JOHANNES BENEDICTUS VAN HEUTSZ.
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 9 JUNI 1927
Als krijgsman-bestuurder.
EEN BUITENGEWOON MENSCH.
gelden ten behoeve van de publieke
zaak; een hervorming, die zoowel aan
de deelen als aan het! geheel ten goede
kwam en belangrijk tot dc stabiliteit der
Indische financiën heeft bijgedragen.
De hoefijzcr»rcdacteur van het Hbld.
had ccn onderhoud met den gepension--
neerden kolonel Th. J. Veltman, die 22
jaar Atjehdicnst heeft gehad en in die
jaren Van Hentsz van het begin tot hei'
einde heeft medegemaakt. Meel belang;
wekkende dingen vertelt de gepension»
neerde koloneL Een paar gedeelten er;
van:
Van Heutsz was een buitengewoon
mensch. Ten eerste al om zijn ongc-
loofelijke energie en zijn verbazend zelf:
vertrouwen. Hij stond gewoonlijk des
nachts om Her uur op hij werd nie'
gewekt, maar werd uit zichzelf wakkci
en werkte dan tot acht uur. Dal
was de tijd waarin hij het meeste werk
achtereen verzette- Maar dan bleef hij
voor heel de rest van den dag nog vol
werkkracht. Energie en openhartig»
heid was ook wat hij het meest in
anderen waardeerde. Slappelingen kon
hij niet uitstaan en bekend is het tele;
fonische antwoord dat! hij, als stafkapi»
tein te Kota Radja, eens gaf aan een
overste die als commandant in de linie
in de benauwdheid zat en radeloos te:
lefoneerde: „Wat moet ik doen!"
„Uw pensioen vragen!" was het ant
woord dat! de superieur van zijn mins
dere kreeg, die tevens klets den
hoorn op het toestel smeet. Iemand die
te velde, raad ging vragen aan een bu»
reau, was voor Van Heutsz als militair
onmogelijk.
Het geheim van Van Heutsz' werk:
kracht was, physiek, dat! hij elk oogen=
blik kon slapen wanneer hij wilde en,
geestelijk, zijn groote zelfvertrouwen.
Wat dat slapen betreft, het» kon u ge=
beuren, dat hij, in gezelschap, met u
sprak, da? uw gesprek dan oversprong
op een ander en dat Van Heutsz daar»
van gebruik maakte om even de oogen
te sluiten en te sluimeren. Was uw ge;
sprek met dien ander dan afgeloopen,
dan zou hij misschien ineens opmerken:
Ja maar wat u daar zegt, is niet juist.
en in uw gesprek binnenkomen alsof
hij alles er van had gehoord. En als
hij van een marsch of van zijn wexk
kwam, dan kon hij onmiddellijk slapen.
En wat zijn zelfvertrouwen aangaat,
„Het kan niet", was ccn uitdrukking die
hij niet duldde. We kwamen eens met
een colonne voor een moeilijke rivier
en de colonne»commandant zei: ,,De ri»
vier bandjirt; we kunnen er niet door".
„Of wc nu verzuipen of straks doods
geschoten worden, is net eender; ei
dóór!" zei Van Heu?sz. En we ,kwa:
eu er door.
Precies zooals hij te velde was, was
hij ook in de bureaux. Toen hij G.»G.
was geworden, kwam hij om 7 uur des
morgens op de Algcmeene Secretarie
die op dat uur geopend behoorde tc
worden. Er was nog geen van de amb;
tenaren en Van Heutsz deed don Eer;
sten Gouvernementssccretaris halen (de
Algemeenc Secretaris werkt thans, maar
er zijn drie Gouvernemen?ssecrctarissen
die op de Secretarie werken). De ambte.-
naar kwam ijlings en Van Heutsz vroeg
het eene of andere stuk. Hot was er
niet. Dan moest het onmiddellijk wot»
den gehaald. Ja, maar dat kon niet
Kon niet? ,,Om ach? uur moert ik het
stuk hebben", zei Van Heutsz en ging
heen. Natuurlijk was het stuk er om
acht uur, want de ambtenaar wist wel
dat hij anders „de laan uit ging". En
zóó groot! was de magische bezieling
die er van Van Henutsz uitging, dat
binnenkort diezelfde menschen die hij
uit een slaperige sleur had moeten wak»
ker schudden, van harte met hem mee»
werkten.
Voorts nog het volgende uit de me>
dedeelïngen van den gepensionneerden
kolonel.
Doen en durven, da? was het wat Van
Heutsz waardeerde. Weet u wat het
begin der carrière van Colijn is
weest? Er was een quaestie gerezen
over een landschap dat kon behooren
tot de Westkust of to? de XXII Moe=
kims van Groot»Atjch. De bestuurs;
ambtenaren beweerden dat zc het niet
wis?en uit te vinden. Toch gaf het
voortdurend last cn moeilijkheden.
.Daar moet een eind aan. komen", zei
Van Heutsz en hij droeg het onderzoek
op aan den jongen luitenant Colijn,
met de bijvoeging: „Ik geef je er Her
dagen voor" (nadat de bestuursambte»
naren er nota bene eenige maanden mee
hadden gesukkeld). Colijn had het' in
één dag: Hij kwam namelijk op het
denkbeeld 'rt was een ei van Colum:
bus om even na tc gaan, welke adat;
rechten er waren in dc XXII Moekïms
en in het landschap Daja. Die bleken
zeer verschillend te zijnen daaruit
volgde dat Daja onmogelijk tot dc XXII
Moekims kon behooren. Dat was werjc
naar het' hart van Van Heutsz en van
toen af had Colijn zijn vertrouwen.
Van Heutsz begon met aan tc nemen
dat niets onmogelijk was, als men zich
maar tot het uiterste er voor inspande
En daardoor lukfe hem zooveel, wat
een ander niet lukte. Natuurlijk ging
het con enkele maal ook wel eens niet.
Aan den vóóravond van den dag,
waarop met een militaire ceremonie van
een. omvang en indrukwekkendheid^
zooals Nederland zeker nimmer te vo--
ren heeft gezien, het stoffelijk over;
schot van luitenant generaal Van
Heutsz in de Hoofdstad in vaderland;
sclien bodem zal te ruste worden ge;
legd, godaoht de Nederiandsche pers
dc verdiensten van dezen grooten va;
dcrlander.
De N. R. Ct. doet zijn beteekenis
uitkomen, waar zij opmerkt: Was hij
6oldaat met hart en ziel, voor hem was
de krijgskuns? niet anders dan middel
tot bereiking van het meest vreedzame
doel van den Staatsman: een toestand
van orde en veiligheid te scheppen,
grondslag voor welvaart en volksge»
luk.
De volgende aanhalingen geeft het
blad om den krijgsman»bes?uurder te
teekenen:
Toen sinds 1884 de ellendige taktiek
der geconcentreerde stelling in Atjeh
was toegepast, de taktiek van een pas»
sief en futloos afwachten of de A?»
jehers zich ten slotte zouden onder;
werpen, de taktiek, die al het in vij,f;
tien jaren moeizaam bereikte te niet
deed gaan en in alle opzichten fnuikend
was voor ons gezajg tegenover een zelf»
bewust en moedig volk, schreef majoor
van Heutsz, die als jong luitenant reeds
zijn sporen op Noord-Sumatra had ver;
diend, zijn in die dagen opzienbarende
brochure over de onderwerping var
Atjeh, waarin hij de door niemand min:
der dan Snouck HuTgronje bevestigde
uitspraak deed „dat de Atjehers zich
nooit anders dap gedwongen zullen on»
derwerpen en da? slechts hij, die toont
de macht te bezitten om zijn wil te
doen eerbiedigen, de meester zal zijn,
aan wiens bevelen zij zich zullen onder
werpen".
Toen dc latere gouverneur»generaal
■van Heutsz, nog eenmaal teruggekeerd
naar Atjeh op het eind van 1907, op
ccn oogenblik dat opnieuw he? daar
toegepaste beleid bleek te falen (ditmaal
het civiel beleid van gouverneur van
Dalen), verslag uitbracht van zijn be;
vinding en zijn inzicht op papier zette
aangaande hetgeen er gebeuren moes?,
schreef hij: „Op ons rust dc dure plicht
om het volk, dat zóózeer door den
oorlog geleden heeft, te doen beseffen
dat het ons cenig doel, ons eenig stre»
ven is, om rust, orde, veiligheid
welvaart ?c scheppen en te handhaven,
hoofden en bevolking te doen gevoelen
dat 't kalme, vredige familieleven met
rechtszekerheid voor allen, zelfs voor
den geringsten man tegenover het voor»
naamste hoofd, onder ons bestuur ver»
zekerd is en op deze wijze allengs al»
■lcrwege dc diepgevoelde overtuiging ?e
vestigen, dat ons bestuur hun allen tot
zegen strekt".
Voorts legt het blad er nadruk op
hoe Van Heutsz naar vermogen geijverd
heef? om dc eenmaal onderworpen be»
volking een rechtvaardig bestuur deel»
achtïg te doen worden, hoe hij als gou»
vcrneur»gencraal het meesterwerk vol»
bracht heeft om in heel den Indische®
Archipel ons grootendeels nominaal en
in menig gebied zelfs betwist cn aange»
rand gezag, in een feitelijk en alom ge»
cerbiedigd gezag te doen verkeeren,
Tiet schrijft:
Gouverneur»Generaal Van Heutsz
heeft het schijnbestuur. waarmode wij
ens in het grootste deel van Indië had»
den vergenoegd maar da? wij op den
duur tegenover he? buitenland niet had»
den kunnen rechtvaardigen in een
werkelijk bestuur veranderd, binnen en
buiten onze grenzen erkend. Hij heeft
de voorwaarden in het leven geroepen
voor welvaart en verkeer, veiligheid en
rechtszekerheid geschonken aan tot dus»
ver naar willekeur bestuurde volken;
eenheid in veelheid gebracht.
Indien nu in de buitengewesten loo»
mende bevolkingsculturcs groeiende bc»
teekenis verkrijgen voor Indie's oecono»
mische kracht; indien nu in vele aan
volk arme streken bedrijf en vertier kan
worden gebracht door Westersch on»
dcrncmcrskapitaal; indien nu het reizen
zoo veilig is en het wegennet zoo urtgc»
breid, da? een groot deel van Indië open
ligt voor het wcreldtourismc, dan is dit
mogelijk geworden door het naar vaste
lijn uitgevoerde ordeningsplan van gou»
verneur>generaal van Heutsz, die elke
triomf van onze wapenen onmiddellijk
deed volgen door den zegen van ons
bestuur. Het is onder ditzelfde regime
ook, da? over vrijwel de gansche linie
der buitengewesten de grondslagen zijn
gelegd voor de ontwikkeling van de
lancischapsautonomie, met aanwending
van tot dusver mecrendeels ter voldoe»
ping van praal en genotzucht der in»,
Jjeemsche vorsten gebezigde landscbaps»
Verscheidene oudsmilitairen gedenken
■oorts Van Heirtsz als den man, die
ccn weldadigcn invloed op het In»
dische leger heeft uitgeoefend en dit
fot enorme prestaties heeft gebracht cn
doen uitkomen hoe zijn voorbeeld of»
'eren cn troepen bezielde. Van
Heutsz. aldus de oud»generaal majoor
•an het Oost Indische leger S. H.
Schustal van Woudenberg, sleepte door
zijn voorbeeld allen mede. Waar de
oep tegenslag ondervond zooals bij
de zware klewangaanvallen ter Atjeh's
Westkus? was zijn verschijnen alleen
reeds voldoende den offensieven geest
weder in den troep te brengen.
Nog een citaat. De oud»kolonel A.
Gertsema Beckering besloot zijn mede»!
deelingen. ,.Ik geloof dat wij dc ver»
diensten van Van Heutsz het besi'e
qualificeercn door in de eerste plaats
de aandacht te vestigen op het weder»
om mobiel maken van het leger, dat nu
vertrouwen in eigen krach? herwon, cn
dan op den pacificatie»arbcid van den
grooten aanvoerder, waarvan de gevol»
gen thans nog in alle uithoeken van den
archipel waarneembaar zijn".
De heer W. Frijling, ouddid va® den
Raad van Ned. Indië en oud»gouverneur
van Celebes schetst in het Hbld. Van
Heutsz als Staatsman. Schrijver bc»
sluit:
„Zonder zijn voorbereidenden arbeid
zou samenwerking ?usschen de verschil»
lende Indische volken, zooals wij die in
den later ingcstelden Volksraad zien.
niet mogelijk geweest zijn. Hij heeft
den grondslag gelegd voor dc staatkira»
dige ontwikkeling van. Nederlandsch»
Indië, die natuurlijk nog niet voltooid
is, maar die zich meer en meer vol»
trek?, naar wij hopen en verwachten
rot heil van het naar een schoone toe»
komst voortschrijdende Insulinde.
De arbeid, door Jan Pieterszoon Coen
aangevangen, werd door hem voltooid.
Coen legde de fundamenten van het ge»
bouw; Van Heutsz bouwde he? af.
Thans, nu het stoffelijk overschot
van dezen grooten Nederlander op
plechtige wijze in den vaderlandschcn
bodem zal worden ter ruste gelegd, her»
denken wij vol dankbaarheid zijn ar»
beid, verricht voor het welzijn van Ne»
dcrland cn Nederlan'dsch»Indië. En ieder
ontblootte daarbij eerbiedig het hoofd
cn brenge hem een ecresaluut".
Aankomst stoffelijk over:
schot te Amsterdam.
Van Montreux uit is het stoffelijk
overscho? per spoor naar Nederland
vervoerd. Woensdagmorgen te ruim
acht uur werd de Nederiandsche grens
bereikt. Bij aankomst te Zevcnaar werd
het ontvangen door een detachement
politietroepen, die de militaire cerbcwij:
zen brachi'en en het lijk escorteerden
■naar Amsterdam
Te 3.32 reed de trem het Centraal
Station binnen.
Zestien ridders van d-e Militaire Wil
lemsordc beneden den rang van offi»
cier stonden daar opgesteld om als dra»
gers te fungeeren.
Het personeel si'clde zich op wacht bij
den wagen, toen dc kist door de ridders
van de Militaire Willemsorde werd uit»
gedragen en begeleid naar den lijkwa»
gen.
Aanwezig waren de leden der depu:
tatie uit de commissie, de garnizoeais;
commandant, de plaatselijke adjudant
die den stoe? vergezelden.
Er was buiten heel wat volk. ondanks
het slechte weder, saamgestroomd. De
lijkwagen werd geëscorteerd door bexe»
den politietroepen, twee officieren en
veertig man.
Onder groote belangstelling werd de
Dam bereikt. Van het paleis, van alle
rijksgebouwen en van vele andere ge;
Douwen hing dc vlag half stok.
In de prachtige marmeren „Vier»
schaar" thans ingericht tot een „chapel»
le ardentc" werd de kist onder een ca»
tafalk geplaatst. Officieren van het Ne
rierlandsch»Indisohe leger betrokken bi,
het lijk de eerewacht, elkaar afwisselenc
voor de nachtwake.
Zijn loopbaan.
Van Heutsz werd 8 Februari 1851
•te Ooevorden geboren. Hij kreeg zijn
■oplei d'oig bij het ins t ruc tiiobataljo n te
Kampen en werd 13 Augustus 1872
benoemd' tot tweede luitenant bij het
Ned. leger. Door het uitbreken
d.en oorlog met Atjeh werd hij in 1873
overgeplaatst naar het NedUlodilsche
leger. In 1874 kwam hij dn Atjeh
waar hij zich spoedig door moed en
beleid onderscheidde, zoodiart hij al
spoedig promotie maakte. In Novem»
ber 1875 verwierf hij de Mdlitaure
Willemsorde 4e klasse. Hij ging daar;
na naar ons land terug om de krijg®»
school te doorloopen.
Aan het einde van 1884 beerde hij
naar Indië terug. Spoedig werd hij
daar bij het hoofdbureau van den Ge;
nieralen Staif geplaatst.
,Ee® paar jaar daarna was hij chef
van de® Staf der troepenmacht
Atjeh, onder generaabmajoor Van
Teyn. den civiel en militair gouver»
meur. Dank zij zijn optreden nam het
verzet in Atjeh af. Aan zijn optrc;
■den dankte hij zijn bevordering bij
keuze tot majoor. Kort te voren
had hij Teeds dc &ere«sabeL' verwor»
ven.
In 1891 werd Van Heuttsz benoemd
tot commandant va.n 'het 11e bataljon:
infanterie te Meester Cornells. Na
eenigen tijd gewerd hem Europeesch
ziek4e ve.rïofNa het verraad: van
Toekoe Oemar heeft Va® Heutsz zich
buitengewoon onderscheiden. Hij werd
in dÜe jaren bevorderd tot ridder 3c
klasse M.W.O. en in 1897 'buitenge»
woon bevorderd tot kolonel ein tot
chef van den* generale® staf van het
Ned .«Indisch 'leger benoemd. In 1898
werd hem het beleid van Atjeh geheel
in handen gegeven.
Verscheidene expedities leidde Van
Heutsz nog. Onder meer in. 1898 de
Pidië»expe,ditie, in 1899 de expeditie
ter Noord'» en ter Oostkust en in 1901
de krijgsverri chtingen 'tegen Ba bee Hie
en Samalanga. In 1903 onderwierpen
zich o.a. de pretewdenten»Sulrtan. Toe»
kan.koe Mohamad Dawót en het Sagi»
hoofd der XXII Moekim®. Teukoc
PangUma Poiêm. welbekende nomen
uit d'e geschiedenis van den Atjeh»
oorlog.
Gedurende zijn gouverneurschap van
Atje'h deed' hij zich niet alleen bennen,
als een uitnemend militair, maar ook
s een uitnemend 'bestuurder.
Inmiddels was hij in 1898 bcvor»
■de rd tot gene naai »majo or. Verscheidene
eerbewijzen vielen hem ten deel. In
1904 werd hij benoemd tot gouver»
neurogenic raai van Ned.alndie. Over
d'e beteekenis van Van Heutsz als
gouverneur*gcneraai en als pacificator
mede als krijgsman is hriervonen
reeds uitgeweid.
Na zijn aftreden als gouverneur»
gemier aal heeft Va® ETeuts'z zich
eerst te Amsterdam en daarna te
Brussel gevestigd. De laatste jaren
va® zijn leven is hij lijdende geweest
Sedert November 1922 woonde hij in
Zwitserland. Te Montreux is hij op 10
.TuÜ 1924 overleden cn in het naburige
Clarens voorloopig ter aarde besteld, I
vanwaar zijn stoffelijk overschot nu, j
dus bijna drie jaar ma zijn verscheiden
naar Nederland is overgebracht.
DE PLECHTIGE BIJZETTING
VAN HET STOFFELIJK
OVERSCHOT.
HET VERTREK VAN DEN STOET.
Met persbureau Vaiz Dias meld't ons
uit Amsterdam:
Op het CentTaabStabion zoowel als
aan dat van de We esperpoort heerscih'
te hedenmorgen, cc® Qjigewon-e militai
re bedrijvigheid. Hoofdofficieren., ofifi»
eieren cn, ondejoflfiieieren, cru minderen
als vcrtegeniwooudiigers va® alle onder
deelen d^r weermacht werden me:
vensch,l'llende treinen1 aangevoerd om
deel te nemen aan de plechtige bijzet
ting van üiet stoffelijk overschot van
wijlen den luitenanrtgeneraal J. B.
van Heutsz.
De militairen, die aankwamen aan
■het Centraal Station gingen, naar het
Beursgebouw, die welke arriveerden
aan de Wees'perpoort niaar de Oranje
Nassaukazernc.
Togen half twaalf trokken al deze
mulita/irc afdeelingen nog aangevuld
met marinetrocpen. naar het Konikib
lijk Palcis op den Dam, waar zooals
men wet h't stoffelijk overschot
een rouwkamer was geplaatst. Een
groot gedeelte van de troepen namen
plaats o,p den Dam. Dit plein kroeg
daardoor geen schitterenden aanblik
van bleurige uniformen want alle mill
tairen waren in hun grijs veld tenue.
Een an,der gedeelte van de militaire
detachemenfen, gingen zocji opstellen
in de Raadhuisstraat en o-p de Heerem
gracht.
Middelerwijl werd de familie
wijlen generaal van. Heutsiz ontvangen
ten, Paleiize, waaT ook Prirus Hendrik
en de opper» en vlag»offïeieren zich
vereenigden.
Om ongeveer 12 uur wondt bet stof»
felijk overschot uitgedragen door Rüd»
ders van, de Militaire Willemsorde.
Tusschen de officieren die de eere»
wacht in de rouwkamer hadden be,
trokken ein zich thans in twee rijten
hadden geschaard', werd de klist naar
de affuit gedragen.
Op het ooger.lblik dat de kist naar
buiten wordt gelbracht slaan tam,
boers van d'e marine een roffel. De
troepen op den Dam presente eren het
geweer. Wanneer de kist op de affuit,,
dat door zes jaardten, wordt getrokken,,
wordt bevestigd nemen dc comiman»
dant van het veldleger üuifgener,aal
Muller Massis en zijn staf benevens
de hoofdofficieren hun plaats m den
stoert dn. De kop van den
stoet bevindt zich recdls wan»
neer het stoffelijk overschot van
generaal van Heutsz wordt uitgedma»
gen op dc Heerengracht hij. de Oude
Spiegelstraat.
Deze stoet wordt geopend door een
escorte cavalerie van het le regiment
huzaren. Hierop volgt de muziek van
de tweede divisie met de tamlboeTS,
Bij, h'et in beweging komen wordt
treurmuziek gespeeld. Achter dit mu»
ziekcorpa komen de verschillende ml
litafire onderwij.s»inrichtdngen, gevolgd
door de deputaties van den grenadiers
en jagers. Hierbij sluiten aan dte divi;
sies van de infanterie.
Aohiter de infanterie loop het vuut:
peloton te zamen. 80 main sa menge»
sbelid uit d'e Kol. Reserve, Inilandsohe
troepen. Mariniers en Grcna.diers.
Thans volgt het eigenlijke hoofd»
gedeelte. Voorop gaat de Koninklijke
Militaire Kapel, Onmiddellijk daarbij
sluiten zich aan oppen-» en vlag»offi»
eieren benevens de dcpufcaties van de
wapens en dienstvakken. Aan de af»
fuit vooraf gaat de commandant vam
het veldleger met zijn staf.
De affuit wordt getrokken door zes
paarden die aan de® teugel worden
geleid. De kiist wordt gedekt door de
driekleur, waarnaast vier slippend ra»
gers loopen nl. de lu5tenanits»genieraal
b.d. H. N. A. SwaTt, C. K. v. Riet»
schoten, S. A. Drijiber en C. K. Dijk»
stra.
Achter de affuit volgen de ld rtd»
deTS der Mil. Willemsorde die als dra»
gers hebben .gefungeerd.
Hierop volgen enkele hofrijtuagen
gereden van d'en bok. In het eerste
'heeft ZjKjH. Prins Hendrik, als ver»
tegenwoordiger van HjM. de Koningin
plaats genomen. In de overige koet»
sen ho o gwaardighei dsb ekle c d£rs en
familie.
Achter deze rijtuigen schrijden of»
fieïeren cn onderofficieren, allen dra»
gers van die Mil. Willemsorde, die on»
der generaal van. Heutsz hebben gc»
d'iend. Dit gedeelte wordt gesloten
door het stafmuziekkorps van de Ma»
rin'e.
Alsnu volgen de vertegenrwoordi»
gendè af de dingen van. het Oost»Inidl»
sche leger, waarbij zich bevindt het
detachement dat voor deze gelegen»
heid uit de Koloniën is overgekomen.
Hierachter sluit zich aan de Marine,
gevolgd' door genie en artillerie. De
stoet wordt gesloten met mareühaus»
see en cavalerie.
Gedurende den marsch naar die Oos»
terbegraafpilaats werd door de ver»
schillende muziekkorpsen, welke in
den stoet meeliepen treurmuziek ge»
geven of werd door tamboers den
doodenmarsch geslagen.
Langzaam werd voortgeschredeu
langs Heerengracht, Amsrteï, N. Hee»
renigrachti, Plantage 'Middenlaan naar
Lininaeusstraat.
Op de begraafplaats.
Bij de Kruiskan gekomen marcheer»
dc hef voorste gedeelte van de® stoet
de begraafplaats op behalve de cava»
Icrie, welke de Kruiskan vervolgt.
De troepen die voor de affuit Jijepem,
marchcercn over een der rijwegen
rechts va® het hoofdgebouw geileg-c,n.
Het vuurpeloton stelt zich bij den in»
gang rechts e® links op.
De troepen die achter de affuit
marcheerden bereiken langs 'de®, Mid»
donWCig het kerkhof.
Inmiddels hebben de ridders van d'e
MilWillemsorde die aohter d'e affuit
liepen de kist ervan afgenomen e®, dra»
gen deze het kerkhof op. Wanneer zij
k®gs het vuurpeloton, schrijden, wordt
het eerste salvo afgegeven. Tusschen
de zeer talrijke genoodêgdejii, d.e de
beide wegen langs het Middengazo®
vulilien, wordt vo or tge schrede® naar
het op dit gazon opgesteld'e katafalk.
Achter de 'kist hebben zich 'inmiddels
aangesloten zij die in de rijtuigen mee
kwamen bovendien dlc hoofd» en vlag»
•officieren,.
Onder het spelen van treurmuziek
door de Kotn. Militaire 'Kapel. die
achter heesters verborgen' staat, ver;
zamelen zich ook de vaandeldragers
langs het middenperk.
Nader wordt nog .gemeld dat on»
der 'hen die de plechtigheid op het
station bijwoonden, ware® mevrouw
de wed'. Van Buu-pen.Van Heutsz,
d'e zuster van de® generaal, e® cnkelle
and ere f ami beleden
Wie er spraken.
Allereerst treedt naar de sff*reck<
plaats dc ou dsgouve rn eur»generaal van
Ned^Inidië hee<r Idenlburg als
voorzitter d«r commissie. Spr. zeidc
dat on/mlddellijk na het overlijden
van Van Heutaz rich ee® commissie
vormde die dc nagedachtenis van
den overledene wilde eeren allereerst
dtoor 'hem te Amsterdam een laatste
rustplaats te bereide®. Daarnaast
stond da® het denkbeeld hem ook op
andere wijze te eeren. Spr. diankte
voor den ondervonden steun, in de
eerste plaats de Koningin, en -de regec:
ring. In 'het bijizonder dankte spr. nog
de® minister van Koloniën, dat hier
aanwezig kon zijn een detachement
van 'het Indische marechaussee korps,
dat met anderen vertegenwoordigde
hert leger dat onder Van Heutsz bevel
zoovele lauweren verwierf.
'Het is der commissie een voorrecht
ging spr. voort dat zij ook van de kin»
deren e®' naaste familie van den over»
Iedere hier aanweizig riet; zij 'be;
treurt dat niet alilcn konden tegen»
woordig zij® bij de grootscbe huldle
hun vader en bloedverwant gebracht.
Als gij straks de groeve 'bezoekt,
waarin uw ouders werden bijgezet
want ook 'het stoffelijk overschot van
uw moeder zal herwaarts worden, over
gebracht dan zult gij met dankbaar»
heid gedenken, wat uw ouders voor
u waren', en ook waf uw vader voor
Nederland en voor Indië deed; maar
tevens hoe ons Vorstenhuis en ons
Volk ontze groote dooden eert
'De heerf Idcnburg besloot zijn toe.
spraak: Persoonlijk we®isch ik te gie»
tuigen van mijn groote achting
eerbiedige hulde voor den man. die
met grooten, moed de zwaarste ver»
anitwoordedijkheid wist te dragen; .dte
met voortreffelijk beleid" 's Lands za»
ken in Indië bestuurde; die met on»
verzwakte trouw rijn Vorstin e® zijn
Land diende; die ook trouw was in
zij® vriendschap^ en in het erkennen
van de Verdiensten van hen, drie hem
steunden in zijai aifoeid.
Tweede spreker was de minister van
Koloniën, de lieer Kon'ingsb er»
■ger.
Geroepen tot het hoogste- ambt,
dat 1® Ned. Indië is te vervullen', zeide
spr. onder meer, vond Van Heutsz
een terrein' van werkzaamheid1, dat at
volledige o ver eien st e mming wa s met de
groo te gave® en tal en ten, waarmede
hij i® zoo .rijke mate was begiftigd
en die hij bij zij® beheer van, het go»
west Atjeh tot eerste ontplooiing en
daardoor tegelijk tot algcmeene be,
kend'heid 'had kunne®; brenge®^ Een
terrein va® werkzaamheid dat vóór
alle dingen een groot staatsman, ee®
•geniaal bestuurder vereischte.
Wie het NederlandscluDn'daë van die
dage® van nabij medemaakfe. zal zich
weten te herinneren, dat de aanblik
destijds verre van bevredigend was.
Soms schee® het, alsof dc brachten,
van het kleine Nederland zoude® te»
kort schieten bij de 'leiding van een
zoo omvangrijk geheeli, welks onder;
deelen- nog maar a>l be weinig
ondcrlinge® samenhang vertoonde®,
•Daar kwam nog 'bij. dat het einddoel
dier leiding nog niet klaar voot oogen
stond, dof men zich in die dagen eerst
gaandeweg bewust werd van de
hoogere roeping, die Nederland in
Indië heeft te vervullen, en dat men
nog niet algemeen overtuigd was vani
die noodzakelijkheid., dat blank en
bruin elkander moeste®, leeren be.grij»'
pen en daardoor waardeer e®. In»-
tegendeel, Indië was rt-oem nog uifslui»
tend een verwarrend samenstel va®
volkeren en, stammen e® rasse® met
verschillende belangen en uiteent
loopende inzichten, die naast en dik»
wijls tegenover elkander stonde®'.
Van Heutsz is d'e ma®, geweest, die
het eerst, doelbewust, zij® schrede®,
op den weg naar meerdere éénheid
heeft gezet. Hem stond het duidelijk
voor oogen, dat een goede toekomst
slechts dan voor Imdie kon zij® weg»
gelegd, wanneer hert zou mogen, ge»
lukken, Indië te maken tot cc®, ge»
biedsdecl, dat niet allee® naar buiten
als éénheid zou kunne® optrede®, maar
dat ook inwendig die eenheid zou
vertooncn. Daarnaast stond, het voor
hem vast, dart de Nederiandsche lei»
ding het bindmiddel zou moeten zij®
om tot die uitkomst te geraken, daar
Indië zelf in afzienbare® tijd' dat
cement nog niet zou 'kunnen leveren,.
Naar deze denkbeelden was het
eerste deel va® zijn, werkplan opge»
bouwd dat hij voor een aanzienlijk
■deel tot voltooiing heeft moge® brem,»
gen. Intussche® tot het brengen van
eenheid achtte Van Heutsz zijin taak
miert beperkt. Indië eenmaal in al zijin
onder deel en onder Ned. leiding ge»
bracht, moest nu als geheel fot hoog er
ontwikkelingspeil worden gebracht
Daaraan was het tweede deel van zijn
taak gewijd. In de weinige, jaren va®
zijn bestuur kon natuurlijk niet alles
worden bereikt. „Maar 'het feit", aidus
spr.. „dat hij wegen, en einddoel aan»
wees, dat hij op die wegen met geniale
kracht d.e eerste en veelal moeilijkste
chre-den zette, dat hij een school vorm»
dc, bezield- met zijn geest en geleid
door het verlangen, zij® voetspoor te
vervolgen, dart alles maakt hem reeds
tot een historische figuur, drie i® de
geschiedenis van Indië rtof de oMer»
eersten en allergrootsten zal worde®
gerekend.
Moge zijn stoffelijk overschot daar
rusten ir, vrede cn moge zij® geest bij
ons voortleven in dankbare herinne
ring aan wat hij voor ons allen is ge»
weest".
Daarna sprab de Tuïtenanbgcnerflaï
H. N. A. S w a r t die deed uitkomen
de beteekenis van Van Heutsz als
krijgsman. Spr. ging de loopbaan van
den overledene uitvoerig na. Met het
optreden van Van Heutsz, zcidc spr.
onder meer, week dc verlamming die
onze tnocpcn in Atjeh een kwart ecuw
had gevangen gehouden. Met hem had
het leger weder een aanvoerder die
wist wat hij wilde. Spr. gedacht de ka»
raktereigenschappen van dcru overle»
dene. Ofschoon Van Heutsz als civiel.
en militair gouverneur van Atjeh bij»
zonderc bestuurstalcnten aan den dag
legde en als G. G. blijk gaf ccn goed
J regeerder en staatsman met een ver
vooruitzienden blik te zijn, toch ligt
naar het hem voorkomt zijn beteekenis
nog meer op militair»krijgskundig dan
op po!itiek»economisch gebied.
Na daarover in nadere bijzonderhe*
den te zijn getreden, besloot spr.;
Toen Van Heutsz medio 1904 het be»
stuur over het gewest nederlegde, was
de onderwerping van nagenoeg geheel
Atjeh een feit geworden en heerschtcn.
cr zulke toestanden, dat bij hoofden
en bevolking zich de overtuiging be»
gon te vestigen, dat de gezagsuitoefe»
ning en het bestuur van de zoo gehate
compagnie hen wel eens ten zegen zou
kunnen strekken.
Het is ons ook daarom een behoefte
hier staande voor zijn stoffelijk over»
schot nog eens in het openbaar namens
velen tc mogen getuigen van onze be»
wondering voor den grooten krijgsman
den man van dc daad, die onder zoo»
veel meer Nederland tevrijdde van de
nachtmerrie Atj&h en Tiet IncL Leger
teruggaf het geloof aan eigen kracht en
kunnen en aan wien alleen reeds daar»
om land en volk van Nederland zoo
oneindig veel verschuldigd zijn.
Wij prijzen ons gelukkig, dat zijn
stoffelijk overschot voortaan op Zater»
landschen bodem zal rusten en een
kloek monument de plaats daarvan
ook aan dc nakomelingschap tot in
lengte van dagen zal aanwijzen.
Namens allen voor wie ik gesproken
heb, waaronder vele oud»krijgsmakkers,
die tot liun diep leedwezen hier nu niet
tegenwoordig kunnen zijn, breng ik U,
Generaal, nog een oprechte en eer»
biedige hulde,"
De rij van de sprekers werd besloten
door den heer C. G. V a 11 i e r
K r a a n e die de hoedanigheden van
Van Heutsz als mensch schetste. Spr.
sprak meer inzonderheid namens hen
die generaal Van Ilcutsz tot zijn per»
soonlijkc vrienden heeft willen rekenen
Dit bijzondere voorrecht, aldus spr.
is mij een reeks van jaren te beurt ge»
vallen, eerst in Atjeh en later hier te
lande. Allen, die den Generaal aldus
mochten leeren kennen en waardeeren,
niet als krijgsman cf als staatsman,
maar als mensch in het dagelijksch
vertrouwelijk verkeer, zij zullen de on»
uitwischbare, de dankbare herinnering
bewaren aan zijn eenvoud cn zijn op»
rechtheid, aan de grootheid van zijn
karakter en de goedheid van zijn in»
borst.
Hij had een afkeer van alle grootdoe»
nerij; bij hem geen zweem van hoo»
vaardij of roemen op eigen daden. IT ij
wase een man uit één stuk. met een
scherpen zin voor rechtvaardigheid en
hij ging altijd recht door zee. Het hart
lag hem op de tong, het was hem al»
leen om de waarheid te doen.
Generaal van Heutsz was een man
zonder kreukel of plooi, een militair
maar geen militarist, een eenvoudig en
oprecht meriseh, met een hart van
goud. Men kon op hem bouwen, als op
een rots, want lui was een man van
onwankelbare trouw: aan de Koningin,
die hij een zoo diepe vereering tuc»
droeg, aan het Vaderland, dat hij zoo
groote diensten heeft bewezen, aan zijn
plicht en zijn levenstaak, aan zijn
vrienden.
Bij zijn begrafenis te Clarens mocht
ik de hoop uitspreken, dat het stoffe»
lijk overschot van den Generaal niet
in vreemden bodem zou blijven rusten,
maar worden overgebracht naar Ne»
derland. Dit is thans geschied door de
Regeering op koninklijke wijze. Moge
het graf van dezen grooten Ncdcrlan»
der, de nakomelingschap steeds her»
inneren aan zijn moed, zijn beleid, zijn
trouw en haar steeds tot voorbeeld
strekken".
De kist naar de graftombe
Na afloop van deze redevoeringen
werd de kist wederom door de 14 rid»
ders der MiL Willemsorde, die naast
de katafalk geschaard bleven opgeno»
men en gedragen naar de graftombe.
In dit uit Zweedsch graniet opgc»
richte monument werd de kist met het
stoffelijk hulsel geplaatst terwijl dc
muziek van de Marine treurmuziek liet
'hooren.
Wanneer de kist in de tombe is ge»
plaatst werd een tweede salvo van het
vuurpeloton voor dit monument afge»
geven.
Een groot aantal kransen van de ver»
schillende corpsen en militaire cn an»
dere vereenigingen werden daarna ge»
legd.
Allen die zich op het plankier op het
middenperk bevonden benevens de
vaandeldragers hebben zich voor dc
tombe geschaard. Z.K. Hoogheid Prins
Hendrik heeft zich nog met enkele an»
dere hoogwaardigheidsbeklecders naast
het monument opgesteld, terwijl de ge»
noodigden ook naderbij zijn getreden.
Thans begint het défilé der troepen
in gewoon marschtempo. Zij marchee»
ren thans ontdaan van alle rouw te
kenen langs het monument waarvan de
geopende koperen deur nog toelaat een
blik tc werpen in het van metselstee»
nen gebouwde gewelf.
Hierna is de grootsche plechtigheid
ten einde. De troepen marchcercn
naar het Koloniaal Instituut waar de
stoet ontbonden wordt.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
smaakt als room.