nog druk het evenement bespraken, daar merkte hij dat de belangstelling overal groot was. De Opera wilde hij zien, en de Madeleine en de Champs Elysées. Men wilde hem in alle haast naar het gebouw van de Amerikaansche legitie rijden opdat hij daar een bad kon ne* men. Maar daar zag hij de donkere sik houet van de Are de Triomphe. Hij wees den chauffeur dat hij daarheen wilde. En aangekomen op de Place dc l'FDoile wenkte hii om te stoppen. Daar stapte hy uit en hy bmcht een eerbiedigen groet aan den Poilu Inconnu. Zijn eerste geste zoodra hij in Parijs kwam. En hierby waren geen officials aanwezig en geen filmoperateurs en geen fotografen, het was spontaan, zonder de minste bedoeling om de sympathie te forceeren. Trouwens dat is ook niet noo- dig. Want deze buitengewone, jonge ke rel, door zyn durf en door zyn grooten eenvoud heeft het hart van alle Fran schen reeds lang veroverd. ChamnagneChamnagne Nee, dank u, het een'ge wat ik erg op prijs zou stellen is wanneer men wil waarschuwen wanneer het bad klaar is Buiten het legatiegebouw uit duizen den kelen klinkt het Amerikaansche en dan het Fransche volkslied. CHARLES LINDBERGH. DATUMSTUKJES Lindbergh is de held van heden, Heeft het stoute stuk bestaan, Vloog van New-York naar Parys toe, Lindbergh Zweedsch-Amerikaan. Heel de wereld was in spanning. By zyn roekeloozen tocht, Heel de wereld hoopte vurig. Dat de waaghals slagen mocht. Toen zijn concurrenten wachtten, Op het allergunstigst weer, Zei hij, zonder kouwe drukte: 'k Denk maar, dat ik het probeer. In z*n eentje opgestegen, Aan d'Amerikaanschen kant, Is hij, na goed dertig uren, Veilig bij Parijs geland. Simpelweg, zoo in z'n eentje, Een gewoon colbertje aan, Zooals u naar Amsterdam tramt. Vloog hij over d'Oceaan, Slechts een klein en zwijgend poesje, Nam hy als mascotte mee. En vloog in het nacht'iy'k duister Dwars over de wereldzee. Drie-en-dertig uren vliegen Aan een stuk stel u dat voor, Drieëndertig lange uren, Dag en nacht en steeds maar door. Drie-en-dertig uren wakend, Steeds bedacht op doodsgevaar, Welk 'n wilskracht voor zoo'n „broekie' Van net vyf-en-twintig jaar. Vele monotone uren, Zonder steun, geheel alleen, Suizlend door den nacht, met niets dan Lucht en water om zich heen. Deze roekelooze vlieger, Was een dwaas in veler oog. Men zei: Lindbergh ziet ze vliegen Maar zij zagen, hoe hy vloog. Ja. zijn vrienden en collegas, Elk die van hem had gehoord. Dachten over Lindbergh als een Idioot van d' eerste soort. Bracht de wereld louter menschen, Voort als deze idioot, Nou, dan mocht de wereld trotsch zijn, Want dan v#as de wereld groot. P. GASUS. HENRY A. TH. LESTURGEON. -21—22 Mei. LINDBERGH'S VLIEG TOCHT. Op onze Nieuwsborden. Zaterdagavond om halfnegen bereikte ons een Reutertelegram, meldend dat een toestel, dat men als dat van Lindbergh meende te herkennen, vlak by het Ier- sche kust-station Valentia gezien was. Wy publiceerden dit onmiddellijk op onze nieuwsborden in de Groote Houtstraat. Een half uur later meldde een tweede telegram, ditmaal in definitieve termen, dat Lindbergh's toestel was gesignaleerd vliegend in Z. O.-richting boven Goleen •n het graafschap Cork, Ierland. Ook dit deelden wy dadelyk op onze nieuwsbor den mede. Wij waren de eenigen in Haarlem die. reeds voor de heldhaftige Amerikaan Le "ourget bereikt had, aan het publiek de finitief konden mededeelen dat Lind bergh er in geslaagd was om den Oceaan over te steken. Haarlem's Dagblad is het eenige in Haarlem en omgeving verschijnend blad dat er een eigen Reuter-dienst op na houdt. Het is een van de redenen waar om wy u het snelst en het volledigst kun nen inlichten. Haarlem, 23 Mei. 't Kaperschip van Staat. Het komt .my voor dat onze geachte In termezzo-regeering zich leeiyk in haar i vingers zal snyden met dat malle voor stel om in het buitenland wonende Ne- j der landers te belasten. Er zyn grenzen, in letteriyken zoowel als in figuurlyken 2in, en dit voorstel doet alsof ze niet be staan. Heel gemoedelyk neemt de heer De Geer maar aan dat hy gerechtigd is om zyn fiscale net door de heele we- Ireld rond te sleepen, overal waar Hol- londsche spierinkjes en dikke baarzen en I zware zalmen te vangen zyn. En heel op- timistisch denkt-ie dat al die dunne en dikke zwemmertjes door 's levens golven, die al met allerlei andere fiscale netten bedreigd worden, zich ook nog eens in het zyne zullen laten vangen. Ik geloof dat zoowel zyn gemoedelijk heid als zyn optimisme ongerechtvaar digd zyn. De Staat mist het moreele recht om belasting te gaan heffen van menschen, die van de staats-organisatie niet het minste voordeel hebben, er hee lemaal niet van kunnen genieten, omdat zy er buiten leven. Het is een grove on- billykheid om hen te willen belasten. Zelf ben ik zeven jaar achtereen bui- Unlandsch Hollander geweest eerst Parys, daai-na te Londen en heb ny met vele landgenooten er vaak aan f-jërgerd dat wy noch in het vreemde Tnd waar wy woonden en belasting be- 1 \alden, noch in Holland het kiesrecht konden uitoefenen. Dat i~ al een leelijk Jiaat in de organisatie. Hollanders die 't buitenland woner hebben geen an- ir burgerrecht meer dan de twyfelach- t'ge voordeelen van hun paspoort, dat zij veel liever zouden missen en dat sinds er geen oorlog meer is aliang als over- lodig afgeschaft had behooren te zyn. De staat trekt zich van een Hollander in het buitenland dus vrijwel niets aan. Hy wordt losgelaten, en moet maar zien hoe ie 't bolwerkt. Kiezer is hy niet meer; hy heeft zichzelf verbannen. Dit is al een zonderlinge opvatting van den wetgever, maar andere landen doen niet anders en je moet je er wel in schik ken. Maar anders wordt het als de Staat nu ook nog op buitenlandschen roof wil uitgaanzoo'n beetje in den trant van die ouwe kaperkapiteins, die de wereld zeeën bevoeren en binnensleepten wat zo konden. Want van een geregelde, behoorlijke organisatie kan geen sprake zyn. In het buitenland beschikt de Staat der Neder landen niet over fiscale achtervolgings middelen, evenmin over een goede con trole, en derhalve zal men zich moeten tevreden stellen met te vangen wat men krygen kan. Dat zyn dan de menschen die hun relaties met het vaderland om zakelyke of sentimenteele of beide soor ten motieven handhaven, en die derhalve maar betalenvoor zoover men hun inkomens kan uitvisschen. Ver zal dat niet wezen. Zy zullen ongetwyfeld hun uiterste best doen om den fiscus op den grootst mogeiyken afstand te houden en geef hun ongeliik! zy krygen er im mers niets voor? Geen byzondere en geen openbare scholen, geen grensregelingen en kruisers en soldaten en Rijksstraat wegen en bruggen en tollen en maré chaussees en veldwachters en rechtban ken en kantongerechten en politierech ters en ryksopvoedingsgestichten en tuchtscholen en land-ontwoekerd-aan-de- baren en al die andere zegeningen, die des Nederlandschen Staats zyn. Niets, niets, niets. En toch zouden zy moeten betalen. Ergens in het wetsontwerp staat dat Je alleen het verschil behoeft te betalen tusschen de Nederlandsche belasting en de gelijknamige tax in het land waar je woont, als de eerstgenoemde hooger is. Dat kan een mooie verwarring geven. Wat zyn geiyknamige belastingen? Men zal er met de pet naar gaan gooien. Nu is de sympathieke kant van het regeeringsvoorstel dat de sinds-den-ooi"- log-uitgeweken rijke landgenooten, die alleen zijn weggegaan om onze belastin gen te ontkomen, óok voor een gedeelte van hun Inkomen gesnapt zouden wor den. Daar voelen wij allen voor. want zy laten ons eenvoudig de belasting betalen die zy behoorden op ue brengen. Maar zy vormen een kleine minder heid, en de meesten zullen zich wel in hun nieuwe vaderland laten naturalisee- ren. dis dit ontwerp wet wordt. Dan kan de Nederlandsche Staat hen heelemaal nooit meer te pakken krijgen, want dan zyn ze geen Hollanders meer, hetgeen ons overigens koud kan laten. En terwille van deze kleine groep, deze minderheid van gevluchte riikiards, zou de Staat onrechtmatige aanslagen onder nemen op de beurzen van tienduizenden buitenlandsche Neder'an^ers, en deze .ambassadeurs", deze gezanten van de n'tie teaen m het harnas i-crP-, *>n tot (vermoedelijk georganiseerd) verzet dril ven? Het lflkt een kortr^M.'ge noi'tiek. en een ongerechtvaardigde. Het Tntermo^zo- Kabinet zou het best doen met dit ont werp maar gauw weer onder tafel te du wen. Eer de Kamers het doen B.P, I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 1