VOORDE AGENDA
44e Jaargang No. 13472
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Maandag 23 Mei 1927
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENiEN ptr w«ek f 0.27M, met geïllustreerd Zondagsblad f 0.32; per 3 maandenVoor Haarlem
en de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) f 3.57H- Franco per post door Nederland
3.87H- Afzonderlijke nummers 10.15. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haar«em en Omstreken f 0.57franco per post f 0-65
ADVERTE NT1ENVan 1 tot 5 regels 1175; iedere regel meer 35 cents Reclames 60 cents per regel. BI}
abonnement aanzienlijk rabat Twaalfstuivers-advertentiën van Vraag en Aanbod van 1 tot 4 regels 60 Cents
per plaatsing, elke regel meer 15 Cents contant; buiten het Arrondissement dubbele prijs.
Directie, Redactie en AdministratieGr. Houtstraat 93, Post-Giro 38810
Telefoonnummers- Directie 13082, Hoofdredactie 15054, Redaotie 10500
«n Administratie 10724 en 14825.
UITGAVE OER N.V. LOURENS COSTER
Directeuren J. C. PEEREBOOM en P. W. PEEREBOOM
HoofdredacteurROBERT PEEREBOOM
Drukkerij: Z.B. Spaarne 12, Telefoon 10122, 12713
Bijkantoor voor Santpoort, V/eisen Velsen-Noord, iJmuiden, IJmuiden-Oosv,
Beverwijk, enz., enz. Driehuizerkerk w eg 2, Volsen, Telefoon 3521
Lindbergh's kleine eendekkertje, waarmee hy den geweldi gen vliegtocht New-YorkParijs
33J4 uur volbracht. Inzet: de jonge Amerikaan zelf.
nder tusscbenlanding in
LINDBERGH'S SUCCES.
r»e Zweedsch-Amerikaan Lindbergh is
öus geslaagd in zijn geweldige onderne
ming, en de gansc'ne beschaafde wereld
heeft zich hartelijk verheugd in zijn suc
ces, en meegeleefd met het geluk van
zijn moeder en van hem. Bij de meeste
dergelijke groote waagstukken worden de
moeders van de heldhaftige bedrijvers
door het publiek vergeten. Maar niet bij
dit. Er is door millioenen gedacht en ge
sproken over mrs. Lindbergh, dié die een
voudige maar zoo diep-ontroerende woor
den had gesproken: „Ik zou zoo graag
willen meevliegen, maar ik besef dat ik
alleen maar ballast zou zijn"...
Het is een ontzaglijke prestatie, die
Lindbergh geleverd heeft. In moreel op-
sicht zelfs zooiets als een wonder, want
wie zou ooit gedacht hebben dat een
mensch-alleen, vliegend in eenzaamheid
temidden van de grootste gevaren, 33 1/2
uur lang zulk een zenuwspanning kon
verdragen? Maar dat juist deze jonge
man geslaagd is, verwondert ons niet.
Hij toonde zeer klaarblijkelijk de ware
eigenschappen voor een reusachtige waag
halzerij. Zijn jeugd (hij is pas 25 jaar)
en het feit dat hij nog geen internationale
vermaardheid verworven had golden als
extra factoren in zijn voordeel. Hij trok
er op los met een te klein en niet zeer
krachtig vliegtuig, zonder mécanicien,
zonder behoorlijke zeevaartkundige in
strumenten, omdat hij niets van plaats-
bepaling en meteorologische waarnemin
gen wist.
Enfin, het was een dolle, roekelooze
onderneming, zonder wetenschappelijken
grondslag en zonder de degelijke voor
bereiding die men op allerlei punten toch
nog nemen kan. Lindbergh leverde zich
over aan zijn „lucky star", aan zijn bij
geloof in een grijs poesje en een kippen-
beentje, en slaagde.
Het zijn altijd dergelijke kerels die in
zulke ondernemingen slagen. De dolste
curvers. De flying fools
Het was wel een prachtige geste van
dat Amerikaansche schouwburgpubliek
c"at Vrijdagavond zwijgend van zijn plaat
sen oprees toen bekend werd gemaakt:
.Lindbergh is Newfoundland voorbij
de tocht boven den Oceaan is nu be
gonnen
Maar niet minder mooi was de beau
geste van Parijs, dat Lindbergh een
schitterende ontvangst bereidde. Er had
den allerlei geruchten geloopen dat de
Franschen misschien den Amerikaan
minder vriendelijk zouden begroeten.
Niet bepaald uit spijt of afgunst na de
verdwijning van Nungesser en Coli, maar
uit verdriet over de ondervonden diepe
teleurstelling, na de werkelyk-zeer-dom-
me onjuiste berichtgeving uit Amerika
over de vermeende aankomst der Fran-
sche aviateurs. Ook het Amerikaansche
departement van Marine had er maar
wat van gemaakt.
Zij die meenden dat de Parijzenaars
Lindbergh niet hartelijk ontvangen zou
den hebben hen evenwel miskend. Dat is
wel heel duidelijk gebleken. Met grooter
geestdrift dan hem in Le Bourget ten
deel viel had de Amerikaan niet gehul
digd kunnen worden. En Le Bourget ligt
een heel eind van Parijs, is zelf een klein
gat waarheen men nu heusch niet zoo
licht in den laten avond zou trekken.
Toch waren er een honderdduizend
menschen toen Lindbergh er om 10 uur
22 landde. Langs den weg stonden dui
zenden auto's uit Parijs. De vlieger
moest door speciaal-gerequireerde troepen
beschermd worden tegen den al te groo-
ten aandrang van een wild-enthousiaste
massa menschen die hem allen de hand
wilden schudden, hem wilden omhelzen.
Het Fransche volk heeft zijn groote
fouten ,die voor ons Noordelijken alt'id
zoo erg makkelijk zichtbaar zijn, omdat
onze eigen dito's op heel ander gebied
liggen. Maar men kan den Franschman
nimmer generositeit ontzeggende
generositeit om den bedrijver van een
waarlijk groote daad daarvoor te huldi
gen, ook al is hij een vreemdeling, en
ook al ziin er pas pogingen van Fran
schen mislukt.
Dit is een hoogstaande uiting van het
geen men in onzen modernen tijd als
sportiviteit, en vroeger als edelmoedig
heid betitelde. Het is spontaan, en het
doet warm en prettig aan als je het
leest.
Le beau geste
Parijs zal er nimmer in falen.
R. P.
verwijzen wij naar de tweede pagina van
dit blad.
DE OCEAANVLUCHT.
FOKKER'S BEURT.
De Parijsche correspondent van de Tel.
heeft Lindbergh geïnterviewd en hem
o.a., sprekende over de anderen die van
plan zyn om de Oceaanvlucht te onder
nemen, gevraagd: „Wien van uw col
lega's geeft ge de meeste kans?"
Waarop Lindbergh antwoordde: „Fok
ker Hij gaf mij de boodschap mee voor
ret Fransche volk, dat hij over enkele
dagen hier zal arriveeren".
Wij Hollanders, en wy Haarlemmers
vooral gaan dus dagen van nog grooter
spanning tegemoet, als onze groote land
en stadgenoot eveneens den geweldigen
tocht zou gaan ondernemen. "Van hem
kunnen wü ons niet anders voorstellen
.dan dat hij slagen zal
DE AANKOMST VAN LINDBERGH IN LE BOURGET
Geweldige geestdrift van de menigte.
IN PARIJS.
(Van onzen Pa rijs oh en correspondent)
Parijs, Zaterdagavond.
Hep.hep.chauffeur
V'Ia m'sieu....
Au Bourget et en quaferième
vitesse.
B:en m'sieu....
Op weg naar Bourget. Het is avond.
De chauffeur heeft de kap van den
wagen opgezet want cr blaast een
gure w'nd. Maar wat doet het cr
toe? Is niet zoojuist het bericht tot
ons gekomen dat Lindbergh Cherbourg
is gepasseerd en dat hij zich in alle
haast naar het eindpunt van zijn mag=
ruifieke raid spoedt? Nu is het maar
zaak om zoo spoedig mogelijk in
Bourget te komen om bij dc aan*
komst tegenwoordig te zijn. Want dat
is een evenement hetwelk men niiet
mag missen. Naarmate we Bourget
naderen wordt de weg voller. Met
moeite werkt de taxi voort door de
menigte en we zitten, bekneld tusschen
twee andere wagens. De chauffeur
steekt van tijd tot tijd zijn armen
in de lucht, beweging welke zijn
wanhoop verraadt niet op te kunnen
schieten,. Op een gegeven oogenblik:
stop. Een. agent midden op den weg,
we mogen niet verder.
Meneer, u moet cr uit.ik mag
mi et verder.
Ik denk er niet aaneh, la
bas.ik moet er door.
Niemand meneer, zegt de agent
laconiek, trouwens u ziet wel, er is
geen mogek'jkhe'd cm er doo-r te ko»
men. Een hoofdagent kwam er bij te
pas
Kaart vertoond, de agent zal naast
den chauffeur plaats nemen. En zoo
gaan we dan toch toeterend verder-
belanden eindelijk waar we moeten
zijn, aan den ingang van het aérodro*
me.
Hot is zwart van de mensohen. Hon*
derd vijftig duizend Parijzenaars zijn
naar Le Bourget gestroomd om tegen*
woordig te zijn bij dit grootsche evene*
ment. En deze enorme menigte is merk:
waardig stil. Men ziet dat ieder in spam
nmg is, dat men, met de treurige her*
innering aan Nungesser niet durft te
hopen alvorens de stoutmoedige Lind*
bergh behouden en wel zal zijn aangc*
komen. Het is langzamerhand donker
geworden en de groote zoeklichten hier,
en op den Mont Valérien worden ont=
stoken. En steeds meer menschen drirn
gen vooruit. Als het tien uur is wordt
het stil. Iedereen zwijgt, men wacht en
wil van verre reeds het gebrom van
den motor hooren. Het is nu alsof er
niemand meer aanwezig is; wanneer
een enkeling heit waagt om te spreken
dan sist men van alle kanten. Het is een
impressionant oogenblik. Het is kwart
over tienen. Dan hoort men in de nach*
telijke stilte een ver gebrom, een geluid
van een motor die nadert. Zou hij
Steeds sterker wordt het geluid en
dan ineens in een stralenbundel ziet men
een toestel, op ongeveer tweehonderd
meter hoogte, dat recht op het vliegveld
aanstnwt. Ineens zwijgt dc motor en
sierlijk glijdt het toestel omlaag. En
dan barst ineens een oorverdoovend
geschreeuw los. De menigte is niet
meer te houden. Nog staat het toestel
niet stil of men verbreekt de cordons.
Duizend, tienduizend menschen begin:
nen schreeuwend te hollen naar hot
toesteJ.dat eindelijk stilstaat.
Sommigen zingen, anderen, als be,
zetenen beginnen te roepen: Leve
Amerika! leve Lindbergh! Niemand
is zijrn emotie meester. En daar zijn
de eens;en bij het toestel. Men ziet
Lindbergh, doodka1m, die is opge*
staan en glimlacht. Hij zet zijn
kap af en een stroohoed op cn wuift
dan met zijn hand naar dc enihou*
siaste menigte die zich dichter en
dichter verdringt om het toestel. MaaT
reeds zijn er d'? hem uit zijn machine
tillen en in triomf wordt hij weggedra
gen. Het gedrang wordt zoo geweldig
dat er hulp moet komen opdagen
om den held te ontzetten. Want
ieder een wil hem de hand schudden.
Zoo gaat het voort naar de bureaux
waar dc autoriteiten wachten. De
Amerikaansche gezant slaat de armen
om hem heen en omhelst zijn krani*
gen landgenoot. Buiten brult en
schreeuwt de menigte. Men wil den
held zien, men wil dat hij op het bal*
con komt. Maar Lindbergh is te ver:
moeid. Als de menigte opdringt om
dichter bij hem tc zijn treedt dc Ame*
rikaanschè gezant naar buiten,
spreekt enkele
woorden d'ie verloren gaan in het ge*
schreeuw. Onder tusschen wordt de
held door een achterdeurtje weggeleid
naar een bijgebouwtje waar men hem
een glas water brengt. Dat is het
eeriigc wat hij voor het oogenblik
vraagt. En dan, terwijl slechts enkelen
tot 'hem worden toegelaten trekt hij
een blauw werkpakje van Weiss aan
en 't roode lint van het Legioen staat
dezen jongen man wat goed. Lang zal
hij niet hoeven wachten voor men
het ook geeft.
In een paar woorden vertelt hij nu
hoe de tocht is geweest. Soms moet
hij zijn stem verheffen om zich tc
doen verstaan. Want buiten als een
geweldige orkaan loeit de menigte
•oen hoort niets dan kreten: Lind:
bergh I Lindbergh 1 leve Lindbergh
leve Amerika 1 1
Ik heb het met het weer goed
getroffen, zoo vertelt hij. De nacht
was kort en over een afstand van een
kleine honderd kilometers alleen heb
ik wat regen gehad.
iIs er ondcrtusschen al berich
van Nungesser? vraagt hij belang*
stellend.
Helaas moet men hem teleurstellen.
Op tachtig kilometer zag ik al
het licht van den Mont Yaléiien. An*
ders heb ik heelemaal op het kompas
gevlogen en op de kaart.
Hij toont de beide voorwerpen Het
is een kinderkompasje en een kleii
kaartje. En toch vond hy precies den
weg. Het is werkelijk bovenmenseke*
lijk. En wat een geweldige durf!
Een voor een worden de verschil:
lende belangstellenden bij hem toege*
laten. Is het niet begrijpelijk dat de
Amerikanen die hem de hand komen
schudden nauwelijks hun ontroering
kunnen verbergen?
Iemand deelt hem mede dat een am:
bulance wacht om hem naar Parijs te
transporteeren. Een zonnige lach glijdt
over zijn gelaat.
Nee, daar ga ik niet in. Moe?.
ja, een beetje, maar toch niet zoo dat
ik eerst niet iets van Parijs wil zien.
Aardig moment. Hij treedt naar bui:
ten. En voor alle zekerheid, voor 't
geval 't publiek tóch zijn heengaan zou
merken heeft men een detachement mi:
litairen gezonden. En de brave poilu's,
zonder dat iemand hun een commando
heeft gegeven, presenteeren het ge*
weer voor den held.
In een eenvoudige auto wordt dc
tocht naar Parijs aanvaard. Als de dui.-
zenden die buiten wachtten eens ge\ve=
ten hadden dat die wagen den held
transporteerde. Zeker was hij dan nu
nog niet in de hoofdstad beland. Want
die menigte, ook al werd het laat hield
maar niet op om haar enthousiasme te
toonen. Gelukkig Waren dadelijk troe:
pen komen opdagen om het toestel,
waarmede de vlucht werd volbracht te
beschermen want anders was er zeker
niets meer van overgebleven. Want
menigeen was reeds bezig om met een
zakmesje of een schaartje een stukje
tc knippen van de vleugcis, een souve:
nirtje.
Zoo, onopgemerkt, belandde de held
in l'arys. En daar kon hij op den nou:
levard duizenden anderen zien die nog
druk het evenement bespraken, daar
merkte hij dat de belangstelling overal
groot was. De Opera wilde hij zien, en
de Madeleine en de Champs Elysées.
Men wilde hem in alle haast naar het
gebouw van de Amerikaansche legitie
rijden opdat hij daar een bad kon ne*
men. Maar daar zag hij de donkere sik
houet van de Are de Triomphe. Hij
wees den chauffeur dat hij daarheen
wilde. En aangekomen op de Place dc
l'FDoile wenkte hii om te stoppen.
Daar stapte hy uit en hy bmcht een
eerbiedigen groet aan den Poilu Inconnu.
Zijn eerste geste zoodra hij in Parijs
kwam. En hierby waren geen officials
aanwezig en geen filmoperateurs en geen
fotografen, het was spontaan, zonder de
minste bedoeling om de sympathie te
forceeren. Trouwens dat is ook niet noo-
dig. Want deze buitengewone, jonge ke
rel, door zyn durf en door zyn grooten
eenvoud heeft het hart van alle Fran
schen reeds lang veroverd.
ChamnagneChamnagne
Nee, dank u, het een'ge wat ik erg
op prijs zou stellen is wanneer men
wil waarschuwen wanneer het bad klaar
is
Buiten het legatiegebouw uit duizen
den kelen klinkt het Amerikaansche en
dan het Fransche volkslied.
CHARLES LINDBERGH. DATUMSTUKJES
Lindbergh is de held van heden,
Heeft het stoute stuk bestaan,
Vloog van New-York naar Parys toe,
Lindbergh Zweedsch-Amerikaan.
Heel de wereld was in spanning.
By zyn roekeloozen tocht,
Heel de wereld hoopte vurig.
Dat de waaghals slagen mocht.
Toen zijn concurrenten wachtten,
Op het allergunstigst weer,
Zei hij, zonder kouwe drukte:
'k Denk maar, dat ik het probeer.
In z*n eentje opgestegen,
Aan d'Amerikaanschen kant,
Is hij, na goed dertig uren,
Veilig bij Parijs geland.
Simpelweg, zoo in z'n eentje,
Een gewoon colbertje aan,
Zooals u naar Amsterdam tramt.
Vloog hij over d'Oceaan,
Slechts een klein en zwijgend poesje,
Nam hy als mascotte mee.
En vloog in het nacht'iy'k duister
Dwars over de wereldzee.
Drie-en-dertig uren vliegen
Aan een stuk stel u dat voor,
Drieëndertig lange uren,
Dag en nacht en steeds maar door.
Drie-en-dertig uren wakend,
Steeds bedacht op doodsgevaar,
Welk 'n wilskracht voor zoo'n „broekie'
Van net vyf-en-twintig jaar.
Vele monotone uren,
Zonder steun, geheel alleen,
Suizlend door den nacht, met niets dan
Lucht en water om zich heen.
Deze roekelooze vlieger,
Was een dwaas in veler oog.
Men zei: Lindbergh ziet ze vliegen
Maar zij zagen, hoe hy vloog.
Ja. zijn vrienden en collegas,
Elk die van hem had gehoord.
Dachten over Lindbergh als een
Idioot van d' eerste soort.
Bracht de wereld louter menschen,
Voort als deze idioot,
Nou, dan mocht de wereld trotsch zijn,
Want dan v#as de wereld groot.
P. GASUS.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
-21—22 Mei.
LINDBERGH'S VLIEG
TOCHT.
Op onze Nieuwsborden.
Zaterdagavond om halfnegen bereikte
ons een Reutertelegram, meldend dat een
toestel, dat men als dat van Lindbergh
meende te herkennen, vlak by het Ier-
sche kust-station Valentia gezien was.
Wy publiceerden dit onmiddellijk op onze
nieuwsborden in de Groote Houtstraat.
Een half uur later meldde een tweede
telegram, ditmaal in definitieve termen,
dat Lindbergh's toestel was gesignaleerd
vliegend in Z. O.-richting boven Goleen
•n het graafschap Cork, Ierland. Ook dit
deelden wy dadelyk op onze nieuwsbor
den mede.
Wij waren de eenigen in Haarlem die.
reeds voor de heldhaftige Amerikaan Le
"ourget bereikt had, aan het publiek de
finitief konden mededeelen dat Lind
bergh er in geslaagd was om den Oceaan
over te steken.
Haarlem's Dagblad is het eenige in
Haarlem en omgeving verschijnend blad
dat er een eigen Reuter-dienst op na
houdt. Het is een van de redenen waar
om wy u het snelst en het volledigst kun
nen inlichten.
Haarlem, 23 Mei.
't Kaperschip
van Staat.
Het komt .my voor dat onze geachte In
termezzo-regeering zich leeiyk in haar
i vingers zal snyden met dat malle voor
stel om in het buitenland wonende Ne-
j der landers te belasten. Er zyn grenzen,
in letteriyken zoowel als in figuurlyken
2in, en dit voorstel doet alsof ze niet be
staan. Heel gemoedelyk neemt de heer
De Geer maar aan dat hy gerechtigd is
om zyn fiscale net door de heele we-
Ireld rond te sleepen, overal waar Hol-
londsche spierinkjes en dikke baarzen en
I zware zalmen te vangen zyn. En heel op-
timistisch denkt-ie dat al die dunne en
dikke zwemmertjes door 's levens golven,
die al met allerlei andere fiscale netten
bedreigd worden, zich ook nog eens in
het zyne zullen laten vangen.
Ik geloof dat zoowel zyn gemoedelijk
heid als zyn optimisme ongerechtvaar
digd zyn. De Staat mist het moreele
recht om belasting te gaan heffen van
menschen, die van de staats-organisatie
niet het minste voordeel hebben, er hee
lemaal niet van kunnen genieten, omdat
zy er buiten leven. Het is een grove on-
billykheid om hen te willen belasten.
Zelf ben ik zeven jaar achtereen bui-
Unlandsch Hollander geweest eerst
Parys, daai-na te Londen en heb
ny met vele landgenooten er vaak aan
f-jërgerd dat wy noch in het vreemde
Tnd waar wy woonden en belasting be-
1 \alden, noch in Holland het kiesrecht
konden uitoefenen. Dat i~ al een leelijk
Jiaat in de organisatie. Hollanders die
't buitenland woner hebben geen an-
ir burgerrecht meer dan de twyfelach-
t'ge voordeelen van hun paspoort, dat zij
veel liever zouden missen en dat sinds
er geen oorlog meer is aliang als over-
lodig afgeschaft had behooren te zyn.
De staat trekt zich van een Hollander
in het buitenland dus vrijwel niets aan.
Hy wordt losgelaten, en moet maar zien
hoe ie 't bolwerkt. Kiezer is hy niet
meer; hy heeft zichzelf verbannen.
Dit is al een zonderlinge opvatting van
den wetgever, maar andere landen doen
niet anders en je moet je er wel in schik
ken. Maar anders wordt het als de Staat
nu ook nog op buitenlandschen roof wil
uitgaanzoo'n beetje in den trant van
die ouwe kaperkapiteins, die de wereld
zeeën bevoeren en binnensleepten wat zo
konden.
Want van een geregelde, behoorlijke
organisatie kan geen sprake zyn. In het
buitenland beschikt de Staat der Neder
landen niet over fiscale achtervolgings
middelen, evenmin over een goede con
trole, en derhalve zal men zich moeten
tevreden stellen met te vangen wat men
krygen kan. Dat zyn dan de menschen
die hun relaties met het vaderland om
zakelyke of sentimenteele of beide soor
ten motieven handhaven, en die derhalve
maar betalenvoor zoover men hun
inkomens kan uitvisschen. Ver zal dat
niet wezen. Zy zullen ongetwyfeld hun
uiterste best doen om den fiscus op den
grootst mogeiyken afstand te houden
en geef hun ongeliik! zy krygen er im
mers niets voor? Geen byzondere en geen
openbare scholen, geen grensregelingen
en kruisers en soldaten en Rijksstraat
wegen en bruggen en tollen en maré
chaussees en veldwachters en rechtban
ken en kantongerechten en politierech
ters en ryksopvoedingsgestichten en
tuchtscholen en land-ontwoekerd-aan-de-
baren en al die andere zegeningen, die
des Nederlandschen Staats zyn. Niets,
niets, niets. En toch zouden zy moeten
betalen.
Ergens in het wetsontwerp staat dat Je
alleen het verschil behoeft te betalen
tusschen de Nederlandsche belasting en
de gelijknamige tax in het land waar je
woont, als de eerstgenoemde hooger is.
Dat kan een mooie verwarring geven.
Wat zyn geiyknamige belastingen?
Men zal er met de pet naar gaan
gooien.
Nu is de sympathieke kant van het
regeeringsvoorstel dat de sinds-den-ooi"-
log-uitgeweken rijke landgenooten, die
alleen zijn weggegaan om onze belastin
gen te ontkomen, óok voor een gedeelte
van hun Inkomen gesnapt zouden wor
den. Daar voelen wij allen voor. want zy
laten ons eenvoudig de belasting betalen
die zy behoorden op ue brengen.
Maar zy vormen een kleine minder
heid, en de meesten zullen zich wel in
hun nieuwe vaderland laten naturalisee-
ren. dis dit ontwerp wet wordt. Dan kan
de Nederlandsche Staat hen heelemaal
nooit meer te pakken krijgen, want dan
zyn ze geen Hollanders meer, hetgeen
ons overigens koud kan laten.
En terwille van deze kleine groep, deze
minderheid van gevluchte riikiards, zou
de Staat onrechtmatige aanslagen onder
nemen op de beurzen van tienduizenden
buitenlandsche Neder'an^ers, en deze
.ambassadeurs", deze gezanten van de
n'tie teaen m het harnas i-crP-, *>n
tot (vermoedelijk georganiseerd) verzet
dril ven?
Het lflkt een kortr^M.'ge noi'tiek. en
een ongerechtvaardigde. Het Tntermo^zo-
Kabinet zou het best doen met dit ont
werp maar gauw weer onder tafel te du
wen. Eer de Kamers het doen
B.P,
I